Verdrag bleef 22 maand
moeizaam „op de been
JAPAN: POLITIEK SPEL
MET DE ATOOMBOM
DUITSE RELLEN; ONBEHAGEN
OVER GEZAPIGE MAATSCHAPPIJ
Mr. Blaisse: „Ontwikkelingslanden hebben inzet
van particulier bedrijfsleven hard nodig"
Wantrouwen jegens het Westen
oorzaak van Stalin9s
opportunistisch besluit
BELANGRIJK BOEK VAN ALEXANDER WERTH
rr
wÈmm
Voor bet laatst
op de brug
Reserves
Op z'n gemak
Verbazing
.Trouw"
Potsdam
Jalta
Ultimatum
„Dat was fijn
^chter de twintig miljoen doden,
het ontstellend grote offer dat
Rusland voor de strijd tegen nazi-
Duitsland bracht, ligt een stuk his
torie, waarvan de gevolgen in de he
dendaagse politieke verhoudingen
voor een zeer groot deel terug te vin
den zijn. Het is dan ook niet denk
baar zich enig inzicht te kunnen
verwerven in de tegenwoordige di
plomatie en machtsverdeling zon
der kennis te nemen van wat er
zich van 1939 tot 1945 in Rusland af
speelde. Juist daarom is het boek
van Alexander Werth „Rusland in
oorlog", een fors werk van 582 blad
zijden, van grote importantie. De
schrijver, een Britse journalist, is in
Leningrad geboren en was later in
Parijs werkzaam als correspondent
voor Engelse bladen; van 1940 tot
1948 verbleef hij in zijn geboorte
land om daar over de oorlog tegen
de Duitsers te schryven voor The
Sunday Times en de BBC.
„Rusland in oorlog" is een indrin
gende beschijving van het uiterma
te boeiende politieke spel tussen de
grote machten, het afschuwelijke
leed dat over de burgerbevolking
golfde, de zo belangrijke militaire
verrichtingen, het communisme in
oorlogstijd en het naspel van de
tweede wereldoorlog, dat het voor
spel werd van de koude oorlog.
Indrukwekkend zijn de verslagen
die hij geeft van de tragische ont
wikkeling na de Duitse inval op 22
juni 1941. Tot november 1942 rukten
de nazi's op, waarbij de namen van
de steden Minsk, Smolensk, Lening
rad, Kiëv, Charkof, Sebastopol, Ros-
tof. Moskou met het eerste tegenof
fensief, het historische keerpunt Sta
lingrad met daarna vooral Koersk,
een historische klank kregen. Alex
ander Werth diept de talrijke strijd
tonelen uit door persoonlijke aante
keningen, gesprekken met Russische
generaals, maar ook met de bevol
king, die ondanks de grote offers,
uiteindelijk zegevierde over de Duit
se beestachtigheden. Toen de Russi
sche opmars begon, verstierf de
roep uit het Kremlin om een tweede
front in het Westen; daarmee werd
ingezet het politieke spel tussen de
grote machten. Aan twee gebeurte
nissen uit de tweede wereldoorlog be
steden we hieronder wat meer aan
dacht: het verdrag tussen Hitier en
Stalin in 1939 en de conferentie van
Potsdam in 1945. De jaartallen ge
ven niet alleen het begin en het ein
de van een belangrijk stuk historie
aan. Potsdam was immers de aan
zet tot de koude oorlog, waarbij de
atoombom een doorslaggevende rol
heeft vervuld.
(„Rusland In oorlog" verscheen
bij uitgeverij Kruseman, Den Haag.
Fraai uitgevoerd met kaarten en
foto's; prijs f 32,50).
„HET PACT UIT NOODZAAK" EN POTSDAM
HPijdens het diplomatieke geharrewar, dat vorig jaar volgde op de zesdaagse
oorlog in het Midden-Oosten, maakte een Russische politicus aan
Israël het weinig kiese verwijt, nazi-methodes te hebben toegepast in zijn oor-
log tegen de Arabieren. Het antwoord van de Israëlische minister van Bui
tenlandse Zaken Eban hierop kwam voor de Rus pijnlijk aan. „Wij hebben
in 1939 geen verdrag met Hitier gesloten", merkte Eban snedig op. Bijna
dertig jaar nadat het opzienbarende pact tussen Stalin en Hitier tot stand
kwam is het in 't politieke steekspel nog een krachtig "middel" om aanvallen
van de tegenpartij te pareren. Toch ging er heel wat aan dit niet-aanvalsver-
drag vooraf en toen het was gesloten, konden maar weinig Russen er oprecht
blij mee zijn. Velen voelden toen al wel aan, dat het een uitstel van executie
zou worden.
De vervanging van Litwinof op Bui
tenlandse Zaken door Molotof beteken
de een sterke wijziging in de politiek
van de Sovjet-Unie, die onder eerstge
noemde veel ontevredenheid had opge
roepen. Alexander Werth zegt daar
over: „Het was een politiek van collec
tieve veiligheid en van vertrouwen in
de Volkenbond. Na de moord op de
Franse minister Barthou in oktober
1934 hadden zowel in Parijs als in Lon
den mannen geregeerd, die bereid wa
ren jegens het fascistische Italië, het
nationaal-socialistische Duitsland en het
mlitaristische Japan een politiek van
appeasement, van toegeeflijkheid te
voeren. Dat was gebleken met betrek
king tot Ethiopië, het Rijnland, Spanje,
China, Oostenrijk en Tsjechoslowakije.
Na Münchcn kon men zien hoe Hitiers
minister van Buitenlandse Zaken, Rib-
bentrop, in Parijs werd ontvangen en
hoe invloedrijke Franse bladen speel
den met de gedachte van een Oekraï
ne, die door zetbazen van Hitier zou
Worden geregeerd".
Geen wonder dus dat men in het
Kremlin wel enige reserves koesterde
ten aanzien van Engeland en Frankrijk,
Stalin stak dit dan ook niet onder stoe
len of banken.
In maart 1939 bezetten de Duitsers
Praag en vervolgens Memel aan de
Oostzee Koortsachtig politiek overleg
was het gevolg. Londen stelde een
Brits-Franse-Russisch-Poolse verklaring
voor inzake onmiddellijke besprekingen
zodra de vrijheid van een Europees
land zou worden bedreigd. Dat plan viel
in het water, want Polen wilde hieraan
niet meewerken. Een voorstel van het
Kremlin voor een Russisch-Brits-Frans
verbond van wederzijdse bijstand met
daarbij steunverlening aan alle Oosteu-
ropese landen die zouden worden aan
gevallen, vond bij de partners geen
genade. Litwinof kreeg daar de schuld
van en moest verdwijnen. „Bovendien
was hij", zo schrijft Werth, als Jood ja
renlang door de Duitsers uitgescholden.
Het was nodig geworden de buiten
landse politiek der Sovjet-Unie niet al
leen een meer soepel en opportunistisch
karakter te geven, maar ook een maxi
maal gezag".
De stemming bleef evenwel anti-
Duits. De defensie-uitgaven werden
drastisch verhoogd, „want hoe sterker
wij zijn, des te groter de kans dat de
fascistische agressors ons land niet
durven aanvallen, zo redeneerde men.
Op 23 juli 1939 stelde Molotof het Wes
ten voor een militaire Brits-Franse mis
sie naar Moskou te sturen; op 4 augus
tus ging men daarmee in Londen ak
koord en op 12 augustus kwam de mis
sie in Rusland aan, want men had z'n
gemak ervan genomen; met de boot
naar Leningrad...
De onderhandelingen liepen op niets
uit; Polen was opnieuw het struikel
blok. Ook het wantrouwen dat er in
Moskou jegens het Westen heerste
droeg in niet geringe mate bij tot het
stroeve verloop van de onderhandelin
gen. „Een wantrouwen dat alleen door
forse militaire verplichtingen had kun
nen worden overwonnen. Voor het ge
val deze zouden uitblijven moet Stalin
al van de lente af de mogelijkheid van
een „laatste-minuut-akkoord" met Hit-
Ier in het achterhoofd hebben gehad",
aldus Werth.
Op 3 augustus zei Von Ribbentrop
tegen de Sovjet-zaakgelastigde As-
tachof, dat er geen onoplosbare pro
blemen tussen de Sovjet-Unie en
Duitsland bestonden in het geDied
tussen Oostzee en Zwarte Zee. Hij
stelde voor een geheim protocol te te
kenen over een verdeling in invloed
sferen. Moskou zei neen, want het
hoopte nog op een verdrag met Parijs
en Londen. Schulenburg, de Duitse
ambassadeur in Moskou, probeerde
op 15 augustus Molotof te vertuigen
van een verdrag tussen de beide lan
den. Opnieuw zei men „neen" in het
Kremlin. Vijf dagen later stuurde
Hitler Stalin een telegram met het
verzoek Von Ribbentrop te ontvan
gen; dat kwam op een moment dat
de besprekingen met het Westen in
het slop waren geraakt. Stalin zei nu
ja en op 23 augustus werd het niet-
aanvalsverdrag en het geheime pro
tocol over invloedsferen ondertekend.
„Men mag aannemen, dat Stalin bij
zijn besluit ook gedreven werd door
de situatie in het Verre Oosten, waar
nabij de Mongoolse grens hevige ge
vechten werden geleverd met Japan
se troepen. Hij wilde geen twee-fron-
ten-oorlog", zo merkt Alexander
Werth op. Dat nam niet weg, dat het
Russische publiek met grote verba
zing kennis heeft genomen van dit
pact, „dat onvermijdelijk was gewor
den door de houding van Frankrijk,
Engeland en Polen".
Nadat het akkoord van München was gesloten lieten Chamberlain en Hit
ler zich fotograferen; rechts een tolk.
STALIN
De verdeling van Polen volgde met
daarna de Finse kwestie; in West-Euro
pa vielen intussen steeds meer landen
onder de gigantische militaire macht van
de nazi's. De russen voelden zich on
gelukkig met de situatie: Vrees voor
een Duitse aanval en geen vertrouwen
in de Fransen en Britten (de vlucht
van Hess naar Schotland in 1941!).
Toch veranderde de officiële toon van
Moskou zich schoorvoetend ten gunste
van het Westen.. Werth vervolgt: „Op
3 maart 1941 echter kwam het tot een
openlijke botsing tussen de Duitse en
de Russische belangen; dat was toen
Moskou Bulgarije liet weten, dat de
Sovjet-Unie het toelaten van Duitse
troepen op Bulgaars gebied niet kon
goedkeuren". Die toestand werd nog
toegespitst door de staatsgreep in Bel
grado. Op 13 april, de dag na de val
van Belgrado, werd in Moskou een Rus-
sisch-Japans niet-aanvalsverdrag gete
kend. De Japanse minister van Buiten
landse Zaken was ervoor uit Berlijn
naar Moskou overgekomen. Iedereen
stond te kijken van de ongewone harte
lijkheid die Stalin jegens de Japanse
bezoeker aan de dag legde. Hij bracht
hem naar het station, omhelsde hem
bij het afscheid en zei: „Wij zijn ook
Aziaten en we moeten elkaar trouw
blijven". Wel sloeg hij ook de arm onl
de hals van de Duitse militaire atta
ché, met de woorden: „We blijven
vrienden, nietwaar?" maar het pact
met Japan was. de hoofdzaak; nopens
de Duitsers maakte Stalin zich geen il
lusies. Veelbetekenend was, dat hij eind
april Ilja Erenburg opbelde om hem te
zeggen, dat zijn anti-nazi-roman „Val
van Parijs" nu kon worden gedrukt",
zo beschrijft Werth de situatie in die
weken, waarin zware politieke besluiten
werden genomen.
Officieel bleef Rusland trouw aan het
pact met de nazi's, maar de Russen
zagen het alleen nog als een middel de
oorlog zo lang mogelijk uit te stellen.
Na 22 maanden brak de veer, die het
verdrag toch al zo moeizaam „aan de
gang" had gehouden. Werth zegt er
van:
„Toen in de avond van 21 juni Molo
tof de Duitse ambassadeur liet komen
om bezorgd te informeren wat „Duits-
lands redenen tot misnoegdheid"
konden zijn, toen kon Schulenburg
daarop geen antwoord geven. Pas
toen hij terug was in de ambassade
ontving hij Von Ribbentrops instruc-
tie, Molotof op te zoeken en „zonder
verder in discussie met hem te tre
den" een overgeseind document voor
te lezen, vervat in Hitiers grof-schel
dende terminologie, en dat neerkwam
op een oorlogsverklaring. Met een
beklemd gemoed reed de ambassa
deur bij het aanbreken van de dag
naar het Kremlin terug, en hij las
Molotof het document voor. Volgens
Schulenburgs verslag luisterde de
volkscommissaris zwijgend, en toen
zei hij bitter: „Dit is oorlog. Gelooft
u, dat wy dat hebben verdiend?"
22 juni 1941 werd Hitiers Barbarossa-
plan tot uitvoer gebracht; dat betekende-
voor het Russische volk het begin van
een schier eindeloos lijden onder de na-
ziterreur.
Toen op 3 augustus 1945 de conferen
tie van Potsdam werd afgesloten kon
men het volgende in de Prawda lezen:
„Zij (de conferentie) duidt op een nieu
we versterking van de samenwerking
tussen de Grote Drie, wie gewapend
verbond tot de overwinning op de ge
meenschappelijke vijand heeft geleid".
Het is een passage die de buitenwereld
de indruk moest geven dat het tussen
de grote machten, die net Duitsland
hadden verslagen koek en ei was. Ei
genlijk was daar al geen sprake meer
van. Het spel met Japan, waarmee het
Westen nog in oorlog was, moest nog
worden gespeeld. In diverse kranten
commentaren van Westerse bladen kon
men al lezen dat Potsdam deze beteke
nis zou krijgen: verdeling van Duits
land, een gescheurd Europa. De onvre
de die Stalin had inzake de herstelre
gelingen ter compensering van de im
mense schade die de oorlog in Rus
land had aangericht wordt door Alexan
der Werth beschreven als een beslissen
de aangelegenheid in de verhouding
tussen Oost en West.
„De herstelregeling was het begin
van een gang van zaken, waarbij Rus
land volkomen uit West-Duitsland werd
geweerd, maar tezelfdertijd zijn econo
mische en dus ook zijn politieke
greep op Oost-Duitsland en Oost-Europa
in zijn totaliteit versterkte. Potsdam
betekende het begin van het einde van
die Vrede der Grote Drie (Jalta!),
waarvan naar Russische opvatting
de gemeenschappelijke beheersing van
Duitsland de voornaamste steunpilaar
had moeten zijn".
Truman's harde houding werd be
paald door de „succesvolle" kernexplo
sie in Nieuw-Mexico. Churchill stemde
hiermee van harte in. Het ellendige
hoofdstuk Japan zou nu worden ge
schreven; twee Amerikaanse atoom
bommen zouden hierbij vallen en de
wereld een andere, weinig hoopgevende
aanblik geven.
In het voorjaar van 1945 bestond er
geen twijfel meer aan de gunstige af
loop van de oorlbg tegen de Duitsers en
de Japanners. De geallieerden hadden
er op de conferentie van Jalta op aan
gedrongen, dat Rusland zich in de
strijd tegen Japan zou mengen en Sta
lin ging daarmee akkoord. Voor deze
oorlogsprestatie zouden Russen Zuid-
Sachalin en de Koerilen krijgen. De er
kenning van de status quo in Mongolië
en de privileges van de Russen in Chi
na zouden, zo werd in het protocol van
Jalta vermeld, afhankelijk zijn van de
instemming van Tsjang Kai-sjek en zijn
regering. Het protocol van Jalta betref
fende Japan zou pas bekend worden ge
maakt aan Tsjiang Kai-sjek als de ne
derlaag van Duitsland een feit was.
Aangemoedigd door de belangrijke
gebieden die hem in het vooruitzicht
waren gesteld, raakte Stalin zeer ge-
interesseerd in een oorlogsverklaring
tegen Japan. Op 5 april 1945 zegde
Moskou zijn neutraliteitspact met To
kio op, hoewel het eigenlijk nog tot 13
april 1946 van kracht behoord ete zijn.
TRUMAN
Kort daarop bleek er in Japan 'n stem
ming te groeien, die een beëindiging
van de strijd beoogde. Bemiddelings
voorstellen en vredesvoelhoorns wer
den zowel door de Russen als het Wes
ten genegeerd. Beide blokken wilden,
zo beweert Werth, Japan de beslis
sende slag toebrengen, waaraan na
tuurlijk machtsposities en invloedsfe
ren voor de overwinnaars verbonden
waren. Had Roosevelt in Jalta nog
aangedrongen op Stalins steun in het.
Verre Oosten, Truman volgde een an
dere lijn, die krachtig werd onder
steund door Churchill. Toen op 17 ju
li in Potsdam bekend werd dat in de
woestijn van Nieuw Mexico met suc
ces de eerste atoombom tot ont
ploffing was gebracht, stond het be
leid van Truman vast: de Russen wa
ren niet meer nodig; wij moeten in
het Verre Oosten winnen. De atoom
bom zag hij, en dat is trouwens al
lang geen geheim meer, als een mid
del om Stalin te imponeren en zijn
eisen ten aanzien van Azië en Oost-
Europa te doen verminderen.
Belangrijke data volgden elkaar op,
die het drama nog eens duidelijk onder
streepten. In Potsdam werd een ultima
tum aan Japqp opgesteld, waarin een
onvoorwaardelijke overgave werd ge-
eist. De Russen wisten hier niets van en
hadden daar flink de pest over in. Het
was een Britó - Amerikaanse - Chinese
aangelegenheid geworden en dat schok
te, volgens Werth Stalin nog meer dan
het yage nieuws over de „superbom".
Achteraf is vast komen te staan, dat de
regering van Japan veel voelde voor
een stopzetting van de vijandelijkheden,
als men maar een beetje toeschietelijk
wilde zijn op het punt van 's keizers
positie. Maar de oorlog moest gestreden
worden. Op 6 augustus viel de atoom
bom op Hirosjima; op 8 augustus be
gon Stalin de oorlog tegen Japan en op
Nagasaki viel de tweede atoombom.
Aan boord van het Amerikaanse slag
schip „Missouri" tekende Japan zijn
definitieve overgave.
De talrjke twijfels over de noodzaak
van deze atoombommen geven het Ja
panse drama een nog triestere achter
grond. Vele politici en historici zijn het
er thans over eens, dat het fascisme
van Japan, eenvoudiger en met meer
humane middelen op de knieën was te
krijgen, als de politieke strategie aan
beide zijden der grootmachten minder
onfris was opgezet. Had de diplomatie
zich destijds meer gericht op de voor
de Japanners zo belangrijke keizers-
CHURCHILL
kwestie, dan had men wellicht vóór Hi
rosjima een capitulatie kunnen bewerk
stelligen. Dit zeggen we nu. Toen stond
de verhouding Stalin - Truman op
scherp; zij beiden strooiden „het zaad
uit van de koude oorlog", dat voor de
bevrijde volken na 1945 een grote des
illusie inhield, zowel voor als achter 't
ijzeren gordijn.
Stalin is in Potsdam eigenlijk in de
boot genomen door zijn „strijdmakkers"
Truman en Churchill. Het „kernpunt"
was de atoombom. Het is vrijwel zeker
dat Stalin zich van dit wapen geen juis
te voorstelling kon vormen en in Pots
dam werd daarvan handig gebruik ge
maakt. Toen de A-bom een feit was wis
ten Truman en Churchill niet „hoe ze
het Stalin moesten vertellen". Het Wes
ten was hem zeer dankbaar voor het
Russische aandeel in de strijd tegen
Hitlër. maar om Stalin nu een juiste in
druk 'te geven van de betekenis van de
nieuwe bom, dat ging Truman te ver.
We zetten niets op papier, vond Tru
man, maar ik vertel de Russische lei
der alleen dat we een heel nieuw type
bom hebben, iets heel anders dan het
gewone". Churchill beschrijft zelf hoe
dit stukje geschiedenis zich in Potsdam
voltrok:
„Op 24 juli, na afloop van onze plenai
re zitting, zag ik de president (Tru
man) op Stalin toelopen, en toen ston
den ze te praten met alleen de tolken
erbij. Ik stond er zo'n meter of vijf
vandaan, en ik keek met de grootste
aandacht naar dat belangrijke ge
sprek. Ik wist wat de president zou
gaan doên. Van belang was alleen,
hoe Stalin het zou opnemen. Ik zie 't
voor me alsof het gisteren gebeurde.
Het leek wel of hij er verrukt over
was. Een nieuwe bom! Met buitenge
wone grote uitwerking....! Maar dat
was fijn! Ik was er wel zeker van
dat hij geen benul had van de draag
wijdte van wat hem werd verteld....
Als hij ook maar een vaag vermoe
den had gehad... dan zou hij anders
hebben gereageerd.
Wat kon hij gemakkelijker zeggen
dan: mag ik morgenochtend mijn des
kundigen naar uw deskundigen stu
ren? Maar hy bleef vroljjk en vrien
delijk kijken. „Hoe ging het" vroeg
ik Truman. „Hy vroeg helemaal
niks", antwoordde deze.
Vier jaar later knalde de eerste Sovjet
atoombom bij het Aralmeer. Er viel
een zwaar gewicht op de weegschaal
van de ifiacht....
C. van Ditshuizen.
Ettelijke Westduitse commentatoren
hebben na de bloedige paasdagen de
vergelijking tussen „Bonn" (de Duitse
republiek vóór 1933) van stal ge
haald. Deze is nog steeds misplaatst.
De Bondsrepubliek van vandaag kent
niet de economische en morele rade
loosheid, noch het massale links- en
rechts-radicalisme van de jaren '20 en
'30. Als er iets schort aan de Westduit
sers is het veeleer dat zij gezapige „ra
dicalen van het midden" zijn geworden.
De paasrellen hebben de wereld ge
schokt. Zij waren inderdaad ernstig. In
de Bondsrepubliek leven evenwel 60
miljoen mensen. Daarvan zijn 300.000
studenten. Ruim geschat 10.000 van
hen hebben -aan de relletjes meege
daan. De harde kern van op geweld
aansturende rebellen vormt de linkse
studentenbond SDS, die in totaal 900 le
den telt. Deze groep revolutietrappers
zal haar acties in elk geval doorzetten,
maar vindt voor haar anarchisme wei
nig of geen steun, zelfs niet bij de on
dergrondse comministen.
Ter rechter zijde zijn hier en daar
voorstellen gelanceerd om gezagsge
trouwe organisaties op te richten, or
dediensten ter zelfbescherming van het
burgerdom. Deze suggesties hebben
geen bijval gekreen en zijn al were
geruisloos ten onder gegaan.
De tijden dat bruinhemden door de
straten marcheerden om „het rode tuig
mores te leren" zijn gelukkig verre. De
Westduitsers hebben van het rampzalig
avontuur met Hitier werkelijk iets ge
leerd.
Wel moet men met enige beducht
heid afwachten hoeveel door de relle
tjes benauwd geworden burgers straks
hun stem zullen geven aan de uiterst
rechtse nationaal-democratische NPD.
De verkiezingen in de deelstaat Baden-
Württemberg, zondag 28 april, zullen
daarvoor een graadmeter zijn.
Aanleiding tot de relletjes was het
streven naar hervormingen op de uni
versiteiten. Daarbij ging het echter
niet alleen om de negentiende-eeu.wse
machtspositie der hoogleraren, maar
om veel meer: om de rol van de we
tenschap en de wetenschapsmensen in
onze samenleving. Aan de woelingen
ten grondslag ligt een alge
meen onbehagen bij de jongere gene
ratie over de moderne massamaat
schappij. Daarom kon een handjevol
scherpslijpers 20.000 demonstranten
studenten en niet-studenten meesle
pen.
Dat onbehagen leefde ook bij vele
ouderen bij liberalen en sociaal-demo
craten, bij intellectuelen en vakbonds
mensen. Waar het uiteindelijk om gaat
is, kort gezegd, de vermenselijking van
onze massamaatschappij waarin mate
riële nood vrijwel verleden tijd is ge
worden en nu andere, meer morele ver
langens naar vervulling dringen. Dat
vergt een ontwikkeling van jaren, die
noch met rellen noch met wetsontwer
pen kan worden geforceerd.
Bedenkelijk is, dat Bonn, waar het
„radicale middelen" hoogtij viert, tot
nogtoe geen blijk heeft gegeven deze
tekenen des tijds voldoende te hebben
verstaan.
We zien hier kapitein Auke de
Jong, gezagvoerder van het s.s.
„Rotterdam" en commodore van de
vloot van de Holland Amerika Lijn,
voor het laatst op de brug van de
„Rotterdam". Vandaag is hij, na een
ruim veertigjarig dienstverhand met
de H.A.L., met pensioen gegaan.
DEN HAAG De voortvarende man met zyn gulle lach vindt het een uitge
maakte zaak: „Ontwikkelingshulp houdt niet op met een gift van ruim 400 mil
joen, zoals onze regering deed. De jonge landen hebben de inzet van het particu
liere bedrijfsleven meer dan nodig, willen zij industrieel van de grond komen".
Aan het woord: De 56-jarige mr. Pieter A. Blaisse, commissaris en adviseur voor
menig bedrijf en voorheen: directie-secretaris by Philips, directeur buitenlandse
economische betrekkingen by het ministerie van Economische Zaken, Tweede-
Kamerlid voor de k.v.p. en lid van het Europees Parlement.
Woensdag gaat hij in Wenen meehel
pen de industriële ontwikkeling van de
jonge landen te animeren. Aan het
hoofd van een vier man sterke delega
tie (plus een adviseur) gaat hij Neder
land vertegenwoordigen in de bestuurs
vergadering van „Ünido": de United
Nations Industrial Development Orga
nization, In 1966 werd deze jonge loot
van de Verenigde Naties gesticht.
Doel is vooral de industriële? ontwikke
ling van de ontwikkelingslanden nieuw
leven in te blazen en de coördinatie van
alle activiteiten die de VN en haar or
ganisaties op dit gebied al ontplooien.
Mr. Blaisse is zich bewust dat lang
niet alle ontwikkelingslanden zo ge
steld zijn op vestigingen van Westerse
landen, dat zij soms bang zijn voor een
nieuw soort kolonialisme. Toch gelooft
hij in het nut,ervan.
De energieke sigarenroker verklaart
waarom: „Door vestiging van bedrijven
in de jonge landen, het liefst met deel
neming van het bedrijfsleven daar,
(zg. jointventures, ontstaat behalve
een kapitaalstroom, ook een overdracht
van technische en bestuurlijke kennis.
Deze is onmisbaar wil men een concur
rerend industrie- en handelsapparaat
opbouwen. Tevens zal er een grotere
verscheidenheid aan industrieën door
ontstaan".
De heer Blaisse verwijst naar een
door hem gewaardeerd rapport, dat
oud-minister mr. D. U. Stikker hierover
heeft geschreven voor de Tweede We
reldhandelsconferentie in New Delhi.
Hij verheelt ook niet het belang dat
het westerse bedrijfsleven zelf bij dit
soort vestigingen heeft. De grote
maatschappijen weten het ook wel. Het
gaat er nu vooral om de middelgrote
enthousiast te maken.
Veel verwacht hij van het komende
wetsontwerp, dat de investeringen van
Nederlandse ondernemingen in ontwik
kelingslanden zal beschermen tegen po
litieke risico's (nationalisatie).
Belangrijk is ook de nog op te rich
ten „Nederlandse maatschappij voor
ontwikkelingsfinanciering" (Nemo),
waarvan de voorbereidingen volop agn
de gang zijn.
De bank waarbij bedrijven, die in
ontwikkelingslanden werken kunnen
lenen zal mogelijk een kapitaal krij
gen van veertig miljoen gulden, waar
van vijf miljoen aandelenkapitaal. Het
laatste zal voor de helft door het rijk,
voor de helft door 't bedrijfsleven wor
den op^bracht. Mr. Blaise zal nauwe
banden miet de Nemo krijgen, echter
niet als directeur, zoals wel is geschre
ven.
Na lang aandringen geeft hij toe dat
mr. B. Biesheuvel in beginsel bereid is
president-commissaris er voorzitter
van het college van toezicht van Nemo
te worden.
Ook langs andere wegen zal het en
thousiasme van de ondernemer echter
moeten worden gewekt, meent de dele
gatieleider. De ontwikkelingslanden zelf
zullen hun wetgeving moeten aanpassen
zodat men duidelijk weet waar men als
buitenlandse investeerder aan toe is,
zodat er een beter vestigingsklimaat
ontstaat.
De kans van slagen in de jonge lan
den zal echter ook afhangen van de wij
ze waarop de westerse ondernemer
daar zal gaan werken. Hij zal er niet
naar toe moeten gaan met de gedach
te van: „Zoals we het in Europa deden
was het goed". Wel met: „Ik bezit een
stuk ervaring. Hoe kan ik die in dienst
stellen van een ander?" Daarvoor is
het nodig zo vindt mr. Blaisse
dat men zich verplaatst in de mentali
teit van het land en zijn bevolking.
Natuurlijk zal deze, naar de smaak
van de heer Blaisse in ons land nogal
eens verwaarloosde vorm van ontwikke
lingshulp niet uitsluitend ter sprake ko
men in de Weense vergaderingen die
tot 15 mei duren. Andere punten zul
len zijn:
1. Het tegengaan van verspilling in de
hulpverlening op industrieel gebied. Er
zal coördinatie moeten komen tussen
de verschillende organisaties die op dit
terrein werken. Er zal ook op een breed
front moeten worden gewerkt. Want:
„Wat heeft men aan een fabriek die
fietsen levert in een zandwoestijn?"
2. De financiering van Unido zal een
teer punt zijn. De organisatie streeft
naar autonomie, naar eigen inkomsten
uit de (132) aangesloten landen. De
westerse wereld bang voor versnip
pering heeft dat tot nu toe tegenge
houden.
Het werk van Unido gebeurt, in We
nen met 300 mensen onder leiding van
de Egyptenaar Abdel Rahman, die zijn
staf nog eens hoopt uit te breiden tot
1200 man. Mr. Blaisse bekent: „Het ge
vaar van bureaucratie is dan niet ge
ring".
3. Zijdelings zullen ook enkele pro
blemen van New Delhi ter tafel komen:
Verlaging van invoerrechten en afzet-
garanties voor de jonge landen.
Opnieuw zal er dus wekenlang worden
onderhandeld over de toekomst van de
ontwikkelingslanden. Hopelijk zullen
het resultaat beter en de kosten lager
zijn dan van de jongste Wereldhandels
conferentie, die per dag zo'n 1.8 mil
joen gulden kostte, twee maanden
'lang.
In Wenen is het gezelschap belang
rijk kleiner. Slechts 45 van de 132 lan
den hebben bij toerbeurt) zitting in
het bestuur van Unido. Dat zal de be
sluitvorming vergemakkelijken, ten
minste als de wil tot slagen aanwezig
is.