WAT WIJ GELOVEN Discussie-interviews met vooraanstaande kerkelijke figuren in Nederland W£ m A Ds. C. Langbroek - als majoor in dienst JJat geestelijk gehandicapten bijzondere benadering nodig hebben, ook wat betreft kerkdiensten, wordt door de oudervereniging „Philadelphia" als vaststaand aangenomen. Op de najaarsverga dering 1964 te Arnhem werd aan dit probleem opvallende aan dacht besteed. Afgevaardigden van afdeling Veenendaal trokken huiswaarts met het voornemen deze materie zo spoedig mogelijk op haar bestuursvergadering te behandelen, daar Veenendaal in een bijzonder gunstige positie verkeerde, daar er maar één ouder vereniging bestond, die tevens de goodwill van de kerken en de plaatselijke gemeente bezat. Op een Philadelphia-avond in „Tref punt", november 1964, waar dr. C. Graafland sprak over „Zij zijn van ons geslacht", kwam bij de bespreking de klemmende vraag uit de aanwezigen naar voren: „Waarom doet de kerk niets, maar laat het alleen bij woorden?"... Op de eerstvolgende be stuursvergadering werd door één van de bestuursleden een schema ingediend hoe een bijzondere kerkdienst kon worden ge realiseerd in interkerkelijk verband. Na enkele wijzigingen werd dit schema verzonden naar het predikantenconvent, met het ver zoek zo mogelijk in het eerste kwartaal van 1965 te komen tot het houden van deze diensten. Hier werden de historische woor den gebezigd: „Hieraan mogen wij ons niet onttrekken!" Op deze vergadering werd ds. C. Langbroek, die reeds naam gemaakt had met zijn lezing over „De gestoorde schaapjes"... aangewezen als contactpersoon tussen het convent en Philadel phia. Daar ds. Langbroek zich zeer actief betoonde werd hem ver zocht voor te gaan in de eerste bijzondere dienst voor deze men sen, welke hij voorgaande vergadering aanbood te willen leiden en die gehouden werd in gebouw „Eltheto", op 11 april 1965. Lan delijk had dit een sneeuwbaleffect. Na verloop van tijd werden in tal van plaatsen deze diensten gehouden, terwijl het momen teel nog steeds verder uitgroeit. jfn ons gesprek met majoor ds. C. Langbroek, predikant bij de Christelijke Gereformeerde kerken en tevens lid van het hoofdbestuur van de Landelijke vereniging „Philadelphia" en voorzitter van de „Stichting Dagverblijven voor Gehandicapten" voor Zuidoost-Utrecht, waren we beiden op onze hoede, niet op dwaal- of zijsporen terecht te komen. Deze veldprediker-theoloog is militant in zijn optreden, waarbij hij graag het gelijk aan zijn zijde heeft. Dat dat niet altijd zo zijn kan, gaf hij in de loop van onze discussie toe. Ds. Langbroek is gespecialiseerd in de problemen rond de geestelijke gehandicapte mens, zowel op psy- chologisch-pedagogisch als theologisch gebied; hoewel dit laat ste uiteraard zijn bijzondere attentie heeft. Diverse studies heeft hij er dan ook over achter de rug, wat resulteerde in verschil lende redevoeringen en publikaties, hoewel ds. Langbroek zelf ontdekt in deze materie nog geen volle rijpheid van denken te hebben bereikt. Het is alles nog in een stadium van ontwikkeling waarin eens ingenomen standpunten nog wel eens op de helling komen. Hij is de man die landelijk steeds meer in de aandacht komt door het houden van speciale kerkdiensten voor deze gehandicap ten. Met recht kan dan ook Langbroek een pionier genoemd wor den, ten aanzien van dit steeds verder ontwikkelende dienstwerk in en aan de Kerk. Dat de dominee-veldprediker ook over het militarisme er een eigen mening op nahoudt, zal blijken uit on derstaand verslag van het gevoerde gesprek. DOMINEE LANGBROEK KUNT U ONS WAT BIOGRAFISCHE GEGEVENS VERSCHAFFEN?... Ik ben op 20 oktober 1927, te IJmuiden te water gelaten. Ik doorliep de Lagere School en de Ambachtsschool. Toen kreeg ik begeerte predikant te worden en i*k maakte reeds mijn eer ste „preken". Na MULO werd ik in de oorlogstijd geëvacueerd, naar Wormerveer. Toch deed ik in 1944 eindexamen. Ik bestudeer de werken van Waterink en Fernhout en begon een zelfstudie La tijn en Grieks. BLEEF HET DAARBIJ?... Toen ik weer terugkwam in IJmuiden bezocht ik het gym nasium te Haarlem. Dertien kilometer op de fiets. Daarna aan de VU te Amsterdam. Tenslotte heb ik nog drie jaar in Apel doorn gestudeerd. In juli 1955 voltooide ik daar mijn studie en deed op 30 oktober 1955 mijn intrede (tevens bevestiging) in Nieu we Pekela. Ik stond daar tot 6 augustus 1961. In 1958-1959 was ik legerpredikant bij de parate troepen te Assen, 43ste Bataljon- infanterie, Chassee. Op 6 augustus 1961 kwam ik in Veenendaal en ik deed 1963-1964 dienst als legerpredikant depot Bussum. Ik volgde een pastoraal-psychologische leergang en een pastoral- clinical training, beide te Utrecht. Sinds 1 juli 1967 ben ik reva- lidatie-pastor in het militaire Revalidatie-centrum te Doorn en Geestelijk Verzorger van het Geniepark te Maarn. WAT IS DAAHVAN DE ESSENTIE?... H«t acciftt valt oo gesprekstnerapie. In de zin van een pas- taraal-psvcholoelsch gesprek. Het wordt geestelijk verzorger ge noemd. Ik werk echter ook samen met artsen, sociale diensten, arbeidsbureau enz. BEVALT HET U GOED?... Ja. Het is natuurlijk wel even integreren. Wat aanpak be treft is het nieuw. ERKENNEN DE MEDICI UW AANDEEL IN HET GEHEEL VAN DE THERAPEUTISCHE "BENADERING?... De artsen erkennen mijn werk als integrerend deel van de revalidatie door het sociaal-medisch-pastorale aspect. Ik heb dan ook alle medewerking van hen. WAT IS EEN „MORAL-OFFICER"?... Dat is de geestelijke verzorger bij de Marine. Het is meer een kwestie van het geven van morele lessen. Mij liet de hoofd- legerpredikant in het militair hospitaal de „pastoral clinical trai ning" volgen. Ik zat in een groep met vier aalmoezeniers. HOE WAS DE VERHOUDING?... Lekker conflictueus! WAS U HET NIET MET HEN EENS Heel wat keren kon ik hartelijk amen zeggen op het ge bied van een aalmoezenier. WAS ER DAN GEEN VERSCHIL?... Als legerpredikant kwam ik veel in aanraking met aal moezeniers. In de geestelijke verzorging volgen zij dezelfde stijl als predikanten. MEN ZEGT DAT ZIJ NOGAL EENS VLOEKEN?... Ja, die zijn er wel. Hun levensontwerp is anders dan het onze. Eens at ik met een aalmoezenier in Assen. Bij iedere hap liet hij een knoop. Ik bedacht er wat op en riep dan steeds: Ave Maria. Hij zei: Je moet niet met de Heilige Maagd spotten. Ik antwoordde: Wat doe jij dan? 't Hielp!... KUNT U DE AALMOEZENIERS ALS CHRISTENEN AANVAAR DEN?... De meesten wel. WAS U BLIJ MET UW BENOEMING DOOR HET PREDIKAN TENCONVENT TE VEENENDAAL. ALS CONTACTPERSOON TUSSEN HAAR EN PHILIDELPHIA?... Zeer zeker. Ik vond hier een mogelijkheid, om wat ik zelf bedoelde, door te spelen naar de kerken. Tevens kon ik me dienstbaar maken aan predikanten die het hier moeilijk mee had den. HEEFT HET EEN OORZAAK DAT U ZO GEÏNTERESSEERD BENT BIJ DE GEESTELIJK GEHANDICAPTEN? Wij hadden zelf een kindje dat gezond werd geboren, doch door een kwaadaardige bacil werden haar hersenen aangetast. Hier in Veenendaal ligt haar grafje gedolven... ZIET U EEN SAMENHANG?... Later zie je het soms als een middel om je hieraan dienst baar te maken. God laat ons goede werken doen, die Hij te voren voor ons bereid heeft, lezen we in Efeze 2. Dat doet wel pijn. Het gaat in de weg van zelfverloochening. Daarom is dit de diepste drijfveer van dit werk: dat je er zelf doorheen bent gegaan, dat je het kunt in- en aanvoelen. U LEIDDE DUS DE ABSOLUUT EERSTE DIENST VOOR DE ZE GEHANDICAPTEN?... Er werden natuurlijk diensten gehouden in internaten, dat wel. Maar als kerkdienst in het openbaar, was het op 11 april 1965 de absoluut eerste in Nederland en waarschijnlijk in Europa en misschien ook wel van de wereld. VOLDEED DEZE DIENST?... Hij voldeed wel, doch ik zag dat het 't begin was van een heel moeilijke weg. Maar het ging wel fijn, die eerste preek. ONDERKENDE U SPOEDIG DAT HET EEN SNEEUWBALEF FECT ZOU GEVEN?... Ja, inderdaad. Er kwam veel vraag naar. Door het hoofd bestuur van Philadelphia wordt Veenendaal bezien als een zeer levendige afdeling met veel initiatieven. HOE KWAM DE SNEEUWBAL AAN HET ROLLEN?... Mej. Kamerling, hoofd van een grote BLO-school te Rot terdam was bij deze eerst dienst in Eltheto tegenwoordig. Ze zei: Dit is het en hij is het. Daarmee doelde ze op mij. Het klinkt wat belabberd, maar God geve de gave. Door haar toe doen kwamen er in Rotterdam verscheidene diensten. De eer ste dienst leidde ik in Kralingen. Er was een enorme toeloop. De politie moest het verkeer regelen. De kerk bleek te klein. We gingen de zaak splitsen wn gebruikten twee kerken. Zo kwam het dat ik daar soms twee zondagen achter elkaar moest gaan preken. KUNT U NOG MEER PLAATSEN NOEMEN WAAR U IN DE ZE DIENSTEN PIONIERDE?... Ik sprak te Utrecht, Hilversum, Zwolle, Harderwijk, Nun- speet, Huizen, Bennekom, Hoogeveen, en misschien zijn het er nog wel meer. Het is nog in volle gang. WORDT HET IN DIE PLAATSEN OOK OVERGENOMEN DOOR ANDEREN?... Ja, toch kwam dat in Rotterdam moeilijk op gang. In Utrecht ging dat wat sneller. Daar gaat het uit van de Ned. Herv. kerk. Het is mijn streven er echte kerkdiensten van te maken. Het moet niet uitgaan van een commissie die er zelf emotioneel bij betrokken is. In Veenendaal zijn er momenteel ook kerkdiensten; erediensten. ZAL DEZE SNEEUWBAL BLIJVEN ROLLEN NAAR UW ME NING?... Het is niet meer tegen te houden. Het is een bevrediging van een levendige behoefte van de ouders der gestoorde schaap jes. HEEFT U NOG SPECIALE PLANNEN DAAROMTRENT? Rotterdam vroeg of ik bereid was zulk een dienst te hou den voor de t.v. Als dat dienstbaar gemaakt kan worden aan het Koninkrijk Gods, ben ik daartoe zeker bereid. Al is het al leen maar dat je dan zovelen bereikt die anders nooit ergens kunnen komen. KAN ELKE PREDIKANT DERGELIJKE DIENSTEN HOUDEN? Er is behoefte aan predikanten die hiermee methodologisch overweg kunnen. Men vroeg mij reeds predikanten hierin weg wijs te maken. Maar... kunst gaat voor wetenschap! HOE BEDOELT U?... Er moet voor dit werk een bepaalde feeling bestaan. Toch wil ik graag iets doen. Ik stel mij voor dat dit ondergebracht moet worden aan de theologische faculteit van de universiteit. DOCEERT U REEDS?... Ik ben docent in pastorale psychologie aan de bijbelschool te Doorn. WILT U DAT DAN OOK DOEN AAN DE UNIVERSITEIT?... Als God het geeft... maar het gaat niet om mij. Ik wil het een beetje bescheiden doen. Al is het maar dat het op gang gebracht wordt. Ik ben dankbaar dat het uiteraard al op gang gekomen is. Ook zijn er contacten met de universiteit. ACHT U DE UITDRUKKING „GESTOORDEN" JUIST?... Sommige ouders storen zich daaraan. Daarom spreek ik te genwoordig liever over mensen met een geestelijke handicap. MEN BEWEERT WEL EENS DAT U HUN GESTOORD ZIJN NORMALISEERT, DAT ER DUS EIGENLIJK WEINIG OF GEEN VERSCHIL BESTAAT ALS ZIJNDE SCHEPSEL GODS Wat is normaal en wie is normaal? Als men de gehandi capten in een bepaalde cultuur-setting plaatst, dan ja... In Chi na is het een normale zaak dat dames zulke kleine voeten heb ben. Hier ligt dat weer anders. In ons westen is er zulk een over accentuering van het intellect. Daardoor wordt gauw iets ge stoord genoemd. HET INTELLIGENTIEQUOTIËNT ZAL DAAR TOCH OVER BE SLISSEN?... Momenteel twijfelt men veel aan het begrip I.Q. Wij kun nen zeggen dat zij „anders" zijn. GOED. MAAR MAKEN WIJ HET DAN NIET MOOIER DAN HET IS?... We laten de andere zijn zoals hij is, zonder te spreken van meer of minder. HET WOORD „ANDERS" WIJST TOCH AL OP IETS ABNOR MAALS?... Wat in het westen abnormaal is, is in een Nomadenstam iets doodgewoons. U kunt in geen psychiatrisch leerboek vinden wat normaal is. Het laatste woord kan ik hier ook niet over zeggen. Waar nog bijkomt dat ook in mijn denken hierover steeds nieuwe gezichtspunten ontdekt worden. U DENKT DUS OVER VERSCHILLENDE DINGEN ANDERS BIJVOORBEELD EEN PAAR JAAR GELEDEN?... Ja, dat is wel zo. Aanvankelijk heb ik misschien in mijn strijd voor de geestelijk gehandicapten hun „anders" zijn te idealistisch voorgesteld. Het verschil in intelligentie is uiteraard toch wel van belang. HET HOUDEN VAN KERKDIENSTEN VOOR DEZE GROEPE RING, IS DAT NIET HET GEVOLG VAN EEN OVERGEVOELI GE FANTASIE. ALS HET GELOOF UIT HET GEHOOR IS, EN ZIJ NIET OP DE JUISTE WIJZE KUNNEN HOREN, IS HET DAN WEL ZINVOL?... Religieus beleven is niet in de eerste plaats een zaak van het verstand. Het gaat de hele mens aan. Omgang met God is niet louter iets intellectueels, veeleer een emotionele zaak. De liefde is niet een verstandelijk begrip. Liefde is een totaal be naderen, een totaal openstaan voor de ander. WORDEN ZIJ ZODANIG BEREIKT?... Dat geloof ik zeker. Vaak komen zij veel dichter bij de essentie van het evangelie dan wij. Het verstand kan de mens in de weg staan. LAAT DAT ZO ZIJN. MAAR KENNEN ZIJ ONDERSCHEID TUSSEN DE HERE JEZUS EN B.V. ST. NICOLAAS?... Ja, zoals elk kind van 4 a 5 jaar. Ik zoek naar een ambte lijke bediening van het Woord van God. Je moet het krachtens je geloofsvisie verwachten van de Heilige Geest. Vanuit Gods mo gelijkheden. Dan mogen wij aannemen dat zij toch verschil zien met St. Nicolaas. ALS U HET VERSTAND ZO STERK UITSCHAKELT EN HET ZO INTENS VERWACHT VAN DE GEEST, ZOUDT U DAN OOK WILLEN PREKEN VOOR TOTAAL KRANKZINNIGEN Er moet natuurlijk ergens een raakpunt zijn. Toch zit men te veel vast aan het verstand. Tegenwoordig wordt gelukkig meer accent gelegd op het mede beleven. En dit is juist bij de gees telijk gehandicapten vaak heel sterk. Zij spreken vaak van hun dominee, hun kerk, enz. Kennis van de bijbel is geen intellectu ele zaak. God doet geen beroep op ons verstand. Kennis is, schriftuurlijk gezien, bekennen, gemeenschap beoefenen. Wiskun de is een kennen van zo is het. of zo is het niet. Een rationele sfeer dus. Ik wil het liever fenomenologisch verklaren en bena deren... *5: v i+i*{ |P 1 V-S j ÏL-*-» - &|p% -•* w>X: X V is WAT WILT U DAARMEE ZEGGEN?... Als men een muziekstuk beluistert is men zo anders inge steld dan wanneer men een wiskundevraagstuk oplost. En zo treedt ook deze „andere" mens in zijn zo-zijn, in de belevings wereld. Een kopje is vol, een emmer is ook vol. Wat vol is, daar hoeft niet meer bij. ALS HET GELOOF DAN ZO STERK EEN ZAAK VAN BELE VEN IS, WAAROM DAN EEN APARTE DIENST TE HOUDEN VOOR DEZE MENSEN, ZIJ KUNNEN IMMERS SAMEN MET DE „NORMALEN" HET GELOOF BELEVEN IN ééN DIENST? Het is niet alleen om hun verminderd I.Q., maar hun ge heel „anders" zijn. HUN I.Q. SCHIET DUS VOOR EEN NORMALE DIENST TE KORT?... Zoals bij de meeste mensen. Er zijn immers allerlei dien sten nodig. Er bestaan industrie-predikanten, schippers-predikan- ten, enz. Het gaat om hun gehele belevingswereld. UW REDE GEHOUDEN OP WOENSDAG 28 NOVEMBER 1962 „DE GESTOORDE SCHAAPJES VAN DE GROTE KUDDE" WERD UITGEGEVEN EN VERSPREID. OP PAGINA 6 LEZEN WE UW STELLING DAT DE HERE GOD DE WEERLOZE MENS IN BESCHERMING NEEMT EN HET VOOR HEM OP NEEMT. MAAR WAT VINDT U ER DAN VAN DAT OP BEVEL VAN GOD BIJV. EEN MELAATSE GEHEEL GEÏSOLEERD MOET WORDEN VAN DE MAATSCHAPPIJ? IS UW STELLING NIET WAT AAN DE ROMANTISCHE KANT?... Deze geboden in Leviticus raken de cultus. Vergelijk bij voorbeeld het materiaalgebruik. Dat was het fijnste goud van Ofir, een volkomen lam. De priesters moesten zich vaak wassen. In het cultische was een streven naar het volkomene. Daarin was enerzijds voor het on volkomene en het mismaakte geen plaats. Anderzijds was dit cultisch volkomen indienststaand van dege nen die zichzelf niet konden helpen. Zo waren het juist de pries ters en de Levieten die zich moesten bezighouden met de me laatsen. IN WEZEN MAAKT GOD DUS TOCH ZELF ONDERSCHEID?... Als u het zo scherp stelt... De indruk wekt het wel, ja. Maar... God laat zijn zon voor rechtvaardigen en goddelozen op gaan... er moet een begrip zijn voor verhoudingen (dominee spreekt langzaam en nadenkend, komend tot nieuwe gezichtspun ten). DISCRIMINEERT GOD FEITELIJK DE MINDER BEGAAFDE? Zo lijkt het misschien wel... toch geloof ik niet dat dat dis criminatie is... iemand moet zelf weten... wat kan en niet kan. Kijk eens (dominee wordt plotseling concreter) als God mij een spraakgebrek geeft moet ik niet blijven doorspreken. Dan vraagt God dat ook niet meer van mij. Binnen dit raam moeten wij het zien en laten staan, zonder aan discriminatie te denken. HOE VINDT U HET DAT GOD HELE STEDEN LIET UIT ROEIEN, VAN KLEIN TOT GROOT?... Ik weet daar geen antwoord op. Ik geloof dat wij dat in de context, in het verband, moeten laten staan. Deze vragen zijn in onze tijd zo maar niet op te lossen. ZIJN WIJ DAN VERDER DAN IN DIE TIJD?... Wacht eens. Er gaat mij een licht op. Wij moeten dit alles zien in de samenhang van de middelmuur des afscheidsels, die door Christus doorbroken is. Wat vroeger duister was, is nu licht. Christus heeft veel doorbroken. Hoe heeft hij niet de posi tie van de vrouw omhooggehaald. Vroeger werden alleen jonge tjes besneden, nu worden meisjes en jongetjes gedoopt. Hoewel dus ook in het O.T. reeds krachtig gesproken wordt dat God zijn ontferming richt op alles wat weerloos en zwak is en reeds in psalm 72 geprofeteerd wordt, dat de grote Koning de ellendi- gen des volks zal richten en de nooddruftigen redden, mitsga ders de ellendigen en die geen helper heeft, komt dit in het N.T. nog sterker tot ontwikkeling. HOE ZOU U DAT WILLEN VOORBEELDEN?... Als onze blik valt op de grote Koning, die zich openbaart als de Goede Herder, bemerken wij dat Hij alom het oog van Zijn genade wendt tot de misdeelde en uitgerangeerde mens. Mensen, die hun handen niet goed kunnen gebruiken, die niet nor maal kunnen praten, die blind en kreupel zijn. Over hen werd Hij met innerlijke ontferming bewogen. En zo moet ook de ge meente van Jezus Christus zich ontfermen over hen die niet ve le edelen en niet vele machtigen zijn. Het verachte heeft God uitverkoren. Laten wij ze tot Christus laten komen, zonder ver hindering. IS DE KERK DEZE ROEPING NAGEKOMEN?... Als wij de historische gegevens nagaan blijkt dat de kerk het niet altijd zo heeft gezien en nageleefd. Ook gemeenteleden spraken en spreken hard en kil over onze afwijkende kinderen. HET IS DUS BETER EEN BEETJE MEEWARIG TE DOEN?... In het mooie boekje „Scheel Engeltje" van Mr. J. v. d. Hoeven komt een passage voor, waarin mevrouw v. d. Hoeven met haar kind, een mongooltje, in een winkel hoort zeggen: „Ah, wat een stakkertje. Wat erg hè Een van de eerste ta ken van de Chr. gemeente is om te laten blijken dat zij anders mee leeft dan de buitenwereld. Geen beklag, s.v.p. Geen neer buigende meewarigheid, maar ze moet onze kinderen zien door de ogen van de Goede Herder. Juist deze schaapjes behoeven ex tra mals gras en een extra groene weide. IS HET DUS NIET ERG EEN MONGOOLTJE TE ZIJN?... Inzonderheid wanneer u spreekt over een mongooltje, is dat echt de vraag nog. Die vriendelijkheid en aanhankelijkheid bij dit type is soms ontroerend. Het lijken wel engeltjes. Toch is er een spanning. Je vindt het zelf ook wel erg als je een mon gooltje krijgt. ALS IK DE VRAAG MAG STELLEN: HOE VOND U DAT VAN UW EIGEN KINDJE?... Ons kindje was geen mongooltje. Een vreselijke bacil ver woestte haar hersentjes. Dat vonden wij heel erg. Dank zij Gods genade hebben wij het toch kunnen verwerken. U BENT ZELF PASTOR, DAAROM STEL IK EEN MEDISCH- PASTORALE VRAAG MET EEN FELLE PERCEPTIE: KOMT ZULK EEN BACIL VAN GOD OF VAN DE DUIVEL?... Naar mijn overtuiging is het zo, dat je dit per geval moet zien. Vroeger was ik daar concreter in, ik vond dat zo iets be slist van de duivel moest komen. Nu erken ik dat ouders het kunnen beleven als een „kwaad, dat Hij ons uit zijn Vaderhand in dit aardse jammerdal toebeschikt"... Wij bidden immers of Hij alle kwaad van ons weren, óf... ons ten beste keren wil. U DENKT HIER NU DUS RIJPER OVER?... Ja, maar dat heeft wel jaren geduurd. Niettemin kan de duivel een concrete rol spelen. Er is ook hierin een duel tussen God en satan. Zie het verhaal van Job. God blijft echter Zijn doel in het oog houden, ondanks de satanische machten. KAN GOD, MET EERBIED GEZEGD, DE DUIVEL DAN NIET WAT HARDHANDIGER AANPAKKEN God werkt niet langs linialen. Hij gebruikt geen passers en mallen, althans niet zoals wij die kennen. IS ER SPRAKE VAN GODS STRAFFENDE HAND, ALS HU OUDERS ZULK EEN KIND DOET GEBOREN WORDEN?... Dat is een grote misvatting. God heeft er wél een bedoe ling mee, maar niet omdat genoemde ouders groter zondaars zou- wmtm Op deze wijze „preekte" ds. Langbroek voor de geestelijk gehan dicapten uit Jeremia 31: „Een stenen hart kei met hart erop ge tekend) en een vlezen hart" (hart van spons). Deze voorbeelden sloe gen in! den zijn, dan andere. Wel kan er sprake zijn van eigen schuld, bijv. bij overmatig drankgebruik of andere uitspattingen die een geboorte biologisch kunnen beïnvloeden. HEEFT DIE ZWAKZINNIGE MENS VOOR GOD DEZELFDE WAARDE ALS EEN NORMAAL MENS? ZO JA, MOETEN ZIJ DAT DAN OOK HEBBEN VOOR DE KERK Corrie ten Boom heeft de roeping der kerk begrepen. Toen ze in de oorlog aangehouden werd omdat ze Joden hielp en haar gevraagd werd door de S.D. wat ze in haar vrije tijd deed, ant woordde zij: „In mijn vrije tijd doe ik aan evangelisatiewerk on der zwakzinnigen". „Vindt u dat niet jammer van uw tijd?", vroeg de S.D.-er. „Mij dunkt, het heeft toch meer nut een nor maal mens te bekeren dan een zwakzinnige". Toen heeft ze ge antwoord, dat voor Jezus andere normen golden dan bij de men sen, dat de Bijbel getuigd dat Zijn liefde allereerst uitgaat naar het zwakke, verachte, verlorene en kleine. „Misschien", besloot ze, „is in de ogen van de Heere een zwakzinnige meer waard dan u en ik". LIGT DIT ANTWOORD NIET OP EEN EMOTIONEEL-IDEA- LISTISCH VLAK?... -i— Het is evangelie! Het is de roeping der kerk, deze gestoor de schaapjes te zien door de ogen van de Goede Herder. Dit zal zichtbaar moeten worden in de houding van de gemeente t.a.v. onze afwijkende kinderen. U STELT CONCREET DAT DEZE KINDEREN BEHOREN BIJ DE GROTE KUDDE EN DUS BEHOUDEN WORDEN. IS DAT BEWIJSBAAR?... Ja, op grond van het Verbond Gods. De kinderen zijn door God in het Verbond betrokken. Hun behoud ligt vast in de belof te van het evangelie. Zij kunnen het Verbond niet bewust breken. HET IS DUS EEN PRE, ALS JE GEHANDICAPT BENT?... Het ligt nooit in het gehandicapt-zijn als zodanig, maar wel in Gods belofte en dat is voldoende. STELT U DAT NIET WAT VLOT?... Een bijbelse bewijsgrond is toch zeker wel Gods bijzondere barmhartigheid tegenover degenen die zichzelf niet kunnen red den. Zie hoe Jezus omgaat met kreupelen, lammen, blinden enz. Daarom ligt de grond niet in de gehandicapte, of ih het geloof van zijn ouders, maar in de barmhartigheid Gods. Meer niet. Toch moeten we dit niet te automatisch gaan stellen. DAT LIJKT ER ANDERS WEL OP... Onze belijdenis zegt dat we niet mogen twijfelen aan de verkiezing en zaligheid van onze jong gestorven kinderen. Dat be tekent niet dat men nu maar aan het sterfbedje de Dordtsche leer regels moet gaan voorlezen. God moet de ouders er voor rijp maken, dat zij deze permissie geloven. Door het geloof moet het omhelst worden. Zo ook bij onze zwakzinnige mede-christenen. IS DIT EEN PRIVé-UITSPRAAK VAN U, OF LEERT DE KERK DIT?... De kerk heeft hier nog geen uitspraken over gedaan. Daar om zou ik graag enkele concrete zaken aan de orde stellen: Het is niet voldoende dat er in de derde doopvraag gevraagd wordt: „Of gij niet belooft en u voorneemt dit kind, waarvan gij vader en moeder zijt, als zij tot het verstand zullen gekomen zijn in de voorzeide leer naar uw vermogen te zullen onderwijzen of te doen en te helpen onderwijzen". Hier wordt dus alleen maar ge zegd, dat, als ze niet tot hun verstand komen, de ouders ontsla gen worden van het onderwijs geven in de leer der godzaligheid. Doch er wordt niet gezegd, wat ze dan wel mogen doen en wat ze toch mogen hopen. Er behoort hierin dus een restrictie ge maakt te worden voor ouders, waarvan het kind tijdens het op groeien, afwijkend blijkt te zijn. EN HUN VERKIEZING EN ZALIGHEID?... Het is niet genoeg, dat de kerk zich wel uitspreekt in haar belijdenisgeschrift dl. 1 par. 17, over „de verkiezing en zalig heid" van jong gestorven kinderen; maar dat wij als ouders van het afwijkende kind niet weten wat de kerk belijdt over de ver kiezing en zaligheid van onze kinderen. Bovendien heeft de kerk in het bijzonder geestelijk leiding te geven aan de ouders van de gestoorde kinderen. Niet het minst in de samenkomst der gemeente hen in de dienst der gebeden te herdenken. De kerk heeft te belijden dat ook deze gestoorde schaapjes zowel als de anderen in de gemeente Gods begrepen zijn. Zo belijdend dient ook haar houding en medeleven jegens hen en hun ouders betoond te worden. Ook dient zij deze gehandicapten gelegenheid te geven tot openbare geloofsbelijdenis en deelneming aan de viering van het Heilig Avondmaal. HOE MOET EEN PREDIKANT IN DIENST ZIJN?... Als dienaar van Jezus Christus, in de krijgsmacht. OM HET LEGER WAT OP TE PEPPEN?... Ik ben er als burger van het Koninkrijk der hemelen en tegelijk als burger van het Koninkrijk der Nederlanden. Dus na mens God en namens de Koningin. HOE BENT U ER IN DE EERSTE PLAATS?... Primair ben ik er een poppetje namens de Heere God. Ik ben namelijk door de kerk gevraagd. VINDT U EEN KRIJGSMACHT ANNO 1968 VERANTWOORD?... Zeker, het is plicht. Juist vanuit christelijk standpunt. Een goed christen, is een goed soldaat. MAAR JEZUS ZEGT TOCH: BRENG UW ZWAARD WEDER OP ZIJN PLAATS, WANT ALLEN DIE NAAR HET ZWAARD GRIJ PEN ZULLEN DOOR HET ZWAARD VERGAAN?... Jezus werd getrokken in het Joods-nationale vlak. Dat wil de Hij juist niet. IS DAN HET LIEFDEGEBOD IN OVEREENSTEMMING TE BRENGEN MET OORLOG?... Er is een collisie van plichten en verantwoordelijkheden waarover wij in onze gebroken samenleving nooit tot een verge lijking zullen komen. WAS JEZUS' HOUDING VAN WEERLOOSHEID NIET DE BES TE OPLOSSING?... Ja, als de anderen het ook deden. EEN CHRISTEN MAG ZICH DUS AANGORDEN TOT DE STRIJD?... Hij draagt niet individueel de verantwoordelijkheid. Hij voert strijd in dienst van de Overheid en die draagt het zwaard niet tevergeefs ZIET DAT NIET OP DE UITOEFENING VAN DE POLITIËLE MACHT?... Het behelst het gehele vraagstuk van militarisme of paci fisme. Paulus stelt uitdrukkelijk dat de overheid mag beschikken over een legermacht en dat wij haar hebben te gehoorzamen. U VOELT DUS NIET VOOR PACIFISME?... Nee, beslist niet. We moeten nuchter in deze tijd staan. DOMINEE LANGBROEK, ONZE HARTELIJKE DANK VOOR UW BEREIDWILLIGHEID TOT MEDEWERKING AAN DIT OMVANGRIJKE E NNAAR WE MENEN BELANGRIJKE GE SPREK... Copyright: Rik Valkenburg

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 12