Europa moet zich er huiten Regering in Saigon wankelde Beter met Gnisboter „Industrie moet zich hecht aaneensluiten" Moeizame strijd van het centrum 2 pakjes voor slechts Valuta's DRS. DESSAUVAGIE OVER STRIJD IN NIGERIA: V.S. willen naar „Genève" terug Wajang een goud-eerlijke planfenmargarine. Samenwerking in ruimtevaart Verkiezingen in Frankrijk PREMIER ZOU WILLEN AFTREDEN BLOKKADE ft OLIEBELANGEN EEN DERDE Tuinboontjes, pril aan de dop ontsprongen: volmaakte voorproef van een jonge zomer, dankzij uw sauskom met gewelde boter. Geweldig! échte boter! STAMMENOORLOG TE TRAAG NIET GEMAKKELIJK ZELF BOUWEN Te links en te rechts ft „Verstandelijke meerderheid" DONDERDAG 20 JUNI 1968 HA AG Het leek aanvanke- lijk een redelijk en overzichtelijk standpunt: De Biafranen, ten dode toe vervolgd door de Federale Regering van Nigeria waren het slachtoffer ge worden van duistere stammenhaat en dus hadden de Biafranen recht op onze hulp en sympathie. Deze sympathie kwam in Europa wel iswaar wat traag, want twee jaar lang is de strijd in Nigeria langs ons heen gegaan, „omdat we wel andere dingen aan ons hoofd hadden". Bo vendien hebben wij al zo vaak moeten horen dat we óns niet moeten be moeien met situaties als we die niet uit eigen waarneming kennen. Daarom namen we ruim twee jaar lang voor het gemak maar aan dat in het Westafrikaanse land dertig maal zo groot als Nederland, met circa vijftig miljoen inwoners, verdeeld CAO KY conflict met Thieu SAIGON (Reuter, AP) De crisis in de Zuidviëtnamese regering spitst zich toe. Tran van Hoeong, de premier, zou eraan denken om af te treden, terwijl de regering, volgens hardnekkige geruchten, op instorten staat. De moeilijkheden in de Zuidviëtna mese regering zijn voor een belang rijk deel een gevolg van de machts strijd tussen de president, Nguyen Van Thieu, en de vice-president, Nguyen Cao Ky. Thieu voert een campagne om aan- hagers van Ky te verwijderen uit alle belangrijke posities in de rege ring. De premier, Hoeong, is echter van mening dat Thieu overhaast te werk is gegaan door vakante functies te geven aan zijn eigen aanhangers zonder rekening te houden met de wensen van de premier. Hoeong, een 64-jarig bezadigd staatsman, die de reputatie geniet dat hij oprecht en integer is, zou van me ning zijn dat verscheidene pas be noemde aanhangers van Thieu cor rupt zijn. Ondanks de moeilijkheden vergezel de Hoeong gisteren Thieu naar de ou de keizersstad Hué, in het noorden van Zuid-Viëtnam, waar Thieu de lang uit gestelde algemene mobilisatie officieel afkondigde. De vice-president, Ky, was niet aanwezig. Als gevolg van de algemene mobili satie kunnen nu alle mannen tussen de 17 en de 43 jaar die geschikt zijn voor militaire dienst worden opgeroepen. De regering-Thieu is van plan de Zuidviëtnamese troepenmacht uit te breiden met 268.000 man. In totaal zullen daardoor meer dan een miljoen Zuidviëtnamezen onder de wapenen komen. De regering streeft ernaar om de uitbreiding van de bestaande troepen macht tegen het einde van het jaar ge reed te hebben, maar de problemen van uitrusting en oefening zullen dit waarschijnlijk onmogelijk maken. De Verenigde Staten hebben al eer der toegezegd dat ze *een deël van de nieuwe lichtingen zullen uitrusten. Men veronderstelt dat Thieu echter meer Amerikaanse steun zal vragen wanneer hij volgende maand een be zoek brengt aan de Verenigde Staten. Washington vreest inmicfdels dat de algemene mobilisatie in Zuid-Viëtnam wel eens een schadelijke uitwerking zal kunnen hebben op de economie van dat land. De economie staat namelijk niet in verhouding tot de toegenomen militaire macht die het land krijgt door de mobilisatie. over zo'n veertig stammen een soort uitgebreide burenruzie was ont brand die wel weer zou worden bij gelegd. Zelfs toen vorig jaar juni de Ibo's hun zelfstandige staat Biafra uitriepen en prompt een wurgende aanval van de federale legers kregen te doorstaan, ging Europa zich officieel niet echt met dit probleem bezighouden, hoe wel uit kleine berichtjes duidelijk werd dat de strijd daar vele tiendui zenden mensenlevens ging kosten. In mei van dit jaar verloor Biafra zijn laatste havenplaats en daarmee zijn laatste verbinding met de buitenwe reld. Een blokkade die nu miljoenen mensen met de dood bedreigt, was het gevolg. Biafraanse studenten in Europa die al ruim een jaar felle propaganda voor hun land hadden gemaakt, hadden niet zo erg veel suc ces geboekt. Toen kwam mevrouw Middelkoop, de vrouw van een Nederlandse zendings arts in Biafra, voor de televisie een pleidooi houden voor Biafra. Enkele dagen later ontmoetten wij haar in het Zendingshuis in Oegstgeest. Dat de Nederlandse regering wapeins le verde aan de legers die het stervende Biafra bestrijden, wekte de algemene verontwaardiging in Nederland, zodat de minister zich naar het parlement haastte om daar te verklaren dat de wapenleveranties waren gestopt. Nu spreken we rtiet drs. T. F. J. Des- sauvagie. geoloog, 33 jaar en thans na een driejarig verblijf in Nigeria, met een kort studieverlof in Den Haag. In september gaat hij met zijn gezin terug naar Nigeria om aan de universiteit van Ibadan de Nigeriaan- se studenten vender in te wijden in de geologie, een zeer praktische we tenschap voor het bodemrijke Nigeria. Evenals mevr. Middelkoop, begint drs. Dessauvagie het gesprek met er op te mizen dat hij geen politicus is: „Ik Win slechts de mening van een leek geven, maar ik vind de geestdrift voor Biafra in Nederland wel wat erg een zijdig. De verliezer hoeft niet altijd gelijk te hebben". Tijdens het gesprek bekruipt me de na re gedachte dat half Europa bezig is in Nigeria een Europese oorlog te voeren. Wie steunt wie in deze burgeroor log? „De strijd zou allang beëindigd zijn, als de Fransen niet in ruil voor olie rechten Biafra waren gaan steunen met geld en wapens. De Engelsen en de Nederlanders steunen de federale regering, maar ook Biafra heeft via Portugal van Nederland wapens ge kregen. Denkt u maar aan het schip de Josina en aan de overgeschilder de vliegtuigen op het vliegveld van Zuid-Limburg". Engeland en Nederland vechten dus in Nigeria tegen de Fransen om de olie? „De Brits-Nederlandse Shell en BP heb ben er de wettelijke rechten; de Fran sen willen van de troebelen gebruik maken." Is het niet vreemd dat de Russen door de federale regering te steunen in wezen de Brits-Nederlandse olie- belangen steunen? „De Russen jagen zuiver politieke doe len na. Zij zoeken een steunpunt voor hun communisme in West-Afrika". De eigenlijke twist tussen de Nigeria- nen onderling wordt tegen deze ach tergrond bijna onbelangrijk. Als alle Europese wapenzendingen zouden stoppen, zou Biafra dan niet worden uitgemoord door de federale regering? „Dat geloof ik niet. Er zijn nog steeds veel Ibo's op hoge bestuursposten in dienst van de federale regering. De strijd is niet in de eerste plaats ont brand omdat de Ibo's zich afscheid den, maar omdat ze heel Zuidoost- Nigeria het huidige Biafra tot hun stamgebied verklaarden, terwijl in het stamland van de Ibo's slechts éénderde van Biafra is. Tweederde deel van Biafra wordt bewoond door minderheden die niets van de Ibo's willen weten". „De moeilijkheid is echter dat het stam land van de Ibo's geen verbinding met de buitenwereld heeft en geen bodemschatten, zodat het econo misch geen bestaansrecht heeft. Juist in de delen van Biafra, waarop de Ibo's geen recht hebben, liggen de olievelden, de havenplaatsen en de plantages". Het lijkt een hopeloos vraagstuk. Op 1 oktober 1960 werd Nigeria zelfstandig: 37 stammen uit een voormalige kolo nie moesten een eenheid gaan vor men. In het zuiden, oosten en westen waar het land een zeer rijke bodem heeft, leefden de stammen die door zending en missie tot een redelijk peil van ontwikkeling waren gebracht. In het zeer uitgestrekte, dunbevolkte en arme noorden leefden vrij onontwik kelde Islamitische stammen die over heersing van de zuidelijke stammen vreesden. Na verloop van tijd waren het vooral de ontwikkelde Ibo's die op de be langrijke bestuursposten terecht kwa men en zij zorgden voor een ket tingreactie door steeds stamgenoten te benoemen, ook al waren er in een bepaald gebied deskundige krachten uit andere stammen aanwezig. Dat veroorzaakte enkele revoluties, die ADVERTENTIE ADVERTENTIE -T' c DRS. DESSAUVAGIE geen onvoorwaardelijk bewonderaar van Biafra aan de verliezende partij steeds gro te aantallen slachtoffers eisten. Over het gelijk of ongelijk tijdens die revoluties wil de heer Dessauvagie niet praten: „Probeer er geen etiket op te plakken, want de Europese argumenten gelden niet in Afrika". Is er. dan geen tegenstelling tussen mohammedanen en christenen? „Die zal er wel zijn, maar zij speelt geen rol in de huidige burgeroorlog. Tachtig procent van het federale le ger is rooms-katholiek en dat leger vecht tegen de protestantse Ibo's. Neen, het is een stammenoorlog, met wat voor motieven dan ook, die al lang was bijgelegd als Europese machten niet ten eigen voordeel de strijd hadden gerekt". Kan de UNO niets doen? „Dat geloof ik niet. De Afrikaan wil zijn zaken zoveel mogelijk zelf regelen". Kan Europa wat doen? „Ja, zich buiten de strijd houden en zo gauw als de strijd is doodgebloed met een groot hulpprogramma komen: voedsel en medicijnen om levens te redden en hulp om het deerlijk ver woeste land op te bouwen". PARIJS De Amerikaanse onder handelaar bij de vredesbesprekingen in Parijs, W. Averell Harriman, heeft vandaag gezegd dat de Verenigde Sta ten de vrede in Viëtnam wensen te her stellen „op basis van de Geneefse ak koorden van 1954" en geen tegenstan ders zijn van een uiteindelijke hereni ging van het land vooropgesteld dat geen der partijen gebruik van geweld maakt. Voor de negende bijeenkomst met de Noordviëtnamese delegatie zou aan vangen, verklaarde Harriman dat hij zich vandaag zal concentreren op de overeenkomst van Genève, die een ein de maakte aan de Franse overheersing in Viëtnam en het land in tweeën deelde, nu 14 jaar geleden. Hij legde hiermee een onmiddellijk verband met de impasse waarin de be sprekingen in Parijs zijn beland en zei dat de eerste stap krachtens de Geneef se akkoorden het herstellen der vrede is. Harriman verklaarde tevens tegen over de verslaggevers, dat het „te vroeg was om te oordelen" over het uitblijven van aanvallen van communistische een heden op Saigon, zoals de afgelopen da gen is gebleken. De communisten had den gedreigd met ingang van maandag het centrum van de stad dagelijks te beschieten, doch hebben dit tot dusver re niet gedaan. ADVERTENTIE jt/fÜNCHEN Een krachtige aanpak van Europese ruimtevaartprojecten -1-"-*- is mogelijk, wanneer allereerst de ondernemingen, die daarvoor ijveren, zich hecht aaneensluiten. Indien zij allereerst een industrieel Europees ruim tevaartorgaan oprichten, kan dat concrete voorstellen uitwerken en die ter goedkeuring aan de diverse regeringen voorleggen. Mr. E. A. Plate van het Nederland se ministerie van Economische Zaken oogsite gisteren veel succes met een voorstel van deze strekking. Hij kwam met dit voorstel in de derde Ameri- kaanse-Europese conferentie over ruim tevaartvraagstukken in München. De conferentie is belegd door Euro- space, een groep Europese en Ameri kaanse ondernemingen, die streeft naar een ruimtevaartprogramma dat kan bij dragen tot een verkleining, van de tech nische achterstand van Europa op de Verenigde Staten. „Wanneer in Europees verband rege ringen beslissingen willen nemen", zei mr. Plate, „gaat daarmee altijd bijzon der veel tijd heen. De ondernemingen die daarop niet kunnen wachten worden dan ongeduldig en dringen op grotere spoed aan. Dat is misschjen wel be grijpelijk, vooral ook omdat de grote taken die zij graag in Europees ver band willen uitvoeren, aan velen werk zullen verschaffen." Mr. Plate vervolgde: „Ik zou de in dustrie, die van de regering snelle be slissingen verlangt, willen vragen: Kun nen we'de rollen niet omdraaien? Kun nen de ondernemingen die in de eerste plaats belanghebbenden zijn, niet een belangrijk stuk verantwoordelijkheid op zich nemen?" Mr. Plate stelde zich met deze op merkelijke suggestie kritisch op te genover eerder geuite kritiek op de re geringen die te weinig belangstelling zouden tonen voor de uitvoering van grote Europese ruimtevaartprojecten en op de volksvertegenwoordigingen, die uit gebrek aan begrip te traag of in het geheel niet zouden reageren op de ruimtevaartplannen van de indus trie. „Het stichten van een Europees equi valent van NASA, de Amerikaanse rijksdienst voor luchtvaart en ruimte vaart. is niet het belangrijkste", zei mr. Plate. „Het gaat er allereerst om dat de regeringen zo ver worden ge bracht, dat zij bereid zijn het geld be schikbaar te stellen dat voor een Euro pees ruimtevaartprogramma nodig is." „Ook moeten de parlementen ervan worden overtuigd, dat zo'n ruimte vaartprogramma voor Europa van groot belang is. Dat is geen gemakke lijke zaak, want het valt niet mee het publiek van het nut en de zin daarvan te overtuigen." „Misschien", zei mr. Plate, „is het allereerst nodig het publiek hiervoor warm te krijgen. Toen wij met onze Zuiderzeewerken begonnen, was het Ne derlandse volk ervan overtuigd dat met die werken iets groots kon worden ver richt. Het liep er warm voor en vroeg niet bij voorbaat wat het zou opleveren en of het waar voor zijn geld zou krij gen." Mr. Plate zei niets te voelen voor het denkbeeld dat Europa de grote raket ten die nodig zijn voor het lanceren van Europese communicatiekunstma nen zou kunnen kopen van de Verenig de Staten, of Amerikaanse raketten in licentie zou kunnen bouwen. „Wij moeten die raketten zelf bou wen", zei hij, „omdat wij daarvan tech nisch wijzer zullen worden. Dat is een groot belang voor de Europese indus trie". Van onze correspondent PARIJS Voor of tegen De Gaulle? Van het ogenblik af dat generaal De Gaulle in 1958 aan de macht kwam, is dit het gro te thema geweest van alle Franse verkiezingen en andere volks raadplegingen. Voor de eerste maal heeft men hierop dit jaar een kleine variant gevonden: gaullisme of communisme? Dit is mogelijk gemaakt door de al dan niet terechte beschuldi ging van de regering dat de com munisten in de woelige meidagen naar de macht hebben willen'grij pen. Meer nog dan vroeger wordt hierdoor de schijn gewekt, dat de Franse politieke kleuren slechts wit en zwart zijn en dat het grijs ontbreekt, dat in andere demo cratische landen „het Centrum" pleegt te heten. Telkens als de Fransen zich opmaken om naar de stembus te gaan ontwikkelt zich hier een de bat over de politieke rol van „het Centrum". Een Centrumregering schijnt voor de Fransen hetzelfde te zijn, als een verkoelende lucht spiegeling voor een dorstige reizi ger in de woestijn. De naam moge veranderen: van het Centrum in Concentratie, in Derde macht of in een Derde richting, de bewe ging is altijd dezelfde gebleven. In de laatste vier jaar, waarin de concentratie bij de partijen in feite is begonnen, hebben enkele politici ernstige pogingen onder nomen om het Centrum onder de zelfde noemer samen te brengen. De meestbelovende was die van de burgemeester van Marseille, Gaston Defferre, met zijn plan nen voor „de Grote Federatie". Dit plan had echter het nadeel te veel naar links georiënteerd te zijn. Daarna probeerde Jean Leca- nuet, de burgemeester van Rouaan, 't Centrum te verzame len in een iets meer naar rechts neigende beweging, waaruit ten slotte de huidige Centrumpartij van Jacques Duhamel is ontstaan Nu probeert de gewezen gaul listische minister Edgar Pisani de „makke schapen" tot een „krachtige kudde" te verenigen. Hij probeert voor zijn streven de medewerking te krijgen van Jac ques Duhamel, die echter derma te anti-communistisch is, dat hjj bijna niet in een tegenwicht van het Centrum kan geloven, en van Valery Giscard d'Estaing, die ech ter nog niet alle banden met de gaullisten heeft verbroken. Van de andere kant doen de gaullisten en de communisten al le moeite om deze verkiezings strijd het karakter van een twee kamp te geven, in de hoop alle partijen, die zich tussen hen in bevinden, te verpletteren. Jac ques Duhamel probeert zich hier tegen te verdedigen met de op merking^ „Het Centrum bezit een duidelijke meerderheid in 't na tionale geweten; dit dient daarom tot uitdrukking te komen in de nationale vertegenwoordiging". De grote belangstelling, die het Centrum op het ogenblik dan ook geniet, is vermoedelijk omge keerd evenredig met het succes straks bij de verkiezingen. Twee redenen z(j hiervoor aan te halen: 1. Het Franse verkiezings systeem van twee ronden dwingt de partijen, vooral in de tweede ronde, stembusakkoorden te slui ten met linkse of rechtse forma ties. Slechts in die streken, waar het centrum een even krachtige politieke beweging vormt als z(jn tegenstanders, kan het zich hand haven. Zijn kandidaten worden hier dan ook reeds in de eerste ronde met een absolute meerder heid gekozen. Een centrumkandi daat, die het in die eerste ronde echter niet haalt zal op een en kele uitzondering na in de tweede ronde zyn kiezers aanra den te stemmen op een linkse fe deralist (als die een flinke kans maakt gekozen te worden) of op een gaullist (wanneer deze als enige tegenstander een commu nist heeft). 2. De ervaring met de Franse bevolking heeft geleerd, dat het Centrum, als de meest neutrale beweging, geen grote aantrek kingskracht uitoefent op de kie zers. Zijn doctrine is in zekere zin ontsproten aan het verstand, terwijl juist bij de latijnse volke ren het gevoel, de passie in de stembusstrijd overheerst. Kenmerkend hiervoor is de op roep van de gewezen minister Pi-' sani tot Duhamel en Giscard d'Estaing om samen een „ver standelijke meerderheid" te vor men om oplossingen te vinden voor de problemen van onze tijd, zonder toevlucht te nemen tot de autoritaire methoden van 't gaul lisme of de totalitaire van het communisme. Ondanks deze oproep zal, naar verwacht mag worden, voor het centrum niet veel meer wegge legd zijn dan het vervullen van de rol van 'n vliegwiel in de mo tor, d.w.z. regelend op te treden tegen de al te vergaande aspira ties van regeringspartijen en op positie. De radicalen, ondanks hun dui delijke minderheid, hebben deze rol in de Derde en in de Vierde republiek zo uitstekend gespeeld, dat men in het buitenland be weerde, dat Frankrijk een radi caal land was. Dit is misschien ook de rol, die voor het huidige Franse Centrum is weggelegd. ADVERTENTIE 9smm weyang- Elke zakenman die met het buiten- land zaken doet, dient wel heel goed te weten wat zijn positie is of wordt met betrekking tot de valuta's van de desbetreffende landen. Naast de gebruikelijke marge, waarbinnen de valuta's mogen schommelen, dient men zich te beraden op de mogelijk-' heid van wijzigingen in die officiële interventiepunten. Met andere woor den op devaluaties of revaluaties. Het wordt dan giswerk, doch ook op een gegist bestek kan men varen.' Op het ogenblik dient men zich hierop •bij vele belangrijke valuta's te bezin nen. Onze eigen valuta, de gulden, staat niet in de kwade reuk van een mogelijke devaluatie. Evenmin is dit het geval bij de Duitse mark. Inte gendeel, er wordt gesproken over een revaluatie van de Duitse munteenheid. Een standpunt hieromtrent innemen is moeilijk. Als overwegingen kunnen gelden dat een revaluatie een pijnlijk pro ces is, waartegen in het binnenland veel protest ontstaat. Een revaluatie maakt de uitvoer kunstmatig duurder en de invoer goedkoper, waardoor de concurrentie van het binnenlandse be drijfsleven tegenover het buitenland moeilijker wordt. Bij de vorige reva luatie van de Duitse mark was het succes beslist niet groot. Daarnaast is West-Duitsland bereid door lenin gen en steunacties een groot deel van zijn huidige, te grote deviezenreserve af te bouwen. Op grond hiervan komt men tot de conclusie dat West-Duits land wel niet zal revalueren. Aanvaardt men dit standpunt, dan mag ook worden aangenomen dat dit met de gulden ook niet het geval zal zijn. In Nederland is men daartoe nog veel minder dan in Duitsland geneigd en slechts onder druk van een dergelijke Westduitse stap zou de Nederlandse regering tot revaluatie kunnen over gaan. /^ezien de huidige relatief hoge koers van de Duitse mark is hét voor een exporteur wellicht een overweging waard om Duitse marken op termijn te verkopen. Een motief hiervoor is dat de koers van de Duitse mark zich op een zo hoog niveau bevindt, dat de kans van dalen groter is dan van stij gen. Het Engelse pond dat iets meer dan een half jaar geleden met 14,3 procent devalueerde, zou zich nu in veilig vaarwater moeten bevinden. Jammer genoeg is dat nog niet het geval. Er wordt nog veel tegen het pond ge speculeerd en tot dusver heeft de de valuatie nog niet het succes opgele verd dat men ervan verwachtte. Toch is een nieuwe devaluatie wel heel onwaarschijnlijk. In de eerste plaats krijgt het pond veel steun van centrale banken en het Internationa le Monetaire Fonds. In de tweede plaats kan het nog 'lang verwachte succes voor de Engelse betalingsba lans nog komen en in de derde plaats zou de invloed van een nieuwe deva luatie van het Engelse pond op vele andere valuta's (dollar, Franse franc, valuta's der Scandinavische landen) een fnuikende invloed hebben. I Tit deze overwegingen dient de zaken- man zijn cunclusies te trekken. De exporteur, die ponden te verwachten heeft, dient in de eerste plaats een zeer lage koers in zijn calculatie op te nemen. Als de zaken het toelaten, doet hij verstandig ponden op termijn te verkopen. Laten de zaken het niet toe, dan is het niet verstandig ze af te sluiten. De toestand in Engeland is nog niet gunstig genoeg om derge lijke transacties ongedekt te plaatsen. De importeur behoeft niet op termijn te kopen. Heeft hij echter een zaak waarbij de verkoop van goederen ook reeds is gecontracteerd, dan zal het zeer gunstig zijn van het grote dis agio gebruik te maken en daarmee zijn winst te verhogen. Eert van de valuta's die door een ver dere devaluatie van het pond zeker in gevaar zou komen is de Ameri kaanse dollar.. Zonder dat staat de dollar ook al zwak en heeft daardoor tevens op het pond sterling 'n ongun stige invloed. Overigens is de koers van de dollar nu sterk verbonden met dè ontwikkelingen op de goudmark- ten enerzijds en met de fiscale ont wikkelingen in de Verenigde Staten anderzijds. Worden voldoende maatre gelen in Amerika zelf genomen om de betalingsbalans weer in het reine te brengen, dan zal dat de goudmark- ten gunstig beïnvloeden en is er nog geen devaluatie van de dollar in zicht. TPoch doet een exporteur verstandig zich op termijn af te dekken. De kosten daarvan zijn niet zo excessief hoog als dit met het pond het geval js geweest en nu nog wel is. Degene die dollars betaalt, kan voortgaan op dezelfde wijze als hij tot dusver deed. Er is weinig bezwaar tegen een han delstransactie, waarvan ook de ver koop al vaststaat, op termijn te dek ken. Bij een speculatieve handels transactie, waarbij de termijn van afwikkeling lang kan zijn, is het ver standig vooraf te overleggen of men zal dekken of niet. Koopt men namelijk dollars op termijn, dan zou het bij een pariteitswijziging kunnen gebeuren dat zijn concurren ten in een gunstiger positie komen. De Franse franc die tot voor kort nog onaantastbaar leek, is nu wel zeer verzwakt. Dit blijkt onder meer daar uit, dat er sinds de onrust in Frank rijk nog geen officiële noteringen voor termijnen tot stand zijn geko men. Het behoeft geen betoog dat zij die op enigszins langere termijn (ze ker van drie maanden) betalingen in Franse francs verwachten, moeten proberen ze op termijn te verkopen. De kosten hiervan zullen bepaald niet laag zijn. Men kan echter aannemen dat bij een devaluatie het verlies veel hoger zal zijn. E'en devaluatie lijkt wel in de lijn der 1-J verwachtingen te liggen. De beta lingsbalans van Frankrijk was al niet zo gunstig doordat de Franse econo mie nog grote gebreken vertoonde (te veel kleine bedrijven, behoefte aan uitbreiding van de bouwnijverheid). Deze zwakke tendens voor de beta lingsbalans werd door de devaluatie van het Engelse pond versterkt waar door de relatieve positie van de Fran se franc verder verslechterde. Door de nu toegestane loonsverhogingen is de exportpositie zodanig achteruitge gaan, dat een devaluatie binnen niet al te verre toekomst onafwendbaar lijkt.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9