Duizenden deden mee met ingewikkeld spel Een kwart eeuw geleden leerden de Nederlanders onderduiken Ijlst viert zevende eeuwfeest als stad ONENIGHEID NAZI'S OVER ONDER „SLAVENJACHT" Hij draagt écht geen pruik Vaderbinding VERSTILD STADJE ZEER IN TREK BIJ FORENSEN ^AJORÏCA Met recht en met ere Wat N.T.S.-nieuwslezer Frits Thors betreft weten we het nu zeker: PAR ELS-BIJOUX SLAVENDRIJVER „AUSWEIS" VERRAAD WANTROUWEN BLOEDIG SPEL FORENSEN KOERIERSTERS Ook portier xj- Onpersoonlijk SCHEEPSBOUW ALLE REDEN MARTELARES VRIJDAG 14 JUNI 1968 TTet was alsof de wereld na alle schokkende gebeurtenissen van mei 1943 in juni 1943 wat op adem moest komen. Ondanks de vele zomerse dagen, die juni 1943 voor Nederland bracht, kon men niet tot zorgeloosheid komen, maar men had in de drie oorlogsjaren wel geleerd om zo goed mogelijk met dreigin gen te leven. Duizenden treinen met Nederlandse mannen waren naar Duits land vertrokken en de eindeloze stroom duurde ook in juni voort. Nederland bloedde leeg. Vele duizenden militairen en arbeiders hadden tijdig een onder duikadres gevonden, maar de slagen waren in mei 1943 te fel en te veelvuldig geweest voor de Nederlandse verzetsbeweging: men kon niet alle mensen, die 0111 bescherming vroegen, helpen. Dat bracht vele mensen ertoe om zich op eigen kracht schuil te houden. Het bracht natuurlijk grote problemen mee, want om te beginnen kreeg een onder duiker geen distributiebescheiden en voorts moest men uiterst voorzichtig zijn. In de eerste tijd konden de onderduikers zich echter betrekkelijk veilig voelen. Het werd spoedig bekend, dat honderdduizenden vaderlanders het Duitse bevel om zich voor deportatie te melden niet hadden opgevolgd en dit maakte een doeltreffende jacht op de onderduikers vrijwel onmogelijk. Daarnaast zagen vele duizenden kans zich legaal aan de Duitse maat regel te onttrekken, want de bezetters hadden na de eerste vernietigende be velen een aantal uitzonderingen be kend gemaakt. Zo werden de arbei ders in bedrijven, die voor de Duit sers werkten, vrijgesteld van deporta tie. Het was in de zomer van 1943 dat achter de nazi-schermen de felle strijd begon tussen Speer en Sauckel. Speer was verantwoordelijk voor de oorlogsproduktie. Het interesseerde hem niet waar de arbeiders werkten, als hun arbeid de Duitse oorlogspro duktie maar ten goede kwam. Speer meende dat de arbeiders beter zouden werken in hun eigen land, waar zij met hun gezinnen konden samenleven, dan in Duitsland, waar zij onder vaak barre omstandigheden en vol tegenzin in een voor hen vreemde omgeving waren. Sauckel was de grote slavendrijver bij de nazi's. Zijn opdracht was aller eerst om de oorlogsindustrie in Duits land op volleB toeren te laten draaien. Omdat er steeds meer Duitse arbei ders uit de fabrieken werden gehaald om de gehavende Duitse legers aan te vullen, moest Sauckel in het buiten land naar arbeiders zoeken, die de opengevallen plaatsen in de Duitse fa brieken konden opvullen. De slavenjacht van Sauckel had ook een direct militair doel: de geallieer den bleven maar dreigen met hun Tweede Front. Dat front zo werd doorlopend beweerd zou in West- Europa komen. De Duitse legerleiding hield rekening met de mogelijkheid dat bij een geallieerde landing de weerbare mannen iin Frankrijk, België en Nederland achter het Duitse front tot gewapend verzet zouden komen. Hoe meer mannen uit de kustlanden naar Duitslsnd werden gevoerd, hoe liever het de Duitse generaals was. De strijd tussen Speer en Sauckel heeft tot het einde van de oorlog ge duurd. Sauckel ontpopte zich in die strijd tot een liederlijk slavendrijver, die miljoenen mensen in het ongeluk stortte, ook toen het duidelijk werd dat iedere opoffering zinloos was. Hij werd in 1946 opgehangen. Speer bleek humaner. Hij volgde die partijlijn totdat hij de zinloosheid er van inzag. Toen waagde hij zijn leven om zinloze verspilling van mensenle vens en bestaansmiddelen tegen te gaan. Dit redde hem na de oorlog het leven. Hij werd tot twintig jaar ge vangenschap veroordeeld; in 1966 werd hij in vrijheid gesteld. In de bezette landen ontdekte men al spoedig dat de Duitse beulen het met elkaar niet eens waren en dat buitte men uit. Elk bedrijf poogde een verklaring te bemachtigen dat het „vitaal voor de Duitse weermacht" was. Had men zo'n verklaring, dan kre gen de arbeiders in zo'n „vitaal be drijf" een „Ausweis" een papier waarop stond dat de houder was vrij gesteld van deportatie naar Duitsland. Na mei 1943 ging „de Ausweis" het leven in Nederland beheersen. Na en kele maanden zou iedere man tussen de achttien en 35 jaar die geen „Aus weis" had, vogelvrij zijn. Elk moment kon iedereen op straat worden aange houden. Het persoonsbewijs, dat ieder een bij zich moest dragen, vertelde hou oud men was. Viel men in de be ruchte leeftijdsgroep maar kon men een „Ausweis" tonen dan werd men ongemoeid gelaten. Wie in de beruch te leeftijdsgroep geen „Ausweis" had werd gearresteerd. Niet alleen de Duitsers, maar ook vele Nederlandse politiemannen hielden op onverwachte tijden scherpe contro les. Op stations en bij bioscopen, na voetbalwedstrijden en in café's. Nu, 25 jaar later, klinkt het voor de jonge generatie misschien wat onno zel: Wie ging er nu onder „Ausweis" in een trein of in een café zitten? Zeker, er waren onderduikers, die er gens op een boerderij zaten. Zij gin gen nooit van de boerderij af en een ingewikkeld alarmsysteem waarschuw de als vreemden de boerderij nader den, waardoor de onderduikers tijdig een goed heenkomen konden zoeken, soms letterlijk onder de grond. Maar niet alle onderduikers hadden het' geluk op een afgelegen boerderij ADVERTENTIE te komen. Soms werden zij gewoon in bedrijven geplaatst, meestal voorzien van een valse „Ausweis", want na drie jaar oorlog was voor de verzetsbe weging geen document te ingewikkeld om na te maken. De Duitsers waren echter meesters in de terreur: doorlo pend werd de „Ausweis" veranderd en vooral kort na zo'n verandering vie len er veel slachtoffers. Nu was doorgaans een zeer voor zichtige onderduiker wel veilig. Wie zich schuilhield in een kamer of op een boerderij had een goede kans niet ontdekt te worden, maar de meeste onderduikers waren jonge mensen. Een vrijwillige gevangenschap, die naar het gevoel van velen eindeloos kon du ren, werd sommigen op een gegeven moment te zwaar. Men wilde op een hete zomermiddag even gaan zwem men of men ging naar een voetbalwed strijd kijken. Men wilde even in een kroegje een biertje pakken of men wilde met een meisje naar de sterren kijken. Soms waren de onderduikers roeke loos, maar de kwelling van een vrij willige gevangenschap kan men al leen in bittere ervaring meten. Onvoorzichtigheid werd dikwijls ge volgd door het overal loerende ver raad. In totaal zullen niet meer dan drie procent van de Nederlanders zich aan verraad hebben schuldig gemaakt, maar niemand wist wie een verrader was en daarom kon een kleine onvoor zichtigheid een Duitse overval uitlokken Tenslotte had men de kletsers, de mensen die zelf door niets werden be dreigd en die het interessant voniden om tegen een vriend die vent is abso luut betrouwbaar te zeggen: „Bij Jansen zitten er ook drie en één ervan moet een jood zijn". In alle illegale bladen en door iedere goedwillende Nederlander werd na 'mei 1943 doorlopend herhaald: „Klets niet. Als je iets hoort of weet, houd dan je mond dicht. Vertrouw niemand". Het aantal mensen dat alleen al in Nederland tijdens de oorlog door een onvoorzichtig woord het leven verloor, is niet te schatten, maar het moeten er duizenden zijn geweest. Sinds mei 1943 groeide er allerwegen een diep wantrouwen onder de mensen. Families en gezinnen vervreemden van elkaar. Kinderen zwegen als hun ouders onverwacht een kamer binnenkwamen en jarenlange vriendschappen werden verbroken. Diep gegriefde mensen zeiden na de oorlog tegen elkaar: „Maar je had het mij toch wel kunnen zeggen, dat Piet in het opkamertje ondergedoken zat!" De vrouwen, die hun zoon of man verborgen, waren vaak de beste be waaksters. Zelfs in dichtbevolkte stads wijken hebben jongens en mannen in illegale PTT het waren vooral de vrouwen en de meisjes die als „koe rierster" fungeerden, niet alleen voor de onderduikpost, maar ook voor de gevaarlijke stukken die van het ene adres naar het andere moesten. Ook buiten- het bezette Europa werd juni 1943 gebruikt om wat op adem te komen. Om te beginnen tobde men er nog steeds met het Franse vraagstuk. In Casablanca had De Gaulle ogen schijnlijk vrede gesloten met de ge allieerden en met zijn eigen landgeno ten,1 die anders dachten dan hij. In Casablanca had De Gaulle echter ook begrepen dat Amerika en Engeland de oorlog op papier al hadden gewonnen. Wat moest er van de Franse Glorie terecht komen, als Frankrijk buiten al le ontwikkelingen bleef? De Gaulle probeerde eerst vanuit Casablanca in Noor-Afrika een soort Frans bolwerk op te bouwen, maar Eisenhover had het daar te druk met het voorbereiden van de aanval op Italië en Charles de Gaulle werd in een1 denten gebouwde schuilhut ergens 2 diep in de Veluwse bossen. vliegtuig naar Londen gezet. Vanuit de Engelse hoofdstad ging De Gaulle het verzet in het bezette Frank rijk organiseren. De vele Franse ver zetsgroepen hoorden eind mei 1943 tot hun niet geringe verbazing, dat zij zich alle vrijwillig hadden geschaard onder het oppercommando van Charles de Gaulle in Londen. Tezelfder tijd zag De Gaulle kans met een vliegtuig uit Londen in Algiers te komen. In Algerije begon hij een gaote zuiveringsactie onder zijn tegenstan ders, tot ontzetting van de geallieerden die op dat moment weinig behoefte hadden aan een grootscheepse familie ruzie in eigen gelederen. Of De Gaulle niet wilde wachten tot na de invasie In Italië? De Gaulle zei dat hij dat niet wilde en dat hij best het recht had om lastig te zijn, omdat men niet moest vergeten dat Frankrijk nog steeds een Grote Mogendheid was. Voor de Italianen werd het in juni 1943 duidelijk, dat zij totaal op het ver keerde paard hadden gewed, toen zij Mussolini zijn gang hadden laten gaan. Een snel groeiende groep invloedrijke Italianen ging naar een eervolle oplos sing zoeken voor het geval de geallieer den vaste voet in hun land zouden krij gen. Zij wisten in juni 1943 dat de in vasie voor de deur stond, want de ge allieerden veroverden in die maand enkele kleine eilandjes in de Middel landse Zee, die precies op de route Noord-Afrika-Sicilië lagen. Voor die invasie werd in Noord-Afri- ka een geweldig leger samengebracht maar hoewel de Amerikanen de fron ten in Europa overstelpten met man nen en materieel, verwaarloosden ze ook de oorlog tegen Japan niet. Hon derdduizenden Amerikaanse mariniers waren in de onmetelijke Pacific aan het „eilandjes-springen", een uiterst bloedig spel. Van elk rotsplateautje in de oceaanr moesten de Japanners wor den weggebrand: er liggen duizenden kleine eilandjes in de Pacific en op elk eilandje hadden de Japanners een bezetting die bereid was zich dood te vechten. In juni 1943 werd door vele legersta ven' de balans opgemaakt: Engeland hatd in vier jaar oorlog bijna zeven honderdduizend man verloren: Ameri ka had sinds 7 december 1941 bijna honderdduizend man verloren. De Rus sische en Duitse verliezen telde man al met miljoenen. Voor iedereen met enig redelijk ver stand was het in juni 1943 duidelijk, dat Duitsland de oorlog militair niet meer kon winnen, maar toch zetten de Duitsers hun terreurprogramma on verbiddelijk voort. Op 11 juni 1943 be val Himmler dat alle getto's in de be zette landen moesten worden opge ruimd: alle joden in de bezette lan den moesten naar Polen naar de gas kamers worden afgevoerd. Zes dagen later verklaarde Goebbels trots dat Berlijn „judenfrei" was. De gillende dwerg vergiste zich. De Ber- lijnse bevolking was nooit zo heel erg pro-nazi geweest en de Berlijners had den duizenden joden laten oniderduiken die de oorlog zouden overleven. TI>/ was even een pijnlijke geschiedenis. IJlst was al druk bezig met het uit- werken van de plannen voor het feest, dat ter gelegenheid van het feit dat het zevenhonderd jaar stadsrechten had, zou worden gevierd, toen er plot seling mensen waren, die aan de juistheid van de herdenking gingen twijfelen. Een provinciaal blad schreef dat die stadsrechten er nog lang geen zeven een wen waren en dat het zelfs de vraag was of IJlst wel echt een stad was. Van dat laatste schrok men trouwens in heel Frieland. Dat zou immers be tekenen, dat de provincie maar tien steden overhield en hoe zou men dan ooit weer een Elfstedentocht kunnen houden? Maar in IJlst hebben de eeuwen door veel historici gewoond en één van de beste was de vroegere doopsgezin de predikant Busé, naar wie zelfs nog een straat is genoemd. Bij hem en an deren te rade gaand, kwam men al spoedig tot de overtuiging, dat IJlst we! degelijk zeven eeuwen stadsrech ten heeft. Het mag een jaar meer of minder zijn, maar de aanleiding voor het feest was er zeker. En nu is dan vrijwel elk gezin in IJlst betrokken bij het feest, dat don derdag 27 juni begint en tien dagen lang zal duren. IJlst is een rustig stad je, maar dan zal het er druk worden want behalve de tweeduizend eigen in woners zullen ook velen van buiten de stad in de feestvreugde willen delen. Men organiseert verschillende evene menten, die op een massaal bezoek be rekend zijn en de stad in het middelpunt van de belangstelling zullen plaatsen. Dat is een goede zaak, want tot voor enkele jaren dreigde IJlst zo zoetjes aan een beetje vergeten te worden ADVERTENTIE OLIFANT IS VADERLANDS LIEVEND. Heeft grote eerbied voor Vaderlandse borrel. Traditie in ere houden en. meer van dat soort kreten. Oude en Jonge jenever. Puik! Hoera! Juni 1943 6 Ausweis gaat Jéven beheersen Onderduiken werd een vak Dodelijk geklets Adempauze aan de fronten De Gaulle blijft lastig kleine huisjes jarenlang verborgen ge zeten zonder dat de naaste buren er iets van wisten. In juni 1943 begonnen duizenden Ne derlanders dit ingewikkelde spel snel te leren. Ondanks alle ellenide bracht deze maand een zekere rust: de man nen die gedeporteerd waren, hadden hun eerste brief geschreven, en die was niet al te somber uitgevallen. De „Ausweis" gaf tienduizenden anderen een zeker gevoel van veiligheid en weer duizenden anderen waren op hun onderduikadres aangekomen. Voor wie niet op eigen gelegenheid onderdook, was dat meestal als volgt gegaan: een vriend, de domiinee, de pastoor, een onderwijzer of een oud vakbondsbestuurder had gezegd: „Zorg dat de jongen morgenavond met een on opvallend koffertje bij het station is. Een meisje met een witte jurk brengt hem weg". Behalve het eerste contact geschiedde de hele onderduiking naam loos. Niemand vroeg naar namen, dat werd onfatsoenlijk geacht: een naam die je niet kende, kon je ook nooit verraden. De onderduiker werd twee driemaal overgenomen door contact mensen en hij belandde soms na we ken pas op zijn definitieve onderduik adres. Er bleef een zeker contact tussen de onderduiker en zijn gezin, want de ver zetsorganisatie zorgde voor een soort 17 r worden weddenschappen afgeslo- ten over zijn haar (pruik of niet) en hij wordt aangesproken over bril en stropdas. Maar intussen heb ik ook iets, dat de heer F. Thors, nieuwslezer van de NTS betreft: Hij is voor mij de beste nieuwslezer, met dat vriendelijk- onbewogen gezicht, dat voortdurend bescheiden waarschuwt: „Niet op mij letten, luistert u alstublieft naar het nieuws". En om deze zin was het, dat ik voor het eerst de heer Alexander Frederik Paul Thors uit Hilversum hartelijk zag lachen. Het werd toch nog even zoeken, in de „Hof van Holland" in hetzelfde Hil versum, want de heer Thors had zijn bril niet op. Die (lees)bril, die hij bij het nieuwslezen draagt, is het enige dingetje, dat hem soms nog een beetje anonimiteit bezorgt. „Want", zei de heer Thors, „dat gaat in een restau rant bijvoorbeeld zo. Ik zonder bril. Naast me wordt gefluisterd: Die van de televisie?..... Neen, want die heeft een bril. Als ik dan uiteindelijk mijn bril te voorschijn moet halen om de menukaart te lezen, hoor ik steevast: Zie je nou wel, hij is het toch". De man die met zijn zestiende jaar al een beetje wit-grijs begon te wor den op het hoofd („Een familie kwaal") is nu drie jaar medewerker van de N.T.S. Maar daarvoor? „Daarvoor zitten 37 jaren bij de ra dio", was het antwoord van de heer Thors, die als jongeman bij de AVRO in dienst kwam als radio-omroeper in het benedenhuis van de heer Willem Vogt, maar ook als portier, wegwijzer naar het toilet, wateraandrager voor schorre sprekers en assistent van de pianist (om de muziekbladen om te slaan). Dat was de pionierstijd van de ra dio, maar ook het begin van een loop baan die via „Herrijzend Nederland" zou leiden naar Londen en Canada, waar de heer Thors radio-uitzendingen verzorgde voor Nederland. Twee jaar was hij in Canada en twee jaar studeerde hij weer terug in Nederland, notariaat. Via de We reldomroep, waar hij hoofid van twee programma-afdelingen was, werd hij uiteindelijk wat hij nu is. En dat is niet alleen free-lance nieuwslezer bij de NTS, maar tevens medewerker aan radioprogramma's en invaller voor de radionieuwsdienst. En als het zo uitkomt, zet hij ook nog hele programma's op een bandrecorder, die worden afgedraaid bij dia-vertoningen. Maar we zijn nog steeds niet bij zijn manier van nieuwslezen voor de tv- camera's, waarover hij uiteindelijk zei: „Een nieuwslezer moet op het scherm iets onpersoonlijks zijn, hij is niet belangrijk. Er is me, toen ik be gon, wel eens gezegd dat ik het nieuws een beetje te persoonlijk voorlas. Maar een tikkeltje variatie in je stem is wel mogelijk, vind ik. Een sportbericht Het lag aan het eind van een smalle, zeer bochtige weg, die van Sneek door het wijde Friese land liep en wie niet beslist in IJlst moest zijn, ging er niet naar toe. Dat is heel wat veranderd, sinds men per auto in enkele minuten over een nieuwe snelweg van Sneek naar IJlst kan rijden. Gelukkig ligt het oude stadje nog rustig terzijde van de weg, tussen de grachtjes, maar toch komen er nu meer mensen kijken en zelfs wonen. Burgemeester B. W. Cazemier (37), vertelt graag dat het oude stadje als forensenplaats een nieuwe toekomst tegemoet gaat. Vorig jaar nam de be volking toe met 128 zielen. Een toene ming dus met ongeveer zeven procent en er zijn weinig oude stadjes waarin dat ook gebeurt. Mensen, die in Sneek of nog iets verder hun werk hebben, gaan graag wonen in het rustige stad je, dat zo mooi tussen de Friese wei den en meren ligt. Ook het toerisme kan nieuwe moge lijkheden brengen. IJlst rekent daar al wat op met zijn plannen voor recre atie- en bungalowterreinen en nieuwe jachthaven. De watersport krijgt steeds meer belangstelling voor dit gebied. En het stadje zelf met z'n mooie zeven tiende- en achttiende-eeuwse halsgevels is, nu het beter bereikbaar is gewor den, voor steeds meer toeristen een bezienswaardigheid. IJlst is in de Middeleeuwen ontstaan aan het water de Ee. Er stond een burcht en daar rondom bestonden de mensen van de landbouw. Maar in dit waterrijke gebied werd ook aan visse rij gedaan. Die leverde een wisselval lig bestaan op en de meest onderne mende vissers gingen zich omstreeks de zestiende eeuw toeleggen op de scheepsbouw. Dat bracht pas welvaart in het stad je. Er werd handel gedreven met an dere delen van het land en IJlst was een van de levendigste steden van Friesland. Maar zoals in zovele oude stadjes kwam het verval; IJlst werd over vleugeld door Sneek. Ruim honderd jaar geleden kwam er echter nieuwe activiteit. De timmerman Nooitgedagt die de kunst verstond goede Friese schaatsen te maken, begon met zijn zonen een bedrijf, dat in de loop van de jaren is uitgegroeid tot de industrie, die nu niet alleen schaatsen, maar ook gereedschappen en kinderspeelgoed ver vaardigt. Dat bedrijf heeft aan veel in woners van IJlst werk en brood gege ven en het vormt in het stadje nog steeds een belangrijke bestaansbron. Nu forensisme en toerisme de bloei van het stadje vooral de laatste jaren ook bevorderen is er alle reden tot het vieren van een vrolijk feest. Vrolijk zonder mé*r zal het overigens niet zijn. Het comité „IJlst 700 jaar stad" vindt, dat er „op passende wijze bij dit stedelijk jubileum moet worden stil gestaan". Dat zal allereerst gebeu ren in een plechtige bijeenkomst op donderdagmiddag 27 juni in de Ned. Hervormde kerk. Mr. dr. K. de Vries, directeur van de Fryske Akademy, zal een feestrede houden onder de ti tel „Lyts mar krigel" (Klein maar dapper). Samen met enkele anderen heeft hij ook een boekje geschreven. Aan de historie van de stad zal ook aandacht worden geschonken in een toneelstuk, dat inwoners van IJlst sa men met een aantal bekende Friese semi-beroepsspelers zullen opvoeren. Het stuk is geïnspireerd op de do perse martelares Rix Heyne, die in IJlst heeft gewoond en in 1557 te Leeu warden ter dood werd gebracht. Meer in vrolijke trant zijn het Friese cabaret van Tetman de Vries, de gro te folkloristische optocht (met alle Ne derlandse klederdrachten), het ringrij- den met Friese paarden voor de sjees, de rolschaatsenshow en het polsstok - vèrspringen, om maar enkele pro grammapunten te noemen. Een ge beurtenis, die ook veel belangstelling zal trekken is het aloude Friese admi- raalzeilen van ronde- en platbodem- jachten op zaterdag 29 juni. kun je anders lezen dan het relaas Zonder bril, met werkelijk echt haarmaar weer zonder de lekkere, oude broek die alleen de mensen in de studio van het Nts-journaal ziende heer A. j F. P. Thors, gefotografeerd in Hilversum. van de moord op Kennedy". Aan de andere kant moet hij ook horen dat hij voortdurend zo vreselijk ems.tig kijkt op het scherm, hetgeen weer tot gevolg heeft dat zijn vrouw hem, in de pauze in de schouwburg smeekt: „Kijk nu alsjeblieft heel erg opgewekt". En dat deed de heer Thors weer op merken: „Maar als je al emoties mocht laten blijken voor de camera's, zou dat alleen mogelijk zijn bijEr wor den zonnige perioden verwacht. Het zijn toch altijd weer de frontale botsin gen en zoveel doden, nieuws is nauwe lijks opgewekt". Terug naar de heer Thors achter de heer van het tv-scherm, die acht „tv- dassen" heeft (met fors patroon) en drie tv-colberts. En onder zo'n colbert gaat dan want dat ziet niemand ooit „een lekkere, oude, slobberige broek". En verder gaf de vader van een 25- jarige getrouwde dochter dit bericht mee: als hij een pruik had, dan zou dat écht geen witte zijn. Al was het maar om de cameramensen van de NTS een hoop zuchten bij het belichten te besparen. van uitgeverU C. de Boer jr. te Hil versum ontvingen w(j twee paper-backs; te weten, de derde druk van het beken de zeemansverhaal "De zee slaapt niet" van Age Scheffer en van Allee Winter het boek "De broze stolp". Dit is een beklemmend verhaal van een meisje dat een ziekelyke vaderverbinding heeft en niet kan dulden dat iemand anders een plaats krijgt in het hart van haar vader. Het boek begint met de dag waarop de moeder van het meisje Dorrie Lawson begraven wordt. Dit is voor Dorrie een vreugdevolle dag, want nu heeft zij haar vader helemaal voor haai alleen, denkt ze. Ze denkt alles voor haar vader te kunnen betekenen en de plaats van haar moeder volledig te kun nen innemen. Dit loopt op een misluk king uit. De vader neemt een huishoud ster en dit geeft aanleiding tot grote moeilijkheden. Dorrrie werkt de vrouw op 'n gemene manier de deur uit, maar er komt 'n nieuwe huishoudster. Hoewel deze probeert Dorrie te begrijpen en erg goed voor haar tracht te zijn, blijft er een stille haat, die haar dramatisch hoogtepunt vindt in een aanslag die Dorrie op de huishoudster pleegt. Een aangrijpend boek. (Uitgeverij C. de Boer jr. Hilversum (f 8,50).

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 11