Ot
Nu zijn het er
honderd, maar
straks, wie weet,
misschien
wei duizend
Villa met
sportveld voor
nog geen f 200/
Buurman kreeg meer
Gratis wonen
Nieuwelingen
Hypotheken
Twee-in-een
Uitzondering
E.
Oc
Notaris
WOONHU
KOOP:
En
Harde zeemijlen
van groenteman
leer dan vijftig jaar geleden zei een
jongetje in Engeland tegen zijn ouder zusje:
„AU ik groot ben wil ik in mijn eigen boot
naar het andere einde van de wereld". Dat
jongetje van toen is nu zestig jaar. Hij is groen
teman in Portsmouth, hij heeft een eigen boot
en hij is er mee naar het andere einde van de
wereld gezeild, net als Sir Francis Chichester
helemaal in zijn eentje. Op dit ogenblik zeilt
hij van Australië terug naar Engeland. Ook
zijn thuisreis voert hem rond Kaap Hoorn, door
de beruchte wateren die deze zuidpunt van
Zuid-Amerika omspoelen.
Chichester werd in zijn roemruchte reis rond
de wereld begeleid door een oorverdovende
publiciteitscampagne. Hij werd financieel ge
steund door machtige ondernemingen. Alec
Rose, de groenteman, heeft het allemaal zeil"
gefinancierd. Wat hij tekort kwam heeft hij
geleend van enkele goede vrienden met de uit
drukkelijke belofte dat hij alles zal terugbeta
len.
„Niemand krijgt een percentage van wat dan
ook", zegt Alec Rose. „Dit is mijn persoonlijk
avontuur, waar ik mijn leven lang voor heb
gespaard. En wanneer ik terugkom wil ik niet
al die drukte die Sir Francis heeft gehad. Dat
was verschrikkelijk", zei hij voor zijn vertrek
uit de grond van zijn hart.
De zee heeft Alec Rose al van kind af aan
onweerstaanbaar getrokken. Toen hij van
school kwam en bij Canterbury in Zuid-Enge-
land in de tuinbouw ging werken, was hij er
niet ver vandaan, maar bij het uitbreken van
de Tweede Wereldoorlog, toen hij zich als vrij
williger bij de Britse Marine meldde, begon
zijn kennismaking met de zee pas goed. Hij
voer vier jaar lang op torpedobootjagers, meest
al konvooiwerk op de noordelijke Atlantische
Oceaan. De oceaan op het zuidelijk halfrond
kende hij niet voordat hij op 17 juli van het
vorige jaar begon aan zijn eenzame- zeiltocht
rond de wereld.
I huis in de Osbomestraat in Ports
mouth heeft mevrouw Dorothy Rose het druk
met de groentewinkel. Zij heeft rode handen
van het afwegen van de aardappelen en de
spruitjes. Ook haar gezicht heeft die kleur, ze-
ker wanneer haar klanten vragen hoe het met
haar man gaat.
„Een erg dapper man", zegt zij en zij meent
het volkomen. „Erg dapper en ook erg aardig.
Ik heb het volste vertrouwen in hem. Zorgen
maak ik me niet om hem, wel om de winkel."
Rose maakt zijn reis in zijn zeven tons teak
houten jacht Lively Lady, bijna elf meter lang
en een stuk kleiner dan Gypsy Moth IV, waar
mee Chichester zijn wereldreis volbracht.
Diens boot was bijna zestien meter en negen
tien ton. Maar ook Rose heeft zich terdege op
de ontzagwekkend moeilijke taak voorbereid:*
hij heeft onder meer.een chirurgische kist aan
boord, compleet met operatiemesjes. Hij kan
zelfs plaatselijke verdovingen toepassen.
Zeven jaar geleden trouwde Alec met Doro
thy, toen begonnen zij de groentezaak. Het
was zijn tweede huwelijk. Uit zijn eerste heeft
hij twee zoons en twee dochters. Jane trouwde
toen haar vader op de heenreis in de buurt
van Kaap De Goede Hoop voer. Hij hoorde dat
blijde nieuws via radio-Kaapstad. Toen had
hij er zevenduizend mijl opzitten. Er stond
windkracht negen maar ik kon wel zingen, ver
telde hij later in Australië.
In '64 volbracht de zeilende groen
teman zifn eerste solotocht over de Atlantische
Oceaan. Tot zijn stomme verbazing kwam hij
als vierde aan, maar twee plaatsen achter
Francis Chichester die veel meer ervaring had.
Na hem kwamen nog negen anderen. Hij vol
bracht het in 36 dagen en vijftien uur. Nog al
tijd vertelt hij vol ontzag en met huivering in
zijn stem van die vreselijke week toen hij in
een dichte mist ter hoogte van Newfound
land voer.
Nog een keer voer Rose alleen over de
Oceaan voor hij begon te denken aan een tocht
rond de wereld Voor al die reizen gebruikte
hij dezelfde boot, Lively Lady, die hij destijds
op het eiland Wight tweedehands kocht. Dus
niet speciaal voor hem gebouwd, zoals in het
geval van Chichester.
Eigenlijk wilde de groenteman al in 1966-'67
tegelijk met Chichester rond de wereld zeilen.
Hij daagde Sir Francis zelfs uit voor een wed
strijd maar daar kwam niets van. Wel vertrok
hij op 15 augustus 1966 uit Portsmouth, maar
hij was er na een dag of veertien weer terug
met een in elkaar gevaren boeg en allerlei an
dere averij. Hij was 's nachts aangevaren
door een vrachtschip.
Kort daarvoor was hij bij zijn eerste poging
al tot opgeven gedwongen door een manke
ment aan zijn roer en toen hij in augustus op
nieuw uitvoer zat hij al spoedig aan de grond.
Maar dat was gauw verholpen en vergeten tot
dat de aanvaring een einde maakte aan zijn
droom. Het ergste was dat Lively Lady, voor
herstel op de werf, omkantelde en nog grotere
schade opliep.
Terug dus voor een jaar naar de worteltjes
en de komkommers. Maar ook naar een veel
grondiger voorbereiding van de grote reis.
Evenaar passeerde, aan zijn boot hadden
vastgehecht, vielen in dit barre weer van de
romp af...
en enorme menigte en een indruk
wekkend flottieltje boten' deden Alec Rose op
17 juli 1967 uitgeleide toen hij dan werkelijk
echt vertrok. Lively Lady, volgestouwd met
groente en fruit, met 25 flink doorbakken vol
korenbroden („die hang ik op; al gauw wordt
de buitenkant groen van de schimmel, maar
van binnen blijven ze zo vers als toen zij uit
de oven kwam"), met kisten vol uien. De
groene sprieten ervan vindt Rose heerlijk om
op te kauwen.
Ondanks het hartelijk afscheid bestond er in
Engeland maar weinig belangstelling voor
Alec Rose uit Portsmouth. De hele wereld zat
nog dik in de Chichester-rage. Sir Francis was
tot nationale held gebombardeerd; hij kreeg
zelfs de ridderslag van koningin Elizabeth, in
het openbaar in Greenwich, historisch hart van
zeevarend Engeland.
Met zijn vertrek verdween de groenteman
uit het nieuws tot Engeland begin augustus
werd opgeschrikt door een bericht van een ra
diostation op Madeira: Wij ontvangen noodsei
nen van een automatisch werkend zendertje.
Dat moet Alec Rose zijn, dacht men meteen
want die had al dagen niets van zich laten ho
ren.
Alarm in de Osbomestraat, vliegtuigen en
schepen zochten urenlang. Dorothy Rose dacht
er al over om naar Madeira te vliegen tot er
na 48 uur een laconieke boodschap door de
ether knetterde „SOS? Niet van mij hoor, geen
sprake van gevaar. Ik vaar door, alles wel aan
boord van Lively Lady."
I och heeft Rose de eerste weken
van zijn reis nog zoveel pech gehad dat hij er
ernstig over heeft gedacht om terug te varen
naar huis. Maar hij zette door: toen hij bij de
Kaap Verdische eilanden voer, joeg een harde
noordooster hem in één week 950 mijl verder.
Alec Rose 'leerde al spoedig gebruik te ma
ken van elk rustig moment om een tukje te
doen. Maar rust was er weinig. Er is altijd
wel iets te repareren, er moeten batterijen met
de hand worden opgeladen, lijnen worden her
steld, de hulpmotor moet verzorgd worden en
maaltijden moeten worden bereid.
Dikwijls was hij 36 uur achtereen in touw.
Letterlijk soms, zoals in het zuiden van de In
dische Oceaan toen Lively Lady in de passaat
winden terecht was gekomen, waarin de boot
zó tekeer ging dat haar schipper bont en blauw
werd van de kneuzingen en andere verwondin
gen.
Op 7 november toen hij een van zijn groot
ste zeilen wilde hijsen, ontdekte Alec Rose tot
zijn ontzetting dat een zaling, negen meter
hoog in de grote mast, was gebroken. De hele
boel kwam naar beneden. De mast zwaaide
dan ook gevaarlijk heen en weer terwijl Live
ly Lady door de enorme golven werd gebeukt.
Hij was al eens eerder naar boven geklauterd
op deze reis en hij had zich daarbij flink be
zeerd maar het moest nog eens om de herstel
ling te verrichten.
Ook dit keer volbracht de groenteman dat.
Zijn dijen waren helemaal ontveld en bebloed.
Hete koffie en een flinke scheut rum deden ook
dit leed weldra vergeten.
De avonturen en ervaringen die andere zee
zeilers op schrift hebben gesteld, leest Rose
in zijn weinig vrije ogenblikken aan boord keer
op keer. Hij leert er veel van.
Voor de westkust van Australië moest Rose
nogmaals de mast in om wat te herstellen. Hij
had er eerst de moed niet meer voor maar
tijdens een windstille periode zat er niets an
ders op.
„Ik heb het weer gefikst", schreef hij hon
derd mijl ten westen van Kaap Leeuwin in zijn
logboek.
Het ergste van alles op de heenreis vond hij
het traject waarop regen, hagel en tientallen
metershoge golven zijn boot striemden en zich
neerstortten op zijn boot. Er was soms lang
niets meer te zien van het dek. „Het was on
gelooflijk", vertelde hij in het veilige en war
me Melbourne. Wekenlang zag hij geen straal
tje zon. De mosselen die zich, sinds hij de
'ok de drankvoorraad werd duchtig
aangevuld. Niet dat hij erg veel drinkt, maar
zijn lievelingsdrank, een mengsel van whiskey,
citroen, bruine suiker en honing, wilde hij
toch niet graaj missen. Eten doet Rose goed
aan boord, hij kan watertandend vertellen van
de stevige maaltijden die hij bereidt, zoals ge
stoofd vlees uit blik, wortelen, boontjes, uien
en aardappelen. Lekker door elkaar geprakt
met wat gemengde kruiden. En een glas bier
als het kan. Na elke maaltijd drinkt hij een
flesje sinaasappelsap of eet hij een grapefruit.
„Om de stoelgang op gang te houden", ver
duidelijkt hij, „dat is zeer belangrijk".
En zo begon deze dappere groenteman op
1 januari de reis terug naar Engeland: 12.000
mijl die hij in 130 tot 140 dagen hoopt te vol
brengen. „Ik hoop je in juni weer te zien",
telegrafeerde Rose aan zijn vrouw. De volgen
de avond meldde hij via de radio: „Ik zeil
heerlijk, 160-mijl van Melbourne."
-
jrA
4C-.
-
¥ri]st<wmd na©
A met öubbtie m*i
k\ vutif dubbel»
l ofi
i mt op «mméttgm M
tvmmtm s. h Z
imt stenen &Un>
nïü'"
mmmJÊÊÊÊÊÊÊKÊtÊKÊÊÊÊÊÊKÊtÊÊÊÊÊKÊÊÊÊEKÊÊ/ÊÊÊKÊÊKÊÊÊLmmmmmmmÊÊmÊmmammÊ—mmmmmmmmmmmmmmm
Er staat een huis
hriANT£HBmM
->'■ *5
Te "OOP
txftum m m B*rg ^*1
"p 1 december, op duizend mijl ten
zuidwesten van Melbourne, maakte de groen
teman voor het eerst radiocontact met Austra
lië. Tien dagen had hij toen niets van zich
kunnen laten horen. De 16e werd hij waarge
nomen door een Nederlands vrachtschip te
midden van golven van zes meter hoog en een
harde wind, maar ook toen was alles wel aan
boord. Diezelfde dag wuifde Alec Rose enthou
siast naar een vliegtuig. En zo werd het 17
december. Na een slapeloze nacht met veel
werk aan boord, bereikte zijn Lady Mel
bourne. Na een tocht van 14.500 mijl, waar
voor hij 155 dagen nodig had; Chichester vol
bracht de tocht van Plymouth naar Sydney in
107 dagen.
Een armada kleine en grote boten voer hem
tegemoet in de lange baai van Melbourne.
Van één ervan, vol wuivende Australiërs en
stampvol met tv-camera's, fotografen en jour
nalisten die naast hem kwam varen klonk het
opeens: „Hallo pa!" Het was een ogenblik om
stil van te worden: Alec Rose zag na zeven
jaar voor het eerst zijn zoon Michael terug,
officier bij de Australische koopvaardij!
Men reikte hem een fles Australisch bier
aan: „Niet slecht, helemaal niet slecht",
vond Alec Rose en even later zong hij uit vol
le borst Waltzing Mathilda mee met zijn en
thousiaste begroeters. Melbourne betekende
eigenlijk maar weinig rust voor Alec Rose.
Elke avond waren er feesten voor hem. Er
kwam een telegram: „Mijn man en ik sturen
u warme gelukwensen met uw schitterende
prestatie, Elizabeth". Ook voor de groente
man uit Portsmouth dus koninklijke eer.
Maar Alec Rose hield het hoofd koel. Hij
rustte ondanks alle drukte heerlijk uit bij
zoon en schoondochter, speelde fijn met zijn
kleinzoontjes van zes en van drie en zorgde
ervoor dat Lively Lady danig werd opgeknapt
voor de terugreis.
Het provianderen begon weer: twee kisten
appels, één kist sinaasappels, citroenen,
grapefruit, vijftig pond aardappelen, uien na
tuurlijk ook weer, wortelen, tomaten, bananen
(tien pond en helemaal onrijp), zes ferme
kroppen sla en twee ananassen. „Ik geloof
niet dat ik last van scheurbuik zal krijgen",
grapte hij tegen 'n collega-groenteman in
Melbourne.
Er ligt wat stof in de badkuip. De ma
kelaar pakt een oude handdoek van
een spijker en veegt het eruit. Daarna tipt
hij de as van zijn sigaret in de kuip. „Laat
maar zo", zegt hij, „er komt vandaag toch
niemand meer voor dit huis". Hij toont
ook de andere vertrekken. Ruim, redelijk
goed in de verf en in 't hout. Het klinkt
er hol, zoals dat hoQrt in een „vrij te aan
vaarden pand". Maar wat niet hoort is,
dat het huis al een paar maanden leeg
staat. Zo zijn er in Apeldoorn een stuk
of honderd, allemaal vooroorlogse mid-
denstandswoningen, die leeg staan of bin
nen kort leeg komen, zonder dat er een
koper voor is. Elke dag staan ze aange
boden in de krant, met of zonder prijs,
met of zonder lofrede op de goede hoe
danigheden van het pand.
„Als ik een paar jaar geleden zo'n ad
vertentie in de krant had staan, kon ik
's avonds wel bij de telefoon blijven zit
ten", zegt de makelaar. „De mensen wil
den er in het donker nog wel naar komen
kijken. Nu kan ik rustig een bioscoopje
pakken, want het kan maanden duren
voordat er serieus werk van komt. Op
verscheidene makelaarskantoren hier
maakt het aanbod van oudere huizen
meer dan de helft uit".
„De eigenaren vragen vaak veel te veel
voor deze huizen", zeggen vrijwel alle
makelaars in Apeldoorn. Het is ermee als
met het inruilen van een auto. Je bent er
altijd netjes op geweest, alles ziet er piek
fijn uit, het is een stuk van jezelf, dat nu
eens niet voor een appel en een ei de
deur uitgaat. Maar de handelaar bekijkt
wat de auto op het moment waard is.
Met de oudere huizen is dat een tijdlang
goed gegaan, want er waren liefhebbers
genoeg. Nu is dat anders. Vooral de jon
gere mensen willen een nieuw huis met
/Anders dan Chichester wil Alec Ro
se ver ten zuiden van Nieuw-Zeeland blijven,
net als vroeger de klippers deden, en zo wil
hij op Kaap Hoorn afvaren, de grootste uitda
ging die hem wacht opzijn thuisreis. Hij
hoopt de kaap eind maart te ronden voordat
het wèer daar erg slecht wordt.
Alec Rose is 'n gehard man, een taaie vol
houder. Hij doet het allemaal doodkalm en
nuchter. Wat hij zegt, komt er langzaam en
bedachtzaam uit, ook toen hij vertelde hoe
zijn handen jeukten om Kaap Hoorn te ron
den. „Begrijp me goed", zei hij onlangs nog,
„ik ben niet verwaand en ik loop niet over
van teveel zelfvertrouwen. Daar zorgt de zee
wel voor. Die zet je wel op je nummer als je
probeert te flink te doen."
„Ik ben niet bang van de zee maar ik heb
er veel ontzag voor. De zee heeft mij ook ge
leerd dat er een God bestaat", zei hij.
■n mocht het eens niet goed gaan
op de reis terug naar huis en naar de groen
tewinkel? „Ik ben nu op een leeftijd gekomen
dat ik zeg: als het mijn tijd is dan is het mijn
tijd en welke plaats is er beter voor dan de
levende zee? Begraaf mij alsjeblieft niet in
de koude dode aarde maar in de levende zee."
„Een erg rustig man, een diepe denker,"
zegt zijn vrouw Dorothy, „heel anders dan je
zou denken van zo'n onverschrokken avontu
rier. Hij schept er niet de hele tijd over op.
Hij maakt zijn plannen erg grondig en hij
voert ze uit."
Aan boord van de Lively Lady heeft Alec
Rose een fles champagne voor als hij Kaap
Hoorn heeft gerond en naar het noorden kan
koersen, de Atlantische Oceaan in, naar huis.
Net als Dorothy is hij vol vertrouwen dat hem
ook dat zal lukken.
centrale verwarming, dat gemakkelijk te
bewerken is voor de vrouw en in die
huizen is op 't ogenblik keus genoeg".
„Het zal best waar zijn, dat de buur
man twee jaar geleden 40.000,voor
zijn huis kreeg. Het minstens even goede
huis van de man, die nu wil verkopen,
brengt misschien 30.000,op. Jammer
voor de eigenaar, maar het is niet anders.
Wanneer hij op zijn stuk blijft staan, is
er weer een moeilijk verkoopbaar huis
bijgekomen. Het gebeurt herhaaldelijk,
dat makelaars verkoopopdrachten weige
ren, omdat zij de eigenaren er niet van
kunnen overtuigen, dat ze echt naar be
neden moeten met de prijs.
Nu wordt dit alles natuurlijk in de eer
ste plaats veroorzaakt, doordat de eige
naren zelf de woningen, waarom het gaat,
verlaten. Waarom doen ze dat, als het
dan toch zulke goede huizen zijn?
De redenering is dan als volgt: Ik ver
koop mijn huis, zeg voor 40.000,
Daar kan ik 6 procent rente van maken,
dat is 2.400,per jaar. Voor dat geld
kan ik een behoorlijk nieuw huis huren.
Dan woon ik gratis, ik heb geen onder
houdskosten meer en nog een mooi som
metje op de bank ook. Wat wil je nog
meer? Niets meer, alleen dat huis kwijt
en daar zitten we dan met de moeilijkhe
den.
De prettige omstandigheid dat in
Apeldoorn vrij gemakkelijk een nieuw
huis voor een goede prijs te krijgen is.
werkt het leegkomen van oüdere wonin
gen dus fors in de hand.
Wanneer die oudere middenstandswo
ningen toch verkocht raken, wie koopt ze
dan? De handel gaat tenslotte door, ook
al loopt het stroef. De belangstelling komt
voor een niet gering deel van werknemers
bij de instellingen en bedrijven, die naar
Apeldoorn worden overgeplaatst. Voor
hen is het niet zo onaantrekkelijk. Zij
verkopen vaak in het westen van het land
hun huis voor een goede prijs en willen
in het altijd nog goedkopere Apeldoorn
wed wat méér betalen. Vaak besluiten zij
hiertoe, wanneer zij gehoord hebben wat
ze in Apeldoorn aan een huurhuis kwijt
zouden zijn. Niet dat die huurprijzen, ver
geleken bij die in het westen, hoog zijn.
Maar men verwacht nu eenmaal dat de
huren hier veel en veel lager zijn dan in
het westen, 't Is maar een weet. De ge
zinnen. waarover we nu spreken, hebben
gemiddeld een inkomen tussen 16.000,
en 20.000,
Nóg een rem op de handel is de moei
lijkheid, aan hoge hypotheken te komen.
De tijd van zo even 90 procent meenemen
>6 voorbij. De bank geeft nog graag
om maar willekeurige bedragen te noe
men tweemaal 20.000,—, maar
40.000,ineens is wat moeilijker, ze
ker wanneer het gaat om objecten als de
ze. Ete makelaar kan wegen wijzen die
tóch tot een hypotheek van meer dan 80
procent leiden, maar dan raakt de koper
onderweg wel heel wat kwijt aan rente.
Zijn er soms ook hier legers van gezin
nen, die deze „vrij te aanvaarden panden"
willen hüren? Al naar hun aard, lachen
de makelaars bij het horen van deze
vraag.
Er komen cijfers op tafel. Wanneer een
huis maar 30.00fCkost, brengt het na
verkoop altijd nog 1.800,per jaar op.
Aan huur daarentegen misschien 700,
Bij duurdere huizen liggen die bedragen
wat hoger, maar het verschil blijft in ver
houding gelijk. Geen mens, die aan ver
huren denkt.
Ook niet na de liberalisatie van de hu
ren, zoals die elders al is ingevoerd? Dan
kan de eigenaar in bepaalde gevallen heel
wat meer vragen.
Verscheidene makelaars voorzien ook
dan nog weinig verandering. Wanneer 'n
gewoon middenstandshuis dan flink wordt
opgeslagen in huur, zullen ook allerlei
voorzieningen moeten worden getroffen.
Misschien centrale verwarming, misschien
iets anders, maar de eigenaaT zal in veel
gevallen een flinke verlanglijst gepresen
teerd krijgen. Met het gevolg, dat de
huur misschien 25,— per maand stijgt.
Wie toch weg zou willen, kan in de duur
dere nieuwbouw van Zevenhuizen t.z.t.
ook op een huur van 300,rekenen
(nu 200,—, elk jaar te vermeerderen met
4 procent).
En tot besluit; de toekomst. Met be
trekking tot de oudere middenstandswo-
ningen ziet onze makelaarskring die heel
somber in. In de „gewilde" buurten, waar
„men" nu eenmaal „graag woont" zal het
nog gaan. Verder is niets anders te ver
wachten dan dat het honderdtal huizen,
dat nu moeilijk kwijt te raken is, een dui
zendtal zal worden. Met name wordt ge
dacht aan Het Loo en de Parkenbuurt.
Eén makelaar zegt; „Veel van die huizen
moeten ze straks maar gewoon afbreken.
De grond is meer waard dan het hele huis.
Je kunt er dan twee woningen op bou
wen en er op dié manier uitspringen. We
praten dan over 'n grondprijs van 30,
tot 40,misschien meer, afhankelijk
van de bestemming, die eraan wordt ge
geven.
Verschillende makelaars hebben ons
nog gemachtigd, om namens hen te zeg
gen, dat niemand na lezing van dit ver
haal de zakdoek hoeft te trekken om
daarin tranen te plengen over de slechte
gang van zaken in de makelaardij. We ci
teren: „In het hele land is het een uiter
mate slecht jaar geweest voor de make
laars, maar Apeldoorn vormt een uit
zondering. Dat komt voor een groot deel,
doordat de gemeente Apeldoorn*zoveel
nieuwe vestigingen heeft weten aan te
trekken met werknemers, die ook de weg
naar de makelaar vonden. En dan de sa
neringsplannen natuurlijk en de door
braak. We zijn heel blij met deze door
tastende gemeentepolitiek".
Het zullen niet alleen de makelaars zijn,
die er zo over denken.
En dan is er nog een wisselend aan
tal villa's in Apeldoorn, waarvoor ook
geen koper Is te vinden. Het Is een
verhaal apart. Een paar jaar geleden
gingen ze vlot van de hand, bijvoor
beeld als bejaardentehuizen. Maar toen
de eisen voor die inrichtingen qtrenger
werden, werd het minder. Een make
laar zegt: „Het mooiste van het mooi
ste, een villa met een voetbalveld en
dubbele garage, waarde minstens een
ton, verhuren we nu voor nog geen
tweehonderd gulden, terwijl In Orden
voor een arbeiderswoning niet zo gek
veel minder wordt betaald."
Een collega kan een riante villa met
tien kamers aanwijzen, die in huur ook
lang de tweehonderd gulden niet haalt.
In deze gevallen verwacht men wel Iets
van liberalisatie van de huren. Zo'n
huis zal dan gauw vierhonderd gulden
per maand gaan kosten.
Gaan de bewoners er dan uit? Geen
Insider, die dat gelooft. Hier Is de
sprong naar een nieuwbouwhuis met
een wat lagere huur erg groot. „Wie
zo lang zo goedkoop heeft gewoond,
zal graag wat meer betalen," zegt men.
Misschien komt dan de handel in deze
objecten ook wat meer op gang. Hoe
wel wie kan al de bladen afscheu
ren van de kalender voor het volgen
de jaar en zeggen, wat er dan gebeurt?