van Oost-Afrika Van de Veluwe naar jungle de H, De M, W, W.J B; zaterdag 6 januari 1968 I hij vlucht niet, maar zoekt de jager op om, als hij kans ziet, zijn rivaal te vertrappen." In de jachtkamer hangen vele trofeeën: huiden van zebra's, bokken, antilopen, een luipaard en twee enorme tanden van een ka pitale olifant. In 'n kast liggen nog meer her inneringen kilometers films en honderden foto's uit wildgebieden die tot nu toe maar door 'n handvol jagers uit Europa werden be zocht. Elke trofee heeft zijn eigen verhaal en alleen de mens met een passie voor natuur en jacht kan dat verhaal begrijpen en het aandenken, dat spreekt uit elk stuk. Zoals er bij velen een misverstand is ten aanzien van de jacht in eigen land, zo zijn er ook vele misverstanden met betrekking tot de grofwildjacht in Afrika. Uit de hele wereld melden zich jaarlijks grofwildjagers voor sa fari in Uganda. Voordat de jager vertrekt, moet hij opgeven welke dieren hij schieten wil. Uganda Wildlife geeft hem de vergun ningen - voor elk dier apart. Een beroeps jager, in dienst van de overheid, vergezelt de gast-jager. ,,Het gaat in Uganda eigenlijk net zoals hier", zegt de heer Kiel. „Men denkt ten onrechte wel eens aan wilde schiet partijen, maar het tegendeel is waar. Zeer nauwlettend houdt het gouvernement van Uganda de wildstand in het oog. Door aller lei ontwikkelingen op industrieel en agrarisch gebied wordt ook in dit land het wild terug gedrongen. Vandaar dat grote gebieden van duizenden vierkante kilometers als reserva ten in stand worden gehouden. In Afrika zijn in het verleden verschillende diersoorten met uitroeiing bedreigd door het ingrijpen van de mens. Maardaar, waar de mens niet ingrijpt, kan hetzelfde gebeuren. De heer Kiel heeft aan verschillende safa ri's deelgenomen en heeft zich als weidelijk jager veel moeite en studie getroost om het wild van Afrika te leren kennen. Hij weet wat de zorgen van het wildbeheer in Uganda zijn. Dat is onder meer de overpopulatie. „Kunt u zich voorstellen", zegt hij, „wat het betekent als er enkele duizenden olifanten te veel zijn? In gebieden met teveel olifanten is nauwelijks leven mogelijk voor deze dieren .aat staan voor andere dieren". I oe het in andere Afrikaanse lan den dan ook mag zijn het wildbeheer in Uganda is een serieuze zaak. Voor dat be heer heeft het Game Department een aantal beroepsjagers in dienst, een groot aantal voertuigen en zelfs een helikopter, waarmee op gezette tijden tellingen worden gehouden en gewaakt wordt tegen stroperij. De kosten van deze organisatie worden gedeeltelijk goed gemaakt door de bedragen die buiten landse jagers moeten neertellen om op safa ri te kunnen gaan. Voor hun dollars, ponden, marken en guldens betaalt het Game Depart ment de Landrovers, de trucks, de spoor zoekers, geweerdragers en al die mensen die door het gouvernement worden ingeschakeld om de wildstand in het land, en met name in de reservaten, zo gezond mogelijk te hou den. Het merkwaardige daarbij is dat het aantal dieren dat op safari's geschoten wordt slechts een fractie is van de*geweldige aan tallen die moeten vallen bij het selectieve afschot voor het goede evenwicht tussen de diersoorten. Om de ongecontroleerde jacht door de inheemse bevolking in te tomen, heeft het gouvernement een verkoop-verbod ingesteld voor alle diersoorten. Nergens in Uganda kan men dan ook in een restaurant een stuk wildbraad bestellen. 'e safari's behoren niet tot de goedkoopste vakantiereizen. De heer Kiel laat ons een folder zien met twee reizen één van 17 dagen en één van 24 dagen. Nee, het zijn geen touringcar-trips. Men kan al léén gaan, in gezelschap van een officiële be roepsjager, of met twee, drie of hooguit vier man. In het eerste geval komen 24 dagen safari te staan op f8600,-; gaat men met vier man en een beroepsjager dan kost een 17-daagse safari f 3950,-. Bij de prijs is inbe grepen vervoer heen en terug vanaf Amster dam met een Boeing Jet, accommodatie in hotels en motels, alle maaltijden, de begelei ding door 'n beroepsjager van 't Game De partment, 't huren van geweren, kijkers, bo ten en visgerei (voor de sportvisserij) ver voer per Landrover en wat lokale belastin gen. Voor een jachtakte, munitie, drankjes, de wasserij en fooien komt er nog het een en ander bij. Deze twee reizen kan men rangschikken onder de rubriek „tailormade". Vrijwel alle bezienswaardigheden in Uganda worden be zocht: het prachtige Queen Elizabeth Natio nal Park, het Torowildreservaat, de beroem de watervallen van Murchison met de enor me kudden olifanten, buffels, antilopen, nijl paarden en krokodillen, tochten over meren, bezoeken aan kraters met ontelbare dier soorten, prachtige plantentuinen, 'n pigmee- endorp enz. Op deze tochten mogen sport vissers naar hartelust vissen op nijlbaars en tijgervis, terwijl de jagers vier wiidexem- plaren mogen schieten tegen jachtbelasting (variërend voor een wrattenzwijn van vijf dollar tot 28 dollar voor een buffel of kroko dil en 140 dollar voor een olifant). „Tailormade" dus men maakt het de jagende, vissende, filmende of fotograferen de toerist zo gemakkelijk mogelijk. Hij slaapt in geriefelijke hotels of in kleine, niet min der comfortabele nederzettingen in het oer woud, de tochten zijn niet al te lang en. hij behoeft niet bang te zijn. I aar er is nog een andere safari in een eenvoudig prospectusje genoemd: de „individually designed safari". Als de heer Kiel hierover spreekt, kan men duide lijk zijn voorkeur bemerken. Ja, deze safa ri's moeten het neusje-van-de-zalm zijn. Ze ker niet omdat men meer luxe krijgt. IntegendeelMisschien zijn de tochten door de jungle op deze safari heel wat zwaarder, de diners waarschijnlijk heel wat minder uitgebreid en in ieder geval ziet de jager vanaf de dag van vertrek tot de dag van aankomst in de hoofdstad van Uganda, geen hotelkamer meer. Wie met deze safari meegaat slaapt in tenten, eet van de jacht en is vierentwintig uur van de dag in het oerwoud. Voor de „individually designed sa fari" behoeft men geen smoking of rok mee te nemen, al zal het feest er niet minder om worden. Maar het is een ander vakantiefeest - een 21-, 28- of 35-daagse belevenis die tot de modiste in iemands leven mag worden gerekend. ij hebben eens een Amerikaan gesproken, die al drie jaar bezig was met 't maken van een wereldreis. Hij was al enigs zins bejaard, maar met een geweldige vita liteit gezegend. Zijn privé-vliegtuig stond op Orly (bij Parijs) en hij had juist naar South ampton getelegrafeerd dat zijn jacht de volgende week in Algiers moest zijn. Gewa pend met zijn 16 mm Paillard „nam" deze Amerikaan de wereld. Bij brokjes en beet jes, alsmede filmend, gegevens en ontdek kingen verzamelend, was hij al drie jaar be zig met zijn cruise en wilde via de westkust van Afrika oversteken naar Zuid-Amerika om vandaar een trip te ondernemen langs en over de duizenden eilandjes van de Paci fic. „Het leven is kort", vertelde hij ons glim lachend. „ik moet opschieten, want ik moet nog veel doen.Wat mijn mooiste ervaring is van deze drie jaar. Er kwam een onverwacht antwoord. De man hij moet multl-miljonair geweest zijn*— die in een comfortabele privé-kist van werelddeel naar werelddeel vloog of in zijn luxe jacht van haven tot haven voer; die resideerde in de Hiltons van Europa, Azië en Afrika.deze man had zijn mooiste belevenis gevonden in een tentje in de jungle van Oost-Afrika, in gezelschap van een ruige beroepsjager en wat Afrikaanse jongens. Hij vertelde ons van de „experience of a lifetime" - van de grootsheid van dit enorm- me werelddeel, van de onvoorstelbare oer wouden, steppen en woestijnen, omzoomd door bergketens met eeuwige sneeuw en be volkt door de meest uiteenlopende stammen en de grootste verscheidenheid van dieren die hij ooit zag in zijn leven. Zó vanuit de miljoenenstad Tokio had hij zich laten neer zetten in een wereld, zoals die - naar hij letterlijk zei: „God die sinds de schepping onveranderd had gelaten De pure natuur van Oost-Afrika het maagdelijke landschap in ontelbare vormen, kleuren en geluiden, van dageraad tot zons ondergang - hadden deze Amerikaan, die gewend was aan de „tailormade cruise", in extase gebracht. Niet de nachten van de we reldstad, maar die in zijn tent bij het kamp vuur van de Afrikaanse jongens niet de dis in het wereldberoemde Maxim van Pa rijs, maar het wildbraad van de natuurmens - juist dat ongekunstelde en oorspronkelijke was voor hem de schoonste ervaring. Wan neer er een einde aan zijn wereldreis moest komen, wist hij niet, maar één ding stond voor hem vast: nog een keer de betoverende safari van Oost-Afrika. ij nemen nog even het kleine fol dertje met de „individually designed" safa- - van Uganda Wildlife Development Ltd. We kiezen, naar onze eigen smaak, de mooiste reis: 35 dagen individueel. De kosten zijn 5.250 dollar zo ongeveer f 20.000,- dus. Op de reis gaan mee een PWH (Professional Wild life Hunter), een Landrover en een vijf tons truck met twaalf Afrikaanse boys. Voor de Landrover is een afstand gepland van onge veer 5.00 km, voor de truck ongeveer 3.000 km. Elke mijn extra kost voor de landrover f 1,25 en voor de truck f 1,50. Voor driehon derd gulden per dag extra gaat er nog een Landrover met beroepsjager mee. Verder is in de prijs inbegrepen het gebruik van de tenten voor onderweg en de geweren: ook het voedsel. Drankjes (voor de boys wat bier en limonade en voor de PWH mogelijk iets pittigers), alsmede munitie voor de geweren en de verschillende vergunningen per te schieten stuk wild, zijn niet bij de prijs inbe grepen. De heer Kiel die de gegadigden voor de safari voorlicht en met zijn verha len en films alvast een flinke „warming-up" bezorgt moet voor het vertrek naar Afrika althans als het een jachtsafari wordt weten, welke dieren de jager van plan is te schieten. Er kan uit een lijst met een dertig tal dieren gekozen worden. De prijzen vari eren uiteraard nogal. Voor een buffel, een krokodil, een Impala en een waterbok moet 100 gulden betaald worden; voor een nijl paard f 125,-, een luipaard f 450,-, een zebra f 150,- en voor een leeuw f 500,-. Voor een olifant wordt betaald al naar gelang het aan tal ponden ivoor dat het dier heeft (tot 180 pond ivoor ongeveer f 10,- per pond en boven 180 pond 20 gulden per pond). Mj aankomst op het vliegveld En tebbe van Uganda wacht de beroepsjager op zijn gast. Het korps PWH's bestaat voor het grootste deel uit Engelsen. De heer Kiel kent ze vrijwel allemaal persoonlijk: Nicky Swan, John Northcote, Brian Heme, John Ferrari, Micky Blunt - knapen met een feilloos schot en een ervaring in de jungle die meest al dateert uit hun jongenstijd. Met een van deze heren begint de volgende morgen al heel vroeg, nadat de nacht is doorgebracht in Kampala, de hoofdstad van Uganda, de tocht naar de binnenlanden en de jachtge bieden. De truck met de boys is 's avonds al vertrokken en treft honderden mijlen ver der (de richting wordt bepaald door de keu ze van het te schieten wild) de voorbereidin gen voor de eerste overnachting in de jung le. In het spoor van de truck met on der meer een ervaren Afrikaanse spoorzoe ker, vertrekken gast- en beroepsjager uit Kampala, nadat daar eerst een bezoek is ge bracht aan de werkplaats van de beroemde taxidermisten .preparateurs) van Jonas Bros. De eigenaars van deze firma zijn de drie broers Bert, Chris en Gene Klineburger, be roepsjagers die overal ter wereld op de jachtvelden van Afrika, Azië, Amerika, Alas ka en Australië - hun sporen hebben liggen en een internationaal bedrijf hebben ge sticht, dat zich heeft gespecialiseerd in het opzetten en prepareren van dieren. In hun showrooms kan men het grote en kleine wild van de hele wereld zien en kunnen afspraken gemaakt worden hoevéél en wat er van de safari als trofee mee naar huis genomen zal worden. Van die afspraken moet ook de skinner weten. Hij is een van de Afrikaanse boys, die na de jacht, datgene van het dier reserveert dat tenslotte bij Jonas Bros te recht komt voor verdere bewerking. Bij deze Jonas Bros, genoemd naar de vroegere Guy Jonas, vermaard kunstenaar en preparateur, ontmoette de heer Kiel zijn oude vliegervriend Jan Valentijn Meininger, die al geruime tijd in Uganda zat eerst als wegenbouwer en nu als general manager van Jonas Bros. Ja, zo begon dus de eerste safari van de heer Kiel. Hij vertelt dan verder over het verloop van de safari, die eigenlijk pas goed begonnen is bij aankomst in het kamp dat de boys hebben klaargemaakt. Het kamp vuur brandt, de jongens hebben in een apar te tent het bad voor de jagers in gereedheid, de drankjes uit de frigidaire zijn geser veerd en het eerste stuk wild wordt boven het vuur geroosterd. De jungle-nacht valt snel, maar de immense natuur van de Oostafrikaanse wildgebieden kent geen rust; veraf en dichtbij zijn de geluiden van het wild van de hyena's, de leeuwen, de nachtvogels. Menige gastjager heeft zo'n eer ste nacht geen oog dichtgedaan. Nog voor de eerste zonnestraal het oerbos of de steppe als bij toverslag in een geheel andere wereld heeft veranderd en de laatste restanten van het kampvuur door de boys worden gedoofd, volgt de eerste dag van de grote jacht - de adembenemende ontmoe tingen met het wild. De spoorzoeker heeft het al lang ontdekt. „Het is mij overkomen zegt de heer Kiel, „dat de spoorzoeker mij met een geweldige schreeuw attendeerde op de komst van een grote kudde olifanten. Hij zag ze in de verte aankomen op een door woud omzoomd plateau, maar hoe ik ook keek zelfs met een sterke kijker., geen olifant te zien. 't Is of die kerels ze ruiken, of als het ware ze voelen aankomen". De heer Kiel zegt, dat ook in Oost-Afrika niet altijd door gastjagers met evenveel wei delijkheid wordt gejaagd. Ook onder de grof wildjagers kent men hen wie het louter en alleen om de buit gaat - jagers en schieters zijn overal, maar voor hem is de belevenis van het ware weidwerk de grootste voldoe ning. de uitgebalanceerde expansie van de passie voor de jacht. De heer Kiel nam, zoals gezegd, als eerste de buffel. De weerbaarheid van dit gevaarlijkste dier van de Oostafrikaan se wildernis prikkelde hem tot de noodzaak om het dier in al zijn gedragingen te onder kennen, tot zuivere opmerkzaamheid en tot teamwork met zijn begeleider, de beroepsja ger. De heer Kiel zegt dat het voor de wei delijke jager een geweldig geruststellend ge voel is dat het gouvernement van Uganda zeer strenge normen hanteert ten aanzien van de jacht en dat van te voren nauwkeu rig is vastgesteld met wélke dieren en met hoevéél de populatie moet worden vermin derd. Natuurlijk speelt bij deze regulatie ook mee de vraag wat er moet gebeuren met het geschoten wild. Tijdens de jacht wordt het eetbare vlees gegeten; de trofee wordt mee genomen en het restant is voor de hyena's, de gieren. Het gebeurt wel eens, dat in het „kielzog" van een safari een Pygmeeënstam meetrekt. De Pygmee schijnt verzot te zijn op een bepaald stukje olifant.. Elke dag dus wild, vis en gevogelte voor de maaltijd. „Wij", zegt de heer Kiel, „de PWH en de gastjager, eten het bij pondjes, maar onze jongens eten het wild bij kilo's. Wat er blijft liggen is overigens in een mum. van tijd opgeruimd. Het is dan ook streng verboden de opruimers te schieten". De safari trekt zo een maand door de jungle - soms hier of daar een week in een vast tentenkamp. Het moet «en onverge telijke belevenis zijn zo'n maand te leven in de ongerepte natuur van Oost-Afrika met als enige buren kudden of kolonies wilde dieren, die niet zelden graag even nieuwsgierig om een hoekje kijken. Duizenden kilometers leg gen de jagers en hun boys af: elke dag wachten nieuwe verrassingen, elke nacht is anders en wie het niet alleen gaat om de be levenis tijdens de grote safari, maar ook om het weten en kennen, voor diegene moeten de 21, 28 of 35 dagen onder het linnen dak van een safari-kamp de beste dagen van een mensenleven zijn. De heer Kiel, voor wie Uganda de herinnering is aan zulke dagen, kent het land als misschien geen andere Nederlander. Hij is er verrukt van. „Ik heb 't altijd ge had in mijn leven", vertelt hij, „dat gevoel van ergens héén te moeten". Toen hij vlieger was op Soesterberg en zijn vriend Jan Valen tijn Meininger voor een karteringsexpeditie naar Nieuw-Guinea werd uitgezonden, heeft hij zitten springen om mee te kunnen. De oorlog kwam er tussen. In een vrijwel vleu gellam jachtvliegtuig van de Luchtmacht - een D 21 - werd hij door Duitse Messer- schmidts neergeschoten en kwam er met een armschot en schampschot aan het hoofd levend af. Nog in het begin van de oorlog heeft hij met oude makkers uit de lucht vaart getracht een stukje luchtvaart levend te houden met de oprichting van het piloten- Iedere week glijden op de luchtha ven Entebbe van de Oostafrikaanse staat Uganda straalvliegtuigen binnen uit alle de len van de wereld. Aan boord: zakenmensen, politici en vooral veel toeristen. Onder die laatsten zijn veel grofwildjagers, fotografen, filmers en sportvissers. Zij gaan op safari en voor een ontdekking: de „experience of a lifetime". Er is nauwelijks meer een plekje op deze aarde, waarheen men niet meer met vakantie kan. Wie in zijn huiskamer de globe laat ronddraaien en er - desnoods met zijn ogen dicht - een vlaggetje op neerzet, kan naar een reisbureau gaan en zeggen: breng mij déórheen - hoe dan oek! 't Komt subiet voor elkaar. Grote delen van Afrika zijn al door de toe rist ontdekt. Of ontdektEr komen natuur lijk ook toeristen die het in Uganda vaak niet veel verder brengen dan een verblijf in de hoofdstad Kampala en een paar excursies in het binnenland. De geweldige vlucht die het toerisme, ook in Afrika en vooral in die jon ge staten waar rust en orde heerst, heeft ge nomen, betekent beslist niet voor iedereen een ontdekking. Het „toerisme-king-size" is een soort „see the world"-in-zo-min-mogelijk-tijd geworden. De wereld zien en dan het liefst vanuit de dikke kussens van een comfortabe le touringcar, beschut en beschermd. „Tai lormade" staat 'er in de brochures van ver schillende reisbureaus, d.w.z. aangepast aan de wensen van de toerist, al zou hij ook mid denin de jungle van Oost-Afrika boerenkool met worst willen eten. De wensen van de meeste toeristen komen namelijk hierop neer dat de vakantieganger ook al is hij in een heel andere wereld toch graag iets uit zijn eigen wereldje - wat luxe en comfort - wil meenemen naar het» onbekende paradijsje. Zo gaat het meestal, maar proeven van het andere, het onbekende, needat is 't niet. idden tussen de Oostafrikaanse staten Ethiopië, de Sudan, Kongo, Kenya, Tanzania en Ruanda, ligt 'n van die verruk kelijke paradijsjes - klein naar Afrikaanse begrippen, maar toch altijd nog zo groot als Engeland. Er zijn in Nederland maar weinig mensen die Uganda zo goed kennen als d£ Veluwenaar G. K. Ph. Kiel. Hij woont in Beekbergen en wie hem in zijn landhuis, dat het uiterlijke kenmerk draagt van een chique boerenhoeve, opzoekt, ontdekt het ge heim van zijn Afrika-kennis. De heer Kiel is een gepassioneerd jager. Vindt men hem niet in het restaurant „De Woeste Hoeve" of op het kuurchalet „De Wipselberg", waarvan hij de eigenaar is, dan is hij in de natuur - ergens op de Veluwe of, zeker éénmaal per jaar, in de jungle van Uganda. Een oude vliegervriend (de heer Kiel was voor de oorlog jachtvlieger op een Fokker 0 21 en werd in mei 1940 bij Wassenaar neer geschoten) nodigde hem eens uit voor 'n be zoek aan Uganda. De kennismaking met de natuur daar en de eerste safari maakte op de heer Kiel zo'n geweldige indruk, dat hij er na het eerste bezoek vrijwel ieder jaar weer heen ging. Van het een kwam het ander. Door een contact met de overheid van Ugan da werd hij adviseur van Uganda Wildlife, een uitvoerende organisatie van het Uganda Game Department (in Nederland zou men zeggen: Faunabeheer) en nu is de heer Kiel, voor zijn liefhebberij overigens, Representati ve voor de Benelux van Uganda Wildlife. „Dat wil zeggenneeik heb geen reis bureau, dat safari's organiseert voor grof wildjagers, maar ik adviseer de mensen die interesse hebben voor 'n safari in Oost-Afri ka en geef o.a. voorlichting met films over jagen, vissen en filmen. De kleine dingen dus die ie man achter de desk van 't reisbu reau nu eenmaal niet kan doen". De heer Kiel is nu al heel wat ke ren in Uganda geweest; hij bereisde het land tot in de verste uithoeken en kent de wildge bieden bijna net zo goed als zijn directe om geving - het jachtgebied van de Veluwe. In zijn jachtkamer in Beekbergen hangen de tro feeën van de grofwildjager. De indrukwek kendste is wel de enorme kop van een buf fel. Toen hij voor 't eerst op safari - mocht kiezen, nam hij het eerst de buffel. „Ja, dat deed ik heel bewust; de buffel is namelijk het meest weerbare en gevaarlijke dier van de Afrikaanse wildernis", zegt de heer Kiel. „De buffel komt recht op je af en is, recht van voren, nauwelijks te schieten; ...in de jachtkamer in Beekbergen. restaurant „De Vliegende Hollander" in Am sterdam, waar de ober, de kok, de portier en de gasten vliegers waren. Daar in het hart van Amsterdam - tegelijkertijd het hol van de leeuw - lag het trefpunt van de vlieg- tuigloze vliegers: Plesman, Geyssendorfer, Viruly, Sonderman, Steensma, Ruys, Voüte en vele anderen. De Duitsers maakten een einde aan deze 'reünie der „Vliegende Hol lander^". Zij arresteerden de iiper Kiel en verschillende anderen en meendep daarmee een einde te hebben gemaakt aan een „broei nest van spionage-activiteiten." Na de'oorlog veerde de oude ploeg weer op. De KLM ging weer vliegen en vrienden zwierven uit over de wereld. De heer Kiel ging met enkele anderen in de vliegtuigen- handel en importeerde Pipercubs om die te verkopen -aan liefhebbers in Europa. Maar in het na-oorlogse Nederland verliep niet al les zo vlot als men tijdens de oorlog mis schien wel had gedroomd. De heer Kiel ves tigde zich op de Veluwe, waar hij de exploi tatie ter hand nam van het hotel-restaurant „De Wipselberg" (dus toch weer terug in 't oude vak) en later van de toen nog als uit spanning bestaande gelegenheid „De Woeste Hoeve". Het gevoel „ergens heen te moeten" heeft hem nooit in de steek gelaten. De heer Kiel zoon en kleinzoon van grootwildjagers heeft veel gereisd, veel plekjes op de wereld leren kennen, maar neeOost-Afrika is voor hem het summum - de volle satisfactie van een innerlijk verlangen van de natuur mens. H. J. J. K. Ph. Kiel in Uganda... bij zijn eerst/ trdfee...

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9