Ook de Grieken hebben hun Bonnie en Clyde BARBARA VAN HEEMSKERK WERD NOG OP HET NIPPERTJE VAN DE DOOD GERED Bij Harrods kan men alles kopen 2.'oraenhincl de docliteró vein RADIO-VATICANA ZENDT „POP-MUZIEK" UIT Miss Honeywell loopt er „hip" bij Oekraïnse na elf jaar niet bang meer voor Sovjet-agenten Gangsterbendes met vrouwen niets nieuws Navel Te vondeling leggen: een zeldzaam misdrijf Aantal studenten nam toe met 11 Soekarno heeft gehuwde dochter John Ridgeway wil record van Lord Chichester verbeteren PROCES GEEN GARANTIE MOEILIJK TOEKOMST INPAKKEN DIE LEEUW A Een van de grote trekpleisters op de tentoonstelling van electronica en automaten in de Britse hoofdstad is „Miss Honeywell", een robot ge maakt door de president van de ge lijknamige Amerikaanse fabriek. De robot-miss ziet er zeer natuurgetrouw uit, maar is inderdaad een pop, die, bestuurd door een uitgebreide appa ratuur, vele handelingen kan verrich ten. MELBOURNE Een Oekraïnse ste wardess dié ruim elf jaar geleden ver dwenen was van het schip waarmee de Russische ploeg naar de Olympische Spelen in Melbourne was gekomen, is dinsdag boven water gekomen. Naar zij op een persconferentie vertelde, was zij destijds ondergedoken bij Oekraïnse immigranten. Na twee maanden werd zij door de Australische politie gevon den, maar kreeg politiek asiel. In het geheim trouwde zij met een Oekraïnse kraandrijver en woont sindsdien in een voorstad van Melbourne. Zij zei nu niet meer bang te zijn voor Sovjet-agenten. LONDEN Er Is zeer onlangs in Londen een telefoongesprek gevoerd, dat aldus verliep: „Kunt u ons voor een van onze cliënten een levende rhi noceros leveren en dan willen we ook graag de prijs weten". Het ant woord kwam onmiddellijk: „Vijfdui zend pond, aan huis bezoigd". Er werd niet gebeld met een die rentuin of een club van dierenbe schermers in Afrika. Men draaide: Sloane 1234, het nummer van het wa renhuis Harrods, „het grootste in Euro pa", zoals men mij hier vertelt. „Wij kunnen hier alles", zegt een keurige heer van Harrods in een zwart pak en stijve witte boord. „Wij verzekeren uw leven en knippen uw haar, wij repare ren uw schoenen en kopen aandelen voor u. Wij regelen uw bankzaken, le ren u golfspelen, richten uw huis in en zoeken een school voor uw kind. Bij ons kunt u een Rolls huren voor een dag of een maand, wij arrangeren uw safari, drukken de invitaties voor uw feest en bakken uw cake. Wij willen er niet meteen over beginnen, maar onze begrafenisafdeling heeft al de aardig ste mensen begraven." Ik knipper even met de ogen. Och, het is wat ongewoon voor de bewoner van het vasteland, nietwaar? Ik zie ons thuis nog niet zo snel naar de Bijenkorf lopen om een school te zoeken, noch naar V en D om de begrafenis van een oom te regelen „Harrods is een toeristische trek pleister" had me een landgenoot in Londen gezegd en de man heeft gelijk. Hier wandel ik door een geweldige knots van een warenhuis met zes ver diepingen, dat even voor vijftigduizend gulden een suite in het koninklijk pa leis van Bagdad inrichtte. Harrods beweert dat het alles voor iedereen op elk moment kan leveren. Op de vleesafdeling zegt een slager: „Ik kan me niet voorstellen dat er één soort vlees is dat u nu bij mij bestelt en dat ik niet op staande voet voor u kan afsnijden." De kaasafdeling heeft tweehonderd soorten kaas in voorraad en bij de bakkerij kan ik kiezen uit 23 soorten brood. Maar men houdt er in het warenhuis toch ook rekening mee dat er eens een jeugdige rondloopt die wel zou willen' hebben, maar niet kan betalen. „De televisiecamera's zien u", staat er op alle pilaren vermeld. Vingers thuis dus. „Wij maken van je torso meer" lees ik op een strook papier en dat gebeurt dan allemaal als ik het hippe truitje koop dat erbij staat opgestelVlak ernaast bikinibroekjes voorzien van 'n soort „patronengordel", waarin de ver schillende lipsticks gestoken kunnen worden. Doosjes met acht soorten (in acht kleuren) wimpers, opplaknagels in alle soorten en een hele bak vol met kleine badslipjes. Ja, als ik directeur van de VW in Londen was gek idee! dan zette ik Harrods inderdaad op mijn lijstje, naast de Westminster en de Tower. Ik kan, als ik daar zin in heb, in Har rods een borreltje organiseren voor 15 vrienden, maar ook een diner voor 1000 gasten. Ik kan er een hond, een poes of een tortelduif kopen, maar ook een bos- aapje of een slang. En een leeuw maar die is niet dezelfde dag lever baar. In de laatste oorlog heeft Harrods nooit zijn deuren gesloten en het per soneel maakte, in de vrije tijd, vlieg tuigonderdelen in de kelders. Harrods weet dat het geen klein winkeltje is. „Iedereen die een beetje belangrijk is en naar Londen komt, die komt naar Harrods", vindt men in het warenhuis. En de uitsmijter die ik meekrijg is ook niet mis. „We kregen eens een brief van een jongetje", hoor ik. „Zijn moeder waarschijnlijk een van onze klanten had hem een geografische quiz opge geven. De vragen en antwoorden za gen er zo uit: Wat is de hoofdstad van Frank rijk? Parijs. Wat is de hoofdstad van Italië? Rome. Wat is de hoofdstad van Engeland? Harrods. ATHENE Reeds dansen de eerste ba retten op en neer op de boulevards van Athene. Bonnie en Clyde de film en de daar uit voortgekomen mode hebben vreugde verschaft aan de Griekse tie ners. Actrices, die richting geven aan de stromingen in de mode, zijn ge fotografeerd in „Bonnie-styi". Ofschoon minirok voorkwam op de slag velden van het oude Griekenland en voortleeft in het uniform van de sol daten van de koninklijke lijfgarde de Euzonen, heeft hij nooit echt ingang gevonden bij de Griekse meisjes. Uit cijfers van de kleinhandel over het vorig jaar blijkt, dat weinig meer dan 10 procent van de Atheense meisjes tussen 15 en 22 jaar ooit een minirok heeft gekocht. De geschatte uitgave aan minirokken net iets meer dan 300.000 Ameri kaanse dollars is nauwelijks een vierde van het geld, dat werd uitge geven aan de knie-hoge laarzen, die een Grieks been flatteren en het ge hele land hebben veroverd. Maar thans beginnen de warenhuizen, die de tienermarkt voorzien, voorra den van lange rokken met ceintuurs en baretten aan te leggen. De Griekse Bonnie was Coela Chris- zij zelf ook een Bonnie en Clyde heb ben gehad. De Griekse Bonnie was Cocla Chris- tophilea en de Clyde haar broer, An dreas. Hun strafproces is in 1930 een van de grote gebeurtenissen van dat jaar ge weest in Grieknland. Coela en Andreas waren de kinderen van een onbelangrijke figuur in de Atheense onderwereld, die een com binatie van een restaurant en een ple- zierhuis dreef. Toen hij tien jaar was, kreeg Andreas vader weggenomen en in 'n weeshuis „Vader placht te zeggen, dat een man, die met een pistool weet om te gaan, nooit geldzorgen behoeft te hebben", zou hij tot de politie hebben gezegd. De jongen bracht zijn tienerjaren af wisselend in en buiten de gevangenis sen door. Het meisje werd van haar vader weggenomen en in een weeshui van de staat geplaatst, waar zij een opleiding tot naaister kreeg, later voltooid in een opvoedingsgesticht. Hé, wacht eens even, is dat iets voor meneer zelf? Oh, neen, ik heb het al gezien. „Voor de man die alles heeft" staat er op een doosje en de in houd bestaat uit een borsteltje. „Ter reiniging van de navel". Kosten vier gulden. En elke employé van Harrods zegt „Sir" of „Madam", ongeacht wie er binnenkomt, al is het koningin Eli sabeth, want ook zij winkelt in dit huis zoals men er niet zonder trots mee deelt. En niemand ontkomt aan dat „Sir". Ook niet de dukes en de earls, de knight en de baronnen. De twee kwamen weer bij elkaar, toen Andreas 19 was en Coela 17. Zij be gonnen een misdaad-syndicaat en An dreas benoemde haar tot plaatsver vangend leidster van zijn bende van vier leden. Op haar aandringen gaf hij haar zijn pistool en benoemde haar tot „beul". In de zomer van 1929 werd een Atheen se taxichauffeur met name Tsan- gad dood in zijn taxi gevonden. Hij was door het hoofd geschoten en be roofd. De politie vernam, dat hij op de avond van zijn dood was gezien met een in het rood geklede jonge vrouw met een baret op het hoofd in zijn wagen. Twee maanden later werd een tweede taxichauffeur, Nikitards genaamd, met gevaarlijke hoofdwonden in zijn taxi gevonden. Hij herstelde en deel de de politie mee, dat een in het rood geklede vrouw met een baret op had geprobeerd hem dood te schieten, maar dat haar pistool had geketst. Schreeuwend had zij hem met het pis tool op zijn hoofd geslagen tot hij be- wustelios was en zij had hem vervol gens beroofd. Tenslotte werd de gang sterbende opgerold. Coela, nog altijd in het rood gekleed en met haar baret op het hoofd, werd voor een verhoor naar het hoofdbu reau van politie gebracht en bekende. Zij vertelde de politie, dat zij haar eer ste moord had gepleegd in het be gin van 1929. Haar slachtoffer was toen een oude man, die haar voor een prostituée had gehouden en met haar het bos was ingegaan. „Toen ik mijn pistool trok, smeekte hij mij zijn geld te nemen en hem te la ten leven, maar ik schoot hem dood", zou Coela ijskoud hebben gezegd. Haar tweede moord werd onder over eenkomstige omstandigheden gepleegd op een Franse toerist, die nooit is ge ïdentificeerd. Met het van hem gestolen geld opende haar broer Andreas, een speelhol, waar hij en de rest van zijn bende tenslotte werden gearesteerd. Broer en zuster zijn in 1930 tezamen in een propvolle rechtzaal berecht. Het proces was een sensatie in de pers van die dagen. Beiden ontsnapten evenwel dank zij hu:i jeugd nog aan 't vuurpeleton. Zij werden tot le-vens- lang veroordeeld en stierven in de ge vangenis aan tuberculose eerst An dreas en daarna Coela. HEEMSKERK Vijftien mei. De kerkklok in het Noordhollandse plaatsje Heemskerk, even boven het Industriebekken van IJmuiden, Velsen en Beverwijk, slaat zes uur. Sjirp Reindert Smidt, rangeerder van be roep, werkzaam bij de Hoogovens te IJmuiden en 41 jaar oud verlaat zijn woning in de Elbestraat. Bestemming: zijn werkterrein in IJmuiden. Op de stoep van zijn huis ziet hij een plastic zak met daarin twee handdoe ken en een baby. Schrik is zijn eerste reactie; hij belt de politie, weinige mi nuten later ontfermen mensen van de Rijkspolitie zich over een meisje dat zeven pond blijkt te wegen, maar dat een lichaamstemperatuur heeft die ang stig laag is. Een haastig aangelegde thermometer in het ziekenhuis van Heemskerk wijst aan dat de temperatuur van het kindje de 28 graden nauwelijks haalt. Er komt een couveuse, de behandelend arts verklaart, zonder handdoeken en plas tic gezien te hebben: het meisje kan wel eens van Spaanse of Italiaanse ouders zijn. Heemskerk heeft een vondelinge. Op het politiebureau buigt de opper wachtmeester der Rijkspolitie J. A. Okel zich over strafrecht en strafvorde ring. Een kind te vondeling leggen is in Nederland, zeker na de jaren dertig, een vrij uniek misdrijf. Artikel 256 van het wetboek stelt dat hij, die een kind beneden de zeven jaar te vondeling legt met het oogmerk er zich van te ontdoen, wordt gestraft met ten hoogste vier jaar en zes maanden. „Maar", zegt opperwachtmeester Okel, „als door dit te vondeling leggen zwaar lichamelijk letsel ontstaat kan een straf worden opgelegd van zeven jaar en zes maanden, als de dood in treedt zelfs negen jaar en als het mis drijf door de vader of de moeder wordt gepleegd, wat in Heemskerk duidelijk het geval is geweest, kan de opgelegde straf nog eens met een derde worden verhoogd." „Daar heeft de wetgever dan weer te genovergesteld, dat als het misdrijf wordt gepleegd uit vrees voor ontdek king van de bevalling, kort na de ge boorte, het maximum tot de helft van de straf verminderd kan worden. Bij kindermoord, het doden tijdens of di- recht na de bevalling, kan een straf worden opgelegd van ten hoogste zes jaren. Tussen te vondeling leggen en het doden van een pasgeboren kind ligt, in strafmaat dus vrij weinig verschil." „Dat is maar goed ook", zegt opper Okel. „Het te vondeling leggen, zeker in dit geval, is bepaald niet zo onschuldig of romantisch als het naar voren is ge komen. Er is duidelijk in paniek gehan deld, maar diezelfde paniek had voor het kindje fataal kunnen zijn. Welis waar herinnert de vinder zich, dat 's morgens om kwart voor vier op zijn huisbel is gedrukt toen de man een auto hoorde wegrijden maar dat simpele belletje is geen garantie geweest voor het openen van de deur en het naar binnen halen van de baby." „De dader of daderes had, toen hij of zij wegreed, dus geen enkele zeker heid dat de baby naar binnen zou wor den gehaald. Door de kou was de lichaamstemperatuur extreem laag ge worden. Het onderzoek van de politie van Heemskerk heeft zich gezien het ver moeden van de Spaanse herkomst afge leid onder andere uit merkjes op de handdoeken en de plastic zak die om net hoofdje zat uitgestrekt tot het Noordhollandse industriegebied rond IJmuiden en Velsen. „Zo'n onderzoek", zegt opper Okel, „is zeer moeilijk. Zeker bij dit soort za ken is er te weinig contact tussen poli tie en burgerij. Grote steden zoals Rot ter dan met wijkagenten hebben daarbij een pré boven gemeenten met een min dere politiebezetting. In feite zou het zo moeten zijn, dat iedere politieman in iedere straat een oudere bewoner zou moeten hebben bij wie hij regelmatig om inlichtingen zou kunnen aankloppen Dan is de kans groter dat dit soort misdrijven wordt opgelost." Op het bureau bevolking van Heems kerk zegt de chef van de burgerlijke stand H. Hooghiemstra: „Het komt zelden voor dat een kind te vondeling wordt gelegd. Tegenwoordig doodt men niet gewenste baby'» makkelijker." Het burgerlijk Wetboek bevat tal van bepalingen die met het te vonde ling leggen verband houden. Zo is er de kwestie van de naamgeving, waar over de ambtenaar van de burgelijke stand F. Sant zegt: „Het is beslist niet juist dat de verpleegsters de baby een naam zouden hebben gegeven. De wet voorziet daarin, want artikel 33 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat de vinder van een vondeling verplicht is het kind een naam te geven." De heer Smidt de eerlijke vinder heeft de baby Barbara van Heems kerk genoemd: Barbara voor vreemde linge, vreemdelinge van Heemskerk. Daarmee was de naamkwestie gere geld. De aangifte werd compleet met handdoeken en plastic zak omdat de wet ook „de sporen" in dergelijke ge vallen eist mede door opper Okel ge daan. Blijft over de toekomst van Barbara van Heemskerk, inmiddels uit de cou veuse en voorspoedig groeiend in het ziekenhuis van Heemskerk. Ook in die toekomst voorziet het wet boek. Zelfs al zou nu nog de moeder komen opdagen, dan nog is het lang niet zeker dat zij Barbara van Heems kerk terugkrijgt. Het Wetboek van Strafrecht laat de beslissing aan de rechter. Hij kan in zijn vonnis over het te vondeling leggen ook ontzetting uit de ouderlijke macht opnemen. Voor Barbara van Heemskerk ziet het er nu zo uit: De raad voor de kin derbescherming in Haarlem zal samen met de rechtbank beslissen wat er met de baby gaat gebeuren. Er zijn twee mogelijkheden: Een: een kindertehuis: twee: een normaal gezin, dat Barbara opneemt en haar, na drie jaar en bin nen bepaalde leeftijdsgrenzen voor de ouders, kan adopteren. De raad heeft aan het bureau bevol king van Heemskerk laten weten dat het er in zit dat Barbara naar een pleeggezin gaat. Daarmee zijn dan de tientallen briefschrijvers en brief schrijfsters die zich tot 1. de burge meester, 2. de politie, 3. de burgerlijke stand, 4. het ziekenhuis, 5. Barbara zelf hebben gewend, gerustgesteld. liÉllI? .O-:! Wat doen wij met moeder vroeg nog niet zo lang geleden een fraaie gekleurde omslag van een veelgelezen weekblad. Foto en vraag leken mij echter slecht bij elkaar te passen, want de oma die illustreren moest hoe moeilijk haar bergingsprobleem was zag er wel bijzonder aantrekkelijk uit. Flatteus wit kapsel, modieuze mosgroene jumper, knappe vriendelijke trekken. Het meest voor de hand liggende antwoord op de gestelde vraag was ongetwijfeld: Zo spoedig mogelijk in kennis brengen met een goed gecon serveerde, hoffelijke, niet onbemiddelde weduwnaar. De rest lossen zij dan samen wel op. Want voor die weduwnaar is het probleem wat er met hem gedddn moet worden, nog wél zb urgent. Met een alleenstaande moeder op jaren loopt het in de regel wel aardig los. Als zij in een beknopt, maar gezellig verzorgingsflatje wordt geïnstalleerd is er doorgaans tot haar tachtigste en vaak nog later geen enkele reden om zich van familiewege over haar het hoofd te breken. Het duurt lang eer een levenslustige redelijk gezonde vrouw met voldoende belangstelling in het leven werkelijk hulpbehoevend wordt. Maar in het geval van de weduwnaar op latere jeeftijd is de vraag: Wat doen wij met vader veel eerder en dringender om een antwoord verlegen. Want vader, als hij alleen achterblijft, in qen leeg huis weet zich maar bijster slecht te redden. Tot de onzalige dag dat zijn vrouw werd begraven aangenomen dat zij niet lang bedlegerig is geweest liep het met zijn verzorging doorgaans op rolletjes. Hij had, meestentijds, een geroutineerde vakbekwame kracht bij zich inwonen, die zijn maaltijden klaarmaakte en opdiende met een nauwkeurige kennis van zijn favoriete kostjes en dieet. Bovendien werden zijn overhemden met toebehoren keurig schoon en op tijd klaargelegd, zijn garderobe onder houden, zijn bed opgemaakt, zijn koffie en thee en glaasje van het een en ander geserveerd op een wijze waaraan weinig meer te verbeteren vieil. Hij behoefde geen hand uit te steken, tenzij naar zijn kopje of zijn bestek. Hoogstens leverde hij een kleine bijdrage aan het gezinsonderhtoud afge zien van de financiën door af én toe met een tas en een boodschappenlijstje de stad in te gaan. Wat moet zo'n prima verzorgd persoon beginnen als die geruisloos en efficiënt werkende huishoudster hem plotseling ontvalt. (Over de gevoelsmatige leegte willen wij bij dit praktische probleem nog niet eens praten). Zijn ontreddering is volkomen, zijn hulpeloosheid even groot als van een zuigeling. Hij staat daar niet alleen met twee linkerhemden, hij weet daarmee ook hoegenaamd niets aan te vangen. Er moet dus op een of andere manier ingesprongen worden, en fortuinlijk is de oudere weduwnaar, die een waardige dochter van moeder binnen bereik heeft. Is zij getrouwd, dan kan hij er misschien terecht voor zijn was en zijn warme maaltijd, zolang hij nog fiks ter been is de rest kan een werkster wel af. Heeft hij nog een ongetrouwde dochter thuis of in de buurt, dan wordt het bedrijf op de oude voet voortgezet, ook al heeft dochterlief een baan buitenshuis. Niemand behoeft haar te leren passen en meten om een huishouding en een werkkring te combineren daartoe is zij wel gedwongen, ook als zij moederziel dlleen op kamers of in een flatje woont. De familie ziet dus geen vraagteken meer achter: Wat doen wij met vader Laten waar hij is, en hem af en toe eens 's zondags te eten vragen. Heeft zus ook eens een vrije dag. Nog onlangs sprak ik zo'n zus, die met vader de acht kruisjes gepas seerd, maar nog flink ter been en helder van hoofd op een flatje was getrokken en kans zag, buiten haar dagtaak als ambtenares daar voor hen beiden een ordelijk en gezellig huis te scheppen. Vraag haar maar niet wat haar dat aan inspanning en handigheid kost om beide taken zo goed mogelijk te volbrengen. Waarbij zij moet oppassen, vooral niet overbelast of ziek te worden, want dan loopt de boel binnen twee dagen onherroepelijk spaak. Een gebonden en opofferend leven In zekere zin wel, maar er staan ook compensaties tegenover. Zij heeft aanspraak en gezellig aan de oude man, voor wie zij onmisbaar is. Hij doet boodschappen verricht kleine hand- en span diensten, staat er borg voor dat zij nooit van haar werk een leeg en koud huis binnenkomt. En met hun gecombineerde inkomsten kunnen zij zich eens een extraatje permitteren. Maar als straks onvermijdelijk de hoge ouderdom met gebreken komt Als hij slecht ter been of bedlegerig wordt, aan geheugenverlies gaat lijden en alleen niet meer vertrouwd is in huis Wat moet dochterlief dan met vader doen Haar baan opgeven en hem verzorgen, en verplegen zolang dat thuis nog kan Bij harde noodzaak heeft ze het er voor over, maar wat zijn dan voor haar de consequenties Dat zij zichzelf na vaders dood de terugkeer in de maatschappij heeft afgesneden. Een betaalde hulp in huis nemen die haar bij de oude man tijdens haar afwezigheid vervangt Waar haalt zij zo iemand vandaan, en hoe kostbaar wordt dat Vader overbrengen naar een bejaardencentrum, waar hij wel een griepje mag hebben maar niet blijvend verpleegd kan worden Ouder wordende vaders blijven de zorgenkinderen van hun dochters. VATICAANSTAD Radio-Vaticana heeft besloten, elke week een half uur pop-muziek te gaan uitzenden. Leider van het programma, waarvan reeds enkele proefuitzendingen de ether zijn ingegaan onder de titel „Geeste lijke waarden in de liederen van deze tijd)" is een Italiaanse priester. Te beginnen met 9 juni wordt het half uur „pop" een vast onderdeel van de radio-programma's onder de nieuwe titel: „Zeg mij hoe gij zingt". Doel van het programma is volgens de leider, pater Pellegrimo, de Vati caanse radio binnen de werkelijkheid van het dagelijks leven te brengen. „Beat-muziek waarover wij een kunstzinnig oordeel voor het ogenblik opschorten is in elk geval een ideale brug naar de jeugd die, ook door mid del van liederen, de waarden van de geest leert kennen". Beat-muziek is niets nieuws in de r.k. kerk. Een decreet van het oecumenisch concilie over de liturgie, heeft de weg gebaand voor het eventueel gebruik van popritmen en jazz in diensten en in een ander decreet is dit thema het vo rige jaar nader uitgewerkt. In de hele wereld zijn reeds proeven met beat-muziek in de diensten opgeno men, het allerlaatst nog in Rome, waar eencombo, „The Ultimates" genaamd, geregeld in missen speelt, in 't Institute van St. Alessio. Maar Radio-Vaticana is zich eerst dit jaar met „de pop-muziek" gaan bezig houden en haar proefprogramma, dat ook in de uitzendingen in vreemde ta len werd opgenomen, heeft gemengde reacties gewekt. Seminaristen van het Lateraans Se minarie te Rome vroegen om meer lief- DEN HAAG Uit voorlopige cijfers welke het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft gepubliceerd blijkt, dat het totaal aantal studenten aan de Ne derlandse universiteiten en hogescho len is toegenomen van 70 800 in april 1967 tot 78 300 in april 1968 (stijging 11 procent). Het aantal eerstejaarsstudenten steeg in het genoemde tijdvak van 14 300 tot bijna 15 000 (5 procent). De meeste studierichtingen droegen in de stijging van het aantal eerste jaars bij, in het bijzonder de studie in de godgeleerdheid (21 pet), maatschap pijwetenschappen (8 pet), waaronder aardrijkskunde (52 pet), opvoedkunde (27 pet), geschiedenis (20 pet) en psy chologie (11 pet). Behalve deze aantallen studenten wa ren bij de universiteiten nog bijna 2800 studenten ingeschreven, die studeer den voor een universitair mo-akte- examen, tegen 2 500 een jaar geleden. Hieronder waren in beide jaren bijna 700 eerstejaars. des- en protestliederen, om de tegen woordige jeugd te leren kennen, maar een oudere priester gaf uiting aan be zorgdheid over het aantasten van de ernstige toon van hét station. Pater Pellegrino zegt evenwel, dat het programma zal worden gehandhaafd en dat elke zondagavond een nieuw geestelijk onderwerp zal worden geïl lustreerd met beat-liederen. „Aldus zullen menselijke waarden op moderne en waardige wijze worden ge demonstreerd", zeide hij. DJAKARTA De oudste dochter uit het huwelijk van ex-president Soe karno van Indonesië en mevrouw Fat- mawati, de 22-jarige Megawati, is in het huwelijk getreden met een tweede luitenant van de Indonesische lucht macht, die in de Sovjet-Unie is opge leid. De godsdienstige plechtigheid werd gehouden ten huize van mevrouw Fat- mawati in Kebajoran en werd bijge woond door ir Soekarno, bloedverwan ten en vrienden. Officiële belangstelling was er niet. De bruidegom, Surindro Supiarso, is de zoon van een arts en voormalig schoolvriend van Megawati. Megawati is het eerste kind van Soe karno dat gehuwd is. GALWAY (Ierland) De 29-jarige Britse parachutistenkapitein John Rid geway heeft zijn tien meter lange jacht „English Rose IV" klaargemaakt voor de eerste zeereis rondom de we reld zonder tussenlandingen. Hij hoopt op 1 juni voor zijn gevaar lijke, 48 000 km lange reis uit Ierland te vertrekken, de plaats van vertrek is het eiland Inishmore in de baai van Galway, 48 km ten zuidwesten van het gelijknamige graafschap. In 1966 is hij al eens met een mede parachutist, sergeant Chay Blyth uit Cape Cod, Massachusettes (VS), in 'n roeibootje over de Atlantische Oceaan naar Ierland gevaren. Dat was in 1966 en zij deden er 392 dagen over. De reis die Rdigeway nu wil onder nemen, betekent voor hem 400 dagen eenzame afzondering op zee. Hij zal zelfs de prestatie van Sir Francis Chi cester, die op zijn reis om de wereld van het vorige jaar een tussenlanding in Australië heeft gemaakt om te rus ten en vers proviand in te nemen, in de schaduw stellen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 12