WAT WIJ GELOVEN ZWAARD OF BEKER Majoor A. M. Bosshardt, organisatrice van het Good will werk van het Leger der Heils te Amsterdam, onlangs bevorderd tot Brigadier O. F., stond ons ook te woord over het meer praktisch Legerwerk, in schier alle wijken en buurten van Amsterdam. Ook nu weer konden wij haar uitspraken goed geformuleerd weer geven door tevens gebruik te maken van biografische en Leger der Heils lectuur. Het was een boeiende bezigheid, met haar van ge dachten te wisselen, waarbij uiteraard maar nauwelijks sprake kon zijn van een discussie, omdat op dit terrein de Goodwill-werkers(sters) uiteraard meer recht van spreken hebben, dan theoretici. We willen de lezer gaarne op de hoogte stellen van het verloop van dit gesprek. t EENS: MAJOOR BOSSHARDT NOG BRIGADIER BOSSHARDT, UW WERK OP DE WALLETJES EN DE ZEEDIJK, MOGEN WE DAAR OOK ENIGE VRAGEN OVER STELLEN?... Met enige restrictie, zeer zeker. HOE BEZIET U HET WERK ONDER DE PROTITUÉES, BE STRIJDT U DE PROSTITUTIE?... Wij bedrijven er evangelisatie. Niet alleen het evangelie ver kondigen, maar het ook vertolken. Ik probeer deze vrouwen de helpende hand zó vaak toe te steken dat 'ze op dat ogenblik dat ze hem grijpen. Deze meisjès en vrouwen accepteren we zoals ze zijn, in hun situatie. IK had er in wezen ook kunnen zitten. Ik kan dus niet pretenderen de prostitutie te bestrijden. Mis schien indirect... De benadering van de prostituée geschiedt uit sluitend persoonlijk, men moet geaccepteerd zijn en op een of andere wijze als „erbij horend" ervaren worden, wil men tot een werkelijk contact komen met deze yrouwen. Het gaat daar bij niet zozeer om prostitutie-bestrijding als wel om het wijzen op en het helpen bij de mogelijkheid om meer in overeenstem ming met Gods bedoeling met de mens en in het bijzonder met de vrouw, te leven. Soms lukt dit. Wij beschikken o.a. over een opvangcentrum voor de vrouwen die „het leven uit" (met de prostitutie breken) willen, of anderszins in acute nood zijn, soms blijft het bij een toch wel gewenst en gewaardeerd con tact. IN WELKE SITUATIE WILT U DE PROSTITUéE DE HEL PENDE HAND TOESTEKEN?... In een chronische noodsituatie, die ik het beste kan omschrij ven met deze woorden: het is de nood van een vrouw die leeft door en voor en met het surrogaat. Alles in haar leven is on echt, behalve de echte nood, die uit dit staan in onechtheid re- eel is. Wat zij als liefde aan de man weet te brengen wordt door beide partijen als Ersatz erkend. Onecht dus. Onecht is meestal ook haar kind. Onecht is de verhouding, waarin ze met de me demens leeft. Onecht de smoesjes die zij als „rationalisering achteraf" voor haar „beroepskeuze" aanvoert. Onecht is tenslot te de oppervlakkige, onzuivere wijze waarop zij omspringt met God... Leven door en voor en met het surrogaat is er erger noodsituatie denkbaar voor een mens? HOE WILT U DE HELPENDE HAND BIEDEN?... Het eerste wat daarbij nodig is is contact. Wij zoeken en vin den dit op vele manieren. Ik denk hierbij aan onze evangelisa tie-activiteiten in de openlucht en in het bijbehorende zaaltje. Strijdkreetverkoop. Kerstfeestviering. Contacten via familieleden of kinderen uit ons jeugdwerk. Er moet namelijk vertrouwen groeien. Hierbij speelt de structuur van ons Goodwill-Centrum een grote rol. Een belangrijke basis voor het vertrouwen is dat zij ons PRIMAIR kennen als verkondigers van het evangelie. WAT KUNT U BEREIKEN ALS ER VERTROUWEN IS?... Dan is er de mogelijkheid geschapen hen bewust te maken met het onechte van hun leven. Wij zoeken hen op, wij wachten niet tot ze bij ons komen. ACCEPTEREN ZE DEZE BEWUSTMAKING KRITIEKLOOS?... Als wij aantonen dat hun liefde maar schijn is, ageren zij als volgt: kan wel waar zijn, maar... en dan komen de verhalen los hoe de mannen hen toch maar nodig hebben en hoe hun cliëntèle bestaat uit steunpilaren van de maatschappij, die dan toch maar niet zonder hen kunnen. Als ze eens namen zouden gaan noemen... SPREEKT U OOK WEL EENS MET DE CLIëNTEN VAN DE PROSTITUéES?... Soms. Daardoor kom ik er achter dat lang niet alle huwelij ken gaaf zijn." Mannen vinden vaak in hun huwelijk een tekort, omdat de vrouw tekort schiet. Er moest meer voorlichting zijn. In dit verband wil ik naar voren brengen dat in het huwelijk het seksuele soms niet meer is dan een PROSTITUELE verhou ding, namelijk daar, waar ondanks de persoonlijke band ook daar tegen beloning, geschenken of welwillendheid, geslachtsver keer wordt toegestaan; dus in zeker opzicht gekocht en verkocht. ONTDEKT U IN EEN DERGELIJK GESPREK NOG MEER DINGEN?... Opvallend is het hoe vaak het seksuele leven van de rest der leefgemeenschap wordt geïsoleerd. HOE VIERT U KERSTFEEST OP DE WALLEN. HEEFT U ER AL EENS EEN PAAR BEKEERD?... Ik geloof niet dat ik kan bereiken dat de ene mens tot de andere kan komen; wèl dat God zichzelf overbuigt tot Zijn eigen schepsel, of zij Hem al tastende vinden mochten. Want zoals ik al heb aangetoond, mogen wij ons niet boven deze mensen stellen. Tot de heilssoldaten die tijdens de kerstweek met de brigade mee uit zingen gaan en tot de vrouwen die voor het eerst daar het middernachtelijk kerstfeest mogen bijwonen (mannen zijn niet toegestaan) zeg ik: „Ik wil u ervan bewust maken dat de vrou wen die u zult ontmoeten van hetzelfde maaksel zijn als wij. Het beeld Gods is in ons allen verduisterd. In hen misschien ogen schijnlijk iets meer dan in ons. Maar wij zijn in wezen allen gelijk." HOE VERLOOPT ZO'N KERSTTOCHT NAAR DE WALLE TJES?...,. Het vertrekpunt is de Legerzaal „De Ruytenburgh", O.Z. Achterburgwal 45. We stellen ons in drieën op. Enkele zusters dwalen af van de groep, de stegen in,, naar de bekende adres sen. We nemen praktisch het gehele district. Voor de kamertjes zijn vaak de gordijnen dicht. We weten dat het om half twee wel afgelopen is met het „zaken doen". Vandaar dat om die tijd ons feest begint. We gaan cafés binnen. We staan te zingen vóór pu blieke huizen. Er worden kerstinvitaties uitgereikt. Om half twee keren we terug naar het zaaltje. Het loopt al vol. Al gauw zijn we met zijn honderdentwintigen. In 1967 zelfs 180! De meeste vrouwen zien er eenvoudig uit, niet erg opgemaakt, meer zoals leden van een dameskrans er uitzien op hun kerstfeest, keuri ge japonnen en mooie jumpers. Een enkele maar is opzichtig, zwaar geblondeerd of met teveel mascara. HOE GAAT HET ERAAN TOE?... Het wordt heel stil. Dan wordt er gezongen: Stille nacht, hei lige nacht. Er wordt een welkomstwoord gesproken. Dan ver schijnen zusters met grote kommen dampende chocolademelk en schalen belegde broodjes. We voeren wat gesprekken. Het wordt een lange nacht. Langzamerhand takelen de tafeltjes af als op ieder feest. Sinaasappelschillen, vólle asbakken, lege schalen. En nog steeds de verwachting, de verwachting dat het nog mooier en feestelijker zal worden. Ze willen het zo lang mogelijk vast houden, het' gevoel dat niemand hun dit kan ontnemen, dat ze er helemaal bijhoren, dat het feest speciaal voor hen is. De maatschappij ligt buiten de deur. Niemand heeft haast, het is al-ochtend, half vijf. Dan ruist dg slotzang door de feestelijke ruimte: Ere zij God. Om vijf uur, als iedereen haar kalender, haar kerstpakje en haar sinaasappel heeft, nemen we afscheid. VINDT U DAT U IN EN DOOR DIT ALLES CONCREET IETS BEREIKT HEEFT?... De vreugde over „een zondaar die zich bekeert" is typisch iets voor de hemel. Op aarde maken we liever statistieken. Ik 'kan er u echter niet aan helpen. Resultaten zijn er, we moeten er echter niet altijd te nadrukkelijk naar vragen. KRIJGT U VEEL J>OST UIT DE WIJKEN?... Wij krijgen soms stapels brieven. Leest u maar eens mee: Beste Majoortje, Heeft U voor een stok Oude Frou kleding daar ze van haar paar cente Drees, A.O.W. niet kan Rond ko men. Kan U haar voor een keer helpen aan een japon, regen mantel, donker Groen of bleu, onderjurk, Directwaar en wol vest en Hoofddoek". ...„Kan u mijn misschien helpen aan kleding. Ik heb zeven kinderen en moet alleen van mijn man rondkomen". ...„en nou vraag ik u beleeft om een knappen overjas en h-eeft u soms nog een vest of truy voor mijn voor dat ik warm gekleed moet gaan wegens mijn Brongietus". ...„Mijn man verdient net zo veel dat wij de huur ervan kunnen betalen. En dan heeft hij nog een paar cente over voor een klein vaatje bier dat moet hij toch ook hebben. Verders ver dienen wij helemaal niks meer, ik kan voor het kind geen melk meer koken. En dat moet toch ook voeding hebben". ...„Ik leef alleen van het AOW- ik heb geen bijsteun, en ook geen kleding ooit gekregen. Dit alles is vanzelfs te contro leeren. En daar ik geen verschoning bezit, is dit wel een reden mij als het kon spoedig aan iets te helpen." Daar ik niet weer uit stelen wil gaan, wil ik u vriendelijk en beleefd vragen om een costuum plus jas, werkbroek plus jasje, schoenen, ondergoed en sokken, werkhemden en handschoenen." ...„Mag ik zo vrij wezen om mijn pen op te nemen om mijn wederwaardigheden en mijn toestand waar ik in verkeer aan u bloot mag komen te leggen... mijn man werd plotseling niet goed... en ik kan haast niet staan op mijn benen zoo ziek als ik ben... de Huis eigenaar krijgt aanstaande maandag 7 weken huurschuld van ons. Vind u ook niet dat er een groote ramp over ons huisgezin legt. hopende van God's zegen dat hij ons bij mag staan, dat hij ons niet verstooten zal, want hij is onze trouwe helper in» onze nood, hiermee sluit ik mijn brief, in afwachting van goede hulp." ...„Ik zou graag in aanmerking komen voor 1 opklapbed met toebehoren en 1 tweepersoonsbedstel en gaarne wat meubelen en kleding, ben nog steeds in behoeftige omstandigheden." Zou u een Jas, een pak en een paar schoenen voor me hebben- 't Gaat mij niet gemakkelijk af. U dit te vragen. Ik ga met dezelfde jas naar 't Werk en naar de Kerk". Daar ik in positie loop wauw ik vragen of u niet wat baby-uitzet voor mijn heb, ik ben zeven maanden. Daar mijn man in steun loop. Ik heb toen al naar u geschreven maar de brief is in de trap zoekgeraakt omdat ik geen bel heb". alles is kapot en ook heb ik geen winter mantel of jas... wij behoeven niet te vragen of U zoo goed wil zijn. U ben wel zoo goed..." BENT U INDERDAAD ZO GOED?... U kent het spreekwoord: wel goed, maar niet gek. Meestal weet ik precies of de hongerigen nog een bon voor een warm maal in hun zak hebben .of niet. De zwerver die zijn laatste dub beltje verdronken heeft, geven we geen geld voor logies, maar een bon voor een of ander logement. Als een dronkaard zijn roes uitslaapt, probeer ik het loonzakje naar zijn vrouw te brengen en zo zou ik door kunnen gaan. IS HET MATERIëLE DAT UIT DEZE BRIEVEN SPREEKT, HET ESSENTIëLE VAN HET GOODWILLWERK?... Ons werk is beslist niet alleen maar het vragen om een broek, een mantel of iets van dien aard. De ECHTE problemen waar de mensen mee worstelen zullen zij niet zo gemakkelijk door middel van een brief laten weten. Als wij naar aanleiding van een kledingaanvraag bij iemand een huisbezoek doen, komt er vaak veel meer en iets heel anders uit de bus, dan alleen maar het verzoek om kleding. U BENT GOODWILL-ORGANISATRICE IN AMSTERDAM. GEEFT U EENS EEN DEFINITIE VAN HET GOODWILL WERK?... Goodwillwerk is het samengaan van geestelijk-religieuze hulp en sociale dienstverlening aan groepen en personen die deze hulp behoeven en dan wel in die wijken van de grote steden waar heel aanwijsbaar en concreet deze noden zich aandienen. Dit is dus ten eerste Evangelisatie. Ten tweede allerlei vormen van sociale hulpverlening: als ge zinsverzorging, gezinshulp, opname van vrouwen en meisjes in acute nood, zorg aan thuislozen, mannen, zowel als vrouwen, dienstverlening aan bejaarden, enz. enz., uitlopend naar het maatschappelijk werk dat door opgeleide krachten wordt ge daan. GEÈFT'u DAARVAN EENS EEN VOORBEELD?... Een van onze jyszinsverzorgsters zit op een woonschip »n een van de oude grachten: moeder is ziek en het leven gaat toch door: de was moet gedaan, het huis opgeruimd, het eten ge kookt en al die andere dingen die tot de veelzijdige taak van moeder de vrouw behoren. En het gaat door, allemaal dank zij de gezinshelpstérs van de Goodwill, die elke dag, weer of geen weer, erop uittrekken, de oude binnenstad van Amsterdam in. om te doen wat de hand te doen vindt. Doen wat de hand te doen vindt vanuit het aloude evangelie en ook met de meest moderne methodieken. WAT VINDT DIE HAND MEESTAL?... Hier dit, daar dat. We moeten steeds weer uitzien naar nood die gelenigd kan worden, naar problemen die opgelost kunnen worden, met een helpende hand. We proberen antwoord te ge ven op de behoefte van hen die in de omgeving van het centrum wonen. Soms lijkt het alleen maar te gaan om wat kleren, om een paar stoelen of een kinderwagen en meestal kan daarin worden voorzien. DUS TOCH MATERIEEL?... Achter die vraag gaat vaak een veel groter probleem schuil en het is de taak van de maatschappelijke werksters op spreek uren en huisbezoeken na te gaan wat samen aan dit fundamentele probleem gedaan kan worden. Dat leidt dan vaak tot een veel nauwer en langduriger contact dan ogenschijnlijk nodig was. Maar ook dat hoort er bij: intensieve sociale begeleiding met ge bruikmaking van de methodieken van het maatschappelijk werk. IS HIER ALLES MEE GEZEGD?... Goodwill is ook: gemeenschap. Een gemeenschap die wordt beleefd in clubs en bijeenkomsten van velerlei aard met huis moeders, met bejaarden, met jongens en meisjes. Hoogtepunten zijn Paasontbijt en Kerstdiner, boottochten en zomerkampen. Maar ook in de gewone weken het hele jaar door biedt het Good willwerk levensverrijking aan honderden die deel uitmaken van deze gemeenschap. Goodwillwerk is uiteraard evenzeer (het is tenslotte Leger- des-HeilsweHt) erop uittrekken, contacten zoeken, het gesprek aangaan, bijvoorbeeld bij de verkoop van de Strijdkreet in al die etablissementen beroemd of berucht die dit uitgangscentrum van de stad rijk is en waar men „Het Leger" als graag geziene gast ontvangt. DIT IS DUS HET ESSENTIëLE VAN HET GOODWILLWERK?.,. De straat op, dat hoort er ook bij, de grachten langs met de vlag voorop. Een lied en een getuigenis, van verlossing uit de zonde, van vrede door Jezus Christus, van vrijheid door zijn kracht! Voor sommigen blijft het een flard lawaai, uit die kako fonie van geluiden, die de avondlijke stad vervult. Voor anderen is het alsof een wekker afloopt, die zij geïrriteerd weer afzet ten, om door te kunnen gaan met een leven van zonde en zin loosheid, verdoving zoekend in de twijfelachtige genoegens die hier geboden worden. Maar voor een enkeling lijkt flet alsof hij recht in het hart getroffen werd hij (soms ook een zij) voelt zich aangesproken en wil er meer van weten straks in de zaal. WAT GEBEURT ER IN DIE ZAAL?,.. Daar wordt de samenkomst gehouden. Ernstig en blij tege lijk, biddend en vrolijk zingend,, luisterend naar een getuigenis, dat is: naar wat men uit eigen leven aan geestelijke ervaring heeft door te geven, tot steun aan anderen. Een blijde bood schap wordt hier verkondigd aan ieder die nog oren heeft om te horen: over Christus die alles nieuw kan maken. Zelfs in een mensenleven waarvoor iedereen de hoop had opgegeven. Ook dat is Goodwill! Het evangelie is ESSENTIEEL! Wie dat niet geeft, geeft stenen voor brood. En menigeen die hier door het geloof werd herboren en voor wie God een blij beleefde realiteit is geworden, is nu op zijn of haar beurt een verkondiger van deze geest van goede wil, het hechte fundament van dit Goodwill-werk. WAARUIT ONTSTOND HET GOODWILL-WERK?... In 1884 bracht Emma Booth, de leidster van de eerste kweek school van het Leger des Heils, rapport uit over de verschrik kelijke toestanden, die de zustér-kadetten bij hun bezoek aan de Londense wijk „Seven Dials" hadden aangetroffen. Achter het luxueuze West End woonden tal van mensen te midden van miserabele ellende en daarom „moest het Leger iets doen". Er werd een „Cellar, Gutter and Garret Brigade" (kelder- goot- en zolder-brigade) opgericht, die haar intrek nam in een huis in de „Seven Dials". Gekleed in schorten en omslagdoeken want het Legeruniform zou daar in die dagen zekér niet zijn geaccepteerd trókken de kadetten er met em mers, bezems, e.d. gewapend, (in groepen van vier, elk een week) op uit. HOE LANG DUURDE DAT?... Twee jaar later maakte het uitbreken van een pokkenepide mie een einde aan het bestaan van de „Seven Dials"en werd een centrum gevestigd te Walworth dat men de naam „Slum- post" gaf. Weldra waren er meer van deze posten in Londen en omgeving en later ook in andere landen. Een overstroming van de Theems in de nachtelijke uren van 7 februari 1928 ver oorzaakte een ernstige ramp in enkele dichtbevolkte centra van Londen, met name het Lambeth Bridgedistrict. TROK DIT TOEN ALGEMENE AANDACHT?... Een redacteur van een der grootste Engelse dagbladen. Hugh Redwood, die onmiddellijk het noodgebied bezocht, vond het Le ger des Heils, afdeling slumwerk, reeds bezig met het bieden van de helpende hand. Deze paraatheid greep hem aan en hulp verlening belangrijker vindend dan reportage, bood hij onmiddel lijk de majoor, die in bevel was van het hulpverleningswerk, zijn diensten aan. Hij was het die de naam „Goodwill-werk" voorstelde- In 1930 werd overal in Engeland de naam „Slum- post" vervangen door „Goodwill". HEEFT MOMENTEEL DE SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE FACTOR VAN HET GOODWILLWERK NOG WEL ZIN?... De sociale wetten hebben een eind gemaakt aan de armoe de op grote schaal. Maar er zijn problemen te over onder hen die ondanks alles nog op het randje van het bestaansminimum balanceren. Daarbij komt dat tal van problemen hun oorzaak niet in materiële tekorten vinden, doch in sociale aanpassing. De Goodwill-centra hebben zich aangepast aan de veranderde pro blemen in een veranderde tijd. HOEVEEL GOODWILL AFDELINGEN ZIJN ER MOMENTEEL IN DE WERELD?... Momenteel zijn er negenendertig Goodwill-Centra op de Brit se eilanden en ongeveer honderd centra in een groot aantal andere landen. In het algemeen mag men dus zeggen dat de ze Goodwill-centra zich richten op de specifieke noden van de buurt, waarin men werkt. Zo ook het Goodwill-Centrum in Am sterdam. De situatie in de oude binnenstad van Amsterdam is als het ware „gemaakt" voor een Goodwill-Centrum. Hier is een duidelijk omgrensd gebied met eigen, specifieke problemen, waarop de volle aandacht geconcentreerd kan wor den. NOEMT U EENS EEN PAAR PROBLEMEN?... Het grootste probleem is wel dat men hier in Amsterdam de grootste concentratie van prostituéesin Nederland vindt, plus de van hen profiterenden. De veroudere „inheemse" bevolking, die vaak vereenzaamd achterblijft en op de zolderkamertjes e.d. inderdaad de laatste levensjaren „slijt", vormt weer een geheel ander probleem. Dan is er het probleem van de logementbewoners. Dit is als groep nauwelijks op te lossen. In het algemeen hebben wij niet de indruk dat zij door de logementhouders worden uitgebuit: toch is hun bestaan triest en troosteloos. Door het verstrekken van kle ding. schoeisel e.d. helpen wij waar nodig en mogelijk. Daarnaast vraagt hun menselijke eenzaamheid om persoonlijke aandacht, die soms alleen maar de vorm van een kop koffie met een paar vriendelijke woorden hoeft aan te nemen, om toch ten zeerste door hen gewaardeerd te worden. Omdat in dit bestek onmoge lijk de gehele problematiek gereleveerd kan worden wil ik tot besluit de aandacht vestigen op de bejaarden, die in deze wijk vaak in kommervolle omstandigheden leven.' En aanvullend op dit alles wil ik ook nog even de jeugd noemen, kinderen en meer opgroeiende jeugd, die in zo'n oud stadsgedeelte met zijn slechte behuizing, onvoldoende woonruimte overwegend op de straat hun vertier zoeken en vinden, wat nu juist in dit stadsgedeelte niet de meest geschikte levensschool is. ALS WIJ U VRAGEN OF U OP AL DIT WERK ZEGEN HEEFT GEHAD, WAT IS DAN UW ANTWOORD? Ja, zeer beslist! ENKELE VRAGEN VAN ALGEMENE AARD: BENT U VOOR MODERNISERING? Natuurlijk, daar ben ik helemaal voor. We hoeven echt niet als een stelletje oude taarten in lange rokken rond te springen. Het is zo fijn als jongeren in hun geloof anderen aanspreken. Op een moderne wijze. Dat is toch geweldig! Maar het blijft de oude boodschap! Ik geloof zelfs dat die boodschap beslist niet ouderwets is. Christus zou in deze tijd een provo kunnen zijn. Het probleem zit niet in Christus, maar in de christenen. Een provo zei me pas: Ik zou Jezus wel eens willen tegenkomen. U VERONDERSTELT TOCH NIET DAT DE HEILAND MET EERBIED GEZEGD LANGUIT OP DE WEG ZOU GAAN LIG GEN OM TE PROVOCEREN? Een bekeerde provo zou uiteraard ook wel andere methodes toepassen, maar dat neemt niet weg dat Jezus Zich beslist wel aan hen gelegen zou laten liggen. BEZOEKT U WEL EENS PROVO'S? We hebben hier wel eens een provo gehad met zijn vrouw, die hier lange tijd onderdak kreeg. Ik mocht bij hem altijd uit de bijbel lezen en bidden. Hij rekende er zelfs op dat ik het deed. Ook wilde hij graag een kinderbijbel. Of hij bekeerd is weet ik niet. Ik hoop dat hij op weg is. HEEFT U BEZWAAR TEGEN DANSEN? Bij het Leger des Heils wordt niet gedanst. Als iemand an ders het wil doen, adviseren wij het te doen in een omgeving waar je gezien kunt worden. Christen zijn is geen levensbeschou wing maar een levenshouding. KUNT U VOOR U ZELF OVERAL AAN MEEDOEN? Ik voor mezelf vind dat ik overal mag komen, maar... dan moet men ook weten dat ik er positief geweest ben. En dat is altijd: als getuigend Christen! GAAT U WEL EENS NAAR DE BIOSCOOP?... Ik heb er geen behoefte aan. WAT VINDT U VAN DE SPORT?... Beter op het sportveld dan in de kroeg. Sport is beslist geen zonde. BEZOEKT U VAAK EEN SPORTWEDSTRIJD?... Ik vind het vruchtbaarder om bejaarden of zieken te gaan bezoeken. Ik wil Christus graag in mijn leven incalculer»r,. Als sport niet leidt tot sportvergoding is het echter niet v*t'reerd. IS TV-KIJKEN VERKEERD?... Dat hoeft het helemaal niet te zijn. Het ligt er maar aan waar men naar kijkt. MAG EEN CHRISTEN ALLEEN MAAR CHRISTELIJKE LEC TUUR LEZEN?... Als iemand werkelijk volwassen is, moet hij alles lezen. Dat moet ik ook. Dan ontdekt men dat er dingen zijn die inderdaad verkeerd zijn. Zo leert men een keus maken. BIJ DE SAMENKOMSTEN VAN HET LEGER DES HEILS WORDT NOGAL EENS GEBRUIK GEMAAKT VAN EEN ELEK TRONISCH ORGEL. ER ZIJN MUZIEKPEDAGOGEN DIE HET EEN DUIVELS INSTRUMENT NOEMEN, DAT NIET GE BRUIKT DIENT TE WORDEN IN DE DIENST VAN GOD... Ik vind het een mooi instrument. Gods Geest kan er zeker gebruik van maken. Muzikaal gezien staat een kerkorgel wellicht op hoger niveau, maar godsdienst is niet het bedrijven van mu ziek, als zodanig! WAT VINDT U VAN BILLIE GRAHAM?... Daar heb ik beslist waardering voor. Ik geloof dat hij waardevol werk verricht in het Koninkrijk God. VORMEN DE BOMBASTISCHE MASSA-MEETINGS VOLGENS U GEEN BEZWAAR?... Nee, helemaal niet. De Heilige Geest kan er gebruik van maken. HEEFT U NOG EEN SLOTOPMERKING?... Ik ben er een voorstander van dat Christus niet alleen le vensbeschouwing, maar ook levensverhouding is. Het leken-apos- tolaat heeft iedereen te vervullen. We moeten vrucht dragen. Een christen moet zich wezenlijk onderscheiden ih handel en wandel van anderen. Elke gelegenheid moet aangegrepen worden om een gesprek te beginnen. U BEDOELT OM ZIELTJES TE WINNEN?... Wie zielen vangt is wijs, staat er in de bijbel. Overal waar ik dit vergeet, schiet ik tekort. BRIGADIER, ONZE BIJZONDERE DANK VOOR UW WELWIL LENDE MEDEWERKING AAN ONZE OMVANGRIJKE GE SPREKKEN!... 1 Jezus dan zeide tot Petrus: „Steek uw zwaard in de schede. De drink beker die mij de Vader gegeven heeft, zal ik die niet drinken"' Joh. 18 11. Zwaar was de worsteling des Heeren in Gethsemani. In het nachtelijk duister verkeerde zijn ziel zich in de allergroot ste benauwdheid. Beangst, ten dode toe bedroefd klinkt zijn bede „Vader, indien het mogelijk is laat deze drinkbeker aan Mij voorbij gaan, doch niet Mijn wil maar Uw wil geschiede". Als een worm en geen man. Maar dan treedt Hij als de grote held zijn vijanden tegemoet, zijn vijanden, wier onreine handen Hem zul len aangrijpen, binden en wegleiden, tot aan Golgotha. Zo aanvaardt Hij de op dracht Hem gegeven Zijn gemeente te redden uit de verlorenheid. Maar wat heeft de Heiland die kwam om de werken des duivels te verstoren veel last van deze geweldenaar gehad. Ook nu komt hij in de daad van Petrus, die het zwaard trekt en Malchus treft, met zijn verzoeking om alsnog de lijdens beker af te wijzen en met het zwaard van Petrus of met het zwaard der he melse legioenen zijn vijanden te vernieti gen. Maar dan zou de grote vijand met onbeperkte macht zijn voortgegaan de legioenen van zondaren en zondaressen in zijn helse banden vast te houden. De verdoemden zouden dan aan hem zijn over gelaten. En ook wij, u en ik, zouden dan onder de toorn van God eeuwig moeten zuchten, daar waar wening zal zijn en knersing der tanden. Maar Gode zij dank voor de genade en liefde van Christus voor Zijn gemeente Hem van de Vader gegeven. Een liefde die Hem het zwaard doet afwijzen en de lijdensbeker aanvaarden. „Ga weg achter mij Satanas" zo spreekt Hij tot de goedbe doelende Petrus in het woord: „Steek uw zwaard in de schede, de drinkbeker die Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik die niet drinken?" Neen, Satan het lukt u niet de tweede Adam tot oBgehoorzaam- heid te brengen. Hij kent uw listige la gen. Hij kiest de beker waarvan een dichter zingt: „Ik wist niet dat ik door mijn schuld, zijn kroon had gevlochten, zijn beker ge vuld". In deze keuze van Jezus komt de ver kiezing van zijn volk zo heerlijk uit. HU neemt het onze, onze zonde, onze schuld, onze dood en doem, onze krankheden en ons lijden. Zo bewerkt Hij verzoening door voldoening. O, het past zijn gemeen te zich diep te verootmoedigen en te ba- lijden: „Ja ik kost Hem die slagen, dia smaad en al die hoon, ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon. Ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan, ik deed door mijne zonden Hem al die jamm'ren aan". Ik heb zijn beker gevuld, de beker door Hem aanvaard. Het zwaard door Hem af gewezen had ons dodelijk moeten treffen. Hij heeft lief gehad tot het einde, het bittere einde tot in de Kruisdood toe. Daarom en daardoor mogen wij geloven, dat Hij ons de beker der verlossing reikt, opdat wij de beker der dankzegging zul len opheffen, om Hem en in Hem de drie- enige God eeuwig te loven en te prijzen. Amerongen Ds. C. v. Viegen

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 11