Reeds
veertig
vrouwen
als
herenkapster werkzaam
Wasrapport pleit voor goede
wasruimte in elke woning
Lekker!
Uitermate geschikt, want
ze maken er iets van
Staphorster vrouw doet
lang met haar kleding
„BONNIE-LOOK" IN MAKE-UP
San balm
Boetiekcollectie van
drie confectionairs
D-
TIJD VAN JACOB, EVEN JE NEKHAREN
BIJKNIPPEN' IS NU WEL VOORBIJ...
De maitre zelf
Bloemperk
Niet verwijfd
Ook
vrouwen
4- „Net dat
TWEE JAAR LEVERTIJD VOOR
HANDGEWEVEN STOFFEN
Niets uit handen
Zwangerschap
kan worden
uitbesteed aan
laboratorium
D'
Modieus gekleed voor weinig geld
Nieuwe stijl heet
Nickie Trend
Jaren dertig
Speels
Recordtijd
TIS PLICHT
DATIEDRE
HUISVROUW...
Wasmachine dikwijls in de verdrukking
Schimmels vaak
erg nuttig
Diamantengroei
op de maan
zemen
zonder
zorgen
TIJDELIJK
met gratis wafeldoekje
Strijdtoneel
Binnen 15 tellen klaar:
Pagina 11
DONDERDAG 22 FEBRUARI 1968
meeste heren zouden waarschijnlijk „zdó'n hoofd krijgen, wanneer hun
U kapster hen onder de droogkap zette of een aardig haarstukje aanpraat
te om een kale plek te camoufleren. Toch zullen ze er aan moeten wennen,
want er zijn in Nederland al zo'n veertig vrouwen, die zich alleen maar bezig
houden met het soigneren van mannehoofden en de ontwikkeling wijst er op.
dat er gaanderweg meer dames als herenkapster zullen gaan fungeren.
i -
„En vrouwen zijn voor dit vak van
herenkapper juist zo uitermate ge
schikt", zegt in Utrecht de heer H.
Schmidt, eigenaar van (natuurlijk) een
hercnkapsalon. Geen opgelegd sjieke
zaak; doodgewoon, met drie knipstoe-
len. Maar wél een vrouw daarachter,
tussen alle andere bedienden. Een jaar
werkt ze nu bij de heer Schmidt: Ria
Wolters uit Utrecht, 21 jaar en zelf
dochter van een herenkapper.
„Ik werkte hier net", zegt Ria, „en
in de wachthoek zaten vier klanten. Ik
vraag: Heren, wie is er aan de beurt?
Nou, er was helemaal niemand aan de
beurt. Ik pak mijn schaar en zet maar
een lachend gezicht: Heren, wie van u
durft het aan bij mij in de stoel te
komen? Ze begonnen allemaal te grin
niken en wilden opeens alle vier tege
lijk".
Er zijn, door de eeuwen heen, altijd
mannen geweest, die dameskapper wer
den, om de doodeenvoudige reden, dat
ze een baan wilden hebben en iets
unieks voor vrouwen wilden bedenken.
En nog steeds doen ze hun klanten
hoogst vereerd opveren als de maitre"
zelf zich met heur haren zal bemoeien.
Maar hoe komt nu een vrouw zonder
meer op de Amsterdamse kappersvak
school terecht met de mededeling: „Ik
wil herenkapster worden". Ria?
„Mannen knippen mannen, dat was
de vaste regel", is haar antwoord, „nog
ervan afgezien dat je daar natuurlijk
doodeenvoudig een keer van kunt afwij
ken. Maar bij mij zit het Iets dieper:
vrouwen zijn lastig".
Dan volgt het verhaal van de tassen-
winkel, waarin ze een jaar als verkoop
ster werkte. Iedere keer weer die hele
collectie uitstallen, iedere keer horen,
dat er nog eens over moest worden ge
dacht, iedere keer merken dat er iets
geruild werd, omdat 't tóch niet zo den
derend goed bij dat pakje paste.
Waaraan Ria toevoegt: „Maar zelf
ben ik ook lastig" en dan schakelt ze
snel over op de mannen, „die meestal
minder praten en aarzelen".
Dat aarzelen, dat kan, want ik hoor
van Ria, dat er iedere keer maar weer
nieuwe herenkapsels worden ontworpen.
Maar, vraag ik haar, als je om je heen
kijkt zijn er toch nog genoeg mannen
die één keer in de twee maanden naar
de kapper gaan, om er eens flink de ton
deuse in te laten zetten en vervolgens
met een rond rond bloemperkje É>oven
op het hoofd de deur weer uitwandelen?
„Dat is heel vreselijk", vindt ze en
haar mannelijke collega Joop Hulst
kamp is de eerste om haar, recht
streeks vanachter een herenhoofd, bijval
te betuigen.
„Maar die mannen, die helemaal
opgeknipt willen worden, zie je hoe lan
ger hoe minder", zegt ze. „Wat ik leuk
vind, is wat met de föhn werken en het
haar vooral gedekt knippen. Van die
föhn zeggen sommige mannen nog wel
eens: Dat is mij veel te verwijfd. Maar
dan moeten ze even niet vergeten, dat
ze ook met een hoofd dat er voortreffe
lijk verzorgd uitziet de zaak weer uit
gaan".
Vrouwen vinden wat dat betreft niets
„gek". Die stappen met een foto van
Liz Taylor als voorbeeld naar hun kap
salon, die kopen postiches omdat de
grootste vijandin er ook een op haar
hoofd heeft, die doen gewoon iets.
„Mannen stiekem toch ook wel vaak",
weet R:a Wolters. „Ik geloof dat, als je
naar een paar jaar geleden kijkt en
als ik mijn vader en meneer Schmidt
hoor, dat de mannen hun haar steeds
beter gaan verzorgen. Waarom ook
niet. Ik zal de eerste zijn die een sterk
kalende man een haarstukje zal aanra
den. Als ze daar dan zelf ook voor voe
len: meteen aanschaffen, want die din
gen zijn er toch voor".
Maar het gebeurt ook wel een keer,
dat een van die sterk kalende mannen
zegt: „Haarstukje, haarstukje? Niets
voor mij. Ik ben al jaren getrouwd".
Ondertussen hoor ik ook, dat -er in
Utrecht maar één volledig kale man is
en dat het voornaamste van het heren
kappersvak de kniptechniek is.
„Op de vakschool in Amsterdam dach
ik: Dat leer ik nooit", zegt Ria Wol
ters. „Het is ook erg moeilijk. Kijk, ee
dameskapper zet achter dat haren knir
pen meteen een watergolf. Maar w
kunnen niets versieren met een water
golfje, alles wat je fout mocht doer
blijft te zien. Daarom".
Daarom ook zijn er vrouwen die,
onder het mom van het zoontje dat
dringend een keer onder het mes moet,
de gelegenheid te baat nemen zich door
de herenkapper te laten knippen.
„Niets ten nadele van de collega's in
damessalons, zegt Ria. „Maar het is
meneer Schmidt, die ook altijd mijn
haar knipt".
Door al die verschillende herenkap
sels, met gedekt geknipt haar of haar
in de „coupe sculpture" (dat betekent
doodgewoon: gesneden met het mes) is
de tijd voorbij, dat vrouwen kunnen
zeggen: „Jacob, ik zal eens even je bak
kebaarden en je nekharen bijknippen
en als het moet de bovenkant nog even
uitdunnen".
„Want", zegt Ria. „dan is dat ge
beurd en een dag later staan die man
nen hier met de boodschap: Mijn vrouw
is bezig geweest, doe er alsjeblieft iets
aan".
Ze zegt ook: „Die scheiding kan nu
best een keer rechts zitten. Waar ik
het eerst naar kijk is, wat voor gezicht
heeft de man en hoe zal ik het haar
knippen, zodat het precies bij hem
past. Nu zeggen ze wel eens: Doe maar
gewoon zoals ik het altijd heb, maar dan
zien ze soms een foto in de zaak han
gen en dan willen ze het wéér zo".
Een van de argumenten van de
man, bij wie ze werkt, was, dat vrou
wen in een herenkapsalon „net dat
hebben". En hij zei ook: „Ze maken
er iets van. Als al die meisjes, die iets
bij een kapper willen doen, nu eens de
mogelijkheid kenden, dat ze ook dood
gewoon bij een herenkapper kunnen
werken na een jaar dagopleiding op
een kappersvakschool..."
Dat ze er als de mannen in de
stoel tenminste willen graag iets van
maakt, geeft Ria Wolters graag toe.
Wat de heer Schmidt met „net dat" be
doelde, vermoedt ze bij benadering.
„Ik denk dat het de sfeer is, die een
vrouw tussen al die mannen met zich
meebrengt", zegt ze, „Mannen onder el
kaar, je weet wel. Ik dacht, dat ze zich
iets meer intoomden. Maar ondertussen
is het wel leuk en weet ik nu precies
waar in een auto de accu zit
vileda
ADVERTENTIE
Er zijn mannen met een bloemperkje boven op het hoofd en er zijn er ook, die
het haar zo lang dragen, dat ze bijna „een rol naar binnen" kunnen nemen.
Maar daar tussenin liggen meer mogelijkheden dan mannen denken en Ria
Wolters, herenkapster in Utrecht, zal de eerste zijn om hen ervan gebruik te
laten maken.
ohannes Hendrikus Hagedoorn en
Andries Hagedoorn die allebei 48
jaar zijn en beiden in Meppel wonen,
weten van elkaar, dat ze in Nederland
klederdrachten. Terwijl elders textiel
bedrijven wegens gebrek aan werk de
zaak moeten stopzetten, kan Johannes
zeggen: „Ik ben ruim twee jaar achter
met mijn bestellingen. Vrije zaterda
gen zijn er bij mij niet meer bij. Ik
werk van 's morgens zeven tot 's avonds
half elf."
De garens worden door de Staphor-
sters zelf gesponnen van schapewol en
bij de ahndwevers aan huis gebracht.
Daarna brengt de handwever deze eerst
naar een chemische wasserij voor een
verfbeurt.
„Bij mij moeten de Staphorsters wel
twee of drie jaar wachten", zegt Jo
hannes Hagedoorn. „Maar ze krijgen
dan ook kwaliteit. Wat ik aflever garan
deer ik vijftien jaar. Ik gebruik bij het
weven uitsluitend dunne garens. Het
goed, dat ik daarmee maak is ijzer-
sterk. Als je met twee tractoren zou
proberen de rok kapot te trekken, dan
zou je dat niet lukken". Staphorsters,
die trouw- of rouwkleren moeten heb
ben, krijgen voorrang bij Johannes en
hoeven niet zolang te wachten.
Ondanks de drukte denkt noch Johan
nes noch andries er over werk uit han
den te geven of een kracht aan te ne
men. Ze zouden ook niet graag willen,
dat er nog een wever in Meppel kwam.
Johannes zegt: „Dan wordt de spoeling
dunner. Bovendien houd ik de toekomt
in het oog. Want het zi zo, dat op het
ogenblik de Staphorsters, vooral de
jeugd, steeds meer burgerkleding gaan
dragen. Zeven of acht hand weverij en,
zoals die er in de tijd van mijn vader
waren, kunnen we nu zeker niet meer
gebruiken".
PARIJS De nieuwe mode brengt voor de make-up ook
vele veranderingen met zich mee. Groot is het verschil tus
sen de twee soorten van maquillage, die daarbij vooral de
aandacht trekken.
De inspiratie 1930 naar „Bonnie and Clyde" geeft de ma
nier, waarop men zijn schoonheid tracht te bevorderen, voor
het eerst sinds lang weer een gezond en blozend aanzien.
Bij de make-up „Bonnie" verschijnen weer rode blosjes op
de wangen, de teint is fris en de lippen krijgen een meer
natuurlijke rode tint. Lippenstift in sprekende rode tinten
komt daarbij de bleek rose, bleek oranje en zelfs bleek brui
ne mond vervangen.
Deze meer kleurige, gezonde make-up wordt omlijst door
krullenkapsels, loshangende lange haren of korte golvende
coiffures, helemaal aan de jaren dertig herinnerend via
Rita Hayworth of Greta Garbo.
Totaal anders en juist heel mysterieus is de psychedelische
make-up, die Jeanne Gatineau in Parijs onder andere uit
brengt. Het is een illusionistische make-up uit San Francisco
naar hier overgewaaid. Bij deze nieuwe make-up is de teint
bleek en doorzichtig. Daarvoor werden crèmes en poeders
in de handel gebracht. De blikvangers van deze maquillage
zijn grote, mysterieus opgemaakte ogen. Op het bovenste
ooglid wordt, om dat effect te bereiken, een wit vlak aange
bracht. Dat vlak wordt met bruine „eye-liner" omrand.
De bruine lijn loopt door tot over de buitenste ooghoek.
Tn de binnenste ooghoeken wordt een witte stip'aangebracht.
De wimpers zijn lang, omhoog gebogen en in het midden
De nieuwe Bonnie make-up is fris en natuurlijk. Er horen
kinderlijke poppe-ogen bij, frisse blosjes op de wangen
en een kersenrode mond.
gespleten. Deze make-up maakt het oog amandelvormig. Er
hoort een bleke lippenstift bij en een matte teint met scha
duwwerking op de wangen onder de ogen. Gladde, strakke
haren omkransen deze opmaak.
De met de hand gewezen Staphorster
kleren gaan zeer lang mee. „Als je da
gelijks zo'n rok draagt, kun je er wel
vijftien jaar mee doen", zegt Johannes.
„Ik heb eens een vrouw gesproken, die
een rok droeg, die al wel tweehonderd
jaar oud was".
Gerrit Kleijwegt.
veertigjarige
Sullerot rekent
Fran^aise Evelyne
in haar boek „De
vrouw van morgen" af met de door de
eeuwen heen gekoesterde opvatting, dat
de vrouw een mysterie is.
Nuchter en zakelijk werpt ze het ge
vestigde beeld van de „ideale" echtge
note en moeder omver. Ze beschuldigt
de wetenschap van de psycho-analyse
ervan dit foutieve beeld in plaats van
te ontzenuwen nog ingewikkelder en
mysterieuzer te maken. Want, aldus de
schrijfster, Freud en zijn geestverwan
ten namen, het verkeerde uitgangspunt,
namelijk alleen de man.
De sociologe Evelyne Sullerot stamt
uit een protestantse Franse familie.
Toen ze op zestienjarige leeftijd haar
moeder verloor, nam zij de zorg voor
de drie jongere kinderen op zich. Na
haar huwelijk wijdde ze zich eerst aan
haar gezin met vier kinderen. Pas op
dertigjarige leeftijd ging ze opnieuw stu
deren en bekostigde haar studie zelf
door spreekbeurten te houden en arti
kelen te schrijven. Nu ze in de buurt
van de veertig is, doceert ze sociale
wetenschappen aan de universiteiten
van Parijs en Brussel.
De Franse schrijfster vraagt zich af
of het verschil op sexueel terrein tus
sen man en vrouw zo groot zal blijven.
Vooral gezien in het licht van de ont
dekking, dat een kind naast de moeder
schoot ongeveer vanaf de derde maand
tot het tijdstip van de geboorte in een
soort couveuse in een laboratorium kan
groeien.
Bij een enquête aan een Parijse uni
versiteit bleek een groot aantal studen
tes voor de „uitbestede zwangerschap"
te zijn op voorwaarde dat hun kind dan
geen risico loopt. Is het kind negen
maanden, dan kan de moeder het aan
het laboratoium ophalen. Haar verant
woordelijkheid tegenover het kind gaat
dan lijken op de verantwoordelijkheid
van de man.
In de toekomst ziet de sociologe nog
als enig strijdtoneel tussen de man en
de vrouw het arbeidsterrein. Aan de
hand van feiten stelt ze vast, dat de
vrouw steeds de minder in economisch
aanzien staande baantjes krijgt. Ze
geeft het volgende voorbeeld: Was het
werk op de kippenboerderij vroeger
een taak voor de vrouw, toen de man
merkte, dat hiermee veel te verdienen
is, ging hij het zelf doen.
De Franse sociologe pleit voor het
recht op arbeid van de vrouw. Dat de
kinderen de dupe van een werkende
moeder zullen worden, verwerpt ze. De
kinderen lijden meer bij een moeder,
die overspannen is dan bij een moeder
die met andere indrukken van haar
werk thuiskomt. Dat de instelling van
het huwelijk in gevaar zal komen bij
een economisch onafhankelijke vrouw,
vindt de schrijfster een onjuiste opvat
ting.
Evelyne Sullerot heeft het boek „De-
main, les femmes" charmant en humo
ristisch geschreven. Ze zet in zekere
zin het werk van de existentialist© Si-
mone de Beauvoir voort, terwijl ze dit
n een andere betekenis verwerpt als
afgedaan, zonder het als zodanig te noe
men. De Nederlandse vertaling is van
H. F. M. Coewinkel. Ondanks het stu
dieachtige element van het boek, dat
bij Paul Brand in Hilversum ver
scheen, is het prettig te lezen.
■HHnnnBs;
ADVERTENTIE
RUWE HANDEN!
HANDCREME
uw handen vragen erom
AMSTERDAM Goed nieuws voor vele vrouwen, die voor weinig geld
modieus gekleed willen gaan, is de samenstelling van een speciale boetiekcol
lectie door drie Nederlandse confectionairs.
De mode-ontwerper en supervisor
van deze nieuwe boektiekstijl die
onder de naam Nickie Trend in de
handel komt is de jonge Amster
damse couturier Frank Govers.
In de weken dat de Romeinse en de
Parijse modehuizen hun voor velen
onbereikbare voorjaarsmodellen
toonden, heeft de 34-jarige Frank Go-
vers zijn collectie samengesteld. Het
pleit voor zijn vakmanschap dat alle
modedetails uit de toonaangevende
Europese centra in de boetiekserie al
vertegenwoordigd zijn, zoals de terug
gekeerde taille, de pakjes in rood-wit,
blauw-wit of grijs-beige strepen en de
doorzichtige stoffen..
Deze zomerkleren zijn allemaal ge-
maakt in de stijl van de jaren dertig
met een snufje mini. Leuke vlotte
jurkjes, een flink eind boven de knie,
van stof, waar grootmoeder ooit een
feestblouse van gehad heeft. Natuurlijk
ontbreekt de Bonnie-dracht (naar het
liefje van gangster Clyde) niet. De
liefhebsters kunnen hun hart ophalen
aan bijna vormeloze pakken met lan
ge rokken en rechte jasjes. Een baret
op één oor of een pothoed helemaal
over de ogen getrokken horen er bij.
Toch geven we de voorkeur aan de
eenvoudige lichte en speelse zomer
jurkjes met verlaagde taille in combi
naties van blauw-wit, rood-wit, crème
met oudrose en crème met bruin. De
eerste collectie is uitgebreid met grap
pige matrozenpakjes, nappa-leren jur
ken en bijbehorende hoeden, schoenen
en kousen nodig voor de Total look.
Voor een avondje uit zijn de jurk
jes overwegend in wit uitgevoerd.
Frank Govers wil de Nickie-Trend-
collectie modieus houden. Dit betekent
dat hij per week vier tot vijf nieuwe
modellen maakt, die binnen een re
cordtijd in de diverse boetiekjes te
krijgen zullen zijn.
De drie samenwerkende confectie-in-
dustrieën Bröcker en Bröcker NV, Euro-
dress NV en Continental Fashions NV
staan garant voor de snelle vervaardi
ging van de jurkjes.
Twee witte jurkjes afgebiesd met
zwart band voor een feestje.
mmrnm
«..Mil iiin.jin iiiniiM mmm
mm
mensen in Nederland mogen niet ruim behuisd »yn in het algemeen, hun
wasmachines zitten nog veel meer in de verdrukking. Driekwart van de
vrouwen, die thuis wassen, doen dat met een wasmachine. De meesten wassen in
de keuken, maar velen van hen moeten de geliefde wasrobot op het balkon, in de
in de badcel, de schuur of bjj kennissen parkeren.
garage,
In het wasrapport van de Stichting
Landelijk contact van de Vrouwenad
viescommissies voor de woningbouw
(de VAC's) wordt heel wat aandacht
aan de wasmachine besteed. Niet om
er reclame voor te maken, maar om
dat de vrouwen in ons land zelf was
sen als een plicht zien, die zij niet
graag verzaken.
Het rapport verwacht, dat het aantal
automatische wasmachines daarom
nog zal stijgen en dat het gebruik van
wasserettes of zelfwasserijen en was
serijen, waarop de vrouw af en toe
graag een beroep doet, constant zal
blijven.
De sociografe drs. S. Boef- van der
Meulen uit Rotterdam heeft het was
rapport samengesteld. De conclusies
zijn gebaseerd op de uitkomsten van
een enquête, waaraan 56 plaatselijke
VAC's verspreid door heel Nederland
hebben meegewerkt. Het onderzoek
werd financieel gesteund door het mi
nisterie van Volkshuisvesting en Ruim
telijke Ordening.
Wij willen speciaal de was- en droog-
gelegenheid onder de aandacht bren
gen van hen. die de huizen bouwen",
zegt de presidente van de VAC's me
vrouw T. van der Marei.
„Het is immers het doel van deze
commissies de overheid te adviseren
bij het beoordelen van woningbouw
plannen ten behoeve van de bewoners".
Op verzoek van het Bouwfonds voor
Nederlandse Gemeenten, is een ver
langlijstje gemaakt van de belangrijk
ste eisen aan een woning te stellen.
Tussen rust, ruimte voor elk der be
woners, groenstroken, de mogelijkheid
voor een kind om zijn huis te herken
nen en andere eisen staat ook de
aparte wasruimte, verwarmd en met
aan- en afvoerpijpen.
Die laatste wens vindt in het wasrap
port veel steun in een rijtje cijfers:
77 Procent van de vrouwen wast
thuis, bleek uit de enquête.
Van de thuiswassers stond er een
wasmachine bij 75 pet. (In zeven jaar
44 procent gestegen).
Werd de was gedaan in de keuken
bij 33 pet. in de badkamer of badcel
25 pet. in de bijkeuken 13 pet. in gara
ge of schuur 16 pet. bij vrienden of
kennissen 8 pet.
Maandag is de wasdag, bij gezinnen
met kinderen ook .vrijdag. Bij vele
vrouwen, die in de keuken wassen,
staat de machine op een balkon of in
een garage.
Toch zal ze meer ruimte moeten
hebben voor het plaatsen van een was
machine, ruimte voor het drogen van
de was, voor het bergen van vuil was
goed, voor het strijken en voor het
doen van de „fijne" was, „die niet in
de machine kan", zegt mevrouw Boef.
„Waarschijnlijk zal in de toekomst de
aanschaf van een droogtrommel, een
strijkmachine, een afwasmachine en
een diepvriezer niet tot de onmogelijk
heden behoren".
In sommige steden is inmiddels de
samenwerking met de Vrouwenadvies-
't ls de plicht van ied're huisvrouw
dat zij haar gezinswas zelf doet
zo ziet de Nederlandse vrouw dat zelf
tenminste. Gelukkig voor haar, hou
den de Nederlandse mannen van spe
len met ingewikkelde apparaten en
staan zijn bijna te trappelen om de
volautomatische wasmachine in huis
te halen. Aldus verschijnt het Neder
landse echtpaar als een fikse bondge
noot van dat draaiende, spoelende,
centrifugerende kastje in een rapport,
gewijd aan de was- en drooggelegen-
heid in de Nederlandse huizen, die
gebouwd tussen 1960 en 1965 de
waslustige bewoonsters vrijwel niets
blijken te bieden. Vandaar in het rap
port een pleidooi voor een extra, ver
warmde, geventileerde, ruime kamer
voor de huisvrouw: de wasruimte.
commissie nog niet in een ver gevor
derd stadium, zoals in Amsterdam. De
commissie kreeg de plannen voor de
Bijlmermeerpolder pas te zien, toen er
niets meer aan veranderd kon worden.
Tot grote teleurstelling van de VAC.
„Op het ogenblik is een commissie
bezig om de woningbouwplannen voor
de polders in het IJsselmeer te bestu
deren. Het is de bedoeling om in de toe
komst een vervolg op het wasrapport
te geven, waarschijnlijk met het dro
gen als onderwerp".
Twee jurkjes van bruin-wit geblok
te doorzichtige mousseline.
ADVERTENTIE
vla-flip
yoghurt
Cchimmels zijn belangrijker voor de
samenleving dan de meeste men
sen beseffen. Sommigen denken hierbij
meteen aan schimmels die gebruikt
worden bij de fabricage van geneesmid
delen, zoals penicilline, treptomycine
en terramycine. Slechts weinigen staan
er ooit bij stil dat ook in de natuur vele
schimmels de mens tot zegen zijn. Dat
zijn de schimmels die zorgen voor de
omvorming van afgevallen bladeren en
andere plantenresten tot natuurlijke
meststoffen. Weer andere schimmels
vernietigen schadelijke insekten en an
dere kleine dieren die oogsten aantas
ten.
Er zijn ook vele schimmels die schade
berokkenen, zoals schimmels die bij
mens en dier huidaandoeningen ver
oorzaken, en schimmels waarvan de
sporen hooikoorts en andere allergische
aandoeningen kunnen veroorzaken. En
dan zijn er de schimmels die de verwek
kers zijn van allerlei planteziekten.
Een van 's werelds belangrijkste cen
tra voor schimmelonderzoek is geves
tigd in ons land. Het is de Stichting Cen-
traalbureau voor Schimmelcultures
(kortweg CBS) in Baarn. De CBS be
schikt over een van de grootste verza
melingen schimmels in de wereld. De
verzameling bestaat uit meer dan 8000
verschillende soorten. De CBS stelt
speurwerkcentra in de gehele wereld
op aanvraag schimmelcultures uit haar
collectie beschikbaar. Anderzijds ont
vangt de CBS uit alle delen van de we
reld schimmelcultures, met het verzoek
de stam- en soortnamen vast tg stellen.
De CBS onderzoekt Ook de doelmatig
heid van schimmelwerende stoffen en
de aantasting van allerlei stoffen door
schimmels.
In het buitènland heert de CBS een
grote faam. Het was plezierig dat dezer
dagen deze stichting via het ANP
gegevens over haar activiteiten ver
strekte die voor het Nederlandse pu
bliek bestemd waren.
LOS ANGELES Een jonge Ameri
kaanse geleerde, Patrick Payton, die
kunstmatige diamanten ter grootte van
een sinaasappel wil maken, wacht op
de tijd waarop de mens naar de maan
kan reizen, om daar zijn werk voort
te zetten. „Wanneer wij in het constan
te luchtledige op de maan kunnen wer
ken zullen wij onze handen werkelijk
vrij hebben", zegt hij.
Zijn methode bestaat uit het laten
groeien van een echte diamant van
een karaat, in koolstofdamp. Deze
damp zet zich in lucht direct om in
grafiet, zodat in een absoluut luchtle
dig gewerkt moet worden. Tijdens de
verdamping moet contact met zuurstof
worden vermeden.