Koningin Wilhelmina richtte 7 december divisie op99 Kwart eeuw geleden eerste atoomreactie in Amerika Je kunt iets voor nooit zo maken dat het helemaal goed is President stal zich rijk DECEMBER 1942: ENGELAND BEZORGD OVER DE ARABIEREN MONTGOMERY RAAST DOOR DE WOESTIJN ZESDE DUITSE LEGER DEFINITIEF INGESLOTEN IN STALINGRAD HITLER BEREIDT VOOR 150.000 SOLDATEN DE SLOTAKTE VOOR Gigantische revolutie in Azië bleef onopgemerkt LAATSTE STUNT BEZORGD ONVOORSPELBAAR GESCHEIDEN VERWACHTINGEN ONTGOOCHELING AFGESNEDEN PASSEND SLOT BESLISSING DIMITRI FRENKEL FRANK OVER ZIJN HADIMASSA „Waanzinnig veel" In opkomst V eeleisend Nooit eerder GOUVERNEUR ROMNEY Best geboerd en gul gegeven DR. VAN MOOK geloofde het niet Koningin Wilhelmina die op 7 december haar historische radiotoespraak in Londen hield. Een Jaar na de Japanse aanval op de Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor hield koningin Wilhelmina op 7 de cember 1942 een radiotoespraak, spe ciaal gewijd aan de toekomst van Ne derlands-Indie. De koningin zei, dat na de oorlog aan de bevolking van Nederlands-Indië het zelfbeschikkingsrecht zou worden ver leend, nadat het land zich onder lei ding van Nederland zou hebben her steld van de gevolgen van de Japanse bezetting. Het eindresultaat zou zijn een voortgezet samengaan van Neder land en Indonesië in een volledig deel genootschap. Het klonk voor die tijd nogal revolu tionair en om deze indruk wat af te zwakken zei de koningin erbij dat de verwerkelijking van deze plannen, diepgaand overleg, zorgvuldige voorbe reiding en vooral veel tjjd zou vergen. Opdat onmiddellijk met het herstel begonnen kon worden, richtte de konin gin de „Zeven December Divisie" op, die na de val van Hitler-Duitsland naar Azië zou gaan om daar met geallieer de bondgenoten de Japanse legers te verslaan. Deze divisie zou als speciale taak krijgen de orde en rust in Neder lands-Indië te herstellen, waarna bur- gerbestuur en politici aan het zelfbe- •chikkingsrecht zouden kunnen gaan werken. Men moet nu een kwart eeuw la ter wel tot de conclusie komen, dat het isolement van de Archipel na de ca pitulatie voor de Japanners, volledig is geweest. Niemand schijnt er enig be grip van te hebben gehad welk een gi gantische revolutie zich in Azië voltrok. Zelfs een helderdenkend, progressief politicus als dr. Van Mook, die in Aus tralië met een kleine staf „het bestuur van Nederlands-Indië in ballingschap" vormde, zou op 17 augustus 1945, toen op Java de Republiek Indonesië werd uitgeroepen, denken aan „een laatste stunt van de Japanners". Niet alleen Nederland ontging het re volutionaire gebeuren in Azië, ook een land als Frankrijk zou bewijzen dat het •r niets van had begrepen. De Engelsen waren reëler tijdens de oorlog. Engelands leiders voorzagen eerder dan hun collega's in de andere Europese landen, dat er een nieuw tijd perk was aangebroken. Voor de Engelsen was het echter niet slechte een kwestie van geven en ne men vooral in het Midden-Oosten la gen er voor de Britten enkele tijdbom men te wachten die op het meest onge legen moment konden exploderen. In 1917 had de Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur James Bal four verklaard dat Engeland wilde mee werken aan het stichten van een joods nationaal tehuis in Palestina. Daarop waren van alle delen van de wereld jo den naar Palestina gekomen, hetgeen grote weerstanden had opgewekt bij de Arabische bewoners in en om Palestina. Vooral in Egypte verzette de Arabi sche bevolking zich fel tegen de toene mende macht van de Joden in Palesti na, die veelal met buitenlands kapitaal vooral met steunfondsen uit Amerika land kochten, zich vestigden en een hecht aaneengesloten gemeenschap gingen vormen. Tussen de beide wereldoorlogen was het voor de Engelsen die over het Mid den-Oosten heersten een voortdurend Bchipperen. De Joden in Palestina vorm den een eigen leger dat door de Engel sen beurtelings erkend en verboden werd. Soms deden de Britten een beroep op het Palestijnse leger en dan kwa men de Joodse divisies in de tijd van enkele uren aangemarcheerd. Wijzigde de politieke toestand zich, dan verbo den de Engelsen het Joodse leger en de leiders in Palestina zagen dan kans om het leger in enkele uren met wapens «n voertuigen te laten onderduiken. De Engelsen openden soms felle jachten op dat ondergedoken Joodse le ger, maar zij hadden weinig succes en de Joden vormden naast hun leger een Beeld van de strijd in Noord-Afrika. O hechte ondergrondse organisatie, met knokploegen en intendance-diensten. Tijdens de oorlog spitste de toestand zich toe. Vooral toen de Duitse legers in 1942 de Egyptische grens hadden overschreden, waren de Engelsen niet zonder grond bezorgd dat de Arabieren in opstand tegen het Britse gezag zou den komen en de strijdende legers in de rug zouden aanvallen. De Groot-Moeftie van Jeruzalem was al een paar keer bij Hitier op bezoek geweest en er was weinig nodig om het Arabische kruitvat tot explosie te bren gen. De Arabieren en speciaal de Egyp- tenaren waren de Engelse overheer sing beu. Tevens zagen de Egyptenaren op Arabische grond 'n nieuwe staat tot ontwikkeling komen. De Engelsen hebben met veel politiek vernuft en veel politieke zwendel de Arabische landen hun oliele veranciers rustig weten te houden. Na de oorlog was er een situatie ge groeid, die zelfs de politieke grootmees ters van Europa te ingewikkeld was. De getrapte Joden in Europa, die de gaskamers van de Duitsers hadden overleefd, trokken met duizenden tege lijk naar „het beloofde land" en de Arabieren kwamen steeds meer in ver zet tegen deze immigratie. De Engelsen hebben eerst gepoogd met zeer harde middelen de immigra tie van de Joden af te remmen, maar zowel de Joden in Palestina als de over levenden uit Europa waren in de ellen de sterk en eendrachtig geworden; zij lieten zich niet tegenhouden. Toen de Engelsen in 1948 Palestina ten einde raad aan de Uno overdroegen, wisten de Joden in 24 uur hun onder grondse leger op de straten te brengen, dat zeven Arabische legers wist te ver slaan en dat Palestina voor de Joden wist te bezetten, waarna de staat Israël werd uitgeroepen. Deze en dergelijke na-oorlogse ont wikkelingen waren nog volstrekt on voorspelbaar in december 1942, toen ko ningin Wilhelmina voor de radio de toekomst van Nederlands-Indië besprak Men vond over het algemeen, dat de koningin een mooi gebaar maakte waar de Indonesiërs deze naam was toen nog onbekend in Nederland wel erg blij mee zouden zijn. Men besefte niet, dat Wilhelmina op 7 december 1942 namens Nederland over iets beschikte, dat ons land pre cies een jaar daarvoor al was kwijtge raakt. Revolutionairen vindt men vóór en na een oorlog. Tijdens de oorlog wil iedereen liefst zo vlug mogelijk terug naar de „goede oude tijd", omdat men zich in de ellende alleen de goede din gen uit het verleden pleegt te herinne ren. Nu was dat in 1942 niet helemaal zo het geval. Het denkende deel van Ne derland wist in 1942 nog heel goed wat er allemaal haperde aan de vooroorlog se samenleving. Achter de schermen werd fel gedebatteerd. Men wilde naar een georganiseerder parlementair leven en men wilde vooral de sociale en eco nomische chaos van vóór de oorlog niet meer terug. Ernstige mannen gingen werken aan plannen, die van een bevrijd Nederland een beter Nederland moesten maken. Niet zelden verloor men de werkelijk heid uit 't oog. Men voelde zich één in het verzet tegen de Duitse misdadig heid en men kon niet goed meer be grijpen waarom men elkaar voor de oor log dikwijls zo bitter had bestreden. Er kwamen idealen voor na de oor log, waarin eendracht en onzelfzuchtig heid een grote plaats kregen. Natuurlijk bleef er in het bezette va derland ook een ruime plaats bezet voor de mensen in wier leven idealen en cij fers een strikt gescheiden plaats had den. Grote groepen verdienden zeer veel geld aan de Duitse bezetters. Kleine aan nemers werden plotseling groot door dat zij bunkers gingen bouwen aan de Atlantikwal; zakenlieden verdienden soms schatten aan Duitse leveranties en er waren fabrieken die tijdens de oorlog dank zij legeropdrachten tot on gekende uitbreidingen kwamen. Deze lieden bewaarden hun idealisme voor hun vrije tijd. De meesten van hen begrepen wel dat' het na een Duitse ne derlaag geen aanbeveling zou zijn dat zij zo van de bezetting hadden gepro fiteerd en daarom steunden zij in het geheim het verzet met geld en goede ren, bij wijze van verzekering voor de toekomst. Neen, wij zijn tijdens de oorlog geen volk van louter helden en idea listen geweest. Het overgrote deel van ons volk verviel tot een soort apa thie, waaruit men slechts ontwaakte als de terreur in de eigen omgeving dreig de; een bepaalde groep profiteerde van de ellende en dat waren beslist niet al leen erkende landverraders. Maar een toch ook weer niet zo heel kleine groep wilde denken en werken aan een bete re samenleving. Leefden de verwachtingen voor na de oorlog al sterk in het bezette Ne derland, bij de groep ballingen in Lon den verloren zeer velen de realiteit uit het oog, daartoe aangemoedigd door de vrij eenzijdige berichten uit het bezette Nederland. In Londen dacht men, dat de een heid in het bezette Nederland door het lijden zo groot was geworden, dat men na de bevrijding zou kunnen beginnen met de opbouw van een geheel nieuw staatsbestel, waarin geen plaats meer zou zijn voor het politieke gekonkel van voor de oorlog. Koningin Wilhelmina, die in balling schap zeer strijdvaardig bleef, werd het idool als de „moeder des vaderlands". Men meende in sommige kringen dat koningin Wilhelmina na de oorlog het beslissende en het besturende hoofd van Nederland moest worden, bijgestaan door een eensgezinde raad uit het Ne derlandse volk, die haar behulpzaam zou zijn. In vele politiek ongeschoolde kringen zag men wel wat in dat toekomstbeeld. Allengs groeiden ook bjj Wilhelmina te hoog gespannen verwachtingen: zij meende dat er na de bevrijding een ge puurd Nederland zou herrijzen, zonder tegenstellingen en zonder afgunst. De idealisten hebben zich in de laat ste oorlogsjaren aan deze onwerkelijk heid gekoesterd. Toen de werkelijkheid van 1945 zich aandiende, werden velen bitter ontgoocheld. De „verstandige" realisten die tijdens de oorlog voorzich tig op twee paarden hadden gewed en die zakelijk inzicht en idealisme nooit door elkaar hadden gehaald, toonden veelal ook na de bevrijding hun mees terschap en wederom waren zij toen niet de verliezer. Deze naoorlogse ontwikkeling heeft de laatste regeringsjaren van koningin Wilhelmina vergald en vele Nederlan ders zijn nu, 25 jaar later, hun bittere teleurstelling van 1945 en hun wrok te gen de handige twee-walletjes-eters nog niet te boven. In december 1942 had men althans de illusie, dat het na de bevrijding al lemaal anders zou gaan. De bevrijding scheen eind 1942 met rasse schreden te naderen, want het Duitse leger was nu duidelijk aan alle fronten tot de terug tocht gedwongen. In Noord-Afrika had Montgomery in de laatste weken van november 850 ki lometer woestijn afgelegd: Tobroek en Benghazi warei. weer in Britse handen. In de nacht van 11 op 12 december trok het Achtste Leger richting Tripolis. De ze stad het eindpunt van Montgome ry's veldtocht zou eind januari wor den bereikt. Van nog groter betekenis dan de veldslag in Noord-Afrika, waren de ge beurtenissen van december 1942 by Stalingrad. In feite was de positie van het ingesloten Duitse zesde leger al in november 1942 hopeloos geworden. De 150.000 Duitse soldaten waren tus sen de puinhopen van Stalingrad afge sneden van iedere aanvoer. Zij kregen gebrek aan munitie en voedsel en zij konden hun gewonden niet meer in vei ligheid brengen, want tussen hen en de Duitse hoofdmacht stond 'n snel groei ende muur van Russische soldaten en Russisch materiaal. Niet alleen van buiten de stad werden zij langzaam maar zeker in een wurgen de greep vermorzeld, maar in het cen trum van Stalingrad hield al vele we ken een grote groep Russische burgers en militairen stand. Van alle zijden omringd door vijanden die slechts de dood van het zesde leger voor ogen stond, seinde generaal Paulus op 23 november naar Hitier het verzoek met zijn leger te mogen uitbreken. De generaal had becijferd dat hij nog pre cies voldoende kracht had om de Rus sische omsingeling te doorbreken en de Duitse hoofdmacht te bereiken. Hitier seinde terug dat het zesde le ger niet uit Stalingrad weg mocht, maar dat het door een naderend Duits leger zou worden ontzet. Op 12 december gaf Hitier drie Duitse pantserdivisies opdracht de verbinding tussen het zesde leger en de hoofd macht te herstellen. De tanks en pantserwagens vochten elf dagen, kwamen tot 48 kilometer voor Stalingrad en stootten toen aan het einde van hun krachten op de on buigzame gordel van staal en wils kracht die de Russen rondom Stalin grad hadden gelegd. Hitier dacht de zaak nog te kunnen red den door op het moment dat de pant- serkolonnes tot stilstand werden ge dwongen, Paulus opdracht te geven met het zesde leger uit Stalingrad los te breken. Dat was misschien gelukt, maar Hit- Ier zei erbij: „U moet Stalingrad bezet houden en slechts zoveel troepen inzet ten als u kunt missen zonder één me ter grond in de stad prijs te even". Generaal Paulus probeerde het niet eens. Hij bleef in Stalingrad en op Kerstmis 1942 waren de Duitse ontzet tingstroepen al weer ruim honderd km van Stalingrad teruggeslagen. Op dat moment wist iedereen, dat er nog slechts twee mogelijkheden voor het zesde leger waren: uitbreken met achterlating van alles wat een haastige en zware vlucht zou kunnen belemme ren óf overgave. Hitler, die in de beslissende ogen blikken duidelijk tekenen van waanzin vertoonde, kwam tot een derde oplos sing: hij zou het zesde leger 150.000 Duitsers die ooit hadden gedacht dat hij hun redder was tot de laatste man door de Russen laten uitmoorden. In zijn Wagneriaanse geest, waar de overwinning volledig of de vernietiging totaal moest zijn, leek hem dit een pas send slot voor het drama. Hij meende, dat de Duitsers, die zo verknocht waren aan barokke opera's, deze regie wel zouden kunnen waarde ren. Kerstmis 1942 begon Hitier voorbe reidingen te treffen voor een zo in drukwekkend mogelijke slotakte. Zijn reclamechef Goebbels hielp hem ijverig met hoogst originele vondsten: zo werden er in de eerste weken van 1943 pompeuze staatsbegrafenissen ge organiseerd, compleet met doodkisten, voor mensen die ten tijde van hun be grafenis nog op leven en dood aan het vechten waren. Aan één drama had Hitier voorlopig voldoende. Nadat hij op Kerstdag het zesde leger ter dood had veroordeeld, gaf hij drie dagen later de hele Duitse troepenmacht in de Kaukasus, die even eens met omsingeling werd bedreigd, toestemming tot de terugtocht. Even heeft de waanzinnige dictator nog gespeeld met de gedachte om ook deze legers te laten afslachten, maar in de nacht van 27 op 28 december wis ten bevende generaals hem in een uren- durend gesprek duidelijk te maken, dat er zonder de legers uit de Kauka sus geen oorlog meer mogelijk was. In december 1942 viel ook de beslis sing in de oorlog met Japan, alleen her kende niemand het moment. Op 2 de cember 's middags om half vier ont ketende de geleerde Fermi volgens de theorie van Einstein in een laborato rium van Chicago de eerste atoomreac tie. De mensheid had een nieuwe mijl paal op zijn tocht door de evolutie be reikt. Na 2 december 1942 kon de mens heid beginnen aan zijn tocht door de ruimte en de nieuwe mogelijkheden zouden generaties lang niet te overzien zijn. Maar, zo zijn wij mensen, de eerste stappen in het onbekende land waren gericht tegen onszelf: de geslaagde proef in het laboratorium van Chicago zou 21/» jaar later aan tweehonderddui zend mensen het leven kosten. 0 „In deze veertig minuten durende aflevering gewijd aan eten en drinken zaten een paar aardige onderdelen, maar voor de rest: de dichter ver slikte zich in de metworst." 0 „In de zwaartillende chaos van een avond vol bevolkingsproblematiek en dan nog ruimtelijke ordening en ook nog eens seksuele hervorming, blonk Hadimassa als een edelsteentje van goede en prikkelende spot en plezierige onorthodoxe humor". 0 „Hadimassa is een programma om in de gaten te houden en kan zich ontwikkelen tot een programma dat men niet mag overslaan. De formule is goed en zal uiteraard zeker worden overgenomen." DH zUn stemmen van enkele tv-re- censenten over Dimitri Frenkel Franks „Hadimassa", waarvan nu twee ver sies zijn vertoond in het Vara-program ma. „Een show voor iedereen, maar niet voor allemaal", zoals wel duidelijk ia. Een programma dat hoe verschil lend het ook wordt ontvangen een voor de Nederlandse televisie zeer oor spronkelijke vorm heeft. Hadimassa is het zoveelste produkt van de wel eens en terecht als literaire duizendpoot gekwalificeerde Frenkel Frank. Schrijver van reclame teksten, tv-spelen, toneelstukken, ro mans, gedichten; daarbij regisseur en in zijn vrije tijd schilder. „Ik doe waanzinnig veel, dat is een kwestie van aard. Ik kan snel werken en me goed concentreren. Dat heeft tot nadeel dat je wel eens dingen af levert die afschuwelijk slecht zijn; vroe ger is me dat wel eens gebeurd. Het aardige van televisie is dat het snel wordt geconsumeerd en dat het dus ook betrekkelijk snel moet worden gemaakt. De zeer uiteenlopende reacties van beroeps-tv-consumenten op zijn tv-ma- gazine verbazen Frenkel Frank niet. Het is een goed teken. Hij zegt: „Als je iets maakt wat werkelijk een eigen karak ter heeft dan krijg je verschillende re acties. Ik zoek heel bewust een bepaal de toon. Een grap moet bij mij net iets meer zijn dan een grap alléén. Er moet een kantje aanzitten waardoor het dat persoonlijke karakter krijgt en dat ligt natuurlijk niet iedereen". „Als alle recensies op een bepaald punt goed zijn krijg ik een huiverig ge voel. Je kunt iets voor de tv nooit zo maken dat het helemaal goed is, dat is onmogeljk. Het gaat tenslotte door zoveel verschillende fases heen en... dan moet je maar zien wat er van over blijft. „Je schrijft het en dan kijk je of het leuk is; het wordt gerepeteerd en dan kijk je of het leuk is; dan wordt het opgenomen en je kijkt of het nog leuk is; uiteindelijk als het in de huis kamers komt kijk je weer of het nog leuk is. Er is altijd teleurstelling, maar er blijft ook altijd wel wat hangen. Geconcentreerd maar moeizaam pra tend geeft hij aan wat hij het meest opmerkelijk vindt van Hadimassa en dus van televisie nu. „Dat is het frag mentarische karakter, het collage-ach- tige. Dat is namelijk een zeer typische formule, die in opkomst is en dat is ook logisch. Het toedienen van drama-in- fragmenten is nodig. We raken eraan gewend om 't zo tot ons te nemen. Je ziet het overal, in boeken, in films, op het toneel". „De beste tv-programma's zijn die fragmentarische uitzendingen. Actuali teitenrubrieken, Mies-en-scène; combi naties van zeer verschillende dingen, dramatisch opgebouwd. Het aardige van Hadimassa is dat dit zo bewust wordt toegepast. Ik doe nooit iets in zo'n pro gramma zonder reden, maar wat het effect ervan is weet ik totaal niet. De boodschap? Het gaat automatisch." „Ik weet ook totaal niet voor wie dit programma is bestemd. Het uitgangs punt is: een programma maken met ni veau. misschien een beetje uit de intel lectuele hoek, maar dat zich bewust niet tot een kleine groep elite richt. Ik weer alles wat te „in" is, of teveel spe cialistische kennis vergt, omdat ik wil dat de kijker met middelmatige kennis het kan volgen". Frenkel Frank vraagt zich terecht af of hij dat doel al bereikt. Tv-kijkers zijn in het algemeen gewend aan langza me programma's; Hadimassa is een ui terste en springt er daardoor sterk uit. „Ja, het is veeleisend. Het gaat erg snel, het is niet vriendelijk, niet gezel lig. Het gaat er allemaal hard en di rect uit; je moet mee als kijker. Het zou best kunnen dat vooral voor jon gere kijkers zo'n programma gesneden koek is, maar ik heb er geen idee van en ik weet ook niet of we dat kunnen leren". „Televisie maakt een waanzinnig be langrijke ontwikkeling door. We staan aan het begin, ik begrijp de mensen niet die er verachtelijk over doen. Het is erg leuk om te zien wat je ermee CARACAS Toen generaal Marcos Perez Jimenez 24 november 1948 aan de macht kwam bedroeg zjjn vermogen 30.000 dollar en toen hy op 23 januari 1958 ten val gebracht werd was zjjn persoonlijk vermogen aangegroeid tot 26 miljoen dollar. Dit heeft de procureur-generaal Antonio Jose Lozada voor het opperste ge rechtshof verklaard waarvoor Perez Jimenez terecht staat wegens het zich toe eigenen van openbare middelen. Toen hij in 1958 naar de Dominicaanse republiek vluchtte liet Perez Jimenez een koffer achter met geld en documenten dat in het proces door de Venezo laanse regering als bewijsmateriaal tegen hem wordt gebruikt. Jimenez, die later naar Miami vluchtte, iS in 1963 door de V.S. aan Venezuela uitgeleverd. kunt doen. Ik ben in de betrekkelijk gelukkige omstandigheid dat ik met re clame erg veel verdien. Die andere din gen doe ik omdat ik het leuk vind. Ik zou niet afhankelijk van 'n omroep wil len zijn. Het klimaat van werken is toch anders als je het gevoel hebt, dat je vrij bent". „Het maken van zo'n programma als Hadimassa is een heel verschrikkelijk ernstige zaak. Ik heb ook adviseurs, Raoul Chapkis en Otto Dijk. Je hebt meedenkers nodig en weerwerkers. We zitten soms urenlang te denken, erg moeizaam te denken. Dan wordt het huiswerk verdeeld en ga ik praten met de anderen (tekstleveranciers): wil je dit doen (een idee in hun lijn), of: wat heb je te bieden? Het gaat erom nieu we vormen te vinden om iets te verto nen". „Kijk, die ernst waarmee ik zoiets maak, dat is een van de opmerkelijke dingen. Bijvoorbeeld een sketchje la ten spelen door goeie acteurs, heel se rieus. Het komt dan niet aan als de komieken die een stuntje opvoeren. Het geeft, door dat serieuze, een eigenaar dige kleur aan het programma. Ik heb dat nooit eerder zien doen". En zo komt het dat een gewone oude treinmop rabbi en pastoor in Ha dimassa door de behandeling een enorm effect krijgt. In feite een erg goede mop wordt. Voor iedereen maar niet voor allemaal, tenminste. Zoals met elke formule gaat de ver rassing er vrij snel af redeneert Fren kel Frank. Op 't laatst komt het alleen op de inhoud aan en die moet dan sterk genoeg zijn om het vol te kunnen hou den. Voorlopig ziet hij dat nog wel. Als het over is, komt er wat anders, want hij is altijd bereid om A - een uitda ging te aanvaarden en B - iets nieuws aan te pakken. NEW YORK Gouverneur George Romnev van Michigan, die naar het presidentschap van de Verenigde Sta ten streeft, heeft bekend gemaakt, dat zijn persoonlijk inkomen over de laat ste 12 jaar 2.972.923 dollar heeft be dragen, waarvan hij ongever 23 pro cent aan de kerk en voor liefdadige doeleinden heeft geschonken. Op verzoek van het tijdschrift Look gaf hij inzage van zijn aanslagbiljet ten voor 1955 tot en met 1966. De 12 aanslagen voor Romney en zijn vrouw, Lenore, laten zien dat hij de laatste 12 jaar 560.608 dollar aan de kerk van de Mormonen en 115.205 aan liefdadigheidsinstellingen uit zijn totale inkomsten van 2.972.932 dollar heeft ge schonken. Romney is over die twaalf jaar aan geslagen na aftrek voor een netto-inko men van 2.108.867 dollar, waaruit hij 1.009.312 dollar aan federale inkom stenbelasting heeft betaald. Romney is van 1955 tot 1962 presi dent geweest van American Motors. Hij werd miljonair van zijn salaris en aandelen. Toen hij in 1955 de maat schappij overnam, was zij bijna bank roet. Hij voerde de kleine wagen in, die de maatschappij uit de zorgen hielp en tot bloei bracht, maar onlangs hebben American Motors bekend gemaakt weer met groot verlies te werken. Romney is de eerste die officieel zijn republikeinse kandidatuur voor 't pre sidentschap heeft gesteld.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 10