Produktie uranium houdt de behoefte niet bij Pronken met de zeventiende eeuw Berenkuil vol narigheid Nederlandse inzending op expo 1970 in Japan De eerste in Azië ONDERNEMENDE ZEEUW DEED BOERDERIJ AAN DE KANT EN GING DE LUCHTVAART IN Toch voorkeur voor de ongehuwden KWEEKREACTOREN VOOR PLUTONIUM D Aanpassen aan bevolking eerste eis Niet teveel aanprijzen Water Rechterhand Stimulans W ereldexpositie van antiek in Amsterdam Bedrijf en werkende gehuwde vrouw Ziekteverzuim INDRUK PORTUGEES STORMACHTIG LEGENDARISCH MOEILIJK LAND ic Een kwart DEN HAAG Johannes Hendrikus van Gemert, directeur van Philips, gaat volgende week voor ten minste veertien dagen naar Montreal in Canada en Osaka in Japan. Hij gaat niet om de verkoop van Eindhovense produkten tot ongekende hoogten te stu wen, maar om de Nederlandse inzending op de we reldtentoonstelling van 1970 in Osaka voor te berei den. D' Twee maal mis Idealen Onthutsend WOENSDAG 15 MEI 1968 TOPMAN IN BRAZILIË A MSTERDAM „De president van Brazilië zei tegen mijn baas: „Als jullie van de Varig de staatsniaatschappij Pamair do Brasil overnemen, hoe lang duurt het dan voordat we weervliegen? Drie maanden, drie weken of drie dagen? President, zei mijn baas, we vliegen binnen drie uur. We heb ben onmiddellijk één zo'n kist in onze kleuren laten schilderen, een eigen be manning er in en we zaten inderdaad binnen drie uur in de lucht, op weg naar Lissabon. Ik was de eerste passagier. Mijn opdracht was erg kort: Bouw in heel Europa een net van kantoren op voor de maatschappij. Zo kwam ik terug uit Brazilië". Piet de Jonge (40) vertelt het zon der stemverheffing en niet aangeboren Zeeuwse nuchterheid. Dat komt hem goed van pas want voordat hij deze opdracht uitvoerde (binnen twee jaar vestigde hij vijftig kantoren in Euro pa) had hij reeds een groter spektakel stuk volbracht. Hij werd geboren in het Zeeuwse 's-Heerenhoek en hij bezocht de HBS en M.T.S. in Goes. Hij ging voor Rijks waterstaat in de vijf noordelijke pro vincies werken aan stuwen en kanalen, waarover men zeer te spreken was. In 1956 kwam zijn broer Kees over uit Brazilië, waar hij met succes zaken 1AEN HAAG Minder vooroorde len en meer feiten kunnen ertoe bijdragen, dat de houding van het bedrijfsleven ten opzichte van de werkende gehuwde vrouw minder aarzelend zal worden. Daarnaast zal er van het bedrijf en van de gehuw de werkneemsters meer inzicht wor den gevergd in de speciale proble men van de vrouw met haar taken in het huishouden en in het bedrijf. Er zal een wederzijdse bereidheid tot aanpassing aan deze bijzondere si tuatie moeten groeien. Aldus de conclusie van een onderzoek, dat is ingesteld door de afdeling re search van het „Gemeenschappelij ke instituut voor toegepaste psycho logie" in Nijmegen, naar de relatie tussen bedrijf en werkende gehuwde vrouw. Het onderzoek is, op advies van de commissie opvoering produk- tiviteit van de sociaal-economische raad, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken verricht. Het werd uitgevoerd onder leiding van dr. P. J. Willems en drs. J. F. J. Janmaat; het onder hun verant woordelijkheid samengestelde rap port is gisteren openbaar gemaakt. De toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken heeft op 21 okto ber 1964 de opdracht tot het onder zoek verstrekt. Bij de uitvoering van het onderzoek is nauw samengewerkt met 'n onder voorzitterschap van me vrouw dr. H. Verwey-Jonker staande begeleidingscommissie, die was samen gesteld door de commissie opvoering produktiviteit. Van de twintig voor het onderzoek uit gekozen bedrijven, verspreid over het land, kon bij achttien medewer king aan het onderzoek worden ver kregen. Daarbij waren industriële, administratieve en dienstverlenende bedrijven met werknemersaantallen variërende van honderd tot meer dan duizend en gevestigd in plaat sen met een inwonertal tot 50.000, met een aantal inwoners van 50.000 tot 150 000, van 150 000 tot 250 000, en ln de vier grote steden. Bij het onderzoek waren ook de echt genoten van gehuwde werkneem sters betrokken. De houding die men bij het bedrijfskader t.o.v. de ge huwde werkneemsters aantrof is am- bivalen. Het ziekteverzuim en ver loop is bij gehuwde vrouwen gunsti ger dan bij de ongehuwden, het lei ding geven aan ongehuwden levert minder moeilijkheden op, maar er bestaat een algemeen vooroordeel te gen het buitenshuis werken van ge huwde vrouwen. De voornaamste bron van weerstand wordt gevormd door de problemen van de afwijkende werktijden van de gehuwde vrouwen. Die geven niet al leen organisatorische moeilijkheden, maar roepen ook spanningen op bij de ongehuwde werkneemsters, voor al in de dienstverlenende sector. Het komt er in feite op neer dat men toch de voorkeur blijft geven aan on gehuwden. Men krijgt uit het onderzoek de in druk, dat de belangstelling van de gehuwde werkneemster voor arbeid en niet-industriële dienstverlenende bedrijven groter is dan voor indu striële werkzaamheden. De echtgenoot van de werkende vrouw staat over het algemeen niet nega tief tegenover het werken van zijn vrouw, hoewel bezwaren over de sfeer veelvuldig worden genoemd. De echtgenoot van de vrouw die niet meer werkt staat er aanmerkelijk minder positief tegenover: meer dan de helft ervan zou het liefst zien dat ze niet meer buitenshuis zou gaan werken. In het algemeen is het financiële mo tief het belangrijkst voor de ge huwde vrouw om te gaan werken. Als aantrekkelijkste zijde van het bui tenshuis werken, geheel los van het financieel motief, worden overwe gend contacten met anderen (gezel ligheid) genoemd. De mannen heb ben hiervoor nagenoeg geen oog. deed. Piet vertelde hem enthousiast over zijn werk in de vijf noordelijke provincies, maar Kees moest er ont zettend om lachen en zei: „Man, ga toch naar Brazilië, het land van de toekomst. Wat je nu doet, is flauwe kul". Het moet indruk hebben gemaakt, want Piet huwde spoedig een Zeeuwse schone en vertrok naar de Braziliaan se landbouwstaat Parana (negen maal groter dan Nederland). Hij liet één Engelse tractor na-stu ren. Die ene tractor maakte een ge weldige indruk op de landbouwers, die de onmetelijke vazenda's van Parana zonder tractors moesten bewerken. Piet de Jonge liet daarom meer land bouwwerktuigen overkomen. Hij reed er mee naar zijn buren om te demon streren hoe handig machines wel zijn in de landbouw. Het was het begin van een ongeken de ontwikkeling: niet alleen voor het be drijf van de Zeeuw, maar ook van de landbouw in Parana. De landbouwers konden vier jaar krediet krijgen van de Staatsbank bij de aankoop van land bouwwerktuigen. Ze kochten alles bij Piet de Jonge, die binnen de kortste keren een miljoenenbedrijf opzette, met 155 agenten. Binnen vijf jaar werden alleen al zevenduizend tracto ren verkocht. „Vooral in het begin moesten we na tuurlijk erg hard werken. We hebben in drie maanden Portugees geleerd. Ik heb direct Brazilianen in dienst ge nomen, dat is belangrijk. Het ging niet alleen om demonstreren, maar ik gaf ook les. Wie niet weet hoe een machi ne werkt, koopt hem ook niet. Je zou het een soort ontwikkelingshulp kun nen noemen, ja, wel met een commer ciële achtergrond. Een feit is dat de landbouw daar zich enorm heeft ont wikkeld, mede dank zij de staats steun". Piet de Jonge begon zelf een proef- boerderij om de machines te proberen. Dat bedrijf grensde aan de vazenda van de heer Ruben Bertha, president-di recteur van de Varig, een soort coöpe ratie die in Brazilië winkels. hotels, boerderijen, fabrieken en vliegtuigen heeft, waar negentienduizend mensen werken. Ruben Bertha was een groot vriend van Albert Plesman en hij kon het spoedig erg goed vinden met zijn Ne derlandse buurman. PIET DE JONGE binnenkort ook op Schiphol landen Toen de Varig luchtvaartmaatschap pij de stap waagde om van een natio naal (25 lijnen) een internationaal be drijf te worden, vroeg Ruben Bertha zijn buurman om commercieel advi seur te worden. Piet de Jonge zag het nieuwe avontuur. Hij verkocht zijn miljoenenbedrijf aan de Nederlandse familie Borg en hij vertrok naar Sao Paulo. De tractor werd definitief ver wisseld voor het vliegtuig. Ook hier ontmoette hij stormachtige ontwikke lingen, waardoor de Varig een van de grootste luchtvaartmaatschappijen ter wereld werd. In 1965 had het inmiddels legendari sche gesprek plaats tussen president Kubischek en de baas van Varig over de overneming van 't slecht draaiende staatsbedrijf Panair do Brasil. Nog die zelfde dag vloog Piet de Jonge terug naar Europa, waar hij nog steeds de financiële topman van de Varig is. Hij zetelt in het Amsterdamse kantoor, waarvan hij directeur is, om twee re denen: de opvoeding van zijn vier kin deren en het feit dat Schiphol een van de weinig luchthavens is waarop de Varig niet rechtstreeks vliegt. Daar gaat Piet de Jonge verandering in brengen. Er zal wel niemand zijn die daar aan durft twijfelen. Het bedrijf hoopt overigens dat hij snel zal terug keren op het hoofdkantoor in Brazilië. Noemt hij nu Brazilë, dat 385 maal zo groot is als Nederland en slechts tachtig miljoen inwoners heeft, het land waar iedereen succes kan heb ben? „Neen, het is een moeilijk land. De eerste eis is dat men zich volkomen aanpast aan de bevolking. Er zijn dan onbegrensde mogelijkheden, maar ook onbegrensde moeilijkheden, waarvoor een revolutie geen enkele oplossing biedt. Het land moet zijn geweldige rijkdommen gaan gebruiken. Er moe ten meer scholen, industrie, wegen, spoorlijnen en vliegvelden komen. We moeten Brazilië open kortom: ontwikkelen". gooien, DEN HAAG De salarissen van ge zinsverzorgsters en gezinshelpsters worden per 1 juli 1968 extra verhoogd met 5 resp. 7 pet. Dit heeft de staats secretaris van CRM, mr. H. J. v. d. Poel, medegedeeld aan de „Centrale raad voor gezinsverzorging" te Utrecht. Er is een gigantisch gevecht gaande om de energiebron nen van de wereld van morgen, lets daarvan kwam aan het dag licht dank zij het eenmans-stre ven van het Tweede-Kamerlid A. de Goede (D'66) naar grotere mededeelzaamheid van onze re gering over kwesties die daarmee nauw verband houden. Dat „iets" was veel te weinig en dat weinige ging eigenlijk teloor in het publieke tumult waarmee De Goede in de Tweede Kamer werd overschreeuwd. De meeste Ne derlanders hebben daardoor ook nu nog geen duidelijk beeld van de omvang van de strijd om een van de energiebronnen van de toekomst: het uranium. Dat beeld schetst een on:.er medewerkers, na bezoeken aan Karlsruhe en Petten in drie ar tikelen. In Karlsruhe bezocht hij het Westduitse speurwerkcen trum waar de leiding berust van het Nederland - Duits Belgische project dat gericht is op de bouw van snelle kweekreactoren. Dat zijn kerncentrales die in de naas te toekomst het plutonium moe ten produceren dat voor een ver dere groei van de produktie van kernenergie vereist is. In het Re actor-Centrum Nederland in Pet ten werd duidelijk op welke wijze ons land bij de uitvoering van dat project betrokken zal zijn. ROTTERDAM Het aantal kern centrales neemt nu zeer snel toe. Alleen de laatste twee jaren al heeft deze groei alle verwachtingen over troffen. Het indrukwekkendst was de opmars van de kernenergie in de Ver enigde Staten: in 1966 werden daar opdrachten voor de bouw van 24 kern centrales geplaatst bij de industrie en in 1967 kwamen daar nog eens 31 be stellingen van kerncentrales bij. Sa men dus 55 in maar twee jaar. Die 55 kerncentrales zullen, wanneer zij in be drijf zijn genomen, samen 45 500 me gawatt (45,5 miljoen kilowatt) elektri sche stroom leveren. Samen kosten zij 48.5 miljard gulden. Volgens de huidige schattingen zul len Amerikaanse kerncentrales in 1980 een gezamenlijk vermogen hebben van 150.000 megawatt (150 miljoen kilowatt) Dat zal dan bijna de helft zijn van het totale vermogen van de kerncentrales in de niet-communistische landen dat dan 305.500 megawatt (305.5 miljoen kilowatt) zal zijn. (Ter vergelijking de kerncentrale die bij Dodewaard in aanbouw is krijgt een vermogen van ongeveer 50 megawatt en het gezamen lijke vermogen van Nederlandse kern centrales zal in 1980 naar schatting 2000 megawatt zijn). Komen al deze verwachtingen uit dan zullen kerncentrales in de Verenig de Staten in 1980 voorzien in een kwart van de behoefte van dat land aan elek trische energie. De meeste van die kerncentrales zullen dan goedkoper stroom produceren dan de conventione le centrales, die steenkool, olie of an dere fossiele brandstoffen verstoken. Een geheel ander gevolg van de snel le opkomst van de kernenergie zal een toenemende schaarste zijn aan ver rijkt uranium, de brandstof voor de kerncentrales die uit economische over wegingen de voorkeur van de meeste elektriciteitsmaatschappijen heeft. Volgens berekeningen van deskundigen van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) zullen de drie bestaande Amerikaande fabrieken in 1980 de behoeften van de niet-commu- nistische landen aan verrijkt uranium maar voor de helft of in het gunstig ste geval voor twee derde kunnen dekken. Uitbreiding van de kleine Euro pese fabrieken voor verrijkt uranium. Capenhurst in Engeland en Pierrelatte Een van de grootste kerncentrales ter wereld is al enige jaren in bedrijf bij Oldbury in Engeland. Voor deze en een groeiend aantal andere zal er spoedig te weinig uranium zijn. in Frankrijk zal dan niet meer kunnen zijn dan een maar heel kleine aanvul ling van de Amerikaanse produkticapa- citeit. Dit alles heeft nu al geleid tot een sterke opleving van het zoeken naar nieuwe uraniumhoudende ertslagen in vele delen van de wereld. Het heeft ook geleid tot verhoogde activiteit in be staande uraniummijnen en bij de on dernemingen die uranium uit het erts vrijmaken. Zelfs de best-denkbare resultaten hiervan zullen echter de brandstof voorziening van de kerncentrales van na 1980 onmogelijk kunnen waarborgen Daarvoor is een geheel nieuwe techniek nodig, waaraan thans wordt gewerkt. Het is de techniek van het omvormen van niet-splijtbaar uranium tot pluto nium, de kernbrandstof van de toe De heer Van Gemert (54) is voor een periode van on geveer drie jaar uitgeleend aan commissaris-generaal mr. J. M. Th. Cals, oud-premier, minister van staat en sinds ruim een maand hoogste functionaris bij de samenstelling van het Nederlandse visitekaartje. Twaalf Japanse jaren hebben de heer Van Gemert niet alleen voldoende inzicht bijgebracht in de Japanse mentaliteit, maar ook de rust om een sluitende organi satie op gang te brengen. Zijn kale kantoor in het Haag se Noordeinde verraadt nergens dat het kabinet-De Jong tien miljoen gulden voor dit project heeft uitgetrokken, noch dat binnen twee maanden de plannen min of meer volledig op papier moeten staan. Hij antwoordt rustig en weloverwogen en zegt alleen dingen waarvan hij volstrekt zeker is. Is de voorbereidingstijd voor de Nederlandse in zending niet wat kort? „Dat geloof ik niet. De Japanners werken bijzonder snel. Als eenmaal is bepaald hoe het totaal moet worden, komt de rest snel genoeg". Hebt u al enig idee van het thema van de Neder landse inzending? Welke architect gaat het pavil joen ontwerpen? „Over het thema wordt diep nagedacht. Zeker is dat klompjes en molentjes op de inzending niet of nau welijks te vinden zullen zijn. We praten nog met Neder landse architecten." Wat zal zeker niet ontbreken en waarom? „We spelen met de gedachte een cen trum voor kunst te stichten, een soort „hall of culture", en een filmtheater. Japanners zijn erg artistiek ingesteld. Bovendien bestaat een eeuwenoude band tussen beide landen, hetgeen op schilde rijen en platen duidelijk is te zien. Het filmtheater is gewoon gemakkelijk om voorlichting te geven". Wat zal in die „hall of culture" zijn te zien, dat zowel voor Japanners als buitenlandse bezoekers de moei te waard is? „We kunnen zonder veel moeite pron ken met mooie dingen uit de zeventien de eeuw. Kunstvoorwerpen uit die tijd zijn er niet alleen in Nederlandse mu sea, maar ook in Japanse. De wereld tentoonstelling duurt een half jaar, zo dat we best om de paar maanden van expositie kunnen wisselen. We kunnen eindigen met hetgeen jonge kunstnaars lijkheden die ons land heeft in deze helft van onze eeuw hebben ge maakt". Is het toeval, dat de ruim vierdui zend vierkante meter grond, die voor Nederland is uitgetrokken, aan het water ligt? „Ik geloof van niet. Geruime tijd gele den heeft de Nederlandse ambassade in Tokio gepraat met de Japanse organisa tie. Het is waarschijnlijker dat toen al die mogelijkheid naar voren is gebracht." Is tien miljoen gulden voldoende om behoorlijk voor den dag te komen? „Tien miljoen is veel. Daar gaat waarschijnlijk drie miljoen af voor de bouw van het paviljoen. De rest is be stemd voor inrichting, de bouw van een restaurant en wat er meer komt kijken bij een tentoonstelling." Wat wilt u beslist voorkomen bij deze presentatie van Nederlan din het buitenland? „Dat Nederland zichzelf te veel aan prijst. Dat zou een averechtse uitwer king hebben. De dienstverlenende moge- denk maar aan Rotterdam en Amsterdam zijn echter accenten die niet mogen worden vergeten". Is Japan erg belangrijk voor Neder land? „Zeker. Japan is de derde economi sche macht in de wereld en eigenlijk heeft Nederland die derde macht een beetje verwaarloosd. Japan is belangrij ker voor Nederland dan Canada". Hoe zijn uw officiële titels in de or ganisatie, waaraan u voor drie jaar bent uitgeleend? „Ik ben adjunct commissaris-generaal van de Stichting voor de Nederlandse inzending naar de wereldtentoonstelling in Japan in 1970. Van diezelfde stich ting ben ik ook directeur. Die lange be namingen zijn veel gemakkelijker te vervangen door de titel „Rechterhand van de heer Cals". Waarom heeft men u voor dit werk uitgekozen en kon dat zo maar? „Twaalf jaar ervaring in het Verre Oosten als regionaal directeur van een internationaal bedrijf zijn. natuurlijk be- J. H. VAN GEMERT ervaring langrijk. Tussen 1955 en 1967 zat ik voortdurend in Japan. Ik moet probe ren tot voordeel van Nederland met Japanse ogen te kijken naar de Ne derlandse inzending. Als dit werk is afgelopen ga ik gewoon weer voor Philips werken. Ik blijf directeur voor het Verre Oosten. wereldtentoonstelling in Osaka zal op 15 maart 1970 worden geopend. De expo komt te liggen in de Senriheuvels, on geveer dertien kilometer van Osaka, de grootste stad in West- Japan. De tentoonstelling zal een op pervlakte beslaan van meer dan drie miljoen vierkante meter. De Brusselse expo had een opper vlakte van twee miljoen vierkan te meter, die in Montreal bijna vier miljoen. Het is voor de eerste maal dat in Azië een wereldtentoonstel ling wordt gehouden. In 1912 ver hinderden slechter wordende in ternationale toestanden dat, evenals omstreeks 1930. Het thema van de expo is: „vooruitgang en harmonie voor het mensdom". Het is een nade re uitwerking van het menselijk accent dat de tentoonstellingen van na de oorlog heeft beheerst. De expo 1970 is geworteld in de vurige wens naar menselijke har monie, gebaseerd op de geest van de „wa" (harmonie), die de kern vormt van het Oosterse denken. Vindt u het jammer dat 't kabinet- De Jong heeft besloten Nederland niet kandidaat te stellen voor de wereldtentoonstelling in 1976? „Jammer zeker. Misschien begrijpe lijk. Zo'n Expo kost ontzettend veel geld. Het zou ons land een bijzondere stimulans hebben gegeven. Zeker eco nomisch. Het ligt echter niet op mijin weg dit kabinet te kritiseren. Er zul len voor mij onbekende factoren zijn geweest, die tot deze beslissing hebben geleid". Het hoofdthema van de ten toonstelling wordt onderver deeld in vier praktische idealen: „Naar vollediger levensvreug de". „Naar rijkere vruchten van de natuur". „Naar vollediger mechanisatie van het leefmilieu" en „Naar een beter begrip voor elkaar". De Japanse wereldtentoonstel ling blijft open tot 13 september 1970. De bouw van de tentoon stelling zal naar schatting vijf honderd miljoen gulden kosten. De bijbehorende projecten, waar onder de toegangswegen, vergen zes miljard gulden extra. komst. Voor die omzetting wil men snelle kweekreactoren gaan gebruiken. Zij heten kweekreactoren omdat zij meer splijtstof kunnen produceren dan zij verbruiken. In de Financial Times kwam enig® weken geleden Ted Schoeters tot de onthutsende gevolgtrekking dat de te genwoordige produktiecapaciteit van de uraniumindustrie minder is dan de helft van de spoedig vereiste. Er zal dus tot 1980 zeer veel meer uraniumerts moeten worden gedolven dan thans, en alle belanghebbende industrieën zullen er voor moeten zorgen dat er geen schaarste kan ontstaan die de prijs van in kerncentrales opgewekte stroom te ver zal drijven. Met dit vraagstuk gaan deskundigen uit alle landen waar de kernenergie sterk in opkomst is zich bezighouden in een internationale conferantie op 23 en 24 mei in Oklahoma City in de Ver enigde Staten. In vele landen werkt men energiek aan de technische vervolmaking van deze nieuwe methode voor vervaardi ging van brandstof voor kerncentrales. Ook in ons land. Nederland doet dit samen met West-Duitsland en België. Onlangs is in Karlsruhe in West-Duits land een overzicht gegeven van de wij ze van samenwerking van deze drie landen bij de uitvoering van dit pro ject. Meerda arover vertellen wij u in een tweede artikel. TAe familie Vasterman in Heerlen heeft 't niet gemakkelijk dat is de enig mogelijke conclusie, waartoe mea bij lezing van Noud van den Eeren- beemt's nieuwe roman kan komen. „De Berenkuil" heet het boek, naar de ge lijknamige buurtschap aan de rand van de mijnstad waar het verhaal zich af speelt, en het is al doffe ellende wat de klok slaat. Het gezin Vasterman, waar alles om draait, blijft niets bespaard: de heer des huizes moet zich, als gevolg van de sluiting van de mijn waar hij sinds jaar en dag werkte, laten omscholen tot ar beider in een automobielfabriek en uit gerekend in die moeilijke tijd komen ze op hem af: de problemen allemaal reuze naar en vervelend, maar zo wei nig origineel en zo voor de hand liggend dat de loop van het verhaal zich gemak kelijk laat voorspellen. Ja hoor, u raadt het al, ze zijn er al lemaal: de zich onbegrepen wanende oudste zoon, die niets uitvoert en later in Amsterdam de provo uithangt al leen een plaatselijke kunstenaar voelt hem aan en via hem mogen de ouders dan heel deemoedig een beetje contact met het jongmens onderhouden dan is er een dochter, wie bij één keertje stevig vrijen de zaak al uit de hand loopt en die daardoor een kind moet krijgen van een buurjongen, die niet deugen wil; voorts is er een buur man die vreemd gaat en wiens vrouw daarom wegloopt en in een bar gaat werken,, een kruidenier dieenfin, een hele reeks alledaagse problemen, waarvoor vaak een al even alledaagse oplossing wordt gevonden. Van den Eerenbeemt heeft een actu ele sociale roman willen schrijven, maar hij is op een middelmatig en nogal burgerlijk niveau blijven steken. („De Arbeiderspers" Arboreeks f 7,50). Van „De Arbeiderspers" ontvingen wij voorts een alleraardigst boek om opgroeiende kinderen urenlang zoet mee te houden. Het heet „Alleen maar voor de pret" en het staat vol spelle tjes, wetenswaardigheden en dingen om zelf te maken (208 bladzijdenf 9,90), De uitgeverij A. Roelofs van Goor te Amersfoort zond ons „Orde op ruimte Een stem uit D'66" door J. Hendriks een beschouwing, die erop gericht is de politieke voorwaarden aan te gev ven. Waarop in ons land efficiënt en democratisch ruimtelijk kan worden geordend (f 7.90). AMSTERDAM De president van de internationale vereniging van handela ren in oude kunst „Cinoa" (la Confé rence Internationale des Negociants en Oeuvres d'art), Henry W. Rubin, heeft met vertegenwoordigers van de bij de Cinoa aangesloten Nederlandse Vereni ging van Antiekhandelaren en dr. S. H. Levie, directeur van het Amsterdam se gemeentemuseum, in de hoofdstad inleidende besprekingen gevoerd over een wereldtentoonstelling van antiek. Men is in principe overeengekomen de expositie in 1970 te houden in het dan juist gereed gekomen Stadsmuseum, het voormalige Burgerweeshuis aan de Kalverstraat. Uit elf bij de Cinoa aan gesloten landen zullen op een vloerop pervlakte van totaal 350 m2 de meest waardevolle stukken antiek worden ten toongesteld. De definitieve beslissing zal worden genomen op 25 mei, wan neer de Cinoa in Parijs vergadert. De eerste tentoonstelling van antiek werd in 1936, 't oprichtingsjaar van de Cinoa, eveneens in Amsterdam gehou den, nl. in het Rijksmuseum. In 1954 volgde de tweede in Parijs; in 1962 werd Londen voor deze manifestatie mmmmMmmmmmmmmmmmmmMmmmmmmmmmmmmmmmMuitgekozen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9