Koningin Wilhelmina richtte 7 december divisie op99
Kwart eeuw geleden
eerste atoomreactie in Amerika
Je kunt iets voor
nooit zo maken dat
het helemaal goed is
President stal zich rijk
DECEMBER 1942:
ENGELAND BEZORGD OVER DE ARABIEREN
MONTGOMERY RAAST DOOR DE WOESTIJN
ZESDE DUITSE LEGER DEFINITIEF INGESLOTEN
IN STALINGRAD
HITLER BEREIDT VOOR 150.000 SOLDATEN DE
SLOTAKTE VOOR
Gigantische
revolutie in
Azië bleef
onopgemerkt
LAATSTE STUNT
BEZORGD
ONVOORSPELBAAR
GESCHEIDEN
VERWACHTINGEN
ONTGOOCHELING
AFGESNEDEN
PASSEND SLOT
BESLISSING
DIMITRI FRENKEL FRANK
OVER ZIJN HADIMASSA
„Waanzinnig veel"
In opkomst
V eeleisend
Nooit eerder
GOUVERNEUR ROMNEY
Best geboerd
en gul gegeven
DR. VAN MOOK
geloofde het niet
Koningin Wilhelmina die op 7 december haar historische radiotoespraak in
Londen hield.
Een Jaar na de Japanse aanval op de
Amerikaanse vlootbasis Pearl Harbor
hield koningin Wilhelmina op 7 de
cember 1942 een radiotoespraak, spe
ciaal gewijd aan de toekomst van Ne
derlands-Indie.
De koningin zei, dat na de oorlog aan
de bevolking van Nederlands-Indië het
zelfbeschikkingsrecht zou worden ver
leend, nadat het land zich onder lei
ding van Nederland zou hebben her
steld van de gevolgen van de Japanse
bezetting. Het eindresultaat zou zijn
een voortgezet samengaan van Neder
land en Indonesië in een volledig deel
genootschap.
Het klonk voor die tijd nogal revolu
tionair en om deze indruk wat af te
zwakken zei de koningin erbij dat de
verwerkelijking van deze plannen,
diepgaand overleg, zorgvuldige voorbe
reiding en vooral veel tjjd zou vergen.
Opdat onmiddellijk met het herstel
begonnen kon worden, richtte de konin
gin de „Zeven December Divisie" op,
die na de val van Hitler-Duitsland naar
Azië zou gaan om daar met geallieer
de bondgenoten de Japanse legers te
verslaan. Deze divisie zou als speciale
taak krijgen de orde en rust in Neder
lands-Indië te herstellen, waarna bur-
gerbestuur en politici aan het zelfbe-
•chikkingsrecht zouden kunnen gaan
werken.
Men moet nu een kwart eeuw la
ter wel tot de conclusie komen, dat
het isolement van de Archipel na de ca
pitulatie voor de Japanners, volledig is
geweest. Niemand schijnt er enig be
grip van te hebben gehad welk een gi
gantische revolutie zich in Azië voltrok.
Zelfs een helderdenkend, progressief
politicus als dr. Van Mook, die in Aus
tralië met een kleine staf „het bestuur
van Nederlands-Indië in ballingschap"
vormde, zou op 17 augustus 1945, toen
op Java de Republiek Indonesië werd
uitgeroepen, denken aan „een laatste
stunt van de Japanners".
Niet alleen Nederland ontging het re
volutionaire gebeuren in Azië, ook een
land als Frankrijk zou bewijzen dat het
•r niets van had begrepen.
De Engelsen waren reëler tijdens de
oorlog. Engelands leiders voorzagen
eerder dan hun collega's in de andere
Europese landen, dat er een nieuw tijd
perk was aangebroken.
Voor de Engelsen was het echter niet
slechte een kwestie van geven en ne
men vooral in het Midden-Oosten la
gen er voor de Britten enkele tijdbom
men te wachten die op het meest onge
legen moment konden exploderen.
In 1917 had de Britse minister van
Buitenlandse Zaken Arthur James Bal
four verklaard dat Engeland wilde mee
werken aan het stichten van een joods
nationaal tehuis in Palestina. Daarop
waren van alle delen van de wereld jo
den naar Palestina gekomen, hetgeen
grote weerstanden had opgewekt bij de
Arabische bewoners in en om Palestina.
Vooral in Egypte verzette de Arabi
sche bevolking zich fel tegen de toene
mende macht van de Joden in Palesti
na, die veelal met buitenlands kapitaal
vooral met steunfondsen uit Amerika
land kochten, zich vestigden en een
hecht aaneengesloten gemeenschap
gingen vormen.
Tussen de beide wereldoorlogen was
het voor de Engelsen die over het Mid
den-Oosten heersten een voortdurend
Bchipperen. De Joden in Palestina vorm
den een eigen leger dat door de Engel
sen beurtelings erkend en verboden
werd. Soms deden de Britten een beroep
op het Palestijnse leger en dan kwa
men de Joodse divisies in de tijd van
enkele uren aangemarcheerd. Wijzigde
de politieke toestand zich, dan verbo
den de Engelsen het Joodse leger en de
leiders in Palestina zagen dan kans om
het leger in enkele uren met wapens
«n voertuigen te laten onderduiken.
De Engelsen openden soms felle
jachten op dat ondergedoken Joodse le
ger, maar zij hadden weinig succes en
de Joden vormden naast hun leger een
Beeld van de strijd in Noord-Afrika.
O
hechte ondergrondse organisatie, met
knokploegen en intendance-diensten.
Tijdens de oorlog spitste de toestand
zich toe. Vooral toen de Duitse legers
in 1942 de Egyptische grens hadden
overschreden, waren de Engelsen niet
zonder grond bezorgd dat de Arabieren
in opstand tegen het Britse gezag zou
den komen en de strijdende legers in
de rug zouden aanvallen.
De Groot-Moeftie van Jeruzalem was
al een paar keer bij Hitier op bezoek
geweest en er was weinig nodig om het
Arabische kruitvat tot explosie te bren
gen.
De Arabieren en speciaal de Egyp-
tenaren waren de Engelse overheer
sing beu. Tevens zagen de Egyptenaren
op Arabische grond 'n nieuwe staat tot
ontwikkeling komen.
De Engelsen hebben met veel politiek
vernuft en veel politieke zwendel
de Arabische landen hun oliele
veranciers rustig weten te houden.
Na de oorlog was er een situatie ge
groeid, die zelfs de politieke grootmees
ters van Europa te ingewikkeld was.
De getrapte Joden in Europa, die de
gaskamers van de Duitsers hadden
overleefd, trokken met duizenden tege
lijk naar „het beloofde land" en de
Arabieren kwamen steeds meer in ver
zet tegen deze immigratie.
De Engelsen hebben eerst gepoogd
met zeer harde middelen de immigra
tie van de Joden af te remmen, maar
zowel de Joden in Palestina als de over
levenden uit Europa waren in de ellen
de sterk en eendrachtig geworden; zij
lieten zich niet tegenhouden.
Toen de Engelsen in 1948 Palestina ten
einde raad aan de Uno overdroegen,
wisten de Joden in 24 uur hun onder
grondse leger op de straten te brengen,
dat zeven Arabische legers wist te ver
slaan en dat Palestina voor de Joden
wist te bezetten, waarna de staat Israël
werd uitgeroepen.
Deze en dergelijke na-oorlogse ont
wikkelingen waren nog volstrekt on
voorspelbaar in december 1942, toen ko
ningin Wilhelmina voor de radio de
toekomst van Nederlands-Indië besprak
Men vond over het algemeen, dat de
koningin een mooi gebaar maakte waar
de Indonesiërs deze naam was toen
nog onbekend in Nederland wel erg
blij mee zouden zijn.
Men besefte niet, dat Wilhelmina op
7 december 1942 namens Nederland
over iets beschikte, dat ons land pre
cies een jaar daarvoor al was kwijtge
raakt. Revolutionairen vindt men vóór
en na een oorlog. Tijdens de oorlog wil
iedereen liefst zo vlug mogelijk terug
naar de „goede oude tijd", omdat men
zich in de ellende alleen de goede din
gen uit het verleden pleegt te herinne
ren.
Nu was dat in 1942 niet helemaal zo
het geval. Het denkende deel van Ne
derland wist in 1942 nog heel goed wat
er allemaal haperde aan de vooroorlog
se samenleving. Achter de schermen
werd fel gedebatteerd. Men wilde naar
een georganiseerder parlementair leven
en men wilde vooral de sociale en eco
nomische chaos van vóór de oorlog niet
meer terug.
Ernstige mannen gingen werken aan
plannen, die van een bevrijd Nederland
een beter Nederland moesten maken.
Niet zelden verloor men de werkelijk
heid uit 't oog. Men voelde zich één in
het verzet tegen de Duitse misdadig
heid en men kon niet goed meer be
grijpen waarom men elkaar voor de oor
log dikwijls zo bitter had bestreden.
Er kwamen idealen voor na de oor
log, waarin eendracht en onzelfzuchtig
heid een grote plaats kregen.
Natuurlijk bleef er in het bezette va
derland ook een ruime plaats bezet voor
de mensen in wier leven idealen en cij
fers een strikt gescheiden plaats had
den. Grote groepen verdienden zeer veel
geld aan de Duitse bezetters. Kleine aan
nemers werden plotseling groot door
dat zij bunkers gingen bouwen aan de
Atlantikwal; zakenlieden verdienden
soms schatten aan Duitse leveranties
en er waren fabrieken die tijdens de
oorlog dank zij legeropdrachten tot on
gekende uitbreidingen kwamen.
Deze lieden bewaarden hun idealisme
voor hun vrije tijd. De meesten van hen
begrepen wel dat' het na een Duitse ne
derlaag geen aanbeveling zou zijn dat
zij zo van de bezetting hadden gepro
fiteerd en daarom steunden zij in het
geheim het verzet met geld en goede
ren, bij wijze van verzekering voor de
toekomst.
Neen, wij zijn tijdens de oorlog
geen volk van louter helden en idea
listen geweest. Het overgrote deel
van ons volk verviel tot een soort apa
thie, waaruit men slechts ontwaakte als
de terreur in de eigen omgeving dreig
de; een bepaalde groep profiteerde van
de ellende en dat waren beslist niet al
leen erkende landverraders. Maar een
toch ook weer niet zo heel kleine groep
wilde denken en werken aan een bete
re samenleving.
Leefden de verwachtingen voor na
de oorlog al sterk in het bezette Ne
derland, bij de groep ballingen in Lon
den verloren zeer velen de realiteit uit
het oog, daartoe aangemoedigd door de
vrij eenzijdige berichten uit het bezette
Nederland.
In Londen dacht men, dat de een
heid in het bezette Nederland door het
lijden zo groot was geworden, dat men
na de bevrijding zou kunnen beginnen
met de opbouw van een geheel nieuw
staatsbestel, waarin geen plaats meer
zou zijn voor het politieke gekonkel van
voor de oorlog.
Koningin Wilhelmina, die in balling
schap zeer strijdvaardig bleef, werd het
idool als de „moeder des vaderlands".
Men meende in sommige kringen dat
koningin Wilhelmina na de oorlog het
beslissende en het besturende hoofd van
Nederland moest worden, bijgestaan
door een eensgezinde raad uit het Ne
derlandse volk, die haar behulpzaam
zou zijn.
In vele politiek ongeschoolde kringen
zag men wel wat in dat toekomstbeeld.
Allengs groeiden ook bjj Wilhelmina te
hoog gespannen verwachtingen: zij
meende dat er na de bevrijding een ge
puurd Nederland zou herrijzen, zonder
tegenstellingen en zonder afgunst.
De idealisten hebben zich in de laat
ste oorlogsjaren aan deze onwerkelijk
heid gekoesterd. Toen de werkelijkheid
van 1945 zich aandiende, werden velen
bitter ontgoocheld. De „verstandige"
realisten die tijdens de oorlog voorzich
tig op twee paarden hadden gewed en
die zakelijk inzicht en idealisme nooit
door elkaar hadden gehaald, toonden
veelal ook na de bevrijding hun mees
terschap en wederom waren zij toen
niet de verliezer.
Deze naoorlogse ontwikkeling heeft
de laatste regeringsjaren van koningin
Wilhelmina vergald en vele Nederlan
ders zijn nu, 25 jaar later, hun bittere
teleurstelling van 1945 en hun wrok te
gen de handige twee-walletjes-eters nog
niet te boven.
In december 1942 had men althans
de illusie, dat het na de bevrijding al
lemaal anders zou gaan. De bevrijding
scheen eind 1942 met rasse schreden te
naderen, want het Duitse leger was nu
duidelijk aan alle fronten tot de terug
tocht gedwongen.
In Noord-Afrika had Montgomery in
de laatste weken van november 850 ki
lometer woestijn afgelegd: Tobroek en
Benghazi warei. weer in Britse handen.
In de nacht van 11 op 12 december trok
het Achtste Leger richting Tripolis. De
ze stad het eindpunt van Montgome
ry's veldtocht zou eind januari wor
den bereikt.
Van nog groter betekenis dan de
veldslag in Noord-Afrika, waren de ge
beurtenissen van december 1942 by
Stalingrad. In feite was de positie van
het ingesloten Duitse zesde leger al in
november 1942 hopeloos geworden.
De 150.000 Duitse soldaten waren tus
sen de puinhopen van Stalingrad afge
sneden van iedere aanvoer. Zij kregen
gebrek aan munitie en voedsel en zij
konden hun gewonden niet meer in vei
ligheid brengen, want tussen hen en de
Duitse hoofdmacht stond 'n snel groei
ende muur van Russische soldaten en
Russisch materiaal.
Niet alleen van buiten de stad werden
zij langzaam maar zeker in een wurgen
de greep vermorzeld, maar in het cen
trum van Stalingrad hield al vele we
ken een grote groep Russische burgers
en militairen stand.
Van alle zijden omringd door vijanden
die slechts de dood van het zesde leger
voor ogen stond, seinde generaal Paulus
op 23 november naar Hitier het verzoek
met zijn leger te mogen uitbreken. De
generaal had becijferd dat hij nog pre
cies voldoende kracht had om de Rus
sische omsingeling te doorbreken en de
Duitse hoofdmacht te bereiken.
Hitier seinde terug dat het zesde le
ger niet uit Stalingrad weg mocht, maar
dat het door een naderend Duits leger
zou worden ontzet.
Op 12 december gaf Hitier drie Duitse
pantserdivisies opdracht de verbinding
tussen het zesde leger en de hoofd
macht te herstellen.
De tanks en pantserwagens vochten
elf dagen, kwamen tot 48 kilometer voor
Stalingrad en stootten toen aan het
einde van hun krachten op de on
buigzame gordel van staal en wils
kracht die de Russen rondom Stalin
grad hadden gelegd.
Hitier dacht de zaak nog te kunnen red
den door op het moment dat de pant-
serkolonnes tot stilstand werden ge
dwongen, Paulus opdracht te geven
met het zesde leger uit Stalingrad los
te breken.
Dat was misschien gelukt, maar Hit-
Ier zei erbij: „U moet Stalingrad bezet
houden en slechts zoveel troepen inzet
ten als u kunt missen zonder één me
ter grond in de stad prijs te even".
Generaal Paulus probeerde het niet
eens. Hij bleef in Stalingrad en op
Kerstmis 1942 waren de Duitse ontzet
tingstroepen al weer ruim honderd km
van Stalingrad teruggeslagen.
Op dat moment wist iedereen, dat er
nog slechts twee mogelijkheden voor
het zesde leger waren: uitbreken met
achterlating van alles wat een haastige
en zware vlucht zou kunnen belemme
ren óf overgave.
Hitler, die in de beslissende ogen
blikken duidelijk tekenen van waanzin
vertoonde, kwam tot een derde oplos
sing: hij zou het zesde leger 150.000
Duitsers die ooit hadden gedacht dat
hij hun redder was tot de laatste
man door de Russen laten uitmoorden.
In zijn Wagneriaanse geest, waar de
overwinning volledig of de vernietiging
totaal moest zijn, leek hem dit een pas
send slot voor het drama.
Hij meende, dat de Duitsers, die zo
verknocht waren aan barokke opera's,
deze regie wel zouden kunnen waarde
ren. Kerstmis 1942 begon Hitier voorbe
reidingen te treffen voor een zo in
drukwekkend mogelijke slotakte.
Zijn reclamechef Goebbels hielp hem
ijverig met hoogst originele vondsten:
zo werden er in de eerste weken van
1943 pompeuze staatsbegrafenissen ge
organiseerd, compleet met doodkisten,
voor mensen die ten tijde van hun be
grafenis nog op leven en dood aan het
vechten waren.
Aan één drama had Hitier voorlopig
voldoende. Nadat hij op Kerstdag het
zesde leger ter dood had veroordeeld,
gaf hij drie dagen later de hele Duitse
troepenmacht in de Kaukasus, die even
eens met omsingeling werd bedreigd,
toestemming tot de terugtocht.
Even heeft de waanzinnige dictator
nog gespeeld met de gedachte om ook
deze legers te laten afslachten, maar in
de nacht van 27 op 28 december wis
ten bevende generaals hem in een uren-
durend gesprek duidelijk te maken,
dat er zonder de legers uit de Kauka
sus geen oorlog meer mogelijk was.
In december 1942 viel ook de beslis
sing in de oorlog met Japan, alleen her
kende niemand het moment. Op 2 de
cember 's middags om half vier ont
ketende de geleerde Fermi volgens de
theorie van Einstein in een laborato
rium van Chicago de eerste atoomreac
tie.
De mensheid had een nieuwe mijl
paal op zijn tocht door de evolutie be
reikt. Na 2 december 1942 kon de mens
heid beginnen aan zijn tocht door de
ruimte en de nieuwe mogelijkheden
zouden generaties lang niet te overzien
zijn.
Maar, zo zijn wij mensen, de eerste
stappen in het onbekende land waren
gericht tegen onszelf: de geslaagde
proef in het laboratorium van Chicago
zou 21/» jaar later aan tweehonderddui
zend mensen het leven kosten.
0 „In deze veertig minuten durende aflevering gewijd aan eten en drinken
zaten een paar aardige onderdelen, maar voor de rest: de dichter ver
slikte zich in de metworst."
0 „In de zwaartillende chaos van een avond vol bevolkingsproblematiek en
dan nog ruimtelijke ordening en ook nog eens seksuele hervorming, blonk
Hadimassa als een edelsteentje van goede en prikkelende spot en plezierige
onorthodoxe humor".
0 „Hadimassa is een programma om in de gaten te houden en kan zich
ontwikkelen tot een programma dat men niet mag overslaan. De formule
is goed en zal uiteraard zeker worden overgenomen."
DH zUn stemmen van enkele tv-re-
censenten over Dimitri Frenkel Franks
„Hadimassa", waarvan nu twee ver
sies zijn vertoond in het Vara-program
ma. „Een show voor iedereen, maar
niet voor allemaal", zoals wel duidelijk
ia. Een programma dat hoe verschil
lend het ook wordt ontvangen een
voor de Nederlandse televisie zeer oor
spronkelijke vorm heeft.
Hadimassa is het zoveelste produkt
van de wel eens en terecht als
literaire duizendpoot gekwalificeerde
Frenkel Frank. Schrijver van reclame
teksten, tv-spelen, toneelstukken, ro
mans, gedichten; daarbij regisseur en
in zijn vrije tijd schilder.
„Ik doe waanzinnig veel, dat is een
kwestie van aard. Ik kan snel werken
en me goed concentreren. Dat heeft
tot nadeel dat je wel eens dingen af
levert die afschuwelijk slecht zijn; vroe
ger is me dat wel eens gebeurd. Het
aardige van televisie is dat het snel
wordt geconsumeerd en dat het dus ook
betrekkelijk snel moet worden gemaakt.
De zeer uiteenlopende reacties van
beroeps-tv-consumenten op zijn tv-ma-
gazine verbazen Frenkel Frank niet. Het
is een goed teken. Hij zegt: „Als je iets
maakt wat werkelijk een eigen karak
ter heeft dan krijg je verschillende re
acties. Ik zoek heel bewust een bepaal
de toon. Een grap moet bij mij net iets
meer zijn dan een grap alléén. Er moet
een kantje aanzitten waardoor het dat
persoonlijke karakter krijgt en dat ligt
natuurlijk niet iedereen".
„Als alle recensies op een bepaald
punt goed zijn krijg ik een huiverig ge
voel. Je kunt iets voor de tv nooit zo
maken dat het helemaal goed is, dat
is onmogeljk. Het gaat tenslotte door
zoveel verschillende fases heen en... dan
moet je maar zien wat er van over
blijft.
„Je schrijft het en dan kijk je of
het leuk is; het wordt gerepeteerd en
dan kijk je of het leuk is; dan wordt
het opgenomen en je kijkt of het nog
leuk is; uiteindelijk als het in de huis
kamers komt kijk je weer of het nog
leuk is. Er is altijd teleurstelling, maar
er blijft ook altijd wel wat hangen.
Geconcentreerd maar moeizaam pra
tend geeft hij aan wat hij het meest
opmerkelijk vindt van Hadimassa en
dus van televisie nu. „Dat is het frag
mentarische karakter, het collage-ach-
tige. Dat is namelijk een zeer typische
formule, die in opkomst is en dat is ook
logisch. Het toedienen van drama-in-
fragmenten is nodig. We raken eraan
gewend om 't zo tot ons te nemen. Je
ziet het overal, in boeken, in films, op
het toneel".
„De beste tv-programma's zijn die
fragmentarische uitzendingen. Actuali
teitenrubrieken, Mies-en-scène; combi
naties van zeer verschillende dingen,
dramatisch opgebouwd. Het aardige van
Hadimassa is dat dit zo bewust wordt
toegepast. Ik doe nooit iets in zo'n pro
gramma zonder reden, maar wat het
effect ervan is weet ik totaal niet. De
boodschap? Het gaat automatisch."
„Ik weet ook totaal niet voor wie dit
programma is bestemd. Het uitgangs
punt is: een programma maken met ni
veau. misschien een beetje uit de intel
lectuele hoek, maar dat zich bewust
niet tot een kleine groep elite richt. Ik
weer alles wat te „in" is, of teveel spe
cialistische kennis vergt, omdat ik wil
dat de kijker met middelmatige kennis
het kan volgen".
Frenkel Frank vraagt zich terecht af
of hij dat doel al bereikt. Tv-kijkers
zijn in het algemeen gewend aan langza
me programma's; Hadimassa is een ui
terste en springt er daardoor sterk uit.
„Ja, het is veeleisend. Het gaat erg
snel, het is niet vriendelijk, niet gezel
lig. Het gaat er allemaal hard en di
rect uit; je moet mee als kijker. Het
zou best kunnen dat vooral voor jon
gere kijkers zo'n programma gesneden
koek is, maar ik heb er geen idee van
en ik weet ook niet of we dat kunnen
leren".
„Televisie maakt een waanzinnig be
langrijke ontwikkeling door. We staan
aan het begin, ik begrijp de mensen
niet die er verachtelijk over doen. Het
is erg leuk om te zien wat je ermee
CARACAS Toen generaal Marcos Perez Jimenez 24 november 1948 aan de
macht kwam bedroeg zjjn vermogen 30.000 dollar en toen hy op 23 januari 1958
ten val gebracht werd was zjjn persoonlijk vermogen aangegroeid tot 26 miljoen
dollar.
Dit heeft de procureur-generaal Antonio Jose Lozada voor het opperste ge
rechtshof verklaard waarvoor Perez Jimenez terecht staat wegens het zich toe
eigenen van openbare middelen.
Toen hij in 1958 naar de Dominicaanse republiek vluchtte liet Perez Jimenez
een koffer achter met geld en documenten dat in het proces door de Venezo
laanse regering als bewijsmateriaal tegen hem wordt gebruikt.
Jimenez, die later naar Miami vluchtte, iS in 1963 door de V.S. aan Venezuela
uitgeleverd.
kunt doen. Ik ben in de betrekkelijk
gelukkige omstandigheid dat ik met re
clame erg veel verdien. Die andere din
gen doe ik omdat ik het leuk vind. Ik
zou niet afhankelijk van 'n omroep wil
len zijn. Het klimaat van werken is
toch anders als je het gevoel hebt, dat
je vrij bent".
„Het maken van zo'n programma als
Hadimassa is een heel verschrikkelijk
ernstige zaak. Ik heb ook adviseurs,
Raoul Chapkis en Otto Dijk. Je hebt
meedenkers nodig en weerwerkers. We
zitten soms urenlang te denken, erg
moeizaam te denken. Dan wordt het
huiswerk verdeeld en ga ik praten met
de anderen (tekstleveranciers): wil je
dit doen (een idee in hun lijn), of: wat
heb je te bieden? Het gaat erom nieu
we vormen te vinden om iets te verto
nen".
„Kijk, die ernst waarmee ik zoiets
maak, dat is een van de opmerkelijke
dingen. Bijvoorbeeld een sketchje la
ten spelen door goeie acteurs, heel se
rieus. Het komt dan niet aan als de
komieken die een stuntje opvoeren. Het
geeft, door dat serieuze, een eigenaar
dige kleur aan het programma. Ik heb
dat nooit eerder zien doen".
En zo komt het dat een gewone oude
treinmop rabbi en pastoor in Ha
dimassa door de behandeling een enorm
effect krijgt. In feite een erg goede
mop wordt. Voor iedereen maar niet
voor allemaal, tenminste.
Zoals met elke formule gaat de ver
rassing er vrij snel af redeneert Fren
kel Frank. Op 't laatst komt het alleen
op de inhoud aan en die moet dan sterk
genoeg zijn om het vol te kunnen hou
den. Voorlopig ziet hij dat nog wel. Als
het over is, komt er wat anders, want
hij is altijd bereid om A - een uitda
ging te aanvaarden en B - iets nieuws
aan te pakken.
NEW YORK Gouverneur George
Romnev van Michigan, die naar het
presidentschap van de Verenigde Sta
ten streeft, heeft bekend gemaakt, dat
zijn persoonlijk inkomen over de laat
ste 12 jaar 2.972.923 dollar heeft be
dragen, waarvan hij ongever 23 pro
cent aan de kerk en voor liefdadige
doeleinden heeft geschonken.
Op verzoek van het tijdschrift Look
gaf hij inzage van zijn aanslagbiljet
ten voor 1955 tot en met 1966.
De 12 aanslagen voor Romney en zijn
vrouw, Lenore, laten zien dat hij de
laatste 12 jaar 560.608 dollar aan de
kerk van de Mormonen en 115.205 aan
liefdadigheidsinstellingen uit zijn totale
inkomsten van 2.972.932 dollar heeft ge
schonken.
Romney is over die twaalf jaar aan
geslagen na aftrek voor een netto-inko
men van 2.108.867 dollar, waaruit hij
1.009.312 dollar aan federale inkom
stenbelasting heeft betaald.
Romney is van 1955 tot 1962 presi
dent geweest van American Motors.
Hij werd miljonair van zijn salaris en
aandelen. Toen hij in 1955 de maat
schappij overnam, was zij bijna bank
roet. Hij voerde de kleine wagen in, die
de maatschappij uit de zorgen hielp en
tot bloei bracht, maar onlangs hebben
American Motors bekend gemaakt
weer met groot verlies te werken.
Romney is de eerste die officieel zijn
republikeinse kandidatuur voor 't pre
sidentschap heeft gesteld.