WANDELING IN DE SNEEUW
BIJ T AMERONGSE BERGHUIS
„MOUNTIES" EN
GONNIE BAARS
VORMEN EEN
HECHT TEAM
a
m
DENK ER EENS OVER NA
m
z
Kerstbal
Spoortje
res
door
Adriaan
P. de Kleuver
m
Voren
Revue
Lachen
Sfeer
DAMMEN
Nï
SCHAKEN
XI
BX1'
ais-wDiai
a#
B
Al
Bab B
H 11
tl M
B
B
O
EB
BRIDGE
in i
UZ
1 f V
rXi
1 11
CRYPTOGRAM
door J. M. BOM
door H. KRAMER
door H. W. FILARSKI
De fijnste belevenissen in je leven
komen onverwacht en je krijgt ze op
een bepaald moment op een presenteer
blaadje aangeboden. Het grootste pre
senteerblad vormt moeder aarder. Na
een uitbundige zomer en een mooie,
late herfst zitten wij dan plotseling in
de winter. Maar op het einde van het
vorig jaar hebben wij toch al een ver
rukkelijke zondag met sneeuw en een
beetje winterse kou gehad die velen om
de uitzonderlijke schoonheid van de
natuur toen nog lang zal heugen. Zo
ging het mij tenminste.
Geen aards kunstenaar is in staat de
zuiverheid van de natuur, zoals die toe
gedekt ligt met sneeuw, te verbeelden,
fret zijn de verheven, stille en o zo tij
delijke momenten die met het winter-
wonder sneeuw vervuld zijn. Op een
schilderij blijft het altijd verf en de
fijnzinnigste impressie die een toonkun
stenaar er van weet te geven verdampt
in het niets, vergeleken bij de werke
lijkheid. Boven dit alles staat de Alkun-
stenaar die bos en beemd bekleedt met
een wit, blank kleed. Alleen moet je
jezelf overgeven aan pretentieloos ge
nieten van alles om je heen. Iedere
sneeuwvlok is weer een spel van won
deren. Ieder sneeuwkristal is wees* an
ders en altijd subtiel, teer en schoon.
'k Heb het nooit intenser ervaren als
dié zondagmiddag. Vrienden uit de stad
kwamen gewoon schooien of ik ze het
mooiste bos-in-de-sneeuw dat bestond
wilde laten zien. Dat is niet zo'n moei
lijke keuze; dan ga je wandelen achter
het Ameronger Berghuis. Altijd prijs,
zo zei ik, en ze geloofden mij op mijn
woord, 't Werd ook een onvergetelijke
middag. Om de sfeer en het mysterie
van zo'n winterse middag in de tempel
van ongekorven hout.
Wij reden via de Rooden Haan en za
gen in de verte als een melkblanke
borst van moeder aarde de Emmikhui-
zerberg liggen. Wat waren vanaf de
slaperdijk de ondergesneeuwde velden
mooi! „Even wat langzamer op de
Dwarsweg", noodde ik, „want we moe-*
ten de prachtige Saksische boerderij
met de twee schaapskooien achter el
kaar nou eens in het winterse kleed
zien". Hoe intiem en pastoraal lag die
hofstede er bij.
Toen de Bergweg op en alweer... wat
een pracht. Amerongen in het milde
wintermiddagzonnetje. De oude Sint-
Andriestoren, toch al zo wondermooi in
het dorpsbeeld dominerend, had rond
zich een wit-kanten manchet gekregen.
'De tabaksschuren, wezenlijk bestand
deel van het dorpsbeeld, torsten langge
rekt hun witte last en alles had een on
wezenlijke tint door het lage, gele
strijklicht van de middagzon. En wat
later hing de zon als een reusachtige,
glanzende rode kerstbal boven bos en
beemd. Zo reden wij de laan naar het
Berghuis in als gingen wij door een
erepoort. De witbestoven beukestam-
men vormden een erehaag voor koning
bezoeker.
Wij wandelden de beukenlaan om
hoog, die langs dat wijdstaande bos
met beuken en torenhoge dennestam-
men leidt. Eerst langs de Amerongse
wonderboom. Het viel op dat men niet
erg veel belangstelling gehad had, want
wij liepen er heen over nog onberoerde
sneeuw. De westelijke hemel was vrij
helder maar in de vallei was het heiig.
Veenendaal zat een béétje in de mist.
't Was juist vier uur en wat maar wei
nig Veenendalers die dag gehoord zul
len hebben dat viel ons ruimschoots in
de schoot. Op de vleugels van de wind
werden de klokkeklanken uit het dorp
naar ons toegestuwd. Het was een
machtig fijn muziekstuk. De kerken
van Veenendaal hebben niet van die
echte beierklokken. 't Is een lichtvoetig
spel van tuimelaars en alle door el
kaar spelen ze een wondermooie com
positie, die bij de open kaalslag achter
ons stuk sloeg tegen het massieve spar
renbos. Zo zal ik het wel nooit meer
horen. En als men dat zo eens van ver
re beluistert dan geloof ik dat ze nou
wel klokken genoeg hebben...
Wat verderop was al geen sprake
meer van een ingelopen weg. De
sneeuwvracht op het naaldhout was wel
prachtig, daar niet van, maar eerlijk,
je wordt er wel moe van op 't laatst.
We waren dan ook op dat h >ge punt ge
komen dat ik in een vorig artikel met
het Teutoburgerwoud vergeleken heb.
Nu datzelfde landschap in de sneeuw.
De oude stuwwal recht zich naar de
Grebbe toe en juist het deel van de
heuvelrug dat bekend staat als Elster-
berg is in hoofdzaak met dennen be
plant. In feite heb je daar één compact
dak van dennenaalden. En daarop dan
zo'n blanke sneeuwvracht Hoe het
trouwens kwam is moeilijk uit te leg
gen, maar het is alle wandelaars toen
opgevallen dat deze keer dè bossen
mooier dan ooit ondergesneeuwd wa
ren. Alle stammen waren aan één zijde
als het ware witgekalkt. En dat zat er
stevig tegen aan.
We vonden weliswaar geen reeë-
prenten, maar van 't kleine goed wel.
Een wezelspoortje; een haastig hazen
spoor. En geen wonder, want in dezelf
de richting ging het wildwestachtige
spoor van een kalf van een hond. Ko
nijnen waren er ook geweest. Ze had
den hun tandjes al in de bast van de
vogelkers gezet. Als het gaat sneeuwen
hebben de velddieren het belabberd ge
noeg in het produktielandschap dat wij
bos noemen.
Zo zijn wij langs de kaalslag gewan
deld. Nu langzaam dalend, net zo lang
tot het buitenlands-mooie landschap
zich ging verschuilen achter de voor ons
opdoemende sparrenbossen. Nog even
keken wij om over het kale veld. Poe
delnaakt als met een zilveren vel over
trokken lag het achter ons. Ieder uit
stekend takje scheen er als met een
scherpe etsnaald ingegrift te zijn.
Het imposante erosiedal van Ameron
gen had ik nog nooit in volle winter
tooi gezien. Vol verwachting begonnen
wij de afdaling. Nu geen kanten vol
matgroen kussenmos, maar eindeloos
sneeuw, 't Was al wat laat geworden
en als een vuurbal neeg de zon naar
het westen. Soms zagen wij tussen
twee dicht bij elkaar staande denne-
stammen door slechts een vurige
spleet. Dan bleven wij even staan. Won
derlijk was dat en het viel ons op dat
het oranje strijklicht dat de wijde vlak
ten bij de Rijn in rossige tinten omzet
te hier, op de Amerongse berg, als het
ware geabsorbeerd werd door de bene-
den ons liggende bossen. Het bleef een
blank, wit landschap, schemerig nu al,
verheven en gróóts, een witgepleisterde
tempelvloer met zuilen die gewelven
droegen, nu eens van het fijnste fili-
grainzilver, dan weer van het donkerst
denkbare groen waarop de sneeuw haar
fresco's aangebracht had.
Het dal verbreedde zich nu indruk
wekkend en al schoner werd de wereld
om ons heen. Bijna beneden gekomen
zijnde besloten wij even door het bos te
waden om op het bospad bij de jonge-
dennenaanplant te komen. Daar moest
het wonder van de ondergaande zon on
vergelijkelijk mooi zijn. Die aanplant
bestaat uit nog maar sprietjes van den
nen.
Het hele jaar door was dat een ruig
veld met diepe ploegvoren en op de ho
ge banen was dit bos in spé ingeplant.
Die kleine zaailingen vielen in de zo
mer niet eens zo erg op tussen de wil
genroosjes met hun lila-rode bloesem
pracht en de enorme massa kleverig
krruiskruid. Die planten lagen nu ver
dord onder de sneeuw en het geacci
denteerde terrein leek geheel afgevlakt.
Al die kleine dennetjes waren minia
tuur-kerstboompjes geworden. Wij wa
ren sprakeloos. De zon stond nu reuzen
groot te glanzen aan de horizon, een
gloeiende? discus gelijk door een reus
de hemel ingeslingerd. Wat ging dat
verdwijnen onder de horizon nu snel.
Wij konden er gewoon op wachten...
Héél stil w^s het nu in dat bos. Geen
takje bewoog zich en geen vogel zag of
hoorde je. Met z'n drieën waren wij
gans en al alleen in het grote bos. Naast
de weg lag een geweldige beuk, door
de storm geveld. De stomp stak nog bo
ven de grond uit. „Zó één heb ik op
een fuchsia-tentoonstelling vol met de
mooiste soorten geëxposeerd gezien",
zei iemand van ons drieën, „maar dat
haalde niet bij deze zoals die er nu bij
staat". Zo'n dood ding gaat op een win
terdag nog een functie vervullen.
Wij vroegen ons af hoe het toch mo
gelijk was dat alle stammen aan één
zijde als door een stukadoor van boven
tot onder behandeld waren. Ik meende
dat ze flink nat geweest zijn toen het
.begon te sneeuwen en dat toen de vlok
ken er tegen aan geplakt bleven zitten.
Een beetje vorst er over en toen zat
het eerst goed stevig. Dat moet zq wel
gegaan zijn, want de kleinste stamme
tjes en de ijlste takjes vertoonden zelfs
ditbeeld. Het was een bijzonder
schouwspel dat niet onderdeed voor een
berijpt landschap.
't Was bij het Berghuis ook stil ge
worden toen wij de auto weer opzoch
ten. De zon was al onder en flauw nog
kleurde in het westen een diep purper-
paars. Als een fluwelen mantel plooide
de avond zich over de bossen. Wij re
den door Eist, dat vredig toegedekt lag.
De jeugdherberg „Eikelkamp" lag
stil en verlaten en „Het Koetshuis"
schemerde gelig verlicht tussen de ge
witte stammen van het bos heen. Nooit
nog heb ik de Provincialeweg zo kaal
gevonden als die keer. Dat werd weer
beter toen wij vanaf het hoogste punt
afdaalden. Dan nadert Veenendaal al
weer. Met zijn gele neonlicht, dat
sneeuw geen sneeuw meer doet zijn.
Weer thuis, maar met onvergetelijke
herinneringen.
Op het podium van het verenigings
gebouw in Veenendaal staan Piet Bam
bergen en Renê van Voren, beiden be
ter bekend als „De Mounties" en, als
politieagent verkleed, Frans Vrolijk.
Piet Bambergen vraagt de agent: „Mag
ik ezel zeggen tegen een agent?" Het
mag niet. „Mag ik tegen een ezel agent
zeggen?" De agent antwoordt: Tegen
een ezel mag je zeggen wat je wilt!"
„Dag agent", roept Piet Bambergen
smalend. Het publiek lacht. Het merkt
niet, dat het grote gordijn achter de
drie humoristen beweegt. Het publiek
ziet niet de glinsterende damesschoen
tjes onder het gordijn, die van de ene
naar de andere kant van het toneel lo
pen. Het publiek hoort niet de zucht
van opluchting die Gonnie Baars slaakt
als ze, aan de andere kant van het to
neel aangekomen, achter het gordijn
vandaan komt. Ze moest zich snel om
kleden voor de volgende schets maar
ze stond aan de verkeerde kant van het
toneel. Ze kon alleen via de andere
kant bij de kleedkamer komen. Het
was onmogelijk om zo maar over het
toneel van de ene naar de andere kant
te wandelen'. De show was in volle
qang. Dan maar achter het decor-gor
dijn langs.
Ook de Mounties hadden er moei
lijkheden mee, dat ze maar aan een
kant van het toneel afkonden. Ze
moesten een leuke schets over provo's
schrappen. Maar, evenals Connie
Baars, maken ze nog wel gekkere din
gen mee in de zaaltjes „in de provin
cie". Juist door deze probleempjes op
te vangen tonen zij zich ware artiesten.
„Het is zonde als je een leuke scène
moet schrappen", zegt Piet Bamber
gen. Hij speelt het liefst in een schouw-r
burg. Maar overal kom je moeilijkhe-
den tegen. „Zelfs bij de televisie kun
je wel eens dingen niet doen", verze
kert hij. Toch vindt hij het jammer dat
hij die provo-schets niet kon doen. „Het
was zo'n lief publiek. Ze hadden het
vast leuk gevonden."
Piet Bambergen is de „gekke helft"
van de Mounties. Samen met René van
Voren vormt hij een komisch duo dat
een geheel eigen stijl heeft in Neder
land. Ze zijn nieuw en vallen niet terug
op het oude stramien van Walden en
Muyselaar. De Mounties brengen een
show waar vaart in zit. Korte, rake
sehetsen, afgewisseld met vlotte muziek.
„We passen onze show aan het tempo
van de tijd aan", zegt Piet Bambergen.
„De mensen houden niet meer van lan
ge scènes. We laten zoveel mogelijk van
ons kunnen zien". En dat is heel wat.
Omdat 't geheel uit korte onderdelen is
opgebouwd blijft de show boeiend van
het begin, tot het einde.
Dat is niet alleen te danken aan het
vakmanschap van de Mounties. De be
geleiders, T. Bakkenes op de piano, een
oude rot in het vak, en B. Smits op
drums, vormen een stevige basis waar
op conferencier Frans Vrolijk en de
jonge talentvolle zangeres Gonnie Baars
met succes bouwen. En als welkome
afwisseling is goochelaarster Alice Wil
liams voor de groep onmisbaar. Deze
zes mensen vormen een hecht team.
Dat is na de eerste minuten van de
show duidelijk. Zelf hebben ze dat ook
ontdekt en vanaf september dit jaar
zullen ze afzonderlijk geen contracten
meer aangaan. Ze zullen dan voortaan
alleen nog samenwerken. Samen het he
le land afreizen. De ene dag Groningen,
de andere dag, wie weet, Veenendaal.
rJfh
y-A.'
mm
Gonnie Baars verheugt zich er nu al
op. Haar optreden van donderdagavond
j.l. in Veenendaal was de vierde keer
dat ze met het team samenwerkte. In
dit gezelschap zingt ze niet alleen haar
laatste hits: „Alle jongens willen vrijen,
maar 't stadhuis is er niet bij" en „Kop-
pie, Koppie". Ze speelt ook mee in de
schetsjes. Ze blijkt voor deze vorm van
cabaret in de wieg te zijn gelegd. Ze
acteert op een ongedwongen, natuurlij
ke wijze. Gonnie zet zich ook helemaal
voor dit werk in want ze wil zich gaan
toeleggen op de revue. Voorlopig in de
ze intieme sfeer maar, zo hoopt ze, in
de toekomst ook de grote revue. Mis
schien wel die van René Sleeswijk.
Om dit bereiken zal het haar een stuk
gemakkelijker gaan als ze dit jaar het
Nederlands Songfestival wint. Ze zal 't
proberen. Binnenkort gaat ze met het
songfestivalgezelschap een tournee
door Nederland maken om te onderzoe
ken of de liedjes in de smaak vallen.
Welk liedje zij gaat zingen weet ze nog
niet. Dat hoort ze pas begin februari.
Eind februari, om precies te zijn de
28ste, weet ze of ze gewonnen heeft, ja
of nee.
Voorlopig werkt ze echter samen met
de Mounties en ze heeft het er best
naar haar zin. „Vroeger bij Henk El-
sink mocht ik tussen de liedjes door ook
wel eens wat zeggën. Maar dat was
eigenlijk geen actefen. Zoals dat nu
gaat vind ik het fijn. Al moet ik na
tuurlijk nog veel leren", vertelt de
vriendelijke, kort gekapte Gonnie na
haar optreden. Ze neemt een slok van
haar pils en kijkt glimlachend toe hoe
Piet en René de spullen inpakken. Ze
zijn klaar voor vanavond, maar ze zijn
nog steeds de Mounties. „Volgende week
komen we terug", zegt Piet, ,,voor de
mensen die het niet snapten". Gonnie
loopt weg om op te bellen. Voor de der
de keer die avond. Ze verzekert ons dat
ze het liedje „Alle jongens willen vrijen
maar 't stadhuis is er niet bij" niet uit
eigen ervaring zingt.
Piet Bambergen, de gekke helft van
„de Mounties".
ken voor een tv-optreden. Op drie fe
bruari zullen de Mounties weer op het
scherm te zien zijn. Ze zullen weer
grappen maken zoals ze dat overal
doen. Op het podium en achter de cou
lissen. „We hebben nu een groep en
daar willen we een gezellige sfeer in
houden" zegt hij. Nu even serieus. Als
de fotograaf verschijnt is dat echter al
weer afgelopen en trekt hij zijn gezicht
in de vreemdste plooien.
Het publiek in Veenendaal was fijn
volgens Piet Bambergen en Gonnie
stemt hiermee in. „Dat is echt niet al
tijd zo", vertelt ze. „Vooral bij de lied
jes kun je dat goed merken. Je hebt
van die saaie mensen die echt niet mee
zullen zingen". Ze hebben de stemming
er echter zo in. „In een mum van tijd",
om met Toon Hermans te spreken. Ze
hebben een sterk contact met het pu
bliek. Zó sterk, dat de menseh, die na
afloop van de avond de Mounties of
Gonnie Baars ontmoeten, hen meteen
tutoyeren. Even ongedwongen groeten
de artiesten terug.
De zaal is leeg, Gonnie is klaar met
telefoneren, de spullen zijn ingepakt en
de groep staat op het punt te vertrek
ken. „Hoe is het met de sneeuw?" in
formeert René van Voren. „Goed",ant
woordt Frans Vrolijk droog. „Tot vol
gende week", roept Piet Bambergen.
Gonnie deelt nog wat foto's uit, zoals el
ke avond. Ze is druk bezet de laatste
tijd. Dat is vooral te danken aan haar
laatste successen.
Even later haalt Piet Bambergen haar
bij de telefoon vandaan. Hij wil zo vlug
mogelijk naar huis. De volgende mprgen
half acht moet hij weer present zijn in
Amsterdam om buiten-opnamen te ma-
Ze is gelukkig niet over het paard ge
tild. Ze wil nog veel verder, nog veel
meer. Ze weet dat het nog wel even
kan duren. „Er gaan heel wat jaren
overheen", zegt ze. Maar ze kan het.
Ze weet de zaal te boeien. Ze weet zich
aan te passen aan het g^elschap. Geen
gemakkelijk gezelschap overigens. Bij
de Mounties weet je namelijk nooit of
ze werkelijk zo dom zijn of dat ze je
in de maling nemen. En als ze serieus
zijn heb je moeite het lachen te bedwin
gen, want dat is helemaal een vreemde
ervaring. Een man als Piet Bambergen
moet grappen maken en rare gezich
ten trekken. Daar heeft hij nou eenmaal
het uiterlijk en het figuur voor. Hij zou
trouwens ook niet anders kunnen.
TU de spanningen in de Ereklasse-
1 clubcompetitie gebroken zijn, richt
zich de aandacht weer op de persoon
lijke wedstrijden met als einddoel: de
strijd om de nationale titel. Reeds vol
gende week starten de voor dit jaar
ingelaste „rayonwedstrijden", die de
kandidaten uit de verschillende provin
cies moeten aanwijzen. Voor Zuid-Hol
land is het de vraag of Cees Varkevisser,
de nieuwe provinciale kampioen, zich
weer zal kunnen plaatsen terwijl naast
hem blijkbaar Gordijn van plan is een
come-back te maken. Cees zal zeker de
eindstreep wel halen, hetgeen dan een
schrale troost is voor zijn vereniging, die
na een hoopvol begin zo jammerlijk
faalde in de herkansing van de ereklas
secompetitie. Hieronder een mooie over
winning van de Katwijker uit deze
vedstrijden:
Wit: W. Roozenburg; Zwart: C. Varke-
/isser;
1. 34—29 19—23; 2. 40—34 14—19 2. 45—40
3—14; 4. 29—24 Deze tamme ruilvariant
:omt vrijwel niet meer voor 4. 20x29;
33X24 19x30; 6. 34x25 14—19; 7. 35—30
—10; 8. 30—24 19x30; 9. 25x34 10—14; 10.
9—33 13—19; 11. 44—39 8—13; 12. 32—28
3x32; 13. 37x28 2—8; 14. 41—37 17—22; 15.
8x17 12x21; 16. 31—26 Dit veroorzaakt een
icht zw. offensief. Beter is 3732 (2126)
:i27; 1619—23; 17. 26x17 11x22; 18.
37—31 6—11; 19. 31—27. Bevordert slechts
de zwarte druk op de steking. Conse
quenter was 31—26 met een flankensys
teem, waarin wit meer „houvast" heeft.
1922x31; 20. 36x27 14—19 21. 46—41
9—14; 22. 34—30 11—17; 23. 30—25 7—11; 24.
41—37 8—12; 25. 50—45 4—9; 26. 37—31. De
grote moeilijkheid voor wit is, dat hij
bij welke opbouw dan ook steeds reke
ning moet houden met een grote druk
tegen zijn linkervleugel. Vandaar deze
wat vreemd aandoende zet. 2617—21;
27. 40—34? Hierdoor boet de witte positie
nog meer aan flexibiliteit in. Elastischer
was 40—35; 2721x32; 28. 38x27 11—17;
29. 42—38 15—20; 30. 31—26 20—24; 31. 48—42
3—8; 32. 47—41 1—7; 33. 42—37. Onder de
gegeven omstandigheden nog wel de
beste; 3317—21; 34. 26x17 12x32; 35.
38x27 7—12; 36. 43—38 12—17 37. 87—32 (zie
diagram)
VAN DE VIER Spaanse meesters die
hebben deelgenomen aan het belang
rijke toernooi te Palma de Mallorca (Me
dina, Calvo, Diez del Corral en Toran)
heeft de ook in ons land bekende Roman
Toran (36) het beste resultaat behaald.
Toran heeft dikwijls meegedaan aan
het Hoogoventoernooi, maar sinds de tijd
dat hij geen uitnodiging heeft ontvangen
voor de hoofdgroep heeft hij zich in
Beverwijk niet meer laten zien. Hij is
inmiddels getrouwd en hij leeft van het
geven van schaakiessen. In zijn vader
land heeft hij veel concurrentie van Ar-
turito Pomar. Deze heeft zich evenwel
de laatste jaren wat moeten terugtrek
ken. Hij is geestelijk gestoord en wordt
daafvoor behandeld. Momenteel is naast
Toran de 33-jarige jurist Diez del Corral
de meest vooraanstaande speler.
Hieronder een briljante overwinning
van Toran.
Wit: Roman TORAN Zwart: Alberlc
O'KELLY DE GALWAY (Mallorca 1967.)
Bogo-indische verdediging.
1. d2—d4, Pg8—f6; 2. c2—c4, e7—e6; 3.
Pgl—f3, Lf8b4t4. Pbl—d2, d7—d5; 5.
a2—a3, Lb4e7; 6. e2—e3, 0—0; 7. Lfl—d3,
c7—c5;
(Gebruikelijker is eerst 7b6. Dat de
tekstzet niet zonder bezwaar is blijkt uit
het vervolg.)
8. d4xc5, Le7xc59. 0—0, a7—a5;
(Consequent was 9. bö; 10. b4, Le7.)
10. b2b3, Pb8—c6; 11. Lel—b2,
Dd8e7?;
(Nodig was 11dxc4; 12. Pxc4, b6,
maar het is duidelijk dat dit niet de
bedoeling van zwarts laatste zetten ge
weest kan zijn.)
12. Lb2xf6!, g7xf6;
(Op 12. Dxf6 volgt 13. cxd5, e*d5; 14.
Lxh7f, Kxh7; 15. Dc2t en 16. Dxc5 met
winst van een pion.)
13. C4xd5, e6xd514.Pf3—h4!
(Toran maakt energiek gebruik van het
verkregen voordeel.)
14Pc6e5; 15. Ld3—f5, Pe5—g6; 16.
Ddlh5, Tf8—d8; 17. Pd2—f3, Lc8—e6; 18.
Pf3d4
(Dwingt de tegenstander tot verdere
concessies. Er dreigt iü. 19. Pxe0, fxe6;
20. Lxg6.)
18. Lc5xd4;. 19. e3xd4, Le6xf5; 20.
Ph4xf5, De7e4;
(Een poging om nog wat verwarring te
stichten in het vijandelijke kamp. Op
het voor de hand liggende 21. Tfel heeft
zwart de verrassing 21. Dxg2t!; 22.
Kxg2, Pf4t; in petto.)
21. g2—g31, De4e6;
(Toran geeft ir. het toernooibulletin
aan dat 21Te8; 22. Tael, Dxel niet
gaat wegens 23. Dh6! met ondekbaar mat
op g7.)
22. Tal—el, De6d7; 23. Tel—e3,
Kg8—h8; 24. g3—g4!, Td8—g8;
(Er dreigde o.m. 25. Th3, Pf8; 26. Dh« en
zwart kan het mat op g7 9lechts verhin
deren door 26. Dxf5.)
De opgave van de week: wit speelt en
Oppervlakkig bezien heeft wit de
stormschade* nog kunnen beperken. Hij
dreiigit miet bezetting van het centrum
door 33—28, wat b.v. zou volgen na
(17—21). Ook een voortgezette aanval
door (17—22) geeft zwart geen perspectief
wegens 41—36 (22x31) 36x27 (8—12) 33—28!
Zo ook bereikt zwart niets na (24—29)
33x24 (19x30) b.V. 45—40! (8—12) 38—33
(14—19) 33—28! en wit staat zeer goed,
want na (9—14) volgt verrassend 25—20!
(14x25) en 40—35! Evenmin is (16—21) 27x16
(18—22) lucratief wegens 34—291 (22x35)
29x71
Opgave aan onze lezers: Met welke
fraaie positiefinesse bereikt zwart in de
diagraimstelling een winnend afspelt
OPLOSSING
De stand was:
Wit: Metz) 26, 27, 28, 32, 33, 35, 38, 36,
42, 49 (10 sch.).
(Zwart: Wlersma) 4, 9, 18, 14, 16, 17, 16,
19. 21, 24 (10 sch.).
Wit speelde 4944. Op 39—34 zou ge
volgd zijn (17—22) 28x26 (24—30) 35x24
(19x48). Jammer eigenlijk, want nog een
veel fraaiere combinatie was mogelijk
geweest door (24—30) 35x24 (19x39) 33x44
(18—22) 27x18 (13X33) 38x29 (14—20) 25x3
(21—26) 3x21) (16x47!). Een beroemde
combinatie, waarmee Isidore Weiss sieh
onsterfelijk maakte!
O* KELLY DE GALWAY
m Wk i m
abcdefgh
TORAN
geeft mat in zes zetten. De oplossing
komt in de volgende rubriek.
OPLOSSING
De stand was:
Wit (Schiffers): Kgl, Da7, Tal en tl,
Lel, Pg3, pionnen a2, b2, c2, f2.
Zwart: (Tschigorin): Kc8, Td8 en h8,
Lc6 en e5, Pe7, pionnen b7, c7, f6, g6 en
g7.
Er volgde: 24. Th8—hit!; 25. Fg3xhl,
Ld6—h2t; 26. Kglxh2, Td8—h8f; 37.
Kh2—g3. Pe7—f5f; 28. Kg3—f4, Th8—h4
mat.
OM goed bridge te spelen heëft men
bijzonder veel ervaring nodig. Men
pioet talrijke eenvoudige en moei
lijke speelfiguren herhaaldelijk zijn te
gengekomen, alvorens men van deze we
tenschap op de juiste wijze gebruik kan
maken. Dit heeft dan ook tot oorzaak,
dat er bijna geen bridgespelers zijn met
minder dan een jaar of tien harde erva
ring die iets aan de top van het
wedstrijdbridge te betekenen hebben.
Het partijtje dat ik u vorige week liet
zien is zo'n ervaringskwestie:
6
V 8 4 2
O H V 5 3
10 8 5 3
9
A 109 7
B 10 9 4
9 7 4 2
7 4 3 2
9HB 6 5 3
O 7
VB 6
AHVB10 85
O -
O A 8 6 2
AH
Zuid gever, allen kwetsbaar. NZ berei
ken een eindcontract van zeven schop
pen, nadat zuid er op conventionele wij
ze achter kwam dat noord ruiten HV
had.
West speelde hartenaas voor en met
alleen de NZ-kaarten gegeven werd u
gevraagd, hoe of zuid moet spelen.
Haastige routiniers zullen het spel spe
len op een dwangpositie: indien west
hartenaas èn heer heeft, alsmede vier
ruitens, ontstaat na het afspelen van alle
zwarte kaarten door zuid de dwangstel-
ling tegen west automatisch.
Helaas, west heeft hartenheer niet, hij
kan gewoon de vier ruitens vasthouden
terwijl oost hartenheer bewaart zolang
noord hartenvrouw heeft en zuid gaat
down. Speelt men met iets meer overleg,
dan houidit men tevens rekening me«t het
kleine kansje dat bij één der tegenspe
lers klaver vrouw, boer sec of derde zit.
Het spel gaat dan: slag l hartenaas af
troeven, dari vier ronden schoppen spe
len (op tafel, noord, twee hartens en eeh
ruitentje weg), vervolgens twee hoge
klaveren uit zuid. In slag 8 met ruiten
naar noords ruitenvrouw gaan en in slag
9 de klaver acht aftroeven met zui'ds
voorlaatste troef. Daar klavervrouw en
boer inmiddels zijn gevallen, ls de rest
voor NZ ondanks wests ruitenboer
vierde. Zouden de klaveren niet zo
gunstig verdeeld zijn, dan blijven bij
deze speelwijze toch alle overige kansen
aanwezig: een gunstige rultenver'deling,
of een dwangpositie.
Niet zo moeilijk, als men maar véél
van bridge wéét.
Elke conventie heeft zijn voor- en na- 1
delen. Kreyns-Slavenburg zijn wel de
enige In de Internationale bridgewereld
die een super-sterke Sans als ope
ningsbod (2021 punten) gebruiken.
Daarmee boekten zij vaak verrassende
resultaten, maar in andere gevallen
bleek deze super-Sans nadelig. Bijvoor
beeld tijdens de wedstrijden van het
bridge-circus Omar Sharif te Rotterdam.
Het noordspel uit onderstaande partij
vertegenwoordigt een 'gewone1 sterke
Sans (1618 punten) en de meeste
zuidspelers zullen daarop passen, daar
een manchebod met een magere 7 pun
ten, weinig middenkaarten en géén lange
kleur, altijd uiterst dubieus is.
Slavenburg moest dit noordspel echter
openen met één harten Kreyns ln zuid
kon één schoppen bieden en hierna
beloofde noords sprong naar twee Sansa-
tout een spel van ongeveer 18—19 punten.
Zuid besloot er toen toch maar drie SA
van te maken en had nog bijna gelijk
gekregen ook. Wat er allemaal gebeurde
volgt hieronder:
AV 3
C? H 10 7 2
ÓAB 3
H 9 4
B 9 2
(?AV 6
OH752
108 2
108 5
(?B 9 8 I
O 106
AB 7
H 7 6 4
954
O V 9 8 4
V 5 3
Zuid gever niemand kwetsbaar.
Noord speelde drie SA en daar hij har
ten had geboden, besloot Belladonna
(oost) uit te komen met schoppen vijf, ln
noord genomen met het aas. Slavenburg
vervolgde met ruitenaas en in slag 3 met
ruiten drie, voor de tien-vrouw-heer.
Garozzo speelde klaver acht terug, zuid
maakte klavervrouw. Ruiten volgde naar
de boer en toen de vrije schoppenslagen
alsmede ruiten negen. Toen harten werd
gespeeld van tafel (zuid) pakte Garozzo
de slag direct met klaveraas en liet zijn
partner nog drie klaverslagen maken:
één down.
Laten wij de (blinde) uitkomst door
oost buiten beschouwing, dan moet ge
zegd worden dat (althans met open kaar
ten) zowel Garozzo (west) als Slavenburg
(noord) het beter hadden kunnen doen.
Kijkt u het spelverloop nog eens na en
maak voor uzelf eens uit wat er 'beter'
had kunnen gebeuren. Of dit 'betere' aan
de tafel te vinden was wil ik geen punt
van discussie maken ook dat is iets
waarop y zelf wel het antwoord geeft,
Horizontaal:
1. Zulk een rit brengt de student
tot een ontijdig einde (8)
5. pleisterplaats (6)
9. periodieke slappe was (8)
'0. Meer dan uw Bet ligt in Gelder
land gespreid (6)
11. Deze balletjes komen van een
salon-deksel (8)
12. Haantje de voorste (6)
14. Dit lichaamsdeel hangt er maar
bij (10)
18. Zij kunnen ons hoger op helpen
(10)
22, L. S. Gore muziekinstrumenten
(6)
23. Na het overlijden wordt het
hierop gemakkelijker (8)
'.4. Moeders in de dop (6)
'5. Schransen in beton (8)
!6. Ouderwets geld (6)
7. Nee maar, dat is aangetast (8)
Verticaal:
1. Als het op is, is het vrolijk (6)
2. Moe, er staat een vulkaan (6)
3. Zulk een wederhelft is zeer def
tig (6)
4. Men zet hem op een balk, al
past hij op geen enkel slot (10)
6. Recht op staan (8)
7. Tsing-boem-tuig (8)
8. Dit is ook niet lang in over
eenstemming (8)
13. Keiharde warmte ontberingen
(10)
15. Dubbele pech om de nek (8)
16. Zulk een geleider kan men be
ter niet treffen (8)
17. IJsspecialist (8)
19. Rustverstoorder (6)
10. Hij weet niet van buigen (6)
'1. Dit is maar beperkt (6)
Oplossing vorige
kruiswoordraadsel
Horizontaal: 1. zalm; 5. verward;
11. spot; 15. aleer; 17. Beets; 18.
stoer; 19. alinea; 21. KRO; 22. sierra;
23. Ned.; 24. man; 26. Lap; 27. ^as;
28. set; 30. regelen; 31. pil; 33. ronde;
35. stere; 38. el; 40. ree; 41. Rijn; 43.
ego; 44. we; 45. leb; 47. rekel; 49.
pre; 50. overgaan; 51. genieten; 52.
vel; 53. steel; 55. tel; 56. er; 57. Ens;
59. een; 60. sta; 62. do; 63. basis; 65.
Leens; 67. gis; 68. mandoer; 69. eik;
71. kan; 72. bom; 73. erf; 75. rok; 77.
opdoen; 79. dal; 81. Europa; 83.
beemd; 84. regel; 86. toom; 87. Arna;
88. passaat; 89. spat.
Verticaal: 1. Zaan; 2. alles; 8. lei
der; 4. men; 6. eb; 7. rek; 8. werke
lijk; 9. A.T.O.; 10. rs; 11. ste; 12.
portie; 13. Oeral; 14. tras; 16. rem;
18. sip; 20. aarde; 22. santé; 25. nee;
26. les; 29. tor; 31. pro; 32. geloven;
34. nergens; 36. egoïste; 37. peenlof;
39. lever; 41. rente; 42. negen; 44.
wreed; 46. bel; 47. ras; 48. lel; 49.
p.t.t.; 54. eendaags; 57. aas; 58. Si
mon; 60. serre; 61. Ane; 63. binden;
64. Sam; 65. lee; 66. siroop; 67. ga
pen; 70. kopra; 71. Koba; 72. bed; 74.
fut; 76. kant; 78. oma; 79. des; 80.
Lea; 82. ros; 84. Ra; 85. la.