Regering onderzocht in 1892 arbeidstoestanden II
Opheusdense veer
verhoogt tarieven
ALLEEN TE VOET OVER RAADHUISPLEIN
Voorkeur
r
Korter werken
I
'T LEVEN WAS PAS DUUR ALS
AARDAPPELEN SCHAARS WERDEN
Volharding
Loon
Voordeel
door
Adriaan
P. de Kleuver
Geen pensioe n
Hog ere kosten en Rijnbrug oorzaak
Veenendaalse
won 3e prijs bij
kapwedstri j den
MARKTEN
Contributie van
Wijkverpleging'
is verhoogd
Pagina 5
WOENSDAG 31 JANUARI 1968
BIJ DE V.S.W. WAS
'T NIET ZO BEST
Hoorden wij vorige keer bijna niets dan lof en was het of je bij „de firma"
voor je plezier werkte in dit in veel somberder toon gestelde hoofdstuk komt
een ander Veenendaal ons tegemoet. Zonder direct van slecht te moeten spre
ken komen ons toch rauwe klanken uit de gesprekken tegemoet.
Wij beginnen dan maar weer met
de directievertegenwoordiger, de heer
Thomas Spencer Elce, een Engelse
technicus die jarenlang leider van de
VSW geweest is en huize „De Zoom"
aan de Nieuweweg (vroeger de Velt-
gengraaff genoemd) liet bouwen.
Voor hij kwam waren er al een aan
tal Engelse arbeiders, die evenwel
weer terugkeerden. Hun namen zijn in
de bevolkingsregisters uitgewist en
.men vindt ze niet .meer in Veenendaal
terug. Er was voor hen naast „De
Zoom" een buurtje gesticht dat in de
volksmond - „de Engelse stad" ge
noemd werd en later één van de naar
geestige volksbuurtjes van Veenen
daal was.
Spencer was vanaf jdhuari 1885 aan
de „grote fabriek" verbonden en had
in 1892 reeds 795 arbeiders in dienst
Dat is weinig minder dan er nu (1968)
werken.
Dit personeel bestond uit 18 gehuwde
vrouwen, 190 meisjes boven 16 jaar,
97 onder 16 jaar, 47 jongens onder 16
jaar en 416 mannen boven 16 jaar.
De werktijden waren voor allen
hetzelfde, van 6 uur 's morgens tot
6.30 uur 's avonds met twee schaft
tijden van een half uur en een vol
uur.
De heer Spencer had op verzoek van
de burgemeester als eis gesteld dat
een kind dat bij hem kwam werken op
zijn minst de vijfde klas van de lagere
school doorlopen had. Zo'n kind ver
diende aanvankelijk maar weinig. Bij
een opleiding tot wever werd dit na
enige weken f2.50 tot f3.10 en in de
spinnerij begon men met f 1.30 per
week
Op de vraag of het spinnen niet even
goed door mannen gedaan kon worden
was het pertinente antwoord neen.
Spencer motiveerde dat uit technisch
oogpunt. Verder deelde hij mede dat
in de kaarderij mannen, vrouwen en
mèisjes samen werkten en gehaast
voegde hij er aan toe „dat dit onder
streng toezicht" gebeurde. Dif veroor
zaakte nooit onzedelijk gedrag, al gaf
hij toe dat er nogal eens vroegtijdige
huwelijken voorkwamen. Onzedelijk
heid bestrafte hij met onmiddellijke
wegzending.
Spencer gaf de voorkeur aan kinder
loze gehuwde vrouwen. Bij de 18 ge
huwde vrouwen waren 4 of 5 jongge
huwden, 3 weduwen en 2 waarvan de
kinderen reeds werkten. Hij stelde als
eis dat de kinderen bij de grootouders
van moeders zijde werden onderge
bracht.
Een vrouw die maar tot 5 a 6 gulden
verdiende kon beter thuisblijven, om
dat het verlies door gemaakte onkos
ten soms groter was. Gezinnen met 5
a 6 kinderen konden nog een kwaad
poosje hebben, maar van het bij Spen
cer verdiende loon behoefde niemand
bepaald armoede te lijden. Uit het
loonschema valt evenwel op te maken
dat er wél hard voor gewerkt moest
worden. Voor de rest had hij weinig
bemoeienis met zijn ondergeschikten.
Hij kende wel de huizen waarin ze
woonden maar betrad ze zelden, wist
niet of het er vuil en rommelig was en
zei dat hem evenwel gevallen bekend
waren dat kinderen er smerig uitza
gen. Ze hadden wel behoorlijke kousen
en klompen aan.
Dit is niet waar geweest; hét begin-
loon voor meisjes van 12 jaar was 75
cent per week!
Uit het volgende gedeelte van het
verhoor dat de heer Spencer afgeno
men werd blijkt dat éérst de werkne
mers en eerst daarna de directieverte
genwoordiger aan de tand gevoeld
werd. Een meisje van 16 jaar had ver
klaard dat ze nauwelijks breien kon en
de voorzitter Kolkman vond dat dit
niet zo behoorde te zijn.
Spencer sprak er zijn verwondering
over uit. Maar de moeder kon breien
noch naaien en als dan alle goed bui
tenshuis gemaakt moest worden kostte
dat toch té veel geld! „De moeder",
zo verklaarde Spencer, was al 40 jaar
op de fabriek (dat kon nooit .want van
1861-1892 is 30 jaar!) en had in zijn
tijd veel geld verdiend. Deze motive
ring kwam er dus op neer dat het er
dan niet op aan kwam of men moest
kopen.
Albertus Bos die bij U werkzaam
was, waarom moest die de laan uit?
Omdat de machine verbrand was?
Helemaal niet, want die man was te
slordig. Punt af! Ander onderwerp.
Wat de meest geschikte leeftijd voor
indiensttreding was? Spencer vond 12
jaar beter dan 13 jaar. Of een parallel,
met een Engelse arbeider getrokken,
ten nadele van een Hollander uitviel?
Ja, maar het werd nog beter nadat de
werktijd verkort was en ze tot groter
activiteit aan te sporen. Vroeger wer-
De VSW gezien vanaf het Bcersche-
land (Beatrixstraat).
den 72 uren gemaakt; nu (1892) 62%
uur en de produktie was zelfs met 20
pet. verhoogd.
Op de vraag of dat met dezelfde
weefgetouwen kon antwoordde Spencer
met ja. Hij motiveerde dat door vast
te stellen dat ze vlijtiger geworden wa
ren. Waarop de voorzitter vroeg of dat
dan niet ten koste van de gezondheid
van de arbeiders ging omdat ze daar
door uitgeput raakten.
Met klem en overtuiging zei Spen
cer: „Geen kwestie van! Het is licht,
vlug werk". Doordat de week op don
derdagavond eindigde werd in vroeger
jaren op vrijdagmorgen in de eerste
schaft bitter weinig uitgevoerd en met
de derde schaft begonnen ze een beet
je te werken en op zaterdag was het
werk eerst weer op gang.
Toen had hij er eerst een half uur af
gedaan en, later nog een half uur. Toen
voor de derde keer de werktijd met
een half uur per dag verkort zou wor
den kwam het personeel klagen dat
het nooit zou gaan. Ze moesten het
maar drie weken proberen. De eerste
week was mis, de tweede kwamen ze
er en in de derde week werd nog meer
geproduceerd dan anders. „Zo zal ik
binnen drie jaren", kondigde Spencer
toen aan, „nog 6 uren per week er af
nemen".
Of andere fabrikanten ook in deze
geest werkten? Spencer deelde mede
dat reeds een jaar voor de inwerking
treding van de arbeidswet hij op 62Vs
uur stond. De andere werkgevers kon
den dat niet direct doen vanwege te
rugslag in de produktie.
Spencer had het begrip premie laten
vallen en de voorzitter wilde wel eens
weten wat ^hij daarmede bedoelde. Een
wever kreeg per stuk Indische drille
20 cent. Maar bij 18 stuks kreeg hij 30
cent premie, bij 19 stuks 40 cent en bij
20 stuks 55 cent en zo vervolgens voor
elk stuk meer, 5 cent meer premie.
Of daardoor slordiger werk in de
hand gewerkt werd? Spencer stelde
dat bij hem geen slordig werk afgele
verd werd. Als een wever slordig
werkte maakt hij minder stukken.
Maar in Twente was men toch van dit
stelsel teruggekomen! Spencer betoog
de dat het bij hem door goed toezicht
mogelijk was.
De VSW-vertegenwoordiger deelde
mede dat op zijn fabriek het zieken
fonds verplicht was gesteld en tijdens
de gehele ziekte f 1,50 per week be
taald werd met dokterskosten en ge
neesmiddelen vrij. Controle op de zie
ken was er niet. De dokter genoot het
volle vertrouwen en de werknemers
hadden nog een gezamenlijke kas en
controleerden elkaar zodoende wel.
Of de firma ook aan dat ziekenfonds
bijdroeg en of er een pensioensfonds
was. Neen en nog eens neen..
Of ouden van dagen die niet meer in
staat waren te werken een toelage
kregen? Ook al neen! De voorzitter
van de Staatscommissie slaakte hierop
de verzuchting dat een vrouw als de
moeder van getuige Prattenburg die
een veertig jaar bij de VSW geweest
was toch zeker wel op zou zijn. Hij gaf
Spencer in overweging zo iemand niet
met lege handen weg te sturen, waarop
de heer Spencer zich klagelijk liet ont
vallen: „Die vrouw is bij ons 27 jaar
(hier corrigeerde hij dus dat 40 jaar!)
geweest en op is zij nog niet, maar
wat zal ik u zeggen? De verdiensten
van de fabriek zijn zeer slecht" (punt
komma) en vervolgens de voorzitter
weer: „In die omstandigheden moei
lijk, maar hard blijft het toch voor
zulk een vrouw".
Hij stapte maar van dit tfetelige on
derwerp af en vroeg: „Gij hebt ook nog
een coöperatieve winkel en bakkerij".
Dat was dan „de Volharding"!
Of daarop vanwege de firma toe
zicht uitgeoefend werd?
Spencer vertelde dat hij zelf penning
meester was, de boekhouder secretaris
en in de commissie werklieden verte
genwoordigd waren. De vereniging be
vorderde het kopen a contant. Verder
moest wel tot zo iets worden over ge
gaan, want „de winkelwaren waren
slecht en het roggebrood niet meer te
eten". De winkeliers en bakkers wa
ren genoeg gewaarschuwd; vandaar
deze stap. In 1891 was de omzet f 1600
per week geweest; de winst over dat
jaar was 10 pet., die onder de deelne
mers verdeeld waren.
Behoefte aan arbeidsraden was er
volgens de heer Spencer niet. Hij vond
ze zelfs onpraktisch. Er zouden uit de
te Veenendaal gevestigde wolfabriek
en katoenfabriek vertegenwoordigers
moeten komen, maar de één had per se
geen verstand van het werk van de an
der. Een staking in 1886 had hij met
geweld de kop ingedrukt door te zeg
gen: stoppen en de kast sluiten; de
firma had zelf niets verdiend! De eis
tot loonsverhoging was toen niet inge
willigd, maar toen de firma Van
Schuppen onverwachts de lonen met
10 pet. verhoogde kwamen de wevers
hier direct om opsldg vragen en heb
ben wij 4 pet. gegeven, wat f 11.000,-
per jaar kostte. Aldus dan Thomas
Spencer Elce, directievertegenwoordi
ger van de VSW. Dit relaas laat al di
rect een ander beeld van de toestand
onder zijn arbeiders zien. Somberder
en vooral met minder goede vooruit
zichten. Maar laten wij nu eehs luiste
ren naar wat zijn arbeiders te zeggen
hadden.
Klaas van der Poel, oud 66 jaar
opent de rij van vier getuigen-arbei-
ders. Vroeger werkte hij 13 jaar in de
fabriek van dezelfde firma te Hilver
sum en nadat die verbrand was kwam
hij naar Veenendaal. De Hilversumse
spinnerij was niet herbouwd en zo
werkte hij in 1892 al 5 jaar in Veenen
daal. De gebruikelijke vragen over de
werktijden en de lonen, de arbeid van
vrouwen en meisjes in de fabriek klop
pen met wat nadien namens de direc
tie verklaard zou worden.
Hij vertelde evenwel dat de vrouwen
nooit naar huis gingen om eten te ko
ken maar dat dit door de moeder, die
bij hen in huis was en voor de kleine
kinderen zorgde, gedaan werd.
Op de vraag of mannen en vrouwen
met elkaar werkten en of dat nooit
kwade gevolgen had verklaarde Van
der Poel dat „dit" op het werk niet
voorkwam. Of fabrieksmeisjes met fa-
brieksjongens moesten trouwen? Ja,
dat kwam nogal eens voor. Of de oor
sprong daarvan dan toch in het teza
men werken in de fabriek gelegen was
kon hij niet anders dan met ja beant
woorden. Ze konden genoeg afspreken!
Gescheiden werken was moeilijk,
maar het toezicht was goed.
Eilaas van der Poel was de mening
toegedaan dat bedorven goed eigen
schuld was, waar de fabrikant niets
aan had. Het boetestelsel moest er
zijn omdat er altijd nog wevers waren
die dat slecht begrepen. Voor de rest
gold, dat wie het vlugst en best kon
werken ook het meeste verdiende.
Waarom er dan zoveel meisjes werk
ten?
Klaas van der Poel „dacht" dat het
kwam omdat andere fabrieken meest
mannen vroegen. Het waren meest „jon
ge meiden" en goedkoper dan mannen
waren ze in geen geval.
Of hij met het loon kon rondkomen?
Dat ging wel. Hij had nog drie grote
zoons die f6,— inbrachten.
Of ze het loon afdroegen?
Hij maakte van zijn kinderen geen
kostgangers! Dan moesten ze maar
een kosthuis opzoeken. Veel kinderen
waren wél kostgangers bij hun ouders.
Zijn kinderen wisten evenwel dat het
met hem niet te proberen viel. De jon
gens waren 28, 23 en 20 jaar (samen
ruim f6,- loon!!!), ze liepen er knap
per bij dan anderen en kregen ook nog
een „zakduitje" en met deze inbreng
van de kinderen had hij geen klagen",
vond hij. Veel arbeiders hadden 't heel
wat minder breed dan hij.
Echt armoede werd pas geleden
als in de natijd de aardappelen duur
werden. Dat het er bij de Veenen-
daalse fabriekarbeiders erg vies uit
zag vond hij niet. De ouders zorgden
er volgens hem wel voor dat de kin
deren knap naar school gingen.
Hij kon bijzonder goed met de pa
troon overweg en met de baas ook wel.
Hij kon altijd in beroep komen bij de
Het fabriekscomplex van de VSW
voor 1910.
patroon, als er verschil van mening
met de baas was, want zonder toestem
ming van mijnheer mocht die niets
doen. Ongenoegen met „mijnheer"
had hij nooit gehad, maar er waren er
wel die aan een touwtje moesten lo
pen. En over het „standje" over de
loonsverhoging was meer beweging
gemaakt dan in werkelijkheid nodig
was geweest.
Door de glazen overkappingen was
het 's zomers wel eens gloeiend in de
fabriek. Die bovenlichten waren gewit,
het was helder in de fabriek, er was
voldoende frisse lucht en van stof had
men weinig last. Ongelukken kwamen
zelden voor. De spoelen in de weve
rij vlogen er wel eens uit; zijn zoon
had er een tegen zijn gezicht gehad,
maar men was doende met het plaat
sen van spoelvangers. Zijn zoon was
een tand uit het gebit geslagen, is toen
gaan sparen en had er in Utrecht een
nieuwe in laten zetten.
Of de werklieden van het fabrieks-
ziekenfonds lid moesten zijn? Hij zei
dat het wel dé gewoonte was. De uit
kering van f 1.50 per week was onbe
perkt. En als er al eens iemand van
de firma uit diens brandkast wat ont
vangen had, dan hield die dat wel voor
zich en van verstrekking van verster
kende middelen had hij nooit gehoord.
Mensen die te oud werden om te wer
ken moesten wel naar het oude-man-
nen- en vrouwenhuis.
Of dat dan ook zijn toekomstbeeld
was? Daaraan viel ïtiei&te twijfelen!
Of hij daar niet tegen op zag? Gela
ten gaf Klaas van der Poel te kennen
dat het nog de beste plaats voor hem
zou zijn. Zo lang hij maar even kon
werken bleef hij dat doen.
Van de coöperatieve fabriekswinkel
hadden de bakkers en kruideniers wel
last, maar van „de keupere cente"
hadden de schoen- en kleermakers en
galanteriehandelaren voordeel. Vroe
ger was de burgerij woest geweest,
maar de winkeliers waren er nu al
aan gewend.
De vrouwen deden 's middags of des
avonds hun inkopen; de winkels waren
tot 10 of 10.30 uur open en op zater
dagavond hoogstens tot elf uur.
Zonder contant te betalen kregen ze
geen waren. En dat werkte weer in de
hand dat ze, als het geld op was, ze
elders gingen borgen. Grote stukken
kocht men veel op de pof vroeger en
betaalde dan met „de keupere cente".
Dan dev vraag wat 's middags gege
ten werd! Voornamelijk aardappelen
en dan, nog wat er bijieder teelde
de eigen groente en Klaas van der
Poel had een flink varken in 't hok!
Ook zijn woning was best en hij be
taalde 90 cent huur. Woningen kwamen
er voldoende. En wat de borrel betrof,
alléén op zaterdagavond. Die dat deed
op de fabriek ging onherroepelijk de
laan uit. Dan als laatste Iets over de
school vöor volwassenen van meester
Wijnveldt. In 't begin hoorde je daar
nog wel over praten, maar later niet
meer. Nou, dat was dan Klaas van der
Poel en die maakte een rustige en
tevreden indruk.
Wij zouden wel eens zo'n aan een
touwtje lopend iemand willen horen!
Daar was dan de ontslagen Albertus
van den Bos. Een beetje zielige figuur,
die beslist ontkende dat het zijn schuld
was dat hij toen de machine waaraan
hij werkte, verbrand was, ontslagen
was. Hij had een gezin van. dertien
personen (man, vrouw, 6 meisjes en 5
jongens) en moest geheel van de kin
deren leven; alles bij elkaar was dat
f 26,-, en dat ging met zo'n gezin niet
best.
Over de schoolgaande kinderen was
hij naar de burgemeester geweest. Hij
behoefde daarna maar half schoolgeld
te betalen. Het was niet steeds f 26.-
wat binnen kwam. De boel lag nogal
eens kapot en er waren tussendagen
dat er niets verdiend werd. Hij gaf
steeds zijn vrouw het weekgeld en wat
zij er mee deed was haar zaak.
Of vrouw en kinderen wel eens wat
haalden in andere winkels dan in „de
coöperatie" wist hij niet. En wat hij
dan wel van zijn vrouw kreeg? Nu en
dan een kwartje of een paar dubbel
tjes om te laten scheren of tabak t«
kopen. En voor een borreltje? Dat kon
er niet af, maar als ze hem wilden
trakteren dan graag!
Nog een keer stelde de commissie
dat hij het toch zo slecht nog niet had
en toen zei Van den Bos kort en bon
dig dat voor een huishouden van 1,3
mensen veel nodig was. Gelukkig kon
zijn vrouw voldoende naaien en breien
en zolang de kinderen nog niet naar de
fabriek moesten waren die 's avonds
op de breischool.
Als enigen in Veenehdaal werden
een meisje en een jongen van de VSW
ondervraagd. Het meisje was Francina
Prattenburg, 16 jaar, die 4 jaar al
werkte, wel de school had doorlopen en
moeder niet eerst in het huishouden
had moeten helpen. £e kon aardig le
zen en suhrijven. Ze werkte op de win-
derij met veel andere meisjes.
Waarom ze dan wel naar de fabriek
was gegaan? Haar moeder werkte er
ook omdat haar vader een borstkwaal
had. Die was metselaar ge\yeest. Maar
moeder Prattenburg was nu van de fa
briek gegaan na 40 jaar gewerkt te heb
ben. Neen, van een pensioentje was
geen sprake zodat het gezin nu op de
kinderen aangewezen was, een zoon en
twee dochters.
Francina verdiende van f 2,50 tot
f 3,-, maar moeder vertelde haar
nooit wat de anderen verdienden. Het
geld werd aan haar afgedragen. Het
ging thuis nog wel; vader Prattenburg
verdiende nog wat met orgeltrappen in
de kerk. Ze kon een beetje naaien en
breien, maar dat had ze niet van haar
moeder geleerd, want die kon dat hele
maal niet. Francina ging zaterdag's
naar- de bijeenkomst van „de dames"
omdat ze dan nog wat leerde.
Het merendeel van de fabrieksarbei
ders kon naaien noch breien, zodat
men de beste kleren buitenshuis moesi
laten maken en dat kostte veel geld.
Het voedsel van de arbeiders was al
weer aardappelen, groenten en een
paar maal per week een stukje spek.
Och, Francina was wel tevreden met
haar lot. Wat zou het' dit fabrieksmeis
je ook geholpen hebben om te rebelle
ren! Ze zou best willen gaan dienen,
maar moeder kon haar niet missen. En
och, ze kon het op de fabriek ook wel
vinden.
Dan Johannes Kloos, oud 14 jaar.
zoon van de portier van de VSW. Hij
wist niet precies wanneer hij van
school was gekomen. Hij was al bijna
7 jaar geweest toen hij daarop kwam
en had in de 5e klas gezeten, kon wel'
lezen en schrijven, maar niet best re
kenen. Voor hij op 12-jarige leeftijd op
de fabriek kwam had hij op het land
geholpen. Nu verdiende hij om eri na
bij de f 2,50. Hij was wever en werk
te op de fabriek nooit over, wel des
avonds op het land. Hij had nooirt ge
probeerd er nog wat bij te leren. Daar
voor was zomers geen tijd en 's win
ters had hij er geen zin in. Ja, nu hij
wat ouder geworden was zou hij het
wel willen. Maar bij meester Wijn
veldt moesten eerst de getrouwden le
ren; er was geen plaats geweest,
waarop de Commissie hem raadde dit
jaar zich maar wéér aan te melden.
Eindconclusie? Bij de V.S.W. géén
zekerheid voor de oude dag, armoede
als men ziek werd en opjagen tot gro
ter prestatie. En dat laatste zou zo erg
niet geweest zijn, als men dan maar
wist waar men het voor deed.
Wordt vervolgd.
OPHEUSDEN De exploitant van het Opheusdense veer, de heer G. Mason,
heeft Gedeputeerde Staten van Gelderland verzocht om de veertarieven te mogen
verhogen. De tariefsverhoging is noodzakelijk in verband met de steeds stijgende
kosten en het verminderde gebruik sinds de brug by Rhenen in gebruik is. De
gevraagde verhoging bedraagt vyf cent voor een rtfwiel, bromfiets, motor en mo
tor met zjjspan en tien cent voor een personenauto. De overige tarieven blijven
ongewijzigd.
Het verzoek van de heer Mason is
gisteren behandeld in de provinciale
wegencommissie. Provinciale Staten
zullen aan het eind van deze maand
over het gunstig luidende voorstel van
G.S. beslissen. Ir. Joh. Tenge uit Ame-
rongen heeft G.S. namens de familie
Phil ipse eigenares van het veer-
recht verklaard met de gevraagde
tariefsverhoging te kunnen instemmen.
Het Opheusdense veer wordt uitge
oefend volgens het veerrecht in de zin
van de Verenwet, hetgeen betekent, dat
de bevoegdheid tot het vaststellen van
tariefsverhogingen bij de Provinciale
Staten berust.
Op basis van het nieuwe tarief zal,
naar het zich laat aanzien, een redelij
ke bedrijfsvoering in de eerste tijd mo
gelijk worden semaakt. De gemeente
besturen van Kesteren en Wageningen
hebben Gedeputeerde Staten laten we
ten, dat zij geen bezwaar tegen de ver-1
hogingen hebben.
Het nieuwe tarief is van kracht gedu
rende de periode van 1 april tot en met
30 september van 6 tot 22 uur en van
1 oktober tot 31 maart van 6 tot 20.30
uur. Dubbel tarief wordt gedurende de
ze perioden geheven respectievelijk
van 22 uur tot 6 uur en van 20.30 uur
tot 6 uur. Eveneens wordt dubbel .tarief
geheven bij hoog water bij ijsgang,
storm en mist, indien dan althans zón
der gevaar kan worden gevaren.
De tarieven voor het Opheusdense
veer zullen er als volgt gaan uitzien:
rijwiel f 0,15; bromfiets f 0,20; motor
rijwiel of scooter f 0,25; motorrijwiel
met zijspan f 0,30; personenauto f 0,50;
vrachtauto (plm. 272 ton) f 0,60;
vrachtauto (plm. 7 ton) f 0,75; vracht
auto (plm. 12 ton) f 1,-; vrachtauto
(plm. 15 ton) f 1,50; truck met opleg
ger f 1,50; tractor f 0,50; tractor met
aanhangwagen f 0,75; autobus f 1,50;
paard f 0,20; paard en wagen f Q»40.
De bestuurders van de genoemde voer
tuigen hebben vrije overtocht.
VEENENDAAL Onder de dames-
en herenkappers(sters) die maandag
tijdens de wedstrijden van de Christe
lijke Bond van Technische Clubs in
het Kappersbedrijf een prijs behaalden
was één deelneemster uit Veenendaal.
Mej. R. Roelof sen behaalde in haar af
deling een derde prijs met het door
haar vervaardigde avondkapsel.
De uitslagen waren:
Dameskappen. Dagkapsel afd. A.: 1.
A. H. J. Hoëdt, Arnhem, 2. mej. A. F.
M. Kooier, Arnhem, 3. R. Veenendaal^
Heelsum. Dagkapsel afd. B.: 1. Mej. A.
T. Romijn, Culemborg, 2. mej. E. van
Lohuizen, Apeldoorn, 3. mej. L. M. van
Oosten, Apeldoorn.
Avondkapsel afd. A.: 1. H. A. J.
Hoedt, Arnhem, 2. R. Veenendaal, Heel
sum, 3. mej. A. F. M. Kooier, Arnhem.
Avondkapsel afd. B.; mej. L. M. van
Oosten, Apeldoorn, 2. mej. A. T. Ro
mijn, Culemborg, 3. mej. R. Roelofsen,
Veenendaal.
Herenkappen. Afdeling A.: 1. G. de
Wit, Tiel, 2. W. J. Timmerman, Deven
ter, 3. G. Post, Wezep. Afdeling B.: 1.
Bas van Vliet, Asperen, 2. Johan van
Vliet, Asperen, 3. G. Langemeen, Ede.
VEENENDAAL Eiermarkt: Aan
voer ca. 48.000 stuks. Prijzen grote eie
ren f 12,- tot f 13,-, kleine eieren f 9,-
tot f 11,-. Handel matig.
VEENENDAAL Gistermiddag
zijn er borden op het Raadhuisplein
geplaatst, die het plein tot „voetpad"
bestempelen. Het is nu, volgens een
besluit van burgemeester en wethou
ders, niet meer geoorloofd om er met
bromjfietsen of auto's overheen te rij
den.
Van het plein werd veelvuldig ge
bruik gemaakt door fietsers en brom
fietsers, die in het raadhuis moesten
zijn. Het huidige verbod geldt ook
voor auto's. Voor trouwauto's heeft
het college echter ontheffing verleend.
LEERSUM De ledenvergadering
van de christelijke vereniging „Wijk
verpleging" in Leersum is akkoord ge
gaan met het voorstel om de contribu
tie te verhogen van f 12,50 tot f 15,
per jaar. De steeds stijgende kosten
hebben tot deze verhoging geleid. Aan
gezien de vereniging in Leersum een
belngrijke plaats inneemt, is het van
belang dat de werkzaamheden niet be
perkt dienen te worden in verband met
geldgebrek.