communis opinio in chappelijke wereld H ZIEZO Bij 't bed van de patiënt Onopgeloste problemen Vele vragen Voorlichtend voorbereiden Achteraf zaterdag 13 januari 1968 t HARTTRA In tientallen medische instituten en labo ratoria op de wereld wordt de laatste jaren gewerkt aan transplantaties van organen bij mensen en dieren. De we tenschap werkt in stilte. Slechts een enkele maal wordt die stilte doorbroken als een transplantatie geslaagd is. Zo heh ben we de afgelopen jaren een enkele maal gehoord óm met succes een nier van de ene mens werd overgebradB in het lichaam van een ander. Ongeveer vijftig procent v^ de niertransplantaties schijnen'tot nu toe te zijn geslaagc Het zijn soms maar kleine berichtjes in kranten en tijdschrif ten die van deze successen in de medische wereld melding maken. Buiten die wereld neemt men soms maar heel vluchtig kennis van de experimenten. Het is noodzake-i lijk dat de man van de wetenschap in alle rust kan wer^ ken vooral de medicus. Het is zelfs "ongewenst dat sfeer van rust en stilte van de laboratoria en kliniek wordt verbroken. Elke nieuwe ontwikkeling kent ingrecH| die niet slagen. Het publiek, dat Juicht bij een succesvJi operatie, is er het eerst bij om aan te klagen als een komen gemotiveerde ingteep bij mens of dier mislj De materie van het medisch-wetenschappelijk ondeq onttrekt zich aan de beoordeling en het oordeel var niet-ingewijde. Medici zijn terecht bevreesd voor on gronde verwachtingen en valse hoop. Er zitten goede ten aan een zekere popularisering van de geneeskui^ maar vooral In Nederland wordt streng gewaakt tegenldie vormen van „openheid", die schade kunnen doen aan inte griteit van en eerbiedvo or de mens en het leven: de baBl van de medische ethiek. Maar plotseling gebeuren er dingen in de geneeskunde, die met één slag in de anders zo rustige sfeer van de medische wetenschap rumoer brengen. In Zuid-Afrika plant lirhaijJI met frden wij QÉfle mens 'chirurg Wet hart van een mens over Ier mens. Van dag tot dag leeft •atiënt. Via pers, radio en televisie >'gte gehouden van de toestand van iet het hart van een ander. We staan amvRflPjn ziekbed en vernemen hoe het met zijn temperatuur is, met zijn polsslag, zijn bloedsomloop, zijn !ing en méöicijnen. Op persconferenties wordt door de en zj)K stafleden verteld hoe de algemene toestand van4Hr^nt 's> wat er Precies gebeurd is en wat zijn 3n zij i. Van die mededelingen moeten de familieleden an de patiënt kennis nemen vfa televi W> lij spraken een Nederlandse arts, die voor ■bs wat er in Zuid-Afrika gebeurt (nu inmiddels ook in lerika) geen goed woord over heeft, ware het alleen al fm die ene zin in de internationale eed van artsen: Ik [zal het geheim eerbiedigen van wie zich aan mijn zorg toe- fvertrouwt n het algemeen achten medici plosion des opinions" ongewenst, evenals het medische wereld min of meer onverwacht en verdèej de besloten behuizing tevoorschijn is gekomen. fa hun krant, de radio of de vele artsen in Nederland van mening zijn dat de oude 1 WK servatieve ethiek langzaam aan het slijten is en er, n EpSf door een mentale omwenteling over de hele wereld nieuwe ethiek zal groeien gestimuleerd door „voo^B lopers" die de normen willen herzien en getemd doojlu „achterhoede" die schroomvallig volgt blijven zij^™ mening dat het proces langzaam moet verlopen. Lr Er •r is een situatie ontstaan dat het publiek méér wil weten van wat er in Zuid-Afrika nu wel precies imet de harttransplantatie gaande is. Enkele tientallen Ne- (derlandse medici cardiologen, internisten, fysiologen en chirurgen hebben hun mening gezegd en men kan er Rauwelijks twee vinden die gelijkluidend zijn. Men heeft el- La r zelfs verweten „er geen verstand van te hebben" (dr. HÉ|ma contra dr. De Vaal). Artsen verwijten elkaar een te maar ook een te geringe openheid tegenover het pu bliek ver de mogelijkheden in de geneeskunde. Daar de transplantatie van een hart niet alleen een technische en medische aangelegenheid is, maar vooral ethische vragen jwerptfchebben emoties mede een rol gespeeld in de dis- 3n duidelijke verklaring voor het shoe effect na de eerste harttransplantatie geeft professor dr. D. W. van Bekkum in Leiden. Hij is van mening dat door een gebrekkige voorlichting de aanpassing van onze sa menleving aan de geweldige ontwikkeling van de medische en biologische wetenschap helaas achteraan komt en dan nog moeizaam. De techniek loopt op ons vooruit. Prof. Van Bekkum acht het noodzakelijk, dat de samenleving zich tij dig, vooral in ethisch opzicht, op de technische vorderin gen kan voorbereiden en de gelegenheid heeft zich aan te passen. Deze hoogleraar vindt, dat Nederlandse medici en biologen te weinig bereidheid tonen tot het verschaffen van goede voorlichting. Is die bereidheid er wel, dan worden zij, die wél iets aan die voorlichting willen doen, door som mige vakgenoten niet au sérieux genomen. Professor Van Bekkum vindt dat onmaatschappeJijk. lie harttransplantatie in Zuid-Afrika, onge- rgvuldig voorbereid, is de wetenschappelijke we- jtÖtide hand gelopen". Het is niet gelukt de proeven 3n stilte te laten verlopen totdat mogelijk pas over enkele jaren een duidelijk resultaat kon worden jld en een duidelijke houding ten aanzien van de 'en juridische problemen. problemen er nu liggen, kan moeilijk de publici- fia in de wereld verweten worden al is de pre sentatie niet altijd even gelukkig gebeurd. Buiten de kli nieken van Zuid-Afrika en Amerika is niet met de meeste zorgvuldigheid gehandeld. Een zekere mate van wedijver, die wij kennen uit de pogingen om het eerst een man op de maan te zetten en die in alle wetenschappen voorkomt, ook de medische heeft aan de ontwikkeling van de geneeskunde, zoals die in Zuid-Afrika publiekelijk is gewor den, een onzuiver element gegeven. Als de chirurg van de- medische primeur verklaart, dat hij nog méér transplan- aties zal doen omdat hij mogelijk in de toekomst door ■^t daartoe niet meer in staat zal zijn, bewijst hij de art- ||Bstand een slechte dienst en doet hij aan slechte voor- Lliöfting. 3uren of stevijlB|^H I plantati^^H In bijgaande kolommen geeft een onzer overzicht over een aantal gegevens die Rekend naar voren zijn gekomen bij de eer- ^e in enkele weken tijd, verrichte harttrans- de verschillende facetten van deze in greep 'SHBhe en ethische kon hij in gesprekken met enke^^JB geen communisop inio ontdekken. Eens luidend zi]HH|3r wel de standpunten met betrekking tot de noodzaHH'ér vele vragen zijn die rechtstreeks te ma ken hebbe^^Bcje absolute eerbied voor het menselijk le ven en dat rijp vragen op een antwoord wachten. Is het toevallig, d8t de eerste harttransplantatie bij de mens juist in Zuid-Afrika werd verricht? De eerste commentaren, waarin Neder landse, zowel als buitenlandse chi rurgen spreken van de grote begaafd heden van dr. Chris Barnard, doen veronderstellen dat hier van een tech nische voorsprong sprake is. Dat is echter onwaarschijnlijk. In alle be langrijke hartcentra van de wereld is men zeker zover als in Zuid-Afrika. De eerste transptantatie was eigenlijk In dit opzicht geen verrassing. Al en kele jaren zijn chirurgen in vele lan den bezig met dierproeven die gere sulteerd hebben in transplantaties bij mensen van longen en nieren. Vooral de niertransplantaties hebben de aan dacht getrokken. Technische problemen doen zich nau welijks meer voor bij transplantaties. De operatietechnieken zijn reeds zó ver gevorderd, dat niet de ingreep zelf de artsen tot nu toe van een transplantatie heeft afgehouden. Het grote probleem is de biologische af weerreactie die elk vreemd weefsel In het lichaam ondervindt een na tuurlijke reactie van het organisme dat in werking komt als het getrans planteerde orgaan is aangebracht. Die afweer veroorzaakt afbraak en af sterving van het andere weefsel. Op verschillende manieren is getracht deze afweerreactie te reduceren of ongedaan te maken, onder meer door gebruik te maken van chemische stof fen, door bestraling en door toedie ning van serums. Ook is en wordt naarstig gezocht naar een betere aan passing van het weefsel van het te transplanteren orgaan aan het be staande weefsel. Men zou dit onder zoek kunnen vergelijken met het on derzoek naar verschillende bloed groepen-. Eerst toen dat onderzoek voltooid was konden met succes bloedtransfusies worden gedaan. Het is niet bekend geworden hoever het onderzoek in Zuid-Afrika met be trekking tot de bestrijding der afsto ting gevorderd is, maar wel is geble ken dat er nog geen afdoende op lossing voor gevonden is. In vele wetenschappelij ke kringen, met name in Nederland, is men van mening dat, zolang de vraagstukken met betrekking tot het probleem van de afweer van vreemde weefsels niet zijn opgelost en de pa tiënten nog grote risico's lopen, er geen harttransplantaties bij de mens mogen worden gedaan. Het besluit van het Zuidafrikaanse chirurgenteam kan er óp wijzen dat men eenvoudig weg de eerste stap heeft willeWHHfl Enkele Nederlandse chirurgen vinden dat een moedige stap; zij prijzen^B Barnard als een pionier en nemerr overweging dat de mensen bij wi? een ander hart werd getransplanteerd ten dode opgeschreven waren als men de proef niét had gedaan. Andere artsen hebben scherpe kri tiek gericht aan het adres van de Zuidafrikaanse chirurgen met het ar gument dat het onmogelijk is vreem de weefsels te transplanteren of dat het in ieder geval nü nog niet moge lijk is. Gewezen wordt op het feit, dat de mensen bij wie een vreemde nier is ingebracht, steeds medicijnen moe ten blijven gebruiken om de afstoot- kracht tegen te gaan. Er is geen zekerheid; het probleem van de biologische onverenigbaar heid is niet opgelost. Dat heeft de chirurgen buiten Zuid-Afrika dus be wogen nog niet aan de mens te ko men. Onmiddellijk na de transplanta tie in Zuid-Afrika zijn de Amerikanen echter gevolgd. Deze ontwikkeling geeft niet alle medici voldoening. Er is zelfs onbehagen, nu de schijn ge wekt kan worden dat hier prestiges in het geding zijn. lie vraag blijft: waarom wél nier- en longtransplantaties bij mensen Ook deze organen veroor zaken toch de afweerkracht? Hoewel de problemen van de afsto ting bij de nieren gecompliceerder schijnen te zijn dan die bij het hart en tot de gecompliceerdheid ook nog bijdraagt de chemische functie van de nieren (het hart vervult een zuiver mechanischë functie), zijn de risico's bij een niertransplantatie minder groot. De nier is een gepaard orgaan. Bij vrije wilsovereenstemming van bei de partijen kan de mens met twee gezonde nieren er één afstaan aan de andere mens wiens beide nieren on geneeslijk ziek zijn. Het hart is een ongepaard orgaan. Neemt men het hart weg, dan eindigt het leven. Het hart is een enig orgaan. Het ligt voor de hand dat juist de transplantatie van het hart en de daarmee verband houdende medisch- ethische problematiek van de zich wij zigende inzichten ten aanzien van het tijdstip van de dood zo sterk de aandacht heeft getrokken. Wij mogen het hart van een mens eerst dén overbrengen naar het lichaam van een ander mens, als de dood is ingetreden, is de alge meen heersende opvatting in kringen der medici. De Duitse Nobelprijswinnaar, prof. dr. Forszmann zegt, dat het succes van |[edere transplantatie staat of valt met .levenskracht van het te transplan- SM|ya. orgaan en dat de kansen het gunstigst zijn als het orgaan uit een komt en geringer wor- H^^^Mhet intreden van de dood. van belang kunnen zijn, ^^^^B^iicus, dat de donor zo lo^^^l^Bijk voor dood wordt rklaaT izij technieken wor- ontwikk^Bfflkbetrekking tot de animatie va^^Mtensplantatie-or- len, nadat d^^^^kerwijderd uit ■dode lichaan^^^^Btetconser- en het bewaren van de - mogelijk is, za^H^^^^^B_ ethiscn^i^^^BMst e I speelt een rolal^^H de laatste grote vooruitgang^^geboekt bij de pogingen het leven kunstmatig te ver lengen met re-animatie- en beade mingsapparatuur. Bij deze vorderingen van de genees kunde is de grens tussen leven en dood vaag geworden. Talloos zijn de gevallen, dat een mens, bijvoorbeeld tengevolge van een ongeval zó ern stig aan zijn hoofd is gewond ge raakt, dat de hersenfuncties zijn uit geschakeld. Die mens bezit dan geen enkel vermogen meer. Hij is klinisch dood, maar een ingewikkeld instru mentarium houdt het hart kloppende en de ademhaling gaande. Er zijn ge vallen bekend dat deze situatie we ken, maanden en zelfs jaren kan voortduren. Kort geleden baarde de beslissing van een Engelse arts, die het zieken huispersoneel de opdracht had gege ven bij een bepaalde toestand van de patiënt de apparatuur uit te schake len, groot opzien. De arts bepaalde het tijdstip. Al enige jaren is over de vraag: „moet of mag een ërts de re-animatieijappa- ratuur inschakelen ook al weet hij dat in het gunstigste geval de patiënt ver der uitsiiutend als een plant zal kun nen leven?" de discussie gaande. Er zijn vele vragen, óók met betrek king tot de beslissing van de patiënt zelf, of van diens familie. De Neder landse hoogleraar prof. dr. J. Jans- sens heeft dezer dagen in een vraag gesprek verklaard: „Als de mens is geworden tot een doorstrbomd en ge ëlektrificeerd weefselapparaat, dan is daaraan niet meer het begrip levend mens toe te kennen. Dan heeft de arts het recht de behandeling te sta ken". pelijk, juridisch en medisch-ethisch gelijk ligt, dreigen er naar de mening van verschillende artsen die wij spra ken, gevaren. Die gevaren worden groter, als de transplantatie van het hart de inzet wordt van een wedijver tussen chirurgenteams in verschillen de landen; als de pioniers van de la boratoria en de operatiekamers uit de rust en stilte van de medische re search door een excessieve publici teit als helden naar voren komen. De re arts M. W. Jongsma, privaatdocent aan de Rijksuniversi- iü te Leiden, heeft vorig jaar eens ^^BjBjjMÉHBBtou^itwoord op t vars de wetenschappelijke onderzoeke^w^de aard van de toepassing van zijn vondsteWI^H niet gegeven is. Sterk spreekt machteloosheid van de mens tegen over de door hem zelf geschapen mogelijkheden van techniek en we tenschap. De macht over de krachten dreigt de mens uit de hand te lopen. Er dreigt het verlies van onze vrijheid door de hegemonie der wetenschap. Daarom, zegt deze arts (in een artikel in Medisch Contact), „is de noodzaak aanwezig om ons gewetensvol af te vragen of onze indicaties voor me disch handelen wel voortdurend zui ver en goed worden doordacht". Hij meent dat de Nederlandse arts op dit punt zeer consciëntieus is en dat nieuwe operatiemethoden pas na langdurige dierexperimenten en dan nog op zeer scherp gestelde indicatie worden toegepast. De transplantaties van de laatste we ken hebben hetgeen hier gezegd wordt opnieuw in de actualiteit ge bracht. bij de orgaantransplantatie ledereen kan voor de vra^^HH_ transplantatieteam worde^^^H om afstand te doen van op de organen van een zo]^B^ leden familielid. Waarom, prof. Van Bekkum zich af, bBBM ènder over de bestemming^^P organen na onze dood?^^H doen we dat zélf niet op ee^^^™ dat we er nog met onze v^^^l gens over kunnen besl^^^^B)it soort problemen wordt pas^^^B^ de gesteld als de bio-tecl^^^B^ zóver gevorderd is, dat ke mening bij het publj^^^^^Kig zou moeten zijn om teo^^^^^Bdie vordering te kunnen i>rof ite ren Daarom zijn ervoo^^^^^^enoeg is niet genoe^geld be- van thans moge- ■HBHPPH^an andere patiënten te behouden. Aan de artsen wordt het dus overgelaten welke patiënten wel en welke niet voor de nieuwe behan delingen in aanmerking komen een situatie die prof. Van Bekkum verge lijkt met die aan het front, waarbij de militaire arts soms wegens beperkte hulp, vervoer of middelen een selec tie van de gewonden moet verrichten. Hij vraagt zich af of onder vredesom- standigheden zo'n situatie aanvaard baar is. Behoort de verantwoording niet veeleer te berusten bij de eige naars van de benodigde organen, bij hen die de gelden voor de gemeen schap fourneren de gemeenschap zelf? Verwacht wordt, dat een en ander wel over enige tijd geregeld zal wor den, maar het had éérder geregeld kunnen zijn als de gemeenschap eer der met deze problemen grondig ken nis had kunnen maken. Aldus deze hoogleraar. hartdonors een heel aparte admini stratie zal moeten worden opge bouwd. Inmiddels is in verband met de snelle ontwikkeling die op het ogenblik op medisch gebied gaande is, door de regering een commissie ingesteld, die advies zal uitbrengen aan de Ge zondheidsraad over de wetenschap pelijke, organisatorische en financiële problemen van verschillende trans plantaties. In Amerika werd deze week bekend gemaakt dat zeven zie kenhuizen in Los Angeles een bank voor transplantatie-organen hebben opgericht. De bedoeling is nieren, harten, longen en levers te bewaren van overleden personen die bij hun leven toestemming hebben gegeven, er schijnen verscheidene patiënten op de wachtlijsten te staan voor trans plantaties. De nieuw opgerichte bank voor transplantatie-organen wordt ook van belang geacht voor een uit gebreider onderzoek van de verschil lende weefselsoorten, teneinde snel ler te kunnen geraken tot de typering van de weefsels met behulp van com puters. Ee J, Puist omdat de grens tus sen leven en dood door de mogelijk heden van kunstmatige verlenging van het leven (of de mogelijkheid die technische ingreep niet toe te passen of na toepassing te beëindigen) niet voor alle medici (in Nederland en met name elders) principieel, wetenschap ■en heel apart geluid uit medische kring, naar aanleiding van de transplantaties in Zuid-Afrika, kwam dezer dagen van professor dr. D. W. van Bekkum: de problematiek van de „voorbereiding", door voor lichting van het publiek, op de nieu we mogelijkheden. Prof. Van Bekkum zegt, dat de ontwikkeling van de bio logische wetenschappen revolutionair is. Hetgeen dertig jaar geleden door grote geleerden voor volstrekt on begrijpelijk werd gehouden en on uitvoerbaar, is nu begrijpelijk en uit voerbaar. De wetenschappen hebben formidabele vorderingen gemaakt en het zal niet lang meer duren, zegt prof. Van Bekkum, of het zal mogelijk zijn om in te grijpen in de meest fun damentele processen óók die van de mens. Een groot aantal mensen is lij heeft niet lang behoe ven te wachten op reacties. Verschei dene mensen hebben zich deze week bij de bureaus van het Rode Kruis ge meld, maar van die zijde is verklaard, dat die aanmeldingen weliswaar be moedigend zijn, maar dat bij gebrek aan een organisatie voorlopig nog niets met de aanmeldingen kan wor den gedaan. Het Rode Kruis heeft een hoornvliesbank en een bloed bank, maar het is duidelijk dat er voor Als een sprekend voorbeeld over de „aanpassing achteraf" van het publiek aan de veranderingen, noemde prof. van Bek kum de ontwikkeling van de leer der hor monen, die geleid heeft tot de anticon- ceptieve hormoon-behandeling, beter be kend als de pil. Pas nédat de pil op grote schaal was ingevoerd, kwam de openbare discussie op gang over de al of niet morele toelaatbaarheid er van. Binnen een aantal religieuze en maatschappelijke gemeenschappen zijn die discussies nog steeds bezig, hoewel er geen twijfel aan is, dat vele leden van die gemeenschap pen reeds tot het gebruik ervan zijn over gegaan. Nog vreemder is, zegt prof. van Bekkum, dat in die discussies nog niet, of nauwelijks, wordt betrokken de kwestie van de toelaatbaarheid van andere nieuwere biologische methodes, die wel iswaar nog niet effectief zijn, maar die dat zeker binnen zeer korte tijd zullen wor den zoals bv. de pil „for the morning after". Toch is er geen twijfel aan, dat een dergelijk middel, zodra het verkrijgbaar is, op grote schaal zal worden toegepast. Achteraf zal de moraal zich dan moeten aanpassen

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9