GESPREK LINKS EN RECHTS VAN DE STEMBUS „Voorlopig een functie voor Chr. partijen Computers waterdicht' maken Friese Romanprijs naar Harderwijk n NIET NODIG TROUW ANDERS DENKEN FORMULERING WOORDGEBRUIK AANHANG BELANGRIJK OMVATTEND LUKT NOOIT TT et jaar 1967 was er ook een van politieke stroomversnelling, van vernieuwing van het partij bestel. De stand van zaken in de partijvernieu wing, na de congressen van een aantal grote partijen, was het on derwerp van gesprek dat twee póli tici op ons verzoek deze week heb ben gevoerd, twee tegenpolen in hi, politieke kamp: de KV P-radicaal drs. J. M. Aarden en de liberaal mr. H. van Riel. Een belangrijke datum was 15 fe bruari, de dag van de verkiezingen die zeven Democraten '66 in de Tweede Kamer brachten. Het wa ren ook de verkiezingen van de spijtstemmers", de radicale anti revolutionairen die teleurgesteld werden in de keuze'van hun nieuwe politieke leider mr. B. W. Biesheu vel om samen met KVP, CHU en VVD een kabinet te vormen. Zij wensten een voortzetting van het be leid-Cals. Het was het begin van acties van radicalen op verscheidene fronten, niet alleen in de confessio nele partijen, maar ook tezamen als groep van Christen-Radicalen. Tus sen de confessionele partijen zelf Eenbelangrijke datum was 15 fe- van Achttien", dat tot nauwere sa menwerking bedoelt te leiden. De Christen-Radicalen besloten op hun Scheveningse congres zelf standig verder te gaan, de radicalen in KVP en ARP bleven na de con gressen van hun partijen in het eigen huis aan het werk. Zij kregen er hun plaats en zij zullen er nog hun bijdrage leveren aan vernieu wing van de partij-programma's. In feite gebeurde iets dergelijks in de Partij van de Arbeid, waar de „Tie ners over Rood" zelfs meteen vaste voet kregen in het partijbestuur. Deze gehele ontwikkeling is in het gesprek tussen drs. Aarden en mr. Van Riel in beschouwing genomen, waarbij de laatste bovendien aan de KVP-radicaal een aantal toekomst mogelijkheden voorlegde en hem ten slotte plaatste voor het al-oude vraagstuk van te zijn of niet te zijn. Drs. J. M. Aarden is Brabander, geboren in Terheyden, nu 53 jaar oud. Sinds 1962 is hij lid van de Tweede Kamer voor de KVP. Naast drs. Bogaers is hij een van de belangrijkste leiders van de KVP- radicalen. Hij studeerde economie in Tilburg, was gedurende de oor logsjaren ambtenaar op het toenma lige departement van handel, nij verheid en scheepvaart. In 1945 kwam hij bij het toen opgerichte Centrum voor Staatkundige Vor ming, waarvan hij korte tijd later directeur-secretaris werd. Drs. Aar den, gehuwd en vader van zeven kinderen, is ook vele jaren lid van de gemeenteraad van zijn woon plaats Voorburg geweest. Mr. H. Van Riel is de zestigjarige liberale fractievoorzitter in de Eer ste Kamer. Hij heeft reeds jarenlang in de na-oorlogse liberale partij-or ganisatie van de VVD een vooraan staande plaats. Hij is vrijgezel. In zijn dagelijkse werk is hij gedepu teerde van de provincie Zuid-Hol land. Mr. Van Riel is een veelzijdig man met een brede belangstelling, met name op het gebied van de ge schiedenis en de cultuur. Hoewel ge boortig uit de Haarlemmermeer is mr. Van Riel meer te beschouwen als Drent. Hij is een kleinzoon van Harm Smeenge, eertijds de grote man van „Schuttevaer"aan wie hij zijn voornaam te danken heeft. Na zijn juridische studie in Leiden heeft hij lange tijd meegewerkt aan het bankierskantoor Mees en Zoonen. PARTIJ BESTEL EN VERNIEUWING jlfR. H. VAN RIEL EN DRS. J. M. AARDEN hadden elkander nog nooit ontmoet. Zij waren kennelijk, ieder voor zich, nieuwsgierig hoe zij tezamen in dit eerste gesprek de partijvernieuwing zouden ontleden. Het ge beurde in de werkkamer van gedeputeerde Van Riel in het nieuwe Provincie huis in Den Haag, een hoog, licht vertrek, waar de lage winterzon in staat. Mr. Van Riel laat eerst de luxaflex zakken. Dit gaat elektrisch. Het indruk wekkende schilderij met de boerenarbeiders van Chabot, dat de hele kamer beheerst, krijgt in het gedempte schijnsel diepe kleuren. DRS. AARDEN opent het gesprek. Hij heeft het gevoel dat bepaalde din gen duidelijker zijn geworden, maar hij heeft een hekel aan het woord dui delijkheid, omdat het volstrekt over trokken wordt. Bij partnervernieuwing gaat het erom: waar willen we heen en hoe komen we er? „Ik zie drie belangrijke zaken: wenst men de vernieuwing zich te zien vol trekken in de partijen zelf, wenst men daarbij een belangrijke rol toe te ken nen aan de partijen of wenst men de weg van de uitwendige dwang om tot samenwerking te komen". DRS. AARDEN: „Inderdaad. Ik zou dat voorlopig althans niet nodig vin den". Naar zijn mening dient de drang tot samenwerking uit de partijen zelf voort te komen, dus langs de natuurlij ke weg. Een gemengd districtenstelsel zou daarbij op den duur wel behulpzaam dienen te zijn. „Ik zou het echter als een brevet van onvermogen voor de partijen beschouwen als die zich niet in de waagschaal van de ontwikkeling stelden", zegt drs. Aarden. Hij legt uit dat er zich na de verkie zingen van 15 februari twee belangrij ke momenten hebben voor gedaan: het verschijnsel van Democraten '66 en het verwijt van drs. Gruyters aan zijn adres dat hij een lafaard is door niet uit de KVP te treden. „Wat ziet men nu in de christelijke partijen? Daar leeft de wens om bin nen die partijen te blijven. Daar is een verklaring voor". MR. VAN RIEL: „Oh, heel duidelijk. Dat laten ontploffen van de christelij ke partijen is toch onzin. Daar komt toch niks van". DRS. AARDEN: „Het typische uit gangspunt is: niet onmiddellijk 'n nieu we partij. De radicalen proberen het vanuit hun partij. Houd me ten goede dat ik het woord radicaal gebruik. Het is ons opgedrongen, vik hecht er niet aan, het is van Berghuis met zijn evan gelische radicaliteit". „Gruyters gelooft niet in de effectivi teit van het streven binnen KVP, ARP en CHU, om deze in een bepaalde rich ting te krijgen. Er is nog een ander punt en daar zie ik nu duidelijk het verschil met D'66. De Democraten '66 willen veel meer het liberalisme, waar door zij geboeid zijn, een nieuwe politie ke gestalte geven, dan dat zij in we zen afwillen van de organisatie waarin het streven naar menselijke vrijheid zich tot nu toe heeft gemanifesteerd, de WD. Gruyters maakt zich daar ge makkelijk van los". „In de KVP gaat dat veel minder gemakkelijk. Je leeft gewoon in de overweging van trouw aan een bepaal de partij en dat moet je ook maatschap pelijk zien. Wij voelen ons verantwoor delijk voor elkaar en voor een groep mensen, die ons misschien wel hele maal niet lusten. Zo verklaar ik dan voor mijzelf de poging van christenen binnen de partijen om tot die vernieu wing te komen. Ik kan niet op dit mo ment, volledig waarmaken dat wij zul len slagen, maar dat we die partij in •en bepaalde richting omkrijgen, daar van ben ik overtuigd. Dat is noodzake lijk. Zo kan het niet langer. Ik geloof niet in die uitgebalanceerde middenpo sitie waarmee gegoocheld wordt en die organisatorisch de beste uitdrukking zou zijn om te komen tot een even wichtige belangenbehartiging". MR. VAN RIEL: „Ik vond het inte ressant wat de heer Aarden zei. Ik ben het er grotendeels mee eens. Laat ik voorop tellen dat ik in geen enkele op zicht voor de WD spreek, maar louter voor mijzelf. Ik geloof dat je een aan tal fasen moet onderscheiden. Ik dacht dat je uiteindelijk zou uitkomen bij een politiek die min of meer weergeeft de groepen waarin het Nederlandse volk in zijn denken reëel is gesplitst". „Je zult mijns inziens "dan in sociaal- economische zin in belangrijke mate te rechtkomen bij een punt zoals dat de christen-radicalen voor ogen staat. Dat moet dan langs de weg van actie en tegenactie. Je moet hun zeker hun zin niet geven, ook als KVP niet. Dan kom je te ver over de streep". „Er is op sociaal-economisch gebied, dacht ik, een tendentie naar links in de samenleving onvermijdelijk, waarbij je niet altijd onmiddellijk ^an medezeg genschap hoeft te denken. Ik geloof niet dat de arbeiders daar veel voor voe len. Men zon die zaak toch moeten uit werken, want zonder een rechtstreekse Invloed van de werknemers kom je er ook niet Het feit dat zij er nu niet in geïnteresseerd zijn, kan ook een fase kwestie zijn. Op het ogenblik denkt men dat meer vrije tijd en meer loon de enige dingen zijn die er in feite iets toe doen. Dat behoeft de ideaalstelling niet te beïnvloeden, want het is natuur lijk veel idealer als je wel op de een of andere manier een soort van menselijke werkgemeenschappen kunt opbouwen. De arbeiders lachen je veelal uit als je erover begint. Dat bewijst niet dat de christen-radicalen ongelijk hebben. Er zijn wel meer dingen waar de mensen eenmaal om gelachen hebben". „Een andere zaak is bijvoorbeeld de handhaving van het Westen in de we reld. Daarover wordt in christen-radica le kring verschillend gedacht. Je kunt de ontwikkelingshulp belangrijk verho gen en toch voor bewapening zijn. Je kunt volledig achter de Amerikanen in Viëtnam staan en toch volhouden dat de ontwikkelingshulp het belangrijkste is waarover we denken. Ik geloof dus niet dat je met een KVP, een CHU of een ARP in de zin van de denkbeelden zoals de christen-radicalen die verkon digen, in Nederland op het juiste punt zou komen. Je komt nooit op dat punt, want het Nederlandse volk valt net als alle westerse volken uiteen in groepen die over al deze dingen verschillend denken. Ook in de partijen zelf, ook in de Partij van de Arbeid. Er is speciaal op het internationalê vlak een belang rijke behoudende meerderheid. Dat ligt ook traditioneel voor de hand". „De KVP wordt nooit zo radicaal dat alle boeren en middenstanders eruit lo pen. Dan is het ook geen KVP meer. Dan is het een katholieke arbeiderspar- tijd. Zeg je, die gaat dan zonder meer met de Partij van de Arbeid samen, dan zal toch blijken dat de katholieke arbeider wezenlijk anders denkt dan de socialistische. Zij hebben wel veel in hun materiële belangenbehartiging ge meen, maar ze denken toch weer an ders". Wat betekent radicaal? Je kunt ver moedelijk met het kabinet-De Jong een christelijk-radicale politiek voeren, mits je van bepaalde essentiële dingen af blijft. Dat zijn het evenwicht in de be groting en de lijn-Luns in de buitenland se politiek. Ik dacht dat over andere dingen, ook binnen het raam van het ka binet-De Jong, best overeenstemming is te bereiken. Een inflatore politiek kan nooit een doelstelling zijn. Dat wil, in ernst, geen verantwoordelijk mens. Ga je veel hogere belastingen vragen, dan krijg je de KVP eenvoudig niet mee. Ik bedoel: dan kunnen ze wel zeggen we zijn radicaal geworden, maar de he le Brabantse middengroep in de KVP voelt daar niet voor. Dat valt bij haar kiezers niet. Het is zelfs de vraag of het bij de kiezers van de Partij van de Arbeid goed zou vallen. De offerbe reidheid is behalve bij de idealisten niet groot. Daar moet je ook altijd reke ning mee houden". „Een geradicaliseerde KVP kan ik mij niet anders voorstellen dan als een KVP die wat andere formuleringen kiest Ik geloof eenvoudig niet dat zij realiter, zolang zij een eenheid blijft, veel anders gaat handelen, omdat naar mijn gevoelen de sociologische samen stelling daar niet meer naar is. De Zuidlimburgse industrie-arbeiders zijn al voor 1940 voor een belangrijk gedeel te naar de Partij van de Arbeid gelo pen, dat was toen de SDAP. In Lim burg zeg ik, in Brabant nog niet. Het afbrokkelingsproces in wat ik mag aanduiden als de kantoorbedienden- groep is ook vrij aanzienlijk. De KVP onderscheidt zich sociologisch niet zo heel veel meer van de beide andere confessionele partijen. Het is toch een partij die voor zestig, zeventig procent bestaat uit mensen die zich ook emotio neel min of meer aan het tegenwoor dige maatschappelijke stelsel gebonden voelen. Dat betekent dat je nooit maat regelen kunt nemen die tot een radica le omvorming van de maatschappij leiden. Wel maatregelen die binnen het raam blijven, zo ongeveer als Drees dat heeft gedaan en wat hem ook verweten wordt". „Dat zijn feitelijke aanpassingen aan de maatschappelijke ontwikkeling, die daar ook zelfs iets op vooruitlopen. Maar dat noem ik niet christen-radicaal in de zin van de laatste maanden. De grens in de praktische politiek ligt er gens bij wat de Brabantse- midden groep voor haar aanhang nog aanneme lijk kan maken. Maar dat is niet de ra dicalisering die u naar mijn mening wilt Is dat wel zo, dan noem ik dat veel geschreeuw en weinig wol. Dan betekent dat tenslotte niet meer dan het accentueren van wat misschien wel goed en verstandig is uit tactisch oog punt en daar zal dus Schmelzer ook in drs. J. M. Aarden, de KV P-radicaal, in gesprek met mr. H. van twee tegenpolen in het politieke kamp. Riel (rechts), de liberale fractievoorzitter in de Eerste Kamer; meegaan, omdat de KVP een evolutio naire partij is. Veel verder zult u de CHU en de meerderheid van de ARP, los van prof. De Gaay Fortman, ook nooit krijgen". „Een radicalisering van de KVP als eenheid kan ik alleen als een fase in woordgebruik zien, die misschien zo als Schmelzer het nu stelt electoraal wel voordeel bieden kan. Hij maakt zich natuurlijk onmiddellijk van die ge dachte meester ten gunste van de KVP. Daar wordt hij ook voor betaald. Dat is zijn taak in de wereld. „Loopt u eruit, op het ogenblik, dan zou ik dan niet juist vinden. Dan zeg ik: ga dan maar naar de Partij van de Arbeid, want anders zou het beteke nen dat we nog een partij meer krijgen. Die zal niet groot worden, dat durf ik wel te voorspellen, lang niet zo groot als de enquêtes aanwijzen. Die vraagformu leringen waren trouwens niet juist". DRS. AARDEN: „Bij de algemene politieke beschouwingen in de Eerste Kamer, hebt u ons toen niet de goede raad willen geven om eruit te gaan en wel naar de Partij van de Arbeid?". MR. VAN RIEL: „Jawel, dat was uit een oogpunt van wat men noemt de po litieke duidelijkheid. Ik heb dat niet gezegd omdat ik zo graag zou zien dat de KVP uiteenvalt, maar omdat als u het toch wilt ik liever zeg: dan één grote linkse partij. Dan moeten de anderen wel. Er moet altijd iemand het initiatief nemen. Het moet altijd uit de bestaande partijen komen". MR. VAN RIEL gaat dan verder in op de gedachte van het „uitstappen" van de radicalen uit de KVP, het ogen blik waarop en de manier hoe: „Tac tisch gesproken dacht ik dat je een gun stig onderwerp moet kiezen, ik weet niet precies wat, ik betwijfel of dat ont wikkelingshulp is. Ik geloof niet dat het erg bij de mensen leeft, wel bij een be paald type jongeren, maar bij vele ar beiders haal je er geen hond mee ach ter de kachel vandaan. En die aanhang moet u toch op de een of andere ma nier zien te krijgen. Want met die jon gere intellectuelen maakt je natuurlijk electoraal niks klaar, ook niet met de kantoorbedienden, laboranten en onder wijzers die met hen meelopen. Dat le vert u hooguit vijf of zes zetels op. U hebt arbeidersstemmen nodig om tot vijftien te komen en dat is toch wel met minimum, indien u als eigen groep iets wilt voorstellen". „Maar dat is uw zaak verder. Ik hoef u geen lesje te geven. Ik bedoel maar: ik geloof niet dat de ontwikke lingshulp erg gunstig voor een „schei ding der geesten" is. Daarvoor komt nog wel een beter onderwerp, van uw standpunt uit bezien. Dan moet u dat wel zo tijdig doen dat u nog een orga nisatie kunt opbouwen. En vooral zo tijdig dat u een zeker gezicht krijgt: Dan kunt u zeggen: dat ben ik niet, dat is Bogaers, maar dan zeg ik u dit: ik vind Bogaers één van de aardigste en constructiefste mensen die ik ken, maar iets van naïviteit en ook van overaccentuering dat bij hem leeft, maakt hem niet de geroepene. Waar om? Ik kan dat niet helemaal precies zeggen, maar grote partijleiders zijn an ders. Hij heeft wel iets waardoor hij bindend is, maar op een of ander kri tiek ogenblik zal hij toch teveel waar de aan zijn eigen ideeën hechten". „Als u zichzelf als die man ziet daar hoeft u geen ja op te zeggen, dat zou erg dom zijn dan moet u op de een of andere manier iets constructiefs doen, maar dat kan ook zijn iets laten verwerpen. Met verworpen moties waar zes KVP-ers voorstemmen, krijgt u echter alleen maar het imago van dwarsdrijver, ik bedoel in de ogen van •de grote massa. Je moet op de een of andere manier zorgen dan je de tijd hebt om iets positiefs te doen of veel positieve dingen te zeggen. Daarom vind ik dat als u het niet binnen één of anderhalf jaar doet, u in de partij moet blijven. Een te grote onzekerheid in de ogen van de katholieken van wat de KVP werkelijk wil, leidt er ook toe dat er teveel mensen weglopen. Dat Is misschien wel prettig voor de WD, maar nationaal gezien gooien we dan ook het laatste weg wat we nog aan kansen hebben om nog eens ooit tot een holistische benadering van de Neder landse samenwerking te komen" (Ho- lisme is het streven naar vorming van grotere totalen die meer zijn dan de som van hun delen). „Het ergste wat er zou kunnen gebeu ren, is het ontploffen van de confessio nele partijen zonder dat er een alter natief is. Dat zou een ramp wezen". DRS. AARDEN: „Alles overziende is er veel en niet veel gebeurd. Wét er is gebeurd, vind ik belangrijk. Maar men heeft verwacht dat er nu zo niet vol- sterkte, dan toch wel voldoende duide lijkheid zou zijn. Ik meen dat dit een illusie is geweest. Wat mij beangstigt is dat men zich dit niet bewust is ge weest. Ik ben het met de heer Van Riel volledig eens: het is een kwestie van fasen. Van de KVP-radicalen had men verwacht dat zij zouden uittreden. Er zijn verscheidene mensen die daar hun kerend naar hebben uitgezien. In hun ongeduld dachten zij: eind 1967 is het duidelijk in welke richting we gaan". „Er is wel een duidelijk waarneem bare ontwikkeling gaande, al zijn we nog niet daar waar we heen willen, hoewel dat nog niet vast staat. Daar wordt verschillend over gedacht. Per soonlijk zie ik en ik ben het met de heer Van Riel eens voorlopig een functie voor de christelijke partijen. Die moeten constructief aan de ver nieuwing meedoen en zich daarvoor openstellen. In de kring van jongeren en intellectuelen groeit een nieuw gevoel van saamhorigheid. Dat is niet negatief. Zij willen het samen met anderen doen. Dit beschouw ik niet als verraad, maar er zijn mensen in mijn kring die dat zo zien. Het is een „overstijgen" van de solidariteit en dat vind ik in zekere zin winst". „Ik zou het een ramp vinden als de christelijke partijen, na tot een zekere samenhang te zijn gekomen wat de to taliteit betreft, zich in twee groepen zouden splitsen en we een vooruitstre vende en een conservatieve groep zou den krijgen. Dan is mijn wens en dat vind ik volstrekt reëel kom dan tot een grote linkse partij. Of er dan nog plaats is voor een christelijke partij? Ik weet het niet. Dan zouden de men sen van de KVP en van de ARP moe ten zijn opgegaan in die grotere pro gressieve partij". MR. VAN RIEL: „Het hangt er maar vanaf wat u onder progressivi teit verstaat". DRS. AARDEN: „Daar hebt u het. Je kunt op het ogenblik de lijn niet trekken tussen enerzijds WD en CHU, die dan als louter conservatief zouden zijn te beschouwen en daartegenover de andere partijen. Dat positieve streven om aan de maatschappelijke ontwikke ling deel te nemen, is ook aanwezig in WD en CHU". „Belangrijk is: wat Is dan het pro grammapunt dat je graag bij de kop zou pakken. En dan ben ik het helemaal met u eens: welke persoon zal dat aanvatten. Dat is tenslotte de beslis sing". MR. VAN RIEL: „Daar draait alles om". Hij legt uit wat zijn ideale par tij d zou zijn: „Een omvattende partij die monarchistisch is, zich in algemene lijn op het Westerse standpunt stelt en die geen propaganda maakt voor aller lei vormen van ontbinding. Om bijvoor beeld allerlei seksuele taboes twijfel achtig en tot onderwerp van politiek te maken, vind ik verkeerd. Een partij ook die sociaal-economisch naar een ande re vorm van verdeling van de invloed in de maatschappij streeft. Wat voor mij niet aanvaardbaar is en dat wil Bogaers ook niet is, dat een sociaal- economische ontwikkeling in een vrij snel tempo gepaard gaat met het af breken van de normen. Bogaers wil bijvoorbeeld ook niet uit de Navo". Volgens mr. Van Riel gaat het er dan maar om of men dat wil bereiken door middel van een arbeiderspartij of van een nationale partij met een sterke linkse sociaal-economische inslag. „Maar een arbeiderspartij maak je van de KVP nooit, want dat is zij nu eenmaal niet. Zij zal nooit aan dat doel beantwoorden en daar beantwoordt Bo gaers trouwens ook niet aan". Waar schuwt voor het gevaar als oppositie binnen de partij zoals het de meeste dergelijke opposities vergaat in de netten van het apparaat te blijven han gen: „Maar als u er bovenuit zou kun nen, dan bent u een groot man en dat wacht ik met veel plezier af. Ik heb het in Nederland nog niet zien gebeuren". De conclusie van mr. Van Riel is dat weliswaar de christen-radicalen niet meer zijn weg te denken in de ontwik keling van het partijpolitieke systeem, maar dat de vorm waarin het ge beurt geen belangrijke resultaten ople vert. .Alleen als er in de christen-ra dicale groep iemand is die de moed heeft om zijn baantje op te geven en ook het verstand en de overtuigings kracht heeft om een hoop mensen mee te krijgen, dan zit er een begin van een nieuwe partij formatie in. Deze is dan noch links noch rechts, maar een uit gangspunt voor een van de twee Ne derlandse centrale politieke groeperin gen". Drs. Aardens conclusie is dat de KVP-radicalen nu zijn erkend, ook als belangrijk worden beschouwd voor de vernieuwing van het partij-programma en dat zij er zelf bij zijn als Schmel zer zou proberen hen op dood spoor te zetten. MR. VAN RIEL: „Als u te lang wacht, kunt u niet anders meer, dat is het punt". DRS. AARDEN: „Dan zijn wij over de wissel heen, wilt u zeggen". Legt uit dat het nu ook gaat om de vernieuwing van de partijleiding, wat bepalend is voor de christen-radicale inbreng in de groep van achttien, waar in ieder geval voor Aalberse en Horbach anderen zul len moeten komen. Drs. Aarden be schouwt het dan tenslotte na alles wat er in 1968 zal gebeuren als een politieke consequentie dat de KVP op grond van het nieuwe programma ge noodzaakt zal zijn om te zeggen dat zij onderhandelingen gaat aanknopen met die en die partijen. MR. VAN RIEL: „Vindt u dat stem busakkoord nog een essentiële zaak? DRS. AARDEN: „Dat is van de es sentie niet weg te denken. In ons den ken kunnen wij er niet omheen om voor het verwezenlijken van programma's in de moderne verhoudingen, ons te be kennen voor een bepaalde samenwer king". MR. VAN RIEL: „Dan zeg ik: lukt nooit, dat wil zelfs Berghuis niet. Lukt het u niet om het er in de pro testants-christelijke groeperingen door te krijgen en blijft u dan toch in de KVP, dan bent u over de wissel heen. Het stembusakkoord, dat is de realiteit, Wat er in dat programma staat, kunt u zeker ook met de VVD uitvoeren. Ik bedoel: als de ARP en de CHU zich daar volledig bij aansluiten. De reali teit in de politiek is: welke minister krijg je. Niet was er op dat papiertje staat". DRS. AARDEN: „Ik vind het pro gramma niet onbelangrijk. Ik zie die samenwerking met de WD niet". MR. VAN RIEL: „Natuurlijk niet! Als u dat gaat zeggen, gelooft niemand meer in u. Dan zeggen ze: die is al net zo duister als Schmelzer. Maar als die CDU tot stand komt, zit daar nooit een stembusakkoord in, zelfs niet in federatief verband. Dat is voor de AR en de CH heel duidelijk een levens kwestie". DRS. AARDEN: „Ik zie ook geen christen-democratische partij ontstaan, Ik zou het bovendien als politieke dis criminatie beschouwen om ons nu, met een beroep op de christelijke inspiratie, voor een stembusakkoord uit te spre ken, terwijl de AR en de CH zich nog niet op een program hebben vastge legd". BURGERS WORDEN GENUMMERD DELFT Binnen enkele jaren, dat is nu wel beslist, zijn we allemaal een nummer. Het elektronisch rekentuig (computer) dat elke administratie gaat beheersen, kan een gegeven als meneer A. J.,Pieterse niet meer gebrui ken. Wel zijn nummer. De tijd is nabij dat in elke geval de administraties van de overheid Rijk en gemeenten ons cijfermatig gaan verwerken. Het lijkt een zaak van volgnummers uitdelen. Maar zo simpel is het niet. De feilloze rekenbolleboos bestaat niet en de cijfers voor de computer moéten tenslotte door mensenhand worden aan gevoerd. Dat schept rijkelijk kansen op fouten, zoals het verwisselen van twee cijfers of het verkeerd overnemen van een getal. De gevolgen zouden niet te overzien zijn. MISSERS U zou door het simpele omzetten van twee cijfertjes in de reeks een aanma ning in de bus kunnen krijgen voor de hondebelasting van uw buurman. Plot seling zou een soortgelijk foutje de pas geboren dochter van uw overbuurvrouw op uw naam kunnen brengen. De pot sierlijkste missers worden mogelijk. Om dat allemaal te voorkomen wordt er druk gestudeerd op het ontwerp van een code die zelfs het geringste foutje moet kunnen ziften en zelfs corrigeren. Die taak is toebedeeld aan de afdeling cijfertechniek van de Technische Hoge school in Delft. FOEFJES Deze afdeling brengt over de door haar bedachte rekenkundige foefjes rapport uit aan de Commissie automa tisering Rijksdiensten, onder voorzitter schap van de hoofddirecteur financieel- economische zaken van de PTT, H. Reijnoud. De commissie op haar beurt adviseert de regering. Op de T.H. wordt gedokterd aan een cijfercode met ingebouwde veiligheden. Die veiligheden zitten verborgen in cij fers die als extra aan het nummer van elke Nederlander moeten worden toege voegd. De mogelijkheden van dergelij ke zekeringen zijn al jaren geleden ont dekt. Cijferdeskundigen stoeien er al geruime tijd mee. De opdracht van de regering is een code te ontwerpen die een veiligheid van honderd procent op zijn minst be nadert en die bovendien geen onhan teerbare lange reeks veiligheden ver eist. Voor ons aller nummering is een ge tal van acht cijfers voldoende we zijn tenslotte maar met zijn dertien miljoe nen. Het bruikbaarst zou zijn een ge tal van tien cijfers, waarin dus plaats zou zijn voor twee controlecijfers. Tot slot een allereenvoudigst voor beeld: U krijgt nummer 673242. Daar voe gen we een controlecijfer aan toe dat de tientallen buiten beschouwing la tend de som is van alle gebruikte cijfers. Dus 4. Een onnauwkeurige administrateur verwisselt de 7 voqr een 9. De som wordt dan 6. Stop, zegt de computer. Heel uitgerekend! BOLSWARD Vanmiddag is tijdens de 33ste jaarvergadering van de „Kris- telqk Fryske Folksbibleteek" (KFFB) de uitslag bekend gemaakt van de door de ze vereniging uitgeschreven romanprijs vraag 1967. De eerste prjjs, ondèr meer een bedrag van f 2.500,-, werd toege kend aan het manuscript „Swarte Keap" (zwarte handel), geschreven door de heer S, M. van der Galiën te Harder wijk. Het is een roman die handelt over de nog heden ten dage bestaande sla- ventransporten in de Soedan. De tweede prijs was voor „It roer ut hannen" (het roer uit handen) van de heer P. Akker man te Schiermonnikoog. Dit boek be handelt conflicten tussen de generaties. Verder werd meegedeeld, dat de K.FJF.B. een vereniging met bijna twaalfduizend leden voor het komen de jaar een groots opgezet uitgaveplan heeft opgesteld. Zo zullen o.m. acht ro mans, acht gedichtenbundels, enkele no vellen en een kinderboek worden uitge geven. Wat het onderwerp betreft gaat de voorkeur hierbij uit naar een boe renroman nieuwe stijl, waarin heden daagse problemen in het landbouwbe drijf, zoals ruilverkaveling, E.E.G., me chanisatie en dergelijke worden behan deld. Hoge Raad Bij KB. zijn benoemd tot raadsheer in de Hoge Raad der Ne derlanden mej. mr. A. A. L. Minken- hof, thans advocaat-generaal bij ge noemd college; tot advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden: prof. mr. J. Remmelink, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen, tevens rechter-plaatsvervanger aldaar.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 6