Kroniek van H. M. van Randwijk
Vergeten weduwe
van Nederlander
geëerd
AFSCHUW OVER GROF
OPPORTUNISME
Klachten over
Russische
reclame
MILITAIREN AAN DE WANDEL
1
vil?
EXPERIMENTELE LEGPUZZEL
HEBBEN
VERKEERDE
INDRUK VAN MIJ"
Waarschuwing voor alle huisgezinnen
Vijftien jaar
„Mousetrap"
THEEDOEK????
DROOGT ALMELO
Waar is het
heldhaftige
vaderland
ROYAL
ALBERT
Gertrud Slottke, de „heks
van Westerbork"
DE DOEK DIE DIRECT
FOCKE&
MELTZER
70ööe student
iii Nijmegen
UITNODIGING
EERLIJK
KRITIEK
ACTUEEL
KLEUR
OOK VOOR
C ;i :S( 'I IENKEN
Toneel
DONUci\L)AG 14 DECüivikit..; i.v/
VERMOEIDE TERUGBLIK
VAN EEN VERZETSMAN
ADVERTENTIE
Roy tl Galerij,
Gele Rijdersplein 39,
Arnhem
Amsterdam Den Haag
Val St Lambert....
alleen in de naam al
gaat een wereld van
schoonheid schuiL
Val St Lambert...,
zuiver kristal flonkerend
als edelsteen. Onze
bewondering gaat nu
vooral uit naar dit
juweel van een
bourgogneglas. Het
model is "Mettemich",
honderd jaar geleden
ontworpen, nog altijd
even adembenemend.
Prachtig geslepen.
Superbe kwaliteit Kunt
u zich voorstellen dat
JJET aantal Nederlanders dat het boek „In de schaduw can gisteren" had
mogen schrijven is vermoedelijk erg klein. Deze „kroniek van het verzet
19401945" is gegroeid uit een rubriek van vijf jaren in het Algemeen Han
delsblad. geschreven door de in med 1966 overleden journalist H. M. van
Randwijk. Tijdens zijn leven heeft de schrijver niet kunnen besluiten deze
dagbladnotities in boekvorm te publiceren. Na zijn dood hebben vier uitge
vers deze taak op zich genomen: Bert Bakker, Den Haag, Het Parool en Vrij
Nederland in Amsterdam en het Wereldvenster in Baarn.
Op de oude begraafplaats te Pretoria
ls door de Zuidafrikaanse opperbevel
hebber, generaal R. C. Hiemstra, een
monument onthuld ter nagedachtenis
aan dr. Herman Coster, die tijdens de
slag van Elandslaagte op 21 oktober
1899 sneuvelde.
Herman Coster was onder meer
Staatsprocureur van de Zuidafrikaanse
Republiek. Hij was aanklager in het
proces tegen dr. Jameson, die de vo
rige eeuw met een bende avonturiers
de Transvaalse Republiek binnenrukte
om het wettige gezag omver te gooien
ten gunste van een Britse bezetting.
Dit mislukte en Jameson werd gevan
gen genomen.
Dr. Coster genoot veel vertrouwen
van president Paul Kruger. Bij het be
gin van de Anglo-Boerenoorlog in 1899
was hij mede-stichter van het „Vrijwil
liger Korps Nederlanders en Oud-Ne
derlanders", waarin hij een aanstelling
kreeg als luitenant. Na zijn dood op het
slagveld werd zijn gezin (vrouw en vier
kinderen) naar Nederland verbannen.
De twee jongste kinderen stierven daar
al heel jong. De oudste zoon, ook een
Herman Coster, viel in 1945 voor een
Duits vuurpelotonen de tweede stierf
in een Japans concentratiekamp.
De weduwe, mevrouw Coster-de Roo,
leefde tot 1953 vergeten en doorarm in
Den Haag. Daar werd zij door Afrika
ners „ontdekt" die er voor zorgden dat
zij een Zuidafrikaans pensioen kreeg.
Het tragische was dat er in Zuid-Afrika
en Nederland geregeld Herman Coster-
herdenkingen gehouden werden, maar
dat de weduwe, die man en kinderen
voor de vrijheid van Zuid-Afrika en Ne
derland moest afstaan, vergeten was.
NIJMEGEN Aan de katholieke uni
versiteit te Nijmegen is de zevendui
zendste student van dit studiejaar inge
schreven. Het is de heer J. J. W. M.
Paffen uit Bleijerheide (Kerkrade). De
rector magnificus, prof. dr. A. Th. L.
M. Mertens, kwam naar de aula om
persoonlijk de zevenduizendste student
de registers op te nemen.
Randwijk
week van
Het is de vraag of Van
ooit een boek als dat deze
hem is verschenen had willen schrij
ven. Hij zou zich waarschijnlijk niet
gerekend hebben tot het zeer kleine
groepje dat twintig jaren na de oor
log tot oordelen bevoegd en gerechtigd
was.
Hij is de kroniek van het verzet op
uitnodiging begonnen, enkele wat losse
gedachten van een verzetsman die na
twintig jaar herinnert hoe het was en
hoe het had moeten worden.
Al schrijvende van het ene jaar naar
het andere heeft Van Randwijk echter
niet alleen een kroniek samengesteld
om het verleden vast te houden, maar
hij heeft dat verleden een extra de-
mensie gegeven door het verleden aan
het heden en het heden aan het verle
den te toetsen.
Deze confrontatie werkt erg ontluis
terend, want de jeugd kan zich niet
verschuilen met de dooddoener ..gene
ratieproblemen" en de ouderen blijken
bitter weinig reden te hébben om te
galmen: „Nee, maar dan wij in de oor
log!"
Al vrij in het begin poogt Van Rand
wijk te komen tot een bruikbare be
schrijving van begrippen als helden
dom, misdaad en lafheid. Hij ontdekt
dat dit onmogelijk is heldendom en
misdaad liggen soms vlak naast el
kaar, dekken elkaar soms als men een
daad of een houding van verschillende
zijden benadert.
„In de schaduw van gisteren" is
geen epos geworden. Het is een wat
vermoeide terugblik van een teleurge
steld mens die toen het van hem werd
gevraagd „een man oprecht en trouw"
was.
Van Randwijk was geen heldenfiguur,
hij had er het uiterlijk niet voor. Hij
was een gewoon burgermannetje, dat
met schrijven zijn boterham verdiende
en dat na mei 1940 heel geleidelijk in
steeds benauwender situaties werd ge
plaatst waarop hij als een eerlijk man
zonder pathos reageerde.
Zonder pathos ook is zijn kroniek ge
schreven, maar deze kroniek zal door
weinig Nederlanders met genoegen
worden gelezen. Soms pakt Van Rand
wijk mensen zeer persoonlijk aan en
zijn aanval is dan zeer bits: De Geer,
de minister-president die tijdens de
oorlog de benen nam, Hirschfeld en de
andere secretarissen-generaal die aan
bleven in oorlogstijd, De Quay, de na
oorlogse minister-president, die tijdenB
de oorlog met de Duitsers wilde sa
menwerken.
De kroniek is ontmoedigend, want er
blijft weinig over van het heldhaftige
vaderland: de vakbeweging, het offi
cierskorps in bezet Nederland, de ker
ken, de politici, de ambtenaren, de po
litie en de industriëlen (jie tijdens de
oorlog met Duitse leveranties hun fa
briek uitbreidden om daarvoor na de
oorlog een ridderorde te krijgen.
Ook de verzetsstrijders ontkomen
niet aan zijn kritiek: de Orde Dienst
(OD) die een militaire junta wilde na
de oorlog, de rechts-radicale elemen
ten die meer door een geknakt nationa
lisme dan ter bestrijding van het on
recht in het verzet kwamen.
De schrijver is echter door veel zelf
onderzoek mild geworden in zijn oor
deel, alleen het grove opportunisme
wekte na twintig jaar nog zijn diepe
afschuw: als de oorlog voor iedereen
duidelijk door Duitsland verloren is, wil
opeens iedereen het verzet steunen.
Plotseling kon het verzet kamers,
woon- en werkruimten krijgen in de
imposante banken en kantoorgebouwen
en villa's... een drankfirma leverde el
ke week zo'n twintig liter jenever aan
een groep... de gerenomeerde politici
van wie men al jaren niets gehoord
had, wilden plotseling graag eens pra
ten en zochten contact met de illegali
teit".
Voor wie mocht menen dat het boek
alleen een nabeschouwing is, heeft de
kroniek enkele verrassingen. Van Rand
wijk is tot zijn dood toe in de actuele
werkelijkheid gebleven.
In mei 1964 komen enkele legerpre-
dikanten in moeilijkheden om hun ge
dachten over de atoomoorlog en de
christelijke onderofficieren komen met
een verklaring: „Wie het gebruik van
atoomwapens afkeurt is ondeugdelijk
voor de geestelijke verzorging van mi
litairen. Zij ondermijnen het godsver
trouwen bij de soldaten".
Op 6 juni 1964 schrijft Van Randwijk
in zijn kroniek: „Maar wat mij van
een oorlog het meest raadselachtige
voorkomt is niet de wreedheid, niet de
vernietiging, niet de heldenmoed, niet
het gods-vertrouwen van de Nederland
se christelijke onderofficier, maar het
feit dat miljoenen jonge en niet meer
zo jonge mannen zich in schepen en
treinen en tanks laten proppen, in mij
nenvelden en versperringen springen,
uit de lucht fomen vallen aan een zij
den doekje, opgevangen door geweer-,
mitrailleur-, kanonnenvuur enz. en dat
allemaal doen, kennelijk zonder een
ogenblik de gedachte te hebben: ik
doe het niet. ik verdom het..."
Mensen als Van Randwijk zijn na
de oorlog peilloos bitter teleurgesteld.
Zijn boek getuigt daarvan. Het verzet
was door Van Randwijk een ernstige
onontkoombare zaak, al had die tijd
zijn ontroerende momenten, zoals op
Dolle Dinsdag in Amsterdam, toen Van
Randwijk met enkele andere verzetslei
ders bijeenkwam om de toestand te be
spreken: „Radio Oranje vertelt dat de
bevrijdingslegers al in Breda staan en
dat de minister-president al uit Londen
is vertrokken op weg naar Nederland.
Toen zei er één van ons, met een bijna
verlegen glimlach: „Ik geloof, jongens,
dat het nu wel tijd wordt dat we elkaar
zeggen wie we zijn... We kregen er
bijna een kleur van".
Uit dit verzet groeide een vrede die
„een man oprecht en trouw" wel moest
voorkomen als een hoon aan allen die
in dat verzet waren gevallen. Op 8 mei
1965 eindigde Van Randwijk zijn kro
niek, die in al zijn simpelheid een ont
roerend. uitdagend, cynisch en tijdloos
beeld van ons land geeft, met een drie
regelig Russisch rijmpje als slot:
„De eerste wereldoorlog was
niemands schuld.
De tweede wereldoorlog was
iemands schuld.
De derde wereldoorlog is mijn
schuld".
MOSKOU De steeds grotere recla
mecampagnes, die in de Sovjet-Unie
worden gevoerd, worden begeleid door
steeds grotere aantallen klachten over
reclame die meer belooft dan waar
gemaakt kan worden.
Het bedrijfsleven in de Sovjet-Unie
placht aan de normen van de vijfja
renplannen te voldoen en maakte
zich hoegenaamd geen zorgen over
de verlangens van de afnemers. Door
een nieuwe economische hervorming
wordt thans meer belang gehecht aan
de verlangens van het publiek.
Het transportbedrijf van Leningrad
behoort tot de bedrijven, die druk re
clame maakt. „Veilig, vlug en ge
makkelijk", zo staat overal in de stad
op aanplakbiljetten.
De klanten stroomden toe. Maar velen
hunner waren enorm teleurgesteld in
de prestaties van het bedrijf. Het ge
zin Agenjef wilde naar een andere
stad verhuizen. Het transportbedrijf
beloofde binnen 24 uur een verhuis
wagen met personeel te zullen zen
den. Niemand verscheen.
Het gezinshoofd begaf zich de volgen
de morgen naar het transportbedrijf.
Drie uur later verschenen de verhui
zers - stomdronken.
Een andere klant verzocht het trans
portbedrijf een koelkast thuis te be
zorgen, die hij in een plaatselijke win
kel had gekocht. De kast werd op het
verkeerde adres afgeleverd en eerst
anderhalve maand later weer opge
spoord.
De klachten stroomden binnen. De ad
junct-directeur I. Z. Vulf maakte een
standaard-antwoord voor de kla
gers: „Wij hebben uw klacht bestu
deerd en machtigen tot het treffen
van een regeling". Volgens de klanten
betekent dit een massa extra ellende.
Het plaatselijke dagblad Leningrads-
kaya Prwada hoorde van de klachten
en hekelde de directie in een uitvoe
rig artikel.
Meer dan duizend militairen van het
Zwitserse leger aan de ren. De 42 km
lange militaire koers van Frauenfeld moet
gelopen worden met volle bepakking.
Deelneming geschiedt op basis van vrij
willigheid.
ADVERTENTIE
I 3KÈS PORSELEIN
Vraagt folders bij de importeur:
,,'t HOOLHOES"lreneweg2 Bunde(L)
STUTTGART „Ik geloof dat de mensen een heel verkeerde indruk van
mij hebben. Harster en Zöpf zijn juristen.- Zij weten wat zij voor een recht
bank moeten zeggen. Ik heb mijn verdediging geheel overgelaten aan mijn
advocaat. Kijkt u eens hoe mijn handen trillen. Iedere herinnering aan het
proces maakt mij doodzenuwachtig. Ik moet bovendien mijn krachten spa
ren. Er staan mij, geloof ik, nog moeilijke jaren te wachten".
Op haar kamer in Stuttgart rookt
Fraulein Gertrud Slottke (65) de ene
sigaret na de andere. Ze is duidelijk
zenuwachtig. In de kleine kamer door 'n
wandmeubel verdeeld in kook- en
woon-slaapgedeelte, moet ze lang zoe
ken voor ze iets vindt. Zenuwen heb
ben van deze kleine vrouw een broos
schepseltje gemaakt. Niets aan haar
herinnert aan de „Heks van Wester
bork". Aan niets ook merkt men dat een
vijfjarige gevangenisstraf haar boven
het hoofd hangt.
Ze dyrft nauwelijks iets te zeggen
en laat zich pas fotograferen nadat
haar advocaat,' dr. Asc'henauér, daar
toe schriftelijk toesteming heeft ge
geven. En dan wil juffrouw Slottke
eerst nog naar de kapper „opdat de
mensen in Nederland een zo goed mo
gelijke indruk van mij krijgen".
Terwijl in Nederland vrijwel ieder
een van mening is dat Gertrud Slottke
de eerste maanden van haar vijfjarige
gevangenisstraf al achter de rug heeft,
loopt zij vrij rond door Stuttgart Haar
gewezen chefs genieten dit voorrecht
niet. Zowel Wilhelm Harster, de com
mandant van de Duitse Sicherheits-
dienst in bezet Nederland als zijn naas
te medewerker Willy Zöpf, hoofd van
het SD-bureau voor Joodse zaken zit al
achttien maanden achter de tralies.
Zij werden op 12 januari van het vo
rig jaar samen met Slottke gearres
teerd. De voormalige secretaresse die
vergaande bevoegdheden had inzake
de deportaties van Joodse Nederlan
ders, tekende via haar advocaat pro
test aan tegen het voorarrest. Ze deed
dat omdat ze er heilig van overtuigd
was, dat ze vrijgesproken zou worden.
Twee maanden na haar arrestatie
werd zij vrij gelaten.
Het Bundesverfassungsgericht (een
soort constitutioneel gerechtshof) was
van mening dat Slottke niet voor
vluchtpogingen in aanmerking kwam
en zodoende moest worden vrijgelaten.
Harster en Zöpf hebben nooit getracht
van dit voorarrest te worden ontsla
gen. In tegenstelling tot Slottke waren
zij ervan overtuigd dat ze veroordeeld
zouden worden.
Gehydrateerde titanium-oxyde in kor
relvorm lijkt op een enorme legpuzzel.
Dit bleek tijdens recente proefnemingen
bij experimenten om uranium uit zeewa
ter te winnen in het laboratorium van het
Britse gezagsorgaan voor atoomenergie
te Harwell. De zee bevat enorme hoeveel
heden uranium in opgeloste vorm. in een
constante, hoewel zeer lage concentratie.
Gehydrateerde titanium-oxyde absorbeert
deze en levert na bepaalde behandelingen
oplossingen waarin het uraniumconcen-
traat tienduizendvoudig wordt verhoogd.
LONDEN „The Mousetrap", het
toneelstuk dat langer dan welk ander
ook in de Britse theatergeschiedenis
loopt, is aan zijn 16de jaar begonnen.
Dat is een mooi moment om enkele
statistische gegevens te verstrekken.
Men is nu aan de 6.325ste uitvoering
en het Ambassadors Theater zal als
gewoonlijk uitverkocht zijn. Het gor
dijn is 75.000 keer gehaald.
Meer dan 2 miljoen mensen hebben
het stuk gezien. Vijftien hoofdrolspeel
sters en vrijwel alle toneelmeubilair
moesten in die 16 jaar worden vervan
gen. Maisie Brown, die zorg draagt
voor de kostuums, heeft alles tezamen
een 50 km aan toneelkleding gestreken
en geperst.
Agatha Christie schreef „The Mouse
trap" oorspronkelijk als hoorspel ter
gelegenheid van de 80ste verjaardag
van koningin Mary, die in 1953 over
leed.
De première vond op 25 november
1952 in het Ambassadors Theater
plaats. Op 12 april 1958 waren 2.239
voorstellingen achter de rug.
t
CHEMICALIËN DRINGEN IN
ONS LEEFMILIEU BINNEN
AMSTERDAM Met meer stelligheid
dan enkele jaren geleden kan thans
worden beweerd, dat een verband
tussen blootstelling aan haarlak en
het ontstaan van longaandoeningen
niet bewezen en zelfs niet waarschijn
lijk is. Dit wordt geconcludeerd in
een artikel in het Nederlands Tijd
schrift voor Geneeskunde van de
hand van prof. dr. L. Zielhuis
hoogleraar in de hygiëne aan de uni
versiteit van Amsterdam, en dr. .J
H. R. van der Pas, medisch adviseur
van de bedrijfsvereniging voor detail
handel en ambachten.
Niet alleen in de medische litteratuur,
aldus het artikel, maar ook in de al
gemene pers is het laatste decennium
veel aandacht besteed aan een ver
moedelijk verband. Sommige geval
len zouden zelfs tot de dood hebben
geleid.
In kringen van artsen en van kappers
heeft dit tot ongerustheid aanleiding
gegeven, meer dan onder de vrouwe
lijke consumenten.
Het huidige verbruik van haarlak in
Nederland wordt geschat op ruim 11
miljoen bussen van gemiddeld 12 a
14 Engelse ons, wat neerkomt op
ruim 4 miljoen kg per jaar.
In antwoord op de vraag of, en in hoe
verre er risico voor de gezondheid
bestaat bij het inademen van verne
velde haarlak, schrijven de samen
stellers van het artikel o.m. dat er
mogelijk enkele, individuele gevallen
van anders- of overgevoeligheid zijn
en dan nog vooral ten aanzien van
het zich blootstellen aan schellak
haarlak. Maar ook dit schijnt dan
nog zeldzaam te zijn, vele malen
minder frequent dan b.v. allergie of
hyperergie tegen vele moderne che
micaliën (ook kosmetica), die hoe
langer hoe meer het leefmileu mede
gaan bepalen.
LH EM IS AT IE
De „chemisatie" van het milieu, niet al
leen in het bedrijf, maar ook voor de
totale bevolking via al of niet opzet
telijke toevoeging aan voedsel, water,
lucht, bodem, is een ernstig pro
bleem. De stoffen lie in het milieu ge
raken en die als zodanig voor het op
timaal somatisch-biologisch functio
neren van het menselijk organisme
niet noodzakelijk zijn, moeten steeds
terdege op hun eventueel nadelig ef
fect worden onderzocht.
Dat de haarlak nu als betrekkelijk on
schuldig naar voren komt, ontslaat
volgens het artikel de medicus niet
van de plicht, toch te propageren dat
deze „chemisatie" steeds zo gering
mogelijk moet zijn.
De problematiek van de milieuhygiëne
is juist, dat vele chemicaliën, die voor
de individuele mens als zodanig niet
nodig zijn, voor het welzijn van de
mensheid, de samenleving, wel nood
zakelijk kunnen zijn. De behoefte aan
cosmetica is gebaseerd op een so
ciaal gevormde wens ten behoeve
van het intermenselijk verkeer. Daar
vele van de ingevoerde stoffen
„vreemd" zijn aan het biologisch or
ganisme, moet men de aanwezigheid
hiervan in ons leefmilieu hoogstens
accepteren als een in meer of minde
re mate noodzakelijk kwaad, maar
niet als een gewenste situatie. In dit
opzicht, zo besluit het artikel, heeft
de ophef die rondom de haarlak is
ontstaan, in algemene zin toch enig
nut gehad, want dat is de aanleiding
geweest tot het telkens herhalen van
het onderzoek naar de mogelijke risi
co's die aan het gebruik van deze
stof verbonden zouden kunnen zijn.
Ook toen de rechtbank in München
bewezen achtte dat Slottke medeschul
dig was aan de dood van 42.729 joodse
Nederlanders en zij tot vijf jaar ge
vangenisstraf werd veroordeeld, zag
men geen aanleiding haar in hechtenis
te nemen. Haar advocaat tekende ho
ger beroep aan en dat houdt in dat
juffrouw Slottke al sinds het vonnis
van 24 februari van dit jaar in vrijheid
mag leven.
Ze is nog steeds van mening dat ze
geheel ten onrechte is veroordeeld. „Ik
wist echt niet wat er met de joden ge
beurde. Mijn chefs waren juristen.
Voor hen had ik ontzag. Ik nam aan
dat alles wat zij deden en wat ze mij
opdroegen juist was", is het enige dat
ze over haar proces wil zeggen.
Ze moet zich elke week melden bij
de politie. Haar paspoort is haar ont
nomen. De enige met wie ze over haar
problemen kan spreken is mevrouw
Schell, haar oude buurvrouw in de
Weidachstrasse.
Haar advocaat, de bekende vrij-
pleiter van nazi's, dr. Rudolf Aschen-
auer uit München, is niet veel mede
deelzamer.
„Deze maand verwacht ik de schrif
telijke bevestiging van het vonnis. Bin
nen een maand daarna moet ik bij het
Bundesverfassungsgericht in Karlsru
he beroep aantekenen. Wordt dit be
roep aanvaard, dan zal in München
een nieuw proces worden gevoerd. Pas
als ik de schriftelijke bevestiging van
het vonnis heb doorgenomen, kan ik
zeggen op welke wijze ik de verdedi
ging verder ga voeren".
„Wellicht doe ik een beroep op de
zogenaamde Befehlsnotstand. Naar sub
jectieve opvatting zou er wellicht ge
vaar hebben bestaan voor lijf en leven
indien mijn cliënte een bevel niet had
opgevolgd. De hoofdzaken zijn hier: hoe
groot was de kennis van juffrouw Slott
ke over wat er gebeurde en welke druk
hebben haar meerderen op haar uitge
oefend."
In Nederland makt men zich minder
zorgen over de herziening van het pro
ces. „We treffen nog geen voorberedin-
geru Het is niet waarschijnlijk dat Karls
ruhe tot revisie van het vonnis besluit.
Dit is een louter formele kwestie", al
dus een medewerker van het Rijksinsti
tuut voor Oorlogsdocumentatie in Am
sterdam.
AI met al zal het nog vele maanden
duren eer juffrouw Slottke haar straf
ondergaat. Voor vele mensen is dat een
onbegrijpelijke gang van zaken. Hoe le
gaal het ook mag zijn.
ADVERTENTIE
DDD
DDIS
Belgisch paviljoen
blijft in Canada
MONTREAL Het Belgische pavil
joen op de wereldtentoonstelling Expo
'67 is overgedragen aan de stad Mon
treal.
De sleutels van het paviljoen zijn
overhandigd aan burgemeester Jean
Drapeau. Hij kreeg ze uit handen van
Jan-Albert Goris, commissaris-gene
raal van het paviljoen en voorzitter
van de Expo-bestuurscommissie van
commissarissen-genera a 1
In de fontein van het paviljoen wer
den munten ter waarde van 7.745,13
dollar geworpen. Het geld zal worden
geschonken aan het oogheelkundig in
stituut van de universiteit van Mon
treal.
■i
4