Regering onderzocht in 1892 arbeidstoestanden r Veiling Septer Tiel Statenlid voor C.H.L. door Adriaan P. de Kleuver Woningbezit Verhoor Dienstjaren Pensioen Onó tu in lou wh ode Taken provincie uitvoerig belicht Taken Voet van kleuter raakte in spaken DENK OVERAL EN ALTIJD WEER AAN HET KIND IN 'T VERKEER DINSDAG 23 JANUARI 1968 Een kijkje in de DJS.-fabriek rond de eeuwwisseling. voor invaliden, weduwen en wezen. Verzekeringen voor ongelukken had „de firma" niet afgesloten. Er hadden in de 7 jaar dat mr. Dubois het be heer had slechts twee kleine ongeval len plaatsgevonden. De eerste (een be zeerd been) was op kosten van de zaak medisch behandeld. Het gezin werd vol ledig onderhouden. Het tweede geval was 'n afgesneden vingertop. Een werk nemer kreeg ongemak aan de ogen. Hij werd op kosten van de zaak verpleegd. De verhouding met de arbeiders was goed en wie daartussen tweedracht zou zaaien kon op verzet van de bevolking rekenen. Nog even kwam de heer Emants te rug op het eigen woningbezit van de werknemers, waarvan mr. Dubois met zekere ophef melding gemaakt had. Hoe dat moest als de man kwam te overlijden? Dan moest de weduwe er zo lang mogelijk in blijven, want mr. Dubois zou het jammer vinden dat het geld onder de kinderen verdeeld werd omdat het dan al te spoedig door de vingers zou glijden. Als moeder er bleef wonen zou dat ook geen aanlei ding tot eindeloze familietwisten geven. Dat laatste kwam eenvoudig in Vee- nendaal niet voor. Op de vraag of de ouders nooit klaagden dat de jongens het verdiende geld behielden en op maakten, antwoordde mr. Dubois, dat zo'n knaap op een flink pak slaag kon rekenen. Bij hem werd om 2 uur op zaterdag middag in gesloten couvert uitbetaald als de fabriek sloot en dan gauw naar BIJ „DE SCHUP" WAS HET GOED WERKEN In 1892 heeft een staatscommissie die toezicht hield op de naleving van de toen nog kersverse wet op de kinder- en vrouwenarbeid in de fabrieken in Veenendaal een onderzoek ingesteld. Er waren erbarmelijke toestanden ge weest. De rijken werden al rijker en de armen al armer. In Veenendaal wer den aan de Kerkewijk de eerste directiewoningen gebouwd en in het hart van Veenendaal regen zich de arbeiderswoonblokken aaneen. In die overgangstijd naar voor de arbeidende klasse van Veenendaal wat gunstiger levensvoorwaar den, bleek onze toenmalige regering wél bezorgd te zijn voor het wel en wee van de onderdanen. Toch behoeft dat laatste geen verwon dering te wekken, want dit Hilversum- se bedrijf stond onder dezelfde directie als de Veenendaalse Stoomspinnerij en Weverij. Van buitenaf werden de oude toe standen gehekeld door mannen als Vin cent van Gogh, die de misstanden fel op zijn doeken borstelde, de Lutherse predikant Ferdinand Domela Nieuwen- huis die zijn bijtende kritiek de gegoe de standen in het gezicht slingerde en de man die in Veenendaalse kringen geen genade vond toen het op de naam geving van een flat in de Schrijvers- wijk aankwam, Multatuli, de gevrees de en emotionele intrapper van heilige huisjes. Verder nog de gematigde met zachte drang werkende Amsterdamse metselaar Klaas Kater. Zij allen open den de ogen van het Nederlandese volk. Midden in dit oude, lage land bij de zee lag het dorp Veenendaal, waar mo notoon de gonzende machines draai den, 's morgens vroeg de gillende „fa- brieksfluiten" de mensen aan hun op komstplicht herinnerden, en waar „Aart de belleman" van De Schup aan de fabrieksbel trok. Daarheen richtten zich de schreden van een Staatscom missie bestaande uit de heren Heilige re, Emants, Van Wijck en Rooijaards. Ds. F. D. Nieuwenhuis die zijn stem verhief tegen de slechte sociale toe standen van de arbeiders. Een aantal Veenendalers werd een verhoor afgenomen over de plaatselij ke toestanden op de fabrieken en het valt vooral op dat bij dat verhoor „De Schup" en de „VSW" tegen elkóar werden afgewogen. Daarbij steekt „de firma", de toen algemeen gebezigde benaming voor de huidige Scheep j es- wolfabriek onverdeeld gunstig af bij de VSW. Maar goed, wij weten wie zitting hadden in de commissie en willen eens weten wie de ondervraagden waren. Allereerst de fabrieksdirecties of hun vertegenwoordiger, verder afdelings chefs en mannelijke en vrouwelijke ar beidskrachten, waaronder nog kinde ren, een predikant, een bevorderaar ster van de filantropie, een christelijk schoolhoofd, een be waarschooljuf en wat wel het meest frappeert enige mensen van de Hilversumse Stoom spinnerij en Weverij te Hilversum. Het verhoor naar die kant is beslist indringender dan naar de zijde van de fa. Weduwe D. S. van Schuppen en Zoon, maar dat kan ook liggen aan de positievere antwoorden die van de kant van „de firma" kwamen. Met respect voor de mensen die al héél wat aan het menswaardiger be staan van de half-slaven van Veenen daal gedokterd hadden, dan nog moe ten wij van abnormale toestanden spreken. Er moet over een en ander iets uitgelekt zijn. Er moet een schrij ven naar Den Haag gegaan zijn. Zo'n onderzoek werd nu eenmaal niet voor de lol in elkaar gedraaid. Het was ergens in Veenendaal niet pluis. En de heren van de Staatscom missie wisten nu letterlijk alles. Van a tot z werkten zij bij ieder hun gehele vragenprogramma af. Uit de gegeven antwoorden spreekt wel eerlijkheid, maar vooral ook terughoudendheid bij de arbeiders waar het de privézaken van de heren betreft. Dan weten ze letterlijk van niets! De Staatscommissie nam de zaak zeer ernstig op. Het ging over de op fabrieken werkende vrouwen en kinde ren in de eerste plaats en daarnaast over het zedenbederf van deze kinde ren, het schamele loon. de overmatig lange arbeidstijden, de hygiënische toestanden in de werklokalen, de woon toestanden. het drankmisbruik, zieken fonds, arbeidsbeveiliging, pensioen fonds, verhouding directie arbeider, extra voeding van de arbeiders, vervui ling van de arbeiderswijken en slechte ondoelmatige kleding in de wintertijd, Het valt op dat' het dezelfde toestan den betreft die 25 jaar later nog in Drente heersten en door Arine de Vries zo treffend in zijn „Bartje"-boeken ge kenschetst wotden. Het feit dat in Vee nendaal „nette" en „vuile" arbeiders gezinnen waren is niets opzienbarends. Dat had men ook in Rhenen en verder maken wij via het uitgebreide rapport van 1892 met ontstellende Hilversumse arbeiderstoestanden kennis. Het valt op uit verklaringen van mr. H. F. W. Dubóis, advocaat en notaris te Utrecht, die als vertegenwoordiger van de firma Wed. D. S. van Schup pen en Zoon (Scheepjeswol) optrad, en van Adrianus van Kesteren, werkzaam aan ditzelfde bedrijf, dat bij „de fir ma" redelijke toestanden heersten. Mr. Dubois verklaarde dat hij de fa briek voor zijn cliënten dreef en ge heel op de hoogte was en Van Kesteren toonde vol trots het gouden horloge dat hij wegens langdurig dienstverband (53 jaar!) van „de heeren" gekregen had. Wij willen de toestand van 1892, zoals die bij „de firma" (later ging men spreken van de D.S.) heerste eerst eens bekijken. Er werkten op de fabriek 291 perso nen, mannen en vrouwen (geen gehuw den), waaronder 82 jongens en drie meisjes beneden 16 jaar. De werktij- de waren van 's morgens 6 tot 9, van 10 tot 2 en van 3 tot 7 's avonds. Over werk werd alleen uitgevoerd bij grote drukte. De jongens beneden 16 jaar gingen steeds om 7 uur naar huis. De spinners, omwerkers en voorwer kers ontvingen loon naar kiloproduk- tie en de anderen genoten vast loon. In het eerste geval bedroeg dat van 1,50 tot f 8,75 per week; het vaste loon was van f 2,25 tot f 14,- per week. Jongens kwamen op de fabriek op 12- jarige leeftijd en moesten een certifi caat overleggen dat de school doorlo pen was. Een jongen van 12 jaar werd bijzon der geschikt geacht om te kunnen con troleren of de draad die over de roller op de spindel loopt niet brak. Een „zit- teblijver" die uit de vierde klas van de school om werk was gekomen was niet aangenomen. Wel achtte mr. Dubois een jongen die met zijn 12e jaar met goed gevolg de school doorlopen had „wetenschappe lijk" voldoende onderlegd om aan het arbeidsproces deel te gaan nemen. De arbeiders woonden op een enkele uitzondering na niet in fabriekswonin- gen; velen bezaten reeds een eigen huis. Voor de 15 fabriekswoningen werd tachtig cent huur per week betaald. De voorzitter repliceerde dat hij ge hoord had dat het onder de arbeiders van Veenendaal „armoede troef" was, de huizen slordig waren en de kinde ren er vervuild bijliepen. Wij willen nu mr. Dubois eens letter lijk aan het woord laten: „Dan moe ten de heeren eens komen kijken om het tegendeel te zien, tenminste bij mijne werklieden. Wij hebben nette, spaarzame mensen. Om een voorbeeld te noemen: van 291 werklieden waaronder 82 jongens zijn er 70 met meer dan 5 dienstjaren, 43 met meer dan 10, 24 met 15, 21 met 20, 10 met 25, 4 met 30, 5 met 45 en 2 of 3 met meer dan 50 dienstjaren. Deze mensen kunnen nooit slordig geweest zijn, anders zaten ze reeds lang in de schans". De commissie veronderstelde dat er bij „de firma" weinig misbruik yan sterke drank voorkwam en toen kwam een héél fijn trekje van 's „meesters" eerlijkheid om de hoek kijken. Hij ver telde dat vóór het vuile en stinkende huidenploten de arbeiders die dat moes ten doen een stevige borrel geschon ken werd omdat ze anders flauw vie len. Overigens duldde hij geen sterke drank in de fabriek op straffe van on middellijk ontslag. Maar buiten de fa briek, nou ja dan waren ze als ieder ander, zonder misbruik Van de borrel te maken met uitzondering van een en kele dan welteverstaan. Bij „de firma" was werktijdverkor ting ingevoerd en dat had niet de min ste produktievermindering ten gevolge gehad. Zeven jaren daarvoor (in 1885 dus) was mr. Dubois aan de fabriek ge komen, in het jaar dus waarin de laat ste mannelijke Van Schuppen,"^Steven Dirkszoon, die zoon was van Dirk Ste- venszoon (D. S.!), overleed en in 1890 had mr. Dubois de fabriek een derde vergroot. Vroeger, voor 1885 dus, was gewerkt van 4a 5 uur in de morgen tot 9 uur 's avonds. Dat was in 1892 van 6 tot 7 met twee uren schaft. Inderdaad beet de directie van dit oudste wolbedrijf van Veenendaal in alles de spits af als het om de zorg van de werknemers ging. Zo was er een ziekenfonds, dat maximaal f 3,- uitkeerde tegen een contributie van 5 cent per week. Ver der vulde de firma het bedrag aan, soms tot het volle loon en werden op rekening van het bedrijf versterken de middelen verstrekt. De werkloka len voldeden aan de hoogste toen maals gestelde eisen. Bij ongelukken werd de politie onmiddellijk gewaar schuwd. Belangrijk was bij Van Schuppen 't gestichte pensioenfonds, waartoe de firmanten een bedrag van f 15.000 uit het bedrijfskapitaal afgezonderd had den. Mr. Dubois deelde hierover mee, dat het oude Van Schuppen-bedrijf een uitzonderlijke positie in Veenendaal in nam. Toen op de le Kerstdag van 1885 Steven van Schuppen overleed was de weduwe van Dirk Stevenszoon hem reeds negen jaar voorgegaan. De doch ter Jannette Jacoba was eveneens on gehuwd overleden en de twee overge bleven dochters uit het eerste huwe lijk van Dirk Stevenszoon, Evertje Wil- lemijntje en Johanna Hendrika (waar uit de latere directieleden Spruijt, Lein- weber, Callenbach, Frederiks, etc. gekomen zijn) waren zelf zo vermo gend dat zij als erfgenamen het bedrijf voorgoed aan de kant hadden kunnen doen. Het is op nadrukkelijk verzoek van de inwoners van Veenendaal geweest, dat de zaak op gang gehouden werd. Omdat onder de nieuwe leiding winst gemaakt werd kwam er een loonsver hoging van 10 procent alsmede de gift voor de ouden van dagen van f 15.000. Het CommissielidEmants vond het vreemd, dat er geen aansluiting bij de werkliedenpensioenregeling gevolgd was. Mr. Dubois zag het evenwel zo dat zolang de Staat de pensioenen niet regelde hij dat liever zelf deed. Het fabrieksfonds was pas één jaar in werking en iedere werknemer had een boekje waarin precies na te gaan was op hoeveel pensioen men recht had bij het verlaten van het bedrijf. Wie evenwel opzettelijk de fabriek ver liet werd van recht op pensioen verval len verklaard. De mensen bleven lang bij „de fir ma", wel tot ze 80 jaar werden toe, en zo zou dat fonds eerder kunnen dienen huis en met vader naar „het land". Met trots besloot mr. Dubois als volgt: „De mensen gaan bij ons dan ook be paald vooruit". Wij willen nu eens luisteren wat Adrianus van Kesteren, werknemer bij het Van Schuppenbedrijf daarover te vertellen had. Hij was het die zo trots het gouden horloge toonde dat hem voor zijn 53-jarige trouwe dienst door „de heeren" geoffreerd was. Deze 63- jarige bleek de tevredenheid in per soon te zijn. Vroeger werd van de D.S.-ers al gfezegd dat zij „de adel van de fabrieksen waren", en als je dat in de rapporten zo leest dan was dat wer kelijk ook zo. Men vond dat de werk tijd niet korter behoefde te worden. Na de werktijdverkorting en gevolgde 10 procent loonsverhoging was hij zelfs van f 7,- op f 9,- gekomen. Als kammer kreeg men niet „op 't stuk" maar „bij 't pond" uitbetaald. Kleine jongens kregen nog-een premie boven het werk dat ze deden. De r^eisjes werkten met de jongens (beneden 16 jaar) toen ook korter dan de volwassenen. Zwaar werk verrichtten de kinderen niet en ze verdienden zo van f 2,- tot f 2,50 per week. De verklaringen over ziekenuitkering en pensioenfonds klop pen wonderwel met wat nadien mr. Dubois zou komen vertellen. Van Kesteren had 'n beste vrouw ge trouwd en door zuinig aan te doen, hadden zij een eigen huisje overge spaard. Hij noemde het trots „een def tig arbeidershuis". Ja, ja, die van „de firma" wisten van wanten! Over de in Veenendaal geleden armoede wist hij niet veel meer te zeggen. Dat viel nu wel mee. Maar ja, de één had het met f 6,- nog beter dan een ander met f 12,-! Sparen deed bijna geen arbei der in Veenendaal. Of hij niet liever zag dat zijn twee dochters een dienst- je hadden gezocht dan naar de fabriek te gaan? De meisjes waren evenwel zelf op de fabriek. Om de gezelligheid en het goede geld. Nou, en sinds de fabriek een n.v. was geworden, was 't voor de werklieden veel beter gewor den. De heer Van Schuppen kon de mensen nog wel eens uitvloeken. Dat gebeurde nooit meer. Wij weten het; 't was bij „de Schup" een arbeidersparadijs in 1892! (Wordt vervolgd) Heuvelrug moet offer brengen aan randstad VEENENDAAL „De provincie Utrecht moet een offer brengen, ten gun ste van de bewoners in de Randstad, door in een deel van de Utrechtse Heu velrug de dagrecreatie, die onrendabel is, ten laste van de verblijfsrecreatie te bevorderen," aldus jhr. mr. L. E. de Geer van Oudegein, die als lid van Gede puteerde Staten van Utrecht een openbare lezing hield over „Provinciale poli tiek", op uitnodiging van de afdeling Veenendaal van de C.H.U. Hij hield deze lezing voorafgaande aan de jaarlijkse huishoudelijke vergadering, waarin de contributie van de leden van de CHU op een minimum van f 15,- per jaar werd gebracht en de heer J. van Voorthuizen werd benoemd als penningmees ter in de plaats van de heer J. H. Buddingh, die aftredend was en zich niet meer herkiesbaar stelde. MAANDAG 22 JANUARI 1968. Opgave na klasse mm maat. APPELEN 75/opw 70/75 65/70 60/65 55/60 1 2 Binderzoet 2528 Bloemee 19—38 9—15 Bellefleur Eng. verp. k.l 2224 x Cox Orange k.2 66—69 57—70 47—57 33—46' 15—20 Dijkmanzoet 24—40 1019 x Goudreinet k.l 2736 2329 x Goudreinet k.2 2431 1926 1623 Goudreinet rode k.2 2934 2426 1720 x Golden Delicious k.l 4758 4254 4053 x Golden Delicious k.2 42—52 41—47 31—39 22—29 Jasappel 2129 10—18 x Jonathan k.l 2731 x Jonathah k.2 25—27 19—30 16—22 13—21 Ellison Orange k.2 33—35 31—33 22—25 Laxton Superbe 1326 x Lombarts Calville k.l 32—38 31—37 28—32 x Lombarts Calville k.2 29—34 25—33 20—26 19—23 Kroet per 100 kg zuur f 8.70; rood f 7.80; zoet f 6.60. Fabrieksfruit per 100 kg, blank f 9.70; rood f 7.80. Sterappel en Rode Keuleman fabriek per 100 kg f 6.70. PEREN: Brederode 7490 (Conference k.2 8890 8083 7880 Doyene de Cornice k.2 128130 123125 Giezewildeman 96123 5586 Winter jannen 6183 St.-Remy 9699 IJsbouten 73—92 71—76 Perenkroet per 100 kg f 4.10. GROENTEN: boerenkool 19—21, 12—15; prei 21—55, 19—30; spruiten 39—88, 23—29; uien 8—10. x Is hoofdaanvoer. Alles in centen per kg, tenzij anders vermeld. Volgende veilbericht op woensdag 24-1-1968. Jhr. de Geer behandelde uitvoerig de taken van Provinciale Staten en Gede puteerde Staten, welk laatste college het dagelijks bestuur in de provincie heeft. Hij schetste de enorme uitbrei ding van het aantal taken van de Sta ten, evenals de verzwaring van de nieuwe en reeds langer bestaande ta ken. Sinds het inwerking treden van de Provincie Wet in 1962 vergaderen de Staten ongeveer om de twee maanden. Voorheen vergaderde men tweemaal per jaar. Voor meer vergaderingen was toestemming nodig van de Koning. Behalve de gewone openbare verga deringen hebben Statenleden ook com missievergaderingen en fractieverga deringen, waarbij de drie christelijke partijen, CHU, ARP en SGP, in een fractie samenwerken. De taken van Provinciale Staten lig gen op het gebied van het beheer van wegen, waterwegen en bpezemwateren, de ruimtelijke ordening, waarbij het vaststellen van streekplannen aan de orde komt, zoals dat van de Utrechtse Heuvelrug. In dit verband maakte de heer De Geer zijn opmerking over het eigenlijk niet rendabel zijn van de dag recreatie, maar het algemene be lang, dat hiermee gediend wordt en waarvoor een offer noodzakelijk is. „In de eigenlijke randstad zijn wei nig terreinen geschikt voor de dagre creatie, terwijl er in de provincie Utrecht nog wel ruimte is. Bovendien liggen de meeste terreinen in onze pro vincie gemakkelijk bereikbaar voor de bewoners van de randstad, maar om dat ze over het algemeen hun voedsel en dranken meebrengen, wordt er wei nig aan verdiend. Voor de gemeentebe sturen is het weinig aantrekkelijk om dagrecreatie te animeren, maar het offer moet gebracht worden". Tot de taken van de Provinciale Sta ten behoren voorts: Natuurbescherming en openluchtrecreatie, toezicht op be jaardenoorden, elektriciteitsvoorzie ning, drinkwatervoorziening, het uitrei ken van studiebeurzen, bestrijding wa terverontreiniging en het stimuleren door subsidiëring van maatschappelijk werk, cultuur, volksgezondheid en sport. De taken der Gedeputeerde Staten zijn voornamelijk: het uitvoeren van de besluiten van de Provinciale Staten, het toezicht op de gemeentelijke beslui ten, en de begrotingen van de gemeen te, alsmede de administratieve recht spraak. Die administratieve recht spraak geeft een stuk rechtszekerheid aan de individuele burger: „Indien de gemeentebesturen een besluit nemen, bijvoorbeeld afwijzing van een uitke ring ingevolge de Bijstandswet, dan kan men daartegen in beroep gaan bij G.S. Tegen het besluit van G.S. is be roep mogelijk bij de Kroon. Dit beroep wordt behandeld door de Raad van State". Tijdens de discussie werd 'een vraag gesteld over het nut van de registratie van het onttrekken van grondwater aan de bodem, ten behoeve van de ^drink- watervoorziening. De spreker vertelde, dat dit een initiatief van de Staten van Utrecht was, omdat de verhouding tus sen het aanwezige grondwater en het benodigde drinkwater zorgelijk gaat worden. Het Rijk overweegt wettelijke maatregelen te nemen, maar voor het zover is, wil de Provincie eventueel het oppompen van drinkwater aan een ver gunning gaan binden, zoals bijvoor beeld ook het geval is met ontgron dingsplannen. Een der aanwezigen vroeg waarom G.S. zoveel tijd nodig hadden voor het behandelen van allerlei futiliteiten. Bovendien vroeg de aanwezige of het niet mogelijk was de afdoening wat te versnellen. „Wij hebben momenteel een andere werkwijze, waardoor in de toekomst het werk van G.S. sneller zal gaan, ant woordde jhr. de Geer van Oudegein. Klachten, zoals o.a. ,Jk heb mijn raam op het noorden, daar wil toch geen plant groeien"; „Mijn kamer is zo gelegen, dat er bijna geen zon komt, alleen 's morgens eventjes, er wil wei nig groeien"; ,Jdijn vensterbank is zo zonnig, dat in de zomer de planten ver branden", moet men vaak beluisteren. Het dient gezegd, dat er ook liefheb- bers(sters) zijn, die de moed niet in de pantoffels laat zakken, doch blijven doorzetten tot ze de juiste plaats voor hun planten gevonden hebben. Nu moet ik toegeven, dat in ouder wetse huizen de toestand voor planten houden verre van ideaal is. Men heeft voor de planten erg smalle vensterban ken, xoaarop alleen maar enkele piet- leuterige plantjes staan tentoongesteld. Het is met weinig kosten en weinig in spanning heel goed mogelijk om van zo'n te smalle vensterbank wat beters te maken. We brengen een paar steunen tegen de muur, een plank op de hoogte van de vensterbank, een kwastje verf en de ideale breedte voor een vensterbank is geboren. Wil men de vensterbank toch verbreden en er is ruimte voor een flink brede vensterbank, neem dan een plank die 30 a 35 cm breed is. Als het nodig mocht zijn, kan men er twee rij en planten op kwijt. „Wat zal ik kos ten maken, als er weinig zon komt en er toch geen plant wil groeien", hoor ik al zeggen. En toch, beste lezers (essen), zijn er wel planten die schaduwmin- nend zijn en die u met succes op een zonloze vensterbank kunt zetten. Hier voor zijn o.m. de volgende geschikt: Adianthum (Venushaar)Begonia Rex (bladbegonia)Blechnum (boomvaren) Cocos Weddeliana (dwergcocospalm) Maranta; Monstera gatenplantde bromeliasoorten Bilbergia of de Nidula- rium; Odantoglossum (orchidee)Pa- phiopedilum (Venusschoentje)Ixora; hertshoornvaren ;Saxifraga (moeder plant) Gloxinia; StreptocarpusVriesia (bromelia)Lidcactus; moskruid, etc. etc. Het is nogal een heel lijstje om keu ze te maken. Er zijn nog heel wat meer planten die geschikt zijn, doch dat zou te ver voeren. En hoe denkt u over de Ciniraria's en Calceolaria's (pantoffel- bloem) f Als deze op de markt en in de bloemenzaken verschijnen dan mag men juist blij zijn met de vensterbank op het noorden, want deze mooie bloei- sters blijven alleen maar goed en bloei en zeer geruime tijd op een koele plaats, daartoe behoort ook de bloeien de Kamer-Hortensia en de Kamerbrem. Voor de zonnige vensterbank zijn ook vele planten te verkrijgen, waar men veel plezier van kan beleven. Zeker, men moet dan bij sterke en felle mid dagzon wel een paar uurtjes schermen, doch dat kan geen bezwaar zijn, welf Op zo'n plaats houdt men de volgende planten: Hoy a (Wasbloem)Memosa, Geraniums: Sansevieria; Christus doorn Hibiscus; Begonia kleinbloemi- gen)Bougainvillea Clerodendron Ire- sine; etc. etc. te kust en te keur. Hoofdzaak is: doorzetten en de moed niet zo spoedig laten zakken. Uw bloemist zal u zeker met genoegen wil len raden in dezen en u de juiste plant kunnen geven voor de juiste plaats. Eerzaam op het noorden, zuiden, wes ten of oosten, de planten die daar wil len en kunnen groeien, zijn er. En hoe een te wiebelige smalle vensterbank een goede breedte kan verkrijgen, heb ik u hierboven verteld. Mijn belofte om in dit hoekje te ver tellen over het snoeien van kruis- en aalbessen wil ik nu gestand doen. Bij open weer kan men dit werkje nu uit voeren. Het snoeien van bessestruiken xvordt nogal verschillend gedaan, doch hoofdzaak is om zo te snoeien, dat de struik .van binnen flink ruimte krijgt. Takken die zich in het hart van de struik sterk ontwikkelen worden geheel weggenomen. De vélee jonge spruiten, die9aan de voet van de struik ontstaan, mag men tot op de grond afsnijden. Is er een oude tok afgestorven, dan kan zo'n jonge spruit of scheut de plaats van de oude tak weer innemen. De jon ge scheuten die aan de oude takken zit ten, snoeit men in tot op ongeveer 15 cm, scheuten die zich beneden en in het midden van de oude takken ontwik kelen, moeten tot op 2 a 3 om worden terug gesneden. Dunne takjes, die onge veer 10.cm latag zijn, laat men onge- snoeid, want daarvan plukt men juist de meeste vruchten. Met kruisbessen handelt men evenzo. Laat in de kruisbessestruik niet te veel hout zitten, want dan is het pluk ken der bessen moeilijk en pijnlijk bo vendien. Zwarte beseen worden andere ge snoeid. Zit in een zwarte aalbessestruik te veel hout, snij dan een of meer van de oudste takken er uit. Verder laat men de struik ongemoeid. Een amateur kan met een beetje wil zelf wel zijn bessestruiken snoeien. Bij het snoeien van vorm-fruitbomen wordt het anders, daar komt heel wat bij kij ken. Dit kan een amateur zélf niet op knappen, want alvorens men goed en leen theoretisch doch ook praktische studie aan vooraf gegaan. Bij het snoei en van diverse vormbomen moet men zeer zeker een vakman-snoeier nemen. Wacht u er voor om een „manusje van alleq" zulk werk op te dragen, want onherroepelijk maakt die van een gut den een kwartje. Dan is het geen snoei en meer, maar „knoeien!" E. J. GRIJSEN - RHENEN VEENENDAAL He jonge doch tertje Helene van de familie M. uit Vee nendaal raakte gistermiddag met de voet tussen de spaken van het achter wiel van een fiets. Ze werd licht gewond en de beman ning van een juist passerende politiewa gen bracht haat even naar huls.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 5