Duizenden deden mee met ingewikkeld spel
Een kwart eeuw geleden leerden
de Nederlanders onderduiken
Ijlst viert zevende
eeuwfeest als stad
ONENIGHEID
NAZI'S OVER
ONDER
„SLAVENJACHT"
Hij draagt écht geen pruik
Vaderbinding
VERSTILD STADJE ZEER
IN TREK BIJ FORENSEN
^AJORÏCA
Met recht en
met ere
Wat N.T.S.-nieuwslezer Frits Thors
betreft weten we het nu zeker:
PAR ELS-BIJOUX
SLAVENDRIJVER
„AUSWEIS"
VERRAAD
WANTROUWEN
BLOEDIG SPEL
FORENSEN
KOERIERSTERS
Ook portier
xj- Onpersoonlijk
SCHEEPSBOUW
ALLE REDEN
MARTELARES
VRIJDAG 14 JUNI 1968
TTet was alsof de wereld na alle schokkende gebeurtenissen van mei 1943 in
juni 1943 wat op adem moest komen. Ondanks de vele zomerse dagen, die
juni 1943 voor Nederland bracht, kon men niet tot zorgeloosheid komen, maar
men had in de drie oorlogsjaren wel geleerd om zo goed mogelijk met dreigin
gen te leven. Duizenden treinen met Nederlandse mannen waren naar Duits
land vertrokken en de eindeloze stroom duurde ook in juni voort. Nederland
bloedde leeg. Vele duizenden militairen en arbeiders hadden tijdig een onder
duikadres gevonden, maar de slagen waren in mei 1943 te fel en te veelvuldig
geweest voor de Nederlandse verzetsbeweging: men kon niet alle mensen, die
0111 bescherming vroegen, helpen.
Dat bracht vele mensen ertoe om zich op eigen kracht schuil te houden. Het
bracht natuurlijk grote problemen mee, want om te beginnen kreeg een onder
duiker geen distributiebescheiden en voorts moest men uiterst voorzichtig zijn.
In de eerste tijd konden de onderduikers zich echter betrekkelijk veilig voelen.
Het werd spoedig bekend, dat honderdduizenden vaderlanders het Duitse bevel
om zich voor deportatie te melden niet hadden opgevolgd en dit maakte een
doeltreffende jacht op de onderduikers vrijwel onmogelijk.
Daarnaast zagen vele duizenden
kans zich legaal aan de Duitse maat
regel te onttrekken, want de bezetters
hadden na de eerste vernietigende be
velen een aantal uitzonderingen be
kend gemaakt. Zo werden de arbei
ders in bedrijven, die voor de Duit
sers werkten, vrijgesteld van deporta
tie.
Het was in de zomer van 1943 dat
achter de nazi-schermen de felle strijd
begon tussen Speer en Sauckel.
Speer was verantwoordelijk voor de
oorlogsproduktie. Het interesseerde
hem niet waar de arbeiders werkten,
als hun arbeid de Duitse oorlogspro
duktie maar ten goede kwam.
Speer meende dat de arbeiders beter
zouden werken in hun eigen land,
waar zij met hun gezinnen konden
samenleven, dan in Duitsland, waar
zij onder vaak barre omstandigheden
en vol tegenzin in een voor hen
vreemde omgeving waren.
Sauckel was de grote slavendrijver
bij de nazi's. Zijn opdracht was aller
eerst om de oorlogsindustrie in Duits
land op volleB toeren te laten draaien.
Omdat er steeds meer Duitse arbei
ders uit de fabrieken werden gehaald
om de gehavende Duitse legers aan te
vullen, moest Sauckel in het buiten
land naar arbeiders zoeken, die de
opengevallen plaatsen in de Duitse fa
brieken konden opvullen.
De slavenjacht van Sauckel had ook
een direct militair doel: de geallieer
den bleven maar dreigen met hun
Tweede Front. Dat front zo werd
doorlopend beweerd zou in West-
Europa komen. De Duitse legerleiding
hield rekening met de mogelijkheid
dat bij een geallieerde landing de
weerbare mannen iin Frankrijk, België
en Nederland achter het Duitse front
tot gewapend verzet zouden komen.
Hoe meer mannen uit de kustlanden
naar Duitslsnd werden gevoerd, hoe
liever het de Duitse generaals was.
De strijd tussen Speer en Sauckel
heeft tot het einde van de oorlog ge
duurd. Sauckel ontpopte zich in die
strijd tot een liederlijk slavendrijver,
die miljoenen mensen in het ongeluk
stortte, ook toen het duidelijk werd
dat iedere opoffering zinloos was. Hij
werd in 1946 opgehangen.
Speer bleek humaner. Hij volgde die
partijlijn totdat hij de zinloosheid er
van inzag. Toen waagde hij zijn leven
om zinloze verspilling van mensenle
vens en bestaansmiddelen tegen te
gaan. Dit redde hem na de oorlog
het leven. Hij werd tot twintig jaar ge
vangenschap veroordeeld; in 1966 werd
hij in vrijheid gesteld.
In de bezette landen ontdekte men
al spoedig dat de Duitse beulen het
met elkaar niet eens waren en dat
buitte men uit. Elk bedrijf poogde
een verklaring te bemachtigen dat het
„vitaal voor de Duitse weermacht"
was. Had men zo'n verklaring, dan kre
gen de arbeiders in zo'n „vitaal be
drijf" een „Ausweis" een papier
waarop stond dat de houder was vrij
gesteld van deportatie naar Duitsland.
Na mei 1943 ging „de Ausweis" het
leven in Nederland beheersen. Na en
kele maanden zou iedere man tussen
de achttien en 35 jaar die geen „Aus
weis" had, vogelvrij zijn. Elk moment
kon iedereen op straat worden aange
houden. Het persoonsbewijs, dat ieder
een bij zich moest dragen, vertelde
hou oud men was. Viel men in de be
ruchte leeftijdsgroep maar kon men
een „Ausweis" tonen dan werd men
ongemoeid gelaten. Wie in de beruch
te leeftijdsgroep geen „Ausweis" had
werd gearresteerd.
Niet alleen de Duitsers, maar ook
vele Nederlandse politiemannen hielden
op onverwachte tijden scherpe contro
les. Op stations en bij bioscopen, na
voetbalwedstrijden en in café's.
Nu, 25 jaar later, klinkt het voor de
jonge generatie misschien wat onno
zel: Wie ging er nu onder „Ausweis"
in een trein of in een café zitten?
Zeker, er waren onderduikers, die er
gens op een boerderij zaten. Zij gin
gen nooit van de boerderij af en een
ingewikkeld alarmsysteem waarschuw
de als vreemden de boerderij nader
den, waardoor de onderduikers tijdig
een goed heenkomen konden zoeken,
soms letterlijk onder de grond.
Maar niet alle onderduikers hadden
het' geluk op een afgelegen boerderij
ADVERTENTIE
te komen. Soms werden zij gewoon in
bedrijven geplaatst, meestal voorzien
van een valse „Ausweis", want na
drie jaar oorlog was voor de verzetsbe
weging geen document te ingewikkeld
om na te maken. De Duitsers waren
echter meesters in de terreur: doorlo
pend werd de „Ausweis" veranderd en
vooral kort na zo'n verandering vie
len er veel slachtoffers.
Nu was doorgaans een zeer voor
zichtige onderduiker wel veilig. Wie
zich schuilhield in een kamer of op
een boerderij had een goede kans niet
ontdekt te worden, maar de meeste
onderduikers waren jonge mensen. Een
vrijwillige gevangenschap, die naar
het gevoel van velen eindeloos kon du
ren, werd sommigen op een gegeven
moment te zwaar. Men wilde op een
hete zomermiddag even gaan zwem
men of men ging naar een voetbalwed
strijd kijken. Men wilde even in een
kroegje een biertje pakken of men
wilde met een meisje naar de sterren
kijken.
Soms waren de onderduikers roeke
loos, maar de kwelling van een vrij
willige gevangenschap kan men al
leen in bittere ervaring meten.
Onvoorzichtigheid werd dikwijls ge
volgd door het overal loerende ver
raad. In totaal zullen niet meer dan
drie procent van de Nederlanders zich
aan verraad hebben schuldig gemaakt,
maar niemand wist wie een verrader
was en daarom kon een kleine onvoor
zichtigheid een Duitse overval uitlokken
Tenslotte had men de kletsers, de
mensen die zelf door niets werden be
dreigd en die het interessant voniden
om tegen een vriend die vent is abso
luut betrouwbaar te zeggen: „Bij
Jansen zitten er ook drie en één ervan
moet een jood zijn".
In alle illegale bladen en door iedere
goedwillende Nederlander werd na 'mei
1943 doorlopend herhaald: „Klets niet.
Als je iets hoort of weet, houd dan je
mond dicht. Vertrouw niemand".
Het aantal mensen dat alleen al in
Nederland tijdens de oorlog door een
onvoorzichtig woord het leven verloor,
is niet te schatten, maar het moeten
er duizenden zijn geweest.
Sinds mei 1943 groeide er allerwegen
een diep wantrouwen onder de mensen.
Families en gezinnen vervreemden van
elkaar. Kinderen zwegen als hun ouders
onverwacht een kamer binnenkwamen
en jarenlange vriendschappen werden
verbroken.
Diep gegriefde mensen zeiden na de
oorlog tegen elkaar: „Maar je had het
mij toch wel kunnen zeggen, dat Piet
in het opkamertje ondergedoken zat!"
De vrouwen, die hun zoon of man
verborgen, waren vaak de beste be
waaksters. Zelfs in dichtbevolkte stads
wijken hebben jongens en mannen in
illegale PTT het waren vooral de
vrouwen en de meisjes die als „koe
rierster" fungeerden, niet alleen voor
de onderduikpost, maar ook voor de
gevaarlijke stukken die van het ene
adres naar het andere moesten.
Ook buiten- het bezette Europa werd
juni 1943 gebruikt om wat op adem te
komen. Om te beginnen tobde men er
nog steeds met het Franse vraagstuk.
In Casablanca had De Gaulle ogen
schijnlijk vrede gesloten met de ge
allieerden en met zijn eigen landgeno
ten,1 die anders dachten dan hij. In
Casablanca had De Gaulle echter ook
begrepen dat Amerika en Engeland de
oorlog op papier al hadden gewonnen.
Wat moest er van de Franse Glorie
terecht komen, als Frankrijk buiten al
le ontwikkelingen bleef?
De Gaulle probeerde eerst vanuit
Casablanca in Noor-Afrika een soort
Frans bolwerk op te bouwen, maar
Eisenhover had het daar te druk met
het voorbereiden van de aanval op
Italië en Charles de Gaulle werd in een1
denten gebouwde schuilhut ergens
2 diep in de Veluwse bossen.
vliegtuig naar Londen gezet.
Vanuit de Engelse hoofdstad ging De
Gaulle het verzet in het bezette Frank
rijk organiseren. De vele Franse ver
zetsgroepen hoorden eind mei 1943 tot
hun niet geringe verbazing, dat zij zich
alle vrijwillig hadden geschaard onder
het oppercommando van Charles de
Gaulle in Londen.
Tezelfder tijd zag De Gaulle kans met
een vliegtuig uit Londen in Algiers te
komen. In Algerije begon hij een gaote
zuiveringsactie onder zijn tegenstan
ders, tot ontzetting van de geallieerden
die op dat moment weinig behoefte
hadden aan een grootscheepse familie
ruzie in eigen gelederen. Of De Gaulle
niet wilde wachten tot na de invasie
In Italië? De Gaulle zei dat hij dat niet
wilde en dat hij best het recht had om
lastig te zijn, omdat men niet moest
vergeten dat Frankrijk nog steeds een
Grote Mogendheid was.
Voor de Italianen werd het in juni
1943 duidelijk, dat zij totaal op het ver
keerde paard hadden gewed, toen zij
Mussolini zijn gang hadden laten gaan.
Een snel groeiende groep invloedrijke
Italianen ging naar een eervolle oplos
sing zoeken voor het geval de geallieer
den vaste voet in hun land zouden krij
gen. Zij wisten in juni 1943 dat de in
vasie voor de deur stond, want de ge
allieerden veroverden in die maand
enkele kleine eilandjes in de Middel
landse Zee, die precies op de route
Noord-Afrika-Sicilië lagen.
Voor die invasie werd in Noord-Afri-
ka een geweldig leger samengebracht
maar hoewel de Amerikanen de fron
ten in Europa overstelpten met man
nen en materieel, verwaarloosden ze
ook de oorlog tegen Japan niet. Hon
derdduizenden Amerikaanse mariniers
waren in de onmetelijke Pacific aan
het „eilandjes-springen", een uiterst
bloedig spel. Van elk rotsplateautje in
de oceaanr moesten de Japanners wor
den weggebrand: er liggen duizenden
kleine eilandjes in de Pacific en op
elk eilandje hadden de Japanners een
bezetting die bereid was zich dood te
vechten.
In juni 1943 werd door vele legersta
ven' de balans opgemaakt: Engeland
hatd in vier jaar oorlog bijna zeven
honderdduizend man verloren: Ameri
ka had sinds 7 december 1941 bijna
honderdduizend man verloren. De Rus
sische en Duitse verliezen telde man
al met miljoenen.
Voor iedereen met enig redelijk ver
stand was het in juni 1943 duidelijk,
dat Duitsland de oorlog militair niet
meer kon winnen, maar toch zetten de
Duitsers hun terreurprogramma on
verbiddelijk voort. Op 11 juni 1943 be
val Himmler dat alle getto's in de be
zette landen moesten worden opge
ruimd: alle joden in de bezette lan
den moesten naar Polen naar de gas
kamers worden afgevoerd.
Zes dagen later verklaarde Goebbels
trots dat Berlijn „judenfrei" was. De
gillende dwerg vergiste zich. De Ber-
lijnse bevolking was nooit zo heel erg
pro-nazi geweest en de Berlijners had
den duizenden joden laten oniderduiken
die de oorlog zouden overleven.
TI>/ was even een pijnlijke geschiedenis. IJlst was al druk bezig met het uit-
werken van de plannen voor het feest, dat ter gelegenheid van het feit
dat het zevenhonderd jaar stadsrechten had, zou worden gevierd, toen er plot
seling mensen waren, die aan de juistheid van de herdenking gingen twijfelen.
Een provinciaal blad schreef dat die stadsrechten er nog lang geen zeven een
wen waren en dat het zelfs de vraag was of IJlst wel echt een stad was.
Van dat laatste schrok men trouwens in heel Frieland. Dat zou immers be
tekenen, dat de provincie maar tien steden overhield en hoe zou men dan ooit
weer een Elfstedentocht kunnen houden?
Maar in IJlst hebben de eeuwen
door veel historici gewoond en één van
de beste was de vroegere doopsgezin
de predikant Busé, naar wie zelfs nog
een straat is genoemd. Bij hem en an
deren te rade gaand, kwam men al
spoedig tot de overtuiging, dat IJlst
we! degelijk zeven eeuwen stadsrech
ten heeft. Het mag een jaar meer of
minder zijn, maar de aanleiding voor
het feest was er zeker.
En nu is dan vrijwel elk gezin in
IJlst betrokken bij het feest, dat don
derdag 27 juni begint en tien dagen
lang zal duren. IJlst is een rustig stad
je, maar dan zal het er druk worden
want behalve de tweeduizend eigen in
woners zullen ook velen van buiten de
stad in de feestvreugde willen delen.
Men organiseert verschillende evene
menten, die op een massaal bezoek be
rekend zijn en de stad in het middelpunt
van de belangstelling zullen plaatsen.
Dat is een goede zaak, want tot voor
enkele jaren dreigde IJlst zo zoetjes
aan een beetje vergeten te worden
ADVERTENTIE
OLIFANT IS VADERLANDS
LIEVEND.
Heeft grote eerbied voor
Vaderlandse borrel. Traditie in
ere houden en. meer van dat soort
kreten. Oude en Jonge jenever.
Puik! Hoera!
Juni 1943
6 Ausweis gaat Jéven beheersen
Onderduiken werd een vak
Dodelijk geklets
Adempauze aan de fronten
De Gaulle blijft lastig
kleine huisjes jarenlang verborgen ge
zeten zonder dat de naaste buren er
iets van wisten.
In juni 1943 begonnen duizenden Ne
derlanders dit ingewikkelde spel snel
te leren. Ondanks alle ellenide bracht
deze maand een zekere rust: de man
nen die gedeporteerd waren, hadden
hun eerste brief geschreven, en die
was niet al te somber uitgevallen. De
„Ausweis" gaf tienduizenden anderen
een zeker gevoel van veiligheid en
weer duizenden anderen waren op hun
onderduikadres aangekomen.
Voor wie niet op eigen gelegenheid
onderdook, was dat meestal als volgt
gegaan: een vriend, de domiinee, de
pastoor, een onderwijzer of een oud
vakbondsbestuurder had gezegd: „Zorg
dat de jongen morgenavond met een on
opvallend koffertje bij het station is.
Een meisje met een witte jurk brengt
hem weg". Behalve het eerste contact
geschiedde de hele onderduiking naam
loos. Niemand vroeg naar namen, dat
werd onfatsoenlijk geacht: een naam
die je niet kende, kon je ook nooit
verraden. De onderduiker werd twee
driemaal overgenomen door contact
mensen en hij belandde soms na we
ken pas op zijn definitieve onderduik
adres.
Er bleef een zeker contact tussen de
onderduiker en zijn gezin, want de ver
zetsorganisatie zorgde voor een soort
17 r worden weddenschappen afgeslo-
ten over zijn haar (pruik of niet)
en hij wordt aangesproken over bril en
stropdas. Maar intussen heb ik ook
iets, dat de heer F. Thors, nieuwslezer
van de NTS betreft: Hij is voor mij de
beste nieuwslezer, met dat vriendelijk-
onbewogen gezicht, dat voortdurend
bescheiden waarschuwt: „Niet op mij
letten, luistert u alstublieft naar het
nieuws". En om deze zin was het, dat
ik voor het eerst de heer Alexander
Frederik Paul Thors uit Hilversum
hartelijk zag lachen.
Het werd toch nog even zoeken, in
de „Hof van Holland" in hetzelfde Hil
versum, want de heer Thors had zijn
bril niet op. Die (lees)bril, die hij bij
het nieuwslezen draagt, is het enige
dingetje, dat hem soms nog een beetje
anonimiteit bezorgt. „Want", zei de
heer Thors, „dat gaat in een restau
rant bijvoorbeeld zo. Ik zonder bril.
Naast me wordt gefluisterd: Die van
de televisie?.....
Neen, want die heeft een bril. Als ik
dan uiteindelijk mijn bril te voorschijn
moet halen om de menukaart te lezen,
hoor ik steevast: Zie je nou wel, hij is
het toch".
De man die met zijn zestiende jaar
al een beetje wit-grijs begon te wor
den op het hoofd („Een familie
kwaal") is nu drie jaar medewerker
van de N.T.S. Maar daarvoor?
„Daarvoor zitten 37 jaren bij de ra
dio", was het antwoord van de heer
Thors, die als jongeman bij de AVRO
in dienst kwam als radio-omroeper in
het benedenhuis van de heer Willem
Vogt, maar ook als portier, wegwijzer
naar het toilet, wateraandrager voor
schorre sprekers en assistent van de
pianist (om de muziekbladen om te
slaan).
Dat was de pionierstijd van de ra
dio, maar ook het begin van een loop
baan die via „Herrijzend Nederland"
zou leiden naar Londen en Canada,
waar de heer Thors radio-uitzendingen
verzorgde voor Nederland.
Twee jaar was hij in Canada en
twee jaar studeerde hij weer terug
in Nederland, notariaat. Via de We
reldomroep, waar hij hoofid van twee
programma-afdelingen was, werd hij
uiteindelijk wat hij nu is.
En dat is niet alleen free-lance
nieuwslezer bij de NTS, maar tevens
medewerker aan radioprogramma's en
invaller voor de radionieuwsdienst. En
als het zo uitkomt, zet hij ook nog hele
programma's op een bandrecorder, die
worden afgedraaid bij dia-vertoningen.
Maar we zijn nog steeds niet bij zijn
manier van nieuwslezen voor de tv-
camera's, waarover hij uiteindelijk zei:
„Een nieuwslezer moet op het
scherm iets onpersoonlijks zijn, hij is
niet belangrijk. Er is me, toen ik be
gon, wel eens gezegd dat ik het nieuws
een beetje te persoonlijk voorlas. Maar
een tikkeltje variatie in je stem is wel
mogelijk, vind ik. Een sportbericht
Het lag aan het eind van een smalle,
zeer bochtige weg, die van Sneek door
het wijde Friese land liep en wie niet
beslist in IJlst moest zijn, ging er niet
naar toe. Dat is heel wat veranderd,
sinds men per auto in enkele minuten
over een nieuwe snelweg van Sneek
naar IJlst kan rijden.
Gelukkig ligt het oude stadje nog
rustig terzijde van de weg, tussen de
grachtjes, maar toch komen er nu
meer mensen kijken en zelfs wonen.
Burgemeester B. W. Cazemier (37),
vertelt graag dat het oude stadje als
forensenplaats een nieuwe toekomst
tegemoet gaat. Vorig jaar nam de be
volking toe met 128 zielen. Een toene
ming dus met ongeveer zeven procent
en er zijn weinig oude stadjes waarin
dat ook gebeurt. Mensen, die in Sneek
of nog iets verder hun werk hebben,
gaan graag wonen in het rustige stad
je, dat zo mooi tussen de Friese wei
den en meren ligt.
Ook het toerisme kan nieuwe moge
lijkheden brengen. IJlst rekent daar
al wat op met zijn plannen voor recre
atie- en bungalowterreinen en nieuwe
jachthaven. De watersport krijgt steeds
meer belangstelling voor dit gebied. En
het stadje zelf met z'n mooie zeven
tiende- en achttiende-eeuwse halsgevels
is, nu het beter bereikbaar is gewor
den, voor steeds meer toeristen een
bezienswaardigheid.
IJlst is in de Middeleeuwen ontstaan
aan het water de Ee. Er stond een
burcht en daar rondom bestonden de
mensen van de landbouw. Maar in dit
waterrijke gebied werd ook aan visse
rij gedaan. Die leverde een wisselval
lig bestaan op en de meest onderne
mende vissers gingen zich omstreeks
de zestiende eeuw toeleggen op de
scheepsbouw.
Dat bracht pas welvaart in het stad
je. Er werd handel gedreven met an
dere delen van het land en IJlst was
een van de levendigste steden van
Friesland.
Maar zoals in zovele oude stadjes
kwam het verval; IJlst werd over
vleugeld door Sneek. Ruim honderd
jaar geleden kwam er echter nieuwe
activiteit. De timmerman Nooitgedagt
die de kunst verstond goede Friese
schaatsen te maken, begon met zijn
zonen een bedrijf, dat in de loop van
de jaren is uitgegroeid tot de industrie,
die nu niet alleen schaatsen, maar ook
gereedschappen en kinderspeelgoed ver
vaardigt. Dat bedrijf heeft aan veel in
woners van IJlst werk en brood gege
ven en het vormt in het stadje nog
steeds een belangrijke bestaansbron.
Nu forensisme en toerisme de bloei
van het stadje vooral de laatste jaren
ook bevorderen is er alle reden tot het
vieren van een vrolijk feest. Vrolijk
zonder mé*r zal het overigens niet
zijn. Het comité „IJlst 700 jaar stad"
vindt, dat er „op passende wijze bij
dit stedelijk jubileum moet worden
stil gestaan". Dat zal allereerst gebeu
ren in een plechtige bijeenkomst op
donderdagmiddag 27 juni in de Ned.
Hervormde kerk. Mr. dr. K. de Vries,
directeur van de Fryske Akademy,
zal een feestrede houden onder de ti
tel „Lyts mar krigel" (Klein maar
dapper). Samen met enkele anderen
heeft hij ook een boekje geschreven.
Aan de historie van de stad zal ook
aandacht worden geschonken in een
toneelstuk, dat inwoners van IJlst sa
men met een aantal bekende Friese
semi-beroepsspelers zullen opvoeren.
Het stuk is geïnspireerd op de do
perse martelares Rix Heyne, die in
IJlst heeft gewoond en in 1557 te Leeu
warden ter dood werd gebracht.
Meer in vrolijke trant zijn het Friese
cabaret van Tetman de Vries, de gro
te folkloristische optocht (met alle Ne
derlandse klederdrachten), het ringrij-
den met Friese paarden voor de sjees,
de rolschaatsenshow en het polsstok -
vèrspringen, om maar enkele pro
grammapunten te noemen. Een ge
beurtenis, die ook veel belangstelling
zal trekken is het aloude Friese admi-
raalzeilen van ronde- en platbodem-
jachten op zaterdag 29 juni.
kun je anders lezen dan het relaas Zonder bril, met werkelijk echt haarmaar weer zonder de lekkere, oude
broek die alleen de mensen in de studio van het Nts-journaal ziende heer A. j
F. P. Thors, gefotografeerd in Hilversum.
van de moord op Kennedy".
Aan de andere kant moet hij ook
horen dat hij voortdurend zo vreselijk
ems.tig kijkt op het scherm, hetgeen
weer tot gevolg heeft dat zijn vrouw
hem, in de pauze in de schouwburg
smeekt: „Kijk nu alsjeblieft heel erg
opgewekt".
En dat deed de heer Thors weer op
merken: „Maar als je al emoties
mocht laten blijken voor de camera's,
zou dat alleen mogelijk zijn bijEr wor
den zonnige perioden verwacht. Het
zijn toch altijd weer de frontale botsin
gen en zoveel doden, nieuws is nauwe
lijks opgewekt".
Terug naar de heer Thors achter de
heer van het tv-scherm, die acht „tv-
dassen" heeft (met fors patroon) en
drie tv-colberts. En onder zo'n colbert
gaat dan want dat ziet niemand ooit
„een lekkere, oude, slobberige
broek".
En verder gaf de vader van een 25-
jarige getrouwde dochter dit bericht
mee: als hij een pruik had, dan zou
dat écht geen witte zijn. Al was het
maar om de cameramensen van de
NTS een hoop zuchten bij het belichten
te besparen.
van uitgeverU C. de Boer jr. te Hil
versum ontvingen w(j twee paper-backs;
te weten, de derde druk van het beken
de zeemansverhaal "De zee slaapt niet"
van Age Scheffer en van Allee Winter
het boek "De broze stolp". Dit is een
beklemmend verhaal van een meisje
dat een ziekelyke vaderverbinding
heeft en niet kan dulden dat iemand
anders een plaats krijgt in het hart
van haar vader.
Het boek begint met de dag waarop
de moeder van het meisje Dorrie
Lawson begraven wordt. Dit is voor
Dorrie een vreugdevolle dag, want nu
heeft zij haar vader helemaal voor haai
alleen, denkt ze. Ze denkt alles voor
haar vader te kunnen betekenen en de
plaats van haar moeder volledig te kun
nen innemen. Dit loopt op een misluk
king uit. De vader neemt een huishoud
ster en dit geeft aanleiding tot grote
moeilijkheden. Dorrrie werkt de vrouw
op 'n gemene manier de deur uit, maar
er komt 'n nieuwe huishoudster. Hoewel
deze probeert Dorrie te begrijpen en
erg goed voor haar tracht te zijn, blijft
er een stille haat, die haar dramatisch
hoogtepunt vindt in een aanslag die
Dorrie op de huishoudster pleegt. Een
aangrijpend boek. (Uitgeverij C. de
Boer jr. Hilversum (f 8,50).