Gesprek met een kasteelheer ZIEZO „Vogeltje onder je pet?" Droevige toekomst „De Rode Baron" Rug tegen muur zaterdag 2 december 1967 Rentmeester baron Carel van Heeckeren Kasteel Ruurlo te duur om te bewonen MET RUG TEGEN DE MUUR „Belastingen en waterschapslasten maken ons kapot", zegt de rentmeester Carel van Heeckeren. „De zeer zware lasten op het landgoed bedroegen vorig jaar ongeveer een toni Dit voor lonen, onderhoud van gebou wen en boerderijen, verzekeringspremies van de panden en waterschapslasten. Dit-zijn wel de belangrijkste, die ik u kan opnoemen. Daar is de vermogensbelasting welke op ons onroerend goed drukt, nog niet bij inbegre pen. De totale lasten zullen dit jaar dan' ook de honderdduizend gulden ruimschoots pas seren. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de hoge waterschapslasten en de hoog nodige grote reparaties aan de gebouwen. Elk jaar moet er dan ook een groot bedrag uit de reservekas gehaald worden om de zaak weer recht te trekken. Het is voor de hedendaagse landgoedeigenaren „pompen of verdrinken", terwijl een groot deel van ons volk denkt, dat wij „kasteelheren" op rozen zitten. Niets is minder waar..! Ik zie het steeds maar grijpen uit de kas als een uit stel van executie. Op deze manier is het ze ker niet vol te houden!" Wanneer in de dertiger jaren een der kas teelbewoners door Ruurlo wandelde, kon het gebeuren dat, als passerende kinderen hun pet niet afnamen, er gezegd werd: „Jonge tje, heb je een vogeltje onder je pet zitten?" Dit komt nu niet meer voor in Ruurlo. Velen kennen de kasteelbewoners niet eens. Baron Carel zegt: „Er heeft zich een geweldige verschuiving voorgedaan, ten opzichte van de tradities van de kasteelbewoners. Wij leven nu in 1967 en van deze tradities is niet veel meer overgebleven. De Van Heeckeren van Kell's zijn een oud adellijk geslacht. Mis schien vindt men het in Nederland wel aar dig, dat er nog kasteelbewoners bestaan. Dit geldt speciaal voor het platteland. In de grote steden zegt een adellijke familie ab soluut niets meer. Op het platteland is er al tijd een enorme band geweest tussen de adel lijke families en de dorpsbewoners. Dat de situatie nu zo is, dat er niet meer de pet voor ons wordt afgenomen, kan ik alleen maar toejuichen. Ik ben van een jongere ge neratie en beschouw dat „petje afnemen" persoonlijk als iets vreemds. Mijn vader zal zich dat beter kunnen voorstellen, die heeft ook een andere 'tijd meegemaakt. Maar wij vinden het normaal en prettig, dat men ons behandelt als gewone mensen. Vroeger leef den de kasteelbewoners en de Nederlandse adel in een heel eigen wereld. In de loop der jaren is dit veranderd en daar ben ik blij om. Je komt nu met iedereen in contact. Van hoog tot laag en dat herbergt veel be koring. In Engeland zijn ze nog niet zo ver. Daar wordt je nog steeds ingedeeld in drie „classes". Ik ben zeer verheugd, dat dit in ons land van de baan is." Hoe baron Van Heeckeren de toekomst ziet? „Droevig, zeer droevig: ledereen vraagt zich af hoe het met de particuliere landgoe deren zal gaan. Mijn opinie hieromtrent is, dat over dertig of veertig jaar er praktisch geen particuliere landgoederen meer zullen zijn. Oorzaak hiervan zijn ongetwijfeld de zware continuerende lasten, successie en ze ker niet in de laatste plaats de versnippe ring van het landgoed door ons Napoleon tische erfrecht, leder kind heeft recht op zijn wettelijk erfdeel. Vele erfgenamen doen ge makkelijk afstand van hun grond, omdat het toch niets meer oplevert en verkopen het dan maar. Door deze versnippering wordt er langzaam maar zeker aan een landgoed ge knabbeld en wordt het steeds kleiner. In ver band met de jaarlijks hoger wordende lasten heb ik de laatste jaren diverse boerderijen met erf moeten verkopen. De kopers waren meestal mensen uit het westen van ons land. Meestal zijn dit kapitaalkrachtige mensen die in Ruurlo willen gaan wonen. Het typische is, dat zeventig procent van de kopers me dici zijn. Meestal specialisten, die van een welverdiende oude dag gaan genieten". „Wat gaat er gebeuren met Huize Ruurlo?" „Ja, wat zal er mee gebeuren?", zucht de baron. „Mijn vader leeft gelukkig nog, maar na zijn overlijden zal Huize Ruurlo in grote moeilijkheden kunnen komen. Misschien zullen wij het landgoed ook nog intact kun nen houden, dat is afhankelijk van veel fac toren. De landgoederen zijn de laatste jaren altijd misdeelde kinderen geweest bij de re gering. Drie instanties, de vereniging van boseigenaren, Het Grondbezit en Het Bos- schap, hebben zo lang met verzoeken de re gering gebombardeerd, dat er nu een kleine subsidie voor de bossen uit de bus komt. Deze subsidie is wel niet bijzonder hoog, maar het is in ieder geval een begin. Wil de overheid ons werkelijk steunen, dan moeten er toch wel andere dingen gebeuren. Veel grotere subsidies voor de bossen, afschaffing van de vermogensbelasting voor de bossen, en niet te vergeten, afschaffing of tenminste ver lichting van de successierechten. Gelukkig kan ik u vertellen, dat men bezig is een nieu we successiewet op stapel te zetten. Hopelijk wil men in deze wet gebruik maken van de zgn. eenheidswaarde op landgoederen. Dit houdt een drastische verlaging van de suc cessierechten in. De bossen, welke dan on der de natuurschoonwet vallen, worden dan aangeslagen voor ongeveer tweeduizend gul den per hectare. Dit impliceert, dat de to taalwaarde van een landgoed, getaxeerd voor successie, een vrij lage waarde heeft. De bossen brengen tegenwoordig niets meer op, maar zij zijn uiterst belangrijk voor de so ciale recreatie van de mens uit het westen des lands. Een lichtpunt is ook, dat wij con tact hebben met diverse instanties, welke ook voor deze sociale recreatie boksen, de ANWB doet veel in deze richting." „Mijn oom Robert van Heeckeren, waar over dit jaar in alle landelijke bladen ge schreven is, heeft een geheel andere instelling dan ik. Hij heeft zijn landgoed verkocht voor 1,8 miljoen en dit geld ter beschikking ge steld van onderontwikkelde landen. Ik vind," zegt baron Carel, „het tragisch, dat iemand zo met zijn geld omspringt en., met mij velen! In Ruurlo en omgeving vraagt ieder een zich af of de besteding van dit geld op de juiste manier is geschied. Dit is nog zacht uitgedrukt. Nogmaals ik vind het bijzonder tragisch, dat mijn oom zulke zotte financiële bokkesprongen heeft gemaakt. Is het zo, dat er werkelijk resul taat uit zo'n schenking te voorschijn komt, akkoord, je kan het dan niet eens zijn met de handelwijze, maar het heeft toch iets op geleverd. Dat mijn oom nu zegt, ik heb he lemaal geen geld meer, nu moeten anderen mij maar steunen, acht ik zeer betreurens waardig. Ik vraag mij af of er iemand be reid is om mijn oom, die er bepaalde denk beelden op na houdt, nog financieel te steu nen. Het is eeuwig jammer, dat zoiets heeft plaatsgevonden, er zijn zoveel landgoedeige naren, die door financiële problemen sneuve len, maar dan met ere! Mijn oom is absoluut niet met ere gesneu veld. Hij heeft onverantwoordelijk gehandeld met zijn onroerend goed! Men kan wel zeg gen, ik wil de onderontwikkelde landen hel pen, maar dat kan toch een particulier in zijn eentje niet doen. Dat kan wel door de overheid of een grote instelling gedaan wor den, welke over miljoenen kan beschikken. Maar dat een eenling op de wereld, in dit ge val mijn oom, zijn gehele vermogen er aan geeft, nee dat kan er bij nü niet in. U weet misschien wel, dat mijn oom „De Rode Ba ron" wordt genoemd, gezien zijn denkbeelden. Wat zijn nu de resultaten van deze schen king van baron Robert van Heeckeren? „Ik heb uiteraard geen resultaten gezien. Mijn oom heeft met diverse mensen overlegd be treffende het een en ander, maar daar ben ik niet bij geweest. Ik weet alleen dat een eenling, die zijn vermogen spendeert aan de ze materie, absoluut onverantwoord handelt. Nu kan men zeggen, nu ja, hij is vrijgezel. Dus moet hij zelf weten hoe hij het geld wil besteden. Voor mij is dat geen verontschul diging. Mijn oom is ook nog bij de Paus ge weest. Hij heeft zo'n twintig minuten met Zij ne Heiligheid gesproken over de besteding van het geld. Ik heb echter het idee, dat de Paus eerder naar hooggeplaatste deskundigen op dit gebied zal luisteren dan naar mijn oom". Enigszins verwonderd vervolgt baron Carel van Heeckeren: „Trouwens, wie staat er in Ruurlo nu achter mijn oom? ledereen vindt het zonder meer tragisch. Men had dan ook absoluut een betere besteding van het geld willen zien". „leder mens heeft zijn eigen denk- en werkwijze. Maar er zijn grenzen, wat be treft het toelaatbare. Iets waar de gehele fa milie zich aan ergert is, dat mijn oom zich bij praktisch ieder interview zowat poedel naakt in yogahouding vertoonde. Het lijkt mij bepaald niet interessant en zeker niet met dat 60-jarige lichaam. U moet het mij niet kwalijk nemen, dat ik hier zo uit mijn slof schiet, maar.... ik moet U zeggen, dat Ik dan nog liever een aantrek kelijk Jong meisje in bikini zie". De jaarlijkse lasten van het landgoed, kas teel Ruurlo, dat 1000 ha groot is, bedragen zoals de baron zei, rond honderdduizend gul den. Bij al deze grote kosten is de vermo gensbelasting niet inbegrepen.- „Het Is in de ze tijd geen lolletje om kasteelheer te zijn", zegt baron Carel van Heeckeren van Keil. „De man, die van zijn gespaarde centjes een leuk huisje koopt, heeft naar verhouding veel min der zorgen dan een landgoedeigenaar of een kasteelheer. Wij proberen ons landgoed en familiebezit in stand te houden, maar wij staan dag-in-dag- uit met onze rug tegen de muur Wij spraken over al deze problemen van het tondgoedbeztt met de rentmeester van het landgoed, baron J. D. C. van Heeckeren van Keil ven kasteel Ruurlo. Nog waait de trotse familieviag ven het geslacht van Heeckeren van Keil op de toren van het kasteel. Nóg wordt het prachtige park van het landgoed onderhouden. Maar dit alles gaat ten koste van enorme bedragen. De (asten om een landgoed In stand te houden zijn schrikbarend hoog. De tientallen pachtboerderijen, welke bij het landgoed horen, zijn voor de verpachter nauwelijks met rendement te exploiteren. De laatste jaren worden dan ook geregeld boerderijen met erf verkocht. Ook de animo bij de jonge boeren Is sterk verminderd. Liever zoeken zij een baan met een geregeld inkomen en met een vijfdaagse werkweek. Nog wordt het fraaie park dat bij het landgoed hoort, uitstekend onderhouden...

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 17