Produktie uranium houdt de
behoefte niet bij
Pronken met de zeventiende eeuw
Berenkuil vol
narigheid
Nederlandse inzending op expo 1970 in Japan
De eerste
in Azië
ONDERNEMENDE ZEEUW DEED BOERDERIJ AAN DE KANT
EN GING DE LUCHTVAART IN
Toch voorkeur
voor de
ongehuwden
KWEEKREACTOREN VOOR PLUTONIUM
D
Aanpassen
aan bevolking
eerste eis
Niet teveel
aanprijzen
Water
Rechterhand
Stimulans
W ereldexpositie
van antiek in
Amsterdam
Bedrijf en werkende
gehuwde vrouw
Ziekteverzuim
INDRUK
PORTUGEES
STORMACHTIG
LEGENDARISCH
MOEILIJK LAND
ic Een kwart
DEN HAAG Johannes Hendrikus van Gemert,
directeur van Philips, gaat volgende week voor
ten minste veertien dagen naar Montreal in Canada
en Osaka in Japan. Hij gaat niet om de verkoop van
Eindhovense produkten tot ongekende hoogten te stu
wen, maar om de Nederlandse inzending op de we
reldtentoonstelling van 1970 in Osaka voor te berei
den.
D'
Twee maal mis
Idealen
Onthutsend
WOENSDAG 15 MEI 1968
TOPMAN IN BRAZILIË
A MSTERDAM „De president van Brazilië zei tegen mijn baas: „Als
jullie van de Varig de staatsniaatschappij Pamair do Brasil overnemen,
hoe lang duurt het dan voordat we weervliegen? Drie maanden, drie weken
of drie dagen? President, zei mijn baas, we vliegen binnen drie uur. We heb
ben onmiddellijk één zo'n kist in onze kleuren laten schilderen, een eigen be
manning er in en we zaten inderdaad binnen drie uur in de lucht, op weg
naar Lissabon. Ik was de eerste passagier. Mijn opdracht was erg kort: Bouw
in heel Europa een net van kantoren op voor de maatschappij. Zo kwam ik
terug uit Brazilië".
Piet de Jonge (40) vertelt het zon
der stemverheffing en niet aangeboren
Zeeuwse nuchterheid. Dat komt hem
goed van pas want voordat hij deze
opdracht uitvoerde (binnen twee jaar
vestigde hij vijftig kantoren in Euro
pa) had hij reeds een groter spektakel
stuk volbracht.
Hij werd geboren in het Zeeuwse
's-Heerenhoek en hij bezocht de HBS
en M.T.S. in Goes. Hij ging voor Rijks
waterstaat in de vijf noordelijke pro
vincies werken aan stuwen en kanalen,
waarover men zeer te spreken was. In
1956 kwam zijn broer Kees over uit
Brazilië, waar hij met succes zaken
1AEN HAAG Minder vooroorde
len en meer feiten kunnen ertoe
bijdragen, dat de houding van het
bedrijfsleven ten opzichte van de
werkende gehuwde vrouw minder
aarzelend zal worden. Daarnaast zal
er van het bedrijf en van de gehuw
de werkneemsters meer inzicht wor
den gevergd in de speciale proble
men van de vrouw met haar taken in
het huishouden en in het bedrijf. Er
zal een wederzijdse bereidheid tot
aanpassing aan deze bijzondere si
tuatie moeten groeien.
Aldus de conclusie van een onderzoek,
dat is ingesteld door de afdeling re
search van het „Gemeenschappelij
ke instituut voor toegepaste psycho
logie" in Nijmegen, naar de relatie
tussen bedrijf en werkende gehuwde
vrouw. Het onderzoek is, op advies
van de commissie opvoering produk-
tiviteit van de sociaal-economische
raad, in opdracht van het ministerie
van Economische Zaken verricht.
Het werd uitgevoerd onder leiding
van dr. P. J. Willems en drs. J. F.
J. Janmaat; het onder hun verant
woordelijkheid samengestelde rap
port is gisteren openbaar gemaakt.
De toenmalige staatssecretaris van
Economische Zaken heeft op 21 okto
ber 1964 de opdracht tot het onder
zoek verstrekt. Bij de uitvoering van
het onderzoek is nauw samengewerkt
met 'n onder voorzitterschap van me
vrouw dr. H. Verwey-Jonker staande
begeleidingscommissie, die was samen
gesteld door de commissie opvoering
produktiviteit.
Van de twintig voor het onderzoek uit
gekozen bedrijven, verspreid over
het land, kon bij achttien medewer
king aan het onderzoek worden ver
kregen. Daarbij waren industriële,
administratieve en dienstverlenende
bedrijven met werknemersaantallen
variërende van honderd tot meer
dan duizend en gevestigd in plaat
sen met een inwonertal tot 50.000,
met een aantal inwoners van 50.000
tot 150 000, van 150 000 tot 250 000, en
ln de vier grote steden.
Bij het onderzoek waren ook de echt
genoten van gehuwde werkneem
sters betrokken. De houding die men
bij het bedrijfskader t.o.v. de ge
huwde werkneemsters aantrof is am-
bivalen. Het ziekteverzuim en ver
loop is bij gehuwde vrouwen gunsti
ger dan bij de ongehuwden, het lei
ding geven aan ongehuwden levert
minder moeilijkheden op, maar er
bestaat een algemeen vooroordeel te
gen het buitenshuis werken van ge
huwde vrouwen.
De voornaamste bron van weerstand
wordt gevormd door de problemen
van de afwijkende werktijden van de
gehuwde vrouwen. Die geven niet al
leen organisatorische moeilijkheden,
maar roepen ook spanningen op bij
de ongehuwde werkneemsters, voor
al in de dienstverlenende sector. Het
komt er in feite op neer dat men
toch de voorkeur blijft geven aan on
gehuwden.
Men krijgt uit het onderzoek de in
druk, dat de belangstelling van de
gehuwde werkneemster voor arbeid
en niet-industriële dienstverlenende
bedrijven groter is dan voor indu
striële werkzaamheden.
De echtgenoot van de werkende vrouw
staat over het algemeen niet nega
tief tegenover het werken van zijn
vrouw, hoewel bezwaren over de
sfeer veelvuldig worden genoemd.
De echtgenoot van de vrouw die niet
meer werkt staat er aanmerkelijk
minder positief tegenover: meer dan
de helft ervan zou het liefst zien dat
ze niet meer buitenshuis zou gaan
werken.
In het algemeen is het financiële mo
tief het belangrijkst voor de ge
huwde vrouw om te gaan werken.
Als aantrekkelijkste zijde van het bui
tenshuis werken, geheel los van het
financieel motief, worden overwe
gend contacten met anderen (gezel
ligheid) genoemd. De mannen heb
ben hiervoor nagenoeg geen oog.
deed. Piet vertelde hem enthousiast
over zijn werk in de vijf noordelijke
provincies, maar Kees moest er ont
zettend om lachen en zei: „Man, ga
toch naar Brazilië, het land van de
toekomst. Wat je nu doet, is flauwe
kul".
Het moet indruk hebben gemaakt,
want Piet huwde spoedig een Zeeuwse
schone en vertrok naar de Braziliaan
se landbouwstaat Parana (negen maal
groter dan Nederland).
Hij liet één Engelse tractor na-stu
ren. Die ene tractor maakte een ge
weldige indruk op de landbouwers, die
de onmetelijke vazenda's van Parana
zonder tractors moesten bewerken.
Piet de Jonge liet daarom meer land
bouwwerktuigen overkomen. Hij reed
er mee naar zijn buren om te demon
streren hoe handig machines wel zijn
in de landbouw.
Het was het begin van een ongeken
de ontwikkeling: niet alleen voor het be
drijf van de Zeeuw, maar ook van de
landbouw in Parana. De landbouwers
konden vier jaar krediet krijgen van
de Staatsbank bij de aankoop van land
bouwwerktuigen. Ze kochten alles bij
Piet de Jonge, die binnen de kortste
keren een miljoenenbedrijf opzette,
met 155 agenten. Binnen vijf jaar
werden alleen al zevenduizend tracto
ren verkocht.
„Vooral in het begin moesten we na
tuurlijk erg hard werken. We hebben
in drie maanden Portugees geleerd.
Ik heb direct Brazilianen in dienst ge
nomen, dat is belangrijk. Het ging niet
alleen om demonstreren, maar ik gaf
ook les. Wie niet weet hoe een machi
ne werkt, koopt hem ook niet. Je zou
het een soort ontwikkelingshulp kun
nen noemen, ja, wel met een commer
ciële achtergrond. Een feit is dat de
landbouw daar zich enorm heeft ont
wikkeld, mede dank zij de staats
steun".
Piet de Jonge begon zelf een proef-
boerderij om de machines te proberen.
Dat bedrijf grensde aan de vazenda
van de heer Ruben Bertha, president-di
recteur van de Varig, een soort coöpe
ratie die in Brazilië winkels. hotels,
boerderijen, fabrieken en vliegtuigen
heeft, waar negentienduizend mensen
werken.
Ruben Bertha was een groot vriend
van Albert Plesman en hij kon het
spoedig erg goed vinden met zijn Ne
derlandse buurman.
PIET DE JONGE
binnenkort ook op Schiphol landen
Toen de Varig luchtvaartmaatschap
pij de stap waagde om van een natio
naal (25 lijnen) een internationaal be
drijf te worden, vroeg Ruben Bertha
zijn buurman om commercieel advi
seur te worden. Piet de Jonge zag het
nieuwe avontuur. Hij verkocht zijn
miljoenenbedrijf aan de Nederlandse
familie Borg en hij vertrok naar Sao
Paulo. De tractor werd definitief ver
wisseld voor het vliegtuig. Ook hier
ontmoette hij stormachtige ontwikke
lingen, waardoor de Varig een van de
grootste luchtvaartmaatschappijen ter
wereld werd.
In 1965 had het inmiddels legendari
sche gesprek plaats tussen president
Kubischek en de baas van Varig over
de overneming van 't slecht draaiende
staatsbedrijf Panair do Brasil. Nog die
zelfde dag vloog Piet de Jonge terug
naar Europa, waar hij nog steeds de
financiële topman van de Varig is. Hij
zetelt in het Amsterdamse kantoor,
waarvan hij directeur is, om twee re
denen: de opvoeding van zijn vier kin
deren en het feit dat Schiphol een van
de weinig luchthavens is waarop de
Varig niet rechtstreeks vliegt. Daar
gaat Piet de Jonge verandering in
brengen. Er zal wel niemand zijn die
daar aan durft twijfelen. Het bedrijf
hoopt overigens dat hij snel zal terug
keren op het hoofdkantoor in Brazilië.
Noemt hij nu Brazilë, dat 385 maal
zo groot is als Nederland en slechts
tachtig miljoen inwoners heeft, het
land waar iedereen succes kan heb
ben?
„Neen, het is een moeilijk land. De
eerste eis is dat men zich volkomen
aanpast aan de bevolking. Er zijn dan
onbegrensde mogelijkheden, maar ook
onbegrensde moeilijkheden, waarvoor
een revolutie geen enkele oplossing
biedt. Het land moet zijn geweldige
rijkdommen gaan gebruiken. Er moe
ten meer scholen, industrie, wegen,
spoorlijnen en vliegvelden komen.
We moeten Brazilië open
kortom: ontwikkelen".
gooien,
DEN HAAG De salarissen van ge
zinsverzorgsters en gezinshelpsters
worden per 1 juli 1968 extra verhoogd
met 5 resp. 7 pet. Dit heeft de staats
secretaris van CRM, mr. H. J. v. d.
Poel, medegedeeld aan de „Centrale
raad voor gezinsverzorging" te
Utrecht.
Er is een gigantisch gevecht
gaande om de energiebron
nen van de wereld van morgen,
lets daarvan kwam aan het dag
licht dank zij het eenmans-stre
ven van het Tweede-Kamerlid A.
de Goede (D'66) naar grotere
mededeelzaamheid van onze re
gering over kwesties die daarmee
nauw verband houden. Dat
„iets" was veel te weinig en dat
weinige ging eigenlijk teloor in
het publieke tumult waarmee De
Goede in de Tweede Kamer werd
overschreeuwd. De meeste Ne
derlanders hebben daardoor ook
nu nog geen duidelijk beeld van
de omvang van de strijd om een
van de energiebronnen van de
toekomst: het uranium.
Dat beeld schetst een on:.er
medewerkers, na bezoeken aan
Karlsruhe en Petten in drie ar
tikelen. In Karlsruhe bezocht hij
het Westduitse speurwerkcen
trum waar de leiding berust van
het Nederland - Duits Belgische
project dat gericht is op de bouw
van snelle kweekreactoren. Dat
zijn kerncentrales die in de naas
te toekomst het plutonium moe
ten produceren dat voor een ver
dere groei van de produktie van
kernenergie vereist is. In het Re
actor-Centrum Nederland in Pet
ten werd duidelijk op welke wijze
ons land bij de uitvoering van
dat project betrokken zal zijn.
ROTTERDAM Het aantal kern
centrales neemt nu zeer snel toe.
Alleen de laatste twee jaren al heeft
deze groei alle verwachtingen over
troffen. Het indrukwekkendst was de
opmars van de kernenergie in de Ver
enigde Staten: in 1966 werden daar
opdrachten voor de bouw van 24 kern
centrales geplaatst bij de industrie en
in 1967 kwamen daar nog eens 31 be
stellingen van kerncentrales bij. Sa
men dus 55 in maar twee jaar. Die 55
kerncentrales zullen, wanneer zij in be
drijf zijn genomen, samen 45 500 me
gawatt (45,5 miljoen kilowatt) elektri
sche stroom leveren. Samen kosten zij
48.5 miljard gulden.
Volgens de huidige schattingen zul
len Amerikaanse kerncentrales in 1980
een gezamenlijk vermogen hebben van
150.000 megawatt (150 miljoen kilowatt)
Dat zal dan bijna de helft zijn van het
totale vermogen van de kerncentrales
in de niet-communistische landen dat
dan 305.500 megawatt (305.5 miljoen
kilowatt) zal zijn. (Ter vergelijking
de kerncentrale die bij Dodewaard in
aanbouw is krijgt een vermogen van
ongeveer 50 megawatt en het gezamen
lijke vermogen van Nederlandse kern
centrales zal in 1980 naar schatting
2000 megawatt zijn).
Komen al deze verwachtingen uit
dan zullen kerncentrales in de Verenig
de Staten in 1980 voorzien in een kwart
van de behoefte van dat land aan elek
trische energie. De meeste van die
kerncentrales zullen dan goedkoper
stroom produceren dan de conventione
le centrales, die steenkool, olie of an
dere fossiele brandstoffen verstoken.
Een geheel ander gevolg van de snel
le opkomst van de kernenergie zal een
toenemende schaarste zijn aan ver
rijkt uranium, de brandstof voor de
kerncentrales die uit economische over
wegingen de voorkeur van de meeste
elektriciteitsmaatschappijen heeft.
Volgens berekeningen van deskundigen
van de Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie (Euratom) zullen de drie
bestaande Amerikaande fabrieken in
1980 de behoeften van de niet-commu-
nistische landen aan verrijkt uranium
maar voor de helft of in het gunstig
ste geval voor twee derde kunnen
dekken. Uitbreiding van de kleine Euro
pese fabrieken voor verrijkt uranium.
Capenhurst in Engeland en Pierrelatte
Een van de grootste kerncentrales
ter wereld is al enige jaren in bedrijf
bij Oldbury in Engeland. Voor deze
en een groeiend aantal andere zal
er spoedig te weinig uranium zijn.
in Frankrijk zal dan niet meer kunnen
zijn dan een maar heel kleine aanvul
ling van de Amerikaanse produkticapa-
citeit.
Dit alles heeft nu al geleid tot een
sterke opleving van het zoeken naar
nieuwe uraniumhoudende ertslagen in
vele delen van de wereld. Het heeft
ook geleid tot verhoogde activiteit in be
staande uraniummijnen en bij de on
dernemingen die uranium uit het
erts vrijmaken.
Zelfs de best-denkbare resultaten
hiervan zullen echter de brandstof
voorziening van de kerncentrales van
na 1980 onmogelijk kunnen waarborgen
Daarvoor is een geheel nieuwe techniek
nodig, waaraan thans wordt gewerkt.
Het is de techniek van het omvormen
van niet-splijtbaar uranium tot pluto
nium, de kernbrandstof van de toe
De heer Van Gemert (54) is voor een periode van on
geveer drie jaar uitgeleend aan commissaris-generaal
mr. J. M. Th. Cals, oud-premier, minister van staat
en sinds ruim een maand hoogste functionaris bij de
samenstelling van het Nederlandse visitekaartje.
Twaalf Japanse jaren hebben de heer Van Gemert
niet alleen voldoende inzicht bijgebracht in de Japanse
mentaliteit, maar ook de rust om een sluitende organi
satie op gang te brengen. Zijn kale kantoor in het Haag
se Noordeinde verraadt nergens dat het kabinet-De Jong
tien miljoen gulden voor dit project heeft uitgetrokken,
noch dat binnen twee maanden de plannen min of meer
volledig op papier moeten staan. Hij antwoordt rustig
en weloverwogen en zegt alleen dingen waarvan hij
volstrekt zeker is.
Is de voorbereidingstijd voor de Nederlandse in
zending niet wat kort?
„Dat geloof ik niet. De Japanners werken bijzonder
snel. Als eenmaal is bepaald hoe het totaal moet worden,
komt de rest snel genoeg".
Hebt u al enig idee van het thema van de Neder
landse inzending? Welke architect gaat het pavil
joen ontwerpen?
„Over het thema wordt diep nagedacht. Zeker is dat
klompjes en molentjes op de inzending niet of nau
welijks te vinden zullen zijn. We praten nog met Neder
landse architecten."
Wat zal zeker niet ontbreken en
waarom?
„We spelen met de gedachte een cen
trum voor kunst te stichten, een soort
„hall of culture", en een filmtheater.
Japanners zijn erg artistiek ingesteld.
Bovendien bestaat een eeuwenoude band
tussen beide landen, hetgeen op schilde
rijen en platen duidelijk is te zien. Het
filmtheater is gewoon gemakkelijk om
voorlichting te geven".
Wat zal in die „hall of culture" zijn
te zien, dat zowel voor Japanners
als buitenlandse bezoekers de moei
te waard is?
„We kunnen zonder veel moeite pron
ken met mooie dingen uit de zeventien
de eeuw. Kunstvoorwerpen uit die tijd
zijn er niet alleen in Nederlandse mu
sea, maar ook in Japanse. De wereld
tentoonstelling duurt een half jaar, zo
dat we best om de paar maanden van
expositie kunnen wisselen. We kunnen
eindigen met hetgeen jonge kunstnaars lijkheden die ons land heeft
in deze helft van onze eeuw hebben ge
maakt".
Is het toeval, dat de ruim vierdui
zend vierkante meter grond, die
voor Nederland is uitgetrokken, aan
het water ligt?
„Ik geloof van niet. Geruime tijd gele
den heeft de Nederlandse ambassade in
Tokio gepraat met de Japanse organisa
tie. Het is waarschijnlijker dat toen al
die mogelijkheid naar voren is gebracht."
Is tien miljoen gulden voldoende om
behoorlijk voor den dag te komen?
„Tien miljoen is veel. Daar gaat
waarschijnlijk drie miljoen af voor de
bouw van het paviljoen. De rest is be
stemd voor inrichting, de bouw van
een restaurant en wat er meer komt
kijken bij een tentoonstelling."
Wat wilt u beslist voorkomen bij
deze presentatie van Nederlan din
het buitenland?
„Dat Nederland zichzelf te veel aan
prijst. Dat zou een averechtse uitwer
king hebben. De dienstverlenende moge-
denk
maar aan Rotterdam en Amsterdam
zijn echter accenten die niet mogen
worden vergeten".
Is Japan erg belangrijk voor Neder
land?
„Zeker. Japan is de derde economi
sche macht in de wereld en eigenlijk
heeft Nederland die derde macht een
beetje verwaarloosd. Japan is belangrij
ker voor Nederland dan Canada".
Hoe zijn uw officiële titels in de or
ganisatie, waaraan u voor drie jaar
bent uitgeleend?
„Ik ben adjunct commissaris-generaal
van de Stichting voor de Nederlandse
inzending naar de wereldtentoonstelling
in Japan in 1970. Van diezelfde stich
ting ben ik ook directeur. Die lange be
namingen zijn veel gemakkelijker te
vervangen door de titel „Rechterhand
van de heer Cals".
Waarom heeft men u voor dit werk
uitgekozen en kon dat zo maar?
„Twaalf jaar ervaring in het Verre
Oosten als regionaal directeur van een
internationaal bedrijf zijn. natuurlijk be-
J. H. VAN GEMERT
ervaring
langrijk. Tussen 1955 en 1967 zat ik
voortdurend in Japan. Ik moet probe
ren tot voordeel van Nederland
met Japanse ogen te kijken naar de Ne
derlandse inzending. Als dit werk is
afgelopen ga ik gewoon weer voor
Philips werken. Ik blijf directeur voor
het Verre Oosten.
wereldtentoonstelling in
Osaka zal op 15 maart 1970
worden geopend. De expo komt
te liggen in de Senriheuvels, on
geveer dertien kilometer van
Osaka, de grootste stad in West-
Japan.
De tentoonstelling zal een op
pervlakte beslaan van meer dan
drie miljoen vierkante meter. De
Brusselse expo had een opper
vlakte van twee miljoen vierkan
te meter, die in Montreal bijna
vier miljoen.
Het is voor de eerste maal dat
in Azië een wereldtentoonstel
ling wordt gehouden. In 1912 ver
hinderden slechter wordende in
ternationale toestanden dat,
evenals omstreeks 1930.
Het thema van de expo is:
„vooruitgang en harmonie voor
het mensdom". Het is een nade
re uitwerking van het menselijk
accent dat de tentoonstellingen
van na de oorlog heeft beheerst.
De expo 1970 is geworteld in de
vurige wens naar menselijke har
monie, gebaseerd op de geest
van de „wa" (harmonie), die de
kern vormt van het Oosterse
denken.
Vindt u het jammer dat 't kabinet-
De Jong heeft besloten Nederland
niet kandidaat te stellen voor de
wereldtentoonstelling in 1976?
„Jammer zeker. Misschien begrijpe
lijk. Zo'n Expo kost ontzettend veel
geld. Het zou ons land een bijzondere
stimulans hebben gegeven. Zeker eco
nomisch. Het ligt echter niet op mijin
weg dit kabinet te kritiseren. Er zul
len voor mij onbekende factoren zijn
geweest, die tot deze beslissing hebben
geleid".
Het hoofdthema van de ten
toonstelling wordt onderver
deeld in vier praktische idealen:
„Naar vollediger levensvreug
de". „Naar rijkere vruchten van
de natuur". „Naar vollediger
mechanisatie van het leefmilieu"
en „Naar een beter begrip voor
elkaar".
De Japanse wereldtentoonstel
ling blijft open tot 13 september
1970. De bouw van de tentoon
stelling zal naar schatting vijf
honderd miljoen gulden kosten.
De bijbehorende projecten, waar
onder de toegangswegen, vergen
zes miljard gulden extra.
komst. Voor die omzetting wil men
snelle kweekreactoren gaan gebruiken.
Zij heten kweekreactoren omdat zij
meer splijtstof kunnen produceren dan
zij verbruiken.
In de Financial Times kwam enig®
weken geleden Ted Schoeters tot de
onthutsende gevolgtrekking dat de te
genwoordige produktiecapaciteit van de
uraniumindustrie minder is dan de
helft van de spoedig vereiste. Er zal
dus tot 1980 zeer veel meer uraniumerts
moeten worden gedolven dan thans, en
alle belanghebbende industrieën zullen
er voor moeten zorgen dat er geen
schaarste kan ontstaan die de prijs van
in kerncentrales opgewekte stroom te
ver zal drijven.
Met dit vraagstuk gaan deskundigen
uit alle landen waar de kernenergie
sterk in opkomst is zich bezighouden
in een internationale conferantie op 23
en 24 mei in Oklahoma City in de Ver
enigde Staten.
In vele landen werkt men energiek
aan de technische vervolmaking van
deze nieuwe methode voor vervaardi
ging van brandstof voor kerncentrales.
Ook in ons land. Nederland doet dit
samen met West-Duitsland en België.
Onlangs is in Karlsruhe in West-Duits
land een overzicht gegeven van de wij
ze van samenwerking van deze drie
landen bij de uitvoering van dit pro
ject. Meerda arover vertellen wij u in
een tweede artikel.
TAe familie Vasterman in Heerlen
heeft 't niet gemakkelijk dat is de
enig mogelijke conclusie, waartoe mea
bij lezing van Noud van den Eeren-
beemt's nieuwe roman kan komen. „De
Berenkuil" heet het boek, naar de ge
lijknamige buurtschap aan de rand van
de mijnstad waar het verhaal zich af
speelt, en het is al doffe ellende wat de
klok slaat.
Het gezin Vasterman, waar alles om
draait, blijft niets bespaard: de heer des
huizes moet zich, als gevolg van de
sluiting van de mijn waar hij sinds jaar
en dag werkte, laten omscholen tot ar
beider in een automobielfabriek en uit
gerekend in die moeilijke tijd komen ze
op hem af: de problemen allemaal
reuze naar en vervelend, maar zo wei
nig origineel en zo voor de hand liggend
dat de loop van het verhaal zich gemak
kelijk laat voorspellen.
Ja hoor, u raadt het al, ze zijn er al
lemaal: de zich onbegrepen wanende
oudste zoon, die niets uitvoert en later
in Amsterdam de provo uithangt al
leen een plaatselijke kunstenaar
voelt hem aan en via hem mogen de
ouders dan heel deemoedig een beetje
contact met het jongmens onderhouden
dan is er een dochter, wie bij één
keertje stevig vrijen de zaak al uit de
hand loopt en die daardoor een kind
moet krijgen van een buurjongen, die
niet deugen wil; voorts is er een buur
man die vreemd gaat en wiens vrouw
daarom wegloopt en in een bar gaat
werken,, een kruidenier dieenfin,
een hele reeks alledaagse problemen,
waarvoor vaak een al even alledaagse
oplossing wordt gevonden.
Van den Eerenbeemt heeft een actu
ele sociale roman willen schrijven,
maar hij is op een middelmatig en
nogal burgerlijk niveau blijven steken.
(„De Arbeiderspers" Arboreeks
f 7,50).
Van „De Arbeiderspers" ontvingen
wij voorts een alleraardigst boek om
opgroeiende kinderen urenlang zoet
mee te houden. Het heet „Alleen maar
voor de pret" en het staat vol spelle
tjes, wetenswaardigheden en dingen om
zelf te maken (208 bladzijdenf 9,90),
De uitgeverij A. Roelofs van Goor te
Amersfoort zond ons „Orde op ruimte
Een stem uit D'66" door J. Hendriks
een beschouwing, die erop gericht
is de politieke voorwaarden aan te gev
ven. Waarop in ons land efficiënt en
democratisch ruimtelijk kan worden
geordend (f 7.90).
AMSTERDAM De president van de
internationale vereniging van handela
ren in oude kunst „Cinoa" (la Confé
rence Internationale des Negociants en
Oeuvres d'art), Henry W. Rubin, heeft
met vertegenwoordigers van de bij de
Cinoa aangesloten Nederlandse Vereni
ging van Antiekhandelaren en dr. S. H.
Levie, directeur van het Amsterdam
se gemeentemuseum, in de hoofdstad
inleidende besprekingen gevoerd over
een wereldtentoonstelling van antiek.
Men is in principe overeengekomen de
expositie in 1970 te houden in het dan
juist gereed gekomen Stadsmuseum,
het voormalige Burgerweeshuis aan de
Kalverstraat. Uit elf bij de Cinoa aan
gesloten landen zullen op een vloerop
pervlakte van totaal 350 m2 de meest
waardevolle stukken antiek worden ten
toongesteld. De definitieve beslissing
zal worden genomen op 25 mei, wan
neer de Cinoa in Parijs vergadert.
De eerste tentoonstelling van antiek
werd in 1936, 't oprichtingsjaar van de
Cinoa, eveneens in Amsterdam gehou
den, nl. in het Rijksmuseum. In 1954
volgde de tweede in Parijs; in 1962
werd Londen voor deze manifestatie
mmmmMmmmmmmmmmmmmmMmmmmmmmmmmmmmmmMuitgekozen.