tussen beton en glas Tienjarige jongen van verdrinkingsdood gered Politienieuws Antiek Vroeger hield bijna iedere fa hrieksa rheider een va rken Men was als de dood voor bet gebrek Otterlo sprak zich uit over sport Automobilist kroop levend uit autowrak Wedstrijden in Ede met politiehonden Bestuurdersbond van N.V.V. bestaat een halve eeuw Grote avond van Marnix MIST u uw Vier blokken Op 't stuk Koop door Adr. P. De Kleuver OUDESLACHT- GEBR UIKEN IN VEENENDAAL 't Gebrek Scherm Hutspot Nachtrit MAC Ede 10550 11079 DINSDAG 7 MEI I9Ó8 OTTERLO De enquête die door het initiatief comité, nu inmiddels ge transformeerd tot het bestuur van de stichting Sport en Recreatie Otterlo, gehouden werd aangaande de wense lijkheid van een sportcomplex lever de 126 reacties op, waarvan er 9 ne gatief waren. Er gingen 390 formulie ren de deur uit, die aan even zo veel gezinnen werden gezonden. Aldus werden er 1544 inwoners bereikt. Op de formulieren stond onder meer een vraag die betrekking had op de keuze van een bepaalde tak van spoyt. Op de 126 formulieren die binnenkwa men, werd veruit de meeste keren gymnastiek als favoriete sport inge vuld (124 keer). Daarna volgden vol leybal (55), tennis (50), tafeltennis (33), basketball (16) en handbal (13). De voetbalsport kwam niet op for mulieren voor, omdat het comité er van uit ging dat het hier een sport betrof die al in verenigingsverband in Otterlo wordt beoefend. De voetbal vereniging telt 80 leden. RH Eft EIS - De 20-jarifge Gijs van Dam heeft op zijn verjaardag het 10-jarige zoontje van de Achterbergse familie f an de V. van de verdrinkingsdood gered. Terwijl de jarige Van Dam bezig was in de nabijheid van De Grift de koeien te melken, kwam zijn zwager aange rend met de kreet, dat er een kind te water was geraakt. Gijs van Dam be dacht zich geen moment, rende naar de waterkant en zag tot zijn geringe schrik midden in De Grift het knaapje vechten voor zijn leven. Hij bedacht zich geen moment, sprong met zijn laarzen aan te water en slaagde erin het jongetje op de kant te brengen. Door toepassing van mond-op-mond- EDE Zaterdag 11 mei worden op het terrein van de Edese Politiehonden Dresseer Club aan de Kalverkamp de jaarlijkse competitiewedstrijden met politiehonden gehouden. Er zullen 800 honden aan deelnemen uit het rayon Gelderland. De wedstrij den gaan 's morgens om negen uur van start en worden 's middags, na een pauze, om twee uur hervat. Dan zal het interessantste gedeelte te zien zijn. De handen worden dan losgelaten op zoge naamde pakwerkers, wat steeds weer een boeiend schouwspel oplevert. De prestaties van de honden worden door een uit twee leden bestaande ju ry met punten gehonoreerd. De honden die de meeste punhen weten te verza melen mogen meedoen aan de finales die te zijner tijd in Wageningen gehou den zullen worden. beademing wist hij weer leven in de kleine drenkeling te krijgen en toen de dokter arriveerde kreeg Van Dam een compliment voor zijn kordate optreden. De jongen mocht gisteren weer naar school! RHENEN De NVV-Bestuurders- bond Rhenen bestaat vijftig jaar. Dit jubileum wordt onder andere gevierd met een receptie in het „Eigen Ge bouw" op zaterdag 11 mei van 15 tot 17 uur. Op vrijdag 10 mei is er ook in de foyer van het „Eigen Gebouw" een voor alle Rhenense bejaarden toegan kelijke bejaardenmiddag, die om 15 uur begint. Hier zal een deskundige op zieken- fondsgebied iets over de bejaardenver zekering vertellen. Daarna zullen enkele artiesten op treden. De jubilerende bestuurders- bond hoopt dat vele bejaarden deze middag zullen bezoeken. EDE Met een hersenschudding en schaafwonden is de bromfietser A. W. uit Ede gisteravond naar het Juliana- ziekenhuis overgebracht. W. was op het rijwielpad langs de Otterloseweg met zijn voertuig gevallen, waarschijn lijk tengevolge van een vastgelopen mo tor. EDE Op de Nieuwe Wageninse- weg moest de automobilist J. S. uit Wageningen gisteren uitwijken voor een auto, die bij de Kierkampersteeg wilde afslaan en daarbij de doorgang niet vrij liet. S. reed de berm in, verloor kwam tegen een boom tot stilstand, de macht over het stuur en zijn auto Het voertuig werd geheel vernield. De bestuurder kwam er zonder kleerscheu ren van af. VEENENDAAL Op de Valleistraat botste maandagmiddag een nog vrij nieu we Opel Kadett (km-stand 5000) op een nog jongere geparkeerde „lelijke eend" (km-stand 1400). De bestuurder van eerstgenoemde wagen merkte een tegen ligger te laat op waarna hij de voorkeur gaf aan de onzachte aanraking "met de eend boven een frontale botsing met de tegenligger. Beide wagens werden be schadigd. EDE De Motor- en Automobiel club Ede, die onder meer de jaarlijkse Zwarte-Schapenrit organiseert, houdt op zaterdagavond 11 mei om negen uur een nachtoriëntatierit, waarvan de start zal plaatsvinden bij Reehorst. Men kan inschrijven bij het secreta riaat Hoenderweg 12 te Ede, telefoon 13195. Aan dit adres is eveneens het reglement, het zogenaamde rode boek je, te verkrijgen. EDE Vrijdag 10 mei organiseert de leerlingenvereniging Ganoteon de jaarlijkse grote avond van het Marnix College. Het toneelstuk „Een engel kwam ^oorbij", zal voor het voetlicht worden gebracht. Na de opvoering ervan is er tot twee uur gelegenheid tot dansen met mede werking van de .band „Sea Sound Com bination". De avond begint om acht uur en wordt gehouden in de school. dagblad DE VALLEI? Bel: tot 17.90 WÉT van 17.30— 19.80 uur Zaterdags 16.30—17.30 uur. VEENENDAAL Het voltallige college van burgemeester en wethou ders onderbrak maandagmorgen de we kelijkse vergadering om een aantal be stuursleden van de fabrikantenvereni ging „Veenendaal" te ontvangen, die 'n laat, maar niet minder welkom, ge schenk kwamen aanbieden, ter gele genheid van de opening van het nieu we raadhuis. Het was een antieke ge- wadenkist en een dito Poortkist van zwaar eikehout, die een verrijking be tekent van de inventaris van het huis der gemeente. Bij de opening van het raadhuis bo den de fabrikanten vorig jaar symbo lisch een geschenk aan door de toe zegging een aantal banken te zullen plaatsen voor het raadhuis. Bij nader inzien vond men het wat passender een bijdrage te leveren aan de ver fraaiing van het interieur. Gistermor gen werd het cadeau overgedragen. De antieke „Tug"- oftewel gewaden- kist kreeg een plaats op het bordes van de tweede etage terwijl de origine le antieke Poortkist te pronk staat in de leeskamer. Het geschenk werd over handigd door de voorzitter van de fa brikantenvereniging de heer L. M. Bon- nike, die aan de hand van expertise- rapporten een omschrijving gaf van deze kostbare antieke kisten. De antieke Poortkist van het zoge naamde „sloffentype" laat volgens het rapport door het wagenschotten-voor pand op het planken wambuis duidelijk de beïnvloeding zien van 17de-eeuwse Hollandse meesters der renaissance. Waarschijnlijk was de kist vroeger in gebruik om er gereedschappen in op te bergen of als wapen- of „Tug"-kist op een der kastelen of havezaten in de Slangenburg (Oost-Nederland). De antieke gewadenkist stamt even eens uit het oosten van het land en ook uit deze constructie kan men opmaken, dat de maker zich sterk tot de Hol landse renaissancestijl voelde aange trokken. RHENEN De automobilist F. M. uit Rhenen, die op de Cuneraweg op de linker weghelft reed en opgeschrikt door een tegenligger plotseling aan zijn stuur trok, kwam in de berm van de weg terecht, met als gevolg dat hij de macht over zijn stuur kwijt raakte en driemaal over de kop vloog. M. werd uit zijn wagen geslingerd en werd slechts licht gewond. Zijn auto was totaal vernield. ADVERTENTIE Burgemeester mr. dr. J. Hazenberg rechtsluistert aandachtig naar de toelichting die de voorzitter van de fa brikantenvereniging de heer L. M. Bon- nike geeft bij de overhandiging van het cadeau van de industriëlen. Op de voor grond op de rug gezien wethouder C. N. van Kuyk. Er zijn niet zo veel arbeiders meer die een varken mesten om te slachten. De huisslacht was vroeger een aangelegenheid van mensen die dit wel moesten doen door de ar moedige omstandigheden waarin ze als fabrieksarbeiders leefden. In de reeks artikelen over de arbeiders toestanden in 1892 is het houden van een varken meermalen op de proppen gekomen, Hetds als metde folklore: al die vaste gebruiken en de feestelijke sfeer van wat de Ach terbergse boeren „keutjeskermis" noemden is in de bodemloze put van het verleden aan het verdwij nen. Folklore is iets zo eigens bin nen de kring van een bepaalde volksgemeenschap dat het beslist de moeite waard is althans in ge schrift ons wat meer met al die uit stervende gebruiken te gaan bezig houden. Een gesprek met een 88-jarige vrouw, die haar hele leven in de Engelse stad(in de officiële stuk ken staat ,,bij de Nieuwe Molen gewoond heeft en eerst nu de stap naar ,,de Engelenburgh" gedaan heeft, werd aanleiding deze huis- slacht gebruiken mét de „vetprijze- rij" die er aan verbonden was eens na te gaan. Grietje van de Peppel werd te Eist bij Rhenen geboren op 19 oktober 1877. Vader Hendrik van de Peppel kwam uit Lunteren en werkte op de V.S.W. Hij was spinner. De ouders woonden in de Engelse stad, maar haar moeder had er erg tegen opgezien die buurt in te trekken, 't Was allemaal best meege vallen want als je de mensen die er woonden maar nam zoals ze waren, be stond er in heel Veenendaal geen fijner buurtje. Ze woonde daar tot haar grote schooltijd bij de grootouders in Eist en kwam eerst met 5Vt jaar iin Veenen daal. In Eist was ze op de bewaar school geweest. Grootvader en groot gen land gegaan zijn toen ze het ka toenspinnen aan de Veens en geleerd hadden. i De Engelse stad bestond tiit vier lan ge blokken huisjes. Eén er van staat er nog; de rest werd afgebroken en ver bouwd. De oude huisjes waren niet zo veel bijzonders. Een kamer voor en 'n gangetje met een hokje er achter, bui ten een „klompenhokkie" en een ste nen plaatsje en dan nog een schuurtje mét het varkenshok er achter. Toen de moeder waren zulke goeierds geweest. Het was niet omdat moeder op de fa briek werkte. Dat deed ze niet. Het ge beurde vroeger zo veel dat een kind bij de grootouders groot kwam. Op haar zesde jaar kwam ze op de openbare school bij meester Bersma. Ja, en bij meester Rut Bos en meester Van Stempvoort. Ze kreeg daar ook brei- en naailes. Meester Bos was een aardige man die je wel eens flink aan het lachen kon maken. Éénmaal per week ging ze op cate chisatie bij dominee Nijhuis. Ze kon best met de dominee opschieten. Dat konden ze trouwens allemaal. Die moest niet veel hebben van de socialisten en och, het scheelde de vrouwen niet zo veel. Toen de mannen zich in de strijd voor de socialisatie wierpen deden de vrouwen niet mee. Vrouwen hoorden thuis, 't Was wel armoedig in de En gelse stad maar óh zo gezellig. Dat is het thema waar ze stééds op terug komt. Daar had je Aris Lubbers, die met een kruiwagen vol schuurzand de hui zen langs ging. Goed schuurzand kwam van de Batterijen en moest „klapzand" zijn. Grietje van de Peppel weet niet dat ze daarmede de geologie van Vee- nendaals omgeving aanraakt, want „klapzand" is het allerfijnste stuifzand dat denkbaar is, zand dat met gewel dige stormen de vallei ingeblazen werd. En dat wist dat zandmannetje van Vee nendaal dan toch maar op te sporen. Ze meende dat de naam Engelse stad aan Engelse spinners uit Engeland her innerde die naar 't Veen gekomen wa ren toen de „grote fabriek" gebouwd was. Maar zij kende er niemand meer van. Ze zouden wel weer naar d'r ei blokken afgebroken waren kregen de bewoners van de Oranjestraat (zo heet dat deftig op 't gemeentehuis) een flin ke tuin achter. Aan de andere karït van de Oranjestraat stond het vierde huizen blok. Dus op de plek waar het „park" van huize de Zoom ligt! Thomas Spen cer Elce, de algemene bedrijfsleider van de „grote fabriek" keek dus niet op veel fraais. Grietje was 6 jaar toen ze naar school ging. Naar de openbare, zoals wij al zagen. Waarom niet naar de christelij ke school? Dat wist ze niet. Ze waren thuis hervormd. Er is nog een klein zoon van haar vroegere buurman Ja cob Huibers in leven, óók al 80 jaar en Hendrik Huibers wist wel wat meer daarover. Er was toen nog geen her vormde schooL Die was pas gesticht door dominee Doorneveld. De school van meester Wijnveldt was een „vrije" christelijke school. Een fijne man, die meester Wijnveldt. Hendrik Huibers was nog bij hem op school geweest. Jacob Huibers was „dolerend" (later is de familie naar de „Kokse kerk" ge gaan) en meester Wijnveldt ook. Er was daar ook een zuster Wijnveldt in huis, een verpleegster, en een oom die óók zo'n goede man was. Oom Koedijk werd die in 't Veen genoemd. Indus trieel D. Sandbrink zei dat juffrouw Wijnveldt als een engel door het dorp ging. Zo goed en altijd klaar om over al te helpen waar hulp nodig was. Ze verdient nu nog een monument!. Er was in het geval Van de Peppel mis schien wel iets van het afstand nemen hervormden en gereformeerden. Grietje van de Peppel toonde even wel wat je zou moeten zijn als chris ten: eerlijk en zonder een zweem van haat. Of de buren dan al gereformeerd waren liet haar koud. Het waren bo venste beste mensen. Een eenvoudig mens zegt de dingen soms zo veel op rechter dan wie het allemaal zo haar fijn aan het uitrafelen is. Op haar 12e verjaardag in 1889 is ze naar de fabriek gegaan. Vader had haar van te voren al op de wachtlijst laten zetten. Ze kwam toen in de win- derij. Die lag precies voorbij het kan toor. De „mijnheer" was Spencer en haar baas heette Hullegien, maar die werd altijd „óns Gerrit" genoemd. Ze begon met drie kwartjes in de week en kreeg zaterdags dat geld in een papieren zakje uitbetaald. Als het zaterdag 12 uur was stond je machine stil en had je een half uur om de ma chine te poetsen. Er werd Indische dril gemaakt in allerlei kwaliteiten en het meeste ging naar „de oost". Het was allemaal wit stukgoed. Ja en zo ging dat maar dag in dag uit. Tot moeder erg ziek werd. Het was altijd een flin ke vrouw geweest. Véél sterker dan va der. Op het aardappelland bij Roodhui- zerswei aan de Nieuweweg rooide ze tegen een kerel op. Ze duwde de krui wagen op huis aan. Dat was me een eind. En wij stellen het ons voor. Waar nu het viaduct van het „hazenpad" over de Nieuweweg gespannen is, daar lag dat aardappelland. Grietje, de zus ters en de broer die óók in de Engelen burg woont, werkten ook mee op het land. Onze jongen en meisjes kunnen zich dat vast niet indenken! Grietje moest 's morgens in de fabriek zijn om 6 uur, dan waren er anderhalf uur schaften en om 7 uur, later om 6 uur ging je naar huis. En dan nog thuis werken of met moeder naar het land. Eigenlijk nooit een verzetje. Op zater dagmiddag naar de brei- en naaischool van „de dames" en een avond naar ca techisatie was wel zo wat het enige verzet. Er werd maar een klein beetje verdiend, maar het leven onder elkaar was zo veel béter. Vooral daar in de Engelse stad! Eenmaal in het jaar vierde men er écht Oranjefeest. Zij hadden altijd de mooiste erepoort. De hele buurt was daarbij betrokken. Nou, van medeleven kon Grietje mee praten. Als er een schuur gezet moest worden hielpen de buren elkaar en na het werk werd met kruiwagens bij el kaar de mest naar het land gebracht. Ook naar Roodhuizerswei? Ja, dan was dat een hele optocht. Dat deed men bij maneschijn omdat het dan nog zo vroeg donker was. „Nou", verzekerde ze telkens weer, „de mensen hadden veel meer voor el kaar over". Ze schudde haar vriende lijke hoofd maar over die van nu. Ei genlijk is Grietje van de Peppel het die medelijden met óns heeft. En ergens heeft ze volkomen gelijk. Mensen als zij kunnen nog blij zijn met het gewo ne doen van iedere dag. Zo ging het ook toen een andere taak haar riep. Moeder stierf en toen had vader ge zegd dat zij thuis moest blijven om het huishouden te doen. Er werd gerekend en op de vraag van vader of ze er wel konden komen had Grietje gezegd dat ze het wel zou proberen. Van toen af is het leven anders voor haar gewor den. Eten koken en de vaat doen, kou sen breien en verstellen, voor de var kens zorgen (ze hadden er meest wel twee, een om te verkopen en een voor de slacht) en zo gingen de dagen om. Op de Veenendaalse biggenmarkt werd een „keugie" gekocht. Dat was altijd een hele belevenis. Het brand schone varkentje werd uitgezocht uit de vele die in enorme „manden" van on geschilde tenen met op de bodem een laag schoon stro „uitgestald" lagen op de markt vanaf hotel De Haas tot voor de pastorie toe. De Veenendalers ken nen dat wel, want tot voor de oorlog bestand dat nog. Nu is het een zeld zaamheid wanneer een arbeider nog 'n varken houdt. De slager is helemaal in en met de verdiensten van .nu is het niet meer nodig. De slagers zeggen wel dat de kosten die zij in het huishouden bijdragen nog wel op te brengen zijn, maar vroeger moesten de arbeiders zuinig omsprin gen met wat het eigen varken oplever de. En op het laatst was dat niet meer dan een paar keer in de week een stuk je uitgebakken spek op het bord. Bekende Veenendaalse geslachten za ten in de varkenshandel. Je behoeft ze maar te noemen: de Capelle's, Dite- wig. Klaas Diepeveen, Rebergen en niet in het minst dé figuur onder de marktkooplieden Hen Bos, die de on sterfelijke naam van „keuje-bos" mee gekregen had. Een stel betrouwbare handelaren overigens. En dat móést ook, want ze maakten geen bijzondere reclame met hun handel; kwaliteit gaf de doorslag. De hammen van het geslachte var ken werden verkocht aan de een of an dere burgerman en dat geld was dan om het „keugie" te kopen. Bij Van de Peppel hadden ze daar voor een vaste afnemer, Bakker Bos in de Hoofdstraat, de vader van meester Rut Bos. Zo'n schoongeborsteld varken tje, goed gezond en levendig als een vis in schoon water kostte van f8,- tot f 10,-. Er waren wel mensen die het hele varken „opmaakten" en dan leen den om een nieuw te kopen. Ze betaal den dan met twee kwartjes in de week terug. Vader Van de Peppel deed dat nooit. En hij had meest van tijd twee varkens ,',op het hok" liggen. Zoals ge zegd: één voor de verkoop en één voor de slacht. Het fokken van zo'n varken was een heel karwei. De buren kwamen wel eens wat brengen en voor de rest werd het „kriel" van de aardappelen op het land zuinig opgeraapt. Met wat meel, dat bij de Mulders aan de Nieuweweg gehaald werd, of bij Bram van de Lust- graaf in ,,'t Zaand" die een rosmolen dreef, werd de varkenspot in het was- fornuis in de schuur gekookt. Deze men sen wisten wat het voor de zoon uit de parabel van de de verloren zoon bete kende dat hij de „draf' van de zwij nen moest eten! Als dominee daarover preekte, dan kregen de arbeiders de penetrante lucht van de varkenspot in hun neusgaten! In het vroege najaar werd het „keu gie" gekocht, want men was als de dood voor ,,'t gebrek", een nare var kensziekte die de dood van het beest absoluut ten gevolge had. Grietje van de Peppel vergeleek het met iemand die het „op de zenuwen" kreeg. Dan lag het varken nét zo te trillen. Als dat gebeurde was het armoede geblazen, want geld om een ander te kopen had men niet. Vader Van de Peppel „boerde" door de regel best. De kinderen moesten in de Melm, waar veel hakhoutwallem wa ren, eikenblad en droog ruigt in jute zakken halen. Daar werd dan zaterdags smiddags 't varken mee „verschoond". En dat ging secuur! Meestal werd het varken fiks met „greune" zeep gewassen, nou, en dan lag het behaaglijk en prinsheerlijk in het droge strooisel. Beukenblad deugde niet. Dat verteerde niet en gaf «geen beste mest. Ja, en die mest moest dan weer naar het land! Je zou zeggen dat ze op het varken nog schoner waren dan op zichzelf. De slachttijd viel in de maand no vember, zo tussen de eerste en de der de Ossenmarkt veelal. Er werd wel eens verteld dat de meeste vrouwen er een hekel aan had den er bij te zijn als 't keu gèkeeld werd. Er waren er die tranen in de ogen kregen als 't ging gebeuren. Zó veel zorg er aan besteed te hebben! Je was gewoon van 't varken gaan houden, zeiden ze dan. Maar goed 't was dan zo ver en de huisslachter was besteld! De arbeiders van Veenendaal lieten dit veelal over aan de familie Van Doorn in de Hoofd straat, vader met een paar zoons, die al lemaal geroutineerde „afhakkers" wa ren. Omdat het keu na z'n dood „ge leerd" moest worden was er allicht wel een in de buurt die een bruikbaar lad dertje had en wie er geen had leende dat dan. De slagers waren in de slacht tijd druk tot laat in de avond. Overdag meest het opleren en 's avonds voor 't afhakken. Daar kwam 't gemeste varken dan aan. De slager had met een mastworp een touw om een achterpoot geslagen en als 't niet lopen wilde dan zeulde men het naar het plaatsje. In een ron de leren schede had aan een riem om het middel de slachter zijn messen, het wetstaal, de krabbers en de klauwhaak zitten. En daar stond Joris dan. Met 'n ruk aan het touw werd het varken om gelegd, een knie werd op de schouder gezet, even mikken en dan drong het kleine mes diep in de keel. Het bloed stroomde weg, nog wat gereutel en 't was gebeurd. Moeder had van te voren in het was- fornuis heet water gemaakt en de slach ter begon daarmede het varken te be gieten. Zo kwam het haar goed los te zitten en dan maar met de krabber er over heen. Het grote slachtmes werd scheer- messcherp geslepen op het wetstaal, ge probeerd op het haar van een arm en dan werd het hele varken netjes kaal geschoren. Als een mensenhuid werd 't dan. De pezen werden aan de achterpoten door een overlangse insnijding vrijge maakt, het kromhout aan de Klomp sprak men van het oosthout er door gestoken en wijdbeens ging dan het var ken omhoog waar met touw de afge platte uiteinden van het kromme tal hout aan het leertje gebonden werden. En daar hing mevrouwtje dan. De „jas met knopen" zat nog dicht en met een kaarsrechte snede werd de buik ge opend. Plof.het hele ingesnee rolde er uit. De dikke darm en de dunne darm werden zorgvuldig verwijderd. Keetje van Resteren kwam de dar men schoonwassen. Zo verdiende die er ook een kleinigheid aan. Zo'n hele slacht werd héél vroeger voor f 1,50 aan kant gemaakt; later namen de slagers f 3,50 tot f 4,50. Plus koffie. ..en vanzelf de onontbeerlijke borrels; één halfweg de slacht en nóg een bij 't af rekenen. Nou ja, een „kommetje" (1 dl) kostte drie stuivers. De lever en de niertjes werden als fijne lekkernij gekookt. Leverworst maakte men weinig en maar een enke ling ving het bloed op om er bloed worst van te maken. Zo bleef dan het varken aan de leer hangen om „op te stijven" en 's avonds kwamen de buren „vetprijzen". „Nou, Hendrik", was het dan, „een best keu jong". En weer koffie en een borrel tje. Ja, 't was slachtfeest! En 's mor gens vroeg (of 's avonds laat) gingen de huisgenoten het éérst het keu betas ten. Of 't goed vast was als de slager kwam. Die sneed de zijden er af en de speklaag maakte uit of er langer of korter van gegeten zou worden. Dan de streng met de karbonaden het korte spek de kop met het kinnebakspek, de poten en de hammen. Met een klau- wenhaakje trok Van Doorn er de hoef jes af. In één ruk telkens een „klauw tje!" Dan was er werk aan de winkel! Met snijden voor de rookworst, spek zouten, de karbonaden ook. En denk maar niet dat ze zich de eerste dag dik aten. De kinderen ja, die konden 's avonds soms niet meer van de „kanen-eterij", allemaal een kopje vol dat overbleef van het reuzel uitbraden. Die hartige reuzel werd veelal in plaats van boter op brood gesmeerd met een lik stroop er soms op. Zo sneed het mes van twee kanten. En dan werd bij de naaste buren en familie, soms óók bij de dominee, een hutspotje gebracht, een rugstukje, een karbonaatje en een worstje. Een man uit de buurt van Grietje van de Pep pel had eens zó veel „weg moeten ge ven" dat van het „kurte vlais" zogoed als niets meer over was. Eén troost was er dan nog. Als die anderen óók slachtten kreeg je een hutspot terug. Ooit van „smoutappel" gehoord? Dat waren zure appels in de smoutpam ge smoord. Hardstikke lekker waren die. En dan gingen de gerookte zijden spek en de gerookte worsten aan de zolder. En denk niet dat bij de Veense pot bij uitstek die boerenmoes heet op ieders bord een hele worst om de rand heen kwam. Neen, ieder een klein stukje. Voor de smaak. „A'j 't maor proeft" zeiden ze vroeger, „vréters wurde neit gebore, mar gemókt". De jongens uit de buurt waren stapel op de varkensblaas. Om er tegen te lèl- len! Ja, je zat toen al wel in de prille voetbaljaren. Nu trekt een Spaans gezin het huisje van Grietje van de Peppel binnen. Ze schudde haar vriendelijke hoofd. „De mensen waoren vrogger veul aodiger veur mekaar", zei ze nóg een keer, „ik vein 't zukke zielige minse; ze praoten gin ééns Hollands en dan zo ver van je aige laand....".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 5