Ot Nu zijn het er honderd, maar straks, wie weet, misschien wei duizend Villa met sportveld voor nog geen f 200/ Buurman kreeg meer Gratis wonen Nieuwelingen Hypotheken Twee-in-een Uitzondering E. Oc Notaris WOONHU KOOP: En Harde zeemijlen van groenteman leer dan vijftig jaar geleden zei een jongetje in Engeland tegen zijn ouder zusje: „AU ik groot ben wil ik in mijn eigen boot naar het andere einde van de wereld". Dat jongetje van toen is nu zestig jaar. Hij is groen teman in Portsmouth, hij heeft een eigen boot en hij is er mee naar het andere einde van de wereld gezeild, net als Sir Francis Chichester helemaal in zijn eentje. Op dit ogenblik zeilt hij van Australië terug naar Engeland. Ook zijn thuisreis voert hem rond Kaap Hoorn, door de beruchte wateren die deze zuidpunt van Zuid-Amerika omspoelen. Chichester werd in zijn roemruchte reis rond de wereld begeleid door een oorverdovende publiciteitscampagne. Hij werd financieel ge steund door machtige ondernemingen. Alec Rose, de groenteman, heeft het allemaal zeil" gefinancierd. Wat hij tekort kwam heeft hij geleend van enkele goede vrienden met de uit drukkelijke belofte dat hij alles zal terugbeta len. „Niemand krijgt een percentage van wat dan ook", zegt Alec Rose. „Dit is mijn persoonlijk avontuur, waar ik mijn leven lang voor heb gespaard. En wanneer ik terugkom wil ik niet al die drukte die Sir Francis heeft gehad. Dat was verschrikkelijk", zei hij voor zijn vertrek uit de grond van zijn hart. De zee heeft Alec Rose al van kind af aan onweerstaanbaar getrokken. Toen hij van school kwam en bij Canterbury in Zuid-Enge- land in de tuinbouw ging werken, was hij er niet ver vandaan, maar bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, toen hij zich als vrij williger bij de Britse Marine meldde, begon zijn kennismaking met de zee pas goed. Hij voer vier jaar lang op torpedobootjagers, meest al konvooiwerk op de noordelijke Atlantische Oceaan. De oceaan op het zuidelijk halfrond kende hij niet voordat hij op 17 juli van het vorige jaar begon aan zijn eenzame- zeiltocht rond de wereld. I huis in de Osbomestraat in Ports mouth heeft mevrouw Dorothy Rose het druk met de groentewinkel. Zij heeft rode handen van het afwegen van de aardappelen en de spruitjes. Ook haar gezicht heeft die kleur, ze- ker wanneer haar klanten vragen hoe het met haar man gaat. „Een erg dapper man", zegt zij en zij meent het volkomen. „Erg dapper en ook erg aardig. Ik heb het volste vertrouwen in hem. Zorgen maak ik me niet om hem, wel om de winkel." Rose maakt zijn reis in zijn zeven tons teak houten jacht Lively Lady, bijna elf meter lang en een stuk kleiner dan Gypsy Moth IV, waar mee Chichester zijn wereldreis volbracht. Diens boot was bijna zestien meter en negen tien ton. Maar ook Rose heeft zich terdege op de ontzagwekkend moeilijke taak voorbereid:* hij heeft onder meer.een chirurgische kist aan boord, compleet met operatiemesjes. Hij kan zelfs plaatselijke verdovingen toepassen. Zeven jaar geleden trouwde Alec met Doro thy, toen begonnen zij de groentezaak. Het was zijn tweede huwelijk. Uit zijn eerste heeft hij twee zoons en twee dochters. Jane trouwde toen haar vader op de heenreis in de buurt van Kaap De Goede Hoop voer. Hij hoorde dat blijde nieuws via radio-Kaapstad. Toen had hij er zevenduizend mijl opzitten. Er stond windkracht negen maar ik kon wel zingen, ver telde hij later in Australië. In '64 volbracht de zeilende groen teman zifn eerste solotocht over de Atlantische Oceaan. Tot zijn stomme verbazing kwam hij als vierde aan, maar twee plaatsen achter Francis Chichester die veel meer ervaring had. Na hem kwamen nog negen anderen. Hij vol bracht het in 36 dagen en vijftien uur. Nog al tijd vertelt hij vol ontzag en met huivering in zijn stem van die vreselijke week toen hij in een dichte mist ter hoogte van Newfound land voer. Nog een keer voer Rose alleen over de Oceaan voor hij begon te denken aan een tocht rond de wereld Voor al die reizen gebruikte hij dezelfde boot, Lively Lady, die hij destijds op het eiland Wight tweedehands kocht. Dus niet speciaal voor hem gebouwd, zoals in het geval van Chichester. Eigenlijk wilde de groenteman al in 1966-'67 tegelijk met Chichester rond de wereld zeilen. Hij daagde Sir Francis zelfs uit voor een wed strijd maar daar kwam niets van. Wel vertrok hij op 15 augustus 1966 uit Portsmouth, maar hij was er na een dag of veertien weer terug met een in elkaar gevaren boeg en allerlei an dere averij. Hij was 's nachts aangevaren door een vrachtschip. Kort daarvoor was hij bij zijn eerste poging al tot opgeven gedwongen door een manke ment aan zijn roer en toen hij in augustus op nieuw uitvoer zat hij al spoedig aan de grond. Maar dat was gauw verholpen en vergeten tot dat de aanvaring een einde maakte aan zijn droom. Het ergste was dat Lively Lady, voor herstel op de werf, omkantelde en nog grotere schade opliep. Terug dus voor een jaar naar de worteltjes en de komkommers. Maar ook naar een veel grondiger voorbereiding van de grote reis. Evenaar passeerde, aan zijn boot hadden vastgehecht, vielen in dit barre weer van de romp af... en enorme menigte en een indruk wekkend flottieltje boten' deden Alec Rose op 17 juli 1967 uitgeleide toen hij dan werkelijk echt vertrok. Lively Lady, volgestouwd met groente en fruit, met 25 flink doorbakken vol korenbroden („die hang ik op; al gauw wordt de buitenkant groen van de schimmel, maar van binnen blijven ze zo vers als toen zij uit de oven kwam"), met kisten vol uien. De groene sprieten ervan vindt Rose heerlijk om op te kauwen. Ondanks het hartelijk afscheid bestond er in Engeland maar weinig belangstelling voor Alec Rose uit Portsmouth. De hele wereld zat nog dik in de Chichester-rage. Sir Francis was tot nationale held gebombardeerd; hij kreeg zelfs de ridderslag van koningin Elizabeth, in het openbaar in Greenwich, historisch hart van zeevarend Engeland. Met zijn vertrek verdween de groenteman uit het nieuws tot Engeland begin augustus werd opgeschrikt door een bericht van een ra diostation op Madeira: Wij ontvangen noodsei nen van een automatisch werkend zendertje. Dat moet Alec Rose zijn, dacht men meteen want die had al dagen niets van zich laten ho ren. Alarm in de Osbomestraat, vliegtuigen en schepen zochten urenlang. Dorothy Rose dacht er al over om naar Madeira te vliegen tot er na 48 uur een laconieke boodschap door de ether knetterde „SOS? Niet van mij hoor, geen sprake van gevaar. Ik vaar door, alles wel aan boord van Lively Lady." I och heeft Rose de eerste weken van zijn reis nog zoveel pech gehad dat hij er ernstig over heeft gedacht om terug te varen naar huis. Maar hij zette door: toen hij bij de Kaap Verdische eilanden voer, joeg een harde noordooster hem in één week 950 mijl verder. Alec Rose 'leerde al spoedig gebruik te ma ken van elk rustig moment om een tukje te doen. Maar rust was er weinig. Er is altijd wel iets te repareren, er moeten batterijen met de hand worden opgeladen, lijnen worden her steld, de hulpmotor moet verzorgd worden en maaltijden moeten worden bereid. Dikwijls was hij 36 uur achtereen in touw. Letterlijk soms, zoals in het zuiden van de In dische Oceaan toen Lively Lady in de passaat winden terecht was gekomen, waarin de boot zó tekeer ging dat haar schipper bont en blauw werd van de kneuzingen en andere verwondin gen. Op 7 november toen hij een van zijn groot ste zeilen wilde hijsen, ontdekte Alec Rose tot zijn ontzetting dat een zaling, negen meter hoog in de grote mast, was gebroken. De hele boel kwam naar beneden. De mast zwaaide dan ook gevaarlijk heen en weer terwijl Live ly Lady door de enorme golven werd gebeukt. Hij was al eens eerder naar boven geklauterd op deze reis en hij had zich daarbij flink be zeerd maar het moest nog eens om de herstel ling te verrichten. Ook dit keer volbracht de groenteman dat. Zijn dijen waren helemaal ontveld en bebloed. Hete koffie en een flinke scheut rum deden ook dit leed weldra vergeten. De avonturen en ervaringen die andere zee zeilers op schrift hebben gesteld, leest Rose in zijn weinig vrije ogenblikken aan boord keer op keer. Hij leert er veel van. Voor de westkust van Australië moest Rose nogmaals de mast in om wat te herstellen. Hij had er eerst de moed niet meer voor maar tijdens een windstille periode zat er niets an ders op. „Ik heb het weer gefikst", schreef hij hon derd mijl ten westen van Kaap Leeuwin in zijn logboek. Het ergste van alles op de heenreis vond hij het traject waarop regen, hagel en tientallen metershoge golven zijn boot striemden en zich neerstortten op zijn boot. Er was soms lang niets meer te zien van het dek. „Het was on gelooflijk", vertelde hij in het veilige en war me Melbourne. Wekenlang zag hij geen straal tje zon. De mosselen die zich, sinds hij de 'ok de drankvoorraad werd duchtig aangevuld. Niet dat hij erg veel drinkt, maar zijn lievelingsdrank, een mengsel van whiskey, citroen, bruine suiker en honing, wilde hij toch niet graaj missen. Eten doet Rose goed aan boord, hij kan watertandend vertellen van de stevige maaltijden die hij bereidt, zoals ge stoofd vlees uit blik, wortelen, boontjes, uien en aardappelen. Lekker door elkaar geprakt met wat gemengde kruiden. En een glas bier als het kan. Na elke maaltijd drinkt hij een flesje sinaasappelsap of eet hij een grapefruit. „Om de stoelgang op gang te houden", ver duidelijkt hij, „dat is zeer belangrijk". En zo begon deze dappere groenteman op 1 januari de reis terug naar Engeland: 12.000 mijl die hij in 130 tot 140 dagen hoopt te vol brengen. „Ik hoop je in juni weer te zien", telegrafeerde Rose aan zijn vrouw. De volgen de avond meldde hij via de radio: „Ik zeil heerlijk, 160-mijl van Melbourne." - jrA 4C-. - ¥ri]st<wmd na© A met öubbtie m*i k\ vutif dubbel» l ofi i mt op «mméttgm M tvmmtm s. h Z imt stenen &Un> nïü'" mmmJÊÊÊÊÊÊÊKÊtÊKÊÊÊÊÊÊKÊtÊÊÊÊÊKÊÊÊÊEKÊÊ/ÊÊÊKÊÊKÊÊÊLmmmmmmmÊÊmÊmmammÊ—mmmmmmmmmmmmmmm Er staat een huis hriANT£HBmM ->'■ *5 Te "OOP txftum m m B*rg ^*1 "p 1 december, op duizend mijl ten zuidwesten van Melbourne, maakte de groen teman voor het eerst radiocontact met Austra lië. Tien dagen had hij toen niets van zich kunnen laten horen. De 16e werd hij waarge nomen door een Nederlands vrachtschip te midden van golven van zes meter hoog en een harde wind, maar ook toen was alles wel aan boord. Diezelfde dag wuifde Alec Rose enthou siast naar een vliegtuig. En zo werd het 17 december. Na een slapeloze nacht met veel werk aan boord, bereikte zijn Lady Mel bourne. Na een tocht van 14.500 mijl, waar voor hij 155 dagen nodig had; Chichester vol bracht de tocht van Plymouth naar Sydney in 107 dagen. Een armada kleine en grote boten voer hem tegemoet in de lange baai van Melbourne. Van één ervan, vol wuivende Australiërs en stampvol met tv-camera's, fotografen en jour nalisten die naast hem kwam varen klonk het opeens: „Hallo pa!" Het was een ogenblik om stil van te worden: Alec Rose zag na zeven jaar voor het eerst zijn zoon Michael terug, officier bij de Australische koopvaardij! Men reikte hem een fles Australisch bier aan: „Niet slecht, helemaal niet slecht", vond Alec Rose en even later zong hij uit vol le borst Waltzing Mathilda mee met zijn en thousiaste begroeters. Melbourne betekende eigenlijk maar weinig rust voor Alec Rose. Elke avond waren er feesten voor hem. Er kwam een telegram: „Mijn man en ik sturen u warme gelukwensen met uw schitterende prestatie, Elizabeth". Ook voor de groente man uit Portsmouth dus koninklijke eer. Maar Alec Rose hield het hoofd koel. Hij rustte ondanks alle drukte heerlijk uit bij zoon en schoondochter, speelde fijn met zijn kleinzoontjes van zes en van drie en zorgde ervoor dat Lively Lady danig werd opgeknapt voor de terugreis. Het provianderen begon weer: twee kisten appels, één kist sinaasappels, citroenen, grapefruit, vijftig pond aardappelen, uien na tuurlijk ook weer, wortelen, tomaten, bananen (tien pond en helemaal onrijp), zes ferme kroppen sla en twee ananassen. „Ik geloof niet dat ik last van scheurbuik zal krijgen", grapte hij tegen 'n collega-groenteman in Melbourne. Er ligt wat stof in de badkuip. De ma kelaar pakt een oude handdoek van een spijker en veegt het eruit. Daarna tipt hij de as van zijn sigaret in de kuip. „Laat maar zo", zegt hij, „er komt vandaag toch niemand meer voor dit huis". Hij toont ook de andere vertrekken. Ruim, redelijk goed in de verf en in 't hout. Het klinkt er hol, zoals dat hoQrt in een „vrij te aan vaarden pand". Maar wat niet hoort is, dat het huis al een paar maanden leeg staat. Zo zijn er in Apeldoorn een stuk of honderd, allemaal vooroorlogse mid- denstandswoningen, die leeg staan of bin nen kort leeg komen, zonder dat er een koper voor is. Elke dag staan ze aange boden in de krant, met of zonder prijs, met of zonder lofrede op de goede hoe danigheden van het pand. „Als ik een paar jaar geleden zo'n ad vertentie in de krant had staan, kon ik 's avonds wel bij de telefoon blijven zit ten", zegt de makelaar. „De mensen wil den er in het donker nog wel naar komen kijken. Nu kan ik rustig een bioscoopje pakken, want het kan maanden duren voordat er serieus werk van komt. Op verscheidene makelaarskantoren hier maakt het aanbod van oudere huizen meer dan de helft uit". „De eigenaren vragen vaak veel te veel voor deze huizen", zeggen vrijwel alle makelaars in Apeldoorn. Het is ermee als met het inruilen van een auto. Je bent er altijd netjes op geweest, alles ziet er piek fijn uit, het is een stuk van jezelf, dat nu eens niet voor een appel en een ei de deur uitgaat. Maar de handelaar bekijkt wat de auto op het moment waard is. Met de oudere huizen is dat een tijdlang goed gegaan, want er waren liefhebbers genoeg. Nu is dat anders. Vooral de jon gere mensen willen een nieuw huis met /Anders dan Chichester wil Alec Ro se ver ten zuiden van Nieuw-Zeeland blijven, net als vroeger de klippers deden, en zo wil hij op Kaap Hoorn afvaren, de grootste uitda ging die hem wacht opzijn thuisreis. Hij hoopt de kaap eind maart te ronden voordat het wèer daar erg slecht wordt. Alec Rose is 'n gehard man, een taaie vol houder. Hij doet het allemaal doodkalm en nuchter. Wat hij zegt, komt er langzaam en bedachtzaam uit, ook toen hij vertelde hoe zijn handen jeukten om Kaap Hoorn te ron den. „Begrijp me goed", zei hij onlangs nog, „ik ben niet verwaand en ik loop niet over van teveel zelfvertrouwen. Daar zorgt de zee wel voor. Die zet je wel op je nummer als je probeert te flink te doen." „Ik ben niet bang van de zee maar ik heb er veel ontzag voor. De zee heeft mij ook ge leerd dat er een God bestaat", zei hij. ■n mocht het eens niet goed gaan op de reis terug naar huis en naar de groen tewinkel? „Ik ben nu op een leeftijd gekomen dat ik zeg: als het mijn tijd is dan is het mijn tijd en welke plaats is er beter voor dan de levende zee? Begraaf mij alsjeblieft niet in de koude dode aarde maar in de levende zee." „Een erg rustig man, een diepe denker," zegt zijn vrouw Dorothy, „heel anders dan je zou denken van zo'n onverschrokken avontu rier. Hij schept er niet de hele tijd over op. Hij maakt zijn plannen erg grondig en hij voert ze uit." Aan boord van de Lively Lady heeft Alec Rose een fles champagne voor als hij Kaap Hoorn heeft gerond en naar het noorden kan koersen, de Atlantische Oceaan in, naar huis. Net als Dorothy is hij vol vertrouwen dat hem ook dat zal lukken. centrale verwarming, dat gemakkelijk te bewerken is voor de vrouw en in die huizen is op 't ogenblik keus genoeg". „Het zal best waar zijn, dat de buur man twee jaar geleden 40.000,voor zijn huis kreeg. Het minstens even goede huis van de man, die nu wil verkopen, brengt misschien 30.000,op. Jammer voor de eigenaar, maar het is niet anders. Wanneer hij op zijn stuk blijft staan, is er weer een moeilijk verkoopbaar huis bijgekomen. Het gebeurt herhaaldelijk, dat makelaars verkoopopdrachten weige ren, omdat zij de eigenaren er niet van kunnen overtuigen, dat ze echt naar be neden moeten met de prijs. Nu wordt dit alles natuurlijk in de eer ste plaats veroorzaakt, doordat de eige naren zelf de woningen, waarom het gaat, verlaten. Waarom doen ze dat, als het dan toch zulke goede huizen zijn? De redenering is dan als volgt: Ik ver koop mijn huis, zeg voor 40.000, Daar kan ik 6 procent rente van maken, dat is 2.400,per jaar. Voor dat geld kan ik een behoorlijk nieuw huis huren. Dan woon ik gratis, ik heb geen onder houdskosten meer en nog een mooi som metje op de bank ook. Wat wil je nog meer? Niets meer, alleen dat huis kwijt en daar zitten we dan met de moeilijkhe den. De prettige omstandigheid dat in Apeldoorn vrij gemakkelijk een nieuw huis voor een goede prijs te krijgen is. werkt het leegkomen van oüdere wonin gen dus fors in de hand. Wanneer die oudere middenstandswo ningen toch verkocht raken, wie koopt ze dan? De handel gaat tenslotte door, ook al loopt het stroef. De belangstelling komt voor een niet gering deel van werknemers bij de instellingen en bedrijven, die naar Apeldoorn worden overgeplaatst. Voor hen is het niet zo onaantrekkelijk. Zij verkopen vaak in het westen van het land hun huis voor een goede prijs en willen in het altijd nog goedkopere Apeldoorn wed wat méér betalen. Vaak besluiten zij hiertoe, wanneer zij gehoord hebben wat ze in Apeldoorn aan een huurhuis kwijt zouden zijn. Niet dat die huurprijzen, ver geleken bij die in het westen, hoog zijn. Maar men verwacht nu eenmaal dat de huren hier veel en veel lager zijn dan in het westen, 't Is maar een weet. De ge zinnen. waarover we nu spreken, hebben gemiddeld een inkomen tussen 16.000, en 20.000, Nóg een rem op de handel is de moei lijkheid, aan hoge hypotheken te komen. De tijd van zo even 90 procent meenemen >6 voorbij. De bank geeft nog graag om maar willekeurige bedragen te noe men tweemaal 20.000,—, maar 40.000,ineens is wat moeilijker, ze ker wanneer het gaat om objecten als de ze. Ete makelaar kan wegen wijzen die tóch tot een hypotheek van meer dan 80 procent leiden, maar dan raakt de koper onderweg wel heel wat kwijt aan rente. Zijn er soms ook hier legers van gezin nen, die deze „vrij te aanvaarden panden" willen hüren? Al naar hun aard, lachen de makelaars bij het horen van deze vraag. Er komen cijfers op tafel. Wanneer een huis maar 30.00fCkost, brengt het na verkoop altijd nog 1.800,per jaar op. Aan huur daarentegen misschien 700, Bij duurdere huizen liggen die bedragen wat hoger, maar het verschil blijft in ver houding gelijk. Geen mens, die aan ver huren denkt. Ook niet na de liberalisatie van de hu ren, zoals die elders al is ingevoerd? Dan kan de eigenaar in bepaalde gevallen heel wat meer vragen. Verscheidene makelaars voorzien ook dan nog weinig verandering. Wanneer 'n gewoon middenstandshuis dan flink wordt opgeslagen in huur, zullen ook allerlei voorzieningen moeten worden getroffen. Misschien centrale verwarming, misschien iets anders, maar de eigenaaT zal in veel gevallen een flinke verlanglijst gepresen teerd krijgen. Met het gevolg, dat de huur misschien 25,— per maand stijgt. Wie toch weg zou willen, kan in de duur dere nieuwbouw van Zevenhuizen t.z.t. ook op een huur van 300,rekenen (nu 200,—, elk jaar te vermeerderen met 4 procent). En tot besluit; de toekomst. Met be trekking tot de oudere middenstandswo- ningen ziet onze makelaarskring die heel somber in. In de „gewilde" buurten, waar „men" nu eenmaal „graag woont" zal het nog gaan. Verder is niets anders te ver wachten dan dat het honderdtal huizen, dat nu moeilijk kwijt te raken is, een dui zendtal zal worden. Met name wordt ge dacht aan Het Loo en de Parkenbuurt. Eén makelaar zegt; „Veel van die huizen moeten ze straks maar gewoon afbreken. De grond is meer waard dan het hele huis. Je kunt er dan twee woningen op bou wen en er op dié manier uitspringen. We praten dan over 'n grondprijs van 30, tot 40,misschien meer, afhankelijk van de bestemming, die eraan wordt ge geven. Verschillende makelaars hebben ons nog gemachtigd, om namens hen te zeg gen, dat niemand na lezing van dit ver haal de zakdoek hoeft te trekken om daarin tranen te plengen over de slechte gang van zaken in de makelaardij. We ci teren: „In het hele land is het een uiter mate slecht jaar geweest voor de make laars, maar Apeldoorn vormt een uit zondering. Dat komt voor een groot deel, doordat de gemeente Apeldoorn*zoveel nieuwe vestigingen heeft weten aan te trekken met werknemers, die ook de weg naar de makelaar vonden. En dan de sa neringsplannen natuurlijk en de door braak. We zijn heel blij met deze door tastende gemeentepolitiek". Het zullen niet alleen de makelaars zijn, die er zo over denken. En dan is er nog een wisselend aan tal villa's in Apeldoorn, waarvoor ook geen koper Is te vinden. Het Is een verhaal apart. Een paar jaar geleden gingen ze vlot van de hand, bijvoor beeld als bejaardentehuizen. Maar toen de eisen voor die inrichtingen qtrenger werden, werd het minder. Een make laar zegt: „Het mooiste van het mooi ste, een villa met een voetbalveld en dubbele garage, waarde minstens een ton, verhuren we nu voor nog geen tweehonderd gulden, terwijl In Orden voor een arbeiderswoning niet zo gek veel minder wordt betaald." Een collega kan een riante villa met tien kamers aanwijzen, die in huur ook lang de tweehonderd gulden niet haalt. In deze gevallen verwacht men wel Iets van liberalisatie van de huren. Zo'n huis zal dan gauw vierhonderd gulden per maand gaan kosten. Gaan de bewoners er dan uit? Geen Insider, die dat gelooft. Hier Is de sprong naar een nieuwbouwhuis met een wat lagere huur erg groot. „Wie zo lang zo goedkoop heeft gewoond, zal graag wat meer betalen," zegt men. Misschien komt dan de handel in deze objecten ook wat meer op gang. Hoe wel wie kan al de bladen afscheu ren van de kalender voor het volgen de jaar en zeggen, wat er dan gebeurt?

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9