Resten van onze welvaart
schaden het natuurschoon
Rommelhoeken" bij
N
steden bepleit
Nieuw wegenplan
van advocaat
Nieuwe burgemeester De Graaf
woonde al eerder in Nijmegen
Aan veel gewend geraakt
in veelzijdige loopbaan
Caravan steeds
meer populair
GESPREK MET MINISTER IR. W. F. SCHUT
Dikke dame
viel teveel af
Ontwerp in 28 getypte
regels naar. minister
Niet veel overeenkomst met Lisse...
Elektronisch brein
faalt in liefde
Graag goed zijn
MEER STOFFEREN
DRIE KEER GROTER
NIEUWE PLANNEN
VECHTPETJE
IN DE POLITIEK
IN VENEZUELA
GE EIS ARME METS SEIS
INVALSWEGEN
bijna achthonderd plekken in Nederland liggen de al of niet verroeste
overschotten van wat eens auto's waren, op elkaar getild. Tienduizenden
mensen 's zomers meer dan 's winters ergeren zich mateloos aim de ..ver-'
woesting" van het toch al niet meer zo uitgebreide brok natuurschoon, dat dit
land nog over heeft. ..Het landschap wordt bezoedeld"heeft minister Schut in
de 7 weede Kamer gezegd. En nu. terwijl we alletwee aan een andere kant van
de tafel in zijn werkkamer in het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelij
ke Ordening zitten, licht hij toe: „We zijn zo welvarend, dat onze afval een pro
bleem gaat worden".
Ir. W. F. Schut, onze minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening„De verzamelplaatsen
van autowrakken vormen 'n hoogst
actueel probleem, nu zij het l'and-
schap gaan bezoedelen. We moeten
dit probleem zo goed mogelijk voor
Nederland zien op te lossen, mis
schien wel via waarborgen of
sancties, dat staat nog te bezien".
•ft*
J J
Minister ir. W. F. Schut is een lange
man, met een streepjespak a la de heer
Luns, die zijn colbert dichtknoopt al
vorens een hand te geven. De woorden
zijn wat afgezaagd, maar iemand als
minister Schut noemt men „een bemin
nelijk man". Het kost niet de minste
moeite om je in zijn ministeriële ka
mer binnen één minuut thuis te voelen,
tussen de twee fel-oranje fauteuils, het
bureau, een conferentietafel en een
beeld van een steigerend paard.
Ik wil eigenlijk eerst dit zeggen:
„Excellentie, het is gewoon plezierig,
dat de minister van Ruimtelijke Orde
ning de tijd wil nemen om over die
autokerkhoven te praten en begrip
toont voor de bekende doorn in dat
oog van zovelen, wanneer ze in ons
land steeds maar méér van die hopen
oud roest tegenkomen".
Maar ik zeg het niet, want ik vind
Ineens, dat het te vleierig klinkt en
daarom begin ik maar zakelijk: „Ex
cellentie, u heeft toegezegd, dat u bij
de gemeentebesturen zult aandringen
op maatregelen tegen autokerkhoven
ln die zin, dat al die opstapelingen
wat gaan verdwijnen en het land
schap er wat fraaier gaat uitzien".
„Klopt", antwoordt minister Schut.
„Die circulaire gaat begin 1968 de
deur uit. Of de gemeentebesturen recht
streeks worden aangeschreven of via de
provincies, dat moet ik nog even bekij-
kan, want ik wil de zaak natuurlyk niet
buiten de provinciale besturen om re
gelen. En het is ook denkbaar dat ik die
provinciale besturen zelf om bemidde
ling vraagt, maar er gaat iets gebeuren,
daar kunt u van op aan".
Het probleem „afval" is er een, dat
ook minister Schut een beetje doet
zuchten. „Waar gaan we met al dit
afval heen, want daar gaat het toch
om", zegt hij. „Het zijn niet alleen de
autokerkhoven, waarvan er vele het
landschap ontsieren. Je hebt ook de
opslagplaatsen met oud ijzer, met bui
zen en oude ketels. Die werken net zo
goed bijzonder storend. Voor al die
dingen zoekt men natuurlijk goedkope
terreinen en dat zijn agrarische terrei
nen. Bovendien wordt er, met name
op die autokerkhoven, dikwijls nog ge
handeld, want er zijn nog van allerlei
onderdelen van die auto's te verkopen.
Dat betekent dus, dat men behoefte aan
reclame heeft, eventueel borden plaatst,
en in elk geval zo dicht mogelijk aan
de weg wil liggen. Maar dat is na-
turlijk kwalijk uit het oogpunt van
landschapsschoon en er is veel te wei
nig gedaan aan de stoffering rond die
autokerkhoven".
Wat minister Schut nodig acht dat is,
dat de verzamelplaatsen van wrakken
niet zomaar op toevallige plekken te
recht komen.
„Het is natuurlijk geen juridische
betiteling", zegt hij, „maar de gemeen
ten zullen een rommelhoek moeten zoe
ken. Bij alle plannen die een gemeen
te maakt voor verfraaiing en uitbrei
ding, moet er gedacht worden aan dit
IR. W. F. SCHUT
jytevrouw Celesta Geyer, die eens on
der de toneelnaam Dolly Dimples
optrad als dikke dame op kermissen en
in circussen, met een borstomvang van
twee meter en een taille van 2,1 meter,
klaagt nu. dat ze te licht is geworden.
Ze is nu een „slanke den" van 1,2 me
ter en weegt maar 49 kilo. In 1950, toen
zij nog optrad, woog zij 251 kilo.
Zij rwreeg in dat jaar een hartaanval
en de dokter schreef haar een menu van
baby voedsel voor en zei: „dieet houden
of doodgaan. Dolly".
„Vlak voor mijn hartaanval placht ik
te bidden om dood te mogen gaan, om
dat ik zo hulpeloos was", vertelde mevr.
Geyer, die nu 66 is en in Dania, een
voorstad van Miami, een kunstzaaltje
voor amateur-schilders heeft. „Ik viel
ln 14 maanden 181 kilo af", zei zij.
Haar dieet bevat 800 calorieën per
dag. Zij gebruikt b.v. een kop kippesoep,
een cracker, wat sla en taptemelk als
lunch.
soort noodzakelijke toevoegingen. Er
zijn al provincies, zoals Limburg en
Friesland, waar men de autokerkho
ven wil aanpakken en waar de provin
cie zelf een terrein voor opslag heeft".
Excellentie, op dit moment dus bij
na achthonderd autokerkhoven in Ne
derland en er is becijferd dat, wanneer
het allemaal zo doorgaat, het er in het
jaar 2000 wel drieduizend zijn.
„Aha", zegt minister Schut, „maar
dat is een kousje van een ander been"
en ik bedenk ineens, dat ik die uit
drukking nooit eerder hoorde.
Minister Schut gaat er even voor
verzitten en vervolgt: „Het zou een
heel slechte ontwikkeling zijn wanneer
we het beslag op onze ruimte gelijke
tred lieten houden met de uitbreiding
van ons autopark want dat laatste
zie ik nog wel drie keer zo groot wor
den. De kwestie is, om de wrakken in
een handzame vorm te krijgen, dan
hebben ze nog <tel enige waaarde ook".
De bewindsman noemt enkele prij
zen: in Rotterdam betaalt men voor
een autowrak twee tot twintig gulden
(„Een' tientje gemiddeld", zegt hij) en
het werkelijke schroot van een auto
brengt ongeveer vijftig gulden op.
..Maar het moeilijkste is het vervoer
probleem van die wrakken", aldus de
heer Schut. „Dat zijn zuivere onkosten,
net zoals het afbranden van de lak.
Daarom zijn die prijzen voor de wrak
ken ook zo laag.
Maar excellentie, we hebben toch
machines, die van een autowrak een
keurig vierkant pakje kunnen maken?
„Ja een stuk of vijf staan er nu in
ons land", is het antwoord van ir. Schut.
„In Amsterdam, Den Haag, Rotterdam
en Zutphen. Ze zijn in particuliere han
den, eigendom van schroothandelaren
dus en kosten anderhalf miljoen gulden
per stuk. Het is een kwestie van renta
biliteit om anderhalf miljoen eruit te
halen en... de wrakken aan te voeren."
In Amerika, hoor ik van de minister,
heeft men een machine „die het nog
veel mooier doet en die kost twaalf mil
joen. Eén zo'n ding zou in ons land in
de behoefte voorzien. Maar wat bete
kent dat voor de persen (en de eige
naars ervan) die er al zijn? Eén ding
staat vast: we moeten er achter zien te
komen hoe we het probleem van de
aptowrakken in Nederland afdoende
kunnen oplossen. We zijn er druk mee
bezig, maar de plannen zijn nog niet
concreet", aldus minister Schut.
Wanneer ik de mogelijkheid opper om
wrakken met een schip een eind de zee
op te brengen en daar te laten zakken,
vindt de minister dat niet zo'n erg
fraaie oplossing en bovendien moet je
er een schip speciaal voor inrichten en
het transport is onvoordelig, omdat de
autowrakken „volume-wrakken" zijn en
dus veel plaats innemen.
„Maar er is nog iets anders en dat
is ook een doorn in het oog", zegt hij.
„Dat zijn die oude en niet meer bruik
bare wagens, die men gewoon langs de
weg of in een straat laat staan."
En dan komt minister Schut met een
paar plannen, die ik helemaal nieuw
vind. Hij zegt: „Je" zou dat langs de
weg laten staan moeten bestrijden. Je
zou ook tot een regeling kunnen komen,
die de eigenaar van de auto verplicht
motorrijtuigenbelasting te betalen zo
lang hij zijn wagen niet heeft ingele
verd. Er bestaat ook nog de mogelijk
heid om een waarborgsom te storten
vastgekoppeld aan het kentekenbe
wijs bijvoorbeeld en dat bedrag
krijgt degene terug, die de auto een
maal wrak geworden tot vernieti
ging inlevert. Het systeem met die
waarborgsom bestaat al in Zweden.
Minister Schut vindt het probleem
van de wrakken „een hoogst actuele
zaak", maar hij kan vanzelfsprekend
geen datum noemen, waarop er niet
meer van een probleem gesproken kan
worden.
Hij stelt wel zonder omwegen dat
men, op de plek waar een autokerk
hof wordt ingericht, voor een zeer
goede beplanting moet zorgen „Met
een garantie dat zo'n beplanting er
blijft staan", zegt hij, „en niet geleide
lijk door de wrakken wordt weggescho
ven. Dus de beplanting van het werke
lijke autokerkhof gescheiden door een
eigendomsgrens". Wanneer in de toe
komst de terreinen, waar een auto
kerkhof wordt ingericht, in een bestem
mingsplan worden ondergebracht, dan
betekent dat automatisch, dat die ter
reinen duurder worden en dat het min
der voordelig wordt een autokerkhof te
exploiteren.
„Dus krijg je tegen die tijd nog min
der voor een wrak", aldus ir. Schut.
„Of - en ook daaraan zal men moeten
wennen - men moet gaan betalen om
van zijn autowrak af te komen, zoals
in Amerika al gebeurt."
Net zoals je reinigingsrechten be
taalt om van je huisvuil af te komen?
„Net zo", zegt de minister van Ruim
telijke Ordening. „Het ligt in de lijn,
dat dit gaat gebeuren. Maar als het
binnen redelijke bedragen blijft went
het ook. Aan de andere kant maakt
zo'n maatregel het onbeheerd achter
laten van wrakken natuurlijk nog aan
trekkelijker en dat zou door sancties
dan weer voorkomen moeten worden.
U ziet dat de zaak meer kanten heeft
dan alleen maar wat oude auto's in een
stuk weiland".
Maar minister Schut blijft erbij dat
ons landschap op dit moment „wordt
bezoedeld" en hij is zonder meer van
plan zulks tegen te gaan.
Het was gewoon fijn, dit van de mi
nister te horen.
T?en Nederlandse advocaat heelt minister Bakker van Verkeer en Waterstaat
■"-J 'n plan voorgelegd om nieuwe, smalle wegen te laten maken, die goedko
per zij en minder ongelukken in de hand werken. Is een advocaat dan 'n ver-
keersdeskundige? Dat is per definitie niet nodig. Een advocaat is wel een man
die denkt en deze advocaat is een rationeel man: hij heeft zijn hele plan aan
minister Bakker voorgelegd in 28 getypte regels plus een begeleidend briefje
van twee en een halve regel.
Tussen Lisse en Nijmegen is niet veel overeenkomst aan te wijzen. Lisse is
een rustig bollencentrum met vijftienduizend inwoners, van wie er vijftien
de gemeenteraad vormen. Nijmegen is een oude universiteitsstad met 145.000
inwoners, die 39 stadgenoten naar de gemeenteraad afvaardigden.
De man. die over enkele weken aan deze vergelijking zal moeten wennen, it
mr. Th. M. A. de Graaf, nu nog burgemeester van Lisse. maar met ingang van
16 januari bestuurder van Nijmegen, de stad waarvan Anton van Duinkerken
eens heeft gezegd: Nijmegen is een noordelijke en een zuidelijke stad. Een zui
delijke stad, want het heeft een carnaval. En een noordelijke stad, want het kan
het niet vieren.
Hij kent het rechtspreken, want tus
sen 1937 en 1940 werkte hij als ambte
naar bij het openbaar ministerie in
Bandoeg en als landrechter in Ban
doeng en omstreken. Zittende en staan
de magistratuur liepen dwars door el
kaar heen.
Hij kent het militaire apparaat, want
hij moest zijn juridisch werk in Ne-
derlands-Indië steeds drie weken af
breken om als reserve-officier te die
nen.
Het kent de onderhandelingstafel,
want hij nam deel aan de Rondetafel
conferentie net Indonesië in 1949.
Hij kent het politieke spel op het
Binnenhof, want van 1948 tot 1963 had
hij voor de KVP zitting in de Tweede
Kamer.
Maar bovenal kent hij het burge-
meestersambta dat hij sinds 1946 be
kleedt. „Je staat tegenwoordig op de
tocht, maar het is het liefste wat ik
doe".
Mr. De Graaf heeft in de loop der
jaren zoveel terreinen bewerkt, dat hij
een gesumblimeerd gevoel voor be
trekkelijkheden heeft gekregen. Zelfs
over zijn internering door de Japan
ners in het Landsopvoedingsgesticht te
Bandoeng kan hij in understatements
spreken. („Het was er een beetje Ber-
gen-Belsenachtig, met zulke slaap-
plaatsjes enzo". Houdt duim en wijs
vinger enkele centimeters van elkaar
om de omvang van de mini-britsen aan
te duiden).
Toch heeft het weinig gescheeld of
mr. De Graaf had deze periode niet
overleefd. In 1942, hij was intussen
naar een strafkamp overgebracht,
kreeg hij de doodstraf omdat twee In
dische militairen waren ontsnapt ter
wijl hij wachtcommandant was.
„Ik liep al van iedereen afscheid te
nemen. Tegen elke Japanner die ik te
genkwam en je moest daar iedereen
aanspreken zei ik: Geen bijzonder
heden, want dat was het enige Japans
dat ik kende. Wat, geen bijzonderhe
den? Je hebt net twee krijgsgevange
nen laten ontsnappen, riepen ze dan.
En dan kreeg ik weer een watjekou".
Op de dag dat hij met de bajonet ter
dood zou worden gebracht, moest hij
met zijn mannen aantreden. Urenlang
stonden de gevangenen daar, maar er
gebeurde niets. Op een gegeven mo
ment moest iedereen inrukken, de
wachtcommandant incluis. „Pas de
volgende dag begepen we wat er aan
de hand was. We hoorden dat het de
keizer had behaagd ons tot krijgsge
vangene te verklaren en vanaf dat
TAe 19-jarige Ann Walker en de 20 ja-
rige Derek Stoneham, die in Lon
den door een elektronisch brein uit
12.000 kandidaten zijn uitgekozen als
het ideale paar, hebben ook in Parijs
geen liefde voor elkaar kunnen opvat
ten
Zij waren door de organisatoren van
het experiment als verlovingsreis naar
de lichtstad gestuurd. Onder de Eiffel-
toren verklaarde het paar echter niets
voor elkaar te voelen- „Het is ons een
voudig niet mogelijk om verliefd op el
kaar te worden", zeiden Ann en Derek,
die volgens het elektronisch brein voor
elkaar bestemd zijn.
moment werden we ook als zodanig
behandeld".
Nr. de capitulatie met ziekteverlof
naar Nederland. In februari 1946 stap
te hij met zijn vrouw en twee kinde
ren inmiddels zijn het er zes aan
boord van een troepentransportschip.
„Ik sliep met mijn zoon van zeven in
het ruim. Bij Suez kregen we een pak
ingezameld bij een hulpactie in Ne
derland. De mouwen kwamen tot de el
leboog en de broek tot de kuiten. Ik
hield mijn Amerikaanse vechtpet maar
op; mijn moeder wist niet wat ze zag
toen ik in IJmuiden aankwam".
In IJmuiden stond ook een vertegen
woordiger van het ministerie van oor
log, die mr. De Graaf vroeg op het de
partement te komen werken. Hij wilde
liever eerst zijn familie zien. Later
over de toekomst pratend adviseerde
een kennis van zijn vader hem burge
meester te worden.
„Maar wist ik hoe ik dat doen moest.
Ik keek welke plaatsen vakant waren,
zette alle namen onder elkaar en stuur
de een gezegeld verzoekschrift aan de
Koningin. Nou ja, ik kwam uit Indië
en daar deden we niet formeel. Ik kreeg
te horen dat dit echt niet zo kon en dat
ik voor elke gemeente afzonderlijk
moest solliciteren. Ja, dat was reuze
knots".
Mr. De Graaf stapte maar eens naar
de chef van het kabinet der Koningin in
Gelderland, de tegenwoordige hoogle
raar prof. mr. J. V. Rijpperda Wierds-
ma, en hoorde daar dat Maasdriel vrij
was. „Ik zoeken, maar ik kon het niet
vinden. Niet oo de atlas en niet in een
encyclopedie.
Dat vond ik te gek en ik dacht: Dat
doe ik niet".
„Totdat de commissaris me uitlegde
dat de gemeente vroeger Driel heette,
maar dat de Duitsers het Maasdriel
hadden genoemd om verwarring met
Driel bij Arnhem te voorkomen. Er wa
ren daar wat plaatselijke moeilijkheden
en de commissaris zie dat hij iemand
nodig had die van verre kwam, des
noods uit Indië".
Zo werd mr. De Graaf burgemeester.
In zijn Maasdriclse tijd verzorgde hij
radiolezingen over de politieke ontwik
kelingen in het na-oorlogse Indonesië
en dat leidde tot contacten met de
Maasbode, waarvan hij medewerker
werd. Ook Romme las zijn artikelen en
zo belandde hij in de Nederlandse poli
tiek.
Toen de KVP in 1948 de kwaliteitsze
tels invoerde, kreeg hij een plaats in de
Tweede Kamerfractie en werd hij on
middellijk in het college van negen
mannen gestopt dat de Rondetafelcon
ferentie met Indonesië voorbereidde.
Later had hij een belangrijk aandeel
in de debatten over Nieuw-Guinea en
stond hij aan de wieg van het Statuut
met de West.
In 1963 trok hij zich uit de Kamer
terug, dertien jaar nadat hij van Maas
driel naar Lisse was verhuisd. Nu, als
bekroning»en afsluiting, zijn benoeming
tot burgemeester van Nijmegen. Een
benoeming zonder inspraak van de raad
de fractievoorzitters hebben daar
ook hun teleurstelling over uitgespro
ken. Maar over de persoon van de
nieuwe burgemeester is geen kwaad
woord gevallen en dat is ook meer dan
sommige pasbenoemde collega's kun
nen zeggen.
Wat wil men met de inspraak, vraagt
mr. De Graaf zich af. „Ons staatsbestel
is mede op de benoemde burgemeester
gebouwd. Een zelfstandige burgemees
ter, die boven de partijen staat, kan de
belangen van zijn gemeente met mede
werking van de raad naar eigen inzicht
behartigen en krachtiger bij de centra
le overheid bepleiten."
„De regering zal een gekozen burge
meester niet meer als zo'n onafhanke
lijk burgemeester zien. omdat hij poli
tiek moet bedrijven. Daardoor ontstaat
het gevaar van een centralistische in
vloed. Inspraak vind ik van grote bete
kenis, maar zij mag nooit gaan in de
richting van een bepaalde persoon, want
dan wordt het kiezen".
Ook zonder deze inspraak weet bur
gemeester De Graaf dat hij welkom is in
de stad, waar hij op kamers woonde
toen hij voor zijn doctoraal Indisch
recht zat. En waar hij na de oorlog bij
familie inwoonde voordat hij zijn burge
meesterscarrière in Maasdriel begon.
De keten is nu gesloren. En nog steeds
heeft mr. De Graaf géén huis in de stad
waar hij twee keer heeft gewoond.
AMSTERDAM Dc caravan wordt
in ons land steeds populairder en auto's
zijn er dit jaar ruim 260.000 verkocht.
Dat de fietsenmarkt met drie procent
terugliep is weinig schokkend. We zul
len dit jaar weer niet ver van de
600.000 verwijderd blijven. Dc fiets
blijft ons meest verkochte vervoermid
del. Verheugend is voorts dat de rij
wielexport weer wat toeneemt. Dit
schrijft de algémeen voorzitter van de
RAI. de heer S. Schootstra, in het de
cembernummer van het officiële or
gaan van de RAI.
Wat 1968 betreft, het jaar dat voor
de RAI het 75ste zal zijn. ziet de heer
Schootstra het zo: Nederland motori
seert op vier en op twee wielen stug
door. En wat die tweewielers betreft
noemt hij het z.i. indrukwekkende ver
koopsucces bij de bromfietsen, waar
van er in 1967 meer dan 300.000 ver
kocht werden. Hoewel men volgens de
heer Schootstra daarbij bedenken moet,
dat de omzetten in geld nauwelijks ge
stegen zijn omdat de belangstelling voor
de lagere prijsklassen weer relatief
sterk toenam. De omzetbelasting heeft
deze tendens in de hand gewerkt. En
nu is, aldus de voorzitter van de RAI,
ondanks onze goed gefundeerde protes
ten, voor 1968 de belasting op brom
fietsen opnieuw hoger geworden. Wat
de gehele branche betreft ziet hij geen
reden tot al te groot optimisme maar
men slaat er zich ondanks de minder
gunstige conjunctuur toch goed door
heen. Bij de bedrijfswagenverkopen, zo
wel bij bestel- als vrachtauto's onder
vinden de leveranciers echter wel een
conjuncturele terugslag, terwijl in de
sector van de zware vrachtwagens, aan
hangers en opleggers door het naar de
mening van de heer Schootstra verwer
pelijke plan-Leber de vooruitzichten er
niet beter op worden.
0 DEN HAAG Dezer dagen zijn
bij K.B. benoemd tot leden van de
Raad voor de Kunst prof. dr. A. J. M.
Asselbergs te Bunnik en ir. J. J. M.
Vegter te Leeuwarden.
De minister van Cultuur, Recreatie
en Maatschappelijk Werk mej. dr. M.
A. M. Klompé heeft bepaald dat prof.
Asselbergs alslid van de Raad voor
de Kunst zitting zal hebben in de af
deling muziek en ir. Vegter als lid van
deze raad in de afdeling beeldende
kunsten en bouwkunst.
Een kijkje in het hart van de Rotterdamse metro: de centrale schakelta
fel. De signalering en beveiliging van het metroverkeer kan vanaf deze
bedieningstafel worden ingesteld op volledig automatische bedrijfstoestand
of op met de hand bediende afstandsbesturing.
Ook de stand van de in de tunnel aanwezige gas- en waterdeuren wordt
met deze apparatuur gecontroleerd. Op vrijdag 9 februari komt prinses Bea
trix naar de Maasstad om tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Doelen de
bijna zes km lange en 250 miljoen gulden kostende metrolijn officieel in ge
bruik te stellen. De prinses zal een rit maken van het metrostation Centraal
nattr station Zuidplein.
In de Haagse Javastraat komt hjj
overeind achter zijn bureau en
steekt een hand uit: een lange man met
een rustige stem en een aristocratisch*
kop: mr. H, C. Visser, advocaat en be
lastingconsulent in de residentie. Wan
neer hij praat zijn zijn zinnen kort en
duidelijk. Geen prietpraat en een man
die zelf het stuur hanteert.
Hoeveel kilomter rijdt u per jaar,
meneer Visser?
„Vijfentwintigduizend", is het ant
woord.
Dat is vrij veel voor een advocaat.
„Ja. maar ik heb óók een buitenland
se praktijk".
Hoe bent u op dat plan van een-
baanswegen met éénrichtingverkeer ge
komen? vragen we.
„Eigenlijk in Venezuela", zegt hij.
„Ik heb daar een fenomenaal snelle ver
keersafwikkeling gezien op de weg tus
sen Maiquetia en Caracas. En later heb
je dan in het vaderland zo je gedach
ten, wanneer je de autoradio niet aan
hebt staan".
Wat mr. Visser bedoelt zijn eenbaans-
wegen met twee rijstroken. Op de rech-,
terrijstrook een maximumsnelheid van
tachtig kilometer per uur, op de linker
rijstrook een verplichte snelheid van
honderd (of 120 km) kilometer per uur.
„Op die linkerstrook kan dus nooit
de een de ander hinderen of inha
len", legt de heer Visser uit. „Tegen
liggers zijn er niet. want het is een een
richtingverkeer. En wie van de rechter-
strook naar de linker wil, die mag dat.
maar moet zich van dat moment (na
het invoegen) ook precies houden aan
voorgeschreven verplichte snelheid van
honderd of 120 kilometer".
En op die wegen zou mr. Visser geen
auto's willen zwaarder dan tweeduizend
kilo. De zware vrachtwagens zouden
van de conventionele autowegen ge
bruik moeten maken (terwijl ieder an
der die dat wil zulks natuurlijk ook kan
doen).
„De tracé's van eenbaanswegen zijn
natuurlijk veel smaller dan de strook,
die men tegenwoordig voor een weg no
dig heeft", vertelt de heer Visser. „Ik
heb nogal wat met onteigeningen te
doen. Wat dat betreft zit je dus met
een eenbaansweg ook veel eenvoudiger.
Bovendien wordt de weg zelf veel goed
koper, omdat je hem niet op het zware
verkeer hoeft te bouwen. Dat betekent
goedkopere bruggen, viaducten en fun
dering; En omdat het geheel bedoeld is
als ontlasting van de conventionele we
gen kunnen de op- en afritten tot een
uiterste beperkt te blijven; misschien
zelfs maar één".
Er is mr. Visser al verweten: En die
arme mensen dan die wonen in plaat
sen waar die eenbaansweg ook langs
loopt en die geen oprit hebben om erop
te komen?
„Dat zijn helemaal geen arme men
sen", zegt de heer Visser. „Die wil
ik ook helemaal niet helpen. Ik bedoel
bijvoorbeeld de verbinding Amsterdam
naar Het Gooi. Als daar zo'n eenbaans
weg met eenrichtingverkeer zou zijn.
dan zijn al die duizenden en duizenden
forensen geweldig uit de nood en de
mensen die „er tussen in" wonen en de
bestaande wegen gebruiken, hebben het
daar veel rustiger en schieten dus ook
veel harder op".
Inhalen, oorzaak van bijzonder veel
ongelukken, wordt praktische uitgescha
keld en de zogeheten middenberm-onge
lukken zijn uitgesloten. „Ik wil dus niet
ineens alles veranderen", stelt mr. Vis
ser heel duidelijk, „maar subsidiaire
wegen daar waar ze zo nodig zijn".
De heer Visser is er van overtuigd,
dat zijn plan ook het verkeer veel snel
ler een grote stad in of uit zal brengen
„Je kunt met zo'n weg bovendien het
Amerikaanse systeem toepassen", zegt
hij. „In de ochtend als invalsweg ge
bruiken en 's avonds als uitvalsweg.
Denk verder eens aan de wegen door
Noord-Holland, al zou het maar één
weg zijn daar, een soort pragmatisch*
oplossing".
Mr. Visser denkt, dat het systeem
„rechts 80 km, links 120" op de nu be
staande wegen ook best gebruikt zou
kunnen worden.
Laatste vraag, meneer Visser, ver
wacht u antwoord van minister Bak
ker?
„Geen idee", zegt de Haagse advo
caat. #„Ik had dit plannetje, ik heb het
voorgelegd, de deskundigen moeten nu
maar beoordelen of ze er iets mee wil
len doen. Ik kan er verder moeilijk wak
ker over gaan liggen".
IJij de N.V. Arbeiderspers in Amster-
dam is onlangs weer een boek van
de journaliste Harriet Freezer versche-
nen. Het is getiteld „Graag goed zijn",
een novelle over een vrouw, die echt
scheiding aanvraagt. Het gaat vooral
om de psychische achtergronden van da
vrouw, die zich in haar huwelijk letter
lijk verveelt en daarom een verhouding
aangaat met een vriend, die haar ge
lukkig kan maken, ondanks haar omge
ving.
De schrijfster heeft alle misère van
een echtscheiding zelf ondervonden. Er
zijn voorts alledaagse gebeurtenissen en
situaties geschetst, die iedereen wel
eens in zijn eigen leven heeft meege
maakt Maar toch... Juist door die alge
meenheid is het vaak weinig boeiend en
te oppervlakkig beschreven. Er worden
namelijk te vaak allerlei conclusies ge
trokken, zonder dat de situaties worden
weergegeven, waaruit deze gevolgtrek
kingen worden gedestilleerd. Hierdoor
krijgen de figuren uit het boek de vorm
van een type-mens, zonder iets persoon
lijks te hebben.