Met het „Volvo-Otel" door
Klein-Azië naar Teheran
dagelijks,weekin-week-uit: ALTIJD is de Kijkgrijp voordeliger
4e#9'*on
Koffiemelk uterus129
Jam h.h.1 pot 89 eiketweede79
4blik100
Koffiemelk
Tafelmargarine 3i
Sperziebonen Itr.blik 59 tweede blik
Appelsap grote fles
Vhichtensinas
Slasaus
100
49
49
EIERKOEKEN 10 stuks 98
SCHOUDERKARBONADE soo g„m
DIKKE RIBLAPPEN
VARKENSLEVER *-
VARKENSNIERTJES
GEHAKT Mf rund"
239
329
119
69
179
KIJKGRIJP
Directeur A. J. van Rumpt: Altijd sterke verhalen....
Voor „Kom-over-de-brug"
zijn echt offers gebracht"
25
59
1.89
ZURE TxAX ISO1 45
twee flessen
famfles.
De Kijkgrijp maakt echt lage prijzen klaar en waar; vandaar die steeds breder wordende klantenstroom. Geen wonder
herennetgoed singlets en slips 185
leuke panlappenmet 85
Twentini slips bekend van TV 295
herenzakdoeken 5 voor 98
ROSE
ZALM
kalfsleverworst
jong
be
GOU
GROENWOUDTS
EEN „MOOI"
NUMMER IS
NIET ALTIJD
EEN MAKKELIJK
NUMMER
De laatste tijd ziet Umet grote letters
in ANDERE ADVERTENTIES:
VOOR VADERDAG
met 2 bat?.en knipperlicht398
AFTERSHAVE SSST tt. 195
SCHEERSPIEGELS v.a.120
Flink mankement
PROF. DR. J. VERKUYL:
Verouderd
Alibi
Naar Koeweit
Geen alkohol bij snelverkeer
Volvo-Otel
Zonder sneeuwketting
Die vrijers
SLA
TOMATEN
BANANEN
JAFFA"
SINAASAPPELEN
KLEINE LETTERS. GROTE VOORDELEN
ttUNpeRöouiAfiw tufc 199
oavawafel*
rdOO-FROU
ENóEK p«OP
KAHHJtlS CMOC. «ÊPEN 'O *uk»
QÉ6atiTeeuü€ vaar 2-so^~
69
3CDaf<i-m 99
VERRASSEND LAGE PRIJZEN IN ONZE SLAGERIJ
HA8DE 6R0N. WORST stuk 09
öCK'.GEi-P. WORST 25Ö<jm-, 89
SN 10 WORST t~k 79
OE0OADEN GEHAKT 1 So <ysun 55
m.
250 gram
half varkensvlees
500 gram
WOENSDAG 12 JUNI 1968
zou kopen.
„Het eten voor al die mensen moest
worden gebracht met helikopters en
die Bulgaren waren zo vreselijk bang
voor wolven. Goed, wij hebben in dat
zelfde plaatsje ook nog even vastgeze
ten. Daarna reden we 37 kilometer en
we zaten weer vast".
„In het volgende plaatsje zijn we
maar naar de bioscoop gegaan, naar
een heel antieke wild-west film. En al
die rijers uit dat dorp zaten daar als
kerels onder elkaar.
Er was geen vrouw te zien".
In het dagboek dat hij op de reis bij
hield ondanks de koude vingers soms,
staat bijvoorbeeld ook dit: „Sinaasap
pels gegeven aan- een Bulgaar die al
vijftien dagen vast zat met zijn wa
gen".
En dit: „Bulgaar gezien langs de
weg. Viel bijna om. Foto van gemaakt".
En dit: „Arend is jarig en krijgt
koffie en een sigaret op bed. Later
vastgezeten toen de sneeuwkettingen
voor het eerst om braken".
„Ja", zegt de heer Van Rumpt, „dat
was op weer zo'n smalle bergweg, spie
gelglad, en achter ons moesten ander
half uur lang allemaal bussen met pas
sagiers wachten. Wij weer proberen
met die sneeuwkettingen, weer breken.
Wij naar die bussen en tenslotte heb
ben we zo'n tachtig van die Turken met
snorren aan het trekken en duwen ge
zet."
„Weet je waar ze die bussen vandaan
halen? Er is zo'n Turk een paar jaar
in het buitenland geweest, hij koopt er
zo'n afgedankte bus en hij gaat in Tur
kije vrolijk het passagiersvervoer ver
zorgen."
„Nog een keer, weer in Turkije. Er
passeert ons een Volkswagenbusje met
NL erop. Ik zeg tegen Arend: Weer zo'n
vrijer die een poosje in Nederland heeft
gewerkt zeker. En jawel, in een café-
tje langs de weg zat hij ons op te
wachten met thee. Hij had bij Van Nel-
Ie gewerkt, zei hij."
Nog één vraagje voor de man die
maar al te vaak in zijn personenauto
stapt als hij per telex hoort dat er een
van zijn chauffeurs met een flink man
kement langs de weg staat, desnoods in
de buurt van Sophia of Ankara: waar
om ging de directeur van een expeditie
bedrijf dat twintig chauffeurs op weg
kan sturen, nu zelf mee op een tocht
waarvan hij achteraf zegt: „Het is nog
net te doen"?
„Ik hoor altijd van die sterke verha
len van de chauffeurs", is zijn ant
woord. „Ik wilde nu wel eens zien wat
daar allemaal van waar is."
AMSTERDAM „Het succes van Kom-over-de-brug is bepaald een aanwijzing
voor de intense belangstelling die er in ons land onder de mensen bestaat voor de
noden in de ontwikkelingslanden.
Ze kunnen wel geven en ze willen ook geven, mits ze weten waarvoor het geld
bestemd is, voor welke concrete projecten. Ze werden geboeid doordat wjj pre
cies vertelden waarvoor hun offer werd gevraagd. Daaruit is nog eens gebleken
hoe nodig het is dat de voorlichting over ontwikkelingshulp wordt geïntensi
veerd, zeker ook de voorlichting over de hulp die de regering geeft. Ik ben bly
dat minister Udink daarvan en van het concretiseren van de hulp veel werk wil
maken. Hoewel ik besef dat het op dat niveau vaak erg moeilik kan zfln."
projecten. Maar er was een tweede
doel, van educatief karakter: de men
sen leren zich meer in te zetten voor
het werelddiaconaat; ze een inzicht ge
ven in de problemen van de ontwikke
lingslanden en zo een ander gezicht te
geven aan de zending. De actie is daar
door tegelijk een stuk vormingswerk
geweest, waarvan we hopen dat één
van de gevolgen zal zijn dat de „nor
male" bijdragen voor de zending hoger
zullen komen te liggen."
Aan het woord is prof. dr. J. Ver-
kuyl, zestig jaar oud, secretaris van
de Nederlandse Zendingsraad, buiten
gewoon hoogleraar in de Zendings
wetenschappen aan de Vrije Universi
teit in Amsterdam. Hij is de geest
achter de actie Kom-over-de-brug die
een aantal kerkgenootschappen en het
Leger des Heils hebben gehouden.
„Het klinkt misschien wat plechtig,
maar ik geloof echt dat de mensen die
hebben gegeven, dii inderdaad om
Christus' wil hebben gedaan. Er zijn
echt geen offers gegeven. Daar hebben
we trouwens op aan gestuurd. Immers,
wie weigert deel te nemen aan het
dienstbetoon in de wereld, staat vlak
bij Judas Iskariot, de man die Jezus
verried. Als wij christenen heten en wij
weigeren te dienen met ons hart, ons
gebed, onze tijd, ons geld, dan zijn wij
saboteurs van het Messiaanse rijk".
Kom-over-de-brug richtte zich op de
noden in het kleine verband, waarvoor
hulp nét zo hard nodig is als voor ma
cro-structuren, het grote geheel. Al
jaren voordat het eerste offer-
zakeje werd uitgereikt, liep prof. Ver-
kuyl met de actie in zijn gedachten. Bij
het schrijven, drie jaar gelden, van zijn
boek „Daar en Nu Over de assisten
tie aan de kerken in Azië, Afrika en La
tijns Amerika" speelde de mogelijk
heid van het houden van een actie als
Kom-over-de-burg al door zijn hoofd.
„Als kerk of groep kun je de rege
ring nooit onder druk zetten om gro
te uitgaven voor ontwikkelingshulp te
doen zonder dat je zelf op je eigen
terrein, je eigen niveau, iets laat zien.
Wie aan anderen lasten opleggen die
soms nauwelijks te dragen zijn, zonder
zelf iets te doen, zijn volgens mij fari
zeeërs. Je moet waar maken dat je je
de nood aantrekt. Pas dan heb je recht
van spreken. Het zouden ook niet alleen
christelijke groeperingen moeten zijn
die er hun aandacht aan geven, maar
ook (nog) meer algemeen gerichte or
ganisaties."
Feitelijk was Kom-over-de-brug een
schep bovenop de normale bijdragen
voor zending en werelddiaconaat die al
van de lidmaten van de kerken worden
gevraagd.
„Ons eerste doel was natuurlijk mil
joenen bijeen te brengen voor concrete
Prof. Verkuyl, als boerenzoon gebo
ren in Nieuw-Vennep, komt uit een mi
lieu waarin de bewondering voor Colijn
groot was. „Ik voelde echter dat het
kolonialisme een totaal verouderd sys
teem was. Ik schaamde me eigenlijk
voor dat systeem; misschien was het
een reactie op mijn omgeving."
Hij werd (de eerste) studentenpredi
kant voor Aziatische studenten in Ne
derland. „Het contact met deze intelli
gentsia uit de gekoloniseerde landen
verscherpte mijn blik op de dingen. Het
maakte geweldige indruk op me".
In 1939 trok prof. Verkuyl naar In-
dië. Pas in 1963 keerde hij uit het (toen
Indonesië geworden) land terug naar
Nederland waar hij algemeen secreta
ris van de Nederlandse Zendingsraad
werd.
De laatste maanden trok hij door Ne
derland om de mensen voor de actie
warm te maken. „Vooral op het laatst
merkte ik dat er een vuur ging gloeien.
Hoewel er natuurlijk tegenstanders op
stonden die aankwamen met de beken
de verhalen over gouden bedden die
van ontwikkelingsgeld zouden zijn ge
kocht.
„Je hoort er dan nooit bij dat die
gouden bedden nooit zijn besteld of dat
Nkroemah moest verdwijnen wégens
zo'n gouden-bedden verhaal. Naar mijn
idee zijn dergelijke verhalen over geld
verspilling eerder een poging van de
verteller om zich een alibi te verschaf
fen voor zijn weigering het ontwikke
lingswerk te steunen."
Waarom stapt iemand uit Stad aan het Haringvliet op Goeree-Overflakkee in
een vrachtwagen met aanhanger om tien ton scheermesjes uit Engeland en
tien ton Nederlandse scheerapparaten even dwars door anderhalf werelddeel
weg te brengen naar iemand in Teheran?
De heer A. J. van Rumpt heeft ingesneeuwd gezeten in een dorpje in het
hooggebergte van oostelijk Turkije. Hij heeft aan de grens met Perzië een trui
geruild tegen een hap eten met lamsbout en in Teheran heeft hij een schape
vacht met een kameel in zwarte wol erop gekocht. Dat allemaal omdat de
Perzen hun baarden wilden scheren en zaten te wachten op iemand uit Stad
aan het Haringvliet.
De heer Adrianus Jacob van Rumpt
is in Stad aan het Haringvliet een van
de vele Van Rumpten die die voorna
men hebben. Maar hij is de man van
de dertien enorme vrachtwagens en de
twintig chauffeurs, die normaal voor
zljh bedrijf alleen in Europa rijden.
„De Suez-kwestie, hè", zegt hij. „Er
kan nog steeds geen schip door dat
kanaal, maar de spulletjes uit Europa
moeten normaal in Klein-Azië worden
afgeleverd. Nu kun je zeggen: Laat de
schepen dan om de Kaap varen, maar
ik heb al horen vertellen dat ze in de
Perzische Golf soms twee maanden
moeten wachten voordat er gelost kan
worden".
„Wat zeggen dus de bazen die in die
gebieden rondom die Golf hun spullen
moeten hebben? Dan nemen we het
vervoer over de weg".
„En dan nemen we Nederlandse ex
peditiebedrijven", zullen ze er wel ach
teraan moeten denken, war.t wij be
heersen een enorm deel van het inter
nationale weg-transport.
Op die weg door het Turkse bergland
zal dus een keer géén Nederlandse
vrachtwagen staan geparkeerd, bij de
Bulgaarse grens staan de Nederlanders
te dringen en aan de grens van Perzië
vullen ze zelf wel even hun papieren
in.
„Wij zijn toch de vrachtrijders van
Europa, zeggen ze", zegt de heer Van
Rumpt. „Vraag me niet waarom spe
ciaal wij dat zijn. Ik denk, dat wij er
niet zo om geven om door allerlei rim-
"Da's een mooi nummer", zei een
rasechte Amsterdamse politieman toen
hij hoorde van het nieuwe alarmnum
mer 22 22 22 in plaats van het beken
de vijf maal acht. „Da's voor ons nog
n«ar de vraag", vond een P.T.T.'er on
der zijn gehoor.
Er schuilt gewoon een stukje psycho
logie achter zo'n rijtje cijfers. Is een
gemakkelijk in het gehoor of geheugen
liggend nummer in de praktijk werke
lijk zo gemakkelijk als het er op het
eerste (onschuldige) oog uitziet?
Dat is maar heel betrekkelijk, vinden
doorgefourneerde telefoonmensen. Ko
men er drie of vier dezelfde cijfers
achter elkaar in voor, dan raken de
mensen al gauw de tel kwijt, en zij ko
men of bij een verkeerde abonnee of
helemaal nergens terecht.
En wie zal het antwoord geven op
de vraag wat gemakkelijker is: de Am
sterdamse 6x2 voor de politie en
6x6 voor de brandweer, of het Rotter
damse 94 voor de politie en 99 voor
als het ergens brandt. „Ach", zei een
Rotterdammer, „vijfmaal acht was bij
alle Amsterdammers bekend. Zouden
zij hun politie meer nodig hebben dan
wij de onze?"
boes te moeten rijden. Zolang het maar
centjes in de la brengt, want zo zijn wij
toch?"
Het moet wel kloppen, want tegelijk
met de heer Van Rumpt uit Stad aan
het Haringvliet en zijn chauffeur Arend
Koningswoud waren nog negen Neder
landse expediteurs dwars door Turkije
op weg naar Teheran. Ondertussen
weet ik, dat de man die nu zijn dag
boek pakt ook net heeft ingeschreven
op een vracht die naar Koeweit moet
en dat hij wel meer van dit soort gro
te transporten wil organiseren, zolang
het Suezkanaal dicht en de markt dus
uitstekend is.
Het is typisch, maar als Nederlan
ders op vakantie gaan naar het buiten
land dan hébben ze al iets van de
olijfolie voor ze vertrokken zijn, bij
wijze van spreken, en dan laden ze de
blikken gehaktballen in, de blikken met
kapucijners en de blikken met kant-
en-klaar-hutspot.
Dat doen ze ook, als ze in 26 dagen
op en neer rijden naar Perzië en bij
voorbaat al weten: „Dat schapevlees
eten wij niet".
„Nou ja" verdedigt de heer Van
Rumpt grinnikend over al die blikken
die in de grote cabine helemaal meereden
naar Teheran (of voordien al open wa
ren). „Wij konden onderweg ons eigen
potje koken, al was het midden in de
bergen en bergen met alleen maar
sneeuw".
„En bij de Bulgaarse grens hebben
we ook weer gelachen. Want, zeggen
ze daar, moeten jullie niet in een Otel.
Dat is zo, niet, je zegt overal maar
Hotel en dan laat je de H weg en in
elk land weet iedereen wat je bedoelt.
En anders maak je maar een slaapge-
baar.
Ze zeggen dus: Maar jullie hebben
toch geen Otel. Ik zeg: Wij hebben
best een Otel, wij logeren altijd in het
Volvo-Otel. Ha, dat is gewoon onze
autocabine en daarin hebben we altijd
een paar geweldige sllaapzakken".
Het Volvo-Otel is al die dagen uit
stekend van pas gekomen, want afgezien
van die twee hotels waar de heren
Van Rumpt en Koningswoud in Tehe
ran hebben geslapen, was er ook wel
eens geen hotel in de hele omtrek te
bekennen, onderweg.
Dat was het geval bijvoorbeeld in
Turkije, waar het tweetal uit Stad aan
het Haringvliet negen dagen nodig had
om op de heenreis alleen door
het land te komen: 2120 kilometer door
bijna alleen maar besneeuwd hoog
gebergte met spiegelgladde wegen,
die de Nederlanders soms eigenhandig
met een spade tot drie meter breedte
moesten uitgraven.
„En maar één keer hebben we de
sneeuwkettingen moeten gebruiken",
zegt de heer Van Rumpt. Speciale win
terhanden waren er onder de twaalf-
tons wagen en de achttons aanhanger
gezet dingen waarvan in Turkije en
de landen daarvoor op de mammoet-
reis alleen maar werd geroepen: „Dat
kan niet. jullie zijn stapelgek om zon
der sneeuwkettingen te rijden".
Maar net kon wel en het ging zelfs
zo goed, dat de twee mensen uit die
Stad aan het Haringvliet met hun
transport op die uiterst smalle bergwe
gen alle na-ijverige chauffeurs uit Bul
garije vaak ver achter zich lieten, vast
gelopen in de sneeuw en bergen ijs.
„Die Bulgaren ontmoetten we in een
plaatsje dat tien dagen ingesneeuwd
was geweest", vertelt de man die la
ter rustig winkelen in Teheran een bord
met de Sjah en keizerin Farah erop
1*86886
awm??:
opgedrukte recepten
GROTE KROPPEN
hygiënisch verpakt
2 voor
export kwaliteit
500 gram
EERSTE SOORT
kilo
„VALENCIA LATE"
12 stuks
RODE BIETEN 2lt-p«^ 89
ANDIJVIE 2 SSHr.pfa f19
AARDBEIEN 2 Wk 100
OEDROOOPE appeltjes 200^ 100
MAR6A0I NE 2 pak 49
doperwten -F'jn 2 w*tw99
p.k
h, 59
1
39
HOMBURG
32579
125
i
HOOFDSTRAAT 2-4 - VEENENDAAL
AANBIEDINGEN GELDIG TOT EN MET 15 JUNI