Nederlandse muziekdagen V voor anner De gedaante verandering van Cor Witschge in Pipo de Clown Clown - bu iten -dienst ,,Weet U, wat zo'n enorm voordeel is? Ik word op straat niet herkend!" zegt Cor Witschge (42). Dat is waar: Cor Witschge wordt door familie, vrienden, buren, kennissen en collega's op straat wel als Cor Witschge herkend, maar niet als Pipo de Clown. En dat is hij voor de meeste Nederlanders toch in de eerste plaats. Vandaar, dat wij dezer dagen bij de artiesteningang van schouwburg Orpheus in Apeldoorn nogal moeite hadden, om in de korte, gebruinde man, die daar niet uit een woonwagen, maar uit een busje stapte, zoveel trekken van Pipo te herkennen, dat wij zonder aarzeling op hem af durfden stappen met de vraag: „U bent de heer Witschge?" si ow-)3oa l L ivvwww*' Het berichtje kon het wel af met elf, zegge elf regels, ergens on- der in een hoekje van de krant. Gewoon een stukje opsomming in de droge trant van: zo oud geworden, daar en daar gestorven, dit en dat gepresteerd, met zus en zoveel succes. Klaar. Daarmee is aan een rijk en vruchtbaar leven en een zeer bijzondere persoonlijkheid wel genoeg laatste eer bewezen, en kan worden overgegaap tot de orde van de onrustige dag. Dat zat mij niet weinig dwars. Daar was nu een kans gemist, met zozeer voor de krant, die tenslotte bij de dag leeft, als wel voor ons eigen vrouwendrukwerk in allerhande formaat. Hier was immers een schrijfster gestorven die het waard was om niet, om nimmer vergeten te worden door vrouwen van alle mogelijke maatschappelijke en geestelijke schakering. En dat te meer omdat zij een serie boeken op haar naam heeft staan, die vandaag de dag geregeld herdrukt worden, ook in zeer betaalbare pocketuit gaven, en in een goede vertaling trouw aanwezig op de planken van nagenoeg elke plaatselijke bibliotheek. Nu zegt dit u misschien veel maar nog niet alles, en bestaat de kans dat een kieskeurige lezeres aan een soort moderne Courts Mahler gaat denken, tegen wie zij terecht enige gegronde bezwaren heeft. Maar dan dient zij alvast te weten dat deze tachtigjarige zo weinig sentimenteel was, zo universeel gelezen w^rd door miljoenen liefhebbers van beiderlei kunne, en nog eens miljoenen bereikt heeft door haar toneelstukken en de films plus een musical die naar haar romans gemaakt zijn dat zelfs de meest veeleisende lezeres zich niet behoeft te generen met een deeltje van dit oeuvre betrapt te worden. U houdt het mij dus ten goede dat ik dit summiere krantenberichtje even voor u herschrijf en aanvul, ook als een ereschuld aan een vrouw die mij sinds de allereerste kennismaking zoveel aangename uren heeft bezorgd. f~|p tachtigjarige leeftijd dan is in New York overleden de Amerikaanse schrijfster Edna Ferber, die het van aankomend journalistje tot schrijfster van wereldfaam heeft gebracht. Zij begon als zeventienjarige haar vingers blauw te schrijven bij een van die ontelbare provinciale bladen in dat onmetelijke land. Aangezien de twintigste eeuw juist begonnen was, zal zij haar nieuwtjes wei op de voetjes bijeengegaard hebben. Een hard en veeleisend baantje, dat haar het vorstelijk inkomen van drie dollar per week opleverde. Maar het was ongetwijfeld gesneden koek voor dit levendige vitale en weetgierige persoontje, begiftigd met een paar uiterst scherpe, heldere ogen, een intense belangstelling voor mensen en landschappen en een fijne, briljante pen. Daarbij was haar een, voor een Amerikaanse wel heel bijzondere, humor aangeboren, minder scherp en melancholiek dan die van Dorothy Parker, en zonder de tragische ondertoon van Fanny Hurst. Haar personages lijken amusante karikaturen, maar blijven toch menselijk, haar dialogen hebben een sprankelende levendigheid, en zij weet situaties van een bizarre zotheid zo te beschrijven dat zij toch geloofwaardig aandoen. Niemand vergeet ooit de scène in „Show Boat", waar een cowboy tussen het publiek op de galerij onverwacht de schurk op het toneel toeroept van dat meisje af te blijven en meteen schiet. Zij heeft blijkbaar het ware avonturiersbloed in de aderen gehad, en met verve en duidelijke sympathie zich verdiept in de ruige, primitieve, maar onbehouwen eerlijke samenleving van al die op actie en vrijheid beluste mannen, die op de bok van een huifkar of in het zadel de onontgonnen wijdheid van het Amerikaanse binnenland introkken. Die mannelijke hoofdpersonen zijn met een opmerkelijke objectiviteit en groot inlevingsvermo gen bekeken en beschreven. Maar het rustpunt en krachtcentrum van haar verhalen is altijd een vrouw. Een jonge, aantrekkelijke, kordate aanpakster maar met een muzikale naam, die even vakkundig de teugels houdt als in de pot roert of een bedrijf beheert. Met dat al zijn haar romans geen typische vrouwenverhalen in de trant van: hoe Sabra en haar man zich er doorheen sloegen toen het Wilde Westen nog werkelijk uitdagend wild was. Het huwelijksleven met een rusteloos avonturier kende vaak geen blij einde, en het barre onontgonnen land borg onvermoede en soms satanische gruwelen, die met een sobere maar suggestieve terughoudendheid beschreven worden. Een van de onvetgetelijkste scènes is wel die waarin een indiaans meisje, dat omgang met een jonge neger heeft gehad, in alle stilte op de wijde prairie met haar pasgeboren kind door haar zwijgende verwanten om het leven wordt gebracht. Als een reusachtige muurschildering heeft Edna Ferber de wordingsgeschie denis van de Amerikaanse statengemeenschap in beeld gebracht. Begonnen met So Big, de amusante beschrijving van een kolonie van groentekwekers in de omstreken van Chicago, dubbel interessant door hun Nederlandse afkomst. Om via de beroemde Show Qogt op de Mississippi, Cimarron in Oklahoma, Come And Get It tussen tabaksplantages van Wisconsin, Saratoga Trunk in het uiterste zuiden van New Orleans te eindigen in de barre koude van het met tintelend genoegen en moderne kennis van zaken geschreven Ice Palace in Alaska. Een lang leven van hard werken, rusteloos reizen en ingespannen studeren is ten einde. Haar dood zal door velen over de gehele wereld als een persoonlijk verlies worden gevoeld. T aten we dan eerst maar vertellen, wie J Cor Witschge eigenlijk is. Een acteur die reeds als kleine Amsterdamse jongen op straat poppenkastvoorstellingen voor zijn vriendjes gaf. Hij verzon daar zelf de verhaaltjes voor. „Toen ik vijftien was, begon ik bij Rob Geraerdts met kindertoneel. Daar heb ik de nodige ervaring opgedaan. Dag in, dag uit schoolvoorstellingen", vertelt Cor Wit schge, terwijl hij in zijn wijde, gele clownspak voor de spiegel gaat zitten. Na Geraerdts werd het Herman Bouber, Het Volkstoneel, het Amsterdams Toneelgezel schap, „Puck", „Centrum"... „Drie jaar heb ik bij de Nederlandse Comedie gezeten, vorig jaar in los ver band. Dit seizoen heb ik nog in „Moe der Courage" meegespeeld, maar dat was niet vol te houden". JFeer zorgvuldig begint Cor Witschge de rode neus van Pipo op zijn eigen neus te drukken. „Dat schminken duurt elke dag een uur. Het is het ergste wat er bij is. In de stu dio doet de grimeur het, want daar zit je zo met die close-ups. Maar op tournee doe ik het zelf". Pipo is met Mammaloe én met zijn wettige echtgenote (die tijdens de kinder voorstellingen als prinses fungeert) op tournee door ons land. Kluk-Kluk (Her- bert Joeks) is er niet bij (die moet veel optreden met zijn Weense repertoire) en ook de Dikke Deur (Willv Ruys; veel ra diowerk) en Apoeti (Philipine Aeckerlin) zijn niet meegegaan. Voor een valse Kluk-Kluk, een on-echte Dikke Deur of een namaak-Apoeti voelt Pipo even weinig als voor een van de naar schatting drie imitatie-Pipo's, die momenteel in ons land optreden. „In Leiden hebben de ouders hun geld teruggevraagd. Dat vind ik juist. Maar weet U: de naam „Pipo" is niet be schermd. Daar heeft de schrijver, Wim Meuldijk, niet aan gedacht, toen hij aan de serie begon. Of ik voor de kinderen in de zaal speciaal duidelijk moet maken dat ik de echte Pipo ben? Nee, dat hoeft niet. Als Pipo „Sapperdeflap" zegt, weten ze het meteen. Ze zien het direct. Ik be grijp alleen die namaak-Pipo's niet. Dat ze de mensen en de kinderen durven be- We waagden het er na enig „clown uit de bus kijken", toch maar op en hadden zowaar meteen geluk. Pipo heeft meestal niet veel tijd om de pers te woord te staan. Daarom had hij ons gevraagd, of het interview met hem ook kon plaatsvinden, terwijl hij zich, in het uur dat aan het eerste van twee kindervoorstellingen voorafging, in de kleedkamer zat te schminken. Wat ons betreft: niets liever dan dat, want het betekende voor ons (en dan met name onze fotograaf) een zeldzame kans om de gedaanteverandering van Cor Witschge in Pipo de Clown mee te maken en zo mogelijk enigszins weer te geven. duvelen. En ik begrijp ook de besturen niet, die hen uitnodigen". T>ipo beschouwt deze tournee als een adempauze na alle opnamen voor de televisie. „Op 30 april komt er nog één opname. Dan gaan we de koningin bloemen aan bieden en dat komt dan 's avonds in het verhaaltje. Maar daarna zit het er voor lopig ook op. Ik zou er niet aan moeten denken, als we volgende maand weer met de opnamen moesten beginnen... Vergeet niet: we hebben dit seizoen 244 uitzendin gen. Vorig seizoen waren het er tweehon derd. Dat betekent twee-en-een-halve uit zending per dag opnemen, 's Morgens om acht uur zijn we al in de studio. Om ne gen uur beginnen de opnamen. Tot des avonds zeven, acht uur. Soms tot een, twee uur 's nachts. Dat vergt ook heel wat van Wim Meuldijk. Die afleveringen vliegen gewoon de pen uit. En gelooft u me: je schrijft gemakkelijker een stukkie van een half uur dan zo'n korte Pipo-af- levering. We hebben wel scènes die twin tig minuten duurden, tot vier en een halve minuut moeten terugbrengen. Dat is moei lijk. Pipo heeft 35 minuten zendtijd in de week. Dat is twee en een half uur zend tijd in de maand. Geen tv-schrijver die dit ooit gepresteerd heeft, behalve Wim Meuldijk. Het is grandioos, wat hij heeft gedaan. En dan tussendoor ook nog even zo'n Kluk-Kluk gestalte geven. Met al die tekstverdraaiingen. En die zijn toch maar spreekwoordelijk geworden! Ik vind het wel fijn, dat we even rust krijgen. Als het doorgaat, dat we in het seizoen 1969-1970 terugkomen, betekent het, dat we onze verhaaltjes ook rustiger kunnen voorbereiden, dat we beter kun nen plannen. Met die buitenopnamen had je altijd wat: dan was er weer regen, dan moest je weer voor een trein wachten, dan kwam er weer een brommer in het beeld, dan vloog er weer een straaljager over. Pipo gaat voorlopig niet met vakantie. Hij is in december twee weken naar Spanje geweest. Hij hoopt tijdens de tour nee door ons land („Er zijn veel aanvra gen") wel iets meer vrije tijd te krijgen. „Voor welke hobby? Ik hou erg van zwemmen. Maar eigenlijk is m'n hobby: Pipo. M'n werk, dat is voor mij het fijn ste wat er is. Ik vind het heerlijk. De mensen vragen wel eens: verveelt het je niet, altijd maar Pipo te spelen? Nee, hoor. Je hebt altijd met andere mensen te maken. Ja, ik hou erg veel van kinderen. Als je niet van kinderen houdt, hoef je dit werk niet te doen. Ze zien het onmiddel lijk. Ik heb zelf geen kinderen. Misschien dat dat er iets mee te maken heeft". "Dipo stopt even met het witten van zijn gezicht. „Ja, na Petra is de serie wel anders ge worden. Dat kind wordt nog steeds erg gemist. Wel, ik kan u vertellen: ik mis haar ook. Misschien nog erger dan de an dere mensen. Ik had haar van de week nog even aan de telefoon. Ze wil zelf nog wel. Maar het mag niet van de Arbeids inspectie. Ik begrijp het niet, want die kin deren van de reclame-televisie mogen blijkbaar wel. Maar ja, dat is één keer en dan staan ze erop. Ach, misschien is het voor het kind zelf ook wel beter, dat ze niet meer meedoet, want ze kreeg er wel last mee: zij werd op straat wél her kend. Of Petra inderdaad een geboren ac trice is? Dat weet ik niet. Dat kan zó omslaan. Ik heb veel kinderen gezien, die op het toneel geweldig waren. Maar als je ze dan enkele jaren later zag, dan wa ren ze niks meer. Ja, de kinderen blijven ook op voor de reclame-televisie. Ik vraag ze in de zaal altijd: „Zal ik in 't vervolg dan maar om half elf komen?" Dan schreeuwen ze al lemaal van ja. En dan zeg ik: dat zou je wel willen. Er zijn trouwens nog een hele hoop vol wassenen, die me liever om half zeven op het scherm zien. Zij vinden zeven uur te laat voor hun kind. Je hebt er ook, die vragen, of ik niet na zeven uur kan ko men, want dan is hun man pas thuis. En er zijn ook grote mensen, die zeggen: „Gisteravond vond ik u niet zo leuk". Dan zeg ik altijd: „Ik ben er niet voor u, maar voor uw kinderen". Dat wordt zo gauw vergeten. Ik krijg ongelooflijk veel fan-mail. De meeste brieven komen bij de NTS binnen. De NTS stuurt gewoon een foto naar ze toe. Ja, ik lees het allemaal wel. Als er erg leuke reacties bij zijn, dan pik ik die er uit. Die mensen krijgen dan een apart briefje van me. Ik krijg ook veel post van bejaarden. En van ouders, die met aller lei raadgevingen aan komen zetten, zo van: „Mijn kind doet dit of dat. Wilt u daar eens iets van zeggen?" Dat kan na tuurlijk niet. Ik krijg ook alleen maar m'n tekst. Af en toe wordt er wel eens iets bijzonders ingelast. Zoals met de schaatswedstrijden. Toen heb ik tegen Kees en Ard gezegd, dat zij zo lekker hard schaatsen, maar dat Pipo dat niet kon, vanwege die flapschoenen". JVfammaloe komt even de kleedkamer binnen. Niet om te zeggen, dat het bedtijd is (het is 's middags twee uur, dus alleen bedtijd voor de middagdutters), maar om „even een likje wit" te halen. Pipo: „Natuurlijk, kind. Je gaat je gang maar hoor". En dan weer tot ons: „Ik heb eens een brief gehad van kin deren, die naar Australië waren geëmi greerd. Het ergste vonden ze, dat ze Pipo niet meer konden zien. En een pastoor zei eens, toen Pipo weg ging: „Het is net of een stukje uit je kin derjaren weer verdwijnt". Er was ook een kind, dat niet wilde ge loven dat Pipo weg was. Haar moeder vroeg me, of^ik hier iets aan kon doen. Ik heb het meisje vanuit Spanje een brief gestuurd, met de mededeling dat Pipo weg was met het vliegtuig. Toen schreef die moeder me: „Het is nu nog erger ge worden, want elke keer als er een vlieg tuig over komt, rent ze de straat op en gilt ze „Pipo!" Weet u wat ik bijzonder leuk vind? Door Pipo zijn de clowns er weer in gekomen. Dit doet me goed, omdat ik zelf niet eens een clown ben. Als ik zelf naar Pipo kijk, heb ik ook niet het gevoel, dat ik dat zelf ben. Dan denk ik alleen maar: O, ik ben een mannetje geworden. Ik voel me ook alleen pas Pipo, als ik m'n flapschoenen aantrek. /~kf er verwantschap bestaat tussen Cor Witschge en Pipo? Dat zoudt u aan mijn vrouw moeten vragen. Zij zegt wel, dat ik het niet spéél. Maar ik bén geen clown. Ik noem mezelf altijd een „clown buiten dienst". Ik kan niet eens op m'n hoofd staan. Dan val ik om. Nee, Cor Witschge is niet dezelfde als Pipo. Als Cor Witschge ervaar ik zoveel ellende, die ik Pipo niet kan laten zeggen. Maar dat vergeten ze wel eens. Als Cor Witschge last heeft van een jukebox in een zaak, schrijven ze dat Pipo er last van heeft. Maar Cor Witschge heeft er last van, niet Pipo. Als ik werkelijk gewild had, dat die jukebox er uitging, had ik het als Pipo kunnen doen. Er gebeuren zoveel ontzettende dingen in de wereld. Het is toch een rotzooi? Neem nou de dood van Martin Luther King. Dat is ook niet aan de kinderen voorbijgegaan. Wanneer ik als Pipo daar nu ook nog met ze over ga praten, kun nen ze helemaal niet rustig slapen". tiet gelaat van Cor Witschge is dat van Pipo geworden, compleet met de hoe kige wenkbrauwen, de guitige dwars- streepjes over de oogleden en natuurlijk het zonnetje op de wang. Pipo staat op en legt een pruik met gouden krullen over zijn schedel. „U ziet het: een heel werk. Maar ik ben net op tijd klaar. Ach, de mensen betrek ken alles op jezelf. Daarom ben ik blij, dat ik op straat niet word herkend. Ik geloof dat je één nare opmerking langer onthoudt dan tien leuke opmerkingen. Iedere acteur zegt: „Ik lees geen kritie ken". Maar geloof me: ze grijpen toch naar die krant, of het nou een rotkrant is of niet. Alle acteurs zijn toch een beetje ijdel? Kom nou". Dipo trekt zijn ruitjesjas aan en slaat zijn grote das om. „Nee, je moet die kinderen niet met problemen confronteren. Pipo hoeft ook niet zo pedagogisch te zijn. O, ik zeg wel eens lelijke dingen tegen de Dikke Deur. Maar ik vind: je moet niet grof wórden. Het is wel makkelijker, hoor, om wat vie ze woordjes te zeggen. Maar waarom zou je?" Re metamorfose van Cor Witschge in Pipo de Clown is voltooid, op letter lijk één hoofdstuk na: de hoed. „Ach ja, ik heb altijd zo weinig tijd voor de pers. Maar ik vond het leuk, dat het op deze wijze kon". Cor Witschge zet de hoed op zijn hoofd, lacht even en zegt, plotseling zijn televi- siestem inschakelend: „Nou is-ie Pipo weer". l^nkele minuten later stapt de echte Pi- po vanuit zijn woonwagen op het po dium „Sapperdeflapperdeflap, sjeg..." De meer dan achthonderd kinderen in de grote schouwburgzaal, die (blijkens de klanken uit de luidspreker in Pipo's kleed kamer) al ongeveer een half uur een flink geroezemoes hebben veroorzaakt, slaken een kreet van herkenning. Pipo: „Hebben jullie Pipo wel eens op de televisie gezien?" Kinderen (oorverdovend hard): „Jaaaaaaaaaah"! Pipo: „En om vijf voor zeven gaan jullie allemaal naar bed hè?" Kinderen (luidkeels): „Neeeeeeeeeh!" Pipo: „Zal ik eens een keertje om half elf komen?" Kinderen (doet u maar watjes in de oren): „Jaaaaaaaaaaaaaah!" J. VAN DER KLEI AMSTERDAM Van 6 tot en met 8 mei worden in Enschede en Hengelo een aantal concerten gegeven onder de titel „Nederlandse Muziekdagen 1968", waar op werken van Nederlandse componisten worden uitgevoerd. De Stichting Neder landse Muziekbelangen organiseert deze concerten, waaraan medewerken: het Overijssels Philharmonisch Orkest onder leiding van Jan Brussen, de harmoniege zelschappen „Kunst aan 't volk", „Kunst naar kracht", „Soli Deo Gloria", het En- schedees Mannenkoor „Excelsior", een koperensemble bestaande uit leerlingen van het Twents Muzieklyceum en het ope ragezelschap Forum. In de Senaatszaal van Twente zal een elektronisch concert worden gegeven. Tot besluit is er een ka mermuziek/opera-avond, waaraan vele solisten meewerken. De reeks concerten wordt voorafgegaan door een bespeling van de beiaard in het stadhuis in Hengelo. Ook de Nederlandse Radio Unie, de omroepverenigingen en de televisie verzor gen in de week van 6 tot 10 mei een 25-tal eigen programma's. De program macommissie, dit jaar bestaande uit de heren Carel Brons, Jan Brussen, Ype Hö- weler, Wouter Paap en dr. Jos Wouters heeft, zoals van de aanvang van de Ne derlandse Muziekdagen het geval is, er naar gestreefd om bij de keuze van de uit te voeren werken het accent te leggen op die composities, welke gedurende de af gelopen vijf jaren tot stand zijn gekomen. De Nederlandse Muziekdagen werden in 1961 voor het eerst in Maastricht gege ven, daarna volgden Amsterdam in 1964 en Groningen in 1966.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 13