Het begin Reeds in 1914 Boeiend en toch heel gewoon Sensationeel - Lange dagen - Rust in persoon Onderzoek Doodsoorzaak Dysenterie Sterk voorbeeld Positief zaterdag 8 juni 1968 „De sectie werd verricht door dr. J. Zeldenrust, die geen commentaar wenste te geven." Dat zijn twee regels in de krant, maar elk onderzoek levert een rapport vol commentaar ten dienste van justitie en politie en al is dat bijkomstig ook gegevens, die voor de wetenschap van betekenis kunnen zijn, doch waarvan de buitenwacht eveneens verschoond blijft. Waarmee diezelfde dokter Zeldenrust voor de outsider een soort mysterieuze figuur is met een bar grie zelig beroep, een lijkensnijder of in elk geval een man, die leeft van de dood. Wie de woning binnengaat, waar dr. Zeldenrust woont met zijn vrouw, zijn dochtertje Anke en de grote zwarte New Foundlander Olaf, zou aanvankelijk bijna geloven, dat van die image wel iets juist zal zijn, wanneer dr. Zeldenrust over de vreedzaam de gasten besnuffelende hond zegt: „Er zit niets van agressie in Olaf. Wan neer alle mensen zo'n karakter bezaten, had ik niets te doen". Maar onmiddellijk daarna ontdekt de bezoeker de mens en de wetenschapsman Zeldenrust, die eigenlijk twee andere figuren zijn dan de patholoog anatoom, bezig met de morfologie van een on bekende dode, met een autopsie en de beschouwing van de borst holte na het doorknippen van de ribben, onderzoek van de bek kenorganen of sectie van de hersenen. Jan Zeldenrust werd in 1907 in Groningen geboren als zoon van een verzekeringsinspecteur, maar de sterfte-oorzaken interesseer den hem meer dan de sterftetafels en in de aanvang en later se cundair ook het voorkomen van de sterfte. Op 25-jarige leeftijd was hij arts en hij assisteerde in verschillende praktijken om te ontdekken dat het helpen van patiënten en het wetenschappelijk beheersen van hun kwalen twee verschillende dingen zijn, waarbij een specialisatie als patholoog anatoom belangrijke diensten zou kunnen bewijzen. Hij ging terug naar de universiteit, werd assis tent van professor Deelman, werkte jarenlang in Groningen en Leiden, vestigde zich in Enschede, van waaruit hij als „ziekte kundig ontleedkundige" actief was in ziekenhuizen in Twente en de Achterhoek. Hij leerde zo ook een paar markante werkers van het eerste uur op het punt van de gerechtelijke geneeskunde kennen, als de arts C. M. G. Mierenmet in Groningen of de kort geleden overledeL legendarische, langgebaarde dokter Jean Pierre Louis Hulst, pioniers op het terrein van de gerechtelijke genees kunde in Nederland, die als free-lances optraden, wanneer de justitie daaraan behoefte had en hun plaats en de betekenis van het geneeskundig onderzoek moesten waar maken en dat ook deden. Voor die tijd werd het verrichten van sectie opgedragen aan plaatselijke artsen, die uit hoofde van hun gerichtheid al minder meticuleus waren en bovendien veelal de ervaring voor een juiste interpretatie van allerlei feiten misten. De uit Alkmaar afkomstige als patholoog anatoom vermaard ge worden medicus, psychiater, publicist, criminoloog en docent Positief werk in het voetspoor van de dood ff» oen pand aan de Haagse Kijf horstlaan woont de meest door onregelmatige diensten geplaagde figuur van het ganse land: de patholoog anatoom dr. Jan Zeldenrust 1591directeur van het Ge rechtelijk Geneeskundig Laboratorium te 's-Gravenhage. Voor zijn deur verschijnt op zeer onregelmatige tijdstippen bij nacht en ontijeen met de letters MJ gemerkte zwarte wagen met chauf feurwaarin de gerechtelijk geneeskundige dan weer een nieuwe reis begint tot in de verste uithoeken van het land. Die tochten kun nen op alle dagen of nachten van de week beginnenwant de dood houdt geen rekening met zon- en feestdagen en dr. Jan Zeldenrust reist bijna altijd in het spoor van de dood. Met een grote mate van onregelmatigheidmaar met een even grote frequentie ver schijnt zijn naam in de krantekolommenaltijd in berichten over misdrijven, waarbij slachtoffers zijn gevallen: de sectie werd ver richt door dr. J. Zeldenrust, die geen commentaar wenste te ge ven. J. P. L. Hulst begon zijn activiteiten als politie-deskundige om streeks het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Hij drong er voortdurend op aan de gerechtelijke geneeskunde meer officieel gestalte te geven door de stichting van een gerechtelijk genees kundig laboratorium, waarbij hij de noodzaak daarvan steeds weer aantoonde door de resultaten van zijn onderzoeken, die soms sensationeel waren. Bijvoorbeeld in de Rotterdamse moord zaak Lens waarin het hele patroon van misdaad en straf geknipt en genaaid leek te zijn, kwam de patholoag anatoom Hulst met feiten, die aantoonden dat de bloedsporen op het vest van de verdachte niet afkomstig waren van het slachtoffer, maar van een neusbloeding van een van -de kinderen van de verdachte, die prompt werd vrijgesproken. In 1920 viel een leidekker van de Majellatoren in Amsterdam. Hij was verzekerd door zijn werkge ver, die de verzekeringspenningen dankbaar inde. Toen hij later weer een personeelslid wilde verzekeren gaf dat dermate te den ken, dat het stoffelijk overschot van de leidekker werd opgegra ven voor sectie. Dr. Hulst toonde aan, dat 's mans schedel was ingeslagen voordat hij viel en inderdaad werden op de omloop van de toren bloedsporen gevonden Sensationeel was ook de strijd tussen dr. Hulst en de Engelse deskundige dr. William Bentley Purchase in de eerste zaak tegen de Berkelse arts O. Purchase, medicus, jurist, toxicoloog en hoog leraar, die in zijn loopbaan sectie of schouwing verrichtte op on geveer zeventigduizend lijken, verklaarde, dat kleine, niet-ver- onderstelde tumoren in de hersenen, die bij microscopisch onder zoek pas aan het licht komen, de dood kunnen veroorzaken c* dat de hersenen van mevrouw O. gepreserveerd hadden moeten wor den voor een zorgvuldig microscopisch onderzoek naar eventuele tumoren. Maar dr. Hulst was voorbereid, temeer omdat aanvan kelijk een hersentumor als doodsoorzaak was opgegeven. Hij had de hersenen onderzocht en verklaarde: „lk vond geen tumor, die ook maar enigszins de dood kan hebben veroorzaakt en een even tueel microscopisch aantoonbare tumor had nooit een doodsoor zaak kunnen zijn". Dat was in 1951 en enkele jaren later zou in een nieuwe zaak tegen dezelfde Berkelse arts dr. Zeldenrust over winnaar zijn in een apder medisch geschil. Hij was door toe doen van dr. Hulst al sinds 1948 actief als „medisch geweten van de gerechtigheid", aanvankelijk vooral in Oost- en Noord- Nederland. En toen in 1951 het Gerechtelijk Geneeskundig Labo ratorium gestalte kreeg, werd dr. Zeldenrust daar directeur van. Dokter Hulst, toen 76, wilde het wat kalmer aan gaan doen en in 1958 op 83-jarige leeftijd dus vond hij, dat het mooi genoeg was geweest. Dr. Zeldenrust had slechts één laborant ter beschik king en hij kreeg het dusdanig druk, dat hij de eerste vijf jaar zelfs geen tijd had om met vakantie te gaan. Hij maakte krank zinnig lange dagen, waarvan hem enkele voorbeelden zijn bijge bleven: op één dag sectie in Leeuwarden en in Schagen, de vol gende dag in Emmeloord en Goes, vervolgens in Amersfoort, Den Haag, Amsterdam en nog eens in Den Haag of op één dag secties in Dordrecht, Roermond en Assen, dan wel in Leiden, Apeldoorn, .Amersfoort en Dirksland. Er was soms zelfs nauwelijks tijd om te eten. Nu omvat het Gerechtelijk Geneeskundig Laboratorum nog twee patholoog anatomen, de artsen B. Makkink en M. Voortman, een adjunct-commies, twee laboranten en een secretaresse. Maar altijd staat in de hall van het huis aan de Kijfhorstlaan het kof fertje met instrumenten, handschoenen en witte jas klaar. Elke dag brengt in zekere zin een nieuw mysterie en vooral nieuwe verantwoordelij kheid. Dr. Zeldenrust is ondanks alles als medicus en als mens de rust zelf. Deze lange, kalme man met vriendelijke lichtblauwe ogen achter de glazen van een doodgewoon brilmontuur keert van zijn werk in het laboratorium, in het kille mortuarium ergens in het land, of uit de koele sfeer van een politiebureau terug in zijn ge noeglijk ingerichte woning, waarin massa's boeken meest vak literatuur domineren. Daar is de man, die dagelijks feiten aangaande het meestal onder gruwelijke omstandigheden sterven van mensen navorst, een mild huisvader, een enthousiast post zegelverzamelaar, voor zover de dood hem daar tijd voor laat. Want, elk ogenblik kan de telefoon gaan en kan een officier van justitie, een rechter-commissaris of namens hen een groeps- of postcommandant zijn hulp inroepen. „Wanneer er bijvoorbeeld een moord is en geen dader, dan ben ik direct weg, want dan is het zaak, dat er zo snel mogelijk gegevens voor het onderzoek beschikbaar komen. Als er iemand is dood gestoken en men heeft de dader en het mes, dan is er geen haast, maar het gaat dikwijls om gevallen waarvan niets bekend is. En onderweg zit ik dan altijd te berekenen hoe laat ik er ben". Het gaat niet alleen om de sectie ter plaatse. „Ik neem altijd stukjes van alle organen mee voor microscopisch onderzoek. Ik wil niet volstaan met wat ik met het blote oog zag", zegt dr. Zeldenrust, die kalm in een gemakkelijke stoel over zijn werk vertelt in eenvoudige bewoordingen, maar zorgvuldig formule rend. „Dat microscopisch onderzoek is dikwijls alleen een beves tiging van wat je al weet, maar het levert toch dikwijls verrassin gen op, die belangrijk kunnen zijn om argumenten van advocaten, die je soms aanvallen, te ontzenuwen. Ik doe dikwijls wat meer dan direct nodig is om latere moeilijkheden te voorkomen. Je moet bij zo'n sectie nuchter redeneren, zonder emoties. Suggestie en vooringenomenheid of zelfgenoegzaamheid zijn gevaarlijk. Ik verricht ook geen sectie omdat ik beslist wil vaststellen dat er een misdrijf is gepleegd. Ik ben niet een soort pseudo-rechercheur en het medisch aspect is voor mij beslist belangrijker dan het crimi nele. Een paar jaar geleden gaf een arts tot tweemaal toe een natuur lijke doodsoorzaak op als verklaring voor het overlijden van een baby, maar beide kinderen waren door opzettelijke verstikking omgebracht. In het geval van de Berkelse arts gaf een andere arts zonder meer op, dat mevrouw O. door een hersentumor was overleden. Het feit, dat er soms na tijden toevallig blijkt, dat men sen door geweldmisdrijven zijn omgekomen, bewijst niet alleen dat de verklaring van overlijden soms niet klopt, maar ook dat er geweldmisdrijven met dodelijke afloop vooral vergiftiging, wurging of verstikking onontdekt blijven. Een aardig voorbeeld in dit verband beleefde ik in Drente. In een Ambonezenwoonoord was een vrouw overleden aan dysen terie. Er liepen evenwel geruchten dat de verhouding met haar echtgenoot zeer slecht was en 's avonds laat verrichtte ik nog sectie. Daar kwam uit dat de vrouw een heftige ontsteking had van de darm, als bij dysenterie, maar die je ook aantreft bij sulblimaat-vergiftiging. En in de maag vond ik twee geëtste plekken, die niet bij dysenterie maar wel bij sublimaat passen. De man werd nog dezelfde nacht gearresteerd. Dit is ook een voor beeld, dat je na de sectie al een conclusie klaar moet hebben". Dr. Zeldenrust wordt niet alleen geroepen om doden te onder zoeken, maar ook in gevallen van ernstige mishandelingen of aanrandingen moet hij het hoe, waar en wanneer maar vertellen. Dikwijls moet hij verdachten bekijken op letsels, nagelvuil en dergelijke. Elk onderzoek kan spectaculaire feiten opleveren, in vele gevallen kan zelfs een sectie jaren na de begrafenis van het slachtoffer nog bewijzen van een misdrijf aan het licht brengen. „In 1954 viel in Rotterdam een man uit het raam. Hij was dood en aangenomen werd, dat er sprake was van een ongeluk. Zijn vrouw had een kind van een kostganger, met wie zij bleef leven, maar later ging zij van hem af en het kind ging naar pleeg ouders", aldus verhaalt dr. Zeldenrust in sobere bewoordingen een van de drama's, die hij op zijn pad ontmoette. „De vrouw hertrouwde, eiste het kind op, dat door het Hof werd toegewe zen. Maar toen ging de moeder van de vrouw praten, omdat zij bang was voor de toekomst van het kind. De vrouw en de kost ganger werden aangehouden. Het lijk van het slachtoffer werd opgegraven en ik moest de vraag beantwoorden of de man be halve door de val ook nog ander letsel had. Zijn schedel was wel in vijftig stukken. Die hebben we gereconstrueerd en het bleek dat hij eerst met een hamer was geslagen. Vrouw en kostganger bekenden en zelfs de hamer kwam boven water. Skeletdelen kunnen ook na jaren nog een gifmoord aantonen als het gaat om kwik, thallium of arsenicum, maar tegenwoordig zijn landbouwverdelgingsmiddelen als parathion meer in de mo de. Wij moeten ons altijd aan feiten houden. Ik heb een hekel aan hypothesen en probeer altijd vast te stellen of mijn conclusies ook zwakke punten hebben". De man, die in het voetspoor van de dood door het land reist en zijn beroep een ervaringsvak noemt, doet in meer opzichten positief werk. Hij draagt er toe bij, dat daders van misdrijven worden gegrepen. Hij levert ook een bijdrage tot een goede ver standhouding in families en gemeenschappen, zelfs door bij een sectie aan te tonen, dat er geen sprake is van misdrijf, waarom trent het gonst van geruchten en hij levert bijdragen tot de we tenschap. In het Gerechtelijk Geneeskundig Laboratorium staan lijkdelen. die met honderden misdrijven te maken hebben, maar er zijn ook vele curiosa. „Ik vind weieens heel belangwekkende afwijkingen, die voor de zaak zelf geen betekenis hebben, maar medisch ge zien wel, bloedziekten in zeldzame vormen, eenmaal polio mei een zeldzaam verloop, meermalen een beginnend kankergezwe' Misschien dat ik die dingen te zijner tijd nog eens vastleg". Zo praat de man, die aan de wel zeer realistische kant van he bestaan zijn werk doet en daarbij de nuchterheid van de Gro ninger niet kan missen. Voor de buitenwacht heeft hij het grie zeligste baantje van het land, zelf vindt hij het allemaal doodge woon. Vele schedels en andere lichaamsdelen van slachtoffers herinneren in de laboratoria 'aan evenzovele misdrijven. Microscopisch onderzoek: een belangrijk onderdeel van het werk van dr. Zeldenrust. Een onderzoek vergt soms dagen, soms weken. Lap aan de telefoon... geen valse vingerafdrukken

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9