Receptioniste uit Thailand spreekt
negen talen en is
er bescheiden hij
Koken in de
vakantie'
Zelf in elkaar zetten en
dan even uitblazen
Blinden naar Noorwegen
voor een skivakantie
„Mode ontstaat volgens bepaalde lijnen
en is3 net als het weer, voorspelbaar
BEJAARDEN SCHRIKKEN VAAK
VAN „DREIGENDE" TOON IN
AMBTELIJKE BRIEVEN
Zwak hart
Veel leren
Uit goed nest
Groepje van acht Nederlanders
met twee ziende begeleiders
Door de massa
Bonny en Clyde
redden Franse
barettenindustrie
Vroeg opstaan
is gezonder
Mode-detector Louis Tiessen meent:
Mc
Nieuw!
Nieuw! ËML-JÈÊ Elastisch katoen.
Een broekje dat rimpelloos past. Waar de pasvorm
nooit uitwast Dat tóch luchtig is, hygiënisch is.
Omdat 't katoen is. 'n Ideaal broekje. Nieuw van lima.
Lichtgevende
tafellakens
mm
HOUVAST
„JE EIGEN WEG"
APRIL 1968
r>/»/«>///f///////»rw////»/////m////////////////m/fl
iiiiiintrfiitnmnilliitl/lilt
(Van een medewerker)
Kent u een receptioniste aan wie u iets kunt vragen in het Thais, Chinees, Ja
pans, Engels, Maleis, Indonesisch, Duits, Frans en Nederlands? Ik wel,
sinds kort. Ze is klein, heeft een mooie bruine huid en draagt zwart opgesto-
ken haar. Ze is bijna tè bescheiden en ze draagt een kleine gouden Boeddha
met zich mee aan een gouden ketting op haar rode jumpertje. Ze is Tjandra
Yohandra uit Bangkok.
Lief, met een hoofd vol talen, maar
zeer bescheidqp en cip de achter
grond zo zit zij als receptioniste in
een Amsterdams hotel:
handra uit Thailand.
Tjandra Yo-
Van een medewerker)
Het mag hoor, het is wettelijk allemaal keurig in orde, maar het toontje, hè,
dat mag volgens mij niet. De Kamer heeft gezegd dat alles akkoord was
en op 1 mei wordt een wijziging van de Huurwet van kracht. Voor een hele
boel mensen meer guldentjes op tafel voor dezelfde woning, maar ja, het kat
te brood en de roomboter zijn ook naar boven en ik sta al lang niet meer ver
wonderd als er over een tijd een bericht verschijnt: „levensonderhoud laatste
drie maanden met één punt omhoog". Dan zullen de aardappelen wel een cent
per kilo gezakt zijn en de benzine 0,2 cent per liter of zo. Er zijn mensen, die
het keurig uitrekenen en ik geloof ze bij voorbaat. Dat ik het begrijp wil ik niet
zeggen.
Maar die huren dus. Goed, per 1
mei gaan er een hele serie naar boven
en maatschappijen en particulieren zijn
er natuurlijk als de kippen bij om wat
meer guldentjes van de huurders te
krijgen. Er moet wel overleg zijn tus
sen verhuurder en huurder, want dat is
een essentiële voorwaarde, zo vertelt
men mij op het ministerie van minister
Schut, maar de praktijk is nummer
twee. Ik zou ook niet direct weten hoe
een maatschappij, die vierhonderd of
tweeduizend, flats als geldbelegging be
zit, met al die huurders moet gaan
overleggen. Dat wordt dan dus een
rondzendbrief. Kijk, nu ben ik waar ik
zijn wil.
Ik heb zo'n brief voor me liggen. Er
wordt verwezen naar de goedkeuring
van de Tweede Kamer, er wordt ook
voorgesteld een nieuw huurcontract te
sluiten/er zijn allemaal verklaringen
voor voorkomende letters en dan komt
het einde.
„Uw akkoordverklaring zal blijken
uit het voldoen van de gewijzigde huur
prijs. Voor het onverhoopte geval, dat
u mocht weigeren op bovenomschreven
aanbod in te gaan, zijn wij genoodzaakt
u met ingang van 1 mei 1968 de huur
op te zeggen. Hoogachtend".
Alemaal bekend: de huurder heeft
automatisch huurbescherming, de ver
huurder moet aantonen dat zijn aanbod
redelijk is, er is nog zoiets als een ver-
huur-advies-commissie en uiteindelijk
zijn er ook nog kantonrechters in Ne
derland.
Maar daar gaat het me op dit ogen
blik niet om.
Die brief komt in de bus bij een oude
mevrouw van in de tachtig. Ze maakt
de enveloppe open, leest, ziet die on
derste zin. schrikt zich ongelukkig en
rent naar haar zoon: „Zeg Jan, ze gaan
me er toch niet uitzetten?"
Begrijpt u me? Bij iemand met een
zwak hart of een hartpatiënt houdt voor
hetzelfde geld het tikkertje op dat mo
ment op.
Dacht zo'n maatschappij dat oudere
mensen al die regeltjes ineens begre
pen? Dacht men dat bejaarden zinnen
als „bedrag waarover de huurverhoging
berekend wordt" of „naar boven afge
rond op een veelvoud van 5 cent. inge
volge art. 2 lid 2 van de Huurwet" in
eens konden verwerken en in normaal
Nederlands vertalen?
Het is net zoiets als die oude schip
per, waar ik een jaar geleden kwam.
Hij schoof, zittend achter zijn rechte ta
fel, zijn pet wat naar achteren en zei:
„Och, meneer, nu u toch hier bent, ik
heb een kaart gekregen, al drie weken
geleden, maar ik lees telkens weer en
snap het niet; daar op de schoorsteen
staat ie, tegen de klok".
Het was een geel drukwerk, waarin
de man werd gemeld, dat hij wat meer
AOW kreeg, maar ik moest de waan
zinnige formulering ook twee keer le
zen, voor ik iets kon uitleggen.
Ik weet niet wie de mensen achter
deze teksten zijn. Ik weet wel, dat ze
nog een verschrikkelijke hoop moeten
leren.
Er wordt wel eens door ouders ge
zegd: „Zo, een pak van mijn hart, die
is klaar voor de maatschappij".
Soms vraag je je af wat bedoeld
wordt: klaar voor een automaat of voor
een maatschappij van mensen.
iliil
0
Tienduizenden Nederlanders, die hun
vakantie doorbrengen in tenten, cara
vans en zomerhuisjes, koken hun eigen
potje meestal met eenvoudige middelen.
Dit geldt in het bijzonder voor de trek
ker met tent en primus. Maar het komt
ook voor, dat de vakantie-huurder van
een appartement de beschikking heeft
over een complete keuken-installatie,
waaronder koelkast en grill.
Al deze vakantiegangers hebben dit
gemeen, het voedsel moet een minimum
aan tijd vergen voor wat de bereiding
de aanschaf en het transport betreft.
Wie volop van de natuur wil genieten,
moet nu eenmaal niet te lang in de
„keuken" verkeren.
Om al deze redenen geloven wij dat
velen graag het nieuwe vakantie-kook
boekje van Ben J. Kuyper bij de hand
zullen hebben een praktisch culinair
gidsje met aangepaste menu's en goede
tips voor de bereiding van goede, gezon
de en lekkere vakantie-maaltijden.
In „Koken in de vakantie" zijn 140
recepten opgenomen. Keus genoeg
voor vele zomers. Ten behoeve van va
kantiegangers, die de grenzen overgaan
is ook een aantal recepten met buiten
landse ingrediënten opgenomen.
Eerder verschenen van Ben J. Kuyper
bekend o.a. als televisiekok de
serie tv-kookboekjas „Het neusje van
de zalm", waarin tot heden 23 titels
zijn uitgekomen, en het veel verkochte
boekje „Koken voor jezelf" (in dezelfde
uitvoering als „Koken in de vakantie").
Het boek is zojuist verschenen in de se
rie „Stokpaardjes" van Zomer en Keu-
niing en het kost f 5,90.
In de Amsterdamse Jan Luyken-
straat zat ze in een klein, splinter
nieuw grijs fauteuiltje, in een gloed
nieuwe lounge van het allernieuwste
hotel in de hoofdstad dat er in de
schaduw van het Leidseplein bijna
geruisloos bijgekomen is: Hotel Jan
Luyken.
„Wij kunnen hier de gasten in
twaalf talen te woord staan", zei ons
de eigenaar, de heer J. F. W. van
Schaik. Ik geloof dat hij dat getal best
hoger mag stellen, want enkele "van
zijn jonge medewerkers spreken Deens,
Zweeds en Noors, zijn vrouw beheerst
het Spaans en Frans vloeiend en door
een ander wordt weer Italiaans en Por
tugees gesproken. Dan kom ik zo'n
beetje aan veertien talen. „Wel uniek,
dacht ik", aldus de heer Van Schaik,
die vorige week zijn hotel officieel
opende met een receptie en Amsterdam
er op die manier zestig bedden bij be
zorgde.
Hoe heeft u Japans geleerd? vroeg
ik aan Tjandra Yohandra.
„In de oorlog", legde ze uit. „Tij
dens de Jappentijd moesten we het wel
leren, op school".
En Chinees dan?
„Mijn tweede vader de eerste is
gestorven is een Chinees en de be
dienden thuis waren ook Chinezen, zo
doende".
En Engels?
„Mijn (tweede) vader is een zaken
man. Hij woont nu weer in Bangkok,
maar we hebben ook vijf jaar op Su
matra en op Java gewoond. Vader liet
me Engels studeren in Medan en aan
de universiteit van Singapore".
Uw eerste vader is dus gestor
ven?
^,Ja. door de Japannners gefusil
leerd".
Van de heer Van Schaik hoorde ik:
„Tjandra is de dochter van een gefor
tuneerde zakenman. Ze heeft een zeer
goede schoolopleiding gehad en ze
komt, zoals wij dat noemen, uit een
wel heel erg goed nest".
Acht jaar geleden kwam Tjandra
die nu 32 jaar is naar Nederland.
„De mensen hier vragen altijd of ik
een Phillippijnse ben", lachte ze. ..Nee,
niet Indonesische, mijn ogen staan an
ders".
Haar Nederlands is vloeiend, wel
haast foutloos en geheel zonder accent.
„Ik heb het uit boeken en kranten ge
leerd", aldus de Thaise receptioniste.
„En dan valt het best mee. Ook van
de televisie leer je wel wat, maar ik
kijk niet veel meer dan naar het jour
naal en documentaires, want elke avond
voor dat kastje zitten kan me niet boei
en".
De heer Van Schaik: „Ze heeft een
fenomenaal geheugen. Ze weet nog pre
cies wat we twee jaar geleden met
Kerstmis hebben gegeten en als ze één
keer iets heeft gehoord of gelezen, dan
onthoudt ze het".
„En koken is haar liefhebberij", al
dus mevrouw Van Schaik. „Als ze niets
te doen heeft, dan gaat ze naar de keu
ken en haait een kastje leeg. Dan vindt
ze wel iets dat haar op een idee brengt
en ze gaat bakken of braden. Nu, de
laatste dagen, hebben we natuurlijk als
gekken hier gewerkt en Tjandra deed
dag en nacht mee. Maar tussen de be
drijven door bakt ze dan nog even snel
een tulband. En... heerlijk!"
Twee en een half jaar is Tjandra Yo
handra uit Bangkok nu met haar
driejarige dochtertje Jacquelina bij
de heer en mevrouw Van Schaik, die
eerst in één huis in de Jan Luyken-
straat een hotel hadden, er twee pan
den bijkochten, zonder steun van bui
tenaf vier ton erin stopten, braken en
verbouwden en zoals gezegd nu
opnieuw openden.
Wijzend op het Boeddhaatje van goud
aan haar ketting vroeg ik Tjandra of
ze Boeddhiste is. „Ja, Trivadha-boed-
dhiste", zei ze.
Ze rookt niet. Heeft dat iets te ma
ken met haar religieuze overtuiging?
thuis rookt; je ziet tegenwoordig door
„Neen, niets, maar niemand bij mij
de emancipatie wel vrouwen roken in
Thailand, maar het zijn er nog weinig.
Zo is het ook met drinken", aldus
Tjandra.
Die emancipatie heeft veel in haar
land veranderd. „Ook het gaan naar de
tempels", vertelde ze. „Vroeger moch
ten alleen de mannen de tempels be
treden. Zeker, er zijn nog tempels bij
ons waar alleen mannen mogen komen,
maar er zijn er nu ook veel die open
staan voor mannen èn vrouwen",
Lezen, steeds maar lezen, daar is
Tjandra gek op. De heer Van Schaik:
„Ze weet alles van klassieke muziek,
maar net zo goed van jazz. En als er
een gezicht op het tv-scherm verschijnt
zegt ze meteen wie het is. Ik zei het
al: één keer gezien, dan onthouden".
„Mevrouw Van Schaik breidt nu een
trui voor meneer Van Schalk en ik brei
mee voor mezelf", zei Tjandra. En la
chend: „Alleen die knoopsgaten brei
en, wat is dat lastig".
Ik stel me voor dat men in Thailand
zo'n beetje als in Japan veel
meer tegen elkaar buigt, veel hoffelij
ker is dan bij ons in het Westen, veel
meer zelfbeheersing kent bij het eten
en ik vroeg: Vond u hier alles en ieder
een niet een beetje grof, toen u naar
Europa kwam?
Tjandra: „Ik heb me hier aangepast,
want wie ergens anders gaat leven en
zich niet wil aanpassen, moet thuisblij
ven. En ik geloof, dat het voor u veel
moeilijker zou zijn om u in Thailand
aan te passen dan voor iemand uit
mijn land hier".
Met dit diplomatieke antwoord had
ze „CD" op haar fiets verdiend.
PAU FrankrijkDe film ,JBonnie
and Clydeheeft de Franse barettenin
dustrie gered. De rolprent van Fay Dun-
naway heeft een nieuwe mode in hoofd
deksel voor dames geschapen en in de
hele wereld zijn vrouwen op zoek naar
een ,JBonnie-baret"
Het gevolg is in Pau, waar de meeste
baretten ter wereld worden gemaakt,
verbazingwekkend geweest en een van
de baretten fabrikanten noemd het „een
wonder". Want nog pas in januari van
dit jaar schreef de kamer van koophan
del te Pau in haar jaarverslag wat op
een grafschrift voor de industrie leek.
De kamer merkte in haar verslag nl. op
„nadat de verkoop het vorig jaar met
16 procent is teruggelopen zal de baret
dit jaar nog slechter worden verkocht".
„Maar toen kwam de film „Bonny
and Clyde" en de produktie van baret
ten steeg met 1.000 procent. Orosnier,
een der baretten fabrikanten, produceert
thans 1500 baretten per dag in plaats va
200, het gemiddelde van 1967, een andere
fabrikant, Laulhère heeft meegedeeld,
dat zijn dagelijkse produktie van 280
stuks in het vorige jaar is gestegen tot
8.000.
,J£en paar jaar geleden", zo vertelde
een fabrikant, ,^ijn alle baretten fabri
kanten bijeengekomen en hebben zij mil
joenen francs uitgegeven om een recla
mecampagne te bekosten teneinde de
mannen aan de baret te krijgen, maar
het was leeggegooid geld. Nu heeft een
enkele film in een paar weken meer ge
daan dan al die miljoenen".
De Franse barettenindustrie is gered.
In de beste jaren, tot het einde van de
eerste wereldoorlog telde de streek 80
barettenfabrikanten. Het vorige jaar
waren er nog maar zeven.
T)at de „morgenstond goud in de
mond heeft", zegt al een Neder
lands spreekwoord, dat niet vandaag of
gisteren in de wereld is gekomen, maar
vroeg opstaan schijnt, als men recente
statistieken mag geloven, ook medisch
gezien van groot belang te zijn.
Een Britse medicus, prof. Lancester,
heeft zich met dit probleem in het bij
zonder beziggehouden en verdedigt nu
de steling, dat wie vroeg opstaat een
betere kans heeft op een stabiele ge
zondheid dan degene, die zich liever
nog eens omdraait als de haam begint
te kraaien.
Een Belgische medicus, dr. Bruns in
Antwerpen, bevestigt deze ervaringen
aan de hand van statistieken betreffen
de zijn patiënten. Ook hij stelt, dat wie
niet later dan zes uur opstaat, minder
kansen heeft op allerlei kwalen dan de
genen, die later uit bed komen.
Een Engelse firma brengt een bouwpakket van een bankstel in de handel, dat
zonder meer in elkaar te zetten is zelfs zonder schroevendraaier. De bekle
ding, in glad of gestructureerd nylon, bestaat uit hoezen, die door ritssluitin
gen gesloten worden.
Drie Nederlandse vrouwen en vijf Nederlandse mannen, die niet kunnen zien,
gaan skiën in Noorwegen. Dat komt omdat mejuffrouw Bea Appeldoorn
in Zeist een maand lang organiseerde en mensen warm stookte. Niet-zienden
die skiën, dat is voor mij volkomen nieuw, zeg ik. „Tot vorig jaar januari had
ik er ook nooit van gehoord", antwoordde juffrouw Appeldoorn. „Een kennis
had me wel eens gevraagd mee te gaan maar ik dacht: ja, jij gaat skiën en ik
zat op een kamertje te wachten, dank je wel. Maar nu ben ik er zelf geweest.
Verukkelijk".
'ode is geen gril, geen truc, geen stunt je meer van een enkeling om kleren
te verkopen. Mode komt voort uit de geest van de tijd. Er zit een struc
tuur in het ontstaan van de mode. Je kunt de golf van tevoren zien aankomen.
Op het hoogtepunt van de Beatle-muziek werd bij de jongeren een tendens
merkbaar om kleren in shock-kleuren te dragen.
Toen de Beatles oosterse folklore
door hun muziek mengden, werden de
kleuren verfijnder volgens oosterse mo
tieven. Speciaal Mexicaanse patronen
vallen op. Geen wonder, want dit land
staat in de belangstelling met het oog
op de Olympische Spelen".
In het Amsterdamse Confectiecen-
trum houdt de heer Louis A. M. Ties
sen (47) in zijn kamer op de vijfde eta
ge een pleidooi voor het voorspellen
van modelijnen. De wanden zijn ver
sierd met vele stalenkaartjes stoffen en
kleuren voor het winterseizoen 1969
1970. Als mode-detector van het confec
tiebedrijf Konersmann heeft hij namens
Nederland zitting in diverse Europese
organisaties die de mode voor de ko
mende seizoenen voor de confectie- en
textielindustrie vaststellen.
„Er
ristitu'
bestaat nog geen overkoepelend
instituut, dat alle werkzaamheden voor
het algemeen belang verzamelt en sa
menvoegt. Het Internationaal Wolsecre
tariaat houdt zich alleen bezig met de
prognoses op het gebied van de wol. De
Franse organisatie Intercolor verricht
haar werkzaamheden enkel op het ge
bied van de nieuwe kleuren".
De heer Tiessen heeft zich voorge
steld, dat het Europees Mode Instituut
deze overkoepelende organisatie zonder
een vaste binding met een bepaald be
drijf zal zijn. Hij heeft samen met de
bekende Duitse mode-deskundige en in
dustriële vormgever Werner Lauer zijn
ideëen over dit instituut uitgewerkt in
de februari-katern van de werkgroep
2000 met als titel „Mode in een pluri
forme maatschappij".
Volgens de heer Lauer worden de
kosten voor dit project geschat op een
miljoen gulden. Het is de bedoeling, dat
in 1971 het Europees Mode Instituut, ge
vestigd in Amsterdam, met haar werk
begint. De heer Tiessen neemt het Ko
ninklijk Nederlands Meteorologisch In
stituut (KNMI) in De Bilt als voorbeeld.
Op diverse plaatsen in Europa worden
gelijktijdig momentopnamen van de
verschillende tendensen gemaakt, waar
na men de prognoses vaststelt. Het ver
loop van een bepaalde stroming in de
mode kan dan op de voet gevolgd wor
den.
„De tijd dat een kleine elitegroep op
intellectueel, maatschappelijk en econo
misch gebied de mode voorschreef is
voorbij", vertelt de heer Tiessen. „Ik
reken ook de haute couture tot deze
ADVERTENTIE
Modieus-model, coinloftabel katoen. Bevend wit en elastisch ook na eindelooe vaak wassea Slip 2.95, panty 3,50.
elite-groep. De confectie aapte de mo
dellen vroeger klakkeloos na. Op het
ogenblik wordt de geest van de tijd
door de massa aangegeven. Een massa,
die In vele groepen te verdelen is".
Hij noemt op: de kinderen, de tieners,
de twens, „style trente", de zogenaam
de „smart age", de klassieke provincia
len en de klassieken in de stad en de
groep bejaarden. Elke categorie kan
weer opgesplitst worden in kleinere
groeperingen. Bij de „young lady" het
pasgetrouwde meisje, de studente en
het meisje dat haar eerste baan heeft.
„Een bedrijf kan geen kleding voor
„iedereen" maken", vindt de heer Ties
sen. „Iedereen bestaat niet meer. Elk
bedrijf moet nagaan voor welke groep
het kleren wil maken. De ondernemer
moet die groep precies leren kennen.
Welke eisen er gesteld worden, hoe zij
leven, welke opvattingen zij hebben. Op
het ogenblik zoekt de mens naar een ei
gen uitdrukkingsvorm in deze computer-
tijd. Het hangt van het individu zelf af
of het een gevecht wordt, een zich af
zetten tegen de techniek of een zo groot
mogelijk vrijheid zoeken. Een van die
manieren om je een vrij en gelukkig
mens te voelen is nu eenmaal je kle
ding uitkiezen". Hij schrijft hier ook
de hang naar een romantisering van de
kleren op het ogenblik aan toe.
De textiel- en confectiebedrijven zijn
er, volgens de heer Tiessen, mee ge
baat, dat zij zo snel mogelijk weten wel
ke materialen, welke lijnen, welke ten
densen in de mode belangrijk gaan wor
den. „Tussen de grondstof en het pro-
drukt in de winkel ligt een tijdsbestek
van twee jaar. Eigenlijk moet de onder
nemer twee jaar van tevoren weten in
welke kleur hij zijn stoffen moet Inver-
ven".
Met behulp van de wetenschap en
in nauwe samenwerking met gelijk
soortige organisaties in de Verenigde
Staten, is de heer Tiessen van plan
het Europees Mode Instituut op te
richten. Zijn plan is door vooraan
staanden in de textiel- en confectiewe-
reld enthousiast ontvangen. Hij beëin
digt het gesprek met nog een voor
spelling op het gebied van de kleuren
voor dit jaar. „Na de felle psychede
lische tinten, worden de kleuren zach
ter deze zomer, waarna een rustpunt
komt met vooral het neo-klassieke
zwart en grijs voor de aanstaande win
ter".
Tichtgevende tafellakens zijn thans
bij onze Oosterburen in de mode.
Het zijn tafellakens, die met behulp
van kunststof zo zijn geprepareerd, dat
zij bij ultra-violet licht gaan oplich
ten en dan in allerlei fraaie kleuren
decoratieve figuren gaan vertonen. De
fabrikant richt zich voornamelijk op de
tienermarkt. Het is intussen al geble
ken, dat niet alleen de jeugd belang
stelling heeft voor deze nieuwe tafel
versiering.
Het is niet zo moeilijk om te be
grijpen, dat mejuffrouw Bea Ap
peldoorn zelf ook niet ziet. Sinds ne
gen jaar. Oh, zeg ik, dus als ik het
over de kleur rood heb, dan zegt u
dat wel iets. „Och, het vervaagt",
vindt ze. En even later enthousiast:
„Het zien wordt uitgeschakeld en min
der belangrijk. Er komt iets heel an
ders voor in de plaats".
Het is de Noorse bond voor gehan
dicapten, die de skivakanties voor niet-
zienden organiseert. „Ik ben er het vo
rig jaar zelf geweest en heb toen voor
het eerst op de skies gestaan", ver
telt Bea Appeldoorn, al zes jaar tele
foniste bij Gero in Zeist.
Moeilijk, veronderstel ik, eigen po
gingen om rechtop te blijven nog vers
in het hoofd.
„Viel enorm mee", lacht juffrouw
Appeldoorn.
Nu wil ik vis of vlees hebben.
„Maar als je begint te skiën moet
je toch weten waar je blijft", probeer
ik.
6 „Het is in Noorwegen zo georgani
seerd dat de tanks van 't leger eerst
een spoor trekken en binnen dat spoor
skiën wij. Je kunt dan met je stokken
houvast zoeken, op de sneeuwwallen
aan weerszijden", hoor ik.
Over enkele dagen, paasmaandag,
gaat voor het eerst in de geschiedenis
een groepje niet-ziende Nederlanders
op skivakantie. Acht skiërs dus, plus
twee begeleiders: een getrouwde vrien
din van juffr. Appeldoorn en nog een
man. Naar Beitostele gaan ze, op
twintig kilometer van Fagerness. En
per vliegtuig, want daar heeft weer
een Scandinavische chartermaatschap
pij voor gezorgd, om de zaak niet te
duur te maken.
Zeven van de acht voor de eerste
keer, Bea Appeldoorn voor de tweede
keer. Vier dagen cursus één vrije dag
en dan een tocht op de latten van 25
kilometer, zodat de zaken niet slapjes
worden aangepakt.
Nu een vraag op de vrouw af: Wat
boeit u in dat skiën, juffrouw Appel-
doom?
Ze hoeft niet na te denken, maar
zegt meteen: „Het is vooral het
idee dat je in een rustige omgeving je
eigen weg kunt zoeken. Hier in het ver
keer, ben je permanent geconcentreerd
om veilig aan de overkant te komen.
Daar is het helemaal niet belangrijk
of je een eindje naar links of rechts
verdwaald, want je kunt alleen maar
in de sneeuw terecht komen".
In Rotterdam woont de heer D. Kui-
venhoven, 28 jaar, getrouwd, van be
roep programmeur, maar hij corrigeert
nu braille. Hij is een van de vijf niet-
ziende mannen die mee gaan naar
Noorwegen.
„Ik heb nog nooit geskied, maar ik
stel me er geweldig veel van voor", zegt
hij. Ik vraag hem waarom hij niet als
programmeur werkt op dit moment,
want ik dacht, dat men overal om deze
mensen zat te springen.
„Met z'n zessen zijn we opgéleid
aan de T.H. in Delft", zegt de heer
Kuivenhoven. „Twee van ons konden
nog net met zwartschrift omgaan en
zij hebben een baan. De vier die in
braille werkten kregen geen baan. Ik
heb wel veertig keer gesolliciteerd,
maar steeds met negatief resultaat.
Men laat mij weten dat het „te inge
wikkeld is", omdat ik niet zie. of dat
er „veel met formulieren wordt ge
werkt". Dat betekent dat ik er steeds
naast zit en dat maakt niiet direct
enthousiast".
Gediplomeerd programmeur en dan
stoot je toch je hoofd. Ik kan het niet
•-U precies omschrijven, maar ik gun de
heer Kuivenhoven die skivakantie in
Noorwegen helemaal, vanuit m'n voet
zolen.