Regering onderzocht in 1892 arbeidstoestanden
r
Veiling Septer Tiel
Statenlid voor C.H.L.
door
Adriaan
P. de Kleuver
Woningbezit
Verhoor
Dienstjaren
Pensioen
Onó tu in lou wh ode
Taken provincie
uitvoerig belicht
Taken
Voet van kleuter
raakte in spaken
DENK OVERAL EN ALTIJD WEER
AAN HET KIND IN 'T VERKEER
DINSDAG 23 JANUARI 1968
Een kijkje in de DJS.-fabriek rond de
eeuwwisseling.
voor invaliden, weduwen en wezen.
Verzekeringen voor ongelukken had
„de firma" niet afgesloten. Er hadden
in de 7 jaar dat mr. Dubois het be
heer had slechts twee kleine ongeval
len plaatsgevonden. De eerste (een be
zeerd been) was op kosten van de zaak
medisch behandeld. Het gezin werd vol
ledig onderhouden. Het tweede geval
was 'n afgesneden vingertop. Een werk
nemer kreeg ongemak aan de ogen. Hij
werd op kosten van de zaak verpleegd.
De verhouding met de arbeiders was
goed en wie daartussen tweedracht zou
zaaien kon op verzet van de bevolking
rekenen.
Nog even kwam de heer Emants te
rug op het eigen woningbezit van de
werknemers, waarvan mr. Dubois met
zekere ophef melding gemaakt had.
Hoe dat moest als de man kwam te
overlijden? Dan moest de weduwe er
zo lang mogelijk in blijven, want mr.
Dubois zou het jammer vinden dat het
geld onder de kinderen verdeeld werd
omdat het dan al te spoedig door de
vingers zou glijden. Als moeder er
bleef wonen zou dat ook geen aanlei
ding tot eindeloze familietwisten geven.
Dat laatste kwam eenvoudig in Vee-
nendaal niet voor. Op de vraag of de
ouders nooit klaagden dat de jongens
het verdiende geld behielden en op
maakten, antwoordde mr. Dubois, dat
zo'n knaap op een flink pak slaag kon
rekenen.
Bij hem werd om 2 uur op zaterdag
middag in gesloten couvert uitbetaald
als de fabriek sloot en dan gauw naar
BIJ „DE SCHUP" WAS
HET GOED WERKEN
In 1892 heeft een staatscommissie die toezicht hield op de naleving van de
toen nog kersverse wet op de kinder- en vrouwenarbeid in de fabrieken in
Veenendaal een onderzoek ingesteld. Er waren erbarmelijke toestanden ge
weest. De rijken werden al rijker en de armen al armer. In Veenendaal wer
den aan de Kerkewijk de eerste directiewoningen gebouwd en in het hart van
Veenendaal regen zich de arbeiderswoonblokken aaneen. In die overgangstijd
naar voor de arbeidende klasse van Veenendaal wat gunstiger levensvoorwaar
den, bleek onze toenmalige regering wél bezorgd te zijn voor het wel en wee
van de onderdanen.
Toch behoeft dat laatste geen verwon
dering te wekken, want dit Hilversum-
se bedrijf stond onder dezelfde directie
als de Veenendaalse Stoomspinnerij en
Weverij.
Van buitenaf werden de oude toe
standen gehekeld door mannen als Vin
cent van Gogh, die de misstanden fel
op zijn doeken borstelde, de Lutherse
predikant Ferdinand Domela Nieuwen-
huis die zijn bijtende kritiek de gegoe
de standen in het gezicht slingerde en
de man die in Veenendaalse kringen
geen genade vond toen het op de naam
geving van een flat in de Schrijvers-
wijk aankwam, Multatuli, de gevrees
de en emotionele intrapper van heilige
huisjes. Verder nog de gematigde met
zachte drang werkende Amsterdamse
metselaar Klaas Kater. Zij allen open
den de ogen van het Nederlandese volk.
Midden in dit oude, lage land bij de
zee lag het dorp Veenendaal, waar mo
notoon de gonzende machines draai
den, 's morgens vroeg de gillende „fa-
brieksfluiten" de mensen aan hun op
komstplicht herinnerden, en waar
„Aart de belleman" van De Schup aan de
fabrieksbel trok. Daarheen richtten
zich de schreden van een Staatscom
missie bestaande uit de heren Heilige
re, Emants, Van Wijck en Rooijaards.
Ds. F. D. Nieuwenhuis die zijn stem
verhief tegen de slechte sociale toe
standen van de arbeiders.
Een aantal Veenendalers werd een
verhoor afgenomen over de plaatselij
ke toestanden op de fabrieken en het
valt vooral op dat bij dat verhoor „De
Schup" en de „VSW" tegen elkóar
werden afgewogen. Daarbij steekt „de
firma", de toen algemeen gebezigde
benaming voor de huidige Scheep j es-
wolfabriek onverdeeld gunstig af bij de
VSW.
Maar goed, wij weten wie zitting
hadden in de commissie en willen eens
weten wie de ondervraagden waren.
Allereerst de fabrieksdirecties of hun
vertegenwoordiger, verder afdelings
chefs en mannelijke en vrouwelijke ar
beidskrachten, waaronder nog kinde
ren, een predikant, een bevorderaar
ster van de filantropie, een christelijk
schoolhoofd, een be waarschooljuf en
wat wel het meest frappeert enige
mensen van de Hilversumse Stoom
spinnerij en Weverij te Hilversum.
Het verhoor naar die kant is beslist
indringender dan naar de zijde van de
fa. Weduwe D. S. van Schuppen en
Zoon, maar dat kan ook liggen aan de
positievere antwoorden die van de kant
van „de firma" kwamen.
Met respect voor de mensen die al
héél wat aan het menswaardiger be
staan van de half-slaven van Veenen
daal gedokterd hadden, dan nog moe
ten wij van abnormale toestanden
spreken. Er moet over een en ander
iets uitgelekt zijn. Er moet een schrij
ven naar Den Haag gegaan zijn. Zo'n
onderzoek werd nu eenmaal niet voor
de lol in elkaar gedraaid.
Het was ergens in Veenendaal niet
pluis. En de heren van de Staatscom
missie wisten nu letterlijk alles. Van a
tot z werkten zij bij ieder hun gehele
vragenprogramma af. Uit de gegeven
antwoorden spreekt wel eerlijkheid,
maar vooral ook terughoudendheid bij
de arbeiders waar het de privézaken
van de heren betreft. Dan weten ze
letterlijk van niets!
De Staatscommissie nam de zaak
zeer ernstig op. Het ging over de op
fabrieken werkende vrouwen en kinde
ren in de eerste plaats en daarnaast
over het zedenbederf van deze kinde
ren, het schamele loon. de overmatig
lange arbeidstijden, de hygiënische
toestanden in de werklokalen, de woon
toestanden. het drankmisbruik, zieken
fonds, arbeidsbeveiliging, pensioen
fonds, verhouding directie arbeider,
extra voeding van de arbeiders, vervui
ling van de arbeiderswijken en slechte
ondoelmatige kleding in de wintertijd,
Het valt op dat' het dezelfde toestan
den betreft die 25 jaar later nog in
Drente heersten en door Arine de Vries
zo treffend in zijn „Bartje"-boeken ge
kenschetst wotden. Het feit dat in Vee
nendaal „nette" en „vuile" arbeiders
gezinnen waren is niets opzienbarends.
Dat had men ook in Rhenen en verder
maken wij via het uitgebreide rapport
van 1892 met ontstellende Hilversumse
arbeiderstoestanden kennis.
Het valt op uit verklaringen van mr.
H. F. W. Dubóis, advocaat en notaris
te Utrecht, die als vertegenwoordiger
van de firma Wed. D. S. van Schup
pen en Zoon (Scheepjeswol) optrad, en
van Adrianus van Kesteren, werkzaam
aan ditzelfde bedrijf, dat bij „de fir
ma" redelijke toestanden heersten.
Mr. Dubois verklaarde dat hij de fa
briek voor zijn cliënten dreef en ge
heel op de hoogte was en Van Kesteren
toonde vol trots het gouden horloge dat
hij wegens langdurig dienstverband (53
jaar!) van „de heeren" gekregen had.
Wij willen de toestand van 1892, zoals
die bij „de firma" (later ging men
spreken van de D.S.) heerste eerst
eens bekijken.
Er werkten op de fabriek 291 perso
nen, mannen en vrouwen (geen gehuw
den), waaronder 82 jongens en drie
meisjes beneden 16 jaar. De werktij-
de waren van 's morgens 6 tot 9, van
10 tot 2 en van 3 tot 7 's avonds. Over
werk werd alleen uitgevoerd bij grote
drukte. De jongens beneden 16 jaar
gingen steeds om 7 uur naar huis.
De spinners, omwerkers en voorwer
kers ontvingen loon naar kiloproduk-
tie en de anderen genoten vast loon.
In het eerste geval bedroeg dat van
1,50 tot f 8,75 per week; het vaste
loon was van f 2,25 tot f 14,- per week.
Jongens kwamen op de fabriek op 12-
jarige leeftijd en moesten een certifi
caat overleggen dat de school doorlo
pen was.
Een jongen van 12 jaar werd bijzon
der geschikt geacht om te kunnen con
troleren of de draad die over de roller
op de spindel loopt niet brak. Een „zit-
teblijver" die uit de vierde klas van
de school om werk was gekomen was
niet aangenomen.
Wel achtte mr. Dubois een jongen die
met zijn 12e jaar met goed gevolg de
school doorlopen had „wetenschappe
lijk" voldoende onderlegd om aan het
arbeidsproces deel te gaan nemen.
De arbeiders woonden op een enkele
uitzondering na niet in fabriekswonin-
gen; velen bezaten reeds een eigen
huis. Voor de 15 fabriekswoningen werd
tachtig cent huur per week betaald.
De voorzitter repliceerde dat hij ge
hoord had dat het onder de arbeiders
van Veenendaal „armoede troef" was,
de huizen slordig waren en de kinde
ren er vervuild bijliepen.
Wij willen nu mr. Dubois eens letter
lijk aan het woord laten: „Dan moe
ten de heeren eens komen kijken om
het tegendeel te zien, tenminste bij
mijne werklieden. Wij hebben nette,
spaarzame mensen. Om een voorbeeld
te noemen: van 291 werklieden
waaronder 82 jongens zijn er 70
met meer dan 5 dienstjaren, 43 met
meer dan 10, 24 met 15, 21 met 20, 10
met 25, 4 met 30, 5 met 45 en 2 of 3
met meer dan 50 dienstjaren. Deze
mensen kunnen nooit slordig geweest
zijn, anders zaten ze reeds lang in de
schans".
De commissie veronderstelde dat er
bij „de firma" weinig misbruik yan
sterke drank voorkwam en toen kwam
een héél fijn trekje van 's „meesters"
eerlijkheid om de hoek kijken. Hij ver
telde dat vóór het vuile en stinkende
huidenploten de arbeiders die dat moes
ten doen een stevige borrel geschon
ken werd omdat ze anders flauw vie
len. Overigens duldde hij geen sterke
drank in de fabriek op straffe van on
middellijk ontslag. Maar buiten de fa
briek, nou ja dan waren ze als ieder
ander, zonder misbruik Van de borrel
te maken met uitzondering van een en
kele dan welteverstaan.
Bij „de firma" was werktijdverkor
ting ingevoerd en dat had niet de min
ste produktievermindering ten gevolge
gehad. Zeven jaren daarvoor (in 1885
dus) was mr. Dubois aan de fabriek ge
komen, in het jaar dus waarin de laat
ste mannelijke Van Schuppen,"^Steven
Dirkszoon, die zoon was van Dirk Ste-
venszoon (D. S.!), overleed en in 1890
had mr. Dubois de fabriek een derde
vergroot.
Vroeger, voor 1885 dus, was gewerkt
van 4a 5 uur in de morgen tot 9 uur
's avonds. Dat was in 1892 van 6 tot 7
met twee uren schaft.
Inderdaad beet de directie van dit
oudste wolbedrijf van Veenendaal in
alles de spits af als het om de zorg
van de werknemers ging.
Zo was er een ziekenfonds, dat
maximaal f 3,- uitkeerde tegen een
contributie van 5 cent per week. Ver
der vulde de firma het bedrag aan,
soms tot het volle loon en werden op
rekening van het bedrijf versterken
de middelen verstrekt. De werkloka
len voldeden aan de hoogste toen
maals gestelde eisen. Bij ongelukken
werd de politie onmiddellijk gewaar
schuwd.
Belangrijk was bij Van Schuppen 't
gestichte pensioenfonds, waartoe de
firmanten een bedrag van f 15.000 uit
het bedrijfskapitaal afgezonderd had
den. Mr. Dubois deelde hierover mee,
dat het oude Van Schuppen-bedrijf een
uitzonderlijke positie in Veenendaal in
nam. Toen op de le Kerstdag van 1885
Steven van Schuppen overleed was de
weduwe van Dirk Stevenszoon hem
reeds negen jaar voorgegaan. De doch
ter Jannette Jacoba was eveneens on
gehuwd overleden en de twee overge
bleven dochters uit het eerste huwe
lijk van Dirk Stevenszoon, Evertje Wil-
lemijntje en Johanna Hendrika (waar
uit de latere directieleden Spruijt, Lein-
weber, Callenbach, Frederiks, etc.
gekomen zijn) waren zelf zo vermo
gend dat zij als erfgenamen het bedrijf
voorgoed aan de kant hadden kunnen
doen.
Het is op nadrukkelijk verzoek van
de inwoners van Veenendaal geweest,
dat de zaak op gang gehouden werd.
Omdat onder de nieuwe leiding winst
gemaakt werd kwam er een loonsver
hoging van 10 procent alsmede de gift
voor de ouden van dagen van f 15.000.
Het CommissielidEmants vond het
vreemd, dat er geen aansluiting bij de
werkliedenpensioenregeling gevolgd
was. Mr. Dubois zag het evenwel zo
dat zolang de Staat de pensioenen niet
regelde hij dat liever zelf deed.
Het fabrieksfonds was pas één jaar
in werking en iedere werknemer had
een boekje waarin precies na te gaan
was op hoeveel pensioen men recht
had bij het verlaten van het bedrijf.
Wie evenwel opzettelijk de fabriek ver
liet werd van recht op pensioen verval
len verklaard.
De mensen bleven lang bij „de fir
ma", wel tot ze 80 jaar werden toe, en
zo zou dat fonds eerder kunnen dienen
huis en met vader naar „het land".
Met trots besloot mr. Dubois als volgt:
„De mensen gaan bij ons dan ook be
paald vooruit".
Wij willen nu eens luisteren wat
Adrianus van Kesteren, werknemer bij
het Van Schuppenbedrijf daarover te
vertellen had. Hij was het die zo trots
het gouden horloge toonde dat hem
voor zijn 53-jarige trouwe dienst door
„de heeren" geoffreerd was. Deze 63-
jarige bleek de tevredenheid in per
soon te zijn. Vroeger werd van de
D.S.-ers al gfezegd dat zij „de adel van
de fabrieksen waren", en als je dat in
de rapporten zo leest dan was dat wer
kelijk ook zo. Men vond dat de werk
tijd niet korter behoefde te worden. Na
de werktijdverkorting en gevolgde 10
procent loonsverhoging was hij zelfs
van f 7,- op f 9,- gekomen. Als kammer
kreeg men niet „op 't stuk" maar „bij
't pond" uitbetaald. Kleine jongens
kregen nog-een premie boven het werk
dat ze deden. De r^eisjes werkten met
de jongens (beneden 16 jaar) toen ook
korter dan de volwassenen.
Zwaar werk verrichtten de kinderen
niet en ze verdienden zo van f 2,- tot
f 2,50 per week. De verklaringen over
ziekenuitkering en pensioenfonds klop
pen wonderwel met wat nadien mr.
Dubois zou komen vertellen.
Van Kesteren had 'n beste vrouw ge
trouwd en door zuinig aan te doen,
hadden zij een eigen huisje overge
spaard. Hij noemde het trots „een def
tig arbeidershuis". Ja, ja, die van „de
firma" wisten van wanten! Over de in
Veenendaal geleden armoede wist hij
niet veel meer te zeggen. Dat viel nu
wel mee. Maar ja, de één had het met
f 6,- nog beter dan een ander met
f 12,-! Sparen deed bijna geen arbei
der in Veenendaal. Of hij niet liever
zag dat zijn twee dochters een dienst-
je hadden gezocht dan naar de fabriek
te gaan? De meisjes waren evenwel
zelf op de fabriek. Om de gezelligheid
en het goede geld. Nou, en sinds de
fabriek een n.v. was geworden, was 't
voor de werklieden veel beter gewor
den. De heer Van Schuppen kon de
mensen nog wel eens uitvloeken. Dat
gebeurde nooit meer.
Wij weten het; 't was bij „de Schup"
een arbeidersparadijs in 1892!
(Wordt vervolgd)
Heuvelrug moet offer
brengen aan randstad
VEENENDAAL „De provincie Utrecht moet een offer brengen, ten gun
ste van de bewoners in de Randstad, door in een deel van de Utrechtse Heu
velrug de dagrecreatie, die onrendabel is, ten laste van de verblijfsrecreatie te
bevorderen," aldus jhr. mr. L. E. de Geer van Oudegein, die als lid van Gede
puteerde Staten van Utrecht een openbare lezing hield over „Provinciale poli
tiek", op uitnodiging van de afdeling Veenendaal van de C.H.U. Hij hield
deze lezing voorafgaande aan de jaarlijkse huishoudelijke vergadering, waarin
de contributie van de leden van de CHU op een minimum van f 15,- per jaar
werd gebracht en de heer J. van Voorthuizen werd benoemd als penningmees
ter in de plaats van de heer J. H. Buddingh, die aftredend was en zich niet
meer herkiesbaar stelde.
MAANDAG 22 JANUARI 1968.
Opgave na klasse mm maat.
APPELEN 75/opw 70/75 65/70 60/65 55/60 1 2
Binderzoet 2528
Bloemee 19—38 9—15
Bellefleur Eng. verp. k.l 2224
x Cox Orange k.2 66—69 57—70 47—57 33—46' 15—20
Dijkmanzoet 24—40 1019
x Goudreinet k.l 2736 2329
x Goudreinet k.2 2431 1926 1623
Goudreinet rode k.2 2934 2426 1720
x Golden Delicious k.l 4758 4254 4053
x Golden Delicious k.2 42—52 41—47 31—39 22—29
Jasappel 2129 10—18
x Jonathan k.l 2731
x Jonathah k.2 25—27 19—30 16—22 13—21
Ellison Orange k.2 33—35 31—33 22—25
Laxton Superbe 1326
x Lombarts Calville k.l 32—38 31—37 28—32
x Lombarts Calville k.2 29—34 25—33 20—26 19—23
Kroet per 100 kg zuur f 8.70; rood f 7.80; zoet f 6.60.
Fabrieksfruit per 100 kg, blank f 9.70; rood f 7.80.
Sterappel en Rode Keuleman fabriek per 100 kg f 6.70.
PEREN:
Brederode 7490
(Conference k.2 8890 8083 7880
Doyene de Cornice k.2 128130 123125
Giezewildeman 96123 5586
Winter jannen 6183
St.-Remy 9699
IJsbouten 73—92 71—76
Perenkroet per 100 kg f 4.10.
GROENTEN: boerenkool 19—21, 12—15; prei 21—55, 19—30; spruiten 39—88,
23—29; uien 8—10.
x Is hoofdaanvoer.
Alles in centen per kg, tenzij anders vermeld.
Volgende veilbericht op woensdag 24-1-1968.
Jhr. de Geer behandelde uitvoerig de
taken van Provinciale Staten en Gede
puteerde Staten, welk laatste college
het dagelijks bestuur in de provincie
heeft. Hij schetste de enorme uitbrei
ding van het aantal taken van de Sta
ten, evenals de verzwaring van de
nieuwe en reeds langer bestaande ta
ken. Sinds het inwerking treden van de
Provincie Wet in 1962 vergaderen de
Staten ongeveer om de twee maanden.
Voorheen vergaderde men tweemaal
per jaar. Voor meer vergaderingen was
toestemming nodig van de Koning.
Behalve de gewone openbare verga
deringen hebben Statenleden ook com
missievergaderingen en fractieverga
deringen, waarbij de drie christelijke
partijen, CHU, ARP en SGP, in een
fractie samenwerken.
De taken van Provinciale Staten lig
gen op het gebied van het beheer van
wegen, waterwegen en bpezemwateren,
de ruimtelijke ordening, waarbij het
vaststellen van streekplannen aan de
orde komt, zoals dat van de Utrechtse
Heuvelrug. In dit verband maakte de
heer De Geer zijn opmerking over het
eigenlijk niet rendabel zijn van de dag
recreatie, maar het algemene be
lang, dat hiermee gediend wordt en
waarvoor een offer noodzakelijk is.
„In de eigenlijke randstad zijn wei
nig terreinen geschikt voor de dagre
creatie, terwijl er in de provincie
Utrecht nog wel ruimte is. Bovendien
liggen de meeste terreinen in onze pro
vincie gemakkelijk bereikbaar voor de
bewoners van de randstad, maar om
dat ze over het algemeen hun voedsel
en dranken meebrengen, wordt er wei
nig aan verdiend. Voor de gemeentebe
sturen is het weinig aantrekkelijk om
dagrecreatie te animeren, maar het
offer moet gebracht worden".
Tot de taken van de Provinciale Sta
ten behoren voorts: Natuurbescherming
en openluchtrecreatie, toezicht op be
jaardenoorden, elektriciteitsvoorzie
ning, drinkwatervoorziening, het uitrei
ken van studiebeurzen, bestrijding wa
terverontreiniging en het stimuleren
door subsidiëring van maatschappelijk
werk, cultuur, volksgezondheid en
sport.
De taken der Gedeputeerde Staten
zijn voornamelijk: het uitvoeren van de
besluiten van de Provinciale Staten,
het toezicht op de gemeentelijke beslui
ten, en de begrotingen van de gemeen
te, alsmede de administratieve recht
spraak. Die administratieve recht
spraak geeft een stuk rechtszekerheid
aan de individuele burger: „Indien de
gemeentebesturen een besluit nemen,
bijvoorbeeld afwijzing van een uitke
ring ingevolge de Bijstandswet, dan
kan men daartegen in beroep gaan bij
G.S. Tegen het besluit van G.S. is be
roep mogelijk bij de Kroon. Dit beroep
wordt behandeld door de Raad van
State".
Tijdens de discussie werd 'een vraag
gesteld over het nut van de registratie
van het onttrekken van grondwater aan
de bodem, ten behoeve van de ^drink-
watervoorziening. De spreker vertelde,
dat dit een initiatief van de Staten van
Utrecht was, omdat de verhouding tus
sen het aanwezige grondwater en het
benodigde drinkwater zorgelijk gaat
worden. Het Rijk overweegt wettelijke
maatregelen te nemen, maar voor het
zover is, wil de Provincie eventueel het
oppompen van drinkwater aan een ver
gunning gaan binden, zoals bijvoor
beeld ook het geval is met ontgron
dingsplannen.
Een der aanwezigen vroeg waarom
G.S. zoveel tijd nodig hadden voor het
behandelen van allerlei futiliteiten.
Bovendien vroeg de aanwezige of het
niet mogelijk was de afdoening wat te
versnellen.
„Wij hebben momenteel een andere
werkwijze, waardoor in de toekomst het
werk van G.S. sneller zal gaan, ant
woordde jhr. de Geer van Oudegein.
Klachten, zoals o.a. ,Jk heb mijn
raam op het noorden, daar wil toch
geen plant groeien"; „Mijn kamer is zo
gelegen, dat er bijna geen zon komt,
alleen 's morgens eventjes, er wil wei
nig groeien"; ,Jdijn vensterbank is zo
zonnig, dat in de zomer de planten ver
branden", moet men vaak beluisteren.
Het dient gezegd, dat er ook liefheb-
bers(sters) zijn, die de moed niet in de
pantoffels laat zakken, doch blijven
doorzetten tot ze de juiste plaats voor
hun planten gevonden hebben.
Nu moet ik toegeven, dat in ouder
wetse huizen de toestand voor planten
houden verre van ideaal is. Men heeft
voor de planten erg smalle vensterban
ken, xoaarop alleen maar enkele piet-
leuterige plantjes staan tentoongesteld.
Het is met weinig kosten en weinig in
spanning heel goed mogelijk om van
zo'n te smalle vensterbank wat beters
te maken.
We brengen een paar steunen tegen
de muur, een plank op de hoogte van
de vensterbank, een kwastje verf en de
ideale breedte voor een vensterbank is
geboren. Wil men de vensterbank toch
verbreden en er is ruimte voor een
flink brede vensterbank, neem dan een
plank die 30 a 35 cm breed is. Als het
nodig mocht zijn, kan men er twee rij
en planten op kwijt. „Wat zal ik kos
ten maken, als er weinig zon komt en
er toch geen plant wil groeien", hoor ik
al zeggen. En toch, beste lezers (essen),
zijn er wel planten die schaduwmin-
nend zijn en die u met succes op een
zonloze vensterbank kunt zetten. Hier
voor zijn o.m. de volgende geschikt:
Adianthum (Venushaar)Begonia Rex
(bladbegonia)Blechnum (boomvaren)
Cocos Weddeliana (dwergcocospalm)
Maranta; Monstera gatenplantde
bromeliasoorten Bilbergia of de Nidula-
rium; Odantoglossum (orchidee)Pa-
phiopedilum (Venusschoentje)Ixora;
hertshoornvaren ;Saxifraga (moeder
plant) Gloxinia; StreptocarpusVriesia
(bromelia)Lidcactus; moskruid, etc.
etc.
Het is nogal een heel lijstje om keu
ze te maken. Er zijn nog heel wat meer
planten die geschikt zijn, doch dat zou
te ver voeren. En hoe denkt u over de
Ciniraria's en Calceolaria's (pantoffel-
bloem) f Als deze op de markt en in de
bloemenzaken verschijnen dan mag
men juist blij zijn met de vensterbank
op het noorden, want deze mooie bloei-
sters blijven alleen maar goed en bloei
en zeer geruime tijd op een koele
plaats, daartoe behoort ook de bloeien
de Kamer-Hortensia en de Kamerbrem.
Voor de zonnige vensterbank zijn ook
vele planten te verkrijgen, waar men
veel plezier van kan beleven. Zeker,
men moet dan bij sterke en felle mid
dagzon wel een paar uurtjes schermen,
doch dat kan geen bezwaar zijn, welf
Op zo'n plaats houdt men de volgende
planten: Hoy a (Wasbloem)Memosa,
Geraniums: Sansevieria; Christus
doorn Hibiscus; Begonia kleinbloemi-
gen)Bougainvillea Clerodendron Ire-
sine; etc. etc. te kust en te keur.
Hoofdzaak is: doorzetten en de moed
niet zo spoedig laten zakken. Uw
bloemist zal u zeker met genoegen wil
len raden in dezen en u de juiste plant
kunnen geven voor de juiste plaats.
Eerzaam op het noorden, zuiden, wes
ten of oosten, de planten die daar wil
len en kunnen groeien, zijn er. En hoe
een te wiebelige smalle vensterbank
een goede breedte kan verkrijgen, heb
ik u hierboven verteld.
Mijn belofte om in dit hoekje te ver
tellen over het snoeien van kruis- en
aalbessen wil ik nu gestand doen. Bij
open weer kan men dit werkje nu uit
voeren. Het snoeien van bessestruiken
xvordt nogal verschillend gedaan, doch
hoofdzaak is om zo te snoeien, dat de
struik .van binnen flink ruimte krijgt.
Takken die zich in het hart van de
struik sterk ontwikkelen worden geheel
weggenomen. De vélee jonge spruiten,
die9aan de voet van de struik ontstaan,
mag men tot op de grond afsnijden. Is
er een oude tok afgestorven, dan kan
zo'n jonge spruit of scheut de plaats
van de oude tak weer innemen. De jon
ge scheuten die aan de oude takken zit
ten, snoeit men in tot op ongeveer 15
cm, scheuten die zich beneden en in
het midden van de oude takken ontwik
kelen, moeten tot op 2 a 3 om worden
terug gesneden. Dunne takjes, die onge
veer 10.cm latag zijn, laat men onge-
snoeid, want daarvan plukt men juist
de meeste vruchten.
Met kruisbessen handelt men evenzo.
Laat in de kruisbessestruik niet te
veel hout zitten, want dan is het pluk
ken der bessen moeilijk en pijnlijk bo
vendien.
Zwarte beseen worden andere ge
snoeid. Zit in een zwarte aalbessestruik
te veel hout, snij dan een of meer
van de oudste takken er uit. Verder laat
men de struik ongemoeid.
Een amateur kan met een beetje wil
zelf wel zijn bessestruiken snoeien. Bij
het snoeien van vorm-fruitbomen wordt
het anders, daar komt heel wat bij kij
ken. Dit kan een amateur zélf niet op
knappen, want alvorens men goed en
leen theoretisch doch ook praktische
studie aan vooraf gegaan. Bij het snoei
en van diverse vormbomen moet men
zeer zeker een vakman-snoeier nemen.
Wacht u er voor om een „manusje van
alleq" zulk werk op te dragen, want
onherroepelijk maakt die van een gut
den een kwartje. Dan is het geen snoei
en meer, maar „knoeien!"
E. J. GRIJSEN - RHENEN
VEENENDAAL He jonge doch
tertje Helene van de familie M. uit Vee
nendaal raakte gistermiddag met de
voet tussen de spaken van het achter
wiel van een fiets.
Ze werd licht gewond en de beman
ning van een juist passerende politiewa
gen bracht haat even naar huls.