I V oor de kust van Westport ligt de Clew Bay een geweldige hap uit de grillige Ierse kustlijn van fjorden, rots-, steen- en goudgele zandstranden, drieduizend kilo meter lang voor een eiland, dat ruim tweemaal zo groot is als Nederland. De Clew Bay is in West-lerland de groot ste trekpleister van alle zee-sportvissers, zelfs de meest verwende uit heel Europa. Jaarlijks komen daar de kam pioenen samen voor een soort Cup-final in het Sea Angling Festival een internationaal gezelschap, dat in twee dagen op zee duizenden kilo's vis verschalkt. En elk jaar weer sneuvelen de records die door het ministerie van Landbouw en Visserij nauwgezet worden bijgehouden. D< H Wa Een onzer verslaggevers bracht dezer dagen een bezoek aan Ierland een betrekkelijk nieuwe vakantiebestemming voor Europeanen van het vasteland. Engelsen kennen Ierland al veel langer. Nog geen halve eeuw geleden waren ze er nog heer en meester vooral meester. Onze verslaggever koos voor zijn verblijf het meest weste lijke plekje van het prachtige eiland het tweeduizend zie len tellende stadje Westport aan de Clew Bay, waar lucht en water na tweeduizend mijlen vrije vaart het eerst Europa ra ken. Bijna nergens ter wereld zwemt zoveel vis in het zoete en zoute, kraakheldere water zalmen, forellen, snoeken, tarbots, haaien, roggen en honderden andere soorten vis die men op het continent nauwelijks meer kent. Westport ligt maar enkele uren gaans van de wereld waar- In wij leven vol mensen die zich zorgen moeten maken over de verontreiniging van lucht, water en bodem. Westport kent die problemen niet alles is daar nog puur óók de mens, die de toerist onbaatzuchtig tegemoet treedt, vrien delijk en hartelijk meer nog dan een gastheer zijn gast, als een beste vriend. De sportvisser heeft er een extra streepje voor en wie in Westport een zalm vangt van dertig pond is een „very impor tant person", die kroegje-in-kroegje-uit met zijn Ierse vrienden uren bij het open turfvuur kan nabomen over de opwinding die hem geschonken werd door „the biggest fighter in the world". Vandaag iets over Ierland en de leren. Een volgende keer mee op het jaagpad van de sportvisser. 4 m Het toerisme in Ierland is voor een goed deel in het oostelijk deel van het eiland begon nen en verspreidde zich allengs verder langs de zuidelijke sub-tropische stranden, waar palmen het bewijs leveren van lerlands milde zeeklimaat. Westport als het oord van de sportvissers is eigenlijk een ontdekking van een Nederlander de nog jeugdige Gro ninger H. O. v. d. Kooi. Hij is er in een jaar of vijf al een keer of acht geweest en Westport is hem dankbaar. Zijn passie voor Ierland heeft hem namelijk op de gedachte gebracht dit sportvissers-Mekka te introduceren bij de fijnproevers en dat heeft overal in Ierland na volging gevonden. De heer v. d. Kooi is nu verbonden aan het Reisbureau B.B.I. en verzorgt speciaal en uiteraard met enige voorliefde reizen naar Ierland. De vorige week had hij zijn zoveelste trip er op zitten. De groeiende belangstelling voor reizen naar Ierland en de geweldige animo die er, na een t.v.-uitzending, is ontstaan voor het reizen door Ierland per huifkar, hebben hem heel wat werk bezorgd. De vraag naar de romantische trektochten overtrof verre de verwachting en de leren moesten nog snel huifkarren bijbouwen en paarden africhten. Met de sportvissers is het precies zo gegaan. De eerste verhalen over de vangsten, waarbij men en dat is nu eens geen latijn armlengten te kort kwam, brachten nieuwe groepen. Zalmen en forellen, bij 't invriezen waarvan de Ierse gastheren graag behulpzaam zijn (opdat de sportvisser ook wat kan meenemen), hebben menige sportvisser doen be sluiten voor een weekje van stek te veranderen. Gaarne stellen wij onze lezers in de gelegenheid kennis te nemen van de mogelijk heden voor sportvissers. Voor de lezers van ons blad, die individueel of in groepen van vier of zes man willen gaan vissen in Westport, heeft B.B.I. een speciale 8-daagse reis ont worpen voor f 354,- waarin is inbegrepen de heen- en terugvlucht per Jet van Aer Lingus Amsterdam—Shannon, bagage tot 20 kg, volledig pension in het Clew Bay Hotel te West port en persoonlijke adviezen ter plaatse. Voor deze reis is men niet gebonden aan een bepaalde dag van vertrek. Er wordt gebruik gemaakt van de normale dienstregeling van Aer Lingus. De heer H. O. v. d. Kooi, B.B.I., Vismarkt 30, Groningen verstrekt alle nadere gegevens. In het seizoen der sportvissers is dit een vertrouwd beeld geworden in de haven van Westport honderden kilo's rog, aan de sporthengel gevangen ZATERDAG 13 APRIL 1968 De zee-aal staat op de recordlijst op 42 pond, de heilbot op 152 pond, de rog op 165 pond en de haai op 365 pond.' De leren zijn trots op deze records. Met een vijftigtal an dere topvangsten illustreren deze records niet alleen de visrijkdom, maar ook de bevangbaarheid. Dit jaar, 28, 29 en 30 juni, gaat het er weer op los. De Ierse minister van Landbouw en Visserij zal er zelf bij zijn, want de leren hebben het geluk dat hun bewindsman een verwoed hengelaar is. Dan gaan er onherroepelijk weer records aan, want terwijl waar ook ter wereld de visstand terugloopt in Ierland niet. De lauwe golfstromen uit het midden van de Atlantische Oceaan voeren steeds nieuwe hoeveelheden vis aan, die voor een goed deel hun veilige broedplaatsen kiest in zuurstofrijk, helder oceaanwater. Wie over Ierland spreekt, wie alleen maar een dagje in Westport is, hoort in het gesprek: fish, fish en nog eens fish. Niet alleen omdat een deel van de leren er van be staan moet, ook niet omdat die vis mogelijk voor Westport nog eens de belangrijkste toeristentrekker zal zijn, maar eenvoudig omdat de sport als het ware in de Ier inge bakken zit. Het is zijn jacht zijn uitleven in de natuur. re sport is voor de Ier zijn eten en drinken. Niet alleen de jacht op vis, ook het weidspel van de jager, het fokken en monsteren van de beroemde Ierse paarden, het zien van de races op niet minder dan 30 racebanen, het spelen van golf in dit Mekka der golfers (met meer dan 200 golflinks) en dan... ja dan de rugby-sport en het Ierse hockey met de korte stick het werk van de keiharde jongens. Ierland lééft er van. De bezoeker zal er bepaald niet de indruk krijgen dat het land in grote welvaart leeft maar het volk lééft wel; het kent althans in de buitenplaatsen zoals Westport één ding niet de jacht met de tijd. God schiep Ierland en hij gaf het de tijd, hoort men wel eens zeggen. Welaan, in de stilte van de provincie ervaart de bezoeker uit Europa dat als een bijna onwerkelijk, maar verrukkelijk gebeuren. Daarom krijgt Westport ook bezoe kers die er alleen maar willen z ij n, niet om te vissen of te jagen, te golfen of naar rugby te kijken, maar om er te dwalen in de sfeer van een paar eeuwen terug. Soms is het of de leren nog pauzeren na de strijd die ze gekend hebben. Ja, want wét ze bereikt hebben hun vrijheid kregen ze niet cadeau. Overal in het land herinneren oude en nog betrekkelijk jonge monumenten aan een tijd van rebellie. De literatuur en de muziek der leren zit er vol van. Nu hebben ze die vrijheid en als het economisch in Ierland nog niet helemaal naar wens gaat, zegt de Ier: „We hebben er heel lang onder gezeten en moeten er nog een beetje aan wennen...** I ake it easy dus. Dat moet de Hollander die in Westport komt om te vissen, zich wel goed realiseren, 's Morgens vóór negen uur gebeurt er in het stadje niets. Kan er in ieder geval niet gevist worden, want de hotel houder serveert een laat ontbijt, de ghilly slaapt nog en het onontbeerlijke bezoek aan een viswinkeltje om ,de spulletjes nog wat aan te vullen moet wachten tot de zon goed en wel aan de hemel staat. En dat is laat. Ierland heeft de langste avond, maar ook de laatste morgen van Europa. Bovendien, wie in Westport gaat vissen, ziet het weer eerst rustig aan. Die dag kan alles brengen meer regen dan op het Europese vasteland, maar bij buien, die overwaaien. Dat weer in Ierland houdt velen terug van een complete, hele vakantie in dit land. Een weekje vissen akkoord, maar voor hitte onder strakblauwe luchten zoekt men het elders. „Ireland needs a roof" zeggen de leren, ja, maar als Ierland een dak had, was 't geen Ierland meer. Er heerst een zuiver zeeklimaat zonder extreme zomer- of water temperaturen. Vandaar wellicht, dat op de precies 365 eilanden voor de kust van Westport in de Clew Bay nog geen rush van toeristen is begonnen. Slechts enkele van deze eilanden zijn bewoond. Vroeger zaten er vee- en aardappelboeren op, maar sinds er eens een aardappeloogst is mislukt, staan de eenzame huisjes op elk eiland één leeg. Alleen Gibbon woont er nog niets heeft hem kunnen ontmoedigen. Toen wij in Westport waren, was hij een dag op het vasteland. Dan zeggen ze in Westport: „Gibbon is in town". Hij doet dan z'n boodschappen om met een vol bootje weer terug te varen naar een van de eenzaamste plekjes van Europa zijn eilandje in de Clew Bay een heuvelachtig stukje weidegebied, hoog en droog boven de golven van de oceaan, omringd door een strand van keien. Misschien krijgt hij navolgers. Nee, geen leren, maar mensen van het vasteland, voor wie de volte te bar is geworden. Zoals bijvoorbeeld voor de Beatles, die er vermoedelijk straks in retraite kunnen gaan. Hun manager kocht een eiland en is van plan er een geriefelijke bungalow op te zetten. Niemand twijfelt er aan. Er zullen wel méér gegadigden komen. De eilanden zijn naar de begrippen van hen, die de volte beu zijn, niet duur: een dubbeltje per vierkante meter. Het eiland voor de Beatles is negentien hectare groot en ging voor vijftienduizend gulden weg. Maar het za! wel langzaam gaan. Het zijn kleine para dijsjes van stilte, voor velen zal de overgang te groot zijn. De wereld zal nog voller moeten worden, zegt bootsman Paddy Morren, met wie wij langs de eilanden voeren. Hij vindt 't zo wel mooi: de prachtige ongerepte baai met de groene eilanden en het uitzicht, de onmetelijkheid van de Atlantische Oceaan. Het staat voor hem wel vast, dat wat niet is, komen zal. Het dubbeltje voor de meter eiland, zal nog wel eens een gulden worden en misschien nog wel meer... Voor iedere gast is er het welkom. Elke vreemdeling is na een dag een insider, want hij komt immers om van dit land te proeven? van de immense rust van het land en de zee, dat door de eeuwen het karakter van het eiland volk gevormd heeft. Op één ding is de Ier zeer attent, hoe kan het anders: zijn vrijheid. Met één ding kan men inbreuk maken op zijn grote gastvrijheid. Dat deed dan ook prompt een Duitser, die een stuk baai kocht aan de zee en onmid dellijk een raster trok om zijn bezitting. Kijk, dat kennen de leren niet. Hekken, rasters en bordjes zijn hun vreemd. Op urenlange tochten dwars over het eiland, zal men nooit een bordje met „verboden toegang" vinden, noch iets an ders dat eigendom toont. Vooral het Ierland in het westen draagt nog in menig opzicht het stempel van de oude zede van leven, dicht bij het hart vah de natuur. Over de prachtige wegen door het landschap, vrijwel zonder verkeer, steken paarden, koeien schapen en eenden over. Ze lopen daar vrij in 't landschap en vormen de enige obstakels die men kan tegenkomen. Ze zijn gewend aan passanten, kijken niet op of om en sukke len alsof de weg van hen is, voor de auto uit, als 't ze aan staat, naar de berm. De automobilist is geneigd wat minder geduld te hebben met de eend die voor zijn auto komt. Maar pas op, denk er aan, dat men in Ierland een koe, paard of schaap kan aanrijden als 't force majeur is, maar wie een eend onder de auto krijgt, gaat op de bon. We weten niet of 't een officiële of ongeschreven wet is, maar in Ierland redeneert men aldus: een paard, koe of schaap hóéft niet op de weg te komen, maar een eend moet de weg oversteken naar en van het water. De eend is weg gebruiker...! |n Ierland wordt de bezoeker herinnerd aan waarden, die elders, in de rusteloosheid, aan kracht hebben ingeboet of allang niet meer bestaan. Wie denkt er bij ons aan om de wijsheid van een oude man vast te leggen en te bewaren voor later? In een Iers -museum ligt een bandje met de stem van een oude ghilly visserman op de talloze beken, rivieren, kreken en meren. Het is zijn laatste verhaal, boordevol wijsheden, over een twee uur durend gevecht met een grote zalm. Kijk, zoiets bewéért men in Ierland. Daarom komen mensen die er eenmaal geweest zijn, terug. Om wat? Misschien om het leven in de andere versnelling. Maar hoe lang zal het nog duren? Hoe lang zal dit laat ste paradijsje van een overvol Europa met zoals een Ierse ghilly ons zei: „...always a hurry to nowhere..." nog een écht schuilplaatsje zijn? De straalkisten van Aer Lingus, de Ierse luchtvaartmaatschappij met het charmante klaver tje-drie in de staart, de Shamrock, vliegt af en aan naar Dublin, Shannon en Cork. Uit de jacht van het dagelijks leven trekken nu al duizenden Europeanen jaarlijks naar dit grandioze land. Voorlopig zal men er gerust nog een miljoen toeristen kunnen neerzetten zonder ze terug te vinden. Maar straks? Haast zou men iedere Ier willen zeggen: bewéér 't nog even, dit verrukkelijke, door tijd noch geld bewogen kleine refugium. Hou 't vast voor de echte liefhebber die waarde hecht aan rust, stilte, glasheldere rivieren, beken en meren, zuivere, onbedorven luchten, pure aarde en mensen op dit groene en lachende eiland. ,ijn de leren blij met de toeristen? Ja, want ze weten dat toerisme welvaart verhoogt en waarschijnlijk zullen ze al gemerkt hebben dat 't nog uitsluitend de lief hebbers zijn die komen en niet de massa der zonne-aan- bidders. |et zal met Ierland in de eerste jaren zo n vaart nog niet lopen. In vrijwel alle landen van West-Europa kan men van de weerberichtendienst horen, dat er depres sies en storingen vanuit Ierland onderweg zijn naar het vasteland. Boven de Atlantic, waar water, wind en wolken elkaar in Ierland het eerst ontmoeten en in een symfonie van tinten in en boven de oceaan met elkaar aan het stoeien raken, wordt het weer van West-Europa „gemaakt". En omdat er nu eenmaal (nog wel?) méér mensen zijn die in hun vakantie transpiratie belangrijker vinden dan inspiratie, trekt de massamens, zich koesterend in de verguisde, maar kennelijk toch onmisbare volte, gezamenlijk op naar het zuiden. Ierland is voor óndere mensen; voor hen, die urenlang op de wegen en weggetjes in hun auto, te voet of te paard willen dwalen in een door niemand en niets verstoord landschap, dan eens ruig, dan liefelijk in de ommuring van opgestapelde zwerfstenen. Ierland is voor de sportvisser, die enkele uren nadat hij van het vasteland is weggevlogen, aan de boorden van bruisende rivieren of op de meren het gave genot ervaart van wat al bijna niet echt meer lijkt de eigen natuur met de onweerstaanbare drang naar jacht. Om dan, bij smeulend turf in de open vuren, verder te kunnen zwerven in de mijmering. Dat scherpt het denken, zeggen zij, die al eens een vakantie in Ierland genoten. Voor hen is dit eiland, waar in de meest letterlijke zin van het woord achter elke wolk de zon schijnt, een uniek plekje Europa. De Atlantische Oceaan aan de kust bij Westport herbergt een kolos sale hoeveelheid vis, aangevoerd en gevoed door de milde oceaan stromen uit het zuiden. fat valt 't dén tegen als de stem van de stewardess met haar groene Shamrock op het capje, door de microfoon klinkt: „Unfasten your seatbelts.... this is Amsterdam". Dat betekent een ruk aan de pook overschakelen in de hoge versnelling.-

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9