Europa moet zich
er huiten
Regering
in Saigon
wankelde
Beter met Gnisboter
„Industrie moet zich
hecht aaneensluiten"
Moeizame strijd
van het centrum
2 pakjes
voor
slechts
Valuta's
DRS. DESSAUVAGIE OVER STRIJD IN NIGERIA:
V.S. willen naar
„Genève" terug
Wajang een goud-eerlijke planfenmargarine.
Samenwerking in ruimtevaart
Verkiezingen in Frankrijk
PREMIER ZOU WILLEN
AFTREDEN
BLOKKADE
ft OLIEBELANGEN
EEN DERDE
Tuinboontjes, pril aan de dop ontsprongen: volmaakte voorproef
van een jonge zomer, dankzij uw sauskom met gewelde boter.
Geweldig! échte boter!
STAMMENOORLOG
TE TRAAG
NIET GEMAKKELIJK
ZELF BOUWEN
Te links en te rechts
ft „Verstandelijke
meerderheid"
DONDERDAG 20 JUNI 1968
HA AG Het leek aanvanke-
lijk een redelijk en overzichtelijk
standpunt: De Biafranen, ten dode toe
vervolgd door de Federale Regering
van Nigeria waren het slachtoffer ge
worden van duistere stammenhaat en
dus hadden de Biafranen recht op onze
hulp en sympathie.
Deze sympathie kwam in Europa wel
iswaar wat traag, want twee jaar
lang is de strijd in Nigeria langs ons
heen gegaan, „omdat we wel andere
dingen aan ons hoofd hadden". Bo
vendien hebben wij al zo vaak moeten
horen dat we óns niet moeten be
moeien met situaties als we die niet
uit eigen waarneming kennen.
Daarom namen we ruim twee jaar lang
voor het gemak maar aan dat in het
Westafrikaanse land dertig maal
zo groot als Nederland, met circa
vijftig miljoen inwoners, verdeeld
CAO KY
conflict met Thieu
SAIGON (Reuter, AP) De crisis
in de Zuidviëtnamese regering
spitst zich toe. Tran van Hoeong, de
premier, zou eraan denken om af te
treden, terwijl de regering, volgens
hardnekkige geruchten, op instorten
staat.
De moeilijkheden in de Zuidviëtna
mese regering zijn voor een belang
rijk deel een gevolg van de machts
strijd tussen de president, Nguyen
Van Thieu, en de vice-president,
Nguyen Cao Ky.
Thieu voert een campagne om aan-
hagers van Ky te verwijderen uit
alle belangrijke posities in de rege
ring. De premier, Hoeong, is echter
van mening dat Thieu overhaast te
werk is gegaan door vakante functies
te geven aan zijn eigen aanhangers
zonder rekening te houden met de
wensen van de premier.
Hoeong, een 64-jarig bezadigd
staatsman, die de reputatie geniet dat
hij oprecht en integer is, zou van me
ning zijn dat verscheidene pas be
noemde aanhangers van Thieu cor
rupt zijn.
Ondanks de moeilijkheden vergezel
de Hoeong gisteren Thieu naar de ou
de keizersstad Hué, in het noorden van
Zuid-Viëtnam, waar Thieu de lang uit
gestelde algemene mobilisatie officieel
afkondigde. De vice-president, Ky,
was niet aanwezig.
Als gevolg van de algemene mobili
satie kunnen nu alle mannen tussen de
17 en de 43 jaar die geschikt zijn voor
militaire dienst worden opgeroepen.
De regering-Thieu is van plan de
Zuidviëtnamese troepenmacht uit te
breiden met 268.000 man. In totaal
zullen daardoor meer dan een miljoen
Zuidviëtnamezen onder de wapenen
komen.
De regering streeft ernaar om de
uitbreiding van de bestaande troepen
macht tegen het einde van het jaar ge
reed te hebben, maar de problemen
van uitrusting en oefening zullen dit
waarschijnlijk onmogelijk maken.
De Verenigde Staten hebben al eer
der toegezegd dat ze *een deël van de
nieuwe lichtingen zullen uitrusten.
Men veronderstelt dat Thieu echter
meer Amerikaanse steun zal vragen
wanneer hij volgende maand een be
zoek brengt aan de Verenigde Staten.
Washington vreest inmicfdels dat de
algemene mobilisatie in Zuid-Viëtnam
wel eens een schadelijke uitwerking
zal kunnen hebben op de economie van
dat land. De economie staat namelijk
niet in verhouding tot de toegenomen
militaire macht die het land krijgt
door de mobilisatie.
over zo'n veertig stammen een
soort uitgebreide burenruzie was ont
brand die wel weer zou worden bij
gelegd.
Zelfs toen vorig jaar juni de Ibo's hun
zelfstandige staat Biafra uitriepen en
prompt een wurgende aanval van de
federale legers kregen te doorstaan,
ging Europa zich officieel niet echt
met dit probleem bezighouden, hoe
wel uit kleine berichtjes duidelijk
werd dat de strijd daar vele tiendui
zenden mensenlevens ging kosten.
In mei van dit jaar verloor Biafra zijn
laatste havenplaats en daarmee zijn
laatste verbinding met de buitenwe
reld. Een blokkade die nu miljoenen
mensen met de dood bedreigt, was het
gevolg. Biafraanse studenten in
Europa die al ruim een jaar felle
propaganda voor hun land hadden
gemaakt, hadden niet zo erg veel suc
ces geboekt.
Toen kwam mevrouw Middelkoop, de
vrouw van een Nederlandse zendings
arts in Biafra, voor de televisie een
pleidooi houden voor Biafra. Enkele
dagen later ontmoetten wij haar in
het Zendingshuis in Oegstgeest. Dat
de Nederlandse regering wapeins le
verde aan de legers die het stervende
Biafra bestrijden, wekte de algemene
verontwaardiging in Nederland, zodat
de minister zich naar het parlement
haastte om daar te verklaren dat de
wapenleveranties waren gestopt.
Nu spreken we rtiet drs. T. F. J. Des-
sauvagie. geoloog, 33 jaar en thans
na een driejarig verblijf in Nigeria,
met een kort studieverlof in Den
Haag. In september gaat hij met zijn
gezin terug naar Nigeria om aan de
universiteit van Ibadan de Nigeriaan-
se studenten vender in te wijden in
de geologie, een zeer praktische we
tenschap voor het bodemrijke Nigeria.
Evenals mevr. Middelkoop, begint drs.
Dessauvagie het gesprek met er op te
mizen dat hij geen politicus is: „Ik
Win slechts de mening van een leek
geven, maar ik vind de geestdrift voor
Biafra in Nederland wel wat erg een
zijdig. De verliezer hoeft niet altijd
gelijk te hebben".
Tijdens het gesprek bekruipt me de na
re gedachte dat half Europa bezig is
in Nigeria een Europese oorlog te
voeren.
Wie steunt wie in deze burgeroor
log?
„De strijd zou allang beëindigd zijn,
als de Fransen niet in ruil voor olie
rechten Biafra waren gaan steunen
met geld en wapens. De Engelsen en
de Nederlanders steunen de federale
regering, maar ook Biafra heeft via
Portugal van Nederland wapens ge
kregen. Denkt u maar aan het schip
de Josina en aan de overgeschilder
de vliegtuigen op het vliegveld van
Zuid-Limburg".
Engeland en Nederland vechten dus
in Nigeria tegen de Fransen om de
olie?
„De Brits-Nederlandse Shell en BP heb
ben er de wettelijke rechten; de Fran
sen willen van de troebelen gebruik
maken."
Is het niet vreemd dat de Russen
door de federale regering te steunen
in wezen de Brits-Nederlandse olie-
belangen steunen?
„De Russen jagen zuiver politieke doe
len na. Zij zoeken een steunpunt voor
hun communisme in West-Afrika".
De eigenlijke twist tussen de Nigeria-
nen onderling wordt tegen deze ach
tergrond bijna onbelangrijk.
Als alle Europese wapenzendingen
zouden stoppen, zou Biafra dan niet
worden uitgemoord door de federale
regering?
„Dat geloof ik niet. Er zijn nog steeds
veel Ibo's op hoge bestuursposten in
dienst van de federale regering. De
strijd is niet in de eerste plaats ont
brand omdat de Ibo's zich afscheid
den, maar omdat ze heel Zuidoost-
Nigeria het huidige Biafra tot
hun stamgebied verklaarden, terwijl
in het stamland van de Ibo's slechts
éénderde van Biafra is. Tweederde
deel van Biafra wordt bewoond door
minderheden die niets van de Ibo's
willen weten".
„De moeilijkheid is echter dat het stam
land van de Ibo's geen verbinding
met de buitenwereld heeft en geen
bodemschatten, zodat het econo
misch geen bestaansrecht heeft. Juist
in de delen van Biafra, waarop de
Ibo's geen recht hebben, liggen de
olievelden, de havenplaatsen en de
plantages".
Het lijkt een hopeloos vraagstuk. Op 1
oktober 1960 werd Nigeria zelfstandig:
37 stammen uit een voormalige kolo
nie moesten een eenheid gaan vor
men. In het zuiden, oosten en westen
waar het land een zeer rijke bodem
heeft, leefden de stammen die door
zending en missie tot een redelijk peil
van ontwikkeling waren gebracht. In
het zeer uitgestrekte, dunbevolkte en
arme noorden leefden vrij onontwik
kelde Islamitische stammen die over
heersing van de zuidelijke stammen
vreesden.
Na verloop van tijd waren het vooral
de ontwikkelde Ibo's die op de be
langrijke bestuursposten terecht kwa
men en zij zorgden voor een ket
tingreactie door steeds stamgenoten
te benoemen, ook al waren er in een
bepaald gebied deskundige krachten
uit andere stammen aanwezig. Dat
veroorzaakte enkele revoluties, die
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
-T' c
DRS. DESSAUVAGIE
geen onvoorwaardelijk bewonderaar
van Biafra
aan de verliezende partij steeds gro
te aantallen slachtoffers eisten.
Over het gelijk of ongelijk tijdens die
revoluties wil de heer Dessauvagie
niet praten: „Probeer er geen etiket
op te plakken, want de Europese
argumenten gelden niet in Afrika".
Is er. dan geen tegenstelling tussen
mohammedanen en christenen?
„Die zal er wel zijn, maar zij speelt
geen rol in de huidige burgeroorlog.
Tachtig procent van het federale le
ger is rooms-katholiek en dat leger
vecht tegen de protestantse Ibo's.
Neen, het is een stammenoorlog, met
wat voor motieven dan ook, die al
lang was bijgelegd als Europese
machten niet ten eigen voordeel de
strijd hadden gerekt".
Kan de UNO niets doen?
„Dat geloof ik niet. De Afrikaan wil zijn
zaken zoveel mogelijk zelf regelen".
Kan Europa wat doen?
„Ja, zich buiten de strijd houden en zo
gauw als de strijd is doodgebloed met
een groot hulpprogramma komen:
voedsel en medicijnen om levens te
redden en hulp om het deerlijk ver
woeste land op te bouwen".
PARIJS De Amerikaanse onder
handelaar bij de vredesbesprekingen
in Parijs, W. Averell Harriman, heeft
vandaag gezegd dat de Verenigde Sta
ten de vrede in Viëtnam wensen te her
stellen „op basis van de Geneefse ak
koorden van 1954" en geen tegenstan
ders zijn van een uiteindelijke hereni
ging van het land vooropgesteld dat
geen der partijen gebruik van geweld
maakt.
Voor de negende bijeenkomst met de
Noordviëtnamese delegatie zou aan
vangen, verklaarde Harriman dat hij
zich vandaag zal concentreren op de
overeenkomst van Genève, die een ein
de maakte aan de Franse overheersing
in Viëtnam en het land in tweeën deelde,
nu 14 jaar geleden.
Hij legde hiermee een onmiddellijk
verband met de impasse waarin de be
sprekingen in Parijs zijn beland en zei
dat de eerste stap krachtens de Geneef
se akkoorden het herstellen der vrede
is.
Harriman verklaarde tevens tegen
over de verslaggevers, dat het „te vroeg
was om te oordelen" over het uitblijven
van aanvallen van communistische een
heden op Saigon, zoals de afgelopen da
gen is gebleken. De communisten had
den gedreigd met ingang van maandag
het centrum van de stad dagelijks te
beschieten, doch hebben dit tot dusver
re niet gedaan.
ADVERTENTIE
jt/fÜNCHEN Een krachtige aanpak van Europese ruimtevaartprojecten
-1-"-*- is mogelijk, wanneer allereerst de ondernemingen, die daarvoor ijveren,
zich hecht aaneensluiten. Indien zij allereerst een industrieel Europees ruim
tevaartorgaan oprichten, kan dat concrete voorstellen uitwerken en die ter
goedkeuring aan de diverse regeringen voorleggen.
Mr. E. A. Plate van het Nederland
se ministerie van Economische Zaken
oogsite gisteren veel succes met een
voorstel van deze strekking. Hij kwam
met dit voorstel in de derde Ameri-
kaanse-Europese conferentie over ruim
tevaartvraagstukken in München.
De conferentie is belegd door Euro-
space, een groep Europese en Ameri
kaanse ondernemingen, die streeft naar
een ruimtevaartprogramma dat kan bij
dragen tot een verkleining, van de tech
nische achterstand van Europa op de
Verenigde Staten.
„Wanneer in Europees verband rege
ringen beslissingen willen nemen", zei
mr. Plate, „gaat daarmee altijd bijzon
der veel tijd heen. De ondernemingen
die daarop niet kunnen wachten worden
dan ongeduldig en dringen op grotere
spoed aan. Dat is misschjen wel be
grijpelijk, vooral ook omdat de grote
taken die zij graag in Europees ver
band willen uitvoeren, aan velen werk
zullen verschaffen."
Mr. Plate vervolgde: „Ik zou de in
dustrie, die van de regering snelle be
slissingen verlangt, willen vragen: Kun
nen we'de rollen niet omdraaien? Kun
nen de ondernemingen die in de eerste
plaats belanghebbenden zijn, niet een
belangrijk stuk verantwoordelijkheid op
zich nemen?"
Mr. Plate stelde zich met deze op
merkelijke suggestie kritisch op te
genover eerder geuite kritiek op de re
geringen die te weinig belangstelling
zouden tonen voor de uitvoering van
grote Europese ruimtevaartprojecten
en op de volksvertegenwoordigingen,
die uit gebrek aan begrip te traag of
in het geheel niet zouden reageren
op de ruimtevaartplannen van de indus
trie.
„Het stichten van een Europees equi
valent van NASA, de Amerikaanse
rijksdienst voor luchtvaart en ruimte
vaart. is niet het belangrijkste", zei
mr. Plate. „Het gaat er allereerst om
dat de regeringen zo ver worden ge
bracht, dat zij bereid zijn het geld be
schikbaar te stellen dat voor een Euro
pees ruimtevaartprogramma nodig is."
„Ook moeten de parlementen ervan
worden overtuigd, dat zo'n ruimte
vaartprogramma voor Europa van
groot belang is. Dat is geen gemakke
lijke zaak, want het valt niet mee het
publiek van het nut en de zin daarvan
te overtuigen."
„Misschien", zei mr. Plate, „is het
allereerst nodig het publiek hiervoor
warm te krijgen. Toen wij met onze
Zuiderzeewerken begonnen, was het Ne
derlandse volk ervan overtuigd dat met
die werken iets groots kon worden ver
richt. Het liep er warm voor en vroeg
niet bij voorbaat wat het zou opleveren
en of het waar voor zijn geld zou krij
gen."
Mr. Plate zei niets te voelen voor het
denkbeeld dat Europa de grote raket
ten die nodig zijn voor het lanceren
van Europese communicatiekunstma
nen zou kunnen kopen van de Verenig
de Staten, of Amerikaanse raketten in
licentie zou kunnen bouwen.
„Wij moeten die raketten zelf bou
wen", zei hij, „omdat wij daarvan tech
nisch wijzer zullen worden. Dat is een
groot belang voor de Europese indus
trie".
Van onze correspondent
PARIJS Voor of tegen De Gaulle? Van het ogenblik af dat
generaal De Gaulle in 1958 aan de macht kwam, is dit het gro
te thema geweest van alle Franse verkiezingen en andere volks
raadplegingen. Voor de eerste maal heeft men hierop dit jaar een
kleine variant gevonden: gaullisme of communisme?
Dit is mogelijk gemaakt door
de al dan niet terechte beschuldi
ging van de regering dat de com
munisten in de woelige meidagen
naar de macht hebben willen'grij
pen. Meer nog dan vroeger wordt
hierdoor de schijn gewekt, dat de
Franse politieke kleuren slechts
wit en zwart zijn en dat het grijs
ontbreekt, dat in andere demo
cratische landen „het Centrum"
pleegt te heten.
Telkens als de Fransen zich
opmaken om naar de stembus te
gaan ontwikkelt zich hier een de
bat over de politieke rol van „het
Centrum". Een Centrumregering
schijnt voor de Fransen hetzelfde
te zijn, als een verkoelende lucht
spiegeling voor een dorstige reizi
ger in de woestijn. De naam moge
veranderen: van het Centrum in
Concentratie, in Derde macht of
in een Derde richting, de bewe
ging is altijd dezelfde gebleven.
In de laatste vier jaar, waarin
de concentratie bij de partijen in
feite is begonnen, hebben enkele
politici ernstige pogingen onder
nomen om het Centrum onder de
zelfde noemer samen te brengen.
De meestbelovende was die van
de burgemeester van Marseille,
Gaston Defferre, met zijn plan
nen voor „de Grote Federatie".
Dit plan had echter het nadeel te
veel naar links georiënteerd te
zijn.
Daarna probeerde Jean Leca-
nuet, de burgemeester van
Rouaan, 't Centrum te verzame
len in een iets meer naar rechts
neigende beweging, waaruit ten
slotte de huidige Centrumpartij
van Jacques Duhamel is ontstaan
Nu probeert de gewezen gaul
listische minister Edgar Pisani
de „makke schapen" tot een
„krachtige kudde" te verenigen.
Hij probeert voor zijn streven de
medewerking te krijgen van Jac
ques Duhamel, die echter derma
te anti-communistisch is, dat hjj
bijna niet in een tegenwicht van
het Centrum kan geloven, en van
Valery Giscard d'Estaing, die ech
ter nog niet alle banden met de
gaullisten heeft verbroken.
Van de andere kant doen de
gaullisten en de communisten al
le moeite om deze verkiezings
strijd het karakter van een twee
kamp te geven, in de hoop alle
partijen, die zich tussen hen in
bevinden, te verpletteren. Jac
ques Duhamel probeert zich hier
tegen te verdedigen met de op
merking^ „Het Centrum bezit een
duidelijke meerderheid in 't na
tionale geweten; dit dient daarom
tot uitdrukking te komen in de
nationale vertegenwoordiging".
De grote belangstelling, die het
Centrum op het ogenblik dan ook
geniet, is vermoedelijk omge
keerd evenredig met het succes
straks bij de verkiezingen.
Twee redenen z(j hiervoor aan
te halen:
1. Het Franse verkiezings
systeem van twee ronden dwingt
de partijen, vooral in de tweede
ronde, stembusakkoorden te slui
ten met linkse of rechtse forma
ties. Slechts in die streken, waar
het centrum een even krachtige
politieke beweging vormt als z(jn
tegenstanders, kan het zich hand
haven. Zijn kandidaten worden
hier dan ook reeds in de eerste
ronde met een absolute meerder
heid gekozen. Een centrumkandi
daat, die het in die eerste ronde
echter niet haalt zal op een en
kele uitzondering na in de
tweede ronde zyn kiezers aanra
den te stemmen op een linkse fe
deralist (als die een flinke kans
maakt gekozen te worden) of op
een gaullist (wanneer deze als
enige tegenstander een commu
nist heeft).
2. De ervaring met de Franse
bevolking heeft geleerd, dat het
Centrum, als de meest neutrale
beweging, geen grote aantrek
kingskracht uitoefent op de kie
zers. Zijn doctrine is in zekere
zin ontsproten aan het verstand,
terwijl juist bij de latijnse volke
ren het gevoel, de passie in de
stembusstrijd overheerst.
Kenmerkend hiervoor is de op
roep van de gewezen minister Pi-'
sani tot Duhamel en Giscard
d'Estaing om samen een „ver
standelijke meerderheid" te vor
men om oplossingen te vinden
voor de problemen van onze tijd,
zonder toevlucht te nemen tot de
autoritaire methoden van 't gaul
lisme of de totalitaire van het
communisme.
Ondanks deze oproep zal, naar
verwacht mag worden, voor het
centrum niet veel meer wegge
legd zijn dan het vervullen van
de rol van 'n vliegwiel in de mo
tor, d.w.z. regelend op te treden
tegen de al te vergaande aspira
ties van regeringspartijen en op
positie.
De radicalen, ondanks hun dui
delijke minderheid, hebben deze
rol in de Derde en in de Vierde
republiek zo uitstekend gespeeld,
dat men in het buitenland be
weerde, dat Frankrijk een radi
caal land was. Dit is misschien
ook de rol, die voor het huidige
Franse Centrum is weggelegd.
ADVERTENTIE
9smm
weyang-
Elke zakenman die met het buiten-
land zaken doet, dient wel heel
goed te weten wat zijn positie is of
wordt met betrekking tot de valuta's
van de desbetreffende landen. Naast
de gebruikelijke marge, waarbinnen
de valuta's mogen schommelen, dient
men zich te beraden op de mogelijk-'
heid van wijzigingen in die officiële
interventiepunten. Met andere woor
den op devaluaties of revaluaties. Het
wordt dan giswerk, doch ook op een
gegist bestek kan men varen.'
Op het ogenblik dient men zich hierop
•bij vele belangrijke valuta's te bezin
nen. Onze eigen valuta, de gulden,
staat niet in de kwade reuk van een
mogelijke devaluatie. Evenmin is dit
het geval bij de Duitse mark. Inte
gendeel, er wordt gesproken over een
revaluatie van de Duitse munteenheid.
Een standpunt hieromtrent innemen
is moeilijk.
Als overwegingen kunnen gelden dat
een revaluatie een pijnlijk pro
ces is, waartegen in het binnenland
veel protest ontstaat. Een revaluatie
maakt de uitvoer kunstmatig duurder
en de invoer goedkoper, waardoor de
concurrentie van het binnenlandse be
drijfsleven tegenover het buitenland
moeilijker wordt. Bij de vorige reva
luatie van de Duitse mark was het
succes beslist niet groot. Daarnaast
is West-Duitsland bereid door lenin
gen en steunacties een groot deel van
zijn huidige, te grote deviezenreserve
af te bouwen. Op grond hiervan komt
men tot de conclusie dat West-Duits
land wel niet zal revalueren.
Aanvaardt men dit standpunt, dan mag
ook worden aangenomen dat dit met
de gulden ook niet het geval zal zijn.
In Nederland is men daartoe nog veel
minder dan in Duitsland geneigd en
slechts onder druk van een dergelijke
Westduitse stap zou de Nederlandse
regering tot revaluatie kunnen over
gaan.
/^ezien de huidige relatief hoge koers
van de Duitse mark is hét voor een
exporteur wellicht een overweging
waard om Duitse marken op termijn
te verkopen. Een motief hiervoor is
dat de koers van de Duitse mark zich
op een zo hoog niveau bevindt, dat de
kans van dalen groter is dan van stij
gen.
Het Engelse pond dat iets meer dan een
half jaar geleden met 14,3 procent
devalueerde, zou zich nu in veilig
vaarwater moeten bevinden. Jammer
genoeg is dat nog niet het geval. Er
wordt nog veel tegen het pond ge
speculeerd en tot dusver heeft de de
valuatie nog niet het succes opgele
verd dat men ervan verwachtte.
Toch is een nieuwe devaluatie wel
heel onwaarschijnlijk. In de eerste
plaats krijgt het pond veel steun van
centrale banken en het Internationa
le Monetaire Fonds. In de tweede
plaats kan het nog 'lang verwachte
succes voor de Engelse betalingsba
lans nog komen en in de derde plaats
zou de invloed van een nieuwe deva
luatie van het Engelse pond op vele
andere valuta's (dollar, Franse franc,
valuta's der Scandinavische landen)
een fnuikende invloed hebben.
I Tit deze overwegingen dient de zaken-
man zijn cunclusies te trekken. De
exporteur, die ponden te verwachten
heeft, dient in de eerste plaats een
zeer lage koers in zijn calculatie op
te nemen. Als de zaken het toelaten,
doet hij verstandig ponden op termijn
te verkopen. Laten de zaken het niet
toe, dan is het niet verstandig ze af
te sluiten. De toestand in Engeland
is nog niet gunstig genoeg om derge
lijke transacties ongedekt te plaatsen.
De importeur behoeft niet op termijn
te kopen. Heeft hij echter een zaak
waarbij de verkoop van goederen ook
reeds is gecontracteerd, dan zal het
zeer gunstig zijn van het grote dis
agio gebruik te maken en daarmee
zijn winst te verhogen.
Eert van de valuta's die door een ver
dere devaluatie van het pond zeker
in gevaar zou komen is de Ameri
kaanse dollar.. Zonder dat staat de
dollar ook al zwak en heeft daardoor
tevens op het pond sterling 'n ongun
stige invloed. Overigens is de koers
van de dollar nu sterk verbonden met
dè ontwikkelingen op de goudmark-
ten enerzijds en met de fiscale ont
wikkelingen in de Verenigde Staten
anderzijds. Worden voldoende maatre
gelen in Amerika zelf genomen om de
betalingsbalans weer in het reine te
brengen, dan zal dat de goudmark-
ten gunstig beïnvloeden en is er nog
geen devaluatie van de dollar in
zicht.
TPoch doet een exporteur verstandig
zich op termijn af te dekken. De
kosten daarvan zijn niet zo excessief
hoog als dit met het pond het geval
js geweest en nu nog wel is. Degene
die dollars betaalt, kan voortgaan op
dezelfde wijze als hij tot dusver deed.
Er is weinig bezwaar tegen een han
delstransactie, waarvan ook de ver
koop al vaststaat, op termijn te dek
ken. Bij een speculatieve handels
transactie, waarbij de termijn van
afwikkeling lang kan zijn, is het ver
standig vooraf te overleggen of men
zal dekken of niet.
Koopt men namelijk dollars op termijn,
dan zou het bij een pariteitswijziging
kunnen gebeuren dat zijn concurren
ten in een gunstiger positie komen.
De Franse franc die tot voor kort nog
onaantastbaar leek, is nu wel zeer
verzwakt. Dit blijkt onder meer daar
uit, dat er sinds de onrust in Frank
rijk nog geen officiële noteringen
voor termijnen tot stand zijn geko
men. Het behoeft geen betoog dat zij
die op enigszins langere termijn (ze
ker van drie maanden) betalingen in
Franse francs verwachten, moeten
proberen ze op termijn te verkopen.
De kosten hiervan zullen bepaald niet
laag zijn. Men kan echter aannemen
dat bij een devaluatie het verlies veel
hoger zal zijn.
E'en devaluatie lijkt wel in de lijn der
1-J verwachtingen te liggen. De beta
lingsbalans van Frankrijk was al niet
zo gunstig doordat de Franse econo
mie nog grote gebreken vertoonde
(te veel kleine bedrijven, behoefte aan
uitbreiding van de bouwnijverheid).
Deze zwakke tendens voor de beta
lingsbalans werd door de devaluatie
van het Engelse pond versterkt waar
door de relatieve positie van de Fran
se franc verder verslechterde. Door
de nu toegestane loonsverhogingen is
de exportpositie zodanig achteruitge
gaan, dat een devaluatie binnen niet
al te verre toekomst onafwendbaar
lijkt.