„(Vooral) Ard en Kees maakten hem het werken door hun houding onmogelijk" Huiskes: „Nog door KNSB benaderd" Frans paard won de „Grand Prix d'Hiver" Berisping voor Verkerk en Schenk Wim de Graaff: „Spijt van die twee jaren" Schaduw Weinig lijn Nooit geaccepteerd Vedetten Zelfbeheersing Koon eoedkooer bij De GruyterBetere waar voor de laagste prijs! Pagina 11 WOENSDAG 28 FEBRUARI 1968 MAASSSLUIS Op de vroege dinsdagmorgen belt Wim de Graaff (36) „met een zeker gevoel van opluchting" Piet Bergström, directeur van de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijdersbond (KNSB). Hij deelt hem mee dat hij heeft besloten zijn taak als trainer-coach van de nationale kernploeg als geëindigd te beschouwen. De avond tevoren al heeft hij de heer J. F. van Dalfsen, voorzatter van de technische commissie, van zijn besluit op de hoogte ge steld. .Alleen Van Dalfsen", zegt De Graaff later, „heeft nog even geprobeerd om alsnog over dit besluit te praten, maar Bergström begreep het onmiddellijk". Die twee telefoongesprekjes maken een einde aan een pe- Zoekend naar woorden schetst Wim de Graaff fragmentarisch het beeld van de trainer-coach, die het twee seizoenen lang erg moeilijk heeft gehad. „Ja, ik heb spijt van die twee jaar. Om verschillende redenen. In de eerste plaats had ik ze ker een paar jaar moeten wachten. Vorig jaar nog had ik Rudie Liebrechts in de ploeg, een jongen met wie ik zelf nog in de kernploeg heb geschaatst. Verder heb lk in 1966 te snel een beslissing genomen, voornamelijk omdat ik het zo'n grote •er vond dat ik werd benaderd om Anton Huiskes op te volgen. Achteraf kun je dat onverstandig vinden, maar zo was het nu eenmaal. Ik had ervoor moeten zorgen dat ik grotere bevoegdheden had gekregen en vooral ook meer geld. Dat is mijn fout geweest, maar toch ook wel de fout van de KNSB. Toen ik maar de helft kreeg van het zeker niet hoge salaris dat ik vroeg voerde ik aan dat ik toch mijn handen moest vrij hebben om boeken over schaatstechniek te bestuderen, om de jongens regelmatig te bezoeken, om geregeld naar de conditietraining op het Cios te gaan. Maar de heren van de KNSB zeiden: „Ach, ga maar af en toe eens kijken. Dat is toch wel vol doende?" Dat nu is verre van voldoende geble ken. Vanaf de eerste dag is het contact tussen De Graaff en met name de twee toprij'ders Verkerk en Schenk uiterst gebrekkig geweest. Wim de Graaff heeft daar nooit over willen praten: „Ondanks alles heb ik mij voorgeno men om mijn twee jaar uit te dienen, zonder rel te maken. Ten slotte was ik niet zo zeer met mijn werk begonnen in de veronderstelling dat ik een super training zou geven. Ik wilde alleen, na overleg met e KNSB, proberen de zaak weer in goede banen te leiden. Ervoor zorgen dat die jongens weer eens normaal zouden gaan doen. Maar dat is niet gelukt, dat is me onmoge lijk gemaakt." Op welke manier? „Vanaf het begin en dat zeg ik niet om Ard af te breken heeft Ard Schenk de houding aangenomen van: wat kan De Graaff mij nou leren? Hij ging er van uit: jij wordt er toch voor betaald en het is een mooie reclame voor je zaak. Om een voorbeeld te geven. De dok ter kreeg na een wedstrijd weieens een prijsje van de jongens en een bedankje. Dat hebben ze voor mij nooit over ge had. Het is natuurlijk niet belangrijk, maar het tekent de sfeer". Wim de Graaff. die dank zij voor beeldige zelfbeheersing twee ellendige seizoenen lang zijn mond heeft gehou den en ook nu zijn kritiek niet te hard wil laten aankomen, laat niettemin we ten: „Met Ard Schenk en Kees Ver kerk wil ik niet meer werken. Ard heeft dus vanaf het begin laten blijken dat hij Anton Huiskes niet wilde verge ten. Ik had vrijwel geen vat op hem. Met Kees Verkerk lag het iets anders. Hij volgde mijn aanwijzingen wel op, deed wat ik hem adviseerde, maar als ik dan weg was ging hij weer gewoon zijn eigen gang". De schaduw van Anton Huiskes, ge liefd bij de hooggeklommen Schenk en Verkerk, bleef hem achtervolgen? „Je zag ze altijd denken: Anton deed het zo. Hij wist het allemaal veel beter. Door die muur heb ik nooit kunnen heendringen. Ik weet het wel, ik ben niet zo'n vlotte prater en daarom is me ook verweten dat ik niet met die jon gens kon babbelen. Maar als ze al gaan zitten met een blik van „wat moet jij ons nu vertellen", dan praat het nu een maal wat moeilijker. Dan komt het er allemaal wat ongezellig uit". De Graaff noemt in dit verband een sterk voorbeeld: „In het seizoen 1966/ 1967 was Ard het weer oneens met mijn schema's. Ik zei toen tegen hem: Ard, ik wil je tonen dat ik het allemaal voor jou doe. Laten we dan eens naar Anton Huiskes gaan en hem vragen wat er aan mijn schema's mankeert. Ik wil best het risico lopen nagewezen te worden als de man die zo nodig aan Anton Huiskes raad moet vragen. Nou ja, dat hebben we toen gedaan. En weet je wat Anton zei? Hij hield Ard voor dat het met mijn schema's best in orde was en dat hij niet zo ge spannen tegenover mij moest staan, omdat dat zijn prestaties ongetwijfeld nadelig zou beïnvloeden". En ook dit wil Wim Van de Graaff nu wel zeggen: „Er is in de afgelopen seizoenen wel zo veel over Huiskes ge praat, maar het is toch echt veel meer Henk Lamberts geweest die nieuwe trainingsmethoden heeft ingevoerd. En op die basis heb ik eigenlijk voortge borduurd". Hoe denkt hij over de trainingssche ma's van Huiskes? „Die schema's van Anton heb ik kort na mijn benoeming eens doorgenomen met conditietrainer Ben Holleboom en toen is het ons eigenlijk opgevallen dat daar zo weinig lijn in zat. Daarna heb ben we het een en ander veranderd en dat zinde Schenk en Verkerk niet zo erg". Er mankeerde al heel lang iets aan de verhouding tussen toprijders en coach. De Graaff geeft het volmondig toe. Heeft hij in die benauwende situa tie voldoende steun gehad van de KNSB die hem twee jaar geleden na één enke le bespreking zijn handtekening liet zet ten onder een weinig aantrekkelijk con tract? „Ach, steun van de bond had ik wel. Met directeur Bergström bijvoorbeeld heb ik altijd goed kunnen werken. Hij is in elk geval een man die zegt waar het op staat, je weet met hem precies waar je aan toe bent. Maar ik had wel meer steun van de KNSB mogen heb ben op het gebied van het menselijke contact tussen de rijders en mij. Ik heb de mensen daar een paar keer at tent op gemaakt, maar dan voerden de bestuurders argumenten aan als: ik heb het te druk met mijn werk, ik moet er een paar uur voor reizen en dergelijke dingen. Ze hebben waar schijnlijk gedacht: het gaat stroef, het zal volgend jaar ook wel stroef gaan". Ard Schenk heeft het gezag van deze trainer-coach nooit geaccepteerd. Heeft riode vol speculaties over de plannen van zwaar beproef de Wim de Graaff binnen de KNSB de bond die tot zo ontelbaar vele affaires aanleiding heeft gegeven. Op die dinsdag onthult later Wim de Graaff dat de ontwikkelin gen rondom de kernploeg in het afgelopen seizoen niet de directe aanleiding tot zijn verstrekkende beslissing zijn ge weest. Alleen zijn sterk meelevende vrouw Willy wist, dat Wim de Graaff al aan het einde van het vorige seizoen ondanks alle successen die de Nederlanders bevochten definitief had besloten zijn contractueel vastgelegde twee jaar uit te dienen en daarna zijn functie neer te leggen. dat De Graaffs positie ernstig onder graven en heeft hij daardoor ook moei lijker kunnen werken met de andere kernploegleden, Nottet, Jorritsma. Bols en Eriks? „Dat heeft mijn positie inderdaad ondergraven. Als je geen vat hebt op de grote mannen, is het eigenlijk een beetje kinderachtig om uren lang bezig te zijn met de jongere rijders. Kijk, ik heb meermalen geprobeerd om mijn eigen ideeën door te voeren, maar als Schenk en Verkerk dan nauwelijks naar je luisteren dan denk je tenslotte: nou, laat het dan maar zo. Daardoor heb ik de overige rijders minder bij kunnen brengen dan in normale omstandighe den mogelijk geweest zou zijn". Heeft hij, als de situatie zo ernstig was, nooit overwogen om de onwillige Schenk dan maar naar huis te sturen? Wim de Graaff, na lang nadenken: „Eerlijk gezegd heb ik daar over lopen peinzen. Maar ik heb het niet aange durfd. Dat is, achteraf gezien, mis schien mijn fout geweest. Maar ik was bang voor de rel, die een dergelijk be sluit zou ontketenen". Kon hij enig begrip opbrengen voor de sterallures van de twee toprijders? „Kijk, ik heb wel heel lang in de kernploeg gezeten. Ik ken de sfeer van de topsport dus wel zo ongeveer. Maar ik heb in mijn tijd nooit de sprong kunnen maken van, laten we zeggen, de zesde naar de eerste plaats. Ard en Kees hebben de top bereikt en dat is net het verschil. Die jongens zijn net zoiets als de Beatles, echte vedetten". Na het Europese kampioenschap in Oslo heeft Wim de Graaff het, naar hij zich zeer levendig herinnert, heel moei lijk gehad. „Toen", zegt hij, „was ik bijna afgeknapt. Niet zozeer wegens de teleurstellende prestaties, maar om een serie redenen. In Hamar begin het al. Peter Nottet werd overspannen. Kees Verkerk werd flink ziek. Die dingen bevorderen de goede sfeer natuurlijk niet. Ook in Toensberg al waren er moeilijkheden. Sommige jongens wil den liever uitgaan dan tijdig naar bed. Ook op dat vlak lagen soms de moei lijkheden. Ik vond toen, in Toensberg, dat het geen tijd was om feest te vieren. In Fagernes waren we al drie keer uitge weest, in Oslo hebben we twee keer feest gevierd. Ik vond het welletjes. En als de jongens zich er dan niet bij neerleggen krijg ik de pest in. Dan denk ik: moet je nou wéér een pilsje drinken, begrijp je wel? En dat geeft zijn weerslag natuurlijk ook op de trai ning". Teleurgesteld terugkijkend op twee sombere jaren als trainer-coach van de kernploeg noemt Wim de Graaff „het gebrek aan een strakke organisatie bin nen de KNSB" als één van de mogelijke oorzaken van steeds weerkerende ru zies. Een vluchtig zelfonderzoek brengt hem tot de bekentenis: „Als ik in het begin maar wat meer zelfvertrouwen had gehad, dan zou het misschien nog anders zijn gelopen. Maar als ze bij al les wat je doet zeggen dat Anton Huis kes het heel anders en zo veel beter deed, dan weet je het op een gegeven moment helemaal niet meer". Een lichtpuntje ziende zucht dan Wim de Graaff „Voor meze(f ben ik in elk geval blij dat ik in die twee jaar mijn zelfbeheersing niet heb verloren. Dat ik geen gekke dingen heb gezegd". MAARN De voormalige coach van de kernploeg, Anton Huiskes, die gisteren vanuit Zweden terug keerde, zei over het heengaan van Wim de Graaff: „Is dat zo? Ik wist officieel nog van niets." Over een eventuele terugkeer van hem als coach van de Nederlandse toprijders voegde Huiskes eraan toe: „Ik ben niet benaderd om te rug te komen ik ben nog altijd in onderhandeling met Zweden, waar ik dit seizoen de top heb getraind. Bovendien wil ik niet met de huidi ge leiders in de Koninklijke Neder landse Schaatsenrijdersbond sa menwerken. Er moeten er eerst een paar weg". Op de vraag of de leden van de kernploeg hem gevraagd hadden om terug te komen, antwoordde Huiskes: „Er is wel eens tussen ons een informeel gesprek geweest. Overigens vind ik die hele prestige- slag in de bond want dat is het toch weer erg vervelend. De jon gens werden er de dupe van. Ik ge loof, dat de uitlatingen, die Cees Verkerk aan het adres van De Graaff heeft gericht, niet ingrijpen in een beleidskwestie van de bond." BRUSSEL De met 700.000 Belgi sche franken (f 52.500) gedoteerde „Grand Prix d'Hiver" is dinsdagmid dag door het Franse paard Quarina, bereden door J. Gougeon, gewonnen. De draverijen werden op de renbaan van Sterrebeek, dichtbij Brussel, gehouden. De Franse paarden Pluvier 3 en The tis 6 en het Belgische paard Argus ein digden respectievelijk op de tweede, derde en vierde plaats. AMERSFOORT Dinsdagavond heeft het bondsbestuur van de Konink lijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond in Amersfoort langdurig verga derd over de „kwestie-Verkerk". Na het afluisteren van de geluidsband van het televisie-interview, dat de kern- ploegleden Kees Verkerk en Ard Schenk op 24 februari jl hadden, kwam het bondsbestuur tot de volgende conslu- sie: „Het bondsbestuur staat volkomen achter de beslissing, waarbij Verkerk een startverbod is opgelegd voor Ja pan. Verkerk en Schenk negeerden het him bekend zijnde reglement van orde, waarbij is bepaald, dat mededelingen aan publiciteits-media door leden van de kernploegen met betrekking tot kwesties de KNSB betreffende niet zijn toegestaan dan na overleg met het bondsbestuur of de aangewezen verte genwoordigers van dit bestuur. Hoewel de kernploegleden ingevolge dit regle ment van orde bij zo'n overtreding kunnen worden uitgesloten volstaat het bestuur met een berisping aan Ver kerk en Schenk overeenkomstig artikel 36a sub 1 van het huishoudelijk regle ment. Bij het bepalen van deze straf heeft het bestuur in aanmerking geno men, dat de vragen in het interview op suggestieve wijze zijn gesteld. Te vens heeft het bestuur kennis genomen van het feit. dat Kees Verkerk inmid dels zijn verontschuldigingen aan De Graaff heeft aangeboden en ook dat hij begrip had voor het intrekken van zijn startvergunning voor Japan. Hieraan voegt het bondsbestuur nadrukkelijk de ernstige waarschuwing toe, dat een overtreding van de overeenkomst door welk lid van de kernploeg ook, ln de toekomst onmiddellijk schorsing tot ge volg zal hebben".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 11