VAN STRAATHOND NAAR RASHOND IS EEN ERG LANGE WEG Woonwagenkamp aan Middelbuurt als duidelijk voorbeeld het niet moet UITLEG OF PROCES Veenendalers voelen zich door Bouwfonds 27 mille opgelicht Werkbezoek aan de voor avond van woonwagendao iTTHMH MÉ# VAN Onderwijs Divan g J. SCHIPPERS: „iHELE ZAAK ONTSTAAN DOOR ONBEGRIP Bewijs KVP-RAADSLID HENDRIKS STELT VRAGEN OVER WOONWAGENKAMP IN MIDDELBUURT Kundig Blij donderdag 30 mei 1968 kwaliteits garantie c rt r y F7T7T» V/A RHENEN - Keurig gekamd en opgepoetst als een straat hond die voor een keuring van rassoortgenoten is uitge nodigdlag gisteren het woonwagenkamp aan de Middel- buurtse weg erbij. De aanleiding van deze grondige schoonmaakbeurt lag in het feit dat aan de vooravond van de zogenaamde woonwagendagdie vandaag in Utrecht wordt gehoudendoor het ministerie van CultuurRecrea tie en Maatschappelijk Werk voor een aantal publiciteits media een werkbezoek was georganiseerd naar een twee tal woonwagencentra. Een daarvan was hel woonwagenkamp aan de Middel buurtseweg. Het voltallige college van R. en Wvan Rhe nen was aanwezig ter begroeting van het gezelschap dat onder meer bestond uit het hoofd van de afdeling Woon wagen- en It oonschepenzaken van het ministerie van C.R.M.de heer A. E. H. Monhemiusde voorzitter van de Bond Woonwagenbewoner Si de heer P. M. Mulder en nog enkele andere functionarissen op het gebied van maat schappelijk werk. cj o Assen - Javastraat "7 Het merendeel van de kinderen in het woonwagenkamp aan de Middelbuurtseweg ontvangt geen onderwijs en brengt de dag door met rondhangen op het kampterrein. wetgeving. Het onderwijs aan woonwa genkinderen is een der vele vormen van het buitengewoon lager onderwijs. Lang niet iedereen is onverdeeld enthousiast over de weg die de wetge ver is ingeslagen. Die weg moet ech ter leiden naar het doel: integratie van de woonwagenbevolking in de Neder landse samenleving en wel zo dat ie der die niet beroepshalve in een woon wagen moet wonen, zich in de normale maatschappij vestigt en een huis be trekt. Dat wil de wetgever bereiken via het tussenstation van de regionale centra. Het tussenstation is voor deze omge ving echter nog lang niet bereikt. Een aantal jaren geleden had het er de schijn van dat de gemeenten Rhe- nen, Veenendaal, Renswoude, Ame- rongen en Leersum voorop zouden gaan lopen bij het installeren van een regionaal kamp. Men kwam tot een ge meenschappelijke regeling waarbij ie dere gemeente in de kosten partici peerde naar gelang het aantal inwo ners. Het kamp aan de Middelbuurtseweg werd niets minder of beter gezegd niets meer dan 'n gemeenschappelijke staanplaats voor deze vijf gemeenten waar de meest elementaire voorzienin gen aan ontbreken. In de Veenendaalse gemeenteraad was het herhaaldelijk de eenmansfrac tie van de KVP met name de heer M. G. H. Hendriks, die bewogen met het mensonwaardige lot van ouderen en kinderen op het kamp aan de Middel buurtseweg vragen stelde aan het col lege van B. en W. van Veenendaal. Zijn woorden vonden echter maar weinig weerklank. Behalve een schrijnend tekort aan sanitaire voorzieningen weegt ook het gebrek aan onderwijsvoorzieningen bin nen de omheining van het kamp nogal zwaar. Een drietal kinderen uit het kamp volgt thans het onderwijs aan de school te Achterberg de overige cir ca dertig leerplichtige kinderen blij- ven verstoken van onderwijs. Tijdens het werkbezoek verzekerde burgemeester Bosch Ridder van Ro senthal dat binnenkort weer stappen zullen worden ondernomen om aan te dringen op de bouw van een schooltje op het kamp, of in de directe omge ving daarvan. Na het bezoek aan het kamp aan de Middelbuurtseweg vertrok het gezel schap gisteren naar een kamp in Nij megen dat als een modelkamp te boek staat, de gastvrije bewoners van dit deel van de Rhenense bevolking ach terlatend in een wat prettiger leefkli maat dan tot voor kort, toen de oprui- mingsploeg nog niet was geweest, in de wetenschap dat 't voor 'n straat hond een lange weg is een stamboom te verwerven als een rashond. Duidelijk kwam bij dit werkbezoek naar voren dat het Rhenense kamp een duidelijk voorbeeld is hoe het niet moet. Van de zijde van ministeriële vertegenwoordigers werden er name- melijk geen doekjes om gewonden dat men het betreurt, dat tussen de ge meenten die aan een gemeenschappe lijke regeling voor het woonwagenwerk deelnemen nog amper overleg is ge weest laat staan resultaten zijn ge boekt om voor deze regio te komen tot een goed geoutilleerd regionaal kamp. Algemeen werd ook betreurd, dat Veenendaal als grote gemeente met een bestuurlijk apparaat op het gebied van maatschappelijk werk nooit het initiatief heeft genomen om de mens onwaardige toestanden die er in dit opzicht in deze regio bestaan tot een oplossing te brengen. De nieuwe woonwagenwet, die op 21 februari jl. in werking is getreden legt de gemeentebesturen weliswaar de verplichting op verschillende voorzie ningen te treffen in het maatschappe lijk belang van de woonwagenbevol king en onder meer de werk zaamheden en kerkelijke en particu liere zijde te bevorderen, maar men wil liever het initiatief daartoe van de gemeente laten uitgaan. „Allen al wan neer de samenwerkende gemeentebe sturen met een positieve instelling met elkaar om de tafel plaats nemen om deze problemen tot een oplossing te brengen voor dit gebied is al een be langrijke stap vooruit", aldus een van de ministeriële vertegenwoordigers. Wat zijn de hoofdbeginselen van de nieuwe wet? Ruw gezegd de volgende: voor bewoning van een woonwagen zal vergunning nodig zijn van Gedepu teerde Staten. Vergunninghouders zul len met hun wagen standplaats moe ten kiezen op een woonwagencentrum een term die voor het oude woonwa genkamp in de plaats is gekomen tij dens de behandeling van het wetsont werp in de Tweede Kamer tenzij burgemeester en wethouders toestaan dat men buiten het centrum gaat staan. Deze woonwagencentra zullen voor zover ze er nog niet zijn ge sticht moeten worden door de ge meentebesturen, die daartoe zo no dig zullen moeten samenwerken. Is samenwerking nodig maar kunnen de gemeenten geen overeenstemming bereiken, dan kunnen Gedeputeerde Staten ingrijpen en tot samenwer king dwingen. De woonwagencentra zullen moeten voldoen aan een van regeringswe ge gestelde eisen en op de centra zal het gemeentebestuur voorzieningen moeten treffen in het maatschappelijk belang van de woonwagenbevolking en ter bevordering van haar deelne ming aan het maatschappelijke en cul turele leven. Werkzaamheden van die aard verricht door derden kerken en particuliere instellingen zal de gemeente hebben te bevorderen, het geen allicht in de vorm van subsidië ring zal geschieden. De gemeenten krijgen dan weer be langrijke bijdragen in de kosten van de haar eigen voorzieningen zoals honderd procent voor de oprichting van 'n kampgebouw tot f78.000,- en verder f3.200,- per standplaats, hon derd procent in 't salaris voor 'n kampbeheerder, enz. enz., en van de subsidies die zij hebben verleend. Over het onderwijs aan de woonwa- genjeugd spreekt de nieuwe wet niet. Weliswaar vormt het een zeer belang rijk deel van de arbeid die in het be langrijk deel van de arbeid die in het belang van de woonwagenbevolking wordt ondernomen, maar het onder wijs is nu eenmaal een zaak die apart is geregeld namelijk in de onderwijs- VEENENDAAL Zevenentwintig bezitters van eengezinswoningen aan het Boonipjesgoed en het Poortjesgoed te Veenendaal voelen zich ieder voor dui zend gulden opgelicht door het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Als zij in deze zaak niet spoedig opheldering krijgen, zullen zij het Bouwfonds een pro ces aandien. Het bedrag, dat op de koopakte vermeld stond een waarvoor al le kopers tekenden is ver overschreden door na-calculaties en een onverwachte rente-regeling. De prijs van een garagebox, is nu ook duizend gulden hoger, het aanvankelijk genoemde bedrag. Hierdoor voelen de auto-bezitters onder de betreffende bewoners zich nog meer gedupeerd. Verder voelen zij zich gedu peerd door de garantieregering en de manier waarop zij, naar hun zeggen, steeds met een kluitje in het riet worden gestuurd. De heer J. Schippers, hoofd van het kantoor Amersfoort van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten begrijpt het ongenoegen van de kopers niet. Volgens hem is de hele zaak schriftelijk uiteengezet, met de toezegging dat men desge vraagd altijd nog nadere informatie en uitleg kon krijgen. hun belangstelling voor een garage bij het bouwfonds kenbaar maken. „Twaalf personen stuurden 't bouwfonds het be treffende bericht", aldus de heer Van Haarlem. Weer hoorde men lange tijd niets. Toen las een der bewoners in het tijdschrift „Cobouw", dat het complex van de garages verkocht was aan een makelaar. „Hierdoor werden de gara ges meteen duizend gulden duurder", vertelde de heer Van Haarlem. Ook hiervoor eist men een schadevergoe ding. Het bouwfonds zou tot het verko pen van het complex zijn overgegaan, omdat er voor slechts twee garages belangstelling was getoond. Tenslotte zou men ook voor de grond teveel hebben betaald. „Ze hebben zo maar een prijs uit de lucht gegrepen", vertelt de heer Van Duin. De prijs is volgens hem niet per vierkante meter, maar per kavel berekend. „Ze rede neerden: „Dat is een aardig stuk je grond laat dat maar zoveel kosten". De bewoners hebben de totale grond prijs uitgerekend en constateerden, dat deze ver boven de prijs ligt, die het bouwfonds aan de gemeente Veenen daal heeft betaald. Afgezien van de garage-affaire heb ben de bewoners per huis ruim duizend gulden teveel betaald, aldus de woord voerders. „Het bouwfonds heeft 50.000 huizen gebouwd. Als ze dat bij elk ge val hebben gedaan, houden ze er aan Wt astronomisch hoog bedrag aan over", volgens de heer Van Duin, „Van de be wering dat het bouwfonds voor de klei ne man bouwt, hebben wij niet veel ge merkt". De bewoners hebben herhaalde lijk om uitleg van de genoemde zaken gevraagd. Uiteindelijk kwam er, door bemiddeling van wethouder Ant. de Ruiter een vergadering, waar enkele specialisten vragen zouden beantwoor den. De toiletten waarvoor overigens een beter oud-hollands woord van toepassing is in het kamp. Rhenen's burgemeester in gesprek met een deel van het gezelschap dat gisteren een bezoek aan het kamp bracht. „Het bouwfonds voert de leuze „Een veilige weg naar een eigen huis". Dat is voor ons een aanvechtbare zaak ge worden", aldus een der veron ruste be woners, de heer F. Lammertsma. Sa men met de heren J. H. G. van Haar lem. J. Glaudemans. Ch. van Duin en B. Goppel spreekt hij namens alle be treffende bouwfondsleden. De oorzaak van het wantrouwen, dat bij de be trokken personen jegens het bouwfonds is gerezen schuilt in verschillende pun ten. Ten eerste zijn zij er van overtuigd een volkomen onrechtvaardige rente te moeten betalen op de door hun gekoch te grond. „We hebben die grond des tijds meteen betaald. Van het bouwfonds kregen we echter een renteberekening over twee jaar op de grondprijs. Ze spe len het net,- alsof wij twee jaar lang het geld voor de grond van hen hadden geleend", aldus de heer Goppel. De heer Van Haarlem voegt eraan toe: „Ze willen proberen de kopers erin te la ten vliegen". Het tweede punt is de nacalculatie, die volgens de kopers veel te hoog zou zijn. .A.dministratief is dit zaakje hele maal correct, maar wij zijn hierin he lemaal niet gekend. Voordat men met het bouwen van de huizen begon heeft men al veranderingen aangebracht, waar wij helemaal niets van wisten. Op die manier kan men van te voren het hele huis wel veranderen", meent de heer Van Haarlem. Hij vertelt dat de bewoners verantwoording voor de stel posten hadden gevraagd, „maar daar wordt gewoon overheen gepraat". De bouwfondsleden in Boompjesgoed en Poortjesgoed werd verder een „Be wijs van waarborg" beloofd, dat een volkomen garantie op het gekochte huis gaf. „We ontvingen dat bewijs, toen we ruim twee jaar in ons huis woonden. De garantie bleek twee jaar geldig te zijn. We hadden er dus niets meer aan", volgens de heer Glaudemans. Hetzelf de geldt voor het schilderwerk, waar voor een garantie gold van anderhalf jaar. Na het aflopen van deze termijn kreeg men dit bewijs pas in handen. Bij het betreffende complex wonin gen zouden door het bouwfonds zesen twintig garage-boxen worden gebouwd. Lange tijd hoorde men hier niets van tot op een dag de bewoners in hun brie venbus een schrijven vonden van het bouwfonds. Hierin konden gegadigden VEENENDAAL Het KVP-raadslid in de Veenendaalse gemeenteraad de heer M. G. H. Hendriks, heeft naar aan leiding van de publikaties over het woonwagenkamp aan de Middelbuurt seweg te Rhenen het volgende schrij ven verzonden aan het college van B. en W. te Veenendaal. Zoals u bekend, is per 21-2-1968 de nieuwe woonwagenwet in werking ge treden. In deze nieuwe wet wordt iede re gemeente verplicht, al dan niet in sa menwerking met een of meer andere gemeenten, een openbaar centrum voor woonwagens in stand te houden. Er zullen zodanige voorzieningen moeten worden getroffen, dat er een behoorlijk en menswaardig woonwagencentrum kan functioneren. Het ministerie van C.R.M. heeft ter voorlichting van de gemeentebestu ren en diverse andere maatschappelij ke organen een „woonwagendag" geor ganiseerd. Voorafgaande hieraan heeft men de pers uitgenodigd om een be zoek te brengen aan het woonwagen centrum te Rhenen en te Nijmegen. Blijkens de verschillende persversla gen is het kamp te Rhenen uitgezocht als voorbeeld hoe het niet moet. In deze persverslagen is een trieste beschrijving gegeven van de abomina bele en mensonwaardige situatie van dit kamp. Het gemeentebestuur van Rhenen heeft gemeend, voordat dit „hoge be zoek" op 29 mei 1968 aan dit kamp kwam, het kamp een schoonmaakbeurt te moeten geven. Desondanks was het voor iedereen duidelijk dat dit kamp in een zeer slecht onderhouden toestand verkeerde. Het is uw college bekend, dat onder getekende reeds meermalen pp deze on houdbare toestand heeft gewezen en ge pleit heeft om afdoende maatregelen te laten nemen. Daarbij werd door onder getekende steeds de stelling verdedigd dat er hier een regionaal woonwagen centrum diende te komen. Zoals de zaak van dit woonwagencen trum thans weer in de openbaarheid is gekomen, moet ik zeggen, dat ik het een beschamende aangelegenheid vind voor de gemeenten, die deel uitmaken van de bestaande gemeenschappelijke regeling. Het is derhalve ook voor de gemeente Veenendaal een blamage. Bovenstaande ontwikkeling geeft mij aanleiding om uw college de navolgen de vragen voor te leggen: 1. Is uw college met mij van mening, dat de uitvoering van de gemeenschap pelijke regeling voor het woonwagen centrum te Rhenen niet zó heeft gefunc tioneerd, zoals deze feitelijk had moeten functioneren? 2. Heeft uw college een visie hoe en op welke wijze van het bestaande cen trum in het kader van de nieuwe wet een menswaardig en doeltreffend func tionerend centrum gemaakt zou kunnen worden? 3. Is uw college bereid om de ge meenteraad hieromtrent in een nota voor te lichten? 4. Is uw college bereid om met de an dere deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling een studie commissie in het leven te roepen, die nader kan bezien hoe en op welke wij ze het best aan de verplichting van de nieuwe woonwagenwet kan worden vol daan? Met belangstelling uw antwoord tege- moetziende en u voor de te nemen moeite bij voorbaat dankend verblijft, met de meeste hoogachting, M. G. H. Hendriks, lid van de Raad voor de K.V.P. ..Ze konden ons echter niets vertel len". aldus de heer Lammertsma. Men vroeg daarom om een vergadering met mensen die werkelijk ter zake kundig waren. Die werd toegezegd. De verga dering is er nog steeds niet geweest. Wel kregen de bewoners afgelopen vrijdag een brief, waarin de zaak werd uitge legd. Mochten er nog vragen zijn, dan kon men die richten aan het bouwfonds. De bewoners zijn echter verre van te vreden. „We worden steeds met een kluitje in het riet gestuurd. Men komt met geen enkel bewijs. Ze hebben ook gezegd, dat we naar Assen mochten komen, waar de hoofdboekhouding is". De bewoners vonden echter dat het bouwfonds maar naar Veenendaal moest komen. „Zij hebben de fouten gemaakt en niet wij. Bovendien zijn wij al twaalf halve snipperdagen kwijt aan vergade ringen met het bouwfonds. Ook kwa men we in Amersfoort, waar we hoor den dat de persoon met wie we had den afgesproken met vakantie was". De heer Schippers, hoofd van het kantoor Amersfoort van het bouwfonds, vindt de hele zaak onbegrijpelijk. „We hebben de zaak schriftelijk uiteengezet. We zijn bereid verder alle uitleg te ge ven die word gevraagd. Alles is zo ge gaan, zoals het behoort te zijn". Volgens hem is de gehouden vergadering mis lukt. omdat men maar door elkaar heen zat te praten. Daarom handelde men de zaak in tweede instantie schriftelijk af. Wat de garantiebepaling betreft: „De woningen waren al in aanbouw, toen de garantie al gold. Naderhand hebben we de bewoners alsnog, als extra service, een schriftelijk bewijs doen toekomen". Volgens de heer Schippers kan men overigens met redelijke klachten altijd bij het bouwfonds aankloppen. „Wij doen niet altijd alles goed. We werken tenslotte met mensen", zegt de heer Schippers, maar volgens hem zat deze hele zaak juist in elkaar. Het kwam wel vaker voor, dat kopers de re geling niet helemaal begrepen. „Het is tot de betreffende kopers waarschijn lijk niet goed doorgedrongen, toen ze het huis kochten, dat er later altijd wel wat bij kan komen", meent hij. Op het feit, dat het bouwfonds van oplichting wordt beschuldigd, geeft hij geen com mentaar. De heer A. van Kooy, chef van de afdeling bouw- en woningtoezicht van de gemeente Veenendaal en secretaris- penningemeester van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten in Veenendaal zegt: „Het is perse niet waar, dat de bewoners gedupeerd zijn". Hij heeft uitgerekend, dat het uiteindelijke be drag dat de kopers van de woningen moeten betalen f. 1.253,hoger ligt dan het aanvankelijk genoemde bedrag, „maar een huis wordt meestal duurder dan men in eerste instantie denkt. Als ik een huis laat bouwen en het wordt f 500,duurder dan de architect eerst gezegd heeft, mag ik nog blij zijn", al dus de heer Kooy. Hij vindt het jam mer. dat men zo weinig vertrouwen in het bouwfonds heeft. Wat dat vertrouwen betreft, zegt de heer Van Haarlem: „Ik heb een keer iemand als lid voor het bouwfonds aan gebracht, maar ik heb bij mezelf ge zworen, dat ik het nooit meer zal doen. Ik zal ze er eerder voor waarschuwen".

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 3