GESPREK LINKS EN RECHTS VAN DE STEMBUS
„Voorlopig een functie
voor Chr. partijen
Computers
waterdicht'
maken
Friese Romanprijs
naar Harderwijk
n
NIET NODIG
TROUW
ANDERS DENKEN
FORMULERING
WOORDGEBRUIK
AANHANG
BELANGRIJK
OMVATTEND
LUKT NOOIT
TT et jaar 1967 was er ook een van
politieke stroomversnelling, van
vernieuwing van het partij bestel. De
stand van zaken in de partijvernieu
wing, na de congressen van een
aantal grote partijen, was het on
derwerp van gesprek dat twee póli
tici op ons verzoek deze week heb
ben gevoerd, twee tegenpolen in hi,
politieke kamp: de KV P-radicaal
drs. J. M. Aarden en de liberaal mr.
H. van Riel.
Een belangrijke datum was 15 fe
bruari, de dag van de verkiezingen
die zeven Democraten '66 in de
Tweede Kamer brachten. Het wa
ren ook de verkiezingen van de
spijtstemmers", de radicale anti
revolutionairen die teleurgesteld
werden in de keuze'van hun nieuwe
politieke leider mr. B. W. Biesheu
vel om samen met KVP, CHU en
VVD een kabinet te vormen. Zij
wensten een voortzetting van het be
leid-Cals. Het was het begin van
acties van radicalen op verscheidene
fronten, niet alleen in de confessio
nele partijen, maar ook tezamen als
groep van Christen-Radicalen. Tus
sen de confessionele partijen zelf
Eenbelangrijke datum was 15 fe-
van Achttien", dat tot nauwere sa
menwerking bedoelt te leiden.
De Christen-Radicalen besloten
op hun Scheveningse congres zelf
standig verder te gaan, de radicalen
in KVP en ARP bleven na de con
gressen van hun partijen in het
eigen huis aan het werk. Zij kregen
er hun plaats en zij zullen er nog
hun bijdrage leveren aan vernieu
wing van de partij-programma's. In
feite gebeurde iets dergelijks in de
Partij van de Arbeid, waar de „Tie
ners over Rood" zelfs meteen vaste
voet kregen in het partijbestuur.
Deze gehele ontwikkeling is in het
gesprek tussen drs. Aarden en mr.
Van Riel in beschouwing genomen,
waarbij de laatste bovendien aan de
KVP-radicaal een aantal toekomst
mogelijkheden voorlegde en hem
ten slotte plaatste voor het al-oude
vraagstuk van te zijn of niet te zijn.
Drs. J. M. Aarden is Brabander,
geboren in Terheyden, nu 53 jaar
oud. Sinds 1962 is hij lid van de
Tweede Kamer voor de KVP.
Naast drs. Bogaers is hij een van de
belangrijkste leiders van de KVP-
radicalen. Hij studeerde economie
in Tilburg, was gedurende de oor
logsjaren ambtenaar op het toenma
lige departement van handel, nij
verheid en scheepvaart. In 1945
kwam hij bij het toen opgerichte
Centrum voor Staatkundige Vor
ming, waarvan hij korte tijd later
directeur-secretaris werd. Drs. Aar
den, gehuwd en vader van zeven
kinderen, is ook vele jaren lid van
de gemeenteraad van zijn woon
plaats Voorburg geweest.
Mr. H. Van Riel is de zestigjarige
liberale fractievoorzitter in de Eer
ste Kamer. Hij heeft reeds jarenlang
in de na-oorlogse liberale partij-or
ganisatie van de VVD een vooraan
staande plaats. Hij is vrijgezel. In
zijn dagelijkse werk is hij gedepu
teerde van de provincie Zuid-Hol
land. Mr. Van Riel is een veelzijdig
man met een brede belangstelling,
met name op het gebied van de ge
schiedenis en de cultuur. Hoewel ge
boortig uit de Haarlemmermeer is
mr. Van Riel meer te beschouwen
als Drent. Hij is een kleinzoon van
Harm Smeenge, eertijds de grote
man van „Schuttevaer"aan wie hij
zijn voornaam te danken heeft. Na
zijn juridische studie in Leiden heeft
hij lange tijd meegewerkt aan het
bankierskantoor Mees en Zoonen.
PARTIJ BESTEL EN VERNIEUWING
jlfR. H. VAN RIEL EN DRS. J. M. AARDEN hadden elkander nog nooit
ontmoet. Zij waren kennelijk, ieder voor zich, nieuwsgierig hoe zij
tezamen in dit eerste gesprek de partijvernieuwing zouden ontleden. Het ge
beurde in de werkkamer van gedeputeerde Van Riel in het nieuwe Provincie
huis in Den Haag, een hoog, licht vertrek, waar de lage winterzon in staat.
Mr. Van Riel laat eerst de luxaflex zakken. Dit gaat elektrisch. Het indruk
wekkende schilderij met de boerenarbeiders van Chabot, dat de hele kamer
beheerst, krijgt in het gedempte schijnsel diepe kleuren.
DRS. AARDEN opent het gesprek.
Hij heeft het gevoel dat bepaalde din
gen duidelijker zijn geworden, maar
hij heeft een hekel aan het woord dui
delijkheid, omdat het volstrekt over
trokken wordt. Bij partnervernieuwing
gaat het erom: waar willen we heen
en hoe komen we er?
„Ik zie drie belangrijke zaken: wenst
men de vernieuwing zich te zien vol
trekken in de partijen zelf, wenst men
daarbij een belangrijke rol toe te ken
nen aan de partijen of wenst men de
weg van de uitwendige dwang om tot
samenwerking te komen".
DRS. AARDEN: „Inderdaad. Ik zou
dat voorlopig althans niet nodig vin
den". Naar zijn mening dient de drang
tot samenwerking uit de partijen zelf
voort te komen, dus langs de natuurlij
ke weg. Een gemengd districtenstelsel
zou daarbij op den duur wel behulpzaam
dienen te zijn. „Ik zou het echter als
een brevet van onvermogen voor de
partijen beschouwen als die zich niet
in de waagschaal van de ontwikkeling
stelden", zegt drs. Aarden.
Hij legt uit dat er zich na de verkie
zingen van 15 februari twee belangrij
ke momenten hebben voor gedaan: het
verschijnsel van Democraten '66 en
het verwijt van drs. Gruyters aan zijn
adres dat hij een lafaard is door niet
uit de KVP te treden.
„Wat ziet men nu in de christelijke
partijen? Daar leeft de wens om bin
nen die partijen te blijven. Daar is een
verklaring voor".
MR. VAN RIEL: „Oh, heel duidelijk.
Dat laten ontploffen van de christelij
ke partijen is toch onzin. Daar komt
toch niks van".
DRS. AARDEN: „Het typische uit
gangspunt is: niet onmiddellijk 'n nieu
we partij. De radicalen proberen het
vanuit hun partij. Houd me ten goede
dat ik het woord radicaal gebruik. Het
is ons opgedrongen, vik hecht er niet
aan, het is van Berghuis met zijn evan
gelische radicaliteit".
„Gruyters gelooft niet in de effectivi
teit van het streven binnen KVP, ARP
en CHU, om deze in een bepaalde rich
ting te krijgen. Er is nog een ander
punt en daar zie ik nu duidelijk het
verschil met D'66. De Democraten '66
willen veel meer het liberalisme, waar
door zij geboeid zijn, een nieuwe politie
ke gestalte geven, dan dat zij in we
zen afwillen van de organisatie waarin
het streven naar menselijke vrijheid
zich tot nu toe heeft gemanifesteerd, de
WD. Gruyters maakt zich daar ge
makkelijk van los".
„In de KVP gaat dat veel minder
gemakkelijk. Je leeft gewoon in de
overweging van trouw aan een bepaal
de partij en dat moet je ook maatschap
pelijk zien. Wij voelen ons verantwoor
delijk voor elkaar en voor een groep
mensen, die ons misschien wel hele
maal niet lusten. Zo verklaar ik dan
voor mijzelf de poging van christenen
binnen de partijen om tot die vernieu
wing te komen. Ik kan niet op dit mo
ment, volledig waarmaken dat wij zul
len slagen, maar dat we die partij in
•en bepaalde richting omkrijgen, daar
van ben ik overtuigd. Dat is noodzake
lijk. Zo kan het niet langer. Ik geloof
niet in die uitgebalanceerde middenpo
sitie waarmee gegoocheld wordt en die
organisatorisch de beste uitdrukking
zou zijn om te komen tot een even
wichtige belangenbehartiging".
MR. VAN RIEL: „Ik vond het inte
ressant wat de heer Aarden zei. Ik ben
het er grotendeels mee eens. Laat ik
voorop tellen dat ik in geen enkele op
zicht voor de WD spreek, maar louter
voor mijzelf. Ik geloof dat je een aan
tal fasen moet onderscheiden. Ik dacht
dat je uiteindelijk zou uitkomen bij
een politiek die min of meer weergeeft
de groepen waarin het Nederlandse
volk in zijn denken reëel is gesplitst".
„Je zult mijns inziens "dan in sociaal-
economische zin in belangrijke mate te
rechtkomen bij een punt zoals dat de
christen-radicalen voor ogen staat. Dat
moet dan langs de weg van actie en
tegenactie. Je moet hun zeker hun zin
niet geven, ook als KVP niet. Dan kom
je te ver over de streep".
„Er is op sociaal-economisch gebied,
dacht ik, een tendentie naar links in de
samenleving onvermijdelijk, waarbij je
niet altijd onmiddellijk ^an medezeg
genschap hoeft te denken. Ik geloof niet
dat de arbeiders daar veel voor voe
len. Men zon die zaak toch moeten uit
werken, want zonder een rechtstreekse
Invloed van de werknemers kom je er
ook niet Het feit dat zij er nu niet in
geïnteresseerd zijn, kan ook een fase
kwestie zijn. Op het ogenblik denkt
men dat meer vrije tijd en meer loon
de enige dingen zijn die er in feite iets
toe doen. Dat behoeft de ideaalstelling
niet te beïnvloeden, want het is natuur
lijk veel idealer als je wel op de een of
andere manier een soort van menselijke
werkgemeenschappen kunt opbouwen.
De arbeiders lachen je veelal uit als je
erover begint. Dat bewijst niet dat de
christen-radicalen ongelijk hebben. Er
zijn wel meer dingen waar de mensen
eenmaal om gelachen hebben".
„Een andere zaak is bijvoorbeeld de
handhaving van het Westen in de we
reld. Daarover wordt in christen-radica
le kring verschillend gedacht. Je kunt
de ontwikkelingshulp belangrijk verho
gen en toch voor bewapening zijn. Je
kunt volledig achter de Amerikanen in
Viëtnam staan en toch volhouden dat
de ontwikkelingshulp het belangrijkste
is waarover we denken. Ik geloof dus
niet dat je met een KVP, een CHU of
een ARP in de zin van de denkbeelden
zoals de christen-radicalen die verkon
digen, in Nederland op het juiste punt
zou komen. Je komt nooit op dat punt,
want het Nederlandse volk valt net als
alle westerse volken uiteen in groepen
die over al deze dingen verschillend
denken. Ook in de partijen zelf, ook in
de Partij van de Arbeid. Er is speciaal
op het internationalê vlak een belang
rijke behoudende meerderheid. Dat ligt
ook traditioneel voor de hand".
„De KVP wordt nooit zo radicaal dat
alle boeren en middenstanders eruit lo
pen. Dan is het ook geen KVP meer.
Dan is het een katholieke arbeiderspar-
tijd. Zeg je, die gaat dan zonder meer
met de Partij van de Arbeid samen,
dan zal toch blijken dat de katholieke
arbeider wezenlijk anders denkt dan de
socialistische. Zij hebben wel veel in
hun materiële belangenbehartiging ge
meen, maar ze denken toch weer an
ders".
Wat betekent radicaal? Je kunt ver
moedelijk met het kabinet-De Jong een
christelijk-radicale politiek voeren, mits
je van bepaalde essentiële dingen af
blijft. Dat zijn het evenwicht in de be
groting en de lijn-Luns in de buitenland
se politiek. Ik dacht dat over andere
dingen, ook binnen het raam van het ka
binet-De Jong, best overeenstemming
is te bereiken. Een inflatore politiek
kan nooit een doelstelling zijn. Dat wil,
in ernst, geen verantwoordelijk mens.
Ga je veel hogere belastingen vragen,
dan krijg je de KVP eenvoudig niet mee.
Ik bedoel: dan kunnen ze wel zeggen
we zijn radicaal geworden, maar de he
le Brabantse middengroep in de KVP
voelt daar niet voor. Dat valt bij
haar kiezers niet. Het is zelfs de vraag
of het bij de kiezers van de Partij van
de Arbeid goed zou vallen. De offerbe
reidheid is behalve bij de idealisten niet
groot. Daar moet je ook altijd reke
ning mee houden".
„Een geradicaliseerde KVP kan ik
mij niet anders voorstellen dan als een
KVP die wat andere formuleringen
kiest Ik geloof eenvoudig niet dat zij
realiter, zolang zij een eenheid blijft,
veel anders gaat handelen, omdat naar
mijn gevoelen de sociologische samen
stelling daar niet meer naar is. De
Zuidlimburgse industrie-arbeiders zijn
al voor 1940 voor een belangrijk gedeel
te naar de Partij van de Arbeid gelo
pen, dat was toen de SDAP. In Lim
burg zeg ik, in Brabant nog niet.
Het afbrokkelingsproces in wat ik mag
aanduiden als de kantoorbedienden-
groep is ook vrij aanzienlijk. De KVP
onderscheidt zich sociologisch niet zo
heel veel meer van de beide andere
confessionele partijen. Het is toch een
partij die voor zestig, zeventig procent
bestaat uit mensen die zich ook emotio
neel min of meer aan het tegenwoor
dige maatschappelijke stelsel gebonden
voelen. Dat betekent dat je nooit maat
regelen kunt nemen die tot een radica
le omvorming van de maatschappij
leiden. Wel maatregelen die binnen het
raam blijven, zo ongeveer als Drees dat
heeft gedaan en wat hem ook verweten
wordt".
„Dat zijn feitelijke aanpassingen aan
de maatschappelijke ontwikkeling, die
daar ook zelfs iets op vooruitlopen.
Maar dat noem ik niet christen-radicaal
in de zin van de laatste maanden. De
grens in de praktische politiek ligt er
gens bij wat de Brabantse- midden
groep voor haar aanhang nog aanneme
lijk kan maken. Maar dat is niet de ra
dicalisering die u naar mijn mening
wilt Is dat wel zo, dan noem ik dat
veel geschreeuw en weinig wol. Dan
betekent dat tenslotte niet meer dan
het accentueren van wat misschien wel
goed en verstandig is uit tactisch oog
punt en daar zal dus Schmelzer ook in
drs. J. M. Aarden, de KV P-radicaal, in gesprek met mr. H. van
twee tegenpolen in het politieke kamp.
Riel (rechts), de liberale fractievoorzitter in de Eerste Kamer;
meegaan, omdat de KVP een evolutio
naire partij is. Veel verder zult u de
CHU en de meerderheid van de ARP,
los van prof. De Gaay Fortman, ook
nooit krijgen".
„Een radicalisering van de KVP als
eenheid kan ik alleen als een fase in
woordgebruik zien, die misschien zo
als Schmelzer het nu stelt electoraal
wel voordeel bieden kan. Hij maakt
zich natuurlijk onmiddellijk van die ge
dachte meester ten gunste van de KVP.
Daar wordt hij ook voor betaald. Dat
is zijn taak in de wereld.
„Loopt u eruit, op het ogenblik, dan
zou ik dan niet juist vinden. Dan zeg
ik: ga dan maar naar de Partij van
de Arbeid, want anders zou het beteke
nen dat we nog een partij meer krijgen.
Die zal niet groot worden, dat durf ik
wel te voorspellen, lang niet zo groot als
de enquêtes aanwijzen. Die vraagformu
leringen waren trouwens niet juist".
DRS. AARDEN: „Bij de algemene
politieke beschouwingen in de Eerste
Kamer, hebt u ons toen niet de goede
raad willen geven om eruit te gaan en
wel naar de Partij van de Arbeid?".
MR. VAN RIEL: „Jawel, dat was uit
een oogpunt van wat men noemt de po
litieke duidelijkheid. Ik heb dat niet
gezegd omdat ik zo graag zou zien dat
de KVP uiteenvalt, maar omdat als
u het toch wilt ik liever zeg: dan
één grote linkse partij. Dan moeten de
anderen wel. Er moet altijd iemand het
initiatief nemen. Het moet altijd uit de
bestaande partijen komen".
MR. VAN RIEL gaat dan verder in
op de gedachte van het „uitstappen"
van de radicalen uit de KVP, het ogen
blik waarop en de manier hoe: „Tac
tisch gesproken dacht ik dat je een gun
stig onderwerp moet kiezen, ik weet
niet precies wat, ik betwijfel of dat ont
wikkelingshulp is. Ik geloof niet dat het
erg bij de mensen leeft, wel bij een be
paald type jongeren, maar bij vele ar
beiders haal je er geen hond mee ach
ter de kachel vandaan. En die aanhang
moet u toch op de een of andere ma
nier zien te krijgen. Want met die jon
gere intellectuelen maakt je natuurlijk
electoraal niks klaar, ook niet met de
kantoorbedienden, laboranten en onder
wijzers die met hen meelopen. Dat le
vert u hooguit vijf of zes zetels op. U
hebt arbeidersstemmen nodig om tot
vijftien te komen en dat is toch
wel met minimum, indien u als eigen
groep iets wilt voorstellen".
„Maar dat is uw zaak verder. Ik
hoef u geen lesje te geven. Ik bedoel
maar: ik geloof niet dat de ontwikke
lingshulp erg gunstig voor een „schei
ding der geesten" is. Daarvoor komt
nog wel een beter onderwerp, van uw
standpunt uit bezien. Dan moet u dat
wel zo tijdig doen dat u nog een orga
nisatie kunt opbouwen. En vooral zo
tijdig dat u een zeker gezicht krijgt:
Dan kunt u zeggen: dat ben ik niet, dat
is Bogaers, maar dan zeg ik u dit: ik
vind Bogaers één van de aardigste en
constructiefste mensen die ik ken,
maar iets van naïviteit en ook van
overaccentuering dat bij hem leeft,
maakt hem niet de geroepene. Waar
om? Ik kan dat niet helemaal precies
zeggen, maar grote partijleiders zijn an
ders. Hij heeft wel iets waardoor hij
bindend is, maar op een of ander kri
tiek ogenblik zal hij toch teveel waar
de aan zijn eigen ideeën hechten".
„Als u zichzelf als die man ziet
daar hoeft u geen ja op te zeggen, dat
zou erg dom zijn dan moet u op de
een of andere manier iets constructiefs
doen, maar dat kan ook zijn iets laten
verwerpen. Met verworpen moties waar
zes KVP-ers voorstemmen, krijgt u
echter alleen maar het imago van
dwarsdrijver, ik bedoel in de ogen van
•de grote massa. Je moet op de een of
andere manier zorgen dan je de tijd
hebt om iets positiefs te doen of veel
positieve dingen te zeggen. Daarom
vind ik dat als u het niet binnen één
of anderhalf jaar doet, u in de partij
moet blijven. Een te grote onzekerheid
in de ogen van de katholieken van wat
de KVP werkelijk wil, leidt er ook toe
dat er teveel mensen weglopen. Dat Is
misschien wel prettig voor de WD,
maar nationaal gezien gooien we dan
ook het laatste weg wat we nog aan
kansen hebben om nog eens ooit tot een
holistische benadering van de Neder
landse samenwerking te komen" (Ho-
lisme is het streven naar vorming van
grotere totalen die meer zijn dan de
som van hun delen).
„Het ergste wat er zou kunnen gebeu
ren, is het ontploffen van de confessio
nele partijen zonder dat er een alter
natief is. Dat zou een ramp wezen".
DRS. AARDEN: „Alles overziende is
er veel en niet veel gebeurd. Wét er is
gebeurd, vind ik belangrijk. Maar men
heeft verwacht dat er nu zo niet vol-
sterkte, dan toch wel voldoende duide
lijkheid zou zijn. Ik meen dat dit een
illusie is geweest. Wat mij beangstigt
is dat men zich dit niet bewust is ge
weest. Ik ben het met de heer Van Riel
volledig eens: het is een kwestie van
fasen. Van de KVP-radicalen had men
verwacht dat zij zouden uittreden. Er
zijn verscheidene mensen die daar hun
kerend naar hebben uitgezien. In hun
ongeduld dachten zij: eind 1967 is het
duidelijk in welke richting we gaan".
„Er is wel een duidelijk waarneem
bare ontwikkeling gaande, al zijn we
nog niet daar waar we heen willen,
hoewel dat nog niet vast staat. Daar
wordt verschillend over gedacht. Per
soonlijk zie ik en ik ben het met de
heer Van Riel eens voorlopig een
functie voor de christelijke partijen.
Die moeten constructief aan de ver
nieuwing meedoen en zich daarvoor
openstellen. In de kring van jongeren en
intellectuelen groeit een nieuw gevoel
van saamhorigheid. Dat is niet negatief.
Zij willen het samen met anderen doen.
Dit beschouw ik niet als verraad, maar
er zijn mensen in mijn kring die dat zo
zien. Het is een „overstijgen" van de
solidariteit en dat vind ik in zekere zin
winst".
„Ik zou het een ramp vinden als de
christelijke partijen, na tot een zekere
samenhang te zijn gekomen wat de to
taliteit betreft, zich in twee groepen
zouden splitsen en we een vooruitstre
vende en een conservatieve groep zou
den krijgen. Dan is mijn wens en dat
vind ik volstrekt reëel kom dan tot
een grote linkse partij. Of er dan nog
plaats is voor een christelijke partij?
Ik weet het niet. Dan zouden de men
sen van de KVP en van de ARP moe
ten zijn opgegaan in die grotere pro
gressieve partij".
MR. VAN RIEL: „Het hangt er
maar vanaf wat u onder progressivi
teit verstaat".
DRS. AARDEN: „Daar hebt u het.
Je kunt op het ogenblik de lijn niet
trekken tussen enerzijds WD en CHU,
die dan als louter conservatief zouden
zijn te beschouwen en daartegenover de
andere partijen. Dat positieve streven
om aan de maatschappelijke ontwikke
ling deel te nemen, is ook aanwezig in
WD en CHU".
„Belangrijk is: wat Is dan het pro
grammapunt dat je graag bij de kop zou
pakken. En dan ben ik het helemaal
met u eens: welke persoon zal dat
aanvatten. Dat is tenslotte de beslis
sing".
MR. VAN RIEL: „Daar draait alles
om". Hij legt uit wat zijn ideale par
tij d zou zijn: „Een omvattende partij
die monarchistisch is, zich in algemene
lijn op het Westerse standpunt stelt en
die geen propaganda maakt voor aller
lei vormen van ontbinding. Om bijvoor
beeld allerlei seksuele taboes twijfel
achtig en tot onderwerp van politiek te
maken, vind ik verkeerd. Een partij ook
die sociaal-economisch naar een ande
re vorm van verdeling van de invloed
in de maatschappij streeft. Wat voor
mij niet aanvaardbaar is en dat wil
Bogaers ook niet is, dat een sociaal-
economische ontwikkeling in een vrij
snel tempo gepaard gaat met het af
breken van de normen. Bogaers wil
bijvoorbeeld ook niet uit de Navo".
Volgens mr. Van Riel gaat het er
dan maar om of men dat wil bereiken
door middel van een arbeiderspartij of
van een nationale partij met een sterke
linkse sociaal-economische inslag.
„Maar een arbeiderspartij maak je
van de KVP nooit, want dat is zij nu
eenmaal niet. Zij zal nooit aan dat doel
beantwoorden en daar beantwoordt Bo
gaers trouwens ook niet aan". Waar
schuwt voor het gevaar als oppositie
binnen de partij zoals het de meeste
dergelijke opposities vergaat in de
netten van het apparaat te blijven han
gen: „Maar als u er bovenuit zou kun
nen, dan bent u een groot man en dat
wacht ik met veel plezier af. Ik heb het
in Nederland nog niet zien gebeuren".
De conclusie van mr. Van Riel is dat
weliswaar de christen-radicalen niet
meer zijn weg te denken in de ontwik
keling van het partijpolitieke systeem,
maar dat de vorm waarin het ge
beurt geen belangrijke resultaten ople
vert. .Alleen als er in de christen-ra
dicale groep iemand is die de moed
heeft om zijn baantje op te geven en
ook het verstand en de overtuigings
kracht heeft om een hoop mensen mee
te krijgen, dan zit er een begin van een
nieuwe partij formatie in. Deze is dan
noch links noch rechts, maar een uit
gangspunt voor een van de twee Ne
derlandse centrale politieke groeperin
gen".
Drs. Aardens conclusie is dat de
KVP-radicalen nu zijn erkend, ook als
belangrijk worden beschouwd voor de
vernieuwing van het partij-programma
en dat zij er zelf bij zijn als Schmel
zer zou proberen hen op dood spoor te
zetten.
MR. VAN RIEL: „Als u te lang
wacht, kunt u niet anders meer, dat is
het punt".
DRS. AARDEN: „Dan zijn wij over
de wissel heen, wilt u zeggen". Legt uit
dat het nu ook gaat om de vernieuwing
van de partijleiding, wat bepalend is
voor de christen-radicale inbreng in de
groep van achttien, waar in ieder geval
voor Aalberse en Horbach anderen zul
len moeten komen. Drs. Aarden be
schouwt het dan tenslotte na alles
wat er in 1968 zal gebeuren als een
politieke consequentie dat de KVP op
grond van het nieuwe programma ge
noodzaakt zal zijn om te zeggen dat zij
onderhandelingen gaat aanknopen met
die en die partijen.
MR. VAN RIEL: „Vindt u dat stem
busakkoord nog een essentiële zaak?
DRS. AARDEN: „Dat is van de es
sentie niet weg te denken. In ons den
ken kunnen wij er niet omheen om voor
het verwezenlijken van programma's
in de moderne verhoudingen, ons te be
kennen voor een bepaalde samenwer
king".
MR. VAN RIEL: „Dan zeg ik:
lukt nooit, dat wil zelfs Berghuis niet.
Lukt het u niet om het er in de pro
testants-christelijke groeperingen door
te krijgen en blijft u dan toch in de
KVP, dan bent u over de wissel heen.
Het stembusakkoord, dat is de realiteit,
Wat er in dat programma staat, kunt
u zeker ook met de VVD uitvoeren. Ik
bedoel: als de ARP en de CHU zich
daar volledig bij aansluiten. De reali
teit in de politiek is: welke minister
krijg je. Niet was er op dat papiertje
staat".
DRS. AARDEN: „Ik vind het pro
gramma niet onbelangrijk. Ik zie die
samenwerking met de WD niet".
MR. VAN RIEL: „Natuurlijk niet!
Als u dat gaat zeggen, gelooft niemand
meer in u. Dan zeggen ze: die is al
net zo duister als Schmelzer. Maar als
die CDU tot stand komt, zit daar nooit
een stembusakkoord in, zelfs niet in
federatief verband. Dat is voor de AR
en de CH heel duidelijk een levens
kwestie".
DRS. AARDEN: „Ik zie ook geen
christen-democratische partij ontstaan,
Ik zou het bovendien als politieke dis
criminatie beschouwen om ons nu, met
een beroep op de christelijke inspiratie,
voor een stembusakkoord uit te spre
ken, terwijl de AR en de CH zich nog
niet op een program hebben vastge
legd".
BURGERS WORDEN
GENUMMERD
DELFT Binnen enkele jaren, dat
is nu wel beslist, zijn we allemaal een
nummer. Het elektronisch rekentuig
(computer) dat elke administratie
gaat beheersen, kan een gegeven als
meneer A. J.,Pieterse niet meer gebrui
ken. Wel zijn nummer. De tijd is nabij
dat in elke geval de administraties van
de overheid Rijk en gemeenten
ons cijfermatig gaan verwerken.
Het lijkt een zaak van volgnummers
uitdelen. Maar zo simpel is het niet. De
feilloze rekenbolleboos bestaat niet en
de cijfers voor de computer moéten
tenslotte door mensenhand worden aan
gevoerd. Dat schept rijkelijk kansen op
fouten, zoals het verwisselen van twee
cijfers of het verkeerd overnemen van
een getal. De gevolgen zouden niet te
overzien zijn.
MISSERS
U zou door het simpele omzetten van
twee cijfertjes in de reeks een aanma
ning in de bus kunnen krijgen voor de
hondebelasting van uw buurman. Plot
seling zou een soortgelijk foutje de pas
geboren dochter van uw overbuurvrouw
op uw naam kunnen brengen. De pot
sierlijkste missers worden mogelijk.
Om dat allemaal te voorkomen wordt
er druk gestudeerd op het ontwerp van
een code die zelfs het geringste foutje
moet kunnen ziften en zelfs corrigeren.
Die taak is toebedeeld aan de afdeling
cijfertechniek van de Technische Hoge
school in Delft.
FOEFJES
Deze afdeling brengt over de door
haar bedachte rekenkundige foefjes
rapport uit aan de Commissie automa
tisering Rijksdiensten, onder voorzitter
schap van de hoofddirecteur financieel-
economische zaken van de PTT, H.
Reijnoud. De commissie op haar beurt
adviseert de regering.
Op de T.H. wordt gedokterd aan een
cijfercode met ingebouwde veiligheden.
Die veiligheden zitten verborgen in cij
fers die als extra aan het nummer van
elke Nederlander moeten worden toege
voegd. De mogelijkheden van dergelij
ke zekeringen zijn al jaren geleden ont
dekt. Cijferdeskundigen stoeien er al
geruime tijd mee.
De opdracht van de regering is een
code te ontwerpen die een veiligheid
van honderd procent op zijn minst be
nadert en die bovendien geen onhan
teerbare lange reeks veiligheden ver
eist.
Voor ons aller nummering is een ge
tal van acht cijfers voldoende we zijn
tenslotte maar met zijn dertien miljoe
nen. Het bruikbaarst zou zijn een ge
tal van tien cijfers, waarin dus plaats
zou zijn voor twee controlecijfers.
Tot slot een allereenvoudigst voor
beeld:
U krijgt nummer 673242. Daar voe
gen we een controlecijfer aan toe dat
de tientallen buiten beschouwing la
tend de som is van alle gebruikte
cijfers. Dus 4.
Een onnauwkeurige administrateur
verwisselt de 7 voqr een 9. De som
wordt dan 6. Stop, zegt de computer.
Heel uitgerekend!
BOLSWARD Vanmiddag is tijdens
de 33ste jaarvergadering van de „Kris-
telqk Fryske Folksbibleteek" (KFFB) de
uitslag bekend gemaakt van de door de
ze vereniging uitgeschreven romanprijs
vraag 1967. De eerste prjjs, ondèr meer
een bedrag van f 2.500,-, werd toege
kend aan het manuscript „Swarte Keap"
(zwarte handel), geschreven door de
heer S, M. van der Galiën te Harder
wijk.
Het is een roman die handelt over
de nog heden ten dage bestaande sla-
ventransporten in de Soedan. De tweede
prijs was voor „It roer ut hannen" (het
roer uit handen) van de heer P. Akker
man te Schiermonnikoog. Dit boek be
handelt conflicten tussen de generaties.
Verder werd meegedeeld, dat de
K.FJF.B. een vereniging met bijna
twaalfduizend leden voor het komen
de jaar een groots opgezet uitgaveplan
heeft opgesteld. Zo zullen o.m. acht ro
mans, acht gedichtenbundels, enkele no
vellen en een kinderboek worden uitge
geven. Wat het onderwerp betreft gaat
de voorkeur hierbij uit naar een boe
renroman nieuwe stijl, waarin heden
daagse problemen in het landbouwbe
drijf, zoals ruilverkaveling, E.E.G., me
chanisatie en dergelijke worden behan
deld.
Hoge Raad Bij KB. zijn benoemd
tot raadsheer in de Hoge Raad der Ne
derlanden mej. mr. A. A. L. Minken-
hof, thans advocaat-generaal bij ge
noemd college; tot advocaat-generaal bij
de Hoge Raad der Nederlanden: prof.
mr. J. Remmelink, hoogleraar aan de
Rijksuniversiteit te Groningen, tevens
rechter-plaatsvervanger aldaar.