Ook de Grieken hebben
hun Bonnie en Clyde
BARBARA VAN HEEMSKERK WERD NOG OP
HET NIPPERTJE VAN DE DOOD GERED
Bij Harrods kan men alles kopen
2.'oraenhincl
de docliteró
vein
RADIO-VATICANA ZENDT
„POP-MUZIEK" UIT
Miss Honeywell
loopt er
„hip" bij
Oekraïnse na
elf jaar niet
bang meer voor
Sovjet-agenten
Gangsterbendes met vrouwen niets nieuws
Navel
Te vondeling leggen: een zeldzaam misdrijf
Aantal studenten
nam toe met 11
Soekarno heeft
gehuwde dochter
John Ridgeway
wil record van
Lord Chichester
verbeteren
PROCES
GEEN GARANTIE
MOEILIJK
TOEKOMST
INPAKKEN DIE LEEUW
A Een van de grote trekpleisters op
de tentoonstelling van electronica
en automaten in de Britse hoofdstad
is „Miss Honeywell", een robot ge
maakt door de president van de ge
lijknamige Amerikaanse fabriek. De
robot-miss ziet er zeer natuurgetrouw
uit, maar is inderdaad een pop, die,
bestuurd door een uitgebreide appa
ratuur, vele handelingen kan verrich
ten.
MELBOURNE Een Oekraïnse ste
wardess dié ruim elf jaar geleden ver
dwenen was van het schip waarmee de
Russische ploeg naar de Olympische
Spelen in Melbourne was gekomen, is
dinsdag boven water gekomen. Naar zij
op een persconferentie vertelde, was zij
destijds ondergedoken bij Oekraïnse
immigranten. Na twee maanden werd
zij door de Australische politie gevon
den, maar kreeg politiek asiel. In het
geheim trouwde zij met een Oekraïnse
kraandrijver en woont sindsdien in een
voorstad van Melbourne. Zij zei nu niet
meer bang te zijn voor Sovjet-agenten.
LONDEN Er Is zeer onlangs in
Londen een telefoongesprek gevoerd,
dat aldus verliep: „Kunt u ons voor
een van onze cliënten een levende rhi
noceros leveren en dan willen we ook
graag de prijs weten". Het ant
woord kwam onmiddellijk: „Vijfdui
zend pond, aan huis bezoigd".
Er werd niet gebeld met een die
rentuin of een club van dierenbe
schermers in Afrika. Men draaide:
Sloane 1234, het nummer van het wa
renhuis Harrods, „het grootste in Euro
pa", zoals men mij hier vertelt. „Wij
kunnen hier alles", zegt een keurige
heer van Harrods in een zwart pak en
stijve witte boord. „Wij verzekeren uw
leven en knippen uw haar, wij repare
ren uw schoenen en kopen aandelen
voor u. Wij regelen uw bankzaken, le
ren u golfspelen, richten uw huis in
en zoeken een school voor uw kind. Bij
ons kunt u een Rolls huren voor een
dag of een maand, wij arrangeren uw
safari, drukken de invitaties voor uw
feest en bakken uw cake. Wij willen er
niet meteen over beginnen, maar onze
begrafenisafdeling heeft al de aardig
ste mensen begraven."
Ik knipper even met de ogen. Och,
het is wat ongewoon voor de bewoner
van het vasteland, nietwaar? Ik zie ons
thuis nog niet zo snel naar de Bijenkorf
lopen om een school te zoeken, noch
naar V en D om de begrafenis van een
oom te regelen
„Harrods is een toeristische trek
pleister" had me een landgenoot in
Londen gezegd en de man heeft gelijk.
Hier wandel ik door een geweldige
knots van een warenhuis met zes ver
diepingen, dat even voor vijftigduizend
gulden een suite in het koninklijk pa
leis van Bagdad inrichtte.
Harrods beweert dat het alles voor
iedereen op elk moment kan leveren.
Op de vleesafdeling zegt een slager:
„Ik kan me niet voorstellen dat er één
soort vlees is dat u nu bij mij bestelt
en dat ik niet op staande voet voor u
kan afsnijden." De kaasafdeling heeft
tweehonderd soorten kaas in voorraad
en bij de bakkerij kan ik kiezen uit 23
soorten brood.
Maar men houdt er in het warenhuis
toch ook rekening mee dat er eens een
jeugdige rondloopt die wel zou willen'
hebben, maar niet kan betalen. „De
televisiecamera's zien u", staat er op
alle pilaren vermeld. Vingers thuis dus.
„Wij maken van je torso meer" lees
ik op een strook papier en dat gebeurt
dan allemaal als ik het hippe truitje
koop dat erbij staat opgestelVlak
ernaast bikinibroekjes voorzien van 'n
soort „patronengordel", waarin de ver
schillende lipsticks gestoken kunnen
worden. Doosjes met acht soorten (in
acht kleuren) wimpers, opplaknagels in
alle soorten en een hele bak vol met
kleine badslipjes.
Ja, als ik directeur van de VW in
Londen was gek idee! dan zette
ik Harrods inderdaad op mijn lijstje,
naast de Westminster en de Tower.
Ik kan, als ik daar zin in heb, in Har
rods een borreltje organiseren voor 15
vrienden, maar ook een diner voor 1000
gasten. Ik kan er een hond, een poes of
een tortelduif kopen, maar ook een bos-
aapje of een slang. En een leeuw
maar die is niet dezelfde dag lever
baar.
In de laatste oorlog heeft Harrods
nooit zijn deuren gesloten en het per
soneel maakte, in de vrije tijd, vlieg
tuigonderdelen in de kelders.
Harrods weet dat het geen klein
winkeltje is. „Iedereen die een
beetje belangrijk is en naar Londen
komt, die komt naar Harrods", vindt
men in het warenhuis.
En de uitsmijter die ik meekrijg is
ook niet mis.
„We kregen eens een brief van een
jongetje", hoor ik. „Zijn moeder
waarschijnlijk een van onze klanten
had hem een geografische quiz opge
geven. De vragen en antwoorden za
gen er zo uit:
Wat is de hoofdstad van Frank
rijk? Parijs.
Wat is de hoofdstad van Italië?
Rome.
Wat is de hoofdstad van Engeland?
Harrods.
ATHENE Reeds dansen de eerste ba
retten op en neer op de boulevards
van Athene.
Bonnie en Clyde de film en de daar
uit voortgekomen mode hebben
vreugde verschaft aan de Griekse tie
ners. Actrices, die richting geven aan
de stromingen in de mode, zijn ge
fotografeerd in „Bonnie-styi".
Ofschoon minirok voorkwam op de slag
velden van het oude Griekenland en
voortleeft in het uniform van de sol
daten van de koninklijke lijfgarde de
Euzonen, heeft hij nooit echt ingang
gevonden bij de Griekse meisjes. Uit
cijfers van de kleinhandel over het
vorig jaar blijkt, dat weinig meer dan
10 procent van de Atheense meisjes
tussen 15 en 22 jaar ooit een minirok
heeft gekocht.
De geschatte uitgave aan minirokken
net iets meer dan 300.000 Ameri
kaanse dollars is nauwelijks een
vierde van het geld, dat werd uitge
geven aan de knie-hoge laarzen, die
een Grieks been flatteren en het ge
hele land hebben veroverd.
Maar thans beginnen de warenhuizen,
die de tienermarkt voorzien, voorra
den van lange rokken met ceintuurs
en baretten aan te leggen.
De Griekse Bonnie was Coela Chris-
zij zelf ook een Bonnie en Clyde heb
ben gehad.
De Griekse Bonnie was Cocla Chris-
tophilea en de Clyde haar broer, An
dreas.
Hun strafproces is in 1930 een van de
grote gebeurtenissen van dat jaar ge
weest in Grieknland.
Coela en Andreas waren de kinderen
van een onbelangrijke figuur in de
Atheense onderwereld, die een com
binatie van een restaurant en een ple-
zierhuis dreef.
Toen hij tien jaar was, kreeg Andreas
vader weggenomen en in 'n weeshuis
„Vader placht te zeggen, dat een man,
die met een pistool weet om te gaan,
nooit geldzorgen behoeft te hebben",
zou hij tot de politie hebben gezegd.
De jongen bracht zijn tienerjaren af
wisselend in en buiten de gevangenis
sen door. Het meisje werd van haar
vader weggenomen en in een weeshui
van de staat geplaatst, waar zij een
opleiding tot naaister kreeg, later
voltooid in een opvoedingsgesticht.
Hé, wacht eens even, is dat iets
voor meneer zelf? Oh, neen, ik heb
het al gezien. „Voor de man die alles
heeft" staat er op een doosje en de in
houd bestaat uit een borsteltje. „Ter
reiniging van de navel". Kosten vier
gulden.
En elke employé van Harrods zegt
„Sir" of „Madam", ongeacht wie
er binnenkomt, al is het koningin Eli
sabeth, want ook zij winkelt in dit huis
zoals men er niet zonder trots mee
deelt. En niemand ontkomt aan dat
„Sir". Ook niet de dukes en de earls,
de knight en de baronnen.
De twee kwamen weer bij elkaar, toen
Andreas 19 was en Coela 17. Zij be
gonnen een misdaad-syndicaat en An
dreas benoemde haar tot plaatsver
vangend leidster van zijn bende van
vier leden. Op haar aandringen gaf
hij haar zijn pistool en benoemde haar
tot „beul".
In de zomer van 1929 werd een Atheen
se taxichauffeur met name Tsan-
gad dood in zijn taxi gevonden. Hij
was door het hoofd geschoten en be
roofd. De politie vernam, dat hij op
de avond van zijn dood was gezien
met een in het rood geklede jonge
vrouw met een baret op het hoofd in
zijn wagen.
Twee maanden later werd een tweede
taxichauffeur, Nikitards genaamd,
met gevaarlijke hoofdwonden in zijn
taxi gevonden. Hij herstelde en deel
de de politie mee, dat een in het rood
geklede vrouw met een baret op had
geprobeerd hem dood te schieten,
maar dat haar pistool had geketst.
Schreeuwend had zij hem met het pis
tool op zijn hoofd geslagen tot hij be-
wustelios was en zij had hem vervol
gens beroofd. Tenslotte werd de gang
sterbende opgerold.
Coela, nog altijd in het rood gekleed en
met haar baret op het hoofd, werd
voor een verhoor naar het hoofdbu
reau van politie gebracht en bekende.
Zij vertelde de politie, dat zij haar eer
ste moord had gepleegd in het be
gin van 1929. Haar slachtoffer was
toen een oude man, die haar voor
een prostituée had gehouden en met
haar het bos was ingegaan.
„Toen ik mijn pistool trok, smeekte hij
mij zijn geld te nemen en hem te la
ten leven, maar ik schoot hem dood",
zou Coela ijskoud hebben gezegd.
Haar tweede moord werd onder over
eenkomstige omstandigheden gepleegd
op een Franse toerist, die nooit is ge
ïdentificeerd.
Met het van hem gestolen geld opende
haar broer Andreas, een speelhol,
waar hij en de rest van zijn bende
tenslotte werden gearesteerd.
Broer en zuster zijn in 1930 tezamen in
een propvolle rechtzaal berecht.
Het proces was een sensatie in de pers
van die dagen. Beiden ontsnapten
evenwel dank zij hu:i jeugd nog aan
't vuurpeleton. Zij werden tot le-vens-
lang veroordeeld en stierven in de ge
vangenis aan tuberculose eerst An
dreas en daarna Coela.
HEEMSKERK Vijftien mei. De
kerkklok in het Noordhollandse
plaatsje Heemskerk, even boven het
Industriebekken van IJmuiden, Velsen
en Beverwijk, slaat zes uur. Sjirp
Reindert Smidt, rangeerder van be
roep, werkzaam bij de Hoogovens te
IJmuiden en 41 jaar oud verlaat zijn
woning in de Elbestraat. Bestemming:
zijn werkterrein in IJmuiden.
Op de stoep van zijn huis ziet hij een
plastic zak met daarin twee handdoe
ken en een baby. Schrik is zijn eerste
reactie; hij belt de politie, weinige mi
nuten later ontfermen mensen van de
Rijkspolitie zich over een meisje dat
zeven pond blijkt te wegen, maar dat
een lichaamstemperatuur heeft die ang
stig laag is.
Een haastig aangelegde thermometer
in het ziekenhuis van Heemskerk wijst
aan dat de temperatuur van het kindje
de 28 graden nauwelijks haalt. Er komt
een couveuse, de behandelend arts
verklaart, zonder handdoeken en plas
tic gezien te hebben: het meisje kan
wel eens van Spaanse of Italiaanse
ouders zijn.
Heemskerk heeft een vondelinge.
Op het politiebureau buigt de opper
wachtmeester der Rijkspolitie J. A.
Okel zich over strafrecht en strafvorde
ring. Een kind te vondeling leggen is
in Nederland, zeker na de jaren dertig,
een vrij uniek misdrijf.
Artikel 256 van het wetboek stelt dat
hij, die een kind beneden de zeven jaar
te vondeling legt met het oogmerk er
zich van te ontdoen, wordt gestraft met
ten hoogste vier jaar en zes maanden.
„Maar", zegt opperwachtmeester
Okel, „als door dit te vondeling leggen
zwaar lichamelijk letsel ontstaat kan
een straf worden opgelegd van zeven
jaar en zes maanden, als de dood in
treedt zelfs negen jaar en als het mis
drijf door de vader of de moeder wordt
gepleegd, wat in Heemskerk duidelijk
het geval is geweest, kan de opgelegde
straf nog eens met een derde worden
verhoogd."
„Daar heeft de wetgever dan weer te
genovergesteld, dat als het misdrijf
wordt gepleegd uit vrees voor ontdek
king van de bevalling, kort na de ge
boorte, het maximum tot de helft van
de straf verminderd kan worden. Bij
kindermoord, het doden tijdens of di-
recht na de bevalling, kan een straf
worden opgelegd van ten hoogste zes
jaren. Tussen te vondeling leggen en
het doden van een pasgeboren kind ligt,
in strafmaat dus vrij weinig verschil."
„Dat is maar goed ook", zegt opper
Okel. „Het te vondeling leggen, zeker in
dit geval, is bepaald niet zo onschuldig
of romantisch als het naar voren is ge
komen. Er is duidelijk in paniek gehan
deld, maar diezelfde paniek had voor
het kindje fataal kunnen zijn. Welis
waar herinnert de vinder zich, dat
's morgens om kwart voor vier op zijn
huisbel is gedrukt toen de man een
auto hoorde wegrijden maar dat
simpele belletje is geen garantie geweest
voor het openen van de deur en het
naar binnen halen van de baby."
„De dader of daderes had, toen hij of
zij wegreed, dus geen enkele zeker
heid dat de baby naar binnen zou wor
den gehaald. Door de kou was de
lichaamstemperatuur extreem laag ge
worden.
Het onderzoek van de politie van
Heemskerk heeft zich gezien het ver
moeden van de Spaanse herkomst afge
leid onder andere uit merkjes op de
handdoeken en de plastic zak die om
net hoofdje zat uitgestrekt tot het
Noordhollandse industriegebied rond
IJmuiden en Velsen.
„Zo'n onderzoek", zegt opper Okel,
„is zeer moeilijk. Zeker bij dit soort za
ken is er te weinig contact tussen poli
tie en burgerij. Grote steden zoals Rot
ter dan met wijkagenten hebben daarbij
een pré boven gemeenten met een min
dere politiebezetting. In feite zou het zo
moeten zijn, dat iedere politieman in
iedere straat een oudere bewoner zou
moeten hebben bij wie hij regelmatig
om inlichtingen zou kunnen aankloppen
Dan is de kans groter dat dit soort
misdrijven wordt opgelost."
Op het bureau bevolking van Heems
kerk zegt de chef van de burgerlijke
stand H. Hooghiemstra: „Het komt
zelden voor dat een kind te vondeling
wordt gelegd. Tegenwoordig doodt men
niet gewenste baby'» makkelijker."
Het burgerlijk Wetboek bevat tal
van bepalingen die met het te vonde
ling leggen verband houden. Zo is er
de kwestie van de naamgeving, waar
over de ambtenaar van de burgelijke
stand F. Sant zegt: „Het is beslist niet
juist dat de verpleegsters de baby een
naam zouden hebben gegeven. De wet
voorziet daarin, want artikel 33 van het
Burgerlijk Wetboek stelt dat de vinder
van een vondeling verplicht is het kind
een naam te geven."
De heer Smidt de eerlijke vinder
heeft de baby Barbara van Heems
kerk genoemd: Barbara voor vreemde
linge, vreemdelinge van Heemskerk.
Daarmee was de naamkwestie gere
geld. De aangifte werd compleet met
handdoeken en plastic zak omdat de
wet ook „de sporen" in dergelijke ge
vallen eist mede door opper Okel ge
daan.
Blijft over de toekomst van Barbara
van Heemskerk, inmiddels uit de cou
veuse en voorspoedig groeiend in het
ziekenhuis van Heemskerk.
Ook in die toekomst voorziet het wet
boek. Zelfs al zou nu nog de moeder
komen opdagen, dan nog is het lang
niet zeker dat zij Barbara van Heems
kerk terugkrijgt. Het Wetboek van
Strafrecht laat de beslissing aan de
rechter. Hij kan in zijn vonnis over het
te vondeling leggen ook ontzetting uit
de ouderlijke macht opnemen.
Voor Barbara van Heemskerk ziet
het er nu zo uit: De raad voor de kin
derbescherming in Haarlem zal samen
met de rechtbank beslissen wat er met
de baby gaat gebeuren. Er zijn twee
mogelijkheden: Een: een kindertehuis:
twee: een normaal gezin, dat Barbara
opneemt en haar, na drie jaar en bin
nen bepaalde leeftijdsgrenzen voor de
ouders, kan adopteren.
De raad heeft aan het bureau bevol
king van Heemskerk laten weten dat
het er in zit dat Barbara naar een
pleeggezin gaat. Daarmee zijn dan de
tientallen briefschrijvers en brief
schrijfsters die zich tot 1. de burge
meester, 2. de politie, 3. de burgerlijke
stand, 4. het ziekenhuis, 5. Barbara
zelf hebben gewend, gerustgesteld.
liÉllI?
.O-:!
Wat doen wij met moeder vroeg nog niet zo lang geleden een
fraaie gekleurde omslag van een veelgelezen weekblad. Foto en vraag leken
mij echter slecht bij elkaar te passen, want de oma die illustreren moest hoe
moeilijk haar bergingsprobleem was zag er wel bijzonder aantrekkelijk uit.
Flatteus wit kapsel, modieuze mosgroene jumper, knappe vriendelijke trekken.
Het meest voor de hand liggende antwoord op de gestelde vraag was
ongetwijfeld: Zo spoedig mogelijk in kennis brengen met een goed gecon
serveerde, hoffelijke, niet onbemiddelde weduwnaar. De rest lossen zij dan
samen wel op. Want voor die weduwnaar is het probleem wat er met hem
gedddn moet worden, nog wél zb urgent. Met een alleenstaande moeder op
jaren loopt het in de regel wel aardig los. Als zij in een beknopt, maar gezellig
verzorgingsflatje wordt geïnstalleerd is er doorgaans tot haar tachtigste en
vaak nog later geen enkele reden om zich van familiewege over haar het
hoofd te breken. Het duurt lang eer een levenslustige redelijk gezonde vrouw
met voldoende belangstelling in het leven werkelijk hulpbehoevend wordt.
Maar in het geval van de weduwnaar op latere jeeftijd is de vraag: Wat
doen wij met vader veel eerder en dringender om een antwoord verlegen.
Want vader, als hij alleen achterblijft, in qen leeg huis weet zich maar bijster
slecht te redden.
Tot de onzalige dag dat zijn vrouw werd begraven aangenomen dat zij
niet lang bedlegerig is geweest liep het met zijn verzorging doorgaans op
rolletjes. Hij had, meestentijds, een geroutineerde vakbekwame kracht bij
zich inwonen, die zijn maaltijden klaarmaakte en opdiende met een nauwkeurige
kennis van zijn favoriete kostjes en dieet. Bovendien werden zijn overhemden
met toebehoren keurig schoon en op tijd klaargelegd, zijn garderobe onder
houden, zijn bed opgemaakt, zijn koffie en thee en glaasje van het een en
ander geserveerd op een wijze waaraan weinig meer te verbeteren vieil.
Hij behoefde geen hand uit te steken, tenzij naar zijn kopje of zijn bestek.
Hoogstens leverde hij een kleine bijdrage aan het gezinsonderhtoud afge
zien van de financiën door af én toe met een tas en een boodschappenlijstje
de stad in te gaan.
Wat moet zo'n prima verzorgd persoon beginnen als die geruisloos en
efficiënt werkende huishoudster hem plotseling ontvalt. (Over de gevoelsmatige
leegte willen wij bij dit praktische probleem nog niet eens praten). Zijn
ontreddering is volkomen, zijn hulpeloosheid even groot als van een zuigeling.
Hij staat daar niet alleen met twee linkerhemden, hij weet daarmee ook
hoegenaamd niets aan te vangen. Er moet dus op een of andere manier
ingesprongen worden, en fortuinlijk is de oudere weduwnaar, die een waardige
dochter van moeder binnen bereik heeft. Is zij getrouwd, dan kan hij er
misschien terecht voor zijn was en zijn warme maaltijd, zolang hij nog fiks
ter been is de rest kan een werkster wel af. Heeft hij nog een ongetrouwde
dochter thuis of in de buurt, dan wordt het bedrijf op de oude voet voortgezet,
ook al heeft dochterlief een baan buitenshuis. Niemand behoeft haar te leren
passen en meten om een huishouding en een werkkring te combineren
daartoe is zij wel gedwongen, ook als zij moederziel dlleen op kamers of
in een flatje woont. De familie ziet dus geen vraagteken meer achter: Wat
doen wij met vader Laten waar hij is, en hem af en toe eens 's zondags te
eten vragen. Heeft zus ook eens een vrije dag.
Nog onlangs sprak ik zo'n zus, die met vader de acht kruisjes gepas
seerd, maar nog flink ter been en helder van hoofd op een flatje was
getrokken en kans zag, buiten haar dagtaak als ambtenares daar voor hen
beiden een ordelijk en gezellig huis te scheppen. Vraag haar maar niet wat
haar dat aan inspanning en handigheid kost om beide taken zo goed mogelijk
te volbrengen. Waarbij zij moet oppassen, vooral niet overbelast of ziek te
worden, want dan loopt de boel binnen twee dagen onherroepelijk spaak.
Een gebonden en opofferend leven In zekere zin wel, maar er staan ook
compensaties tegenover. Zij heeft aanspraak en gezellig aan de oude man, voor
wie zij onmisbaar is. Hij doet boodschappen verricht kleine hand- en span
diensten, staat er borg voor dat zij nooit van haar werk een leeg en koud huis
binnenkomt. En met hun gecombineerde inkomsten kunnen zij zich eens
een extraatje permitteren.
Maar als straks onvermijdelijk de hoge ouderdom met gebreken komt
Als hij slecht ter been of bedlegerig wordt, aan geheugenverlies gaat lijden
en alleen niet meer vertrouwd is in huis Wat moet dochterlief dan met vader
doen Haar baan opgeven en hem verzorgen, en verplegen zolang dat thuis
nog kan Bij harde noodzaak heeft ze het er voor over, maar wat zijn dan
voor haar de consequenties Dat zij zichzelf na vaders dood de terugkeer in
de maatschappij heeft afgesneden. Een betaalde hulp in huis nemen die
haar bij de oude man tijdens haar afwezigheid vervangt Waar haalt zij zo
iemand vandaan, en hoe kostbaar wordt dat Vader overbrengen naar een
bejaardencentrum, waar hij wel een griepje mag hebben maar niet blijvend
verpleegd kan worden Ouder wordende vaders blijven de zorgenkinderen
van hun dochters.
VATICAANSTAD Radio-Vaticana
heeft besloten, elke week een half uur
pop-muziek te gaan uitzenden.
Leider van het programma, waarvan
reeds enkele proefuitzendingen de ether
zijn ingegaan onder de titel „Geeste
lijke waarden in de liederen van deze
tijd)" is een Italiaanse priester.
Te beginnen met 9 juni wordt het
half uur „pop" een vast onderdeel van
de radio-programma's onder de nieuwe
titel: „Zeg mij hoe gij zingt".
Doel van het programma is volgens
de leider, pater Pellegrimo, de Vati
caanse radio binnen de werkelijkheid
van het dagelijks leven te brengen.
„Beat-muziek waarover wij een
kunstzinnig oordeel voor het ogenblik
opschorten is in elk geval een ideale
brug naar de jeugd die, ook door mid
del van liederen, de waarden van de
geest leert kennen".
Beat-muziek is niets nieuws in de r.k.
kerk. Een decreet van het oecumenisch
concilie over de liturgie, heeft de weg
gebaand voor het eventueel gebruik van
popritmen en jazz in diensten en in
een ander decreet is dit thema het vo
rige jaar nader uitgewerkt.
In de hele wereld zijn reeds proeven
met beat-muziek in de diensten opgeno
men, het allerlaatst nog in Rome, waar
eencombo, „The Ultimates" genaamd,
geregeld in missen speelt, in 't Institute
van St. Alessio.
Maar Radio-Vaticana is zich eerst dit
jaar met „de pop-muziek" gaan bezig
houden en haar proefprogramma, dat
ook in de uitzendingen in vreemde ta
len werd opgenomen, heeft gemengde
reacties gewekt.
Seminaristen van het Lateraans Se
minarie te Rome vroegen om meer lief-
DEN HAAG Uit voorlopige cijfers
welke het Centraal Bureau voor de
Statistiek heeft gepubliceerd blijkt, dat
het totaal aantal studenten aan de Ne
derlandse universiteiten en hogescho
len is toegenomen van 70 800 in april
1967 tot 78 300 in april 1968 (stijging 11
procent).
Het aantal eerstejaarsstudenten steeg
in het genoemde tijdvak van 14 300 tot
bijna 15 000 (5 procent).
De meeste studierichtingen droegen
in de stijging van het aantal eerste
jaars bij, in het bijzonder de studie in
de godgeleerdheid (21 pet), maatschap
pijwetenschappen (8 pet), waaronder
aardrijkskunde (52 pet), opvoedkunde
(27 pet), geschiedenis (20 pet) en psy
chologie (11 pet).
Behalve deze aantallen studenten wa
ren bij de universiteiten nog bijna 2800
studenten ingeschreven, die studeer
den voor een universitair mo-akte-
examen, tegen 2 500 een jaar geleden.
Hieronder waren in beide jaren bijna
700 eerstejaars.
des- en protestliederen, om de tegen
woordige jeugd te leren kennen, maar
een oudere priester gaf uiting aan be
zorgdheid over het aantasten van de
ernstige toon van hét station.
Pater Pellegrino zegt evenwel, dat
het programma zal worden gehandhaafd
en dat elke zondagavond een nieuw
geestelijk onderwerp zal worden geïl
lustreerd met beat-liederen.
„Aldus zullen menselijke waarden op
moderne en waardige wijze worden ge
demonstreerd", zeide hij.
DJAKARTA De oudste dochter
uit het huwelijk van ex-president Soe
karno van Indonesië en mevrouw Fat-
mawati, de 22-jarige Megawati, is in
het huwelijk getreden met een tweede
luitenant van de Indonesische lucht
macht, die in de Sovjet-Unie is opge
leid.
De godsdienstige plechtigheid werd
gehouden ten huize van mevrouw Fat-
mawati in Kebajoran en werd bijge
woond door ir Soekarno, bloedverwan
ten en vrienden. Officiële belangstelling
was er niet.
De bruidegom, Surindro Supiarso, is
de zoon van een arts en voormalig
schoolvriend van Megawati.
Megawati is het eerste kind van Soe
karno dat gehuwd is.
GALWAY (Ierland) De 29-jarige
Britse parachutistenkapitein John Rid
geway heeft zijn tien meter lange
jacht „English Rose IV" klaargemaakt
voor de eerste zeereis rondom de we
reld zonder tussenlandingen.
Hij hoopt op 1 juni voor zijn gevaar
lijke, 48 000 km lange reis uit Ierland
te vertrekken, de plaats van vertrek is
het eiland Inishmore in de baai van
Galway, 48 km ten zuidwesten van het
gelijknamige graafschap.
In 1966 is hij al eens met een mede
parachutist, sergeant Chay Blyth uit
Cape Cod, Massachusettes (VS), in 'n
roeibootje over de Atlantische Oceaan
naar Ierland gevaren. Dat was in 1966
en zij deden er 392 dagen over.
De reis die Rdigeway nu wil onder
nemen, betekent voor hem 400 dagen
eenzame afzondering op zee. Hij zal
zelfs de prestatie van Sir Francis Chi
cester, die op zijn reis om de wereld
van het vorige jaar een tussenlanding
in Australië heeft gemaakt om te rus
ten en vers proviand in te nemen, in
de schaduw stellen.