Reeds veertig vrouwen als herenkapster werkzaam Wasrapport pleit voor goede wasruimte in elke woning Lekker! Uitermate geschikt, want ze maken er iets van Staphorster vrouw doet lang met haar kleding „BONNIE-LOOK" IN MAKE-UP San balm Boetiekcollectie van drie confectionairs D- TIJD VAN JACOB, EVEN JE NEKHAREN BIJKNIPPEN' IS NU WEL VOORBIJ... De maitre zelf Bloemperk Niet verwijfd Ook vrouwen 4- „Net dat TWEE JAAR LEVERTIJD VOOR HANDGEWEVEN STOFFEN Niets uit handen Zwangerschap kan worden uitbesteed aan laboratorium D' Modieus gekleed voor weinig geld Nieuwe stijl heet Nickie Trend Jaren dertig Speels Recordtijd TIS PLICHT DATIEDRE HUISVROUW... Wasmachine dikwijls in de verdrukking Schimmels vaak erg nuttig Diamantengroei op de maan zemen zonder zorgen TIJDELIJK met gratis wafeldoekje Strijdtoneel Binnen 15 tellen klaar: Pagina 11 DONDERDAG 22 FEBRUARI 1968 meeste heren zouden waarschijnlijk „zdó'n hoofd krijgen, wanneer hun U kapster hen onder de droogkap zette of een aardig haarstukje aanpraat te om een kale plek te camoufleren. Toch zullen ze er aan moeten wennen, want er zijn in Nederland al zo'n veertig vrouwen, die zich alleen maar bezig houden met het soigneren van mannehoofden en de ontwikkeling wijst er op. dat er gaanderweg meer dames als herenkapster zullen gaan fungeren. i - „En vrouwen zijn voor dit vak van herenkapper juist zo uitermate ge schikt", zegt in Utrecht de heer H. Schmidt, eigenaar van (natuurlijk) een hercnkapsalon. Geen opgelegd sjieke zaak; doodgewoon, met drie knipstoe- len. Maar wél een vrouw daarachter, tussen alle andere bedienden. Een jaar werkt ze nu bij de heer Schmidt: Ria Wolters uit Utrecht, 21 jaar en zelf dochter van een herenkapper. „Ik werkte hier net", zegt Ria, „en in de wachthoek zaten vier klanten. Ik vraag: Heren, wie is er aan de beurt? Nou, er was helemaal niemand aan de beurt. Ik pak mijn schaar en zet maar een lachend gezicht: Heren, wie van u durft het aan bij mij in de stoel te komen? Ze begonnen allemaal te grin niken en wilden opeens alle vier tege lijk". Er zijn, door de eeuwen heen, altijd mannen geweest, die dameskapper wer den, om de doodeenvoudige reden, dat ze een baan wilden hebben en iets unieks voor vrouwen wilden bedenken. En nog steeds doen ze hun klanten hoogst vereerd opveren als de maitre" zelf zich met heur haren zal bemoeien. Maar hoe komt nu een vrouw zonder meer op de Amsterdamse kappersvak school terecht met de mededeling: „Ik wil herenkapster worden". Ria? „Mannen knippen mannen, dat was de vaste regel", is haar antwoord, „nog ervan afgezien dat je daar natuurlijk doodeenvoudig een keer van kunt afwij ken. Maar bij mij zit het Iets dieper: vrouwen zijn lastig". Dan volgt het verhaal van de tassen- winkel, waarin ze een jaar als verkoop ster werkte. Iedere keer weer die hele collectie uitstallen, iedere keer horen, dat er nog eens over moest worden ge dacht, iedere keer merken dat er iets geruild werd, omdat 't tóch niet zo den derend goed bij dat pakje paste. Waaraan Ria toevoegt: „Maar zelf ben ik ook lastig" en dan schakelt ze snel over op de mannen, „die meestal minder praten en aarzelen". Dat aarzelen, dat kan, want ik hoor van Ria, dat er iedere keer maar weer nieuwe herenkapsels worden ontworpen. Maar, vraag ik haar, als je om je heen kijkt zijn er toch nog genoeg mannen die één keer in de twee maanden naar de kapper gaan, om er eens flink de ton deuse in te laten zetten en vervolgens met een rond rond bloemperkje É>oven op het hoofd de deur weer uitwandelen? „Dat is heel vreselijk", vindt ze en haar mannelijke collega Joop Hulst kamp is de eerste om haar, recht streeks vanachter een herenhoofd, bijval te betuigen. „Maar die mannen, die helemaal opgeknipt willen worden, zie je hoe lan ger hoe minder", zegt ze. „Wat ik leuk vind, is wat met de föhn werken en het haar vooral gedekt knippen. Van die föhn zeggen sommige mannen nog wel eens: Dat is mij veel te verwijfd. Maar dan moeten ze even niet vergeten, dat ze ook met een hoofd dat er voortreffe lijk verzorgd uitziet de zaak weer uit gaan". Vrouwen vinden wat dat betreft niets „gek". Die stappen met een foto van Liz Taylor als voorbeeld naar hun kap salon, die kopen postiches omdat de grootste vijandin er ook een op haar hoofd heeft, die doen gewoon iets. „Mannen stiekem toch ook wel vaak", weet R:a Wolters. „Ik geloof dat, als je naar een paar jaar geleden kijkt en als ik mijn vader en meneer Schmidt hoor, dat de mannen hun haar steeds beter gaan verzorgen. Waarom ook niet. Ik zal de eerste zijn die een sterk kalende man een haarstukje zal aanra den. Als ze daar dan zelf ook voor voe len: meteen aanschaffen, want die din gen zijn er toch voor". Maar het gebeurt ook wel een keer, dat een van die sterk kalende mannen zegt: „Haarstukje, haarstukje? Niets voor mij. Ik ben al jaren getrouwd". Ondertussen hoor ik ook, dat -er in Utrecht maar één volledig kale man is en dat het voornaamste van het heren kappersvak de kniptechniek is. „Op de vakschool in Amsterdam dach ik: Dat leer ik nooit", zegt Ria Wol ters. „Het is ook erg moeilijk. Kijk, ee dameskapper zet achter dat haren knir pen meteen een watergolf. Maar w kunnen niets versieren met een water golfje, alles wat je fout mocht doer blijft te zien. Daarom". Daarom ook zijn er vrouwen die, onder het mom van het zoontje dat dringend een keer onder het mes moet, de gelegenheid te baat nemen zich door de herenkapper te laten knippen. „Niets ten nadele van de collega's in damessalons, zegt Ria. „Maar het is meneer Schmidt, die ook altijd mijn haar knipt". Door al die verschillende herenkap sels, met gedekt geknipt haar of haar in de „coupe sculpture" (dat betekent doodgewoon: gesneden met het mes) is de tijd voorbij, dat vrouwen kunnen zeggen: „Jacob, ik zal eens even je bak kebaarden en je nekharen bijknippen en als het moet de bovenkant nog even uitdunnen". „Want", zegt Ria. „dan is dat ge beurd en een dag later staan die man nen hier met de boodschap: Mijn vrouw is bezig geweest, doe er alsjeblieft iets aan". Ze zegt ook: „Die scheiding kan nu best een keer rechts zitten. Waar ik het eerst naar kijk is, wat voor gezicht heeft de man en hoe zal ik het haar knippen, zodat het precies bij hem past. Nu zeggen ze wel eens: Doe maar gewoon zoals ik het altijd heb, maar dan zien ze soms een foto in de zaak han gen en dan willen ze het wéér zo". Een van de argumenten van de man, bij wie ze werkt, was, dat vrou wen in een herenkapsalon „net dat hebben". En hij zei ook: „Ze maken er iets van. Als al die meisjes, die iets bij een kapper willen doen, nu eens de mogelijkheid kenden, dat ze ook dood gewoon bij een herenkapper kunnen werken na een jaar dagopleiding op een kappersvakschool..." Dat ze er als de mannen in de stoel tenminste willen graag iets van maakt, geeft Ria Wolters graag toe. Wat de heer Schmidt met „net dat" be doelde, vermoedt ze bij benadering. „Ik denk dat het de sfeer is, die een vrouw tussen al die mannen met zich meebrengt", zegt ze, „Mannen onder el kaar, je weet wel. Ik dacht, dat ze zich iets meer intoomden. Maar ondertussen is het wel leuk en weet ik nu precies waar in een auto de accu zit vileda ADVERTENTIE Er zijn mannen met een bloemperkje boven op het hoofd en er zijn er ook, die het haar zo lang dragen, dat ze bijna „een rol naar binnen" kunnen nemen. Maar daar tussenin liggen meer mogelijkheden dan mannen denken en Ria Wolters, herenkapster in Utrecht, zal de eerste zijn om hen ervan gebruik te laten maken. ohannes Hendrikus Hagedoorn en Andries Hagedoorn die allebei 48 jaar zijn en beiden in Meppel wonen, weten van elkaar, dat ze in Nederland klederdrachten. Terwijl elders textiel bedrijven wegens gebrek aan werk de zaak moeten stopzetten, kan Johannes zeggen: „Ik ben ruim twee jaar achter met mijn bestellingen. Vrije zaterda gen zijn er bij mij niet meer bij. Ik werk van 's morgens zeven tot 's avonds half elf." De garens worden door de Staphor- sters zelf gesponnen van schapewol en bij de ahndwevers aan huis gebracht. Daarna brengt de handwever deze eerst naar een chemische wasserij voor een verfbeurt. „Bij mij moeten de Staphorsters wel twee of drie jaar wachten", zegt Jo hannes Hagedoorn. „Maar ze krijgen dan ook kwaliteit. Wat ik aflever garan deer ik vijftien jaar. Ik gebruik bij het weven uitsluitend dunne garens. Het goed, dat ik daarmee maak is ijzer- sterk. Als je met twee tractoren zou proberen de rok kapot te trekken, dan zou je dat niet lukken". Staphorsters, die trouw- of rouwkleren moeten heb ben, krijgen voorrang bij Johannes en hoeven niet zolang te wachten. Ondanks de drukte denkt noch Johan nes noch andries er over werk uit han den te geven of een kracht aan te ne men. Ze zouden ook niet graag willen, dat er nog een wever in Meppel kwam. Johannes zegt: „Dan wordt de spoeling dunner. Bovendien houd ik de toekomt in het oog. Want het zi zo, dat op het ogenblik de Staphorsters, vooral de jeugd, steeds meer burgerkleding gaan dragen. Zeven of acht hand weverij en, zoals die er in de tijd van mijn vader waren, kunnen we nu zeker niet meer gebruiken". PARIJS De nieuwe mode brengt voor de make-up ook vele veranderingen met zich mee. Groot is het verschil tus sen de twee soorten van maquillage, die daarbij vooral de aandacht trekken. De inspiratie 1930 naar „Bonnie and Clyde" geeft de ma nier, waarop men zijn schoonheid tracht te bevorderen, voor het eerst sinds lang weer een gezond en blozend aanzien. Bij de make-up „Bonnie" verschijnen weer rode blosjes op de wangen, de teint is fris en de lippen krijgen een meer natuurlijke rode tint. Lippenstift in sprekende rode tinten komt daarbij de bleek rose, bleek oranje en zelfs bleek brui ne mond vervangen. Deze meer kleurige, gezonde make-up wordt omlijst door krullenkapsels, loshangende lange haren of korte golvende coiffures, helemaal aan de jaren dertig herinnerend via Rita Hayworth of Greta Garbo. Totaal anders en juist heel mysterieus is de psychedelische make-up, die Jeanne Gatineau in Parijs onder andere uit brengt. Het is een illusionistische make-up uit San Francisco naar hier overgewaaid. Bij deze nieuwe make-up is de teint bleek en doorzichtig. Daarvoor werden crèmes en poeders in de handel gebracht. De blikvangers van deze maquillage zijn grote, mysterieus opgemaakte ogen. Op het bovenste ooglid wordt, om dat effect te bereiken, een wit vlak aange bracht. Dat vlak wordt met bruine „eye-liner" omrand. De bruine lijn loopt door tot over de buitenste ooghoek. Tn de binnenste ooghoeken wordt een witte stip'aangebracht. De wimpers zijn lang, omhoog gebogen en in het midden De nieuwe Bonnie make-up is fris en natuurlijk. Er horen kinderlijke poppe-ogen bij, frisse blosjes op de wangen en een kersenrode mond. gespleten. Deze make-up maakt het oog amandelvormig. Er hoort een bleke lippenstift bij en een matte teint met scha duwwerking op de wangen onder de ogen. Gladde, strakke haren omkransen deze opmaak. De met de hand gewezen Staphorster kleren gaan zeer lang mee. „Als je da gelijks zo'n rok draagt, kun je er wel vijftien jaar mee doen", zegt Johannes. „Ik heb eens een vrouw gesproken, die een rok droeg, die al wel tweehonderd jaar oud was". Gerrit Kleijwegt. veertigjarige Sullerot rekent Fran^aise Evelyne in haar boek „De vrouw van morgen" af met de door de eeuwen heen gekoesterde opvatting, dat de vrouw een mysterie is. Nuchter en zakelijk werpt ze het ge vestigde beeld van de „ideale" echtge note en moeder omver. Ze beschuldigt de wetenschap van de psycho-analyse ervan dit foutieve beeld in plaats van te ontzenuwen nog ingewikkelder en mysterieuzer te maken. Want, aldus de schrijfster, Freud en zijn geestverwan ten namen, het verkeerde uitgangspunt, namelijk alleen de man. De sociologe Evelyne Sullerot stamt uit een protestantse Franse familie. Toen ze op zestienjarige leeftijd haar moeder verloor, nam zij de zorg voor de drie jongere kinderen op zich. Na haar huwelijk wijdde ze zich eerst aan haar gezin met vier kinderen. Pas op dertigjarige leeftijd ging ze opnieuw stu deren en bekostigde haar studie zelf door spreekbeurten te houden en arti kelen te schrijven. Nu ze in de buurt van de veertig is, doceert ze sociale wetenschappen aan de universiteiten van Parijs en Brussel. De Franse schrijfster vraagt zich af of het verschil op sexueel terrein tus sen man en vrouw zo groot zal blijven. Vooral gezien in het licht van de ont dekking, dat een kind naast de moeder schoot ongeveer vanaf de derde maand tot het tijdstip van de geboorte in een soort couveuse in een laboratorium kan groeien. Bij een enquête aan een Parijse uni versiteit bleek een groot aantal studen tes voor de „uitbestede zwangerschap" te zijn op voorwaarde dat hun kind dan geen risico loopt. Is het kind negen maanden, dan kan de moeder het aan het laboratoium ophalen. Haar verant woordelijkheid tegenover het kind gaat dan lijken op de verantwoordelijkheid van de man. In de toekomst ziet de sociologe nog als enig strijdtoneel tussen de man en de vrouw het arbeidsterrein. Aan de hand van feiten stelt ze vast, dat de vrouw steeds de minder in economisch aanzien staande baantjes krijgt. Ze geeft het volgende voorbeeld: Was het werk op de kippenboerderij vroeger een taak voor de vrouw, toen de man merkte, dat hiermee veel te verdienen is, ging hij het zelf doen. De Franse sociologe pleit voor het recht op arbeid van de vrouw. Dat de kinderen de dupe van een werkende moeder zullen worden, verwerpt ze. De kinderen lijden meer bij een moeder, die overspannen is dan bij een moeder die met andere indrukken van haar werk thuiskomt. Dat de instelling van het huwelijk in gevaar zal komen bij een economisch onafhankelijke vrouw, vindt de schrijfster een onjuiste opvat ting. Evelyne Sullerot heeft het boek „De- main, les femmes" charmant en humo ristisch geschreven. Ze zet in zekere zin het werk van de existentialist© Si- mone de Beauvoir voort, terwijl ze dit n een andere betekenis verwerpt als afgedaan, zonder het als zodanig te noe men. De Nederlandse vertaling is van H. F. M. Coewinkel. Ondanks het stu dieachtige element van het boek, dat bij Paul Brand in Hilversum ver scheen, is het prettig te lezen. ■HHnnnBs; ADVERTENTIE RUWE HANDEN! HANDCREME uw handen vragen erom AMSTERDAM Goed nieuws voor vele vrouwen, die voor weinig geld modieus gekleed willen gaan, is de samenstelling van een speciale boetiekcol lectie door drie Nederlandse confectionairs. De mode-ontwerper en supervisor van deze nieuwe boektiekstijl die onder de naam Nickie Trend in de handel komt is de jonge Amster damse couturier Frank Govers. In de weken dat de Romeinse en de Parijse modehuizen hun voor velen onbereikbare voorjaarsmodellen toonden, heeft de 34-jarige Frank Go- vers zijn collectie samengesteld. Het pleit voor zijn vakmanschap dat alle modedetails uit de toonaangevende Europese centra in de boetiekserie al vertegenwoordigd zijn, zoals de terug gekeerde taille, de pakjes in rood-wit, blauw-wit of grijs-beige strepen en de doorzichtige stoffen.. Deze zomerkleren zijn allemaal ge- maakt in de stijl van de jaren dertig met een snufje mini. Leuke vlotte jurkjes, een flink eind boven de knie, van stof, waar grootmoeder ooit een feestblouse van gehad heeft. Natuurlijk ontbreekt de Bonnie-dracht (naar het liefje van gangster Clyde) niet. De liefhebsters kunnen hun hart ophalen aan bijna vormeloze pakken met lan ge rokken en rechte jasjes. Een baret op één oor of een pothoed helemaal over de ogen getrokken horen er bij. Toch geven we de voorkeur aan de eenvoudige lichte en speelse zomer jurkjes met verlaagde taille in combi naties van blauw-wit, rood-wit, crème met oudrose en crème met bruin. De eerste collectie is uitgebreid met grap pige matrozenpakjes, nappa-leren jur ken en bijbehorende hoeden, schoenen en kousen nodig voor de Total look. Voor een avondje uit zijn de jurk jes overwegend in wit uitgevoerd. Frank Govers wil de Nickie-Trend- collectie modieus houden. Dit betekent dat hij per week vier tot vijf nieuwe modellen maakt, die binnen een re cordtijd in de diverse boetiekjes te krijgen zullen zijn. De drie samenwerkende confectie-in- dustrieën Bröcker en Bröcker NV, Euro- dress NV en Continental Fashions NV staan garant voor de snelle vervaardi ging van de jurkjes. Twee witte jurkjes afgebiesd met zwart band voor een feestje. mmrnm «..Mil iiin.jin iiiniiM mmm mm mensen in Nederland mogen niet ruim behuisd »yn in het algemeen, hun wasmachines zitten nog veel meer in de verdrukking. Driekwart van de vrouwen, die thuis wassen, doen dat met een wasmachine. De meesten wassen in de keuken, maar velen van hen moeten de geliefde wasrobot op het balkon, in de in de badcel, de schuur of bjj kennissen parkeren. garage, In het wasrapport van de Stichting Landelijk contact van de Vrouwenad viescommissies voor de woningbouw (de VAC's) wordt heel wat aandacht aan de wasmachine besteed. Niet om er reclame voor te maken, maar om dat de vrouwen in ons land zelf was sen als een plicht zien, die zij niet graag verzaken. Het rapport verwacht, dat het aantal automatische wasmachines daarom nog zal stijgen en dat het gebruik van wasserettes of zelfwasserijen en was serijen, waarop de vrouw af en toe graag een beroep doet, constant zal blijven. De sociografe drs. S. Boef- van der Meulen uit Rotterdam heeft het was rapport samengesteld. De conclusies zijn gebaseerd op de uitkomsten van een enquête, waaraan 56 plaatselijke VAC's verspreid door heel Nederland hebben meegewerkt. Het onderzoek werd financieel gesteund door het mi nisterie van Volkshuisvesting en Ruim telijke Ordening. Wij willen speciaal de was- en droog- gelegenheid onder de aandacht bren gen van hen. die de huizen bouwen", zegt de presidente van de VAC's me vrouw T. van der Marei. „Het is immers het doel van deze commissies de overheid te adviseren bij het beoordelen van woningbouw plannen ten behoeve van de bewoners". Op verzoek van het Bouwfonds voor Nederlandse Gemeenten, is een ver langlijstje gemaakt van de belangrijk ste eisen aan een woning te stellen. Tussen rust, ruimte voor elk der be woners, groenstroken, de mogelijkheid voor een kind om zijn huis te herken nen en andere eisen staat ook de aparte wasruimte, verwarmd en met aan- en afvoerpijpen. Die laatste wens vindt in het wasrap port veel steun in een rijtje cijfers: 77 Procent van de vrouwen wast thuis, bleek uit de enquête. Van de thuiswassers stond er een wasmachine bij 75 pet. (In zeven jaar 44 procent gestegen). Werd de was gedaan in de keuken bij 33 pet. in de badkamer of badcel 25 pet. in de bijkeuken 13 pet. in gara ge of schuur 16 pet. bij vrienden of kennissen 8 pet. Maandag is de wasdag, bij gezinnen met kinderen ook .vrijdag. Bij vele vrouwen, die in de keuken wassen, staat de machine op een balkon of in een garage. Toch zal ze meer ruimte moeten hebben voor het plaatsen van een was machine, ruimte voor het drogen van de was, voor het bergen van vuil was goed, voor het strijken en voor het doen van de „fijne" was, „die niet in de machine kan", zegt mevrouw Boef. „Waarschijnlijk zal in de toekomst de aanschaf van een droogtrommel, een strijkmachine, een afwasmachine en een diepvriezer niet tot de onmogelijk heden behoren". In sommige steden is inmiddels de samenwerking met de Vrouwenadvies- 't ls de plicht van ied're huisvrouw dat zij haar gezinswas zelf doet zo ziet de Nederlandse vrouw dat zelf tenminste. Gelukkig voor haar, hou den de Nederlandse mannen van spe len met ingewikkelde apparaten en staan zijn bijna te trappelen om de volautomatische wasmachine in huis te halen. Aldus verschijnt het Neder landse echtpaar als een fikse bondge noot van dat draaiende, spoelende, centrifugerende kastje in een rapport, gewijd aan de was- en drooggelegen- heid in de Nederlandse huizen, die gebouwd tussen 1960 en 1965 de waslustige bewoonsters vrijwel niets blijken te bieden. Vandaar in het rap port een pleidooi voor een extra, ver warmde, geventileerde, ruime kamer voor de huisvrouw: de wasruimte. commissie nog niet in een ver gevor derd stadium, zoals in Amsterdam. De commissie kreeg de plannen voor de Bijlmermeerpolder pas te zien, toen er niets meer aan veranderd kon worden. Tot grote teleurstelling van de VAC. „Op het ogenblik is een commissie bezig om de woningbouwplannen voor de polders in het IJsselmeer te bestu deren. Het is de bedoeling om in de toe komst een vervolg op het wasrapport te geven, waarschijnlijk met het dro gen als onderwerp". Twee jurkjes van bruin-wit geblok te doorzichtige mousseline. ADVERTENTIE vla-flip yoghurt Cchimmels zijn belangrijker voor de samenleving dan de meeste men sen beseffen. Sommigen denken hierbij meteen aan schimmels die gebruikt worden bij de fabricage van geneesmid delen, zoals penicilline, treptomycine en terramycine. Slechts weinigen staan er ooit bij stil dat ook in de natuur vele schimmels de mens tot zegen zijn. Dat zijn de schimmels die zorgen voor de omvorming van afgevallen bladeren en andere plantenresten tot natuurlijke meststoffen. Weer andere schimmels vernietigen schadelijke insekten en an dere kleine dieren die oogsten aantas ten. Er zijn ook vele schimmels die schade berokkenen, zoals schimmels die bij mens en dier huidaandoeningen ver oorzaken, en schimmels waarvan de sporen hooikoorts en andere allergische aandoeningen kunnen veroorzaken. En dan zijn er de schimmels die de verwek kers zijn van allerlei planteziekten. Een van 's werelds belangrijkste cen tra voor schimmelonderzoek is geves tigd in ons land. Het is de Stichting Cen- traalbureau voor Schimmelcultures (kortweg CBS) in Baarn. De CBS be schikt over een van de grootste verza melingen schimmels in de wereld. De verzameling bestaat uit meer dan 8000 verschillende soorten. De CBS stelt speurwerkcentra in de gehele wereld op aanvraag schimmelcultures uit haar collectie beschikbaar. Anderzijds ont vangt de CBS uit alle delen van de we reld schimmelcultures, met het verzoek de stam- en soortnamen vast tg stellen. De CBS onderzoekt Ook de doelmatig heid van schimmelwerende stoffen en de aantasting van allerlei stoffen door schimmels. In het buitènland heert de CBS een grote faam. Het was plezierig dat dezer dagen deze stichting via het ANP gegevens over haar activiteiten ver strekte die voor het Nederlandse pu bliek bestemd waren. LOS ANGELES Een jonge Ameri kaanse geleerde, Patrick Payton, die kunstmatige diamanten ter grootte van een sinaasappel wil maken, wacht op de tijd waarop de mens naar de maan kan reizen, om daar zijn werk voort te zetten. „Wanneer wij in het constan te luchtledige op de maan kunnen wer ken zullen wij onze handen werkelijk vrij hebben", zegt hij. Zijn methode bestaat uit het laten groeien van een echte diamant van een karaat, in koolstofdamp. Deze damp zet zich in lucht direct om in grafiet, zodat in een absoluut luchtle dig gewerkt moet worden. Tijdens de verdamping moet contact met zuurstof worden vermeden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 11