van Oost-Afrika
Van
de Veluwe naar
jungle
de
H,
De
M,
W,
W.J
B;
zaterdag 6 januari 1968
I
hij vlucht niet, maar zoekt de jager op om,
als hij kans ziet, zijn rivaal te vertrappen."
In de jachtkamer hangen vele trofeeën:
huiden van zebra's, bokken, antilopen, een
luipaard en twee enorme tanden van een ka
pitale olifant. In 'n kast liggen nog meer her
inneringen kilometers films en honderden
foto's uit wildgebieden die tot nu toe maar
door 'n handvol jagers uit Europa werden be
zocht. Elke trofee heeft zijn eigen verhaal en
alleen de mens met een passie voor natuur
en jacht kan dat verhaal begrijpen en het
aandenken, dat spreekt uit elk stuk.
Zoals er bij velen een misverstand is ten
aanzien van de jacht in eigen land, zo zijn
er ook vele misverstanden met betrekking tot
de grofwildjacht in Afrika. Uit de hele wereld
melden zich jaarlijks grofwildjagers voor sa
fari in Uganda. Voordat de jager vertrekt,
moet hij opgeven welke dieren hij schieten
wil. Uganda Wildlife geeft hem de vergun
ningen - voor elk dier apart. Een beroeps
jager, in dienst van de overheid, vergezelt
de gast-jager. ,,Het gaat in Uganda eigenlijk
net zoals hier", zegt de heer Kiel. „Men
denkt ten onrechte wel eens aan wilde schiet
partijen, maar het tegendeel is waar. Zeer
nauwlettend houdt het gouvernement van
Uganda de wildstand in het oog. Door aller
lei ontwikkelingen op industrieel en agrarisch
gebied wordt ook in dit land het wild terug
gedrongen. Vandaar dat grote gebieden van
duizenden vierkante kilometers als reserva
ten in stand worden gehouden. In Afrika
zijn in het verleden verschillende diersoorten
met uitroeiing bedreigd door het ingrijpen
van de mens. Maardaar, waar de mens
niet ingrijpt, kan hetzelfde gebeuren.
De heer Kiel heeft aan verschillende safa
ri's deelgenomen en heeft zich als weidelijk
jager veel moeite en studie getroost om het
wild van Afrika te leren kennen. Hij weet
wat de zorgen van het wildbeheer in Uganda
zijn. Dat is onder meer de overpopulatie.
„Kunt u zich voorstellen", zegt hij, „wat het
betekent als er enkele duizenden olifanten te
veel zijn? In gebieden met teveel olifanten is
nauwelijks leven mogelijk voor deze dieren
.aat staan voor andere dieren".
I oe het in andere Afrikaanse lan
den dan ook mag zijn het wildbeheer in
Uganda is een serieuze zaak. Voor dat be
heer heeft het Game Department een aantal
beroepsjagers in dienst, een groot aantal
voertuigen en zelfs een helikopter, waarmee
op gezette tijden tellingen worden gehouden
en gewaakt wordt tegen stroperij. De kosten
van deze organisatie worden gedeeltelijk
goed gemaakt door de bedragen die buiten
landse jagers moeten neertellen om op safa
ri te kunnen gaan. Voor hun dollars, ponden,
marken en guldens betaalt het Game Depart
ment de Landrovers, de trucks, de spoor
zoekers, geweerdragers en al die mensen die
door het gouvernement worden ingeschakeld
om de wildstand in het land, en met name
in de reservaten, zo gezond mogelijk te hou
den. Het merkwaardige daarbij is dat het
aantal dieren dat op safari's geschoten wordt
slechts een fractie is van de*geweldige aan
tallen die moeten vallen bij het selectieve
afschot voor het goede evenwicht tussen de
diersoorten. Om de ongecontroleerde jacht
door de inheemse bevolking in te tomen,
heeft het gouvernement een verkoop-verbod
ingesteld voor alle diersoorten. Nergens in
Uganda kan men dan ook in een restaurant
een stuk wildbraad bestellen.
'e safari's behoren niet tot de
goedkoopste vakantiereizen. De heer Kiel
laat ons een folder zien met twee reizen
één van 17 dagen en één van 24 dagen. Nee,
het zijn geen touringcar-trips. Men kan al
léén gaan, in gezelschap van een officiële be
roepsjager, of met twee, drie of hooguit vier
man. In het eerste geval komen 24 dagen
safari te staan op f8600,-; gaat men met
vier man en een beroepsjager dan kost een
17-daagse safari f 3950,-. Bij de prijs is inbe
grepen vervoer heen en terug vanaf Amster
dam met een Boeing Jet, accommodatie in
hotels en motels, alle maaltijden, de begelei
ding door 'n beroepsjager van 't Game De
partment, 't huren van geweren, kijkers, bo
ten en visgerei (voor de sportvisserij) ver
voer per Landrover en wat lokale belastin
gen. Voor een jachtakte, munitie, drankjes,
de wasserij en fooien komt er nog het een en
ander bij.
Deze twee reizen kan men rangschikken
onder de rubriek „tailormade". Vrijwel alle
bezienswaardigheden in Uganda worden be
zocht: het prachtige Queen Elizabeth Natio
nal Park, het Torowildreservaat, de beroem
de watervallen van Murchison met de enor
me kudden olifanten, buffels, antilopen, nijl
paarden en krokodillen, tochten over meren,
bezoeken aan kraters met ontelbare dier
soorten, prachtige plantentuinen, 'n pigmee-
endorp enz. Op deze tochten mogen sport
vissers naar hartelust vissen op nijlbaars en
tijgervis, terwijl de jagers vier wiidexem-
plaren mogen schieten tegen jachtbelasting
(variërend voor een wrattenzwijn van vijf
dollar tot 28 dollar voor een buffel of kroko
dil en 140 dollar voor een olifant).
„Tailormade" dus men maakt het de
jagende, vissende, filmende of fotograferen
de toerist zo gemakkelijk mogelijk. Hij slaapt
in geriefelijke hotels of in kleine, niet min
der comfortabele nederzettingen in het oer
woud, de tochten zijn niet al te lang en.
hij behoeft niet bang te zijn.
I aar er is nog een andere safari
in een eenvoudig prospectusje genoemd:
de „individually designed safari". Als de
heer Kiel hierover spreekt, kan men duide
lijk zijn voorkeur bemerken. Ja, deze safa
ri's moeten het neusje-van-de-zalm zijn. Ze
ker niet omdat men meer luxe krijgt.
IntegendeelMisschien zijn de
tochten door de jungle op deze safari heel
wat zwaarder, de diners waarschijnlijk heel
wat minder uitgebreid en in ieder geval ziet
de jager vanaf de dag van vertrek tot de dag
van aankomst in de hoofdstad van Uganda,
geen hotelkamer meer. Wie met deze safari
meegaat slaapt in tenten, eet van de jacht
en is vierentwintig uur van de dag in het
oerwoud. Voor de „individually designed sa
fari" behoeft men geen smoking of rok mee
te nemen, al zal het feest er niet minder om
worden. Maar het is een ander vakantiefeest
- een 21-, 28- of 35-daagse belevenis die tot
de modiste in iemands leven mag worden
gerekend.
ij hebben eens een Amerikaan
gesproken, die al drie jaar bezig was met 't
maken van een wereldreis. Hij was al enigs
zins bejaard, maar met een geweldige vita
liteit gezegend. Zijn privé-vliegtuig stond op
Orly (bij Parijs) en hij had juist naar South
ampton getelegrafeerd dat zijn jacht de
volgende week in Algiers moest zijn. Gewa
pend met zijn 16 mm Paillard „nam" deze
Amerikaan de wereld. Bij brokjes en beet
jes, alsmede filmend, gegevens en ontdek
kingen verzamelend, was hij al drie jaar be
zig met zijn cruise en wilde via de westkust
van Afrika oversteken naar Zuid-Amerika
om vandaar een trip te ondernemen langs
en over de duizenden eilandjes van de Paci
fic.
„Het leven is kort", vertelde hij ons glim
lachend. „ik moet opschieten, want ik
moet nog veel doen.Wat mijn mooiste
ervaring is van deze drie jaar.
Er kwam een onverwacht antwoord. De
man hij moet multl-miljonair geweest
zijn*— die in een comfortabele privé-kist
van werelddeel naar werelddeel vloog of in
zijn luxe jacht van haven tot haven voer;
die resideerde in de Hiltons van Europa,
Azië en Afrika.deze man had zijn
mooiste belevenis gevonden in een tentje in
de jungle van Oost-Afrika, in gezelschap van
een ruige beroepsjager en wat Afrikaanse
jongens.
Hij vertelde ons van de „experience of a
lifetime" - van de grootsheid van dit enorm-
me werelddeel, van de onvoorstelbare oer
wouden, steppen en woestijnen, omzoomd
door bergketens met eeuwige sneeuw en be
volkt door de meest uiteenlopende stammen
en de grootste verscheidenheid van dieren
die hij ooit zag in zijn leven. Zó vanuit de
miljoenenstad Tokio had hij zich laten neer
zetten in een wereld, zoals die - naar hij
letterlijk zei: „God die sinds de schepping
onveranderd had gelaten
De pure natuur van Oost-Afrika het
maagdelijke landschap in ontelbare vormen,
kleuren en geluiden, van dageraad tot zons
ondergang - hadden deze Amerikaan, die
gewend was aan de „tailormade cruise", in
extase gebracht. Niet de nachten van de we
reldstad, maar die in zijn tent bij het kamp
vuur van de Afrikaanse jongens niet de
dis in het wereldberoemde Maxim van Pa
rijs, maar het wildbraad van de natuurmens
- juist dat ongekunstelde en oorspronkelijke
was voor hem de schoonste ervaring. Wan
neer er een einde aan zijn wereldreis moest
komen, wist hij niet, maar één ding stond
voor hem vast: nog een keer de betoverende
safari van Oost-Afrika.
ij nemen nog even het kleine fol
dertje met de „individually designed" safa-
- van Uganda Wildlife Development Ltd. We
kiezen, naar onze eigen smaak, de mooiste
reis: 35 dagen individueel. De kosten zijn
5.250 dollar zo ongeveer f 20.000,- dus. Op de
reis gaan mee een PWH (Professional Wild
life Hunter), een Landrover en een vijf tons
truck met twaalf Afrikaanse boys. Voor de
Landrover is een afstand gepland van onge
veer 5.00 km, voor de truck ongeveer 3.000
km. Elke mijn extra kost voor de landrover
f 1,25 en voor de truck f 1,50. Voor driehon
derd gulden per dag extra gaat er nog een
Landrover met beroepsjager mee. Verder is
in de prijs inbegrepen het gebruik van de
tenten voor onderweg en de geweren: ook
het voedsel. Drankjes (voor de boys wat bier
en limonade en voor de PWH mogelijk iets
pittigers), alsmede munitie voor de geweren
en de verschillende vergunningen per te
schieten stuk wild, zijn niet bij de prijs inbe
grepen.
De heer Kiel die de gegadigden
voor de safari voorlicht en met zijn verha
len en films alvast een flinke „warming-up"
bezorgt moet voor het vertrek naar Afrika
althans als het een jachtsafari wordt
weten, welke dieren de jager van plan is te
schieten. Er kan uit een lijst met een dertig
tal dieren gekozen worden. De prijzen vari
eren uiteraard nogal. Voor een buffel, een
krokodil, een Impala en een waterbok moet
100 gulden betaald worden; voor een nijl
paard f 125,-, een luipaard f 450,-, een zebra
f 150,- en voor een leeuw f 500,-. Voor een
olifant wordt betaald al naar gelang het aan
tal ponden ivoor dat het dier heeft (tot 180
pond ivoor ongeveer f 10,- per pond en boven
180 pond 20 gulden per pond).
Mj aankomst op het vliegveld En
tebbe van Uganda wacht de beroepsjager op
zijn gast. Het korps PWH's bestaat voor het
grootste deel uit Engelsen. De heer Kiel kent
ze vrijwel allemaal persoonlijk: Nicky Swan,
John Northcote, Brian Heme, John Ferrari,
Micky Blunt - knapen met een feilloos
schot en een ervaring in de jungle die meest
al dateert uit hun jongenstijd. Met een van
deze heren begint de volgende morgen al
heel vroeg, nadat de nacht is doorgebracht
in Kampala, de hoofdstad van Uganda, de
tocht naar de binnenlanden en de jachtge
bieden. De truck met de boys is 's avonds
al vertrokken en treft honderden mijlen ver
der (de richting wordt bepaald door de keu
ze van het te schieten wild) de voorbereidin
gen voor de eerste overnachting in de jung
le.
In het spoor van de truck met on
der meer een ervaren Afrikaanse spoorzoe
ker, vertrekken gast- en beroepsjager uit
Kampala, nadat daar eerst een bezoek is ge
bracht aan de werkplaats van de beroemde
taxidermisten .preparateurs) van Jonas Bros.
De eigenaars van deze firma zijn de drie
broers Bert, Chris en Gene Klineburger, be
roepsjagers die overal ter wereld op de
jachtvelden van Afrika, Azië, Amerika, Alas
ka en Australië - hun sporen hebben liggen
en een internationaal bedrijf hebben ge
sticht, dat zich heeft gespecialiseerd in het
opzetten en prepareren van dieren. In hun
showrooms kan men het grote en kleine wild
van de hele wereld zien en kunnen afspraken
gemaakt worden hoevéél en wat er van de
safari als trofee mee naar huis genomen zal
worden. Van die afspraken moet ook de
skinner weten. Hij is een van de Afrikaanse
boys, die na de jacht, datgene van het dier
reserveert dat tenslotte bij Jonas Bros te
recht komt voor verdere bewerking.
Bij deze Jonas Bros, genoemd naar de
vroegere Guy Jonas, vermaard kunstenaar
en preparateur, ontmoette de heer Kiel zijn
oude vliegervriend Jan Valentijn Meininger,
die al geruime tijd in Uganda zat eerst
als wegenbouwer en nu als general manager
van Jonas Bros. Ja, zo begon dus de eerste
safari van de heer Kiel.
Hij vertelt dan verder over het
verloop van de safari, die eigenlijk pas goed
begonnen is bij aankomst in het kamp dat
de boys hebben klaargemaakt. Het kamp
vuur brandt, de jongens hebben in een apar
te tent het bad voor de jagers in gereedheid,
de drankjes uit de frigidaire zijn geser
veerd en het eerste stuk wild wordt boven
het vuur geroosterd. De jungle-nacht valt
snel, maar de immense natuur van de
Oostafrikaanse wildgebieden kent geen rust;
veraf en dichtbij zijn de geluiden van het
wild van de hyena's, de leeuwen, de
nachtvogels. Menige gastjager heeft zo'n eer
ste nacht geen oog dichtgedaan.
Nog voor de eerste zonnestraal het oerbos
of de steppe als bij toverslag in een geheel
andere wereld heeft veranderd en de laatste
restanten van het kampvuur door de boys
worden gedoofd, volgt de eerste dag van de
grote jacht - de adembenemende ontmoe
tingen met het wild. De spoorzoeker heeft
het al lang ontdekt. „Het is mij overkomen
zegt de heer Kiel, „dat de spoorzoeker mij
met een geweldige schreeuw attendeerde op
de komst van een grote kudde olifanten. Hij
zag ze in de verte aankomen op een door
woud omzoomd plateau, maar hoe ik ook
keek zelfs met een sterke kijker., geen
olifant te zien. 't Is of die kerels ze ruiken,
of als het ware ze voelen aankomen".
De heer Kiel zegt, dat ook in Oost-Afrika
niet altijd door gastjagers met evenveel wei
delijkheid wordt gejaagd. Ook onder de grof
wildjagers kent men hen wie het louter en
alleen om de buit gaat - jagers en schieters
zijn overal, maar voor hem is de belevenis
van het ware weidwerk de grootste voldoe
ning. de uitgebalanceerde expansie van de
passie voor de jacht.
De heer Kiel nam, zoals gezegd,
als eerste de buffel. De weerbaarheid van
dit gevaarlijkste dier van de Oostafrikaan
se wildernis prikkelde hem tot de noodzaak
om het dier in al zijn gedragingen te onder
kennen, tot zuivere opmerkzaamheid en tot
teamwork met zijn begeleider, de beroepsja
ger. De heer Kiel zegt dat het voor de wei
delijke jager een geweldig geruststellend ge
voel is dat het gouvernement van Uganda
zeer strenge normen hanteert ten aanzien
van de jacht en dat van te voren nauwkeu
rig is vastgesteld met wélke dieren en met
hoevéél de populatie moet worden vermin
derd. Natuurlijk speelt bij deze regulatie ook
mee de vraag wat er moet gebeuren met het
geschoten wild. Tijdens de jacht wordt het
eetbare vlees gegeten; de trofee wordt mee
genomen en het restant is voor de hyena's,
de gieren. Het gebeurt wel eens, dat in het
„kielzog" van een safari een Pygmeeënstam
meetrekt. De Pygmee schijnt verzot te zijn
op een bepaald stukje olifant..
Elke dag dus wild, vis en gevogelte voor
de maaltijd. „Wij", zegt de heer Kiel, „de
PWH en de gastjager, eten het bij pondjes,
maar onze jongens eten het wild bij kilo's.
Wat er blijft liggen is overigens in een mum.
van tijd opgeruimd. Het is dan ook streng
verboden de opruimers te schieten".
De safari trekt zo een maand door
de jungle - soms hier of daar een week in
een vast tentenkamp. Het moet «en onverge
telijke belevenis zijn zo'n maand te leven in
de ongerepte natuur van Oost-Afrika met als
enige buren kudden of kolonies wilde dieren,
die niet zelden graag even nieuwsgierig om
een hoekje kijken. Duizenden kilometers leg
gen de jagers en hun boys af: elke dag
wachten nieuwe verrassingen, elke nacht is
anders en wie het niet alleen gaat om de be
levenis tijdens de grote safari, maar ook om
het weten en kennen, voor diegene moeten
de 21, 28 of 35 dagen onder het linnen dak
van een safari-kamp de beste dagen van een
mensenleven zijn.
De heer Kiel, voor wie Uganda de
herinnering is aan zulke dagen, kent het
land als misschien geen andere Nederlander.
Hij is er verrukt van. „Ik heb 't altijd ge
had in mijn leven", vertelt hij, „dat gevoel
van ergens héén te moeten". Toen hij vlieger
was op Soesterberg en zijn vriend Jan Valen
tijn Meininger voor een karteringsexpeditie
naar Nieuw-Guinea werd uitgezonden, heeft
hij zitten springen om mee te kunnen. De
oorlog kwam er tussen. In een vrijwel vleu
gellam jachtvliegtuig van de Luchtmacht -
een D 21 - werd hij door Duitse Messer-
schmidts neergeschoten en kwam er met
een armschot en schampschot aan het hoofd
levend af. Nog in het begin van de oorlog
heeft hij met oude makkers uit de lucht
vaart getracht een stukje luchtvaart levend
te houden met de oprichting van het piloten-
Iedere week glijden op de luchtha
ven Entebbe van de Oostafrikaanse staat
Uganda straalvliegtuigen binnen uit alle de
len van de wereld. Aan boord: zakenmensen,
politici en vooral veel toeristen. Onder die
laatsten zijn veel grofwildjagers, fotografen,
filmers en sportvissers. Zij gaan op safari en
voor een ontdekking: de „experience of a
lifetime".
Er is nauwelijks meer een plekje op deze
aarde, waarheen men niet meer met vakantie
kan. Wie in zijn huiskamer de globe laat
ronddraaien en er - desnoods met zijn ogen
dicht - een vlaggetje op neerzet, kan naar
een reisbureau gaan en zeggen: breng mij
déórheen - hoe dan oek! 't Komt subiet voor
elkaar.
Grote delen van Afrika zijn al door de toe
rist ontdekt. Of ontdektEr komen natuur
lijk ook toeristen die het in Uganda vaak niet
veel verder brengen dan een verblijf in de
hoofdstad Kampala en een paar excursies in
het binnenland. De geweldige vlucht die het
toerisme, ook in Afrika en vooral in die jon
ge staten waar rust en orde heerst, heeft ge
nomen, betekent beslist niet voor iedereen een
ontdekking. Het „toerisme-king-size" is een
soort „see the world"-in-zo-min-mogelijk-tijd
geworden. De wereld zien en dan het liefst
vanuit de dikke kussens van een comfortabe
le touringcar, beschut en beschermd. „Tai
lormade" staat 'er in de brochures van ver
schillende reisbureaus, d.w.z. aangepast aan
de wensen van de toerist, al zou hij ook mid
denin de jungle van Oost-Afrika boerenkool
met worst willen eten.
De wensen van de meeste toeristen komen
namelijk hierop neer dat de vakantieganger
ook al is hij in een heel andere wereld
toch graag iets uit zijn eigen wereldje - wat
luxe en comfort - wil meenemen naar het»
onbekende paradijsje.
Zo gaat het meestal, maar proeven van
het andere, het onbekende, needat is 't
niet.
idden tussen de Oostafrikaanse
staten Ethiopië, de Sudan, Kongo, Kenya,
Tanzania en Ruanda, ligt 'n van die verruk
kelijke paradijsjes - klein naar Afrikaanse
begrippen, maar toch altijd nog zo groot als
Engeland. Er zijn in Nederland maar weinig
mensen die Uganda zo goed kennen als d£
Veluwenaar G. K. Ph. Kiel. Hij woont in
Beekbergen en wie hem in zijn landhuis,
dat het uiterlijke kenmerk draagt van een
chique boerenhoeve, opzoekt, ontdekt het ge
heim van zijn Afrika-kennis. De heer Kiel
is een gepassioneerd jager. Vindt men hem
niet in het restaurant „De Woeste Hoeve" of
op het kuurchalet „De Wipselberg", waarvan
hij de eigenaar is, dan is hij in de natuur -
ergens op de Veluwe of, zeker éénmaal per
jaar, in de jungle van Uganda.
Een oude vliegervriend (de heer Kiel was
voor de oorlog jachtvlieger op een Fokker
0 21 en werd in mei 1940 bij Wassenaar neer
geschoten) nodigde hem eens uit voor 'n be
zoek aan Uganda. De kennismaking met de
natuur daar en de eerste safari maakte op de
heer Kiel zo'n geweldige indruk, dat hij er
na het eerste bezoek vrijwel ieder jaar weer
heen ging. Van het een kwam het ander.
Door een contact met de overheid van Ugan
da werd hij adviseur van Uganda Wildlife,
een uitvoerende organisatie van het Uganda
Game Department (in Nederland zou men
zeggen: Faunabeheer) en nu is de heer Kiel,
voor zijn liefhebberij overigens, Representati
ve voor de Benelux van Uganda Wildlife.
„Dat wil zeggenneeik heb geen reis
bureau, dat safari's organiseert voor grof
wildjagers, maar ik adviseer de mensen die
interesse hebben voor 'n safari in Oost-Afri
ka en geef o.a. voorlichting met films over
jagen, vissen en filmen. De kleine dingen
dus die ie man achter de desk van 't reisbu
reau nu eenmaal niet kan doen".
De heer Kiel is nu al heel wat ke
ren in Uganda geweest; hij bereisde het land
tot in de verste uithoeken en kent de wildge
bieden bijna net zo goed als zijn directe om
geving - het jachtgebied van de Veluwe. In
zijn jachtkamer in Beekbergen hangen de tro
feeën van de grofwildjager. De indrukwek
kendste is wel de enorme kop van een buf
fel. Toen hij voor 't eerst op safari -
mocht kiezen, nam hij het eerst de buffel.
„Ja, dat deed ik heel bewust; de buffel is
namelijk het meest weerbare en gevaarlijke
dier van de Afrikaanse wildernis", zegt de
heer Kiel. „De buffel komt recht op je af en
is, recht van voren, nauwelijks te schieten;
...in de jachtkamer in Beekbergen.
restaurant „De Vliegende Hollander" in Am
sterdam, waar de ober, de kok, de portier
en de gasten vliegers waren. Daar in het
hart van Amsterdam - tegelijkertijd het hol
van de leeuw - lag het trefpunt van de vlieg-
tuigloze vliegers: Plesman, Geyssendorfer,
Viruly, Sonderman, Steensma, Ruys, Voüte
en vele anderen. De Duitsers maakten een
einde aan deze 'reünie der „Vliegende Hol
lander^". Zij arresteerden de iiper Kiel en
verschillende anderen en meendep daarmee
een einde te hebben gemaakt aan een „broei
nest van spionage-activiteiten."
Na de'oorlog veerde de oude ploeg weer
op. De KLM ging weer vliegen en vrienden
zwierven uit over de wereld. De heer Kiel
ging met enkele anderen in de vliegtuigen-
handel en importeerde Pipercubs om die te
verkopen -aan liefhebbers in Europa. Maar
in het na-oorlogse Nederland verliep niet al
les zo vlot als men tijdens de oorlog mis
schien wel had gedroomd. De heer Kiel ves
tigde zich op de Veluwe, waar hij de exploi
tatie ter hand nam van het hotel-restaurant
„De Wipselberg" (dus toch weer terug in 't
oude vak) en later van de toen nog als uit
spanning bestaande gelegenheid „De Woeste
Hoeve".
Het gevoel „ergens heen te moeten" heeft
hem nooit in de steek gelaten. De heer Kiel
zoon en kleinzoon van grootwildjagers
heeft veel gereisd, veel plekjes op de wereld
leren kennen, maar neeOost-Afrika is
voor hem het summum - de volle satisfactie
van een innerlijk verlangen van de natuur
mens.
H. J. J.
K.
Ph. Kiel in
Uganda...
bij zijn eerst/ trdfee...