WAT WIJ GELOVEN
ZWAARD OF BEKER
Majoor A. M. Bosshardt, organisatrice van het
Good will werk van het Leger der Heils te Amsterdam,
onlangs bevorderd tot Brigadier O. F., stond ons ook
te woord over het meer praktisch Legerwerk, in schier
alle wijken en buurten van Amsterdam. Ook nu weer
konden wij haar uitspraken goed geformuleerd weer
geven door tevens gebruik te maken van biografische
en Leger der Heils lectuur.
Het was een boeiende bezigheid, met haar van ge
dachten te wisselen, waarbij uiteraard maar nauwelijks
sprake kon zijn van een discussie, omdat op dit terrein
de Goodwill-werkers(sters) uiteraard meer recht van
spreken hebben, dan theoretici.
We willen de lezer gaarne op de hoogte stellen van
het verloop van dit gesprek.
t
EENS:
MAJOOR BOSSHARDT
NOG
BRIGADIER BOSSHARDT, UW WERK OP DE WALLETJES EN
DE ZEEDIJK, MOGEN WE DAAR OOK ENIGE VRAGEN OVER
STELLEN?...
Met enige restrictie, zeer zeker.
HOE BEZIET U HET WERK ONDER DE PROTITUÉES, BE
STRIJDT U DE PROSTITUTIE?...
Wij bedrijven er evangelisatie. Niet alleen het evangelie ver
kondigen, maar het ook vertolken. Ik probeer deze vrouwen de
helpende hand zó vaak toe te steken dat 'ze op dat ogenblik dat
ze hem grijpen. Deze meisjès en vrouwen accepteren we zoals
ze zijn, in hun situatie. IK had er in wezen ook kunnen zitten.
Ik kan dus niet pretenderen de prostitutie te bestrijden. Mis
schien indirect... De benadering van de prostituée geschiedt uit
sluitend persoonlijk, men moet geaccepteerd zijn en op een of
andere wijze als „erbij horend" ervaren worden, wil men tot
een werkelijk contact komen met deze yrouwen. Het gaat daar
bij niet zozeer om prostitutie-bestrijding als wel om het wijzen
op en het helpen bij de mogelijkheid om meer in overeenstem
ming met Gods bedoeling met de mens en in het bijzonder met
de vrouw, te leven. Soms lukt dit. Wij beschikken o.a. over een
opvangcentrum voor de vrouwen die „het leven uit" (met de
prostitutie breken) willen, of anderszins in acute nood zijn,
soms blijft het bij een toch wel gewenst en gewaardeerd con
tact.
IN WELKE SITUATIE WILT U DE PROSTITUéE DE HEL
PENDE HAND TOESTEKEN?...
In een chronische noodsituatie, die ik het beste kan omschrij
ven met deze woorden: het is de nood van een vrouw die leeft
door en voor en met het surrogaat. Alles in haar leven is on
echt, behalve de echte nood, die uit dit staan in onechtheid re-
eel is. Wat zij als liefde aan de man weet te brengen wordt door
beide partijen als Ersatz erkend. Onecht dus. Onecht is meestal
ook haar kind. Onecht is de verhouding, waarin ze met de me
demens leeft. Onecht de smoesjes die zij als „rationalisering
achteraf" voor haar „beroepskeuze" aanvoert. Onecht is tenslot
te de oppervlakkige, onzuivere wijze waarop zij omspringt met
God... Leven door en voor en met het surrogaat is er erger
noodsituatie denkbaar voor een mens?
HOE WILT U DE HELPENDE HAND BIEDEN?...
Het eerste wat daarbij nodig is is contact. Wij zoeken en vin
den dit op vele manieren. Ik denk hierbij aan onze evangelisa
tie-activiteiten in de openlucht en in het bijbehorende zaaltje.
Strijdkreetverkoop. Kerstfeestviering. Contacten via familieleden
of kinderen uit ons jeugdwerk. Er moet namelijk vertrouwen
groeien. Hierbij speelt de structuur van ons Goodwill-Centrum
een grote rol. Een belangrijke basis voor het vertrouwen is dat
zij ons PRIMAIR kennen als verkondigers van het evangelie.
WAT KUNT U BEREIKEN ALS ER VERTROUWEN IS?...
Dan is er de mogelijkheid geschapen hen bewust te maken
met het onechte van hun leven. Wij zoeken hen op, wij wachten
niet tot ze bij ons komen.
ACCEPTEREN ZE DEZE BEWUSTMAKING KRITIEKLOOS?...
Als wij aantonen dat hun liefde maar schijn is, ageren zij
als volgt: kan wel waar zijn, maar... en dan komen de verhalen
los hoe de mannen hen toch maar nodig hebben en hoe hun
cliëntèle bestaat uit steunpilaren van de maatschappij, die dan
toch maar niet zonder hen kunnen. Als ze eens namen zouden
gaan noemen...
SPREEKT U OOK WEL EENS MET DE CLIëNTEN VAN DE
PROSTITUéES?...
Soms. Daardoor kom ik er achter dat lang niet alle huwelij
ken gaaf zijn." Mannen vinden vaak in hun huwelijk een tekort,
omdat de vrouw tekort schiet. Er moest meer voorlichting zijn.
In dit verband wil ik naar voren brengen dat in het huwelijk
het seksuele soms niet meer is dan een PROSTITUELE verhou
ding, namelijk daar, waar ondanks de persoonlijke band ook
daar tegen beloning, geschenken of welwillendheid, geslachtsver
keer wordt toegestaan; dus in zeker opzicht gekocht en verkocht.
ONTDEKT U IN EEN DERGELIJK GESPREK NOG MEER
DINGEN?...
Opvallend is het hoe vaak het seksuele leven van de rest der
leefgemeenschap wordt geïsoleerd.
HOE VIERT U KERSTFEEST OP DE WALLEN. HEEFT U ER
AL EENS EEN PAAR BEKEERD?...
Ik geloof niet dat ik kan bereiken dat de ene mens tot de
andere kan komen; wèl dat God zichzelf overbuigt tot Zijn eigen
schepsel, of zij Hem al tastende vinden mochten. Want zoals ik al
heb aangetoond, mogen wij ons niet boven deze mensen stellen.
Tot de heilssoldaten die tijdens de kerstweek met de brigade mee
uit zingen gaan en tot de vrouwen die voor het eerst daar het
middernachtelijk kerstfeest mogen bijwonen (mannen zijn niet
toegestaan) zeg ik: „Ik wil u ervan bewust maken dat de vrou
wen die u zult ontmoeten van hetzelfde maaksel zijn als wij. Het
beeld Gods is in ons allen verduisterd. In hen misschien ogen
schijnlijk iets meer dan in ons. Maar wij zijn in wezen allen
gelijk."
HOE VERLOOPT ZO'N KERSTTOCHT NAAR DE WALLE
TJES?...,.
Het vertrekpunt is de Legerzaal „De Ruytenburgh", O.Z.
Achterburgwal 45. We stellen ons in drieën op. Enkele zusters
dwalen af van de groep, de stegen in,, naar de bekende adres
sen. We nemen praktisch het gehele district. Voor de kamertjes
zijn vaak de gordijnen dicht. We weten dat het om half twee wel
afgelopen is met het „zaken doen". Vandaar dat om die tijd ons
feest begint. We gaan cafés binnen. We staan te zingen vóór pu
blieke huizen. Er worden kerstinvitaties uitgereikt. Om half twee
keren we terug naar het zaaltje. Het loopt al vol. Al gauw zijn
we met zijn honderdentwintigen. In 1967 zelfs 180! De meeste
vrouwen zien er eenvoudig uit, niet erg opgemaakt, meer zoals
leden van een dameskrans er uitzien op hun kerstfeest, keuri
ge japonnen en mooie jumpers. Een enkele maar is opzichtig,
zwaar geblondeerd of met teveel mascara.
HOE GAAT HET ERAAN TOE?...
Het wordt heel stil. Dan wordt er gezongen: Stille nacht, hei
lige nacht. Er wordt een welkomstwoord gesproken. Dan ver
schijnen zusters met grote kommen dampende chocolademelk en
schalen belegde broodjes. We voeren wat gesprekken. Het wordt
een lange nacht. Langzamerhand takelen de tafeltjes af als op
ieder feest. Sinaasappelschillen, vólle asbakken, lege schalen. En
nog steeds de verwachting, de verwachting dat het nog mooier
en feestelijker zal worden. Ze willen het zo lang mogelijk vast
houden, het' gevoel dat niemand hun dit kan ontnemen, dat ze
er helemaal bijhoren, dat het feest speciaal voor hen is. De
maatschappij ligt buiten de deur. Niemand heeft haast, het is
al-ochtend, half vijf. Dan ruist dg slotzang door de feestelijke
ruimte: Ere zij God. Om vijf uur, als iedereen haar kalender,
haar kerstpakje en haar sinaasappel heeft, nemen we afscheid.
VINDT U DAT U IN EN DOOR DIT ALLES CONCREET IETS
BEREIKT HEEFT?...
De vreugde over „een zondaar die zich bekeert" is typisch
iets voor de hemel. Op aarde maken we liever statistieken. Ik
'kan er u echter niet aan helpen. Resultaten zijn er, we moeten
er echter niet altijd te nadrukkelijk naar vragen.
KRIJGT U VEEL J>OST UIT DE WIJKEN?...
Wij krijgen soms stapels brieven. Leest u maar eens mee:
Beste Majoortje, Heeft U voor een stok Oude Frou kleding
daar ze van haar paar cente Drees, A.O.W. niet kan Rond ko
men. Kan U haar voor een keer helpen aan een japon, regen
mantel, donker Groen of bleu, onderjurk, Directwaar en wol vest
en Hoofddoek".
...„Kan u mijn misschien helpen aan kleding. Ik heb zeven
kinderen en moet alleen van mijn man rondkomen".
...„en nou vraag ik u beleeft om een knappen overjas en
h-eeft u soms nog een vest of truy voor mijn voor dat ik warm
gekleed moet gaan wegens mijn Brongietus".
...„Mijn man verdient net zo veel dat wij de huur ervan
kunnen betalen. En dan heeft hij nog een paar cente over voor
een klein vaatje bier dat moet hij toch ook hebben. Verders ver
dienen wij helemaal niks meer, ik kan voor het kind geen melk
meer koken. En dat moet toch ook voeding hebben".
...„Ik leef alleen van het AOW- ik heb geen bijsteun, en
ook geen kleding ooit gekregen. Dit alles is vanzelfs te contro
leeren. En daar ik geen verschoning bezit, is dit wel een reden
mij als het kon spoedig aan iets te helpen."
Daar ik niet weer uit stelen wil gaan, wil ik u vriendelijk
en beleefd vragen om een costuum plus jas, werkbroek plus jasje,
schoenen, ondergoed en sokken, werkhemden en handschoenen."
...„Mag ik zo vrij wezen om mijn pen op te nemen om mijn
wederwaardigheden en mijn toestand waar ik in verkeer aan u
bloot mag komen te leggen... mijn man werd plotseling niet
goed... en ik kan haast niet staan op mijn benen zoo ziek als ik
ben... de Huis eigenaar krijgt aanstaande maandag 7 weken
huurschuld van ons. Vind u ook niet dat er een groote ramp over
ons huisgezin legt. hopende van God's zegen dat hij ons bij mag
staan, dat hij ons niet verstooten zal, want hij is onze trouwe
helper in» onze nood, hiermee sluit ik mijn brief, in afwachting
van goede hulp."
...„Ik zou graag in aanmerking komen voor 1 opklapbed met
toebehoren en 1 tweepersoonsbedstel en gaarne wat meubelen en
kleding, ben nog steeds in behoeftige omstandigheden."
Zou u een Jas, een pak en een paar schoenen voor me
hebben- 't Gaat mij niet gemakkelijk af. U dit te vragen. Ik ga
met dezelfde jas naar 't Werk en naar de Kerk".
Daar ik in positie loop wauw ik vragen of u niet wat
baby-uitzet voor mijn heb, ik ben zeven maanden. Daar mijn
man in steun loop. Ik heb toen al naar u geschreven maar de
brief is in de trap zoekgeraakt omdat ik geen bel heb".
alles is kapot en ook heb ik geen winter mantel of jas...
wij behoeven niet te vragen of U zoo goed wil zijn. U ben wel
zoo goed..."
BENT U INDERDAAD ZO GOED?...
U kent het spreekwoord: wel goed, maar niet gek. Meestal
weet ik precies of de hongerigen nog een bon voor een warm
maal in hun zak hebben .of niet. De zwerver die zijn laatste dub
beltje verdronken heeft, geven we geen geld voor logies, maar
een bon voor een of ander logement. Als een dronkaard zijn roes
uitslaapt, probeer ik het loonzakje naar zijn vrouw te brengen
en zo zou ik door kunnen gaan.
IS HET MATERIëLE DAT UIT DEZE BRIEVEN SPREEKT,
HET ESSENTIëLE VAN HET GOODWILLWERK?...
Ons werk is beslist niet alleen maar het vragen om een
broek, een mantel of iets van dien aard. De ECHTE problemen
waar de mensen mee worstelen zullen zij niet zo gemakkelijk
door middel van een brief laten weten. Als wij naar aanleiding
van een kledingaanvraag bij iemand een huisbezoek doen, komt
er vaak veel meer en iets heel anders uit de bus, dan alleen
maar het verzoek om kleding.
U BENT GOODWILL-ORGANISATRICE IN AMSTERDAM.
GEEFT U EENS EEN DEFINITIE VAN HET GOODWILL
WERK?...
Goodwillwerk is het samengaan van geestelijk-religieuze hulp
en sociale dienstverlening aan groepen en personen die deze hulp
behoeven en dan wel in die wijken van de grote steden waar
heel aanwijsbaar en concreet deze noden zich aandienen. Dit is
dus ten eerste Evangelisatie.
Ten tweede allerlei vormen van sociale hulpverlening: als ge
zinsverzorging, gezinshulp, opname van vrouwen en meisjes in
acute nood, zorg aan thuislozen, mannen, zowel als vrouwen,
dienstverlening aan bejaarden, enz. enz., uitlopend naar het
maatschappelijk werk dat door opgeleide krachten wordt ge
daan.
GEÈFT'u DAARVAN EENS EEN VOORBEELD?...
Een van onze jyszinsverzorgsters zit op een woonschip »n een
van de oude grachten: moeder is ziek en het leven gaat toch
door: de was moet gedaan, het huis opgeruimd, het eten ge
kookt en al die andere dingen die tot de veelzijdige taak van
moeder de vrouw behoren. En het gaat door, allemaal dank zij
de gezinshelpstérs van de Goodwill, die elke dag, weer of geen
weer, erop uittrekken, de oude binnenstad van Amsterdam in.
om te doen wat de hand te doen vindt. Doen wat de hand te doen
vindt vanuit het aloude evangelie en ook met de meest moderne
methodieken.
WAT VINDT DIE HAND MEESTAL?...
Hier dit, daar dat. We moeten steeds weer uitzien naar nood
die gelenigd kan worden, naar problemen die opgelost kunnen
worden, met een helpende hand. We proberen antwoord te ge
ven op de behoefte van hen die in de omgeving van het centrum
wonen. Soms lijkt het alleen maar te gaan om wat kleren, om
een paar stoelen of een kinderwagen en meestal kan daarin
worden voorzien.
DUS TOCH MATERIEEL?...
Achter die vraag gaat vaak een veel groter probleem schuil
en het is de taak van de maatschappelijke werksters op spreek
uren en huisbezoeken na te gaan wat samen aan dit fundamentele
probleem gedaan kan worden. Dat leidt dan vaak tot een veel
nauwer en langduriger contact dan ogenschijnlijk nodig was.
Maar ook dat hoort er bij: intensieve sociale begeleiding met ge
bruikmaking van de methodieken van het maatschappelijk werk.
IS HIER ALLES MEE GEZEGD?...
Goodwill is ook: gemeenschap. Een gemeenschap die wordt
beleefd in clubs en bijeenkomsten van velerlei aard met huis
moeders, met bejaarden, met jongens en meisjes. Hoogtepunten
zijn Paasontbijt en Kerstdiner, boottochten en zomerkampen.
Maar ook in de gewone weken het hele jaar door biedt het Good
willwerk levensverrijking aan honderden die deel uitmaken van
deze gemeenschap.
Goodwillwerk is uiteraard evenzeer (het is tenslotte Leger-
des-HeilsweHt) erop uittrekken, contacten zoeken, het gesprek
aangaan, bijvoorbeeld bij de verkoop van de Strijdkreet in al die
etablissementen beroemd of berucht die dit uitgangscentrum van
de stad rijk is en waar men „Het Leger" als graag geziene gast
ontvangt.
DIT IS DUS HET ESSENTIëLE VAN HET GOODWILLWERK?.,.
De straat op, dat hoort er ook bij, de grachten langs met de
vlag voorop. Een lied en een getuigenis, van verlossing uit de
zonde, van vrede door Jezus Christus, van vrijheid door zijn
kracht! Voor sommigen blijft het een flard lawaai, uit die kako
fonie van geluiden, die de avondlijke stad vervult. Voor anderen
is het alsof een wekker afloopt, die zij geïrriteerd weer afzet
ten, om door te kunnen gaan met een leven van zonde en zin
loosheid, verdoving zoekend in de twijfelachtige genoegens die
hier geboden worden. Maar voor een enkeling lijkt flet alsof hij
recht in het hart getroffen werd hij (soms ook een zij) voelt
zich aangesproken en wil er meer van weten straks in de
zaal.
WAT GEBEURT ER IN DIE ZAAL?,..
Daar wordt de samenkomst gehouden. Ernstig en blij tege
lijk, biddend en vrolijk zingend,, luisterend naar een getuigenis,
dat is: naar wat men uit eigen leven aan geestelijke ervaring
heeft door te geven, tot steun aan anderen. Een blijde bood
schap wordt hier verkondigd aan ieder die nog oren heeft om
te horen: over Christus die alles nieuw kan maken. Zelfs in
een mensenleven waarvoor iedereen de hoop had opgegeven.
Ook dat is Goodwill! Het evangelie is ESSENTIEEL!
Wie dat niet geeft, geeft stenen voor brood. En menigeen
die hier door het geloof werd herboren en voor wie God een
blij beleefde realiteit is geworden, is nu op zijn of haar beurt een
verkondiger van deze geest van goede wil, het hechte fundament
van dit Goodwill-werk.
WAARUIT ONTSTOND HET GOODWILL-WERK?...
In 1884 bracht Emma Booth, de leidster van de eerste kweek
school van het Leger des Heils, rapport uit over de verschrik
kelijke toestanden, die de zustér-kadetten bij hun bezoek aan de
Londense wijk „Seven Dials" hadden aangetroffen.
Achter het luxueuze West End woonden tal van mensen te
midden van miserabele ellende en daarom „moest het Leger
iets doen". Er werd een „Cellar, Gutter and Garret Brigade"
(kelder- goot- en zolder-brigade) opgericht, die haar intrek
nam in een huis in de „Seven Dials". Gekleed in schorten en
omslagdoeken want het Legeruniform zou daar in die dagen
zekér niet zijn geaccepteerd trókken de kadetten er met em
mers, bezems, e.d. gewapend, (in groepen van vier, elk een
week) op uit.
HOE LANG DUURDE DAT?...
Twee jaar later maakte het uitbreken van een pokkenepide
mie een einde aan het bestaan van de „Seven Dials"en werd
een centrum gevestigd te Walworth dat men de naam „Slum-
post" gaf. Weldra waren er meer van deze posten in Londen
en omgeving en later ook in andere landen. Een overstroming
van de Theems in de nachtelijke uren van 7 februari 1928 ver
oorzaakte een ernstige ramp in enkele dichtbevolkte centra van
Londen, met name het Lambeth Bridgedistrict.
TROK DIT TOEN ALGEMENE AANDACHT?...
Een redacteur van een der grootste Engelse dagbladen. Hugh
Redwood, die onmiddellijk het noodgebied bezocht, vond het Le
ger des Heils, afdeling slumwerk, reeds bezig met het bieden
van de helpende hand. Deze paraatheid greep hem aan en hulp
verlening belangrijker vindend dan reportage, bood hij onmiddel
lijk de majoor, die in bevel was van het hulpverleningswerk,
zijn diensten aan. Hij was het die de naam „Goodwill-werk"
voorstelde- In 1930 werd overal in Engeland de naam „Slum-
post" vervangen door „Goodwill".
HEEFT MOMENTEEL DE SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE
FACTOR VAN HET GOODWILLWERK NOG WEL ZIN?...
De sociale wetten hebben een eind gemaakt aan de armoe
de op grote schaal. Maar er zijn problemen te over onder hen
die ondanks alles nog op het randje van het bestaansminimum
balanceren. Daarbij komt dat tal van problemen hun oorzaak
niet in materiële tekorten vinden, doch in sociale aanpassing. De
Goodwill-centra hebben zich aangepast aan de veranderde pro
blemen in een veranderde tijd.
HOEVEEL GOODWILL AFDELINGEN ZIJN ER MOMENTEEL
IN DE WERELD?...
Momenteel zijn er negenendertig Goodwill-Centra op de Brit
se eilanden en ongeveer honderd centra in een groot aantal
andere landen. In het algemeen mag men dus zeggen dat de
ze Goodwill-centra zich richten op de specifieke noden van de
buurt, waarin men werkt. Zo ook het Goodwill-Centrum in Am
sterdam.
De situatie in de oude binnenstad van Amsterdam is als
het ware „gemaakt" voor een Goodwill-Centrum.
Hier is een duidelijk omgrensd gebied met eigen, specifieke
problemen, waarop de volle aandacht geconcentreerd kan wor
den.
NOEMT U EENS EEN PAAR PROBLEMEN?...
Het grootste probleem is wel dat men hier in Amsterdam
de grootste concentratie van prostituéesin Nederland vindt, plus
de van hen profiterenden.
De veroudere „inheemse" bevolking, die vaak vereenzaamd
achterblijft en op de zolderkamertjes e.d. inderdaad de laatste
levensjaren „slijt", vormt weer een geheel ander probleem.
Dan is er het probleem van de logementbewoners. Dit is als
groep nauwelijks op te lossen. In het algemeen hebben wij niet
de indruk dat zij door de logementhouders worden uitgebuit: toch
is hun bestaan triest en troosteloos. Door het verstrekken van kle
ding. schoeisel e.d. helpen wij waar nodig en mogelijk. Daarnaast
vraagt hun menselijke eenzaamheid om persoonlijke aandacht,
die soms alleen maar de vorm van een kop koffie met een paar
vriendelijke woorden hoeft aan te nemen, om toch ten zeerste
door hen gewaardeerd te worden. Omdat in dit bestek onmoge
lijk de gehele problematiek gereleveerd kan worden wil ik tot
besluit de aandacht vestigen op de bejaarden, die in deze wijk
vaak in kommervolle omstandigheden leven.' En aanvullend op
dit alles wil ik ook nog even de jeugd noemen, kinderen en meer
opgroeiende jeugd, die in zo'n oud stadsgedeelte met zijn slechte
behuizing, onvoldoende woonruimte overwegend op de straat hun
vertier zoeken en vinden, wat nu juist in dit stadsgedeelte niet
de meest geschikte levensschool is.
ALS WIJ U VRAGEN OF U OP AL DIT WERK ZEGEN HEEFT
GEHAD, WAT IS DAN UW ANTWOORD?
Ja, zeer beslist!
ENKELE VRAGEN VAN ALGEMENE AARD: BENT U VOOR
MODERNISERING?
Natuurlijk, daar ben ik helemaal voor. We hoeven echt niet
als een stelletje oude taarten in lange rokken rond te springen.
Het is zo fijn als jongeren in hun geloof anderen aanspreken.
Op een moderne wijze. Dat is toch geweldig! Maar het blijft
de oude boodschap! Ik geloof zelfs dat die boodschap beslist niet
ouderwets is. Christus zou in deze tijd een provo kunnen zijn.
Het probleem zit niet in Christus, maar in de christenen. Een
provo zei me pas: Ik zou Jezus wel eens willen tegenkomen.
U VERONDERSTELT TOCH NIET DAT DE HEILAND MET
EERBIED GEZEGD LANGUIT OP DE WEG ZOU GAAN LIG
GEN OM TE PROVOCEREN?
Een bekeerde provo zou uiteraard ook wel andere methodes
toepassen, maar dat neemt niet weg dat Jezus Zich beslist wel
aan hen gelegen zou laten liggen.
BEZOEKT U WEL EENS PROVO'S?
We hebben hier wel eens een provo gehad met zijn vrouw,
die hier lange tijd onderdak kreeg. Ik mocht bij hem altijd uit
de bijbel lezen en bidden. Hij rekende er zelfs op dat ik het
deed. Ook wilde hij graag een kinderbijbel. Of hij bekeerd is
weet ik niet. Ik hoop dat hij op weg is.
HEEFT U BEZWAAR TEGEN DANSEN?
Bij het Leger des Heils wordt niet gedanst. Als iemand an
ders het wil doen, adviseren wij het te doen in een omgeving
waar je gezien kunt worden. Christen zijn is geen levensbeschou
wing maar een levenshouding.
KUNT U VOOR U ZELF OVERAL AAN MEEDOEN?
Ik voor mezelf vind dat ik overal mag komen, maar... dan
moet men ook weten dat ik er positief geweest ben. En dat is
altijd: als getuigend Christen!
GAAT U WEL EENS NAAR DE BIOSCOOP?...
Ik heb er geen behoefte aan.
WAT VINDT U VAN DE SPORT?...
Beter op het sportveld dan in de kroeg. Sport is beslist
geen zonde.
BEZOEKT U VAAK EEN SPORTWEDSTRIJD?...
Ik vind het vruchtbaarder om bejaarden of zieken te gaan
bezoeken. Ik wil Christus graag in mijn leven incalculer»r,. Als
sport niet leidt tot sportvergoding is het echter niet v*t'reerd.
IS TV-KIJKEN VERKEERD?...
Dat hoeft het helemaal niet te zijn. Het ligt er maar aan
waar men naar kijkt.
MAG EEN CHRISTEN ALLEEN MAAR CHRISTELIJKE LEC
TUUR LEZEN?...
Als iemand werkelijk volwassen is, moet hij alles lezen. Dat
moet ik ook. Dan ontdekt men dat er dingen zijn die inderdaad
verkeerd zijn. Zo leert men een keus maken.
BIJ DE SAMENKOMSTEN VAN HET LEGER DES HEILS
WORDT NOGAL EENS GEBRUIK GEMAAKT VAN EEN ELEK
TRONISCH ORGEL. ER ZIJN MUZIEKPEDAGOGEN DIE HET
EEN DUIVELS INSTRUMENT NOEMEN, DAT NIET GE
BRUIKT DIENT TE WORDEN IN DE DIENST VAN GOD...
Ik vind het een mooi instrument. Gods Geest kan er zeker
gebruik van maken. Muzikaal gezien staat een kerkorgel wellicht
op hoger niveau, maar godsdienst is niet het bedrijven van mu
ziek, als zodanig!
WAT VINDT U VAN BILLIE GRAHAM?...
Daar heb ik beslist waardering voor. Ik geloof dat hij
waardevol werk verricht in het Koninkrijk God.
VORMEN DE BOMBASTISCHE MASSA-MEETINGS VOLGENS
U GEEN BEZWAAR?...
Nee, helemaal niet. De Heilige Geest kan er gebruik van
maken.
HEEFT U NOG EEN SLOTOPMERKING?...
Ik ben er een voorstander van dat Christus niet alleen le
vensbeschouwing, maar ook levensverhouding is. Het leken-apos-
tolaat heeft iedereen te vervullen. We moeten vrucht dragen. Een
christen moet zich wezenlijk onderscheiden ih handel en wandel
van anderen. Elke gelegenheid moet aangegrepen worden om
een gesprek te beginnen.
U BEDOELT OM ZIELTJES TE WINNEN?...
Wie zielen vangt is wijs, staat er in de bijbel. Overal waar
ik dit vergeet, schiet ik tekort.
BRIGADIER, ONZE BIJZONDERE DANK VOOR UW WELWIL
LENDE MEDEWERKING AAN ONZE OMVANGRIJKE GE
SPREKKEN!...
1
Jezus dan zeide tot Petrus: „Steek
uw zwaard in de schede. De drink
beker die mij de Vader gegeven
heeft, zal ik die niet drinken"'
Joh. 18 11.
Zwaar was de worsteling des Heeren
in Gethsemani. In het nachtelijk duister
verkeerde zijn ziel zich in de allergroot
ste benauwdheid. Beangst, ten dode toe
bedroefd klinkt zijn bede „Vader, indien
het mogelijk is laat deze drinkbeker aan
Mij voorbij gaan, doch niet Mijn wil maar
Uw wil geschiede". Als een worm en
geen man. Maar dan treedt Hij als de
grote held zijn vijanden tegemoet, zijn
vijanden, wier onreine handen Hem zul
len aangrijpen, binden en wegleiden, tot
aan Golgotha. Zo aanvaardt Hij de op
dracht Hem gegeven Zijn gemeente te
redden uit de verlorenheid.
Maar wat heeft de Heiland die kwam
om de werken des duivels te verstoren
veel last van deze geweldenaar gehad.
Ook nu komt hij in de daad van Petrus,
die het zwaard trekt en Malchus treft,
met zijn verzoeking om alsnog de lijdens
beker af te wijzen en met het zwaard
van Petrus of met het zwaard der he
melse legioenen zijn vijanden te vernieti
gen. Maar dan zou de grote vijand met
onbeperkte macht zijn voortgegaan de
legioenen van zondaren en zondaressen
in zijn helse banden vast te houden. De
verdoemden zouden dan aan hem zijn over
gelaten. En ook wij, u en ik, zouden dan
onder de toorn van God eeuwig moeten
zuchten, daar waar wening zal zijn en
knersing der tanden.
Maar Gode zij dank voor de genade en
liefde van Christus voor Zijn gemeente
Hem van de Vader gegeven. Een liefde
die Hem het zwaard doet afwijzen en de
lijdensbeker aanvaarden. „Ga weg achter
mij Satanas" zo spreekt Hij tot de goedbe
doelende Petrus in het woord: „Steek
uw zwaard in de schede, de drinkbeker
die Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik
die niet drinken?" Neen, Satan het lukt
u niet de tweede Adam tot oBgehoorzaam-
heid te brengen. Hij kent uw listige la
gen. Hij kiest de beker waarvan een dichter
zingt: „Ik wist niet dat ik door mijn schuld,
zijn kroon had gevlochten, zijn beker ge
vuld".
In deze keuze van Jezus komt de ver
kiezing van zijn volk zo heerlijk uit. HU
neemt het onze, onze zonde, onze schuld,
onze dood en doem, onze krankheden en
ons lijden. Zo bewerkt Hij verzoening
door voldoening. O, het past zijn gemeen
te zich diep te verootmoedigen en te ba-
lijden: „Ja ik kost Hem die slagen, dia
smaad en al die hoon, ik doe dat kleed
Hem dragen, dat riet, die doornenkroon.
Ik sloeg Hem al die wonden, voor mij
moet Hij daar staan, ik deed door mijne
zonden Hem al die jamm'ren aan".
Ik heb zijn beker gevuld, de beker door
Hem aanvaard. Het zwaard door Hem af
gewezen had ons dodelijk moeten treffen.
Hij heeft lief gehad tot het einde, het
bittere einde tot in de Kruisdood toe.
Daarom en daardoor mogen wij geloven,
dat Hij ons de beker der verlossing reikt,
opdat wij de beker der dankzegging zul
len opheffen, om Hem en in Hem de drie-
enige God eeuwig te loven en te prijzen.
Amerongen Ds. C. v. Viegen