DEZE WEEK: nader beschouwd HET FRANKRIJK VAN DE GAULLE ACHTER DE GROENE TAFEL NIET OP TWEE STOELEN TE VEEL EISENDE SAMENLEVING We praten over vrede en pacifisme maar we. worden steeds agressiever Rol van de EEG Dreigende chaos En wat mi Besmettelijk Primair reageren door M. B BLOCH kolonel-arts Groepsdiscussie Gekleurd Na zich tien jaar onder het bewind van generaal Charles De Gaulle rustig te hebben gehouden, lijkt het alsof het Franse volk nodig weer eens uit de band moet springen. De toestanden van nu zijn tenminste in vele opzichten te vergelij ken met die uit de jaren vijftig, toen het land door de Algerijnse kwestie ten onder leek te gaan. Men hoeft zich daarover niet al te zeer ongerust te maken. De periode-De Gaulle heeft Frankrijk ontegenzeggelijk goed gedaan, maar het was allemaal een beetje on-Frans, te rustig, te gedisciplineerd. En wel heel erg nationalistisch en op „La France" afgestemd. Als daarin verandering komt zal niemand daarom treuren. Want er woont in Frankrijk gezond verstand genoeg om te voorkomen dat het land aan de anarchie ten prooi valt. Deze week gebeurde wat nooit eerder is voorgekomen: in de Tweede Kamer zat achter de regeringstafel een lid van de Staatkundig Gereformeerde Partij, ir. H. van Rossum. Hij verdedigde namelijk een door hemzelf ingediend wetsontwerp, waarin de toevoer van vers water wordt geregeld. Geen schokkend wetsontwerp misschien (ook al hechten veel tuinders er grote waarde aan), maar het tekent wel de bekwaamheid en het doorzettingsvermogen van deze geachte afgevaardigde. Ir. Van Rossum is pas een goed jaar lid van de Tweede Kamer en hij onder scheidt zich in sammige opzichten van zijn fractiegenoten. Niet alleen omdat hij scheidt zich in sommige opzichten van zijn fractiegenoten. Niet alleen omdat hij geen predikant is die immers al sinds jaren de meerderheid in deze driemans fractie uitmaken maar ook door zijn manier van optreden. Hij is voormalig irrigatiedeskundige van landbouw, heeft zo ongeveer de hele wereld doorgereisd, hij praat gemakkelijk en weet ook gemakkelijk mensen voor zich te winnen. Met de behandeling van zijn wetsontwerp had hij trouwens niet veel moeite. Politiek kwam er niet aan te pas en de problemen die hem werden voorgelegd behandelde hij met grote deskundigheid. Aan het slot merkte de liberaal R. Zege- ring-Hadders dan ook op, dat hier sprake was van een goed beleid waaraan alle Kamerleden een voorbeeld konden nemen. Tijdens het melkprijsdebat in de Tweede Kamer heeft het socialistische fractie lid Van der Ploeg het de minister van Landbouw nodeloos moeilijk gemaakt. De heer Van der Ploeg legde onder meer verband tussen de verhoging van de consu mentenprijs voor melk met 2 ets. per liter en de verhoging van het vetgehalte, een maatregel die een maand later ingaat. Terwijl hij wist dat dit verband er niet is: de verhoging van de straatprijs van melk heeft te maken met de toegenomen kosten van fabriek en slijter, is dus zuiver het gevolg van een doorberekening van kosten. De heer Van der Ploeg wist dit omdat hij lid is van het Landbouwschap en als zodanig precies op de hoogte is van de wijze waarop ieder jaar de melkprijs tot stand komt. Waarom hij dan toch vroeg naar de bekende weg? Waarschijnlijk omdat hem dit politiek goed uitkwam. Het zou goed zijn als een dergelijke gang van zaken in de toekomst onmogelijk werd gemaakt: het is niet juist dat iemand, op de ene stoel zittend, beoordeelt dan wel kritiseert wat hij, op een andere stoel gezeten, zelf tot stand heeft gebracht. De vakbewegingen zijn al zo wijs geworden dat zij haar topfunctiona rissen niet meer beschikbaar stellen voor het parlement het is immers onmogelijk tegelijk een belangengroep te leiden en in een andere functie de rechtmatigheid van de verlangens van die groep te beoordelen. Het zou goed zijn als ook andere maat schappelijke groeperingen dat voorbeeld volgden. Van volksvertegenwoordigers mag men immers vragen dat zij het algemeen belang dienen, los van groeps belangen. De Christelijk-Historische Unie houdt haar jaarlijkse vergadering, maar het politieke beleid zoals dat in het afgelopen jaar in het parlement is gevoerd, zal niet kunnen worden verdedigd door de man die in dat jaar de voorzitter van de CH-fractie was, de heer Mellema. Men kent de reden. Deze bekwame politicus is het vergaan zoals zovelen: veel praten, delibereren, confereren, dineren, re cipiëren oververmoeid in die situatie een glas meer gedronken dan voor een vermoeid man wenselijk was een auto-ongeluk met alle nasleep van dien. Glaasje op, laat je rijden het had ook voor de heer Mellema moeten gelden, we weten het. Maar de fout moet ook gezocht worden bij een samenleving die dikwijls veel en veel te veel van een mens vergt. Die omstandigheden schept die niet tot het normale leven behoren. En juist de mensen die onder die niet-norma- le omstandigheden leven moeten, worden nog harder veroordeeld, omdat ze boven de middelmaat uitsteken. En dat lijkt ons onjuist. DE DREIGENDE MELKPLAS T?r is iets mis met de melk- en zuivelprijs, dat is nu wel tot iedereen doorgedron gen. Langdurig en diepgaand is er over ge sproken door de landbouwers in en rond Epe (en zij waren niet de enigen!) en het telegram dat zij als gevolg daarvan stuurden aan landbouw-minister Lardinois kon uit iedere plaats in Nederland verstuurd zijn. Ook in de Tweede Kamer hebben deze week allerlei landbouwspecialisten er het hunne van gezegd en allerlei maatregelen aange prezen om de zaak weer in het reine te brengen. En de huisvrouwen weten dat zij meer moeten betalen voor hun melk en dat die melk iets vetter zal worden maar dat is voor de meesten geen punt! Dit alles echter is nog maar het voorspel van wat nog komen moet: straks, op 27 mei, als de ministers van landbouw van de Euro pese Economische Gemeenschap in Brussel bijeen zullen komen. Ze zullen worden op gewacht door boeren uit alle delen van de EEG dat staat al wel vast en de leuzen die deze met zich mee zullen dragen zullen wel niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. Waarbij de ministers deze schrale troost hebben dat zij zonder twijfel de boeren in uithoudingsvermogen zullen overtreffen. Want het gaat een langdurige vergadering worden, een van die beruchte marathon zittingen waarom de EEG bekend is gewor den en waardoor zij sterk is geworden. Er moet namelijk een oplossing uit de bus komen, hoe dan ook en welke dan ook. Pre sident De Gaulle heeft gedreigd dat hij met de hele samenwerking stopt als deze land bouwproblematiek niet in het reine komt en voor deze ene keer kan men de Franse generaal niet helemaal ongelijk geven. Wat ls er nu eigenlijk mis met die melk prijs? Het is een verhaal dat zich niet ge makkelijk laat vertellen, omdat de mate rie zo ingewikkeld is. Men moet er voor te ruggaan naar de eerste jaren na de twee de wereldoorlog, want in die jaren is men begonnen een systeem op te bouwen dat de boeren een redelijk en vooral een niet al te zeer schommelend inkomen zou ga randeren de oorlog had de mensheid na melijk wel geleerd hoe onmisbaar een goe de boerenstand is We zullen u niet ver moeien met de finesses van dat systeem noch met alle wisselingen die het in de loop der jaren heeft ondergaan, want al die termen van richtprijzen, verrekenprijzen, marktprij zen enz. zijn even ondoorzichtig als de toe slagen, subsidies en al dat andere meer waar mee men tot dusverre het goede doel heeft willen bereiken en ook inderdaad bereikt heeft: een behoorlijk bestaan voor de boer. Iemand heeft het allemaal gekarakteriseerd als een systeem van „evenwichtsoefeningen op de zuivelmarkt" en het is een juiste be naming. Maar het evenwicht was er tot dus verre! Eén ding moet u bij dit alles wel in het oog houden: de samenhang tussen al die van melk afkomstige produkten. Het gaat niet alleen over melk maar ook over kaas en over roomboter en magere melk poeder, want dit laatste is weer onlosma kelijk aan de roomboter verbonden. Als men het heeft over de melkplas dan heeft men het ook over al deze zuivelprodukten en al deze produkten samen moet men in het oog houden als men praat over het inko men van de weideboeren. Toen in de naoorlogse jaren zes Europe se landen tot het besluit kwamen zich aan een te sluiten tot een Europese Economi sche Gemeenschap kwam uiteraard ook de landbouw op de proppen, want een EEG, een gezamenlijke economie is niet denk baar zonder ook een gemeenschappelijk landbouwbeleid. Die harmonisatie bleek he lemaal geen eenvoudige zaak, want ieder land had zo zijn eigen systeem opgebouwd om zijn landbouw krachtig te houden. Veel meer nog immers dan in de industriële sector spelen in de landbouw factoren mee die men in de hand heeft Italië heeft een ander klimaat dan bijvoorbeeld Neder land en alleen al daarom lopen de Italiaanse en Nederlandse belangen lang niet parallel. De natuur heeft in de landbouw ieder land zijn sterke en zijn zwakke zij den meegegeven en dat alles met el kaar in overeenstemming te brengen is geen gemakkelijke opgaaf. Onder de energieke en zeer deskundige lei ding van de Nederlander Mansholt is men desondanks al een heel eind op de goede weg gevorderd. Er zijn herhaaldelijk marathon zittingen aan te pas gekomen maar voor be langrijke produkten als graan en suiker is men toch tot een gemeenschappelijke rege ling kunnen komen. En dit jaar was dan de melk aan de beurt, het moeilijkste produkt van alle. Op 1 april 1968 zou het gaan gebeu ren: een en dezelfde richtprijs zou voor alle Europese boeren gaan gelden. Lang tevoren al was de hoogte van die richtprijs bepaald: f 35,30 per 100 kg melk. Geen slechte prijs voor de boer, helemaal geen slechte prijs! En in verschillende landen, Duitsland en Frankrijk maar ook in ons land, zag men er wel wat in. Men ging het aantal koeien op voeren om straks van die prijs te kunnen pro fiteren. Meer vee betekent immers meer melk mét daarnaast de mogelijkheid te kun nen rationaliseren, een melkmachine bij voorbeeld rendabel te kunnen maken. En als men de kosten kan drukken terwijl het produkt dat men produceert een gegaran deerde prijs heeft die niet slecht is dan is er winst te maken. En zo is dan de melkplas in de laatste ja ren aanzienlijk toegenomen waarbij het gunstige weer van de afgelopen zomer en winter ook nog een rol heeft gespeeld. En voor die grote melkplas had de EEG dan per 1 april moeten gaan betalen er was im mers een richtprijs van ruim 35 et. en het verschil tussen richtprijs en gemaakte marktprijs moest uit het EEG-landbouwfonds komen. Men ging aan het rekenen en men kwam tot de ontstellende ontdekking dat dit alles bij elkaar zo rond de drie miljard gul den zou gaan kosten. Dat was het moment waarop de ministers van financiën zeiden: „Dat nooit!" Gevolg: op 1 april j.l. was er géén Europese melkgemeenschap. En toen stortte het hele zuivelsysteem in elkaar! Goede vrijdag viel dit jaar op 12 april in de landbouwhistorie zal deze vrijdag ge boekt staan als de „zwarte vrijdag". Op die dag kelderden op de belangrijke Leeuwar dense zuivelmarkt de noteringen met dubbel tjes tegelijk. Kaas bleek nauwelijks meer te verkopen, want de pakhuizen puilden uit van de 30 miljoen kilogram die er in lag opgesla gen. Met de boter leek het beter. Weliswaar bevatten de Europese koelhuizen ook hier van miljoenen kilogrammen maar in Brussel betaalde men tenminste voor boter een ga rantie-prijs uit. Erchter... niet voor de mage re melkpoeder, een produkt dat nu eenmaal bij boter hoort. In het Nederlandse systeem was ook deze melkpoeder tot dusverre gega randeerd afzetbaar, maar de Europese Com missie in Brussel had dit niet overgenomen. Gevolg: voor de boter maakte men wel een normale prijs maar niet meer voor de poe der, het bijprodukt. Dat was zo bij ons maar het was ook bijvoorbeeld in Duiitsland zo. En de Duitsers wisten er wel raad mee toen ze de debêcle zagen aankomen: ze brachten miljoenen kilo's melkpoeder ver beneden de kostprijs op de Nederlandse markt en maak ten het zo voor de Nederlandse boer nog moeilijker. Want hij betaalde het gelag: voor zijn kilogram melk (en alles dus wat daarbij hoort) kreeg hij in die donkere april dagen niet veel meer dan 25 ets precies een dubbeltje minder dan hem in het vooruit zicht was gesteld. En dat dubbeltje minder betekende (en betekent nu nog) een verlies aan inkomen voor de boer van zo'n 3000 tot 5000 gulden. Er is sindsdien het een en ander verbe terd dat wel. Allereerst sloot de Neder landse regering de grens voor de Duitse melkpoeder dat gaf enige verlichting. Bo vendien kocht men melkpoeder en andere pro dukten op tot een bedrag van 20 miljoen gul den. Dat geld was geen officiële regerings subsidie de EEG-overeenkomst laat dat niet toe. Men speelde het zo dat de minister voor ontwikkelingshulp dit bedrag op tafel legde om er produkten voor te kopen voor hongerende landen. Met één geld diende men twee goede doelen! Door dit alles ls de prijs weer enigermate opgetrokken maar het zijn en blijven lapmiddelen. Het wachten is op de EEG-ministers die tot een beslissing zullen moeten komen. Wat kunnen de ministers doen? Eigenlijk maar één ding: de melkstroom indammen want drie miljard gulden op tafel leggen voor overproduktie, voor in feite onverkoopbare ar tikelen, is niet alleen bij de ministers van fi nanciën geen haalbare kaart, maar zou ook de hele EEG-economie een slechte dienst be wijzen. Maar als men de vraag stelt hóe die produktiestroom moet worden ingedamd, dan beginnen pas de moeilijkheden. Duitsland heeft daarover bepaalde gedachten gelan ceerd, die op wat langere termijn soelaas zouden moeten geven: de produktie vermin deren door het aantal koeien met vijf procent te verminderen. „Het helpt niets!" zeggen de Nederlanders. Immers, een veestapel bestaat uit jongere, nog niet zo veel gevende dieren en uit koeien met een rijke gift. Dwingt men de boer zijn hoeveelheid vee met vijf procent te verminderen dan gaan allereerst die jon ge dieren er uit en zal hij ir naar streven uit de resterende 95 pet. precies dezelfde hoe veelheid melk te halen die hij vroeger ook had. Het gaat immers om zijn inkomen! Nederland heeft dan ook een ander idee: de richtprijs met een paar cent te verlagen zodat de grote aantrekkingskracht van het veebezlt weer verdwijnt. Het bevindt zich daarbij in het goede gezelschap van dr. Mansholt die al lang geleden waarschuwde tegen die prijs van f 35,30. Nederland kan dat gemakkelijk zeggen, omdat het vrij ze ker is dat onze boeren in normale omstan digheden toch wel een prijs kunnen maken die nog boven die richtprijs ligt. De Ne derlandse organisatie is van dien aard dat alleen al daardoor een of twee centen goed koper geproduceerd kan worden dan in het buitenland. Maar vrijwel overal elders in Europa wordt deze Nederlandse suggestie heftig be streden. Ook op de berghellingen van Duits land, Frankrijk, Italië grazen koeien en die melk moet tenminste 35 ets opbrengen wil de produktie ook maar enigermate lonend zijn. En daarom staan de ministers van die lan den op die eenmaal gemaakte afspraak. Wel iswaar klopt het niet met de geest van het verdrag van Rome, want in deze grondwet van de EEG wordt terecht uitgegaan van de stelling dat elk produkt daar moet worden ge produceerd waar de omstandigheden daar voor het meest geschikt zijn. Het geldt voor de industrie, juist in de landbouw zou het in dubbele mate moeten gelden. Maar... ieder land is nu eenmaal zuinig op zijn land bouw! Daarom zal het in Brussel een hard ge vecht worden, waarvan de uitkomst nog niet te voorspellen is. Ieder land vecht voor zijn boeren en dat is een redelijke zaak. Maar men zal moeten geven en nemen. Waarbij Nederland ditmaal sterk staat want Neder landse minister mag zonder overdrijving zeg gen dat zijn land het land van de melk is. Het is inderdaad een wonderlijk ver schijnsel waarmee de wereld gecon fronteerd wordt: we praten steeds meer over vrede, over pacifisme en alles wat dies meer zij maar in feite worden we steeds agressiever. Allerlei instanties, de politie niet in de laatste plaats, hebben er hun handen vol aan, maar ook de arts heeft er mee te maken. Immers, elke arts heeft de plicht zijn patiënt te zien als totaliteit te midden van het geheel of anders gezegd: in communicatie met zijn omgeving. Naar mate de maatschappij gecompliceerder wordt (arbeidsvoorwaarden, vrijetijdsbeste ding, verkeersdichtheid, woningnood en ga zo maar door) gaat deze communicatie een grotere rol spelen. Daarmee heeft de huis arts en in sterkere mate nog de bedrijfsarts te maken hoeveel te meer geldt het dan voor hen die belast zijn met en de verant woordelijkheid dragen voor de (preventie ve) gezondheidszorg van de soldaat. Zij hebben te maken met ettelijke tienduizen den (bijna) volwassenen, van wie de over grote meerderheid, de dienstplichtigen, in een min of meer gedwongen gemeenschap zijn samengebracht. En deze gemeenschap heeft dan nog als bijzonder belangwekkend aspect dat het gros der dienstplichtigen hierin een taak vervult, die veelal sterk af wijkt van het door betrokkenen gekozen burgerberoep. Dit ter inleiding en dan nu ter zake. Toen na de capitulatie op 5 mei 1945 in West-Europa en op 15 augustus 1945 in Azië de onderduikers weer bovengronds kwamen en de illegaliteit tot de ontdek king kwam, dat ze werkloos was, wreven ze zich van verbazing de ogen uit:, overal om zich heen konden zij waarnemen, dat de miljoenen overigen die de ramp hadden overleefd, geen steek veranderd waren. Noch hun dagelijks programma, noch hun idem ritueel en wat waarschijnlijk wel het belangrijkste was, noch hun vooroordelen waren gewijzigd. Om met Van Hoesel te spreken: zij waren kleindenkers en zij ble ven het Nog iets kon de opmerker niet verbor gen blijven: het einde van de tweede we reldoorlog bracht geen vrede. Korea, de luchtbrug naar Berlijn. Hongarije, Kongo, Tibet en Viëtnam zijn wel de meest spre kende voorbeelden om aan te tonen, dat het doel van de tweede wereldoorlog: de vrij heid der volkeren, niet is bereikt. Ook de landen die kort voor of in de tweede wereldoorlog al hun vrijheid had den verloren (zoals Estland. Letland en Li- tauen) waren er niet beter aan toe. Enerzijds veroorzaakte dit burgeroorlo gen, anderzijds en dan voornamelijk in die landen, die er niet rechtstreeks bij be trokken waren meetings, happenings, de monstraties en last but not least, protest optochten. Hierbij deed zich een v r de tweede we reldoorlog veel minder op de voorgrond tredend verschijnsel voor: de meetings, enz. waren besmettelijk met een incubatie tijd, die in uren kon worden gemeten. Het eerst kwam dit tot uiting bij de pro vo's, Halbstarken of hoe ze ook meer moch ten heten. Ongetwijfeld werd deze snelle besmetting veroorzaakt door de moderne communicatie. Pers, radio en niet te ver geten de televisie hebben een grote nieuws honger. Alles wat van de norm afwijkt is nieuws en dit gegeven gecombineerd met de steeds snellere verbindingen per trein, beeldtelegrafie (en dit alles dan nog eens steeds meer volmaakt dank zij communi catiesatellieten en wat er nog meer zal ko men aan communicatiemogelijkheden) ma ken het langzamerhand mogelijk dat alle nieuws vrijwel op hetzelfde ogenblik in de gehele (westelijke) wereld op het beeld scherm verschijnt. In dat kader van nieuws spelen sensaties en dus ook relletjes een grote rol waarom het te ontkennen? Als een bevestiging op het hierbovengestelde dit voorbeeld: de rassenonlusten ontstaan na de moord op dominee Martin Luther King waren nog maar nauwelijks begonnen of ze waren te zien op het eerste televisie journaal. En nauwelijks 24 uur later was een Nederlands tv-team in Washington en Memphis bezig met eigen verslagen. Dit alles veroorzaakt in grote mate een gevoel van er bij (betrokken) zijn. Dit geldt in het algemeen voor het televisiebeeld vooral bij journaal en documentaire ech ter met zijn sterke impressie van het er bij-zijn, het meebeleven, zijn alle voor waarden tot een impulsief, primair reage ren optimaal aanwezig. Maar niet alleen is het televisiebeeld indringend er is nog iets: het is een zeer subjectief gekleurde, fragmentarische ver beelding van een gebeuren waarvan men vaak slechts de meest sensationele, schril le beelden te zien krijgt en dan nog in een dergelijk snelle opvolging dat een redelijke analyse vrijwel onmogelijk wordt. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats voor het journaal maar hetzelfde zien we bijvoor beeld in documentaires betreffende de ont wikkelingshulp. Maar al te vaak wordt de televisiekijker geconfronteerd met alle mo gelijke ellende, variërend van eengezins- krotten via uitgehongerde inheemsen tot allerlei chronisch zieken. Zelden of nooit wordt in dergelijke documentaires ook maar één beeld gewijd aan de, dank zjj b(j voor beeld olieconcessies, vaak fabelachtig rij ke heersers die zeker in staat zouden zijn een deel van de nood in eigen land te leni gen als hun kapitaal geïnvesteerd werd in welvaart brengende ondernemingen. Ook dan zien we een primair reageren men denke aan acties als „Het Dorp", „Kom over de brug" en dergelijke en voor wat eerstgenoemde actie betreft ook aan het alom beluisterde enthousiasme voor Mies Bouwman! We hebben hierboven al eens de term „primair reageren" gebruikt. Hieronder pleegt men te verstaan een reactie zonder overwegen van bijkomende omstandighe den. Met andere woorden: men reageert zonder (veel) nadenken op een geconsta teerd/geobserveerd feit. Eis is verder dat het feit als zodanig emotionerend werkt. Is dat niet het geval, dan kan men beter spreken van onnadenkend reageren. Het is duidelijk, dat emotioneel reageren zowel in positieve (zie boven) als in negatieve zin kan plaats vinden. Opnieuw kunnen we hier mevrouw M. Timp-Bouwman als voor beeld aanhalen: nauwelijks werkte zij mee aan „Zo is het toevallig ook nog eens een keer" of haar „image" klapte 180 graden om en zij werd voor een bepaald kijkers publiek een dermate abjecte figuur, dat deze lieden zich genoodzaakt voelden, haar dit op de meest gore manier duidelijk te maken. Daarbij bleef het niet bij scheld brieven, telefoontjes en schelden en naroe pen van haar kinderen, maar zelfs ging iemand zover haar een taartendoos met faecaliën thuis te bezorgen. Dit nu is een duidelijk voorbeeld van hetgeen wij bedoel den, toen wij in de kop stelden, dat wij steeds agressiever worden. De democratie geeft ieder het recht op zijn mening, maar hier hebben we te doen met het soort lie den, dat vóór de democratie is, als die dan maar hun mening naar voren brengt. Piet Nak had analoge ervaringen. Nak is Den fanatiek pacifist. Fanatici zijn per defi nitie eenzijdig. Maar is het vredespleidooi van Nak daarom een reden hem en zijn vrouw te bedelven onder een lading ano nieme scheldbrieven, met o.a. „hadden de Duitsers die vent van jou in de oorlog maar .•ermoord!" Het primaire reageren beperkt zich niet tot reacties op TV-beelden: in het weekblad De Spiegel nr. 45 van 1967 ver scheen een reportage over de rassenonlus ten in Watts (wijk van Los Angeles). De Nederlander J. A. Venderbent aldaar wond zich over deze reportage zo op, dat hij de redactie een brief schreef, waaruit hier een citaat: „Dat er in de negerwijk Watts armoe de heerst en werkloosheid is waar. Maar de hoofdoorzaak is dat de negers te lui zijn om te werken. Drie hoedanigheden hebben ze waar ze in uitblinken: LIE GEN, STELEN en DRINKEN. Hun grote leider is Martin Luther King, die oproer- kraaier die nu ten koste van zijn zwar te broeders miljonair is. En dan de nodige Joden die als leiders optreden. Dat is een van de grootste troubles in Amerika: het kapitaal heeft de macht in handen en dat zijn de Joden. Ik ben geen jodenhater en geen negerhater, maar de waarheid moet gehoord worden. Ook de kerken met name de United Presby terian Church heeft zich in de neger- politiek geworpen met gevolg dat ze 30.000 lidmaten verloren hebben in Cali- fornië. Ook ik heb deze kerk verlaten om deze kwestie". Commentaar overbodig. Hoewel... hier is natuurlijk geen sprake van primair reageren in de eerder door ons bedoelde zin. Uit dit citaat spreekt eer der angst van J. A. V. om overtuigd te worden van het feit, dat zijn zienswijze misschien wel niet juist zou kunnen zijn. Op die onderbewuste angst reageert hij primair. Angst is vaak een aanleiding tot primaire reacties. Zelfs in de dierenwereld zien we dat beeld en de uitdrukking „angst- bijter" is daarvan afkomstig! Er zijn ve- e voorbeelden. Nog één: een Amerikaanse rechter. Lion Bazile strafte in 1959 R. Lo ving en zijn bruid Mildred Jeter Loving met gevangenisstraf, want zij was niet blank. Een lezer van de rubriek „mijn We reld" zond het desbetreffende citaat uit Ti me aan de rubriekschrijver Leo Uittenbo- gaard met het commentaar: „Voor zo'n rechter heb ik respect. Hij begrijpt de schepping en de uitverkoren positie van de blanke daarin!" Zo lang er lieden zijn die zó denken, zul len we praten over pacifisme, zullen we lie den die er anders over denken uit naam van het pacifisme aframmelen of erger, en steeds agressiever worden. Als we zelf niet veranderen is praten over pacifisme struis vogelpolitiek. Is er kans op die verande ring? Het spijt ons. maar we zijn op dit jebied uiterst pessimistisch. Steeds meer en steeds sneller worden we betrokken bij het wereldgebeuren en steeds indringender worden de publiciteitsmedia, die wij vi cieuze cirkel ermee belasten ons betrok ken-zijn bij dit wereldgebeuren te verbete ren (sic!), te intensiveren. Steeds minder vordt het aantal (dorps)gemeenschappen, waar men in de gemeenschap de vervul ing vindt van de dagelijkse zowel als de le vensbehoeften. Men kan dit dagelijks ob serverenzelfs de meest geïsoleerde ge meenschap vindt in het meest conservatie ve dagblad de essentie van het dagelijks gebeuren weerspiegeld. En naarmate wij meer betrokken worden bij dat dagelijks (wereld)gebeuren, komen wij allemaal on willekeurig steeds meer in contact met problemen, die evenzovele spanningsbron nen zijn. Wij denken aan het verschil in Deloning tussen land- en fabrieksarbeider, het verschil in melkprijs tussen de boer uit A en de boer uit B (prijsvaststelling van overheidswege doet aan dit alles natuur lijk niets af, daar A of B of C daar mis schien meer voor- of nadeel van heeft dan X, IJ of Z). Met andere woorden: het meer betrok ken zijn geeft (kans op) meer spanningen. De spanningen uiten zich veelal in aggressi- yiteit. Vandaar ons pessimisme. Is de zaak dus helemaal hopeloos? Zo ver wilien wij zeker niet gaan. Juist in de krijgsmacht blijkt duidelijk, dat ook het gros der jongeren nog voldoende remmin gen heeft, respectievelijk kans ziet zich te beheersen, ook als leiders in de agressivi teit proberen te provoceren. Hierbij speelt ongetwijfeld een aantal factoren een rol: De man weet dat hij gestraft kan worden; de meesten zijn zich bewust dat dienst plicht een noodzakelijk kwaad is. nodig zo lang algehele en algemene ontwapening nog geen feit is; de „leiders" zijn vaak helemaal geen leiders in agressiviteit, naar kinderachtige belhamels, die pro- Deren de zaak op stelten te zetten; en ast, but not least: de man is bekend! De geneeskunde, met name de psychia trie heeft al geruime tijd een methode „in gebruik", die bij de hier bedoelde agressi viteit een zeer gunstige uitwerking blijkt te hebben, ni. de geleide groepsdiscussie. Daarbij wordt onder een goed gekozen lei der (dit is essentieel) een bepaald onder werp bij de kop gepakt. Dank zij de lei der is iedereen!! in staat zijn mening naar voren te brengen en dank zij hem zijn de anderen wat nog belangrijker is ge dwongen naar die „andere" mening te luis teren. Dit dwingt tot argumentatie van eigen mening, want kreten als „geklets" en dergelijke accepteert de leider natuur lijk niet. Dezelfde soort van groepsdiscus sie wordt gebruikt in het Studie Centrum voor Militair Leiderschap en ook daar vol doet het systeem uitstekend. De cursisten leren er dus steekhoudend argumenteren. De methode heeft één in het oog springend nadeel: zij kost bijzonder veel tijd. Zij zou anders met veel nut bruikbaar zijn voor leerlingen van b.v. 15 jaar en ouder en zou er o.i. toe kunnen leiden, dat het ongear- gumenteerde „wegschreeuwen" van de te genstander zou verminderen. Hierboven stelden we als een van de ar gumenten voor de „rust" bij de krijgs macht: „De man is bekend". De agressi viteit wordt nJ. ongetwijfeld gestimuleerd door de „moed der anonimiteit" (is laf heid!). Er zouden naar onze overtuiging heel wat minder agressieve demonstraties zijn, als de demonstranten wisten, dat de politie in voorkomend geval in de water kanonnen water met kleurstof of (b.v.) stroop in voorraad heeft, waardoor de deel nemers onmiddellijk herkenbaar zijn. Mis schien is deze suggestie een overweging waard!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 10