DEZE WEEK: nader beschouwd
HET FRANKRIJK VAN DE GAULLE
ACHTER DE GROENE TAFEL
NIET OP TWEE STOELEN
TE VEEL EISENDE SAMENLEVING
We praten over vrede en pacifisme
maar we. worden steeds agressiever
Rol van de EEG
Dreigende chaos
En wat mi
Besmettelijk
Primair reageren
door
M. B BLOCH
kolonel-arts
Groepsdiscussie
Gekleurd
Na zich tien jaar onder het bewind van generaal Charles De Gaulle rustig te
hebben gehouden, lijkt het alsof het Franse volk nodig weer eens uit de band
moet springen. De toestanden van nu zijn tenminste in vele opzichten te vergelij
ken met die uit de jaren vijftig, toen het land door de Algerijnse kwestie ten
onder leek te gaan. Men hoeft zich daarover niet al te zeer ongerust te maken.
De periode-De Gaulle heeft Frankrijk ontegenzeggelijk goed gedaan, maar het
was allemaal een beetje on-Frans, te rustig, te gedisciplineerd. En wel heel erg
nationalistisch en op „La France" afgestemd. Als daarin verandering komt zal
niemand daarom treuren. Want er woont in Frankrijk gezond verstand genoeg om
te voorkomen dat het land aan de anarchie ten prooi valt.
Deze week gebeurde wat nooit eerder is voorgekomen: in de Tweede Kamer zat
achter de regeringstafel een lid van de Staatkundig Gereformeerde Partij, ir. H. van
Rossum. Hij verdedigde namelijk een door hemzelf ingediend wetsontwerp, waarin
de toevoer van vers water wordt geregeld. Geen schokkend wetsontwerp misschien
(ook al hechten veel tuinders er grote waarde aan), maar het tekent wel de
bekwaamheid en het doorzettingsvermogen van deze geachte afgevaardigde.
Ir. Van Rossum is pas een goed jaar lid van de Tweede Kamer en hij onder
scheidt zich in sammige opzichten van zijn fractiegenoten. Niet alleen omdat hij
scheidt zich in sommige opzichten van zijn fractiegenoten. Niet alleen omdat hij
geen predikant is die immers al sinds jaren de meerderheid in deze driemans
fractie uitmaken maar ook door zijn manier van optreden. Hij is voormalig
irrigatiedeskundige van landbouw, heeft zo ongeveer de hele wereld doorgereisd,
hij praat gemakkelijk en weet ook gemakkelijk mensen voor zich te winnen.
Met de behandeling van zijn wetsontwerp had hij trouwens niet veel moeite.
Politiek kwam er niet aan te pas en de problemen die hem werden voorgelegd
behandelde hij met grote deskundigheid. Aan het slot merkte de liberaal R. Zege-
ring-Hadders dan ook op, dat hier sprake was van een goed beleid waaraan alle
Kamerleden een voorbeeld konden nemen.
Tijdens het melkprijsdebat in de Tweede Kamer heeft het socialistische fractie
lid Van der Ploeg het de minister van Landbouw nodeloos moeilijk gemaakt. De
heer Van der Ploeg legde onder meer verband tussen de verhoging van de consu
mentenprijs voor melk met 2 ets. per liter en de verhoging van het vetgehalte, een
maatregel die een maand later ingaat. Terwijl hij wist dat dit verband er niet is:
de verhoging van de straatprijs van melk heeft te maken met de toegenomen
kosten van fabriek en slijter, is dus zuiver het gevolg van een doorberekening van
kosten. De heer Van der Ploeg wist dit omdat hij lid is van het Landbouwschap
en als zodanig precies op de hoogte is van de wijze waarop ieder jaar de melkprijs
tot stand komt. Waarom hij dan toch vroeg naar de bekende weg? Waarschijnlijk
omdat hem dit politiek goed uitkwam.
Het zou goed zijn als een dergelijke gang van zaken in de toekomst onmogelijk
werd gemaakt: het is niet juist dat iemand, op de ene stoel zittend, beoordeelt
dan wel kritiseert wat hij, op een andere stoel gezeten, zelf tot stand heeft
gebracht. De vakbewegingen zijn al zo wijs geworden dat zij haar topfunctiona
rissen niet meer beschikbaar stellen voor het parlement het is immers onmogelijk
tegelijk een belangengroep te leiden en in een andere functie de rechtmatigheid van
de verlangens van die groep te beoordelen. Het zou goed zijn als ook andere maat
schappelijke groeperingen dat voorbeeld volgden. Van volksvertegenwoordigers
mag men immers vragen dat zij het algemeen belang dienen, los van groeps
belangen.
De Christelijk-Historische Unie houdt haar jaarlijkse vergadering, maar het
politieke beleid zoals dat in het afgelopen jaar in het parlement is gevoerd, zal
niet kunnen worden verdedigd door de man die in dat jaar de voorzitter van de
CH-fractie was, de heer Mellema. Men kent de reden. Deze bekwame politicus
is het vergaan zoals zovelen: veel praten, delibereren, confereren, dineren, re
cipiëren oververmoeid in die situatie een glas meer gedronken dan voor een
vermoeid man wenselijk was een auto-ongeluk met alle nasleep van dien.
Glaasje op, laat je rijden het had ook voor de heer Mellema moeten gelden,
we weten het. Maar de fout moet ook gezocht worden bij een samenleving die
dikwijls veel en veel te veel van een mens vergt. Die omstandigheden schept die
niet tot het normale leven behoren. En juist de mensen die onder die niet-norma-
le omstandigheden leven moeten, worden nog harder veroordeeld, omdat ze
boven de middelmaat uitsteken. En dat lijkt ons onjuist.
DE DREIGENDE MELKPLAS
T?r is iets mis met de melk- en zuivelprijs,
dat is nu wel tot iedereen doorgedron
gen. Langdurig en diepgaand is er over ge
sproken door de landbouwers in en rond
Epe (en zij waren niet de enigen!) en het
telegram dat zij als gevolg daarvan stuurden
aan landbouw-minister Lardinois kon uit
iedere plaats in Nederland verstuurd zijn.
Ook in de Tweede Kamer hebben deze week
allerlei landbouwspecialisten er het hunne
van gezegd en allerlei maatregelen aange
prezen om de zaak weer in het reine te
brengen. En de huisvrouwen weten dat zij
meer moeten betalen voor hun melk en dat
die melk iets vetter zal worden maar dat
is voor de meesten geen punt!
Dit alles echter is nog maar het voorspel
van wat nog komen moet: straks, op 27 mei,
als de ministers van landbouw van de Euro
pese Economische Gemeenschap in Brussel
bijeen zullen komen. Ze zullen worden op
gewacht door boeren uit alle delen van de
EEG dat staat al wel vast en de leuzen
die deze met zich mee zullen dragen zullen
wel niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn.
Waarbij de ministers deze schrale troost
hebben dat zij zonder twijfel de boeren in
uithoudingsvermogen zullen overtreffen.
Want het gaat een langdurige vergadering
worden, een van die beruchte marathon
zittingen waarom de EEG bekend is gewor
den en waardoor zij sterk is geworden.
Er moet namelijk een oplossing uit de bus
komen, hoe dan ook en welke dan ook. Pre
sident De Gaulle heeft gedreigd dat hij met
de hele samenwerking stopt als deze land
bouwproblematiek niet in het reine komt
en voor deze ene keer kan men de Franse
generaal niet helemaal ongelijk geven.
Wat ls er nu eigenlijk mis met die melk
prijs? Het is een verhaal dat zich niet ge
makkelijk laat vertellen, omdat de mate
rie zo ingewikkeld is. Men moet er voor te
ruggaan naar de eerste jaren na de twee
de wereldoorlog, want in die jaren is men
begonnen een systeem op te bouwen dat
de boeren een redelijk en vooral een niet
al te zeer schommelend inkomen zou ga
randeren de oorlog had de mensheid na
melijk wel geleerd hoe onmisbaar een goe
de boerenstand is We zullen u niet ver
moeien met de finesses van dat systeem
noch met alle wisselingen die het in de loop
der jaren heeft ondergaan, want al die termen
van richtprijzen, verrekenprijzen, marktprij
zen enz. zijn even ondoorzichtig als de toe
slagen, subsidies en al dat andere meer waar
mee men tot dusverre het goede doel heeft
willen bereiken en ook inderdaad bereikt
heeft: een behoorlijk bestaan voor de boer.
Iemand heeft het allemaal gekarakteriseerd
als een systeem van „evenwichtsoefeningen
op de zuivelmarkt" en het is een juiste be
naming. Maar het evenwicht was er tot dus
verre! Eén ding moet u bij dit alles wel in
het oog houden: de samenhang tussen al
die van melk afkomstige produkten. Het
gaat niet alleen over melk maar ook over
kaas en over roomboter en magere melk
poeder, want dit laatste is weer onlosma
kelijk aan de roomboter verbonden. Als
men het heeft over de melkplas dan heeft
men het ook over al deze zuivelprodukten
en al deze produkten samen moet men in
het oog houden als men praat over het inko
men van de weideboeren.
Toen in de naoorlogse jaren zes Europe
se landen tot het besluit kwamen zich aan
een te sluiten tot een Europese Economi
sche Gemeenschap kwam uiteraard ook de
landbouw op de proppen, want een EEG,
een gezamenlijke economie is niet denk
baar zonder ook een gemeenschappelijk
landbouwbeleid. Die harmonisatie bleek he
lemaal geen eenvoudige zaak, want ieder
land had zo zijn eigen systeem opgebouwd
om zijn landbouw krachtig te houden. Veel
meer nog immers dan in de industriële
sector spelen in de landbouw factoren mee
die men in de hand heeft Italië heeft een
ander klimaat dan bijvoorbeeld Neder
land en alleen al daarom lopen de
Italiaanse en Nederlandse belangen lang niet
parallel. De natuur heeft in de landbouw
ieder land zijn sterke en zijn zwakke zij
den meegegeven en dat alles met el
kaar in overeenstemming te brengen is
geen gemakkelijke opgaaf.
Onder de energieke en zeer deskundige lei
ding van de Nederlander Mansholt is men
desondanks al een heel eind op de goede weg
gevorderd. Er zijn herhaaldelijk marathon
zittingen aan te pas gekomen maar voor be
langrijke produkten als graan en suiker is
men toch tot een gemeenschappelijke rege
ling kunnen komen. En dit jaar was dan de
melk aan de beurt, het moeilijkste produkt
van alle. Op 1 april 1968 zou het gaan gebeu
ren: een en dezelfde richtprijs zou voor alle
Europese boeren gaan gelden. Lang tevoren
al was de hoogte van die richtprijs bepaald:
f 35,30 per 100 kg melk. Geen slechte prijs
voor de boer, helemaal geen slechte prijs!
En in verschillende landen, Duitsland en
Frankrijk maar ook in ons land, zag men er
wel wat in. Men ging het aantal koeien op
voeren om straks van die prijs te kunnen pro
fiteren. Meer vee betekent immers meer
melk mét daarnaast de mogelijkheid te kun
nen rationaliseren, een melkmachine bij
voorbeeld rendabel te kunnen maken. En
als men de kosten kan drukken terwijl het
produkt dat men produceert een gegaran
deerde prijs heeft die niet slecht is dan is
er winst te maken.
En zo is dan de melkplas in de laatste ja
ren aanzienlijk toegenomen waarbij het
gunstige weer van de afgelopen zomer en
winter ook nog een rol heeft gespeeld. En
voor die grote melkplas had de EEG dan per
1 april moeten gaan betalen er was im
mers een richtprijs van ruim 35 et. en het
verschil tussen richtprijs en gemaakte
marktprijs moest uit het EEG-landbouwfonds
komen. Men ging aan het rekenen en men
kwam tot de ontstellende ontdekking dat dit
alles bij elkaar zo rond de drie miljard gul
den zou gaan kosten. Dat was het moment
waarop de ministers van financiën zeiden:
„Dat nooit!" Gevolg: op 1 april j.l. was er
géén Europese melkgemeenschap. En toen
stortte het hele zuivelsysteem in elkaar!
Goede vrijdag viel dit jaar op 12 april
in de landbouwhistorie zal deze vrijdag ge
boekt staan als de „zwarte vrijdag". Op die
dag kelderden op de belangrijke Leeuwar
dense zuivelmarkt de noteringen met dubbel
tjes tegelijk. Kaas bleek nauwelijks meer te
verkopen, want de pakhuizen puilden uit van
de 30 miljoen kilogram die er in lag opgesla
gen. Met de boter leek het beter. Weliswaar
bevatten de Europese koelhuizen ook hier
van miljoenen kilogrammen maar in Brussel
betaalde men tenminste voor boter een ga
rantie-prijs uit. Erchter... niet voor de mage
re melkpoeder, een produkt dat nu eenmaal
bij boter hoort. In het Nederlandse systeem
was ook deze melkpoeder tot dusverre gega
randeerd afzetbaar, maar de Europese Com
missie in Brussel had dit niet overgenomen.
Gevolg: voor de boter maakte men wel een
normale prijs maar niet meer voor de poe
der, het bijprodukt. Dat was zo bij ons maar
het was ook bijvoorbeeld in Duiitsland zo. En
de Duitsers wisten er wel raad mee toen ze
de debêcle zagen aankomen: ze brachten
miljoenen kilo's melkpoeder ver beneden de
kostprijs op de Nederlandse markt en maak
ten het zo voor de Nederlandse boer nog
moeilijker. Want hij betaalde het gelag:
voor zijn kilogram melk (en alles dus wat
daarbij hoort) kreeg hij in die donkere april
dagen niet veel meer dan 25 ets precies
een dubbeltje minder dan hem in het vooruit
zicht was gesteld. En dat dubbeltje minder
betekende (en betekent nu nog) een verlies
aan inkomen voor de boer van zo'n 3000 tot
5000 gulden.
Er is sindsdien het een en ander verbe
terd dat wel. Allereerst sloot de Neder
landse regering de grens voor de Duitse
melkpoeder dat gaf enige verlichting. Bo
vendien kocht men melkpoeder en andere pro
dukten op tot een bedrag van 20 miljoen gul
den. Dat geld was geen officiële regerings
subsidie de EEG-overeenkomst laat dat
niet toe. Men speelde het zo dat de minister
voor ontwikkelingshulp dit bedrag op tafel
legde om er produkten voor te kopen voor
hongerende landen. Met één geld diende men
twee goede doelen! Door dit alles ls de prijs
weer enigermate opgetrokken maar het
zijn en blijven lapmiddelen. Het wachten is
op de EEG-ministers die tot een beslissing
zullen moeten komen.
Wat kunnen de ministers doen? Eigenlijk
maar één ding: de melkstroom indammen
want drie miljard gulden op tafel leggen voor
overproduktie, voor in feite onverkoopbare ar
tikelen, is niet alleen bij de ministers van fi
nanciën geen haalbare kaart, maar zou ook
de hele EEG-economie een slechte dienst be
wijzen. Maar als men de vraag stelt hóe die
produktiestroom moet worden ingedamd, dan
beginnen pas de moeilijkheden. Duitsland
heeft daarover bepaalde gedachten gelan
ceerd, die op wat langere termijn soelaas
zouden moeten geven: de produktie vermin
deren door het aantal koeien met vijf procent
te verminderen. „Het helpt niets!" zeggen de
Nederlanders. Immers, een veestapel bestaat
uit jongere, nog niet zo veel gevende dieren
en uit koeien met een rijke gift. Dwingt men
de boer zijn hoeveelheid vee met vijf procent
te verminderen dan gaan allereerst die jon
ge dieren er uit en zal hij ir naar streven
uit de resterende 95 pet. precies dezelfde hoe
veelheid melk te halen die hij vroeger ook
had. Het gaat immers om zijn inkomen!
Nederland heeft dan ook een ander idee:
de richtprijs met een paar cent te verlagen
zodat de grote aantrekkingskracht van het
veebezlt weer verdwijnt. Het bevindt zich
daarbij in het goede gezelschap van dr.
Mansholt die al lang geleden waarschuwde
tegen die prijs van f 35,30. Nederland kan
dat gemakkelijk zeggen, omdat het vrij ze
ker is dat onze boeren in normale omstan
digheden toch wel een prijs kunnen maken
die nog boven die richtprijs ligt. De Ne
derlandse organisatie is van dien aard dat
alleen al daardoor een of twee centen goed
koper geproduceerd kan worden dan in het
buitenland.
Maar vrijwel overal elders in Europa
wordt deze Nederlandse suggestie heftig be
streden. Ook op de berghellingen van Duits
land, Frankrijk, Italië grazen koeien en die
melk moet tenminste 35 ets opbrengen wil de
produktie ook maar enigermate lonend zijn.
En daarom staan de ministers van die lan
den op die eenmaal gemaakte afspraak. Wel
iswaar klopt het niet met de geest van het
verdrag van Rome, want in deze grondwet
van de EEG wordt terecht uitgegaan van de
stelling dat elk produkt daar moet worden ge
produceerd waar de omstandigheden daar
voor het meest geschikt zijn. Het geldt voor
de industrie, juist in de landbouw zou het
in dubbele mate moeten gelden. Maar... ieder
land is nu eenmaal zuinig op zijn land
bouw!
Daarom zal het in Brussel een hard ge
vecht worden, waarvan de uitkomst nog niet
te voorspellen is. Ieder land vecht voor zijn
boeren en dat is een redelijke zaak. Maar
men zal moeten geven en nemen. Waarbij
Nederland ditmaal sterk staat want Neder
landse minister mag zonder overdrijving zeg
gen dat zijn land het land van de melk is.
Het is inderdaad een wonderlijk ver
schijnsel waarmee de wereld gecon
fronteerd wordt: we praten steeds meer
over vrede, over pacifisme en alles wat dies
meer zij maar in feite worden we steeds
agressiever. Allerlei instanties, de politie
niet in de laatste plaats, hebben er hun
handen vol aan, maar ook de arts heeft er
mee te maken. Immers, elke arts heeft de
plicht zijn patiënt te zien als totaliteit te
midden van het geheel of anders gezegd: in
communicatie met zijn omgeving. Naar
mate de maatschappij gecompliceerder
wordt (arbeidsvoorwaarden, vrijetijdsbeste
ding, verkeersdichtheid, woningnood en ga
zo maar door) gaat deze communicatie een
grotere rol spelen. Daarmee heeft de huis
arts en in sterkere mate nog de bedrijfsarts
te maken hoeveel te meer geldt het dan
voor hen die belast zijn met en de verant
woordelijkheid dragen voor de (preventie
ve) gezondheidszorg van de soldaat. Zij
hebben te maken met ettelijke tienduizen
den (bijna) volwassenen, van wie de over
grote meerderheid, de dienstplichtigen, in
een min of meer gedwongen gemeenschap
zijn samengebracht. En deze gemeenschap
heeft dan nog als bijzonder belangwekkend
aspect dat het gros der dienstplichtigen
hierin een taak vervult, die veelal sterk af
wijkt van het door betrokkenen gekozen
burgerberoep. Dit ter inleiding en dan nu
ter zake.
Toen na de capitulatie op 5 mei 1945 in
West-Europa en op 15 augustus 1945 in
Azië de onderduikers weer bovengronds
kwamen en de illegaliteit tot de ontdek
king kwam, dat ze werkloos was, wreven
ze zich van verbazing de ogen uit:, overal
om zich heen konden zij waarnemen, dat
de miljoenen overigen die de ramp hadden
overleefd, geen steek veranderd waren.
Noch hun dagelijks programma, noch hun
idem ritueel en wat waarschijnlijk wel het
belangrijkste was, noch hun vooroordelen
waren gewijzigd. Om met Van Hoesel te
spreken: zij waren kleindenkers en zij ble
ven het
Nog iets kon de opmerker niet verbor
gen blijven: het einde van de tweede we
reldoorlog bracht geen vrede. Korea, de
luchtbrug naar Berlijn. Hongarije, Kongo,
Tibet en Viëtnam zijn wel de meest spre
kende voorbeelden om aan te tonen, dat het
doel van de tweede wereldoorlog: de vrij
heid der volkeren, niet is bereikt.
Ook de landen die kort voor of in de
tweede wereldoorlog al hun vrijheid had
den verloren (zoals Estland. Letland en Li-
tauen) waren er niet beter aan toe.
Enerzijds veroorzaakte dit burgeroorlo
gen, anderzijds en dan voornamelijk in
die landen, die er niet rechtstreeks bij be
trokken waren meetings, happenings, de
monstraties en last but not least, protest
optochten.
Hierbij deed zich een v r de tweede we
reldoorlog veel minder op de voorgrond
tredend verschijnsel voor: de meetings,
enz. waren besmettelijk met een incubatie
tijd, die in uren kon worden gemeten.
Het eerst kwam dit tot uiting bij de pro
vo's, Halbstarken of hoe ze ook meer moch
ten heten. Ongetwijfeld werd deze snelle
besmetting veroorzaakt door de moderne
communicatie. Pers, radio en niet te ver
geten de televisie hebben een grote nieuws
honger. Alles wat van de norm afwijkt is
nieuws en dit gegeven gecombineerd met
de steeds snellere verbindingen per trein,
beeldtelegrafie (en dit alles dan nog eens
steeds meer volmaakt dank zij communi
catiesatellieten en wat er nog meer zal ko
men aan communicatiemogelijkheden) ma
ken het langzamerhand mogelijk dat alle
nieuws vrijwel op hetzelfde ogenblik in de
gehele (westelijke) wereld op het beeld
scherm verschijnt. In dat kader van nieuws
spelen sensaties en dus ook relletjes een
grote rol waarom het te ontkennen? Als
een bevestiging op het hierbovengestelde
dit voorbeeld: de rassenonlusten ontstaan
na de moord op dominee Martin Luther
King waren nog maar nauwelijks begonnen
of ze waren te zien op het eerste televisie
journaal. En nauwelijks 24 uur later was
een Nederlands tv-team in Washington en
Memphis bezig met eigen verslagen. Dit
alles veroorzaakt in grote mate een gevoel
van er bij (betrokken) zijn. Dit geldt in
het algemeen voor het televisiebeeld
vooral bij journaal en documentaire ech
ter met zijn sterke impressie van het er
bij-zijn, het meebeleven, zijn alle voor
waarden tot een impulsief, primair reage
ren optimaal aanwezig.
Maar niet alleen is het televisiebeeld
indringend er is nog iets: het is een zeer
subjectief gekleurde, fragmentarische ver
beelding van een gebeuren waarvan men
vaak slechts de meest sensationele, schril
le beelden te zien krijgt en dan nog in een
dergelijk snelle opvolging dat een redelijke
analyse vrijwel onmogelijk wordt. Dit geldt
natuurlijk in de eerste plaats voor het
journaal maar hetzelfde zien we bijvoor
beeld in documentaires betreffende de ont
wikkelingshulp. Maar al te vaak wordt de
televisiekijker geconfronteerd met alle mo
gelijke ellende, variërend van eengezins-
krotten via uitgehongerde inheemsen tot
allerlei chronisch zieken. Zelden of nooit
wordt in dergelijke documentaires ook maar
één beeld gewijd aan de, dank zjj b(j voor
beeld olieconcessies, vaak fabelachtig rij
ke heersers die zeker in staat zouden zijn
een deel van de nood in eigen land te leni
gen als hun kapitaal geïnvesteerd werd in
welvaart brengende ondernemingen.
Ook dan zien we een primair reageren
men denke aan acties als „Het Dorp",
„Kom over de brug" en dergelijke en voor
wat eerstgenoemde actie betreft ook aan
het alom beluisterde enthousiasme voor
Mies Bouwman!
We hebben hierboven al eens de term
„primair reageren" gebruikt. Hieronder
pleegt men te verstaan een reactie zonder
overwegen van bijkomende omstandighe
den. Met andere woorden: men reageert
zonder (veel) nadenken op een geconsta
teerd/geobserveerd feit. Eis is verder dat
het feit als zodanig emotionerend werkt.
Is dat niet het geval, dan kan men beter
spreken van onnadenkend reageren. Het is
duidelijk, dat emotioneel reageren zowel in
positieve (zie boven) als in negatieve zin
kan plaats vinden. Opnieuw kunnen we
hier mevrouw M. Timp-Bouwman als voor
beeld aanhalen: nauwelijks werkte zij mee
aan „Zo is het toevallig ook nog eens een
keer" of haar „image" klapte 180 graden
om en zij werd voor een bepaald kijkers
publiek een dermate abjecte figuur, dat
deze lieden zich genoodzaakt voelden, haar
dit op de meest gore manier duidelijk te
maken. Daarbij bleef het niet bij scheld
brieven, telefoontjes en schelden en naroe
pen van haar kinderen, maar zelfs ging
iemand zover haar een taartendoos met
faecaliën thuis te bezorgen. Dit nu is een
duidelijk voorbeeld van hetgeen wij bedoel
den, toen wij in de kop stelden, dat wij
steeds agressiever worden. De democratie
geeft ieder het recht op zijn mening, maar
hier hebben we te doen met het soort lie
den, dat vóór de democratie is, als die dan
maar hun mening naar voren brengt.
Piet Nak had analoge ervaringen. Nak is
Den fanatiek pacifist. Fanatici zijn per defi
nitie eenzijdig. Maar is het vredespleidooi
van Nak daarom een reden hem en zijn
vrouw te bedelven onder een lading ano
nieme scheldbrieven, met o.a. „hadden de
Duitsers die vent van jou in de oorlog maar
.•ermoord!" Het primaire reageren beperkt
zich niet tot reacties op TV-beelden: in het
weekblad De Spiegel nr. 45 van 1967 ver
scheen een reportage over de rassenonlus
ten in Watts (wijk van Los Angeles). De
Nederlander J. A. Venderbent aldaar wond
zich over deze reportage zo op, dat hij de
redactie een brief schreef, waaruit hier
een citaat:
„Dat er in de negerwijk Watts armoe
de heerst en werkloosheid is waar. Maar
de hoofdoorzaak is dat de negers te lui
zijn om te werken. Drie hoedanigheden
hebben ze waar ze in uitblinken: LIE
GEN, STELEN en DRINKEN. Hun grote
leider is Martin Luther King, die oproer-
kraaier die nu ten koste van zijn zwar
te broeders miljonair is. En dan de
nodige Joden die als leiders optreden.
Dat is een van de grootste troubles in
Amerika: het kapitaal heeft de macht in
handen en dat zijn de Joden. Ik ben geen
jodenhater en geen negerhater, maar de
waarheid moet gehoord worden. Ook de
kerken met name de United Presby
terian Church heeft zich in de neger-
politiek geworpen met gevolg dat ze
30.000 lidmaten verloren hebben in Cali-
fornië. Ook ik heb deze kerk verlaten om
deze kwestie".
Commentaar overbodig.
Hoewel... hier is natuurlijk geen sprake
van primair reageren in de eerder door
ons bedoelde zin. Uit dit citaat spreekt eer
der angst van J. A. V. om overtuigd te
worden van het feit, dat zijn zienswijze
misschien wel niet juist zou kunnen zijn.
Op die onderbewuste angst reageert hij
primair. Angst is vaak een aanleiding tot
primaire reacties. Zelfs in de dierenwereld
zien we dat beeld en de uitdrukking „angst-
bijter" is daarvan afkomstig! Er zijn ve-
e voorbeelden. Nog één: een Amerikaanse
rechter. Lion Bazile strafte in 1959 R. Lo
ving en zijn bruid Mildred Jeter Loving
met gevangenisstraf, want zij was niet
blank. Een lezer van de rubriek „mijn We
reld" zond het desbetreffende citaat uit Ti
me aan de rubriekschrijver Leo Uittenbo-
gaard met het commentaar: „Voor zo'n
rechter heb ik respect. Hij begrijpt de
schepping en de uitverkoren positie van de
blanke daarin!"
Zo lang er lieden zijn die zó denken, zul
len we praten over pacifisme, zullen we lie
den die er anders over denken uit naam
van het pacifisme aframmelen of erger, en
steeds agressiever worden. Als we zelf niet
veranderen is praten over pacifisme struis
vogelpolitiek. Is er kans op die verande
ring? Het spijt ons. maar we zijn op dit
jebied uiterst pessimistisch. Steeds meer
en steeds sneller worden we betrokken bij
het wereldgebeuren en steeds indringender
worden de publiciteitsmedia, die wij vi
cieuze cirkel ermee belasten ons betrok
ken-zijn bij dit wereldgebeuren te verbete
ren (sic!), te intensiveren. Steeds minder
vordt het aantal (dorps)gemeenschappen,
waar men in de gemeenschap de vervul
ing vindt van de dagelijkse zowel als de le
vensbehoeften. Men kan dit dagelijks ob
serverenzelfs de meest geïsoleerde ge
meenschap vindt in het meest conservatie
ve dagblad de essentie van het dagelijks
gebeuren weerspiegeld. En naarmate wij
meer betrokken worden bij dat dagelijks
(wereld)gebeuren, komen wij allemaal on
willekeurig steeds meer in contact met
problemen, die evenzovele spanningsbron
nen zijn. Wij denken aan het verschil in
Deloning tussen land- en fabrieksarbeider,
het verschil in melkprijs tussen de boer uit
A en de boer uit B (prijsvaststelling van
overheidswege doet aan dit alles natuur
lijk niets af, daar A of B of C daar mis
schien meer voor- of nadeel van heeft dan
X, IJ of Z).
Met andere woorden: het meer betrok
ken zijn geeft (kans op) meer spanningen.
De spanningen uiten zich veelal in aggressi-
yiteit. Vandaar ons pessimisme.
Is de zaak dus helemaal hopeloos? Zo
ver wilien wij zeker niet gaan. Juist in de
krijgsmacht blijkt duidelijk, dat ook het
gros der jongeren nog voldoende remmin
gen heeft, respectievelijk kans ziet zich te
beheersen, ook als leiders in de agressivi
teit proberen te provoceren. Hierbij speelt
ongetwijfeld een aantal factoren een rol:
De man weet dat hij gestraft kan worden;
de meesten zijn zich bewust dat dienst
plicht een noodzakelijk kwaad is. nodig zo
lang algehele en algemene ontwapening
nog geen feit is; de „leiders" zijn vaak
helemaal geen leiders in agressiviteit,
naar kinderachtige belhamels, die pro-
Deren de zaak op stelten te zetten; en
ast, but not least: de man is bekend!
De geneeskunde, met name de psychia
trie heeft al geruime tijd een methode „in
gebruik", die bij de hier bedoelde agressi
viteit een zeer gunstige uitwerking blijkt te
hebben, ni. de geleide groepsdiscussie.
Daarbij wordt onder een goed gekozen lei
der (dit is essentieel) een bepaald onder
werp bij de kop gepakt. Dank zij de lei
der is iedereen!! in staat zijn mening naar
voren te brengen en dank zij hem zijn de
anderen wat nog belangrijker is ge
dwongen naar die „andere" mening te luis
teren. Dit dwingt tot argumentatie van
eigen mening, want kreten als „geklets"
en dergelijke accepteert de leider natuur
lijk niet. Dezelfde soort van groepsdiscus
sie wordt gebruikt in het Studie Centrum
voor Militair Leiderschap en ook daar vol
doet het systeem uitstekend. De cursisten
leren er dus steekhoudend argumenteren.
De methode heeft één in het oog springend
nadeel: zij kost bijzonder veel tijd. Zij zou
anders met veel nut bruikbaar zijn voor
leerlingen van b.v. 15 jaar en ouder en zou
er o.i. toe kunnen leiden, dat het ongear-
gumenteerde „wegschreeuwen" van de te
genstander zou verminderen.
Hierboven stelden we als een van de ar
gumenten voor de „rust" bij de krijgs
macht: „De man is bekend". De agressi
viteit wordt nJ. ongetwijfeld gestimuleerd
door de „moed der anonimiteit" (is laf
heid!). Er zouden naar onze overtuiging
heel wat minder agressieve demonstraties
zijn, als de demonstranten wisten, dat de
politie in voorkomend geval in de water
kanonnen water met kleurstof of (b.v.)
stroop in voorraad heeft, waardoor de deel
nemers onmiddellijk herkenbaar zijn. Mis
schien is deze suggestie een overweging
waard!