Aantal studenten uit arme
landen sterk verminderd
Kapitaalsoverdracht ten
koste van beurzen
Bij levertransplantaties
meer goede resultaten
■^^TOPICPal
20 senoritas
„Verdere expansie voor
wegvervoer mogelijk"
X
DEZE COUPON IS
VOOR JONGE VAK
MENSEN DIE BEREID
ZIJN HUN VAKKENNIS
MET ANDERE
MENSEN TE DELEN.
2.-
PvdA-enquête
onder leden
en oud-leden
in Utrecht
DOCTORANDUS WIERP BEDEESD KNUPPEL IN
HOENDERHOK VAN NED. ONTWIKKELINGSHULP
Ontwikkelings
project in
Benelux-verband
Elf Turken en
Italianen
uitgewezen
Staatssecretaris Van Son:
„jProeftuin der
democratie
De Stichting Nederlandse Vrijwilligers zoekt voor projecten in Ivoorkust, Kenia,
Zambia, Columbia en Peru: landbouwkundigen, veeteeltkundigen, pluimveetelers,
bijentelers, automonteurs, bouwkundigen, landmeters, verpleegsters met kraam-
of wijkaantekening, verloskundigen, operatiezusters, radiologisch-laboranten,
maatschappelijk werkers (maatschappelijk opbouwwerk), groepsleiders(sters)
met kinderbescherming A-B, leraressen landbouwhuishoudkunde en leraressen
huishoudkunde.
DOORPRATEN
ANGSTWEKKEND
INHEEMS KADER
MOEILIJK
SPANNINGEN
DANK ZIJ BETERE BEWAARTECHNIEK:
PERSPECTIEVEN
SCHOENWINKELIERS
WILLEN MEER ZON
DETECTIVEROMAN
ZATERDAG 8 JUNI 1968
(Van een onzer redacteuren)
De aanleiding tot de bijeenkomst was volstrekt ongevaarlijk: Berkenhoven,
het centrum voor buitenlandse studenten in Nederland, bestond dezer da
gen één jaar.
Naar goed vaderlands gebruik hadden zich enkele tientallen dames en heren
In het centrum, op de grens van De Bilt en Zeist, verzameld om daar te luiste
ren naar een aantal sprekers, die zouden spreken over problemen.
Nog steeds niets opzienbarends, want op welke bijeenkomst in Nederland
wordt niet over problemen gesproken? Maar de eerste spreker was drs. C. A
van Ravenswaaij en hij smeet vriendelijk en wat bedeesd enkele welgeschapen
knuppels in het toch al zo rumoerige hoenderhok, waarin de Nederlandse ont
wikkelingshulp wordt bedisseld.
Zijn betoog maakte diepe indruk op
de aanwezige deskundigen, want drs.
Van Ravenswaaij is niet alleen docent
in de politieke sociologie aan 't Institute
of Social Studies in Den Haag (waar
afgestudeerden uit ontwikkelingslanden
korte zeer gespecialiseerde cursussen
krijgen), hij werkt tevens aan een rege
ringsopdracht over ontwikkelingshulp
Zijn wat verlegen stem verpakte de
fcittere pillen in een waas van veront
schuldiging, maar deze vriendelijkheid
kon de feiten niet wegdrukken: Het Ne
derlandse beleid voor ontwikkelings
hulp schijnt bijna geruisloos een ande
re koers te gaan varen. De hulp gaat
zich toespitsen op kapitaalsoverdrach
ten ten koste van studiebeurzen en ten
koste van Nederlandse deskundigen
hulp.
Tijdens de discussie na de inleiding
werd uit de zaal gemeld, dat de Ne
derlandse instituten, die cursussen ge
ven aan jonge mensen uit de ontwikke
lingslanden zonder cursisten dreigen
te komen en dat er steeds meer jonge
vaderlanders, die zich jarenlang we
tenschappelijk hebben voorbereid op
uitzending naar ontwikkelingslanden,
in de afgelopen maanden te horen heb
ben gekregen dat het jammer is van
hun studie maar dat er van hun deskun
digheid geen gebruik zal worden ge
maakt.
In de zaal was ook een vertegen
woordiger van de minister van ontwik
kelingszaken aanwezig. Hij deed een
dappere poging om zijn tak van dienst
te verdedigen, maar hij kwam niet ver
der dan de mededeling, dat er over de
ze ontwikkeling vragen waren gesteld in
de Tweede Kamer en dat het ministe
riële antwoord moest wotden afge
wacht.
Na de discussie wilde de heer Van
Ravenswaajj de lunch laten wachten om
enkele punten met mij door te praten.
Hij is 33 jaar en in Den Haag geboren.
In Amerika en in Leiden studeerde hij
sociologie. Toen hij in 1965 doctoraal
examen deed, was hij al twee jaar do
cent aan het Institute of Social Studies.
In 1965 kreeg drs. Van Ravenswaaij
van de toenmalige minister Bot opdracht
een onderzoek in te stellen naar de re
sultaten van de studie, die jonge men
sen uit ontwikkelingslanden in Neder
land volgen. Voorts werkt hij aan een
Unesco-rapport over de aanpassings
problemen van de studenten uit ontwik-
gelingslanden in de geïndustrialiseerde
landen. Aan dit onderzoek werkten
ook Polen, Zuidslavië en Hongarije mee.
Dit alles heeft hem vanaf de op
richting al een zeer kostbaar lid ge
maakt van D' 66, waar hij lid is van
de studiegroepen ontwikkelingshulp en
vredesstrategie.
Omdat hij in zijn inleiding soms wat
erg voorzichtig was geweest vroeg ik
hem of er ronde cijfers bekend zijn.
Hij begint zijn antwoord met te ver
klaren dat hij louter voor eigen ver
antwoording heeft gesproken: „Ik heb
niet gesproken als staflid van het Instu-
tute of Social Studies. Ook heb ik geen
gebruik gemaakt van gegevens die ik
tijdens het nog niet afgesloten onder
zoek voor de regering heb gekregen.
Uit gesprekken met instituutsfunctio
narissen is mij echter gebleken, dat
het aantal cursisten uit ontwikkelings
landen angstwekkend sterk terugloopt.
Er zijn op dat terrein geen officiële in
formaties te krijgen, waardoor een zui
ver inzicht erg moeilijk wordt".
Waarom zijn kapitaaloverdrachten
aan ontwikkelingslanden ongewenst?
„Etisch is het verdedigbaar. Het ont
wikkelingsland wordt als volwaardige
partner gezien, maar naar mijn in
zicht kan dat alleen succes hebben als
in het ontwikkelingsland het juiste in-,
heemse Kader aanwezig is. Anders is
het denkbaar dat de kapitaalhulp wordt
gebruikt om een sociale ontwikkeling
die de heersende klasse ongewenst
voorkomt, te frustreren".
Tot nu toe gaf Nederland zijn hulp
voor een belangrijk deel in de vorm
van studiebeurzen aan studenten in ont
wikkelingslanden. Zij volgden hier ech
ter geen volledige opleiding, maar alleen
een specialistencursus. Welke voordelen
heeft dat?
ADVERTENTIE
„Als studenten uit ontwikkelingslan
den hun hele studie in geïndustrialiseer
de landen voltooien, is de kans zeer
groot dat zij na hun studie niet meer
teruggaan naar hun eigen land. Ten eer
ste zijn ze gewend geraakt aan het leef
klimaat in een geïndustrialiseerde maat
schappij. In de staat New York werker
meer Perzische artsen dan in heel Per-
zië"
„Bovendien vindt de studie aan onze
universiteiten soms geen enkele aan
sluiting bij de problemen in de ontwik-
lingslanden. Ten slotte kunnen er zich
in een ontwikkelingsland tijdens lang
durige afwezigheid zoveel oplitieke ver
wikkelingen voordoen, dat de studenten
na terugkomst geen kans meer krijgen
om hun kennis toe te passen".
„Daarom juich ik het Nederlandse
systeem toe. Aan ongeveer tien institu
ten komen afgestudeerden uit de ont
wikkelingslanden die in hun eigen
land dus al een bepaalde positie hebben
zich in vrij korte tijd specialiseren
in het oplossen van problemen, die zich
in hun land voordoen".
Bjj loutere kapitaalsoverdracht kun
nen die studenten toch ook naar onze
instituten komen?
„Als de regeringen in de ontwikke
lingslanden zelf over de besteding van
de economische hulp mogen beslissen,
kiezen ze wellicht prestige-projecten.
Ook sturen ze hun studenten dan wel
licht liever naar Amerika of Rusland,
omdat daar gunstiger voorwaarden gel
den. Hierdoor zou een prachtig stuk
ontwikkelingswerk dat Nederland in
vijftien jaar heeft opgebouwd en dat zijn
doeltreffendheid heeft bewezen, verlo
ren gaan".
Is de situatie nu ai dreigend voor
de Nederlandse instituten?
„Het is moeilijk een juist overzicht
te krijgen. Wel is het bekend dat het
aantal studenten uit de ontwikkelings
landen vrij plotseling sterk aan het da
len is. Naast een wijziging in het rege
ringsbeleid, zijn wellicht ook te grote
ambtelijke barrières als oorzaak aan
te wijzen. Zo moeten de studiebeurzen
voor 1969 al voor juli 1968 aan de Ne
derlandse ambassades in de ontwikke
lingslanden worden aangevraagd. De
meeste ontwikkelingslanden kunnen nog
niet zover vooruit plannen. Het zou te
overwegen zijn ontwikkelingsattachés te
benoemen, die in de ontwikkelingslan
den de juiste voorlichting over de moge
lijkheden in ons land kunnen geven en
die tevens de administratie voor de ont
wikkelingshulp kunnen beheren".
Drs. Van Ravenswaaij vermijdt zo
veel mogelijk het woord ontwikkelings
hulp; hü gebruikt liever „ontwikkelings
samenwerking". Waarom?
„In de geïndustrialiseerde landen
wordt ontwikkelingshulp te veel gezien
als een economisch probleem. Ontwik
keling is echter het omschakelen van
oude, gevestigde waarden naar nieuwe
waardepatronen. Als dit proces gepaard
gaat met duidelijke conflicten tussen de
vertegenwoordigers van de oude en die
van de nieuwe waarden, dan is er spra
ke van ontwikkelingsproblematiek".
Drs. C. A. VAN RAVENSWAAIJ
kapitaal in plaats van kennis
„Vooral in het licht van de jongste
gebeurtenissen is het duidelijk dat ook
de geïndustriaseerde landen ontwikke
lingslanden zijn, die wellicht veel zullen
moeten leren van de niet-geïndustriali-
seerde landen. Er is dus een uitwisse
ling mogelijk, een wederzijdse beïnvloe
ding, een wederzijdse overdracht van
ervaring en kennis".
„Prof Van Baal heeft het erg duide
lijk gezegd: „In de jongere groeperin
gen leeft een nieuwsoort internationa
lisme, waarin een stuk internationale
solidariteit is verweven".
DEN HAAG Nederland en België
hebben besloten gezamenlijk bij te dra
gen voor de uitbreiding van een hogere
landbouwschool in Kongo (Kinsjasa).
Dit is een onderdeel van de samenwer
king in Beneluxvcrband op het gebied
van ontwikkelingshulp. Van de zijde
van de Nederlandse regering is een be
drag van 277.000 gulden beschikbaar ge
steld. Vrijdag is de overeenkomst tot
medefinanciering ondertekend. In to
taal zijn de kosten van het project op
550.000 gulden begroot.
De school in kwestie, de „Ecole Tech
nique Supérieure d'Agricole" ligt in
Mondongo in de provincie Lisala en is
de enige onderwijs-instelling van dit
type in het noorden van het land. Zo'n
school kan worden vergeleken met de
Nederlandse Rijks Hogere School voor
tropische landbouw.
De scholen zijn opgenomen in het na
tionale Kongolese landbouwplan en
worden ook door de overheid gesubsi
dieerd.
Na de uitbreiding zal de school aan
200 leerlingen plaats bieden. Bij de op
leiding zal de nadruk worden gelegd op
de gemeenschapsontwikkeling, waartoe
praktisch werk in de omgeving zal wor
den verricht.
De aanvrage voor dit project werd in
gediend door het missiecentrum Scheut
te Brussel.
AMSTERDAM Vrijdagmorgen
hebben de medische deskundigen, op
de tweede dag van het symposium over
orgaantransplantaties in Amsterdam.
zich gebogen over de problemen van
beenmerg-, lever- en pancreas (al-
vleesklier)transplantaties. Op deze we
reldtopconferentie van chirurgen is
openhartig verslag gedaan van de ope
ratieve resultaten van soms experi
mentele transplantaties.
Prof. dr. Ph. Mikaeloff uit Lyon en
prof. dr. T. D. Starzl uit Denver be
spraken de vorderingen bij levertrans
plantaties. Reeds 12 jaar lang worden
deze op dieren en in de laatste tijd ook
op mensen uitgevoerd. Tot de zomer
van 1967 was het resultaat echter prak
tisch nihil. Van de ongeveer veertig
patiënten leefde er geen langer dan 'n
maand na de ingreep.
De problemen lagen, volgens prof.
Starzl, niet zozeer bij de afstotingswer
king van het lichaam, dan wel bij de ge
brekkige conserveringstechniek voor
de lever. Deze conservering is noodza
kelijk, omdat de lever na de transplan
tatie zo snel mogelijk moet werken. Een
kunstorgaan, ter tijdelijke vervanging,
is onmogelijk, aangezien dit orgaan
zeer ingewikkeld is opgebouwd.
Twee factoren hebben nu succesvolle
resultaten mogelijk gemaakt bij lever-
transplantaties. Dat is een verbeterde
conserveringstechniek en toepassing
van anti-lymphocytenserum. Met de in
Denver ontwikkelde conserveringsme
thode (bewaartjjd 24 uur) zijn sinds de
zomer van '67 negen levertransplanta
ties verricht, waarvan 5 met goed ge
volg. Een patiënt draagt thans al elf
maanden de lever van een donor.
Vijf weken geleden werd de eerste
levertransplantatie in Europa verricht.
Het Engelse team van chirurgen aan
de universiteit van Cambridge ope
reerde toen een vrouw van middelbare
leeftijd. Haar toestand is nog steeds
§oed. Volgens dr. M. N. van dier Hey-
e, sectievoorzitter van het symposium,
hebben de chirurgen meer moed ge
kregen op succes bij levertransplanta
ties.
Het nadeel is, dat een dergelijke ope
ratie technisch moeilijker is dan bij
voorbeeld een niertransplantatie.
Tijdens de ochtendzitting zijn ook de
pancreas- en de beenmergtransplanta
tie besproken, door resp. prof. dr. R.
C. Lillehei uit Minnesota en dr. L.
Schwartsenberg, assistent van de afwe
zige prof. dr. G Ma-the uit Parijs.
In tegenstelling tot andere orgaan
transplantaties, waarbij het lichaam de
neiging heeft het nieuwe orgaan af te
stoten, heeft het donorbeenmerg een
nadelige invloed op het lichaam. Het
risico van een beenmergtransplantatie
is, dat de patiënt een secundaire ziek
te kan krijgen en daaraan overlijdt.
Tot dusver was dit steeds het geval.
Ook de pancreastransplantatie ver
keert nog in een experimenteel sta
dium. Pas in de verre toekomst zijn
grotere ontwikkelingen mogelijk, al
dus dr. Van der Heyde na afloop.
DELFT De politie in Delft heeft
negen Turken en twee Italianen aange
houden. De Turken bleken niet in het
bezit te zijn van een vergunning tot
voorlopig verblijf in ons land. De Italia
nen zwierven zonder middelen van be
staan door de stad. Alle elf buitenlan
ders zjjn uitgewezen en op transport ge
steld naar hun land. De Turken waren
via Zuid-Italië en België ons land bin
nengekomen.
De Amsterdamse politie heeft de 42-
jarige Marokkaanse fabrieksarbeider
M. H. aangehouden, die ervan wordt
verdacht gisternacht in een pension aan
de Willemsparkweg een 32-jarige land
genoot ongeveer vijftien messteken te
hebben toegebracht. Vermoedelijk han
delde de man in een vlaag van ver
standsverbijstering. Voor zover bekend,
is het slachtoffer niet levensgevaarlijk
gewond.
ADVERTENTIE
ROTTERDAM „In de laatste tien jaar is ons reële nationale inkomen niet
minder dan 60 pet. gestegen. W|j zien in dezelfde periode het vervoerde gewicht
door het binnenlands beroepsgoederenvervoer over de weg met 85 procent en
over de binnenwateren met 45 procent toenemen. De vervoerprestatie in ton-ki-
lometers uitgedrukt steeg nog veel meer. Ook het internationale vervoer maakt
een sterke ontwikkeling door. Het grensoverschrijdend beroepsgoederenvervoer
over de weg biedt in steeds grotere mate zjjn diensten op de Europese markt
aan. In de laatste tien jaar is het vervoerde gewicht bijna vervijfvoudigd. Alleen
al van 1966 op 1967 nam het vervoerde gewicht met niet minder dan vijftien pro
cent toe. Hierbij komt dan nog, dat het aandeel van de Nederlandse vrachtauto
in dit vervoer geleidelijk aan groeit. Was dit aandeel in 1962 ongeveer 59 pet., in
1967 was dit reeds tot 65 procent gestegen".
Met deze uitspraken heeft de staats
secretaris van Economische Zaken,
drs. L. J. M. van Son, die vanochtend
in de Rotterdamse Doelen het 21ste be-
roepsvervoercongres van de N.O.Bj-
Wegtransport heeft geopend, nog eens
de expansie van deze bedrijfstak willen
onderstrepen, alsmede de grote bete
kenis daarvan voor onze nationale eco
nomie, meer in het bijzonder ook voor
de werkgelegenheid. Eerder had hij
de moeilijkheden van het wegvervoer
aangeroerd en daarbij de verzekering
herhaald, dat de regering zich haar gro
te verantwoordelijheid in dezen bewust
is.
Drs. Van Son merkte verder op, dat
de vergrote vraag naar vervoergele-
genheid voor een belangrijk deel opge
vangen is door een schaalvergroting
van de bestaande bedrijven, die vooral
tot uitdrukking kwam in een stijging
van het gemiddeld aantal vrachtwagens
per onderneming.
Door verschillende factoren neemt
de arbeidsproduktiviteit van het be
roepsgoederenvervoer over de weg met
gemiddeld nog geen drie procent per
jaar toe; in de industrie is dit percen
tage hoger dan vier.
In de eerste plaats kan men hieruit
als conclusie trekken, dat de eisen aan
het ondernemersbeleid te stellen waar
lijk niet gering zijn. Naast opvoering
van de ondernemersbekwaamheid zal
men, wil men de onderneming rendabel
kunnen houden bij een concurrerende
vrachtprijs, alles moeten doen om de
kosten zoveel mogelijk te drukken en
drs. Van Son dacht hierbij aan verschil
lende vormen van samenwerking.
Tenslotte nog sprekende over de per
spectieven voor deze bedrijfstak, meen
de de staatssecretaris, dat er een aan
tal elementen aan te wijzen zijn, die de
ontwikkeling van het vervoer in positie
ve zin zullen kunnen beïnvloeden, zo
als de voortgezette groei van onze eco
nomie, de toenemende onderlinge af
hankelijkheid van de nationale econo
mieën in West-Europa, de bijzonder
gunstige ligging van ons land en de ont
wikkeling van nieuwe laad- en lostech-
nieken.
Hoéwei dus voor een verdere expan-
ONDERMINISTER VAN SON
nog wel obstakels
O
sie alle voorwaarden aanwezig lijken te
zijn, zijn er toch nog heel wat moeilijk
heden te overwinnen, aldus drs. Van
Son, die daarbij dacht aan de proble
matiek rondom de economische een
wording van Europa, de nog te nemen
obstakels op vervoergebied en de strijd
tegen nationale plannen en regelingen,
die de concurrentiepositie van ons ver
voer rechtstreeks bedreigen.
UTRECHT De Nederlandse schoen
winkeliers zijn over hun omzetten in de
maand mei niet erg te spreken. De ver
kopen zyn ten opzichte van voorgaande
maanden vooral achter gebleven door te
weinig zon, zo menen de winkeliers. De
verkopen voor moederdag waren even
min goed.
Een troost mag zijn, dat de hele mo
desector van het weer afhankelijk is. In
de herenschoenensector is de verkoop
over het algemeen beter geweest, om
dat de weersomstandigheden hier min
der van invloed zijn op de omzetten.
UTRECHT In de stad Utrecht
en een aantal plaatsen ten westen
daarvan wordt een intensief onder
zoek ingesteld naar de betrokkenheid
van de leden der Partij van de Ar
beid bij het politieke gebeuren en
naar de mogelijkheden om het aan
deel van de burger in het bepalen van
het partij- en overheidsbeleid te ver
groten.
De uitvoering van het project, dat
ongeveer twee jaar in beslag zal ne
men en plaats heeft in opdracht van
het bestuur van de Partij van de Arbeid
geschied in twee fasen. De eerste fase
betreft 'een grootscheepse enquête,
waarbij alle leden van de Party
van de Arbeid in het gebied en een aan
tal ex-leden zullen worden betrokken.
In totaal gaat het om ongeveer 3500
mensen.
Het onderzoek zal vooral gericht zijn
op het verkrijgen van gegevens over de
opvattingen, die de leden hebben over
de politiek als zodanig, de partij, het
beleid van de partij en welke mogelijk
heden zij zelf zien en gebruiken om
bij politieke activiteit te worden betrok
ken.
De tweede fase van het project be
treft een uitgebreid programma van
politieke herstructurering, waarvoor
de resultaten van de enquête als basis
gegevens zullen worden gebruikt. De
bedoeling is om in deze fase tamelijk
uitgebreid te experimenteren met ver
schillende vormen van politieke partici
patie, waarbij; indien daartoe aanleiding
bestaat, ook buiten bestaande organisa
torische structuren zal worden gewerkt.
Het uiteindelijke doel is een nieuw
politiek raderwerk te creëren, dat na
afloop van de onderzoekperiode door
de plaatselijke bevolking draaiend wordt
gehouden.
Partijvoorzitter dr. J. G. H. Tans
deelde in Utrecht mee, dat de leiding
van het project berust bij de socioloog
drs. M. van Dam van de Wiardi Beck-
manstichting en de heer T. Pauka,
hoofd van de afdeling documentaire
programma's van de VAR A-radio.
Hij vroeg zich af waarom vele bur
gers wel bereid zijn zich te verdiepen
in de ingewikkelde problemen van een
detectiveroman en niet in die van de
politiek. Het antwoord op deze vraag is,
naar de mening van het partijbestuur,
voor de oplossing van de crisis in de
politiek minstens even belangrijk als het
saneren van het politieke bestel in Den
Haag op het niveau van de volksver
tegenwoordiging en de regering.
Het is namelijk heel góed denkbaar,
aldus dr. Tans dat de oorzaken van de
politieke crisis niet alleen liggen in de
sfeer van het beleid, maar ook in het
feit, dat de instrumenten, waarmee het
beleid beïnvloed kan worden, ver
ouderd zijn. Drs. Van Dam deelde mee,
dat meer dan honderd geselecteerde
vrijwilligers uit de partij met een vra
genlijst op pad zullen gaan.
ADVERTENTIE
Ik verzoek u om inlichtingen over de werkzaamheden, financiële
en sociale voorzieningen van de vrijwilliger.
c 0110
NAAM
ADRES
WOONPLAATS.
GEB. DATUM-
BEROEP
TEL.
VAKOPLEIDING.
GEHUWD/ONGEHUWD
Als uw beroep erbij staat vul dan niet meteen In een op
welling deze coupon in. Lees eerst verder en denk dan even
na over uzelf. De eisen zijn nogal buitengewoon. Dat moet
wel, want vrijwilligershulp is een moeizaam, omzichtig werk.
Het is hulp die erop gericht is andere mensen te leren zich
zelf te helpen. Door overdracht van kennis en vakbekwaam
heid. De vrijwilliger heeft een flinke dosis verdraagzaam
heid, incasseringsvermogen en gevoel voor betrekkelijkheid
nodig. Hij moet soepel zijn, zich kunnen aanpassen en
respect hebben voor de mening van een ander. Hij moet
over doorzettingsvermogen beschikken en zelf initiatieven
kunnen nemen. Hij moet misschien een primitieve behuizing
voor lief nemen en twee jaar werken in de tropen tegen niet
meer (maar ook niet minder) dan een redelijke vergoeding.
Naast enthousiasme is vooral nuchterheid van belang. De
nuchterheid die leidt tot de eerlijke overwegingTrekt het
mij aan een nieuwe wereld te ontmoeten Bezit ik echt
genoeg van de noodzakelijke eigenschappen? Als u tussen
21 en 35 jaar oud bent, bij voorkeur ongehuwd, een van de
bovengenoemde beroepen op middelbaar niveau beheerst,
gelieve u nu de informatiestrook in te vullen en deze In een
als brief gefrankeerde enveloppe te zenden aan de
STICHTING NEDERLANDSE VRIJWILLIGERS, Muzen-
straat 30, Den Haag.