Wat wij ge'oven Interviews met vooraanstaande kerkelijke figuren in Nederland Een bezoek aan drs. G. IJ. Vellenga te Apeldoorn, stelt de bezoeker continu voor verrassingen. Deze gereformeerde theoloog (Synodaal), die in de gereformeerde kerken veel zeggingskracht heeft, houdt er originele denkbeelden op na, waaruit duidelijk blijkt, dat er een zoe ken is naar de allereerste openbaringsvormen van de christelijke ge meente. Dat is het wat drs. Vellenga, met inachtneming van wat de kerk in de loop der eeuwen heeft verworven, wil realiseren in onze, moderne tijd. En dat niet in sectarisch verband, maar in kerkelijke gebondenheid. Waarbij hij echter gerust wat wil opsteken of overnemen van andere gel oofs gemeenschap pen Reeds jarenlang neemt drs. Vellenga een vooraanstaande plaats in bij de Generale Synode van de Gereformeerde kerken, waarbij de problemen van het diaconaat en het pastoraat zijn bijzondere interesse hebben. Ondanks zijn vooruitstrevendheid is hij behoudend van aard en legt de nadruk op het op de bijbel gebaseerde, persoonlijke geloofsleven. Ook in de pastorale sector van het ambt pioniert deze dominee. Hij doet dit op medisch-psychologisch terrein, zoals uit onderstaand interview zal blijken DOMINEE, HOE WAS IN HET KORT UW LEVENSLOOP?... Ik ben in 1920 te Oosterend in Friesland geboren. Uit de boe renfamilies van dit oude terp-dorp kwamen telkens predikanten naar voren, zoals in de vorige eeuw de ethische theoloog, wiens naam ik draag en de onlangs gestorven dr. O. Noordmans. Aan de andere kant stam ik uit het van origine Gelderse predikan ten-geslacht Becking, bekend uit het Friese Reveil. Zij waren her vormd. Mijn ouders waren gereformeerd, ik deed mijn kandidaats examen in Kampen en het doctoraal aan de Vrije Universiteit. Mijn eerste gemeente was Schoonebeek en daarna volgde Alk maar. Momenteel ben ik reeds 12Vt jaar werkzaam in Apeldoorn. HEEFT U UITSLUITEND THEOLOGIE GESTUDEERD? U BENT DUS VOOR VERDELING VAN DE FUNCTIES?. Ik heb een speciale bijscholing gevolgd in de klinische-psy- chologie en psycho-therapie. Daartoe liep ik een paar jaar mee met de medische staf in een kliniek. DEED U DAAR ONTDEKKINGEN OP PASTORAAL GEBIED? Het bleek mij dat de gevoelsrelatie tot de arts een geheel ander is dan die tot de predikant. De oude figuur van priester arts is nu niet meer denkbaar. KUNT U DAAR EEN VOORBEELD VAN GEVEN? De predikant vertegenwoordigt een andere wereld dan de arts. Men verwacht van hem ook iets anders. Wederzijds moet men op zijn hoede zijn voor terrein-overschrijding. Dat sluit niet uit, omdat het om dezelfde mens gaat, dat arts en dominee el kaar nodig hebben. Het is vaak in het belang van de patiënt, dat er overleg is tussen die twee. DEED U IETS MET DEZE NIEUWE VERWORVENHEDEN?... Ik publiceerde het één en ander over psycho-therapie en ziels zorg. Er zijn tal van gevoeligheden waarmee de „geestelijke" in zijn herderlijk werk rekening dient te houden. Niet elk gemeen telid moet op dezelfde wijze worden aangesproken. Er zijn tal loze nuances op dat gebied. MOETEN AL DEZE HOEDANIGHEDEN VAN ZIELSZORGER, PREDIKER, ZIEKENBEZOEKER, CATECHEET ENZ. VOL GENS U, AMBTELIJK IN EEN FIGUUR VERTEGENWOOR DIGD ZIJN? Dat moet het volgens mij juist niet. Ik heb bezwaren tegen de verambtelijking van al deze dingen en het hoogkerkelijke er van, waardoor het ambt aller gelovigen in het gedrang komt. Alles moet niet in één figuur, de dominee, fungeren. WAT WILT U DAN? Het charismatische van de gemeente moet veel meer naar voren komen. De predikant moet ontdekken welke gaven er in de gemeente zijn. Een charisma is aanvankelijk belangrijker dan studie. Ik dacht dat we in de toekomst meer daarmee naar toe moeten. ZOU U EEN CHARISMATISCH-BEGAAFDE ZONDER GESTU DEERD TE HEBBEN, OP DE PREEKSTOEL TOELATEN?... Ik zou er geen bezwaar tegen hebben. Integendeel, ik zou het stimuleren. Ik merk hierbij op dat een dergelijk iemand van- zélf en uit zichzelf zal gaan studeren. Wie niet studeert, is niet bekeerd. Maar iemand die een singuliere gave heeft om Gods Boodschap te brengen, moet niet eerst een studietijd van een jaar of acht afwachten, om dan pas, als het eerste vuur gedoofd is, te mogen spreken. Dat is niet bijbels. U HECHT DUS MINDER WAARDE AAN ACADEMISCHE VOR MING? Daar hecht ik veel waarde aan, maar niet voor elke arbei der in Gods Koninkrijk. Er moeten academisch-gevormden zijn, die charismata ontdekken. Ook om catecheet te kunnen zijn. Ver der om ander charismatisch-begaafden in de gemeente voorlich ting te geven. Deze academisch gevormde moet een vrijgestelde lijn, een professional dus, een full-timer, maar dat behoeven de anderen niet te zijn. Die kunnen naast hun gewone beroep het ambt uitoefenen van: prediker, ziekenbezoeker, huisbezoeker en zielszorger, enzovoorts, naar de mate van de gave die God hun gegeven heeft, zoals Paulus daj. schrijft. UW ZIENSWIJZE DOET DE*NKEN AAN OPVATTINGEN IN PINKSTERKRINGEN Ik zie daar ook heel wat positieve dingen. Correctie op wat de kerk heeft verwaarloosd. Tegenovergesteld zouden wij, als kerk, daar weer graag correctie willen aahbrengen. In hetgeschrift: „Het werk van de Heilige Geest in de Gemeente", dat binnen kort uitkomt, in opdracht van de Generale Synode, vindt u mijn visie daarop. ZOU U DE VROUW IN HET AMBT WILLEN BETREKKEN?... Jazeker. In de bijbel treffen we heel wat eharismatisch-be- gaafde vrouwen aan. In onze^ tijd is het ambt uitgegroeid tot iets wat veel met regeren in de eerste plaats te maken heeft. Zo was het vroeger niet. Het was in de eerste plaats dienen en evangeliseren. Het ambt is gegroeid uit de charismata. In het ambt ontvangt men een meer omschreven opdracht. WILT U DAN EEN PREDIKANT MINDER BEVOEGDHEDEN GEVEN? Daar gaat het niet om; momenteel is het zo, dat een predi kant bijna alles moet kunnen. Hij moet een goede prediker zijn, een goede herder in de gemeente, een uitstekend ziekenbezoe ker, een kundig catecheet, en noem maar op. Dat is niet doen lijk en niet profijtelijk. Inderdaad. Als we de charismata meer kans geven, zullen er daardoor meer mogelijkheden geschapen worden. MEENT U KANS TE ZIEN DEZE ZIENSWIJZE MET SUCCES TE INTRODUCEREN? Het zal heel wat moeite geven, maar ik meen van harte dat dit aspect van het gemeentelijk leven meer naar voren moet ko men, zonder echter te gaan forceren. Het moet groeien en daar bij moeten we elkaar beïnvloeden met inachtneming van wat de grote charismatisch begaafde apostel Paulus hierover schreef. HEEFT U AL EEN SCHEMA? Nee, ik ben huiverig voor schema's. Er moet geen starheid zijn, maar beweging. Dynamiek. De Geest is reeds werkzaam. Ik ben voor de vijfde keer lid van de synode en dan merk ik hoe het liefdevuur brandt. Uiteraard is er desintegratie, maai er is ook hoogspanning. Er zijn veel positieve dingen, het is een geweldige tijd en wie weet wat de Heilige Geest gaat doen! In het verleden hebben wij te veel mensen op een consequentie vastgepind (1926, 1944), die zij zelf niet wilden. WAAROM SCHRIJFT U EIGENLIJK NIET MEER, OM UW VERWORVENHEDEN AAN UW COLLEGA'S MEE TE DELEN? Deze dingen en nog veel meer zou ik graag willen doorge ven, om aan te tonen dat wij de mensen innerlijk moeten vrij laten, maar hun wel de weg moeten wijzen. De tijd voor publi- katies ontbreekt echter vaak. Het pastoraat legt bijzonder veel beslag op mij. Het is een voortdurende strijd tussen de studeer kamer en de wijk. De kerkelijke vergaderingen doen bovendien telkens een beroep op me. Om wat in evenwicht te blijven vind ik het gezond, dat jk me ook voor niet-kerkelijke zaken als het christelijke onderwijs en het ziekenhuiswezen kan inzetten. U HAD HET OVER DE WEG WIJZEN. EEN PREDIKANT IS DUS EEN WEGWIJZER? Ja. Dat is iets anders dan een cipier of iets dergelijks te zijn. We moeten de mensen in vrijheid laten beslissen. De ven sters zijn vaak beslagen. Wij moeten dan als ruitewissers dienst doen, zodat zij Gods weg zien. Wij moeten niet alles voor hen Uitdokteren; ze moeten innerlijk vrij blijven. Wij mogen alleen maar helpen. Elk mens is een aparte schepping. We moeten op passen voor indelen in vakjes. Als mensen in nood zijn, moeten wij eerst de concrete nood peilen en ze geven wat ze direct no dig hebben, zonder hen te willen dwingen, deze hulp te accep teren. BEHOORT U BIJ HEN, DIE DE FUNDAMENTEN VAN DE BIJBEL WILLEN VASTHOUDEN? Ja. Ik heb de Here lief, ik heb zijn Woord lief en ik heb zijn volk lief. U GAAT DUS NIET MET DRS. BAARDA IN ZEE?. Als u bedoelt of ik het eens ben met zijn meningen die hij in zijn pas verschenen boekje verkondigt, Jan moet ik u zeggen, dat ik de kritiek deel. van prof. Ridderbos daarop. Prof. Koole kan ik beter volgen dan Baarda. Wat Koole beweert in „Ver haal en feit in het Oude Testament", vind ik meer verantwoord. Koole houdt geheel vast aan de schepping van Adam en Eva, aan de zondeval en aan de herschepping door de tweede Adam, Jezus Christus. DE BUBEL IS DUS NIET DOOR MENSEN SAMENGESTELD? Dat wel, maar God is de éérste Auteur. Men legt tegenwoor dig meer de nadruk op de menselijke factor bij het tot stand- komen van de Heilige Schrift. Maar dit mag nooit gaan ten koste van de Goddelijke factor. EN WAT VINDT U DAN VAN HET BOEK VAfr PROF. KUITERT „ANTTMETAFYSISCHE TENDENZEN IN DE MODERNE THE OLOGIE? Ik vind het een goed boek en tracht het te populariseren voor de geïnteresseerde catechisanten. BENT U EEN VOORSTANDER VAN DE WERELDRAAD VAN KERKEN? Als deputaat van de oecumeniciteit werkte ik mee aan de rapporten, die later zijn uitgegeven onder de titel „Samen met al de Heiligen" en „Gemeenschap der Heiligen". Ik kan me ook heientaai vinden in het rapport dat prof. Kromminga onlangs in diende bij de Christian Reformed Churches in Amerika. De poli tieke uitspraken namens de Wereldraad gedaan, zijn mij te een zijdig. En wat er beweerd werd op de conferentie over „Church and Society" vorig jaar te Genève, is erg horizontalistisch. Maar we moeten niet de fout maken de Wereldraad als een supermarkt te zien. We moeten ons niet alleen maar antithetisch afzetten, maar we hebben de opdracht om te zeggen, hoe het dan wel moet. We zullen een positieve inbreng hebben te realiseren. ZIET U DAAR DAN GEEN GEVAAR IN? Het gevaar is daar, waar een kerk het Woord Gods niet meer spreekt. De Gereformeerde kerk draagt haar eigen verant woordelijkheid eventueel ook in de Wereldraad. WAT VINDT U VAN HET WOORD MEDEMENSELIJKHEID?... Daar heb ik zachtjesaan genoeg van. Cliché-taal! Er wordt momenteel te veel nadruk gelegd op het horizontale. Ik denk aan het door zovelen bejubelde werk van Harvey Cox, „De stad van de mens". Dat vind ik stenen voor brood geven. Als we daarmee de gemeente moeten voeden, gaat ze honger lijden. Er is een uitholling van het Woord Gods. En omkering van de waarden. Men zegt dat we deze correctie nodig hebben. Dat persoonlijke bekering ook moet doorwerken in alle structuren van het leven. Akkoord! Maar dat is ons als Gereformeerden reeds met de paplepel ingegeven. Ik heb nu wel eens de indruk dat men alles wil veranderen, behalve zichzelf... HEEFT U DAN MEER WAARDERING VOOR HET VERTI CAAL-BEVINDELIJKE ELEMENT?... Ja juist. Ik waardeer bevindelijke existentie. We moeten voor uitzien. Door de Geest moeten wij onze aandacht laten leiden naar de toekomst van Christus. Anders is er het gevaar dat de liefde gaat verkillen. Er zijn er die de mond vol hebben over de oecumene, terwijl de liefde voor de Kerk, waarvan zij lid zijn verslapt en men het kerkelijk leven gaat stukmaken. Ik zie op oecumenisch gebied wel iets groeien dat van de Geest is. Maar we moeten nuchter zijn en het oude Woord als basis gebruiken, als we ons richten op de toekomst. WAT DENKT U OVER ASSEN 1926?... Ik ben blij met de uitspraken door de Synode Amsterdam 1967. Ze komen boven het dilemma van het meerderheids- en minderheidsrapport qit. Ze zijn duidelijk anti-mythologisch en te gen het tijdloos-zijn van Adam. .Ze spreken van de geschiedenis die in de eerste hoofdstukken van Genesis wordt beschreven. Dat is voor deze tijd belangrijk. Buskes aanvaard ik graag als broeder in Christus en óók als ambtsdrager. U STEMT ER DUS WEL MEE IN DAT ASSEN HERROEPEN IS? Als men had gezegd, dat Assen 1926 niet meer functioneer de, was het mij ook goed geweest. Wel moet ik zeggen dat ik nooit goed begrepen heb, waarom dr. Geelkerken met bepaalde uitspraken niet akkoord kon gaan. We moeten niet vergeten dat Assen 1926 ook een reactie was op de houding van Geel kerken c.s. Dat is nu allemaal wel achterhaald. WAT VINDT U VAN HET HIERNAMAALS?... Ik heb in Christus het eeuwig leven. Op het moment dat ik sterf hoop ik van stonde aan bij de Heer te zijn. Ik geloof namelijk niet in een doodslaap. HOE DENKT U OVER DE BELIJDENISGESCHRIFTEN? Ik heb de belijdenis lief, maar ik heb de vragen van deze tijd te beantwoorden. Sommige dingen liggen nu anders dan vroeger. De veroordeling van de paapse mis, is bijvoorbeeld voor vandaag te weinig genuanceerd. Anderzijds mist men hele stukken, die vandaag actueel zijn. De belijdenis is wel belang rijk, maar heeft niet het laatste woord. U BENT SYNODAAL-GEREFORMEERD. IS EEN KIND VAN GELOVIGE OUDERS ZOMAAR AUTOMATISCH KIND VAN GOD?... Door het Verbond ben ie kind van God. Maar!., je moet ook kind van God willen zijn! Persoonlijke keuze is nodig. Bij openbare geloofsbelijdenis laat ik de kandidaten vaak een brief schrijven, waarom zij belijdenis willen doen. In dit opzicht zie ik ook in b.v. de Christelijke Gereformeerde Kerken en e.a. een verschuiving in deze richting komen. Het wordt meer een belijdenis van het geloof dan van de kerkelijke dogmatiek. En dat is toe te juichen. MAAR WE MOETEN TOCH WEL DEGELIJK DE VRUCHTEN VAN HET WERK VAN DE HEILIGE GEEST IN ONS HART EN LEVEN ONTDEKKEN, OM ONS KIND VAN GOD TE NOEMEN?... Daar moeten we inderdaad verantwoording van kunnen af leggen. Een christen moet niet introvert altijd met zichzelf bezig en als het ware over zichzelf heengebogen staan. Maar het verticale, Gods verborgen omgang moeten we zeker kennen. Als we dat missen, verliezen we uit het oog, dat wij zo het zout der aarde niet kunnen zijn. Dan is er ook weer het gevaar dat we het zout in een zoutpotje bewaren. Het blijft dus altijd tweeledig. We moeten „zout" hebben in ons zelf, maar zijn ge lijktijdig geroepen dit zout in de wereld te laten doorwerken. WAT VINDT U VAN „WAARHEID EN EENHEID"?... Ik heb de Vrijmaking van dichtbij meegemaakt en de ramp zalige gevolgen van kerk-scheuring gezien. Aan „Waarheid en Eenheid" werken mensen mee, die ik hoog aansla. Zij willen ook geen groepsvorming. Daar ben ik bang voor geworden in welke richting dan ook. Er moet in de kerk ruifnte zijn voor allerlei opvattingen, mits die blijven binnen het raam van Schrift en Belijdenis. HOE STAAT U TEGENOVER DE VRIJZINNIGHEID?... Daardoor werden grote delen van ons volk van het evange lie vervreemd. Er zijn hele gemeenten stuk gegaan door het mo dernisme. Je kunt de delen in het land aanwijzen, waar de vrij zinnigheid heeft huisgehouden. Tegenwoordig zijn er wel nuances. Als de verzoening door Christus geleerd wordt, moeten we niet te snel veroordelen. Voor het oude modernisme kan ik geen waarde ring opbrengen. HOE STAAT U TEGENOVER ROME?... t— In gesprekken met R.K. geestelijken, frappeert het me vaak niet bij Petrus, maar eerder bij Paulus terecht te komen. Hoe wel er ook uitingen zijn, die aan het modemisme doen denken, en we niet moeten vergeten, dat aan de officiële leerstellingen van Rome niet zo veel veranderd is, zie ik toch een duidelijke verschuiving. Men dacht vroeger m°er als R.K.: de kerk is het heils-instituut, dat wel voor mijn heil zal zorgen: nu staat de vraag meer centraal, of men Jezus liefheeft! Hoe dan ook, de bijbel wordt er nu gelezen en het Woord van God doet altijd zijn werk. Ik geloof dat er door de macht van het evangelie een toe groeien naar elkaar zal komen. U PIONIERT OOK OP JEUGDGEBIED. KUNT U IETS ZEG GEN OVER DE TESTEN DIE U AFNAM?... Ik hield een paar honderd anonieme enquêtes onder de jeugd tussen de 16 en 19 jaar. Het viel mij op dat deze jeugd over het algemeen diep-religieus nadenkt. Op sommige momenten durven ze alle filosofieën zomaar op zij te zetten. Ook bleek dat de ero tiek voor de jongelui een grote verzoeking is. Toch zijn de normen nog niet minder dan vroeger. Echter in gezinnen waar de ver houdingen niet goed zijn, is doorgaans minder normbesef. En die gezinnen worden talrijker... VINDT U DAT MEN DE JEUGD EEN DUIDELIJKE ANTI THESE HOUDING MOET VOORHOUDEN?... Wij moeten de jeugd helder laten zien dat ze met deze we reld zullen omkomen, als er geen tegenstelling is met de door gaande Saecularisatie. De jeugd heeft tegenwoordig een grotere inbreng dan vroeger. We moeten hun ook niet alles gaan ver bieden. Alles is geoorloofd, zegt Paulus, maar we moeten God ervoor kunnen danken. We moeten Christen zijn in het gewone le ven. Geloven is: leven plus loven. MOET OOK DE JEUGD GECONFRONTEERD WORDEN MET DE HEILIGE GEEST EN DE CHARISMATA?... Zeer beslist. Dat hoort er bij. Ze mogen blij zijn. De zon mag gezien worden. Je mag plezier maken, juist vanuit je be trokkenheid tot Christus. Als christen moet je eerst mens zijn. Het christen-zijn geeft een geheel andere dimensie aan je mens zijn. 'De jeugd moet gewetensvorming worden bijgebracht. Een kind leer je dat de Hére goed is. Later komt de tijd dat het kind, als jongere, persoonlijk gaat kiezen. Dan mag het gerust zó worden gezegd: Ik heb de Here lief gekregen doordat mijn vader en moeder Hem zo lief hadden. Het jeugdige kind moet het geloof in de Here Jezus worden voorgeleefd. IS DE HOUDING VAN DE OUDERS BELANGRIJK VOOR HET KIND?... Uitermate belangrijk zelfs. Het bleek mij dat het kind het niet erg vindt als zijn ouders op pad zijn voor het Koninkrijk Gods. Als ze echter uithuizig zijn voor eigen pleziertjes, valt dat bij het kind niet in goede aarde en kan het tot allerlei narigheid en kriminaliteit leiden. Veel ouders trachten hun ouderplichten af te kopen door-de kinderen veel zakgeld te geven. Maar zoiets kan nooit goedmaken wat de kinderen aan liefde tekort komen. Later nemen ze wraak... HOE STAAT U TEGENOVER DE NIEUWE OPVATTINGEN OVER DE HOMOFILIE? Het is goed voor deze mensen dat er meer begrip komt, maar het mag niet beschouwd worden als iets normaals, zoals sommigen propageren. U ZOU DUS WERKEN VAN VAN HET REVE NIET SUBSI DIËREN? Ik heb niets te subsidiëren, maar ik heb er wel bezwaar te gen dat allerlei literaire produkten, die m.i. schadelijk zijn voor de geestelijke volksgezondheid en soms godslasterlijk zijn, door de overheid met belastinggeld worden gesubsidieerd. Bij Van het Reve werd religiositeit verward met het christelijk geloof. U DISCRIMINEERT DE HOMO'S DUS? Van discriminatie 'of verachting mag geen sprake zijn. Maar het mag evenmin genormaliseerd worden. In oude culturen, zo als in Babel en Griekenland werd het gecultiveerd. Het was te vens het einde van een cultuur!... Laat dit ons toch tot waarschu wing zijn. In dit verband zou ik er ook op kunnen wijzen wat er van Sodom en Gomorra geworden is... Daar maakte men er ook een cultus van! Maar laten we geen afstand scheppen tot de homofiele mens! Ik heb diep respect voor een homo, die strijdt voert, met zijn tegennatuurlijke aanle*~ ook al zal dat wellicht gepaard gaan met vallen en opstaan. Hij moet echter in de kracht van Christus proberen te leven met zijn handicap. VINDT U HET MOMENTEEL IN HET ALGEMEEN EEN GRO TE CHAOS ROND EROS?... Dit alles boeit me wel, want ik heb er mee te maken door mijn werk. Ik heb bezwaar tegen het isoleren van de seksualiteit, die als genotsmiddel wordt aangewend, losgemaakt van de lief de. Dan dient men elkaar niet meer, maar bedient men zich van elkaar. Daarna wordt vaak bij de jongen de binding minder. Daarom moet vooral het meisje de grenzen weten te trekken. Wat de jongen ook zegt, achteraf respecteert hij dat bij haar! TOONDE DE UITSLAG VAN UW ENQUêTES AAN DAT ER VEEL VOOR-ECHTELIJK GESLACHTSVERKEER VOORKOMT? Meestal wordt er gepubliceerd dat de meeste meisjes het wel toestaan, maar dat is niet waar. Die het wel doen, hebben er achteraf dikwijls vreselijk spijt van. Vaak is hun wijsgemaakt, dat het zo hoorde, en dan trapten ze erin. Natuprlijk zijn er wel die alles goedvinden, maar dat is geen regel. Tenmfnste niet in kringen waar Gods Woord nog gezag heeft. U VEROORDEELT DUS ZONDER MEER VOOR-ECHTELIJK GE SLACHTSVERKEER?... Zolang men zich niet voor het leven aan elkaar verbonden heeft, vind ik de coïtus gevaarlijk. Want de coïtus mag alleen plaatsvinden met één partner. Die éne moet het zijn! Je weet nooit van te voren of die ene het is. Daarom is genoemd sa menzijn, voor het huwelijk, ongeoorloofd. Ik ga dus niet met al lerlei nieuwe theorieën hierover mee. Er komt minder normbe sef, wat resulteert in ongebondenheid. Ik geloof dat je hierdoor je naaste kwaad doet. Het is nu eenmaal geen speelgoed. VINDT U HET DUS ZONDE?... Zonde is een overtreding van het grote gebod der liefde Zo vind ik dit dus ook inderdaad zonde. RESSORTEERT HET OOK ONDER ONKUISHEID? Onkuis is, als men het lichaam isoleert, losmaakt dus, van de persoon van de levende mens. Dan is de coïtus alleen licha melijk, onkuis dus. Geslachtsverkeer voor het huwelijk, behoeft dus niet altijd onkuis te zijn. De eenheid kan er werkelijk zijn. De nuancering zie ik dan ook meer vanuit hetzelfde gebod, dan vanuit het zevende, omdat ik reeds zie dat het een kwaad doen aan elkaar kan zijn. Ik zou willen concluderen dat al die progressieve opvattingen meestal niet voortvloeien uit liefde, maar uit pure zelfzucht... „Meer liefhebbers van het genot dan van God" zegt apostel van de mensen van de eindtijd. NU IETS GEHEEL ANDERS. HOE BEZIET U DE VERHOU DING ISRAëL-ARABIë?... Israël is een teken voor mij. Ik heb altijd de indruk, dat je niet zo maar aan Israël mag komen. Toch vraag ik me wel af, of je de staat Israël mag vereenzelvigen met het oude volk Gods. Er zijn onder de Arabieren miljoenen Christenen. Ik ge loof dat de kerk zowel naar Israël als naar Arabië moet kijken. Ik hoop dat het tot een grote ommekeer.in Israël komt. Immers het grote Koninkrijk Gods, waarvan Christus de Koning is, is het meest essentiële. HEEFT U NOG EEN SLOTOPMERKING? Ik hoop dat de kerk van Christus in Nederland en in de we reld daarheen door Gods Geest gedreven wordt, dat allen die God werkelijk liefhebben elkaar zullen vinden als „kinderen van één Vader", die dat óók zichtbaar maken in hun kerkelijk samenleven. Zodat, als Christus wederkomt, Hij niet alleen verdeelde Christenen vindt, die ten aanzien van het bekende psalmvers: „Ai ziet hoe goed, hoe lieflijk is het dat zonen, van het zelfde huis als broeders sa menwonen niet verder zijn gekomen dan het woordje „Ai" DOMINEE VELLENGA, ONZE HARTELIJKE DANK VOOR UW ZEER ORIGINELE BIJDRAGE IN ONZE REEKS INTER VIEWS!...

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1967 | | pagina 11