Compensatie noodzakelijk voor korter werken, meer vrij en hoger ziekteverzuim Werkgelegenheid in Utrecht beter dan landelijk gemiddelde H.D.S. lanceert plan voor clubgebouw Einde van werktijdverkorting door order tractorenfabriek WEER OPLEVING Normale werktempo kan hervat worden VOORZITTER KAMER VAN KOOPHANDEL IN TRADITIONELE NIEUWJAARSREDE Export Investor in sen Inkomens Ruimtelijke ordening Wielrijder liep open beenbreuk op bij aanrijding Grote verloting Valleiruitertjes Personenauto beschadigt bus In Leersum compleet sportcomplex? Financieel Alles LEERSUM Aangemoe digd door de aanleg van het nieuwe voetbalveld aan de Wildbaan, die zienderogen vorderingen maakt, heeft de sportvereniging HDS nu op nieuw een plan gelanceerd: de realisering van een clubge bouw om zo te komen tot een compleet sportcomplex in Leersum. bij de van het VEENENDAAL - Aan de werktijdverkorting S.K.F. Kogellagerfabrieken N.V., die op 1 juli vorige jaar is ingegaan, is een einde gekomen. Voor de ongeveer driehonderd werknemers, die hierbij betrokken waren, wordt nu weer de normale vijfdaagse werkweek van kracht. Een half jaar lang hebben zij op de vrijdagen niet behoeven te werken. DONDERDAG 4 JANUARI 1968 VEEiSEiS DAAL/UTRECHT - „In Veenen- daal heeft de textielnijverheiddie elders in den lande een moeilijk jaar achter de rug heeftzich in het algemeen bevredi gend neten te handhaven dank zij de tijdi ge aanpassingenOok de toegenomen ge varieerdheid van het bedrijfsleven in Veenendaal blijkt van positieve waarde te zijn". Aldus de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor „Utrecht en Omstrekenin zijn nieuw jaarsrede die hij hedenmorgen in het ge bouw van de Kamer te Utrecht uitsprak. In de inleiding van zijn traditionele nieuw jaarsrede legde de voorzitter er de nadruk opdat hij ten aanzien van de verschillende problemen niet het standpunt van de Ka mer weergafmaar zuiver zijn persoon lijke visiegebaseerd op feiten en progno ses. Wat betreft het algemene economische beeld constateert de voorzitter na een aan vankelijke aarzeling en vertraging in het economische ontwikkelingsproces een ten dens. die reden geeft tot enig optimisme. Na zijn inleiding nam de voorzitter eerst de economische groei onder de loep. De ontwikkeling van onze econo mie wordt primair bepaald door de groei van het volume van het bruto na tionaal produkt. De jaarlijkse bevol kingsaanwas van circa 1.3 pet. vraagt hiervan een overeenkomstig percentage om het bestaande welvaartsniveau te handhaven en de voor die aanwas nood zakelijke investeringen ter uitbreiding van werk- en woongelegenheid en van de zogenaamde infrastructuur (scholen, wegen enz.) te kunnen betalen. Daarboven leven er echter talloze wensen tot verhoging van het bestaande welvaartsniveau door meer en betere consumptie, door ruimere sociale voor zieningen, meer, beter en langer onder wijs, meer woongenot en recreatie, be ter transport. Voor een deel betekent dit directe uit gaven in de consumptieve sfeer, daar naast vergt dit grote investeringen in woningen, fabrieken en werkplaatsen, scholen en universiteiten, wegen, par keergarages enz. Daarbij komt dan tenslotte nog de ontwikkelingshulp, waarbij gestreefd wordt naar een geleidelijke verhoging van 0,5 pet. in 1966 tot 1 pet. vap het bruto nationaal produkt in 1971 .Dit al les kan slechts bereikt worden door een overeenkomstige groei van het volume van het bruto nationaalprodukt, wat fei telijk neerkomt op verhoging van het produktievolume per werkende per jaar, of met een korter woord: van de pro- duktiviteit. Deze produktiviteitsverhoging kan een gevolg zijn van technische 'verbe teringen in het produktieproces, b.v. door overgang op nieuwere machines met grotere efficiency en/of capaciteit maar ook door een betere organisatie en door verstandiger en/of harder wer ken. Werktijdverkorting, langere vakan ties, hoger ziekteverzuim verminderen de produktie per werkende per jaar en zullen ten koste van de overige wel vaart gaan. Hiertegenover zal bijvoor beeld een sterkere deelneming van de vrouw aan het produktieproces de pro- duktiviteit verhogen, al zal dat soms ten koste kunnen gaan van bepaalde fa cetten van het gezinsleven. Men kan de welvaart op bepaalde punten verhogen, zelfs stérk verho gen, doch men moet zich realiseren dat dit uitstel van de bevrediging van andere welvaartswensen zal beteke nen. Men kan ook een groter deel van het bruto nationaal produkt bestemmen voor investeringen die de groei versnel len en dus hogere toekomstige welvaart geven ten koste van consumptieve uit gaven nu, of omgekeerd. Er moet ech ter gekozen worden. Het is niet „all this and heaven too". Dit alles is geen nieuws, maar ik heb het hier nog eens samengevat omdat het erop lijkt dat wij allen de laatste jaren alles tegelijk willen hebben, terwijl de groei van het bruto nationaal produkt juist de laatste tijd aanzienlijk is terug gelopen. De investeringen zouden volgens de prognoses van het Centraal planbureau in 1967 veel sterker stijgen dan de con sumptieve uitgaven, doch voor 1968 wort een gelijke groei van beide beste dingscategorieën verwacht. Naast de noodzakelijke uitbreiding van de investeringen voor de groeien de bevolking zijn ernorme kapitalen nodig voor de modernisering en uitbrei ding van de industrie en de openbare nustbedrijven. de overige diensten, de landbouw, het onderwijs, de recreatie en de woningbouw, nog vermeerderd met die voor openbare gebouwen en in stallaties voor het verkeer, en vele an dere doelen in het kader van de ruim telijke ordening. Deze moeten uit besparingen gefinan cierd worden ten koste van de consump tieve uitgaven. Zoals gezegd gaat hier de keus tussen grotere welvaart nu of in de toekomst. De jongste „Macro-economische ver kenning" verwacht dat bij de Overheid al in 1967 een belangrijke verschuiving van consumptieve uitgaven naar inves teringen plaats zou vinden, die echter meer dan teniet gedaan zou worden door met name het achterblijven van de investeringen in vaste activa in bedrij ven bij de groei van de particuliere con sumptie. Mij lijkt het gewenst dat in de eerst volgende jaren de investerin gen en met name de particuliere in vesteringen. relatief sneller groeien, zo dat vooreerst de consumptieve uitgaven van overheid en particulieren met een beperkter groei genoegen zullen moeten nemen. Ik ben dan ook verheugd dat de groei der investeringen in het le half jaar 1967 ook bjj de particuliere bedre ven iets meegevallen is. Men moet echter de gewenste groei niet alleen van de produktiezijde bevor deren doch ook de afzet van deze hoge re produktie dient verzekerd te zijn. Als men bewust de groei van de binnen landse consumptie lager stelt dan die van het bruto nationaal produkt, dan dient dat meerdere produkt elders ge plaatst te worden. Voor 'n deel zal dit binnenlands kun nen geschieden door verder opvoeren van de investeringen, maar de stijgen de afzet diént vooral in de export ge plaatst te worden. Deze is de laatste jaren achtergebleven bij dè pronose: in plaats van de verwachte exportgroei van 8,5 pet. in 1966 is deze 6,5 pet. ge worden en de prognose voor 1967 is te ruggebracht van 10 op 6 pet., terwijl de laatste schatting iets gunstiger is, te we ten 7 pet. Voor 1968 is zij voorlopig op 7,5 pet. gesteld. De tegenvaller 'in 1967 wordt aller eerst geweten aan de inzinking in de conjunctuur van onze belangrijkste af nemer West-Duitsland en in mindere mate Engeland. De teruggang is er veel verder ge gaan dan in Nederland, want terwijl er bij ons althans nog een matige groei van het bruto nationaah produkt ge handhaafd bleef, daalde dit in West- Duitsland in het eerste halfjaar 1967 t.o.v. 1966 met circa 0,5 pet., de indus triële produktie zelfs met 3 pet., zodat mede tengevolge van de gestegen pro- duktiviteit de industriële werkgelegen heid zelfs met 7 pet. afnam. Dit resul teerde in minder buitenlandse werk krachten. minder grensarbeiders en gro tere werkloosheid. De ontwikkeling van de internationa le handel die de laatste jaren gesta dig groeide blijft onzeker: Binnen de EEG zullen op 1 juli 1968 de laatste interne invoerrechten verval len, doch er zal op allerlei gebied nog veel geharmoniseerd moeten wordeen voor er werkelijk sprake zal kunnen zijn van een economische unie. Bevredigend is- de gestadige stijging van de Oost-Westhandel en die met In donesië, waartegenover de politieke spanningen in het Midden-Oosten en in Afrika belemmerend werken. Naast het teruglopen van de interna tionale conjunctuur is de tweede factor die onze export remde, zoals algemeen bekend, de sterke kostenstijging van de laatste jaren, die vooral door de sterk gestegen arbeidskosten veroorzaakt is. In dit opzicht kan onze exportpositie alleen versterkt worden als de kosten per eenheid produkt minder snel groeien dan in de concurrerende lan den, door hogere arbeidsproduktievi- teit en matiger stijging der inkomens. Het is duidelijk dat om voldoende af zet voor de nationale produktie te be houden. niet alleen de export moet stij gen doch tegelijkertijd ook op dee binnn landse markt de buitenlandse concurren tie tegemoet getreden moet worden. In mijn vorige jaarrede heb ik mijn bezorgdheid geuit over de sterke infla tie gedurende de laatste jaren, waarbij denominale inkomens (in geld) veel sterker gestegen zijn dan in de omlig gende landen. Voor het jaar 1967 wordt de stwging der loonkosten (incl. socia le lasten en arbeidsverkorting) geschat op 8 pet., terwijl in West-Duitsland de ze slechts ongeveer 4 pet. bedroeg. Op basis van de ontwikkeling van de kos ten van levensonderhoud bedroeg de in flatie in ons land in de jaren 1965 en 1966 4<resp. 6 pet. en zij wordt voor 1967 en 1968 geschat op 4 resp. 3 pet.; in Duitsland bedroeg zij in de eerste 8 maanden van 1967 slechts Vit pet. t.o.v. dezelfde periode van 1966! Ik geloof dat wij ons uiterst kritisch tegenover de inflatie moeten opstellen deze zoveel mogelijk moeten beperken. Ik meen nl. dat' 't schijnbare voordeel van een stimulans voor het zakenleven tot optimale bezetting van het próduk- tieapparaat meer dan gecompenseerd wordt door de lagere arbeidsproduktivi- teit. Daarnaast staan de grote nadelen van en onrechtvaardige en sociaal onge wenste herverdeling ten laste van de economisch zwakkeren, pensioentrek kers en andere crediteuren. Voor zover de inflatie in Nederland die van onze buitenlandse partners overtreft, betekent zij bovendien een evenredige verslechtering van onze con currentiepositie met alle gevolgen van dien. Een aantal jaren terug was er be paald een achterstand van de inkomens hier te lande vergeleken met het buiten land, doch deze is inmiddels ingehaald en dreigt in zijn tegendeel om te slaan. De werknemer zelf heeft door de ge lijktijdige stijging der kosten van le vensonderhoud slechts een deel van de nominale stijging als reële loonsverho ging ontvangen, zij het dat deze laat ste in 1966 de produktiviteitsverhoging nog aanzienlijk overtrof. Dit laatste be tekende een verdere stijging van het werknemersaandeel in het bruto natio naal produkt ten koste van de overigee inkomensgroepen. Ht streven om de gemiddelde reële inkomensstijging de te verwachten jaarlijkse stijging der produktiviteit niet verder te laten overschrijden, betekent in feite een handhaven van de huidige inkomensverdeling tussen werknemers en de overige inkomensgroepen. Ook van werknemerszijde gaan thans stemmen op, die menen dat een verde re verschuiving ten laste van de overi ge inkomensgroepen ongewenst is, om dat dit te ongunstig zal werken op de zo zeer gewenste verdere groei van het produktieapparaat in bestaande en nieu we ondernemingen. Uit het Nederlandse bedrijfsleven wordt er nogal eens op gewezen dat het investeringsklimaat in andere industrie landen, waarmede wij moeten concur reren, gunstiger is dan hier te lande. Vooral België wordt in dit verband veel vuldig genoemd. Of dit in het algemeen inderdaad het geval is, moet ik bij gebrek aan voldoen de exacte en vergelijkbare gegevens in het midden laten, doch ik acht het wel van groot belang dat dit diepgaand en systematisch wordt onderzocht en dat op de punten waar ons investerings klimaat tekort schiet de nodige verbete ringen zullen worden aangebracht. Ons land met zijn sterk groeiende bevolking en grote afhankelijkheid van de export kan zich ongunstiger besparings- en in vesteringsmogelijkheden, dus een on gunstiger concurrentiepositie, eenvoudig niet permitteren. De noodzakelijke geleidelijke aanpas sing van ons belastingstelsel aan het EEG-patroon heeft bepaalde bezwaren, doch een goede zijde hiervan is dat zo wel onzé export alsook de investeringen hierdoor bevorderd zullen worden. De ze laatste kunnen nu ook zeer wel ge bruiken een herstel van de stimulans, welke is gelegen in de investeringsaf trek en de vervroegde afschrijving, doch dan geldend voor alle bedrijfsacti va zonder regionaal onderscheid. Ook ruimere mogelijkheden om belasting vrij te kunnen reserveren voor de wis selvalligheden van de conjunctuur zou den in een behoefte voorzien. In dit verband zou ik nog wat nader willen stilstaan bij de werkgelegenheeid, die ten zeerste gediend "is bij een le venskrachtig, florerend en expanderend bedrijfsleven. In het economisch produktieproces vinden voortdurend en in steeds sneller tempo structurele wijzigingen plaats: verbeteringen in de produktiemethode, keuze van andere grondstoffen, nieuwe produkten, optreden van nieuwe produ centen, nieuwe behoeften en ook de voortdurend stijgende loonkosten. Deze vereisen wijziging van de be staande produktie-apparatuur, van de organisatie varf de voortbrenging, maar ook van de verkoop en aanpassing van de bemanning. Vooral het laatste is be langrijk: er is voortdurend een behoef te aan omschakeling op nieuwe produk tie- en afzetmethoden binnen de. bedrij ven, maar daarnaast ook van werkne mers van het ene bedrijf naar het an dere, al dan niet vergemakkelijkt door omscholing. Ik meen te mogen vaststellen, dat in ons land in het moeilijke afgelopen jaar de overgrote meerderheid der werkgevers zowel als de organisaties der werknemers hebben getoond hun zware verantwoordelijkheid voor de oplossing van deze problemen te voe len. Als ik echter de cijfers van de ar beidsreserve en de aanvragen vergelijk en mijn oor hier en daar te luisteren leg, krijg ik toffh de indruk dat de wrij vingswerkloosheid in sommige streken te groot is, m.a.w. dat de omschake ling soms te lang duurt. Het is begrij pelijk dat men gehecht is aan een be paald soort werk en aan de eigen ver trouwde omgeving, maar ik geloof toch dat fer dikwijls te lang gewacht wordt. Daarnaast is het enorme verschil tussen de randstad waar de overspan ning nauwelijks gedaald is en de bui- te nprovincies. Nu werkgevers en werk nemers het eens zijn geworden over de vrije loonvorming, hoop ik dat hiermee naast de mogelijkheid van bedrijfstaks- ge wij ze loondifferentiatie ook die voor regionale loondifferentiatie wat ruimer zal worden. Deze toch zou stimulerend kunnen werken op de zozeer gewenste vestiging van bedrijven in de buitenpro vincies en daarnaast op de tewerkstel ling van werklozen uit dat gebied in het midden en westen. De werkloosheid heeft zich nl. in Noord- en Zuid-Holland en ook in de provincie Utrecht op een veel gunstiger peil weten te handhaven dan in de an dere provincies. In Noord-Holland be droeg de z.g. geregistreerde arbeids reserve ultimo november jl. 1,4 pet. van de afhankelijke mannelijke be roepsbevolking en in de provincies Zuid-Holland en Utrecht 1,5 pet, tegen over een landelijk percentage van 2,8 procent. Van de 2540 ultimo november 1967 geregistreerde mannelijke arbeidsreser ve in de provincie Utrecht behoorden er 713 tot de categorie minder geschikken. terwijl de werkloosheid in dit gewest zich overigens vöoral bij de volgende be drijfsgroepen voordoet: metaalnijver heid (373), bouwnijverheid (309), per soneel in algemene dienst (344). kan toorpersoneel (217). Hiertegenover stond een ongeveer even grote vraag naar arbeidskrach ten (2555), met dien verstande dat in de sector metaalbewerking de vraag (1153) het aanbod (373) aanzienlijk overtrof. In de sector bouwnijverheid zijn vraag en aanbod ongeveer in even wicht (295 tegen 309), evenals in de sector personeel in algemene dienst (369 tegen 344). Alleen in de bedrijfs groepen kantoorpersoneel, niet-varend verkeerspersoneel, horeca en handel overtreft het aanbod de vraag. Mijn beschouwingen óver de werk gelegenheid nu resumerend zou ik wil- eln zeggen dat het een zeer zware taak zal zijn onze groeiende bevolking de nodige arbeidsplaatsen en tevens de nodige woningen en infrastructurele voorzieningen te verschaffen. Dit zal enorme bedragen vergen, welke alleen maar door produceren en verkopen van goederen en diensten zullen kunnen worden verdiend, zoals gezegd, in een zware concurrentiestrijd met vele, vaak zeer sterke mededingers. Het bedrijfsleven kan dit alleen dan presteren indien het uit eigen reserve ringen en de besparingen van anderen de middelen kan putten, welke voor de voortdurende modernisering en expan sie van ons produktie- en dienstenpoten- tieel vereist zijn. Overvloedig zullen de ze middelen niet zijn, zodat steeds scherp zal moeten worden gecalculeerd en uit alternatieven de meest rendabe le mogelijkheden zullen moeten worden gekozen. De verwachte groei «op economisch en sociaal gebied als gevolg van de toenemende bevolking en de stijgende welvaart, moet binnen de schaarse ruimte plaatsvinden. De nationale en regionale plannen voor de ruimtelijke ordening beschouw ik daarbij als een voorlopige reservering van de beschik bare ruimte vóór de huidige en de te verwachten behoeften op alle gebieden zodanig dat na zorgvuldige afwe ging van alle belangen het gunstigste compromis bereikt wordt. Dit is zeker in ons dichtbevolkte land noodzakelijk en verre k te verkiezen boven de chaos die er zonder behoorlijke plannen zou ontstaan en die uiteindelijk nog veel kostbaarder maatregelen zou vragen. De vraag is echter wel in welk tempo VEENENDAAL De 15-jarige wiel rijder G. van H. liep een open been breuk op toen hy op het kruispunt Hoofdstraat - Hoogstraat - Nieuweweg- Zandstraat plotseling linksaf de Zand straat in wilde ryden. Van H. werd geschept door een van de Nieuweweg komende auto, bestuurd door de heer W. van de Z. uit Vee nendaal. Omstanders legden Van H. op het trottoir waarna een ziekenauto hem ophaalde om hem naar het Julia- naziekenhuis te brengen. SCHERPENZEEL. De ponyvereni- ging „De Valleiruitertjes" uit Scher- penzeel zal een grote verloting gaan houden. Er zullen tweeduizend loten van een gulden verkocht moeten wor den. Dit werk zal door de Valleiruiter tjes zelf gedaan worden. Zij zullen za terdag gezeten op hun pony's langs de huizen komen. Als hoofdprijs van deze verloting is er een ponyveulen te win nen. Verder zijn er nog diverse andere prijzen. De opbrengst van de collecte dient voornamelijk om de jeugdige rui tertjes aan uniformen te helpen. Ver der zijn er nog diverse andere mate rialen nodig zoals die voor springen en optuigen van de pony's. De trekking van de loterij zal gehou den worden op 12 maart in hotel Schim mel te Woudenberg door een van de Rijkspolitiebeambten uit Scherpenzeel. De trekkingsavond is tevens de avond voor de jaarvergadering. Ook zullen er enkele paardenfilms vertoond worden. De avond krijgt het karakter van een feestavond. VEENENDAAL Op de Vendelse- weg ontstond gisteren schade toen de heer G. van B. achteruit een inrit kwam inrijden en tegen eeh NBM-bus, bestuurd door de heer A. S. T. uit Rhenen botste. De heer Van B. draait voor de schade op. en in welke volgorde de talloze onder delen van de plannen uitgevoerd die nen te worden. Ik wees er réeds op dat het nationale produkt beperkt is, zodat b.v. een versnelde wegenbouw of groot scheepse aanleg van recreatieterreinen zeker ten koste van de bevrediging van andere welvaartsbehoeften zullen moeten geschieden. Ofschoon er aanwijzingen zijn voor een vertraging van de bevolkingsgroei, menen wij dat deze provincie voor al door haar centrale ligging in de vereiste voortgaande expansie van de economische bedrijvigheid in ons land en de taak welke de Randstad Holland daarin te vervullen zal hebben, wel licht een verhoudingsgewijze grotere rol zal moeten gaan spelen. Ik ben mijn rede begonnen met 1e zeggen, dat er lichtpunten zijn. die de verwachting rechtvaardigen dat met het voortschrijden van 1968 de econo mische situatie geleidelijk zal verbe teren: Wat de internationale conjunctuur be treft moet men hopen op een verbete ring van de Engelse economie door de jongste ontwikkeling en kan men wijzen op een lichte verbetering in West-Duitsland. Binnenslands is er op allerlei plaatsen gesaneerd en de pro duktiviteit verbeterd, terwijl ook de tot nu toe~"bekende econoihische statistische gegevens over groei, export, particulie re investeringen en prijspeil niet zijn tgengevallen. (Van een onzer redacteuren) Hoewel het plan nog geen concre te vorm heeft aangenomen en nog slechts in een pril stadium ver keert, gelooft secretaris E. N. van Doorn, die het initiatief heeft geno men, dat deze grote wens van de voetbalvereniging een goede kans maakt in vervulling te gaan. Hij is er overigens van overtuigd, dat er nog heel wat werk verzet zai moeten worden, voordat het project gestalte zal krijgen. In het laatste nummer van het cluborgaan van de sportvereniging heeft hij de bouw van het clubhuis aan de orde ge steld. GEK Hij noemt het plan daarin „een gek voorstel". „Ik heb dit plan reeds aan de andere bestuursleden voorgelegd en ook zij zijn er en thousiast voor", zo schrijft hij on der meer. Gezien dit enthousiasme en de gunstige reacties die er al van vele leden zijn binnengekomen, rekent de secretaris op een goede kans van slagen. Hij zegt: „De vol gende stap die we gaan zetten, is het houden van een enquête onder de leden. We willen een soort inventa ris gaan opmaken, want het is de bedoeling dat we de bouw in zelf werkzaamheid zullen uitvoeren. Het is dan belangrijk om te weten hoe vee,1 metselaars en timmerlieden, om maar een paar voorbeelden te noemen, we onder onze leden heb ben..." ACTIE Vanzelfsprekend brengt de toe komstige bouw belangrijke financië le consequenties met zich mee. De heer Van Doorn is van mening dat de tijd nog niet rijp is om nu bij voorbeeld al aan acties te gaan denken. Zijn standpunt: „De plan nen -moeten eerst rond zijn, we wil len de zaak eerst aftasten. Het woord, en de daad, is nu aan de le den. Als we weten dat er voldoende steun en animo zal zijn. zullen we bij de technische dienst van de ge meente gaan aankloppen voor hét maken van een begroting en derge lijke..." Bovendien wil hij de aange kondigde actie, die het zwembad- bestuur onder de bevolking zal gaan houden en waarvoor momenteel de laatste voorbereidingen worden ge troffen niet doorkruisen. IDEAAL De realisering van een clubge bouw is voor H.D.S. een ideaal, net zoals dat enige jaren geleden ook E. N. van Doorn jubileumgeschenk bij de Rhenense voetbalvereniging Candia '66 het geval was. Deze ver eniging opende 'kort geleden een prachtig clubhuis. „Drie jaar geleden had Candia ook niet veel meer dan een oud kippeschuurtje. Als je na in Rhenèn komt, kijk je je ogen uit. Iets dergelijks moet toch ook in Leersum te verwezenlijken zijn?" Daarnaast is de heer Van Doorn er van overtuigd dat een clubhuis langzamerhand 'n noodzakelijkheid geworden is voor de vereniging, die nu ongeveer 500 leden telt en daar mee de grootste van Leersum is. „Als we nu iets willen organise ren zijn we altijd op een café aan gewezen en er zijn leden die dat be zwaarlijk vinden..." H.D.S. bestaat in 1970 veertig jaar. In dat jaar zal de vereniging, zoals zich -dat nu laat aanzien, de beschikking hebben over twee nieu we velden. Zoals gezegd, er wordt momenteel een nieuw veld aange legd door de gemeente, waarmee 'n bedrag van ongeveer f 4500,- is ge moeid. Het oude veld zal daarna „gerestaureerd" worden. „We zou den ons geen mooier jubileumge schenk kunnen indenken als we dan ook een nieuw clubgebouw in ge bruik zouden kunnen nemen", aldus de secretaris, die er bijzonder over tevreden is, dat de aanleg van het nieuwe veld in een vlot tempo ver loopt. Met het grondwerk is de aan nemer nu bijna gereed en in het voorjaar zal het gras worden inge zaaid. OPLEVUSG Voor H.D.S. bieden de komende jaren de mogelijkheid tot een verde re ontwikkeling te komen; de nieu we velden betekenen in feite een op leving voor de vereniging. Men heeft er al jarenlang naar gesnakt en nu er dan eindelijk succes ge boekt is staat er een nieuw plan voor de deur. De heer Van Doorn, die heel wat vrye uren aan de sportvereniging besteedt, is ronduit optimistisch. „Het gaat goed met de club", zegt hij tenslotte. Hij denkt in deze sfeer heel wat te kunnen bereiken, te meer* daar H.D.S. een groot aantal jeugdleden heeft. En wie de jeugd heeft, heeft nog altijd de toekomst... •V,TVC%V.".V. V.V.. VI VTVWl Gisteren deelde de heer J. C. Jon ker, bedrijfsdirecteur van SKF mee, dat de ppleving bij het bedrijf te dan ken is aan een grote order van een tractorenfabriek, waarmee al geruime tijd onderhandelingen zijn gevoerd. „Deze order heeft het mogelijk ge maakt dat wij het normale werktempo hervatten", aldus de directeur, die er echter aan toevoegde, dat SKF on danks de nieuwe mogelijkheden, die zich nu voordoen, nog niet op volle capaciteit zal kunnen gaan draaien. De afzetmoeilijkheden die uiteinde lijk tot de werktijdverkorting hebben geleid, dateren al van 1966. De heer Jonker is van oordeel, dat het einde van de moeilijke periode die het bedrijf heeft doorgemaakt „eniger mate te voorzien was". In dit verband sprak hij van intensieve onderhandelin gen die zijn gevoerd om de order-porte feuille te verstevigen. Vanzelfsprekend houdt de order van de tractorenfabriek enig optimisme voor de toekomst in, bovendien ver wacht men een opleving in de automo bielindustrie en ook dat heeft de direc tie vertrouwen geschonken. De algemeen directeur de heer H. J. Dorpema schreef over dit onderwerp in het laatste nummer van het perso neelsorgaan „De Binnenring": Een verdere specialisatie in de fabricage van de tot de S.K.F.-groep behorende ondernemingen zou een gunstige in vloed op deze produktie uitoefenen en deze specialisatie zal zeker worden doorgevoerd. Wat onze fabriek betreft moeten wij er echter rekening mee houden, dat de gevolgen van de onder bezetting op de uiteindelijke resultaten van 1968 van invloed zullen zijn---" De werktijdverkorting heeft voor het personeel wel financiële consequenties gehad, maar volgens de heer Jonker kreeg men slechts 2 pet. minder loon of salaris uitbetaald dan voor de maat regel het geval was. „Toen de verkorting van kracht werd, heeft iedereen de eerste zes we ken zijn normale verdienste gehouden. Daarna, toen er op vrijdag niet meer gewerkt behoefde te worden, werd er voor die dag nègentig procent uitge keerd. Op zichzelf maakte dat finan cieel maar weinig verschil. Dat was het probleem ook niet zo zeer voor de mensen. Ze voelen zich veel eerder niet happy, omdat er niet normaal ge werkt kon worden". Volgens de heer Jonker zet het Zweedse moederbedrijf van S.K.F., dat in Gotenburg gevestigd is, alles in het werk om de vestiging .in Veenendaal Bedrijfsdirecteur J. C. Jonker: weer vertrouwen in toekomst. weer in het goede spoor te zetten. Vorig jaar april deelde directeur Dorpema via „de Binnenring" mee over de samenwerking met de concern leiding in Zweden. „Wij zijn tot nu toe afhankelijk van de concernleiding, die de orders tussen de fabrieken ver deeld. Wij spannen ons in om te trach ten in deze situatie verandering te brengen." Achteraf bestempelt de heer Jonker de werktydverkorting, waarbij zowel produktie- als administratief en ander personeel betrokken was, als „de minst nadelige maatregel, die we toen kon den nemen".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 3