WAT WIJ
GELOVEN
De lofzang zonde r einde
Discussie-interview met
prof. dr. W. H. van de Pol
ZATERDAG 30 DECEMBER 1967
Prof. dr. W. H. v. d. Pol.
PROFESSOR, WILT U ONS ENKELE BIOGRAFISCHE .INLICH
TINGEN VERSCHAFFEN?...
Ik ben in 1897 te Nijmegen geboren en werd gedoopt in de
Nederlands-Hervormde St. Stevenskerk. Ik bezocht de lagere
school op de Klokkenberg. Later was ik twee jaar op de school
van de „Maatschappij tot Nut van het Algemeen".
GAVEN UW OUDERS U EEN STRENG GODSDIENSTIGE OP
VOEDING?...
Mijn ouders hadden in godsdienstig opzicht een ruim stand
punt. We gingen naar de Hervormde kerk, maar ook naar de
Lutherse kerk. Ik ontdekte in de Lutherse kerk een duidelijk
onderscheid tussen preekdienst en liturgische dienst. Verder ging
ik' persoonlijk ook nog wel eens naar het Leger des Heils. Ik
ben sterk piëtistisch-methodistisch beïnvloed. Echter ook litur
gisch.
BEZOCHT U GRAAG GODSDIENSTIGE SAMENKOMSTEN?...
Ik ben altijd heel graag naar de kerk gegaan. Niet
om een goed werk te doen, maar het lag in mijn aard. Ik
ging zondags minstens twee keer naar de kerk. Vaker drie of
vier maal. Mijn ouders gingen -ïeestal één keer.
VERSCHILDEN UW OUDERS PRINCIPIEEL?...
Mijn vader was praktisch Luthers geworden. Daar nam hij
deel aan het Heilig Avondmaal. Vader was een kerkelijk man.
Moeder behoorde tot de kringen, die de kerken wel nodig achtten,
maar toch maar in zeer betrekkelijke zin. Moeder had het ty
pisch kenmerk van de Anglicanen. Niet veel over godsdienst
praten, maar wel gelovig zijn. Ik heb meer het karakter en de
natuur van mijn moeder, maar de zin voor het godsdienstig ge
sprek heb ik van mijn vader.
RAAKTE DE GODSDIENST DUS WEL HUN INNERLIJK
ZIJN?...
Ze waren beiden echt godsdienstig en kerkelijk. Vader meer
warm. Moeder meer koel. Maar geen onverschillige koelheid. Zij
was niet emotioneel. Dat ben ik ook niet. Ik heb altijd veel ge
voel gehad voor orde en beschaving en pas me graag aan bij
anderen.
DOET DIT NIET WAT STOÏCIJNS AAN?...
Mogelijk wel. Ik heb mijn moeder nooit in tranen gezien.
Zelf ken ik ook geen uitbarstingen van emotionaliteit^
BRENGT GOD U NOOIT IN VERRUKKING?...
Nee, dat is een te sterk woord voor mij. Wel is God voor
mij de eigenlijke Werkelijkheid, maar ik ben nooit zo in verruk
king geraakt. Ik ben nogal flegmatisch.
BLEEF U ALTIJD IN NIJMEGEN?...
Wij verhuisden in 1912 naar Utrecht. Daar kwam ik voor
het eerst in aanraking met de strengere orthodoxie. Ik ging vaak
drie keer naar de kerk op zondag. Ik behoorde niet tot een ker
kelijke groep of partij. Ik kwam bij alle dominees.
WAT VOND U VAN DE BEKENDE DR. GUNNING, DIE TOEN
IN UTRECHT STOND?...
Ik ontdekte bij Gunning weinig objectiviteit. Het was een
piëtistisch-bevindelijk spreker. Geen vakgeleerde dus.
DEED U NOG MEER INDRUKKEN OP IN UTRECHT?..
Ik zou er lid worden van een jongelingsvereniging. Ik was
toen 15 jaar. Ik moest een beginselverklaring ondertekenen dat
de bijbel de enige kenbron van de waarheid is. Ik vroeg waarom
dat moest. Zij antwoordden dat volgens Rome de bijbel EN de
traditie kenbronnen waren. Ik zei: „Dat zou misschien wel waar
kunnen zijn", waarom ik dus niet tekende. Ik mocht toch lid
worden...
HOE KWAM U IN AANRAKING MET DE ANGLICAANSE
KERK?...
Toen ik 17 jaar was, werd er een Anglicaanse kerk geopend.
Ik kwam er langs en ging naar binnen. De dienst maakte een
geweldige indruk op mij. De mensen zoals zij daar zaten en
zongen. Zo beheerst en ordelijk. Ik ging voortaan 's morgens en
's avonds naar de Herv. kerk en 's middags naar de Anglicaanse.
HOE GING HET MET UW STUDIE DAAR?...
Op 18 jaar deed ik eindexamen HBS en ging aardrijkskunde
studeren. Ik werd lid van Unitas en de NCSV. Daar heb ik veel
mensen léren kennen en vele goede voordrachten gehoord. Ook
was ik enige tijd in Utrecht bijbelkring-secretaris van de NCSV.
Ik las veel theologische en filosofische werken. In 1919 kreeg ik
het vormsel van de Anglicaanse kerk.
WAT HAD U TOEN VOOR TOEKOMSTPLANNEN?...
In 1920 adviseerde vader mij om er eerst voor te zorgen
dat ik een basis had, om in mijn onderhoud te kunnen voorzien.
Hij suggereeerde mij rechten te gaan studeren. Hij wilde dat
ik in de politiek ging, maar mijn moeder vond mij daar niet
geschikt voor.
OP WELKE WIJZE BEGON UW MAATSCHAPPELIJKE LOOP
BAAN?...
Het curatorium van het lyceum in Zeist nodigde mij uit daar
leraar te worden. In 1920 werd ik benoemd als aardrijkskunde
leraar in een halve betrekking. Ik deed staatsexamen en He
breeuws. Van 1928 tot 1933 studeerde ik theologie en promoveer
de in 1936 op het proefschrift: „De kerk in het leven en denken
van Newman".
KON U MET UW THEOLOGISCHE OPLEIDING IETS BEGIN
NEN IN DE ANGLICAANSE KERK?...
Helemaal niets. Daarom liet ik me overschrijven naar de
Herv. kerk. Ik beschouwde dit zuiver als eqn praktische kwes
tie. Ik had nooit de vraag gesteld wat de ware kerk was. Lan
ge tijd ging ik op Goede Vrijdag 's morgens naar de katholieke,
's middags naar de Anglicaanse en 's avonds naar de Hervormde
kerk, zonder dat ik meende dat de verschillen elkaar uitsloten.
NOGAL NAÏEF DUS?...
Ik was niet zo dogmatisch. In de Anglicaanse kerk boeide
mij vooral de liturgie, de rust en de orde. De predikant sloeg
er nooit met de vuist op de kansel. De kerkgangers maakten geen
lawaai. Alles was beheerst. Er werden moderne liederen gezon
gen en er werd kort gepreekt. (Ik heb altijd sceptisch gestaan
tegenover lange preken).
HOE STOND U TEGENOVER KARL BARTH?...
In 1920 was ik een van de eersten in Nederland die Barth
las. Barth had veel invloed op mij.
VERLIEP UW LEVEN ZONDER SCHOKKEN OP GODSDIEN
STIG TERREIN?...
In 1937 ging ik als secundus afgevaardigde, naar de confe
rentie in Edinburgh. Toen kreeg ik een reële schok. Voor het
Het koor van de St.-Paul.
bent in elk geval met de apostolische stoel verbonden. Ik ben
niet R.K. geworden omdat ik de overtuiging had dat in die kerk
alles beter is dan in andere kerken. Wel dat daar het lichaam
van Christus is. Het gaat om de werkelijkheid. Maar daarom
heet alles nog niet goed in de R.K. kerk. Stellig niet!
HOE WAS UW LOOPBAAN IN DE R.-K. KERK?...
In 1948 werd ik buitengewoon hoogleraar en sinds 1956 ge
woon hoogleraar te Nijmegen. Ik doceer protestantisme en angli-
canisme. Ik behandel de theologie van Luther, Calvijn, de Angli
canen. Mijn afscheidscollege gaat over de God-is-dood theolo
gie.
IS EEN ROOMS-KATHOLIEK WEL ZEKER V£N ZIJN ZALIG
HEID, DAAR HET CONCILIE VAN TRENTE LEERT DAT
GEEN MENS MAG BEWEREN DAT HIJ ZEKER WEET DOOR
GOD GEPREDESTINEERD TE ZIJN, TENZIJ HEM EEN BO
VENNATUURLIJKE MEDEDELING GEDAAN WORDT?...
Deze uitspraak speelt in de R.K. kerk helemaal geen rol.
Normaal is dat iemand als kind gedoopt wordt en daardoor ge-
Reinigd is van de erfzonde en ingelijfd wordt in het mystieke li
chaam van Christus. Vervalt men weer tot zonde dan gaat men
biechten. Indien men dan ook regelmatig ter communie gaat mag
men met morele zekerheid, (geen absolute zekerheid) aannemen,
dat God de mens bij het sterven niet in de steek zal laten.
MAAR PAULUS ZEGT TOCH MAAR: IK BEN VERZEKERD
ENZ...
Ook dat is een morele zekerheid. Geen absolute, want alleen
God is absoluut.
HOE BEZIET U HET LEVEN NA DE DOOD?...
Wij leven niet door in de aardse tijd-ruimtelijke zin. Tijd
en ruimte zijn typisch aardse voorstellingswijzen. In onze voor
stelling zijn wij aan de aarde verbonden. Er zijn echter In het
heelal tienduizenden andere mogelijheden. Wat er gebeurt en hoe
het gebeurt, daar weten we niets van.
WAT VINDT U DAN VAN DE NIEUWE HEMEL EN DE NIEU
WE AARDE?...
Veel dingen zijn sterk symbolisch. Niet dat het geen werke
lijkheden zijn, dat zijn het juist wel, maar het is een bepaalde
wijze van voorstellen. Wij hebben het altijd over voorstellingen
die aards zijn, als wij het hebben over een werkelijkheid die heel
anders zal zijn.
GELOOFT U WEL IN EEN HERKENNEN VAN ELKAAR?...
Ja, dat geloof ik zeker.
WAT VINDT U VAN HET BLAD „DE BAZUIN", IS HET NIET
TE VRIJZINNIG?...
De Bazuin tracht zo vooruitstrevend mogelijk te zijn. Iets
zo te formuleren dat jongeren het kunnen begrijpen. Zij probe
ren het diepste wezen van het Christen-zijn zo tot uiting te bren
gen, dat het in deze tijd aanspreekt.
HOE DENKT U OVER DE TRANSSUBSTANTIATIE-LEER?...
U vraagt mij hetzelfde wat Karl Barth mij 30 jaar geleden
vroeg. Ik vind het woord tegenwoordig onbruikbaar. We moe
ten de betekenis van tekenen als brood en wijn zien als een mys
terie, een realiteit in de zin van het mysterie.
DAT IS MEER CALVINISTISCH DAN ROOMS...
O, daar twijfel ik geen moment aan. Ik ben heel erg diep
overtuigd van het mysterie van de werkelijkheid dat God er is en
dat zijn liefde aan alles ten grondslag ligt. Dat Jezus Christus
als mysterie aanwezig is in het Avondmaal, maar niet als een
tijd-ruimtelijke fysieke realiteit.
HOE BEZIET U HET CELIBAAT?...
In de vierde eeuw ging men het pas min of meer verplicht
stellen. Toen meende men vanuit het neo-Platonisme, dat er
strijd was tussen stof en geest. Deze opvatting is niet houdbaar.
U HEBT DE GELOFTE TOCH OOK AFGELEGD?...
Toen ik priester werd, was het nog vanzelfsprekend, het zat
er onafscheidelijk aan verbonden. Nu wordt er anders over ge
dacht door velen.
HET HOOFDARGUMENT IS DAT MEN ZICH IN ONDEELBA
RE DIENST AAN GOD VERBINDT...
Dit argument is onjuist. Immers, dan zou het voor een arts,
industrieel of professor ook goed zijn. Het is echter zo, dat juist
door het huwelijk het diepste van de mens tot volle ontplooiing
komt. Handhaaft men dus dit argument, dan ontstaat in onze
tijd het gevaar dat de priester-stand een soort stand wordt van
„afwijkende" mensen. Omdat dit onjuist is, zou ik het beter vin
den dat de priesters gewoon gehuwd waren.
WAT VINDT U VAN DE PAUS?...
Vanaf het begin was er één die het middelpunt was, om het
eenheidscentrum te zijn. Het petrinische ambt moet er zijn en
blijven.
U KEURT HET DUS GOED DAT IN HET VERLEDEN DIVER
SE PAUSEN HUN BANVLOEK UITSPRAKEN OVER MENSEN
DIE ANDERS DACTEN DAN ZIJ EN DE KERK?...
Dat niet. Vaak heeft men zich van de apostolische stoel los
gemaakt omdat men op de een of andere manier gelijk had. Toch
hadden zij misschien beter kunnen trachten om gezamenlijk bin
nen de Kerk naar nieuwe oplossingen te groeien.
MOGELIJK. MAAR DE PAUS HEERSTE OOK OVER DE GE
WETENS. DUS MOESTEN DE PROTESTANTEN WEL SPRE
KEN, OM OOK ANDEREN IN DE VRIJHEID VAN HET KIND
SCHAP GODS TE STELLEN...
Het kan zijn dat de schuld van de R.K. kerk groter was, dan
die van de Reformatie.
GELOOFT U ZELF DE ONFEILBAARHEID VAN DE PAUS?...
Na het concilie ben ik sterk veranderd. Het concilie heeft mij
erg bevrijd. Wij hadden het menselijk te veel verabsoluteerd.
IS DE PAUS VOLGENS U PROGRESSIEF GENOEG?...
Veranderingen brengen enorme reacties, ook in Rome. D«
paus wil geen ongelukken maken en moet dus bedachtzaam te
werk gaan.
VOND U PAUS JOHANNES BRILJANTER DAN PAUS PAU
LUS?...
Dat kan ik niet zeggen. Johannes was nodig om het aan de
gang te brengen. Paulus om het in goede lijnen te houden. Eens
ontmoette ik paus Paulus, toen ik college gaf in Milaan, hij was
toen aartsbisschop. Hij is een volkomen integer, eerlijk mens.
DOET HET NIET HEIDENS AAN DAT DE PAUS IN EEN
STOEL WORDT RONDGEDRAGEN?...
Sinds het laatste concilie is alle bombast verdwenen, of zal
het nog verdwijnen.
ZIET U HEIL IN DE VOORBEDE VAN MARIA?...
Zeer zeker. Maar dan vanuit de werkelijkheid die wij niet
kennen. Van hen merken wij niets, maar het is vanzelfsprekend
dat zij, in de hemelse gewesten, ons wel kennen en gadeslaan.
KAN MARIA DAN WERKELIJK IETS VOOR ONS DOEN?...
Dat zou zij niet kunnen als de andere werkelijkheid geen en
kel verband hield met de aardse werkelijkheid.
ZIET MARIA ONS NU ZITTEN?...
Ja, echter niet zoals wij het zien. Maar ze is present op ana
loge wijze, zoals God present is. Wij zien alleen hetgeen wij met
onze zintuigen kunnen waarnemen en dat is bijna niets.
HEBT U VOORKEUR VOOR LUTHER OF CALVIJN?...
Ik heb liever Calvijn. Hij is minder emotioneel en meer or
delijk. Hij wist wat hij niet en wat hij wel moest zeggen. Calvijn
was zeer gecultiveerd en beschaafd. Ik lees zijn werken graag
en ben het vaak met hem eens.
OOK MET ZIJN LEER OVER DE PREDESTINATIE?...
Dat is misschien het enige punt waarbij ik vraagtekens zet
Vooral bij zijn concrete verwerpingsleer.
HEEFT DE ROOMSE KERK GEEN BEZWAAR TEGEN SPOR
TEN OP ZONDAG?...
Beslist niet. De zondag is geen sabbat.
ZIJN OVER HET ALGEMEEN DE KATHOLIEKEN MINDER
ERNSTIG IN HUN OPVATTING DAN DE PROTESTANTEN?...
Dat lij Kt wel zo, maar het is niet zo. De katholieken uiten
zich heel anders; zij vinden het belangrijk met God en Christus
verbonden te zijn. Het protetantse-methodisme doet hen zelfs de
vraag stellen of de protestanten het wel ernstig menen. De pro
testanten hebben altijd „de mond vol van het geloof", maar doen
ze er ook naar? De katholieken vinden dat de protestanten te
veel zondagsgeloof hebben.
KENNEN DE KATHOLIEKEN OOK MYSTIEK (BEVINDELIJK)
LEVEN?.-
Mystiek in uw zin zijn de katholieken wel. Ik ken mensen die
geheel met Christus leven.
U BENT ALTIJD EEN VOORVECHTER GEWEEST VOOR OE
CUMENE, NU BENT U KATHOLIEK GEWORDEN, IS DAT NIET
IN TEGENSPRAAK MET ELKAAR?...
Oecumene is nog altijd mijn hoogste streven. Wel vraag ik
me af hoe de Christelijke eenheid kerkelijk tot uiting zou kunnen
komen. Dit zal niet mogelijk zijn zonder overleg met de apostoli
sche stoel als eenheidscentrum.
HEFT U DAAR CONCRETE GEDACHTEN OVER?...
Na het concilie ben ik langzamerheid tot de overtuiging ge
komen van drie belangrijke dingen:
a. Alle mensen die in Christus geloven moeten ervan overtuigd
zijn dat Christus ons volledig heeft aanvaard, ondanks onze
menselijke gebreken, dwalingen en verschillen.
b. De kerken nodigen de mensen niet uit tot het Avondmaal,
maar Christus nodigt ons uit. Gemeenschap is alleen moge
lijk in Christus. Christus wil dat dit overal gemanifesteerd
wordt, door de maaltijd te vieren.
c. De euchristie verliest voor een groot deel haar betekenis,
indien het in groepjes gebeyrt. Gescheiden avondmaalsvie
ring is in flagrante strijd met het sacrament.
In de Anglicaanse kerk praktizeert men dit reeds. Avondmaal is
niet middel tot eenheid, maar eenheid is een eis van het sacra
ment. Het moet gefundeerd zijn in het éénzijn in Christus.
Cpyright: Rik Valkenburg
Prof. dr. Willem Hendrik van de Pol, hoogleraar te
Nijmegen, was gaarne bereid een interview toe te staan
voor ons blad aan onze medewerker Rik Valkenburg,
over actuele geloofsvraagstukken. De geleerde debater
is moeilijk in een bepaald hokje onder te brengen, al is
hij overtuigd rooms-katholiek. Zoals men kan weten
is hij van Hervormd, Anglicaan geworden, en daarna
Rooms-Katholiek.
Van de Pol is van nature een aristocraat, die zich
liever niet laat indelen, omdat het een eigenschap van
hem is, zoals drs. G. Punchinger het karakteriseerde,
zichzelf te zijn en te blijven, dus onder alle omstandig
heden vrijuit voor zijn zienswijze en overtuiging uit te
komen. Een „protestant" binnen de Rooms-Katholieke
kerk, die graag raak schiet. Door lezing van onder
staand gesprek zal de lezer deze geleerde ongetwijfeld
beter leren kennen.
St.-Paul's Cathedral in Londen, centrum van de
A nglicaanse kerkgemeenschappen.-
eerst merkte ik hoe sterk de Christelijke verdeeldheid was en hoe
scherp de kerken tegenover elkaar stonden. Ik kreeg de indruk
dat men niet naar elkaar luisterde. Ik raakte mijn evenwicht
kwijt en was bij mijn thuiskomst oververmoeid. Volgens mijn
medicus lichamelijk kerngezond, maar de fundamenten waren
plotseling onder, mij weggevallen. Ik moest een klein jaar hele
maal rust houden. Na Edinburgh kwam bij mij voor het eerst
de gedachte op, of er een ware kerk zou zijn.
VOND U EEN ANTWOORD?...
Na een jaar rusten stelde de huisarts (een Jood) mij de
vraag („U moet die spontaan, onmiddellijk beantwoorden"):
„Naar welke kerk gaat u het liefst?" Ik antwoordde onmiddellijk:
„Naar de Anglicaanse kerk!" Hij zei: „Dan moet u niet Her
vormd predikant worden, maar naar de Anglicaanse kerk gaan"...
HOE EN WAAROM WERD U DAN LATER ROOMS-KATHO
LIEK?...
Ik bezocht in 1939 de pontificale hoogmis, bij gelegenheid van
het Willibrordus-feest. Ik beleefde de dienst. Ik zag duidelijk dat
de kerk van St. Willibrord het lichaam van Christus was. De
voortzetting van Christus' bestaan. Ik raakte overtuigd dat we
gelukkig zouden zijn als we behoorden tot het fundament dat Chris
tus heeft gebouwd. Voor het eerst had ik een mystieke ervaring
van het in de kerk van Christus zijn.
TOCH EMOTIONEEL DUS?...
Gevoel... gevoel..., nee, het was een overtuiging. Ja, er kwam
wel geluk bij en eerbied en vrede, maar als gevolg van de hel
derheid van de visie.
WERD U GELIJK KATHOLIEK?...
Kerstmis 1939 ging ik 's nachts naar de nachtmis, 's morgens
naar de Anglicaanse kerk en ook nog naar de Herv. kerk. Ik
werd echter steeds meer naar de katholieke kerk getrokken en
besloot rooms-katholiek te worden. Pasen 1940 werd ik in de R.-K.
kerk opgenomen en bleef tot 1941 verbonden aan het Christelijk
Lyceum te Zeist.
GING U TOEN WEER STUDEREN?...
Van 1941 tot 1944 studeerde ik in Nijmegen. In juli 1944 werd
ik tot priester gewijd en deed een jaar lang dienst als kapelaan
te Bunnik. Er ging mij toen als biechtvader een hele nieuwe we
reld open. Ik ben realistischer geworden.
BENT U NOG STEEDS GELUKKIG IN DE R.-K. KERK?...
O ja, zeker!
VINDT U HET DAAR DE WARE KERK?...
Ware kerk? Het ligt er aan hoe je zo'n woord gebruikt. Je
De Koning nu der eeuwen,
de onverderfelijke, de on
zienlijke. de alleen wijze God.
zij eer en heerlijkheid in alle
eeuwigheid. Amen.
(1 Timoth. 1, vs 17).
Het Kerstfeest, de viering van
Christus' geboorte, ligt alweer ach
ter ons. De Jaarwisseling voor ons,
ja vlak bij. Heeft de Kerk op Oud
en Nieuwjaar wel een boodschap,
geeft ze inhoud aan haar prediking?
Ongetwijfeld. Als het ons dan maar
vergaan mocht als de schrijver van
onze tekst. Dat was Paulus, de
bij naam nog wel bekende auteur
van zovele Brieven, meest erg diep
gaande brieven, in onze Bijbel.
Hij was aanvankelijk niet zo'n
„beste". Hij noemt, zichzelf (vs 13)
een „godslasteraar", ja een „ver
volger en een verdrukker". Hem is
genade wedervaren, rijke, onver
diende barmhartigheid geschied. Hij
had niet bewust de H. Geest gelas
terd, maar in zijn onwetend- en on
gelovigheid gehandeld.
Eén en ander is aanleiding om een
rijk Evangelie te verkondigen voor
de ellendigste, meest verdorven en
verloren zondaar. Met een enkel
woord verklaart hij de bedoeling
van Christus' komst in deze wereld,
nl. „om de zondaren zalig te ma
ken, van welke IK de voornaamste
ben". Paulus weet zich nog steeds
een voornaam, een eersteklas uit
blinker, in de zonde namelijk. Hij
kan, hij mag en zal het nooit ver
geten wie hij was, voor zijn beke
ring. Daarom weet hij zich een le
vende spiegel van de barmhartig
heid Gods. Tot een voorbeeld voor
anderen, die ook gered mogen en
gered moeten worden van de eeuwi-
ge toorn en van de geestelijke dood,
door de genade Gods in Christus Je
zus.
De lofprijzing bij Paulus klimt op
uit ongekende diepte van ellende en
zielsverbrijzeling, maar tevens van
oneindige hoogten van begenadiging
en behoud. In deze lofprijzing klinkt
iets onpersoonlijks, bestemd als zij
is voor alle ware Christgelovigen
van alle eeuwen en plaatsen, en
toch mogen we ze niet los zien of
los lezen van de eeuwiggeldende
heilsweldaad, die én Saul van Tar-
sen én alle arme zondaren weder
vaart in het aangezicht van de Hee-
re Jezus Christus. Om het eens zo
te zeggen: aan de klok van Paulus'
lofprijzing hangt het gewicht van
zijn persoonlijke levenservaring.
Paulus mag van de kribbe en het
daar aan een arme, diep in schuld
verzonken wereld tentoongestelde
heil, opklimmen tot God-Zelf. Of
ziet hij in deze verzen de Heiland
Zelf, in Zijn staat der heerlijkheid?
Noemt Paulus hier Christus „de
Koning der eeuwen?" Best moge
lijk. Wie Hém ziet, en dus prijst,
ziet en prijst ook de Vader. Hij en
de Vader zijn één. En deze lofprij
zing klimme uit het verbroken,
heilbegerige dan wel rijk-bewelda-
digde zondaarshart onder de Opper-
zangmeester, God de H. Geest!
Ja, 't is echt een lofzang, die we
hier aantreffen. Welk een schone
melodie, uitgezongen, nu niet door
engelenmond, maar door een men
senstem. Op de Oudejaarsdag ge
voelen we allen iets. van het vergan
kelijke en wisselvallige van dit le
ven. Geen dag ging er voorbij, of
zwartomrande berichten troffen ons
oog in dag- of streekblad. „De ko
ning der verschrikking" zat niet
stil. De dood gaat door tot alle men
sen.
Schrikwekkende gedachte, dat het
ook ons eenmaal geldt. „Geef bevel
aan uw huis, want gij zult sterven,
en niet leven". Kunnen, durven we
dan nog te zin ge noo kop zo'nOude-
dan nog te zingen ook op zo'n Oude
jaarsdag? Stellig, de Kerk zingt ge
lovig en bewust van haar Koning,
't Is een „schoon lied". Hij is de
Koning der eeuwen. „De gangen der
eeuwen zijn Zijne!" En hoe vergan
kelijk wij ook mogen zijn, die Ko
ning leeft! Hij leeft eeuwig bij en
voor God, en ja, dan ook voor de
Zijnen. „Ik leef, en gij zult leven!"
zegt Hij tot Zijn beminden.
Paulus zingt Hem toe, dat Hij on
verderfelijk, onzienlijk en alleen wijs
is. Nee, Christus zag zelf in het graf
de verderving niet. Hij heeft toen de
dood voor al de Zijnen overwonnen.
Sterven betekent voor Gods Kerk
geen oordeel, maar eeuwig voordeel.
Sterven is winst, het wil zeggen: het
lichaam der zonde en des doods af
leggen, en altijd bij de Heere te zijn.
O, hoe zalig! God te mogen zien, in
Christus, hoewel Hij ook hier weer
de „onzienlijke" heet. U ziet Hem
dan ook nooit met een „natuurlijk"
oog van het onherboren hart. Maar
de herboren zondaar mag de Koning
zien in zijn schoonheid, en zo verlan
gen naar dat vergelegen land. „Za
lig de reinen van hart, zij zullen
God zien". Het heil is er in de tijd,
maar de volmaking van het heil,
de volkomen zaligheid ligt nog in de
toekomst. Daarom zingt de Kerk op
de drempel van Oud en Nieuw, van
die „Koning der eeuwen!", Die nooit
vergaat, nooit verandert, nooit ver
derft, en „alleen wijs" heet.
O, hoe dwaas leert zich de zon
daar kennen in een weg van ontdek
king. Maar hoe wijs blijkt de Al
machtige. Hoe heeft Hij een weg ter
verlossing uitgedacht, en in de vol
heid des tijds geopenbaard. Christus
zegt: „Ik ben de weg... niemand
komt tot de Vader dan door Mij!"
De goede God is de rechtvaardige
en de heilige God, Hij is de alleen-
wijze God. Hij weet alles volmaakt,
en doet alles naar Zijn welbehagen.
Wij eindige schepselen kunnen Zijn
wijs beleid niet doorgronden. „Na
dezen" zullen Gods kleinen er iets
van mogen verstaan, en het alles
toestemmen en daarbij Gode niets
ongerijmds toeschrijven.
Een mens moet wel delen in het
heil, anders zal hij 't nooit met God
eens zijn, of eenswillend blijken met
de weg, die Hij met ons hield in ver
leden en heden. Bange toekomst voor
de bedilzieke, eigenwijze zondaar,
die zich boven God stelt, en niet on
der God wil bukken met belijdenis
van zijn totale verlorenheid.
Alle menselijke eer verdwijnt als
sneeuw voor de zon, wanneer men
licht ontvangt over de eer en heer
lijkheid, die Gode toekomt tot in alle
eeuwigheid.
Wie onder de lezers zingt dstze lo£»
zang van Paulus mee? Wie scrtre**
de dood op al het Zijne? Wie vindt
het leven, wie herkrijgt adem, wi»
kan sterven in de lofprijzing van de
ze heerlijke en heilige, Drieëne Ver-
bonds- Jehovah?
Die mag Paulus' lofzang tot de
zijne maken, door er het gelovig, be
trouwend „amen" op uit te spreken.
Behouden door zijn liefde, verslon
den door Zijn eer, en bedacht op
Zijn heerlijkmaking, hebt ge, arm
kind van God, een eeuwigheid nodig,
de rijkdom die in God is, uit te won
deren en uit te jubelen. In de don
kerste nacht van uw leven worde de
lofzang voor en op de HEERE God
in u geboren.
,,'k Zal eeuwig zingen van Gods
goedertierenhen
Achterberg (U.) J. van der Haar