DEZE WEEK: nader beschouwd
De feiten - ze liegen er niet om
Waaróm (en voor wie) 't ding er staat
Die mooie boom: 'n symbooltje
De juiste man
op de juiste
plaats in de
Nederlandse
strijdmacht
De 30 grootste
Nederlandse
ondernemingen
door
M.B.BIoch
kolonel
arts
M
We zijn nu kennelijk toe aan het betalen van de prijs voor de welvaart en de ont
wikkeling van de techniek. Honderdduizenden mannen tussen 55 en 64 jaar moe
ten deze week zijn geschrokken van de cijfers in de krant over hun hoog gestegen
sterftekans. Die cijfers even hoog als dertig jaar geleden berusten op feiten
die wij uit geregelde publikaties stuk voor stuk hadden kunnen kennen. Nu het
Nederlands instituur voor preventieve geneeskunde TNO die feiten in een rapport
op één grote hoop heeft geveegd, schrikken we ervan. Hoewel wij herhaaldelijk
zijn gewaarschuwd.
We zouden ook kunnen zeggen: De maatschappelijke risico's voor mannen zijn
groter dan die voor vrouwen. Zij zitten vaker en veel langer in auto's. Dat is slecht
voor hun lichamelijke conditie én gevaarlijk. De spanningen in werk en leven doen
hen steeds vaker naar een sigaret en een borrel grijpen. En zo verder.
Hoe lang nog zal van deze grote verschillen sprake zijn? Steeds meer vrouwen
kruipen achter een autostuur, ook zakelijk. Het aantal niet rokende vrouwen neemt
snel af. Vrouwen die „een borrel" niet versmaden, komen er in hoog tempo steeds
meer. De sterftekansen voor mannen zullen er niet door dalen. Maar geleidelijk
aan wordt het wel zo, dat ook vrouwen op hun (gewoonte)tellen moeten gaan pas
sen. Eén rapport met een schok-effect lijkt ons voorlopig meer dan genoeg voor
mannen èn voor vrouwen.
Daarmee zijn wij er nog niet. Het zou toe te juichen zijn, als er in de toekomst
vaker sprake zou zijn van een soort voorlichting zoals mej. dr. ir. Van Schaik van
het Voorlichtingsbureau voor de Voeding die onlangs heeft, bedreven. Zij waar
schuwde voor de gevolgen van onverstandig eten. Maar zij gaf er tegelijk een
stel raadgevingen bij, waarmee iedereen van goeden wille zijn voordeel kan doen.
Pas dan snijdt het mes aan twee kanten.
De introductie op de Veluwe van een nieuwe elektronische installatie bij het op
sporen van verkeersovertreders de Rood Licht Camera van Gatsonides heeft
hier en daar wat weerstanden gewekt. Een eerste, wat emotionele reactie is: het is
een stiekume manier! Die opstelling ten aanzien van een middel ter bevordering
van de verkeersveiligheid is niet juist. Het is de opvatting van de Apeldoornse
politie, gedeeld door vele korpsen in Nederland, dat de politie zich in principe moet
laten zién. Dat gebeurt in nogal opvallende wagens, bemand met geüniformeerde
mannen. Maar, de ervaring heeft geleerd, dat het gedrag van talloze verkeersdeel
nemers van dien aard is, dat „het laten zien" gecombineerd moet worden met onop
vallende surveillance.
Er zijn weggebruikers die de „agent achter de boom" onsportief vinden. In feite is
dit een voorwendsel om eigen onsportiviteit (niet tegenover de politie, maar tegen
over de mede-weggebruiker) te camoufleren. Wie een rit maakt over een traject
met wisselende maximum snelheden en zich aan de snelheden houdt, zal vele ma
len gepasseerd worden door automobilisten die alle borden aan hun laars lappen.
Rijdt men hetzelfde traject opnieuw, maar met de pet op van een buschauffeur, dan
gaat niemand meer inhalen. Dat is het gedrag van de verkeersdeelnemer, die als
eerste opstaat om het gebruik van onopvallende apparatuur bij verkeerscontrole te
kritiseren.
De Rood Licht Camera, die dezer dagen in Apeldoorn werd opgesteld, draait de
ene film na de andere door. Dertig tot veertig overtredingen per dag op een ver
keerspunt is geen uitzondering.
Men kan de verkeersovertredingen splitsen in twee soorten: de „stilstaande" en de
„bewegende" overtredingen. Onder de eerste catogorie vallen onder meer de over
tredingen van wacht- en stopverboden; „bewegende" overtredingen zijn o.a. het
niet verlenen van voorrang, het door rood licht rijden, snijden, enz. Van de onge
veer 40.000.000.000 (veertig miljard) verkeersovertredingen per jaar in Nederland
(schatting KNAC) worden ongeveer 1 op de 30.000 door de politie gerelateerd, dan
wel met een transactie afgedaan. Het is lange tijd zó geweest, dat het aantal ge
constateerde „bewegende" overtredingen slechts 'n fractie was van 't totale aantal
geconstateerde overtredingen. Als men dan weet, dat de stilstaande overtredingen
slechts 'n ondergeschikte plaats innemen in 't hele beeld van de verkeersveiligheid,
dan is 't duidelijk, dat toezicht op de „stilstaande" overtredingen weliswaar belang
rijk is voor 't in stand houden van 'n goede verkeersorde, maar het een zo hobg mo
gelijk opgevoerde verkeersveiligheid eist, dat vooral aan de „bewegende"
overtredingen grote aandacht wordt besteedt.
De Rood Licht Camera's steken de helpende hand toe bij de bestrijding van de
verkeersonveiligheid. Voor wie daaraan meedoet heeft de RLC geen functie. „Het
zal ons een genoegen zijn", zei een hoge politie-functionaris, „als er uit de came
ra drie foto's per dag komen
Maar het zijn er tientallen en daarom staat 't ding er!
T?r hebben zich deze week in Apeldoorn enkele mensen woedend gemaakt over
het feit dat er in het centrum van de stad een prachtige, eeuwenoude boom
schoonheid temidden van de bebouwing met de bijl is neergelegd. Er moest een
weg verbreed worden, er moest een gasleiding worden gelegd en wat is dan eenvou
diger om een boom die niet in de weg staat, maar er na&st te verwijderen.
Was het om een boom die niet in de weg staat, maar er naast te verwijderen,
dat niet zo eenvoudig geweest. Maar nu, 't geschiedde in een handomdraai en
slechts enkele mensen hebben zich mogelijk gerealiseerd, dat wat daar aan de
Deventerstraat gebeurde, de vernietiging betekent van het onvervangbare.
We rijden er aan voorbij, zien dat men er met de weg bezig is en hebben er
kennelijk vrede mee dat wéér een klein stukje natuur in deze stad van tuinen en
bomen plaats maakt voor beton en asfalt.
Niet de boom aan de Deventerstraat is zo geweldig belangrijk, ook niet die
andere bomen die het vorige jaar rij-voor-rij werden gekapt, toen een andere
straat in de stad moest worden verbreed. maar wel is van gewicht, dat we da
gelijks bezig zijn met kleine en soms grote ingrepen in het onherstelbare en dat
we ook nauwelijks merken of onderkennen. „Elke generatie zal waarschijnlijk
opnieuw mooie en grote dingen maken", zegt de bioloog Hillenius, „maar de
planten en dieren en de landschappen ook de mooie plekjes in een stad die in
een explosief versneld tempo verloren gaan door de eisen van industrie, door niet
te voorziene gevolgen van insekten- en \>nkruidbestrijding, door de vicieuze cirkel
van betere wegen, meer verkeer en alle bijverschijnselen van de bevolkings
toename, zullen nooit meer te vervangen zijn".
De knapste boomkweker ook al krijgt hij er een plekje voor aangewezen
zal die prachtige boom in het stadscentrum, voor deze, nóch voor de volgende
generatie kunnen terugkweken. Hillenius zegt dat de eerste natuurbeschermers
beweerden dat, als er niet gauw wat gebeurde ten goede, hun kindskinderen de
treurige gevolgen zouden moeten dragen. Er is inderdaad niet veel gebeurd ten
goede; de kindskinderen waarover de eerste natuurbeschermers spraken zijn wij.
„Tenzij radicaal ingegrepenwordt, zullen de komende tien jaar onze roofvogels
verdwenen zijn, evenals de vos en de dassen, de zangvogels zullen zijn om
gekomen door vergif of gebrek aan voedsel". Er zullen geen bomen meer staan in
de stad omdat er verkeer moest rijden en er gasbuizen moesten worden gelegd
Biologen voorspellen ons het volgende: ons enige levende gezelschap zal bestaan
uit ratten, muizen, mussen, spreeuwen, wat kraaien en meeuwen. De koning der
schepping, omringd door aas-alleseters
De boom aan de Deventerstraat is maar een klein symbooltje.
De bekendmaking van de cijfers van 29. Van Neiie 171
de DAF, die over 1967 een omzet be- 30. Van Berkel Patent171
haalde van ruim een half miljard gulden, Het zou onJu'st zyn aan deze lijst ook
heeft de verleiding doen ontstaan van maar enige volledigheid toe te kennen. Ten
een vergelijking van dit bedrijf met an- e"stc P^ceren nog veel te we,mg maat-
xt j i j j schappyen ook die wier aandelen aan de
dere grote Nederlandse ondernemingen. Amste„lamsc effecte„beurS *yn genoteerd
Elke vergelijking gaat natuurlijk ergens omzetcijfers.
mank, maar een lijst van omzetcijfers Waarom zy daarvan nog afzien is in vele
toont dat de DAF in de eerste gelederen gevallen een raadsel. Bestuurders verschui-
zit van het Nederlandse bedrijfsleven, al- len zich dan altyd achter de opmerking:
thans wat deze cijfers betreft. Uit concurrentieoverwegingen. Ztf denken
De omzetten van 1967 en in sommige ge- dan dat daarmee de kous af is.
vallen het boekjaar 1966-'67, geven het vol- Andere weigeren omzetcijfers te geven,
gende beeld' (de cijfers luidden in min omdat zij nooit eerder zijn vermeld. Weer
guldens). andere geven slechts indexcijfers of maken
1. Kon./Shell Groep 37.834 zelfs helemaal niets bekend. Zo moet men
2. Unilever 19.706 blijven raden naar de vele honderden mil-
3. Philips 8.695 joenen guldens belopende omzet van de
4. Kon. Zout Organon 1.830 Billiton Maatschappij.
5. Hoogovens 1.201 De omzet van De Gruyter blijft voor-
6. Internatio 1.200 alsnog in het duister. Grote concerns
7. Staatsmijnen 968 houden hun mond hierover als er naar
8. K.L.M. 864 wordt gevraagd.
9. V.M.F. (Stork-Werkspoor) 800 Zo zwijgen bedrijven als Van Ommeren,
10. Albert Hejjn 727 Bols, Deli Mij., Elsevier, Fokker, Müller
11. A.K.U. 641 en dan spreken wij nog niet eens van, be-
12. DAF 508 drijven die (nog) niet verplicht zijn hun cy-
13. Bührmann-Tetterode 449 fers te publiceren.
14. Van Gelder Papier 400 Ook moet nog worden bezien w^t men
15. Scholten-Honig 391 onder omzetcijfers verstaat. Sommige on-
16. Rijn-Schelde Mach.fabr360 dernemingen noemen dat een totaal aan
17. Gist-Brocades 337 inkomsten, waarbij nog moet worden afge-
18. Wilton-Fijenoord-Bronswerk wacht wat alvast van die inkomsten in
ruim 300 mindering is gebracht. Evenmin is bekend
19. Ver. Ned. Uitgeverijen, of in de omzetcijfers van tal van bedrijven
incl. Rotogravure ruim 300 onderlinge leveranties zijn begrepen. Als
20. Hollandsche Beton 285 men dan toch naar meer openheid wil, laat
21. Holland-Amerika Lijn 262 men dan trachten één' lijn te trekken en
22. Heineken 256 geen zaken te verzwijgen, die wel bekend
23. Overzeese Gas 224 moeten worden, zoals onlangs bij de Cen-
24. Nyverdal-Ten Cate 216 trale Suiker Maatschappij is gebleken.
25. Kon. Ned. Textiel-Unie 215 Ten aanzien van Koninklijke/Shell Groep
26. I.H.C.-Holland 214 en Unilever zij vermeld dat het hier cy-
27. Nederhorst, incl. Braat 200 fers betreffen van het gehele internationale
28. Meelfabrieken 183 concern.
IXerhaaldelyk leest men In ingezon-
den stukken over „handige" jon
gens, die kans zien, zich voor de mili
taire dienst te laten afkeuren.
Veelal gaat dit soort emotionele
ontboezemingen gepaard met een tus
sen de regels leesbaar, dan wel con
creet gesteld wantrouwen in het mili
taire keuringsapparaat. Ook de beken
de senator Boetes, die onlangs terecht
stond wegens herberging van een de
serteur, liet zich bij die gelegenheid
in deze zin uit.
Is er aanleiding tot dit wantrouwen?
A priori kan worden opgemerkt, dat
het grote aantal afkeuringen bij de
aanstaande rekruten eerder wijst op
een overdreven voorzichtigheid dan
dat het aanleiding zou moeten zijn tot
twijfel aan de militaire keuring. In
dien de vele verzekeringsmaatschap
pijen in Nederland even serieus en
voorzichtig zouden keuren als onze
krygsmacht, zou het aantal mensen
met beperkende bepalingen, in ziekte
en andere verzekeringen een veelvoud
bedragen van het huidige aantal.
Wy zyn ons er echter van bewust,
dat wy met deze laatste opmerking
geen objectief criterium hanteren: de
keuring voor een ziekteverzekering
heeft immers een totaal ander doel dan
de keuring, voor de militaire dienst en
we willen daarom in 't volgende trach
ten de lezer een totaalbeeld te geven
van het systeem van de militaire keu
ring.
'"Pussen zijn achttiende en negentiende
verjaardag krijgt de Nederlandse jon
geman een mededeling thuis, dat hij is inge
schreven voor de militaire dienstplicht. Eni
ge tijd nadien krijgt hij een oproep voor de
militaire keuring. Daarbij krijgt hij enkele
administrateve gegevens zoals de plaats,
waar hij zich moet melden, het feit, dat de
keuring één volle dag ih beslag neemt, enz.
Wat behelst die keuring?
Wij gebruiken in Nederland een classifica
tiesysteem, overgenomen van het Engelse
en vervolgens enigszins gemodificeerd naar
Nederlandse inzichten.
Het lichaam wordt als het ware verdeeld
in delen, aangegeven door letters. Deze let
ters geven achtereenvolgens aan:
A: Algemeen fysieke toestand: (lichame
lijke ontwikkeling, onderlinge verhouding
lengte/gewichtborstomvang, geschiktheid
om door oefening een vereist uithoudings
vermogen te verkrijgen, algemene ziekte
en gebreken).
B: Bovenste ledematen: (vorm en functie
van handen, armen, schoudergordel en hals-
wervelkolom).
O: Onderste ledematen: (vorm en functie
van voeten, benen, bekkengordel en overige
wervelkolom).
H: Horen: (toestand en functie van gehoor
en evenwichtsorganen).
Z: Zien: (toestand en functie vain het ge
zichtsorgaan).
I: Intelligentie.
S: Stabiliteit: (geestelijke).
In toto: A B O H Z I S
\7"an elke letter wordt nu een gradering
aangehouden van 1 (het beste) tot 5
(ongeschikt). Eén 5 maakt de keurling on
geschikt. Wè zullen op de details van dit
systeem niet ingaan, maar het is duidelijk,
'dat verschillende graderingen al naar gelang
van de letter van meer of minder gewicht
kunnem zijn. Een voorbeeld maakt dat dui
delijk: de keurling, die A2 krijgt, b.v. omdat
gewicht en lengte niet voldoende correleren
(te mager of te dik), is qua inzet minder
beperkt dan degene, die Z2 te danken heeft
aan een verminderde visus en dus een bril
nodig heeft.
Zo juist gebruikten wij de term „qua in
zet minder beperkt". Deze uitdrukking im
pliceert tevens het bestaan van de onbe
perkte inzet. Per definitie is dat de man
met Al, BI, Ol, Hl, Zl, II, SI. We stellen
dus vast, dat dit de ABOHZIS is van de
jongeman, die als militair op elke plaats kan
worden ingezet. In zijn algemeenheid geldt
dit voor de landmacht. De luchtmacht stelt
alweer hogere eisen, maar ook voor de com
mandotraining wordt de man nog eens extra
onder de keuringsloep gezet.
Laatstgenoemde uitzonderingen terzijde
latend is het toch duidelijk, dat als we ener
zijds stellen, dat een jonge man onbeperkt
inzetbaar is, er ook een bepaald systeem
moet zijn ter nadere omschrijving van de
beperkte inzetbaarheid. We zagen immers
al, dat deze een variërende betekenis heeft.
Hiertoe maken we gebruik van de taakana
lyse.
Opnieuw een paar voorbeelden:
Een chauffeur moet:
a. enige motorkennis bezitten
b. eenvoudige fouten kunnen vinden en re
pareren
c. verkeerstekens en -regels kunnen leren
en kennen
d. kunnen rijden (de wagen op de weg hou
den!)
e. kunnen manoeuvreren
f. gedoseerd remmen
g. met aanhanger kunnen manoeuvreren
h. een bepaald kleuronderscheidingsvermo-
gen hebben
i. voldoende stabiel (S) zijn, (om niet in pa
niek te raken in moeilijke verkeersitua-
ties)
j. niet lijden aan een gezichtsveldbeperking
k. kaart kunnen lezen
1. niet nachtblind zijn
Voor de aanstaande reserve-officier geldt:
a. voldoende vooropleiding (voor de artille
rie is wiskundige aanleg nuttig, maar
voor de inlichtingendienst geeft men b.v.
voorkeur aan een talenknobbel)
b. specialistische studie (al dan niet univer
sitair) maakt hem vaak geschikt voor be
paalde dienstvakken als intendance, ge
neeskundige dienst.
c. leiderscapaciteiten
Natuurlijk geldt voor de a.s. reserve-offi
cier dezelfde taakanalyse als voor de soldaat
en de onderofficier van hetzelfde wapen en
dienstvak, maar daarenboven moet de man
dus voldoen aan o.a. de eisen als in a, b en
c gesteld.
en moet zach voorts het volgende reali-
seren: De ABOHZIS 1, zoals hierboven
aangegeven, stelt een minimum voor. Het
is natuurlijk mogelijk: 1. dat er lieden zijn
met een beter gehoor, dan voor Hl wordt
vereist; 2. met een schoudergordel en bi
ceps, die door sport veel meer ontwikkeld
zijn dan bij de gemiddelde-langs-de-lijntjes-
kijker, die het gros vormt van de sport
liefhebbers" in ons lieve vaderland; 3. met
een beter intellect dan de man die bdj de
psychologische test II haalt!
Dit alles in het oog houdende is het duide
lijk, dat uit ABOHZIS gecombineerd met
psychologische test, gegevens over familie-
en gezinssamenstelling en burgerstudie en/
of vakopleiding langzamerhand een beeld te
voorschijn komt van een jonge man, die op
grond van dit totaalbeeld het beste kan wor
den ingedeeld als bijv. radiomonteur. Hier
mee is, en passant, het doel van de militai
re keuring gegeven: de juiste man op de
juiste plaats.
TVTog iets dient men te beseffen: „de
juiste man op de juiste plaats" blijft
een slechts gedeeltelijk bereikbaar ideaal.
Het aanbod aan specialisten in verhouding
tot het aanbod aan ULO-leerlingen, leerlin
gen van vakscholen en afgestudeerden aam
de middelbare scholen klopt nooit met de
vraag, zoals die uit de vacante plaatsen in de
organisaties naar voren komt. In het bijzon
der ten aanzien van het aantal benodigde re
serve-officieren is het aanbod belangrijk gro
ter dan de vraag, wat op zichzelf weer zijn
oorzaak vindt in het steeds groeiende aan
tal HBS-leerüingen.
Uit het bovenstaande moge reeds volgen,
dat de keuring voor de militaire dienst een
goed doordacht en geperfectioneerd geheel
vormt, misschien wel te geperfectioneerd,
gezien het feit, dat bij de Belgen het aantal
afkeuringen maar ongeveer half zo groot is
als dat bij ons. Maar er is nog méér: als
de keurende artsen bij ons een afwijking
vinden van bijv. hart, urine of bloeddruk,
die tot afkeuring leidt, krijgt de huisarts van
betrokkene hiervan bericht. Bij de voorge
schiedenis, zoals die bij de keuring wordt
opgenomen, wordt nadrukkelijk geïnformeerd
of de keurling aan bepaalde ziekten heeft ge
leden en uiteraard wordt in geval van beves
tigend antwoord in voorkomend geval spe
ciaal in die richting gekeurd (wij denken
a.o. aan enkelbreuken, hersenschudding, her
senvliesontsteking, nierafwijkingen, tuber
culose, enz).
lYTog zijn wij er niet. De keurling wordt
enige tijd voor zijn opkomst in militaire
dienst gekeurd. Maanden tot jaren later
(bij uitstel wegens studie of dergelijke) komt
hij onder de wapenen. Opnieuw krijgt hij op
die dag schriftelijk de vraag voorgelegd,
of hij in de periode tussen keuring en op
komst geleden heeft aan bepaalde ziekten.
Zo nodig geeft dit aanleiding tot herkeuring
met verlaging, maar ook meermalen met
verbetering van het betrokken ABOHZIS-
cijfer. Vervolgens begint zijn opleiding.
Wij' streven er naar, hem gedurende de
eerste zes weken voortdurend te laten „be
geleiden" door de onderdeelsarts. In die
periode komen de aanpassingsstoornissem,
(psychisch) een gevolg van het totaal
andere milieu, lichamelijk een gevolg van
de voor de meesten volkomen ongewende
lichamelijke belastingals ze er zijn, in
verreweg de .meeste gevallen tot uiting.
Compagniescommandanten, geholpen door
de pelotonscommandanten en onderdeelsarts
zijn ten aanzien van verschijnselen van
aanpassingsstoornissen voortdurend op hun
qui-vive en elke rekruut, die maar iets in
die richting vertoont, wordt na die eerste 6
weken opnieuw voor het keuringsapparaat
gebracht. Zo nodig geeft dit aanleiding tot
herkeuring met verlaging van het betrokken
ABOHZIS-cijfer.
Ook het omgekeerde komt overigens voor.
Inidden bij de eerste keuring bijv. betrokke
ne te licht of te zwaar is, maar men ver
wacht, dat hij bij het verder volgroeien wel
beter geproportioneerd zal worden, krijgt hij
A2b in zijn «ABOHZIS. Gaat de verwachting
(en zijn figuur) inderdaad in vervulling,
dan kan hij bij die keuring na zes weken
(naar de ontwerper de Tilanus-keuring ge
noemd) Al krijgen. Er zijn dus alle moge
lijke voorzorgen met (ter completering en
in verband met het grote risico van een
open tuberculose) de doorlichting, onmid
dellijk na opkomst.
'T'er afronding zij dan nog vermeld, dat,
vanzelfsprekend, gedurende de gehele
diensttijd de mogelijkheid bestaat, dienst
plichtigen dah wel vrijwillig dienenden voor
het keuringsapparaat te brengen, hetzij om
dat nieuwe afwijkingen zich openbaren, dan
wel omdat achteraf blijkbaar al aanwezige
„defecten" zichtbaar wórden.
Uit het gegeven overzicht kan echter wor
den afgeleid, dat voor wantrouwen in het
militaire keuringsapparaat geen aanleiding
aanwezig lijkt.
Supermarkten in Amerika groeien al minder snel
T\at de gro.ei van de supermarktenzoals
in Nederland bij Albert Heijn en Simon
de Wit, geen universeel verschijnsel is,
blijkt uit de ontwikkeling van Kroger Com
pany, de Amerikaanse „Albert Heijn". Men
kan het ook omdraaien en zich afvragen
hoe de supermarkten in Nederland zich
zullen ontwikkelen als de structuurwijziging
van kleine naar grote middenstander zal
zijn voltooid.
in ons land zal dan een aantal grote
organisaties zijn overgebleven die, naar
mag worden aangenomen, in felle concur
rentiestrijd zullen trachten hun werkaan-
deel te behouden of uit te breiden. Op het
ogenblik verloopt alles nog vlot met voor de
dunamische supermarkten jaarlijkse omzet
stijgingen die tussen de twintig" en dertig
procent liggen.
ÏJet Amerikaanse supermarktbedrijf Kro-
ger met bijna 1500 supermarkten en
zelfbedieningszaken ziet de ontwikkeling
thans aanzienlijk trager verlopen. In de af
gelopen vijf jaren kon de geconsolideerde
omzet stijgen van 2,1 miljard dollar tot 2,8
miljard dollar, een vooruitgang met ruim
S0 procent, die Albert Heijn in het nabije
verleden per jaar wistte boeken. Met de
winstontwikkeling zag het er in deze vijf
jarige periode aanvankelijk niet ongunstig
uit, maar de in 1966 opgetreden kentering
werd in 1967 nog eens duchtig doorgetrok
ken. Hierdoor ligt de winst van het afgelo
pen boekjaar amper 15 nrocpnt hor"-
f an 1963.
T"1tekenend voor de huidige positie van de le-
vensmiddelensector in een toch niet van
inflatoire smetten gevrijwaarde Amerikaan
se economie is de felle prijzenslag. Deze
noopte Kroger vorig jaar tot ingrijpende
prijsverlagingen. Hierdoor stegen de lonen
meer dan de omzet, zodat de netto wiyist-
marge zélfs nog beneden het peil van 1963
belandde.
rTyoch heeft Kroger juist op deze acties zijn
hoop voor het lopende jaar gevestigd,
want zij hebben de concurrentiepositie van
het concern versterkt en zijn marktaandeel
enigszins vergroot. In de eerste twaalf we
ken van 1968 kon de winst dan ook boven
die van de overeenkomstige periode van
'967 stijgen. De winst per aandeel kwam
.p 0,43 dollar (v.j. 0.33 dollar). Overigens
zegt dit nog niet zo veel, want de eerste ne
gen maanden van 1967 waren juist zeer
slecht en de verbetering begon pas in de
herfst.
17" rog er is een actief concern. In 1967 wer-
den er 67 nieuwe winkels geopend en
101 zaken gemoderniseerd. Van de oudere
vestigingen gingen er 77 dicht. Een veelbe
lovende uitbouw is die in de sector van de
zogenaamde drugstore, enigszins te verge
lijken met de drogisterij in ons land. Eind
vorig jaar had Kroger 309 van dergelijke
zaken in bedrijf. De recente ontwikkeling
heeft het dividend op 1,30 dollar per aan
deel gebracht, zodat 65 procent van de winst
wordt uitbetaald. De koers schommelt al
maanden rondom 25 dollar.