DEZE WEEK: nader beschouwd Politieke storm raakt de effectenbeurs LOGISCHE STELLING STAA T VERDIENT AAN DE PIL Waar zit de STAA T in Goede Nederlandse bijdrage bij internationale bestrijding van de tuberculose Optelsommetje in het verkeer P.T.T. schaaft image bij Scheepsbouwers vonden elkaar Waar de grens? - waar ons begin? Bondsdag voor moeilijk besluit Risico's Achtergrond Vakbonden m PT.T. ontbreekt Inspuitingen Opleiding Proefgedraaid Goede naam Enthousiasme Verkoop aandelenbezit kan de koersen gaan drukken Dezer dagen is een storm opgestoken in de Nederlandse politieke wereld over een probleem, waar de effectenbeurs in Amsterdam wel eens nauw bij betrokken zou kunnen worden. Het ging daarbij niet meer en niet minder dan om het staatsbezit aan aandelen in particu liere ondernemingen. Volgens een naderhand aangenomen motie, ingediend vanuit de regeringspartijen, zou het beleid van de Staat ten aanzien van de industrieën in de probleemgebieden aanzien lijk moeten worden gestimuleerd door aandelen af te stoten van bedrijven, waar die functie als geëindigd kan worden beschouwd. Daartegenover moeten aandelen in ondernemingen worden verwor ven, die thans juist wel een stimulans kunnen gebruiken. Ontdaan van allerlei politieke en ideolo gische franjes, bijkomstigheden en zijwegen is de stelling, neergelegd in de motie-En gels natuurlijk wel logisch. Destijds nam de Staat in een aantal nu langzamerhand tot belangrijke nationale bedrijven uitgegroei de ondernemingen deel met de bedoeling via deze deelnemingen zekere industriële werkzaamheden te stimuleren. Zodra het doel is bereikt, heeft verder aanhouden weinig zin meer. Vooral als el ders weer nieuwe, soortgelijke problemen hun kop opsteken, is vermindering van de oude belangen om ruimte te maken voor het opbouwen van nieuwe, een redelijke overweging waard Als minderheids-aandeelhouder heeft de Staat weinig rechtstreekse invloed op het beleid, terwijl voorts wel alle risico's die de gewone particuliere vermogens bezitter aan vaardt, worden gelopen. Evenals deze wordt ook de Staat arm of rijk al naar ge lang de situatie van de beurs en de con junctuur. Zonder ideologschie stokpaardjes op de achtergrond heeft het weinig zin gehad, dat de Staat in de afgelopen zeven jaar zijn be zit aan aandelen Hoogovens in waarde zag halveren en enkele jaren geleden dat in de KLM. Met dit verlies zijn miljoenen ge paard gegaan, die inderdaad beter elders hadden kunnen worden aangewend. Nu de beurs sinds eind 1966 in beter vaarwater is beland en ook de aandelen- portefeuille in Staatshanden aanzienlijk in waarde is gestegen, lijkt het niet onver standig op het hogere niveau hier en daar tot mutaties over te gaan. Het belang van de Staat in sommige Nederlandse ondernemingen heeft eigenljjk weinig zin meer (hoewel w(j betwijfelen of de regering nu wel gauw tot gehele of gedeeltelijke verkoop zal overgaan nu de motie Engels door de Tweede Kamer is aangenomen). Zo is de Koninklijke Zout-Organon van een basisindustrie voor bodem zout een chemiscto-farmaceutisch concern geworden, dat ook talrijke levensmiddelen (onder andere vleeswaren) in binnen- en buitenland verkoopt. Bovendien doet zich door dit belang het komische feit voor, dat de Staat verdient aan de verkoop van de pil. Het minst zinvol voor Staatsbezit komt ons echter zijn post aandelen in de Nederlandsche Middenstandsbank voor, omdat hier de ontwikkeling duidelijk heeft aan getoond, dat dit bedrijf behoorlijk op eigen benen kan staan en zijn middenstands functie zonder steun kan uitoefenen. Met de Hoogovens ligt de zaak iets anders, omdat dit dynamische bedrijf nog altijd bouwt aan een voor ons land belangrijke basisindustrie. Elke aandelenpost in de Staatseffecten- portefeuille heeft haar eigen geschiedenis. Bij verkoop van deze posten zullen de over wegingen over de aankoop dus vergeleken moeten worden met de situatie thans, zo wel in de desbetreffende onderneming als de bedrijfstak waarin deze werkt. Wat de beurs betreft Zijn de volgende staatspakketten vooral van belang: Percentage Beurswaarde kapitaal Staatspakket Hoogovens 30 350 miljoen KLM 50 250 miljoen Middenstandbank 35 50 miljoen Mij Zeeland 70 5 miljoen Zout/Organon 10 150 miljoen De cijfers zijn ruwe benaderingen. In hoeverre nu van bovengenoemde pakketten een deel rijp is voor verkoop, valt voor buitenstaanders moeilijk te beoordelen. Trouwens, de regering zelf zal daarover ook nog wel geen duidelijke richtlijnen voor ogen hebben. Gezien de beurswaarde van genoemd Staatsbezit is een eventuele vermindering voor de beurs niet van belang ontbloot. Enigszins geforceerd kan een dergelijke ver koop zelfs tot een ongewenste koersdruk leiden. Daarom is het van belang welke vorm de verkoop zal aannemen. Hiervoor staan verschillende mogelijkhe den ter beschikking waarbij de meest mo derne thans in Amerika zeer gebruike lijke vorm die van de herplaatsing via een soort emissie is. Ook in, Amsterdam heeft deze methode reeds ingang gevonden toen eind vorig jaar een flinke post aan delen Zout/Organon voor herplaatsing werd aangeboden en grif afname vond. Een voor deel van een dergelijke herplaatsing is, dat met één slag de hele post van de hand wordt gedaan. Een nadeel is, dat hierbij vaak een rui mere beurs moet worden ingeschakeld dan Amsterdam doorgaans kan bieden. De her plaatsing van de aandelen Zout-Organon destijds geschiedde dan ook op verscheide ne Europese beurzen. Uit politiek oogpunt lijkt ons de herplaatsing van Staatspakket ten buiten onze grenzen echter minder aan vaardbaar. Een andere mogelijkheid is het inscha kelen van de grote beleggingsorganisaties, waarbij ook te rekenen de verschillende beleggingsmedia van de sociale organisa ties (vakbonden bijvoorbeeld). Indien op deze wijze belangrijke posten uit het Staatsbezit kunnen worden ondergebracht, blijft de beurs buitenspel, wat voor de han del minder plezierig, maar voor de koers ontwikkeling waarschijnlijk niet ongunstig lijkt. Wil men echter bij de verkoop va naan- delen uit het Staatsbezit ook de kleine be legger inschakelen, dan blijft het beursap- paraat de aangewezen weg. Kortom, de materie biedt mogelijkheden te over, die de ontwikkeling rondom het Staatsbezit be paald interessant maakt, maar die voor de beurs niet van belang is ontbloot. „Verkoop, als het even kan, de deelne mingen van de staat in bedrijven, die geen geld opbrengen en gebruik die opbrengsten om de overheid te laten deelnemen in ves tigingen, die van belang zijn voor de sti muleringsgebieden". Naar aanleiding van deze suggestie in de Tweede Kamer wilden we eens nagaan in welke Nederlandse ondernemingen de staat het nu geheel of gedeeltelijk voor het zeggen heeft. Het Ministerie van Finan ciën was ons daarbij behulpzaam door de volgende lijst van staatsdeelnemingen per 31 december 1967 te verstrekken: De Nationale Investeringsbank (de vroegere Herstelbank)151 miljoen gul den; daarvan wordt 1 januari 1971 honderd miljoen omgezet in een lening. De Nederlandsche Bank: twintig mil joen. Ned. Middenstandsbank: 29.677.400 gul den. Bank voor Nederlandsche Gemeenten: 8,15 miljoen; daarvan is op 4,65 miljoen tien procent gestort. Nederlandsche Spoorwegen: driehonderd miljoen. KLM: 126.243.500 gulden of 50Vi procent van het hele aandelenkapitaal; zal de staat bovendien inschrijven op 20,4 mil joen dollar nieuwe converteerbare obliga ties. Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken: 46.045.100 gulden; bo vendien 41.859.200 converteerbare obliga ties. Administratiekantoor Hoogovens twee duizend gulden aandelen. Nederlandse Gasunie: vijftien miljoen waarop 75 procent gestort (bovendien tien miljoen, waarop niets is gestort). Stoomvaart Maatschappij Zeeland: 2.914.000 gulden. Koninklijke Zout-Organon: 1.940.400. Nederlandse Buurtvervoer Maatschap pij: 1.200.000. Limburgsche Tramweg-Maatschappij 2.400.000. Nederlandsche Tramweg-Maatschappij, Hee ren veen: 450.000. Brabantse Buurtspoorwegen en Auto busdiensten: 10.000. Luchthaven Schiphol: 129.580.000. Luchthaven Eelde: 6.965.000. Vliegveld Zuid-Limburg: 2.346.000. Luchtvaartterrein Texel: 343.000. Haven van Vlissingen: 275.000. Hollandse Signaalapparaten Fabriek (Philips): 3,5 miljoen. Vuil Afvoer Maatschappij: 4.609.000 gulden; daarvan is op een half miljoen de helft gestort en op zeven ton zeventig pro cent. Koninklijke Nederlandsche Springstof fenfabrieken: een miljoen. Maatschappij Overijsselse Kanalen: 3 miljoen. Ontginningsmaatschappij Land van Vollenhove: Vierduizend gulden. Nederlands Congresgebouw: vijf milj. Domaniale Mijn Maatschappij: 2.106.800 gulden. Nederlandse Pijpleiding Maatschappij: 250.000 gulden, waarop tien procent ge stort. Staatsmijnen: driehonderd miljoen. Op deze lijst van ongeveer dertig onder nemingen ontbreekt het Staatsbedrijf der PTT, omdat hier de N.V.-vorm (nog) ont breekt. Overigens komt het ons voor, dat de Staat zich wel twee keer zal bedenken vooraleer tot verkoop van deelnemingen over te gaan, omdat het overgrote deel van de hier genoemde bedrijven zeker geld in de schatkist brengt. Wanneer zulks niet het geval is, dan is deelneming uit an dere hoofde voor,de Staat van belang, bij voorbeeld wegens defeinsiedoeleinden of uit soëiale overwegingen. Bij de op het ogenblik verlies lijdende Nederlandse Spoorwegen zal de Staat on getwijfeld ook de hand aan de knoppen willen houden; nog onlamgs heeft zij het Spoor voor miljoenen aan leningen gega randeerd om uit de impasse te geraken. De op de lijst vermelde bedrijven heb ben overigens weer een wijdvertakt net van tientallen binnen- en buitenlandse dochterondernemingen, zodat het aantal maatschappijen, waarin de Staat deel neemt, eigenlijk nog vele malen groter is. Zo zijn bijna alle grote Nederlandse auto- busondernemingen waarvan er op boven genoemde lijst ook een paar voorkomen, nagenoeg of geheel volledige dochter van de N.S. „Wat wij hier doen is voor een deel ontwikkelingshulp"zegt dr. M. A. Bleiker, hoofd van de afdeling Tuberculine-onderzoek van de Gezond heidsorganisatie TNO. Dr. Bleikers afdeling coördineert al verscheidene jaren in Den Haag een actie tot bestrijding van de tuberculose in twin tig landen, waaronder ook ontwikkelingslanden. „ledereen die de tuberculose kent", zegt dr. Bleiker, „en daardoor weet hoeveel onheil zij kan aanrichten, kan niet anders dan hopen dat het mogelijk zal zijn deze verraderlijke ziekte radicaal uit te roeien". Hij wil wel toegeven dat het werk van zijn afdeling minder spectaculair is dan sommige grote projecten die worden uitgevoerd in ontwikkelingslanden. „Maar dat maakt dit internationale onderzoek niet minder belangrijk zegt hij. Het tuberculine-onderzoek is gericht op het opsporen van sluimerende tuberculo se bij kinderen. Dat gebeurt door onder huidse inspuiting met tuberculine,, een stof die een rode zwelling veroorzaakt bij mensen die tuberculose hebben ge had. Dit noemt men de tuberculine-reac- tie. Prof. Robert Koch ontdekte deze me thode in 1890. Sedert 1900 zijn in vele landen mensen die met tuberculose waren besmet opge spoord door inspuiting met tuberculine. De resultaten waren wel redelijk goed, maar zij waren moeilijk met elkaar te vergelijken doordat verschillende metho den werden toegepast en lang niet overal dezelfde soort tuberculine werd gebruikt. De internationale unie voor de tbc-bestrij- ding besloot daarom in september 1962 het tuberculine-onderzoek internationaal te standaardiseren. Het was de bedoeling dat voortaan overal met één soort tuber culine zou worden gewerkt en dat overal dezelfde methode zou worden toegepast. Dr. Bleiker werd toen benoemd tot inter nationaal coördinator. Twee jaar hadden dr. Bleiker en zijn staf van medewerkers en medewerksters in Den Haag nodig voor de voorbereidingen. Zij gebruikten die tijd voor het opstellen van regels voor uitvoering van dit inter nationale project en voor het vaststellen van de te volgen werkwijze. Verder stel den zij vast welke sort tuberculine zou worde® gebruikt. Voorop stond dat lan den zij vast welke soort tuberculine zou vrijwillig zouden doen en de kosten van het onderzoek binnen de eigen grenzen zelf zouden betalen. Sedert 1964 zijn enige honderden verpleeg sters uit de meeste der twintig deelne mende landen in dr. Bleikers afdeling op geleid in veertiendaagse cursussen voor hun nieuwe taak. In een paar uitzonde ringsgevallen zijn verpleegsters naar het betreffende land gegaan om daar cursus sen te geven. In die gevallen kon men spreken van de ontwikkelingshulp op be scheiden schaal die dr. Bleiker noemde. Verder gaan telkens wanneer een pas in Den Haag opgeleide groep terugkeert om het tuberculine-onderzoek in eigen land te gaan beginnen, een of twee in dit on derzoek ervaren Nederlandse verpleeg sters mee om een week lang toezicht te houden. Ook bestaat voor buitenlandse artsen de mogelijkheid zich in Den Haag gedurende een stage op de hoogte te stel len van de wijze van tbc-bestrijding in ons land Alle tijdens het tuberculine-onderzoek ver kregen gegevens worden genoteerd op gestandaardiseerde kaarten. Die gege vens worden in een computer verwerkt op de Afdeling Bewerking Waarnemings uitkomsten van TNO in Den Haag. De computer verschaft de Werkgroep Tuber culine-onderzoek TNO de gegevens voor het opstellen van rapporten. Eer dit internationale onderzoek begon heeft men twee keer „proefgedraaid", om ervaring op te doen en om de ont worpen methode op bruikbaarheid te toetsen. De eerste keer gebeurde dat in Delft, waar ongeveer zesduizend school kinderen tussen zes en veertien jaar wer den onderzocht. De tweede keer onderzocht men 2500 kin deren en jongelui tussen zes en achttien jaar in de omtrek van de Franse stad Dijon. Het resultaat van die twee proe ven was dat men besloot in het interna tionale programma kinderen tussen zes en twaalf jaar aan de tuberculineproef te onderwerpen. De Nederlandse methode heeft in het bui tenland een goede naam. Zo goed zelfs, dat de staf van dr. Bleiker ook ter ver werking de kaarten ontvangt waarop de gegevens staan over het tuberculine-on derzoek onder Franse rekruten. Verder is de Werkgroep Tuberculine-onderzoek TNO ingeschakeld bij een onderzoek in Vancouver (Canada) en Transvaal (Zuid- Af rika). .Het geeft mij als medicus en als Neder lander zeer veel voldoening", zegt dr. Bleiker, „dat wij hieraan kunnen bijdra gen. Natuurlijk, er wordt in de Werk groep wel eens gemopperd als er weer iets onverwachts gebeurt, en de dage lijkse problemen zijn ook niet altijd even gemakkelijk op te lossen." „Maar wat ons steeds weer stimuleert is het enthousiasme van de teams in de landen waar de tuberculose-bestrijding het Nederlandse peil nog niet heeft be reikt. En als wij terugkijken over de vier jaar dat dit internationale onderzoek nu aan de gang is, dan blijkt dat wij nu al meer bereikt hebben dan wij vier jaar geleden verwachtten." Met angstwekkende precisie heeft de Duitse radio gisteren laten weten dat de po litie heeft vastgesteld (niet voorspeld) dat het komende weekeinde gemiddeld drie- eeneenhalve dode per uur zal worden geregistreerd in het Westduitse verkeer. Een en ander in verband met het feit dat in grote delen van Duitsland de vakanties zijn aangebroken en de verkeersstroom zal losbarsten. Precisie wij kénnen dat van de Duitsers. Op sommige punten is hun gevoel daar voor ook wel te waarderen. Als straks het weekeinde voorbij is en het sommetje klopt, dan zullen er mensen zijn die met enige bewondering de deskundigheid van de Duitse politie en de verkeersspecialisten roemen. Maar het is goed als men zich van deze „Pükntlichkeit" distantieert van deze schijnbaar serieuze, maar onmenselijke, kille berekening. Het gemak waarmee de Duitse politie en de Duitse radio dit soort precisie bijna wetenschappelijk uitdraagt, verraadt een mentaliteit, die ons weliswaar van de Duitsers niet vreemd is, maar die men mogelijk niet gemakkelijk meer onderkent waarmee men misschien zelfs wel ingenomen zou kunnen raken. De verkeersonveiligheid in West-Duitsland is schrikbarend hoog relatief hoger dan in menig ander Westeuropees land. Men kan er over twisten of ook dit verschijnsel te maken heeft met mentaliteit, maar één ding is wel zeker, dat men die onveiligheid niet te lijf kan gaan met die koelte als waarmee de Duitse politie (en zonder kritiek ook de Duitse radiomensen) van het aantal doden een exact optelsommetje gaan maken. Verkeersonveiligheid kan bestreden worden met een andere instelling, een wat menselijker benadering van de problemen die naar uit onderzoekingen over het verkeer is gebleken voor een goed deel in het menselijke vlak liggen. Wat de Duitse radio gistermorgen heeft gedebiteerd is niét menselijk! De PTT schaaft gestaag verder aan de verbetering van zijn image. Nu is een maatregel aangekondigd die weliswaar geen gejuich zal doen opgaan, maar die toch wel erg prettig aandoet. De altijd als onbillijk en onlogisch ervaren strafport gaat binnenkort verdwijnen. Het was ook een nogal zotte situatie dat een geadres seerde een te weinig „beporte" brief pas in handen kon krijgen als hij het dubbele bijbetaalde van hetgeen een ander te weinig aan postzegels had geplakt. In feite gaan de posterijen de „straf' nu nog maar halveren. De ontvanger zal moeten blijven bijpassen wat de briefschrijver om welke reden dan ook heeft ver zuimd te betalen. De posterijen blijven zich er op beroepen, dat zij de afzenders niet of alleen ten koste van nogal wat moeite en geld kunnen achterhalen. De extra opgelegde „boete" zal in ieder geval gauw verleden tijd zijn. Dat is het gevolg van een wijs besluit van een bedrijf dat in weinig meer herinnert aan de jaren waarin een dergelijke „straf' kon worden bedacht. Dat de PTT tegelijk de kans te baat heeft genomen het systeem van innen in eigen voordeel en dat van anderen te verbeteren, is mooie winst extra. Twintig jaar lang is Cornelis Verolme verguisd geweest door de directies van ande re grote scheepswerven in ons land. Deze situatie woekert nog steeds door in de touwtrekkerij om de plaats van een dok voor de behandeling van mammoetschepen. De NDSM gaat nu samen met Verolme. Beide bedrijven zijn nu de enige in Neder land die behoorlijke opdrachten hebben voor tankers van meer dan tweehonderd duizend ton. Het is een verheugende ontwikkeling, in het belang van de gehele Nederlandse eco nomie. De fusie zal overigens interessante consequenties hebben. Verolme is een besloten vennootschap, de NDSM is een vennootschap onder firma en is als zodanig niet op de Amsterdamse effectenbeurs genoteerd. De firmanten zijn de Nederlandsche Dok Maatschappij en de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij. De aandelen van deze odernemingen zijn wel op de Amsterdamse beurs genoteerd. De twee firman ten kunnen pas een winst aan hun aandeelhouders doorgeven, wanneer zij van de firma, de NDSM, winst ontvangen. Als de NDSM winst maakt, wordt dit gelijkelijk onder de firmanten verdeeld. Deze nogal wonderlijke situatie heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld aandeelhouders vergaderingen van de firmanten op dezelfde dag maar niet op hetzelfde uur wor den gehouden, terwijl de agendapunten van beide maatschappijen uiteraard letter lijk aan elkaar gelijk zijn. In de praktijk is van die twee vergaderingen niets te mer ken, want zij worden dan voor het gemak bij elkaar gehouden. Maar interessant wordt het pas als straks de combinatie Verolme-NDSM de boe ken gaat openen. Het is zo ver. Dezer dagen liepen drie atleten in de Verenigde Staten op dezelfde dag de 100 meter in 9,9 sec. Een magische grens werd doorbroken. Reeds geruime tijd vroeg de sportminnaar zich af hoe lang het duren zou voor de eerste loper on der de 10 sec. zou komen. Steeds meer atleten immers evenaarden het wereldrecord, dat acht jaar geleden door Armin Hary met 10 sec. werd gevestigd. En nu, 32 jaar na de toen fenomenale 10,2 van Jesse Owens, is het dan zo ver. De vraag, die velen nu bezig zal houden, luidt; „Waar ligt de grens van deze presta tie? Zal er ooit een 100 meter beneden de bijvoorbeeld 9,5 sec. worden gelopen?" Doch niet alleen in de atletiek worden op allerlei onderdelen steeds wéér nieuwe topprestaties geleverd, ook in andere takken van sport worden tijden gemaakt, die welhaast niet verbeterd lijken te kunnen worden. De niet-sportminnende mens zal de schouders ophalen bij deze prestatieverbeterin gen en vragen wat de waarde van deze prestaties dan wel is. Voor mij, zegt het hoofd van de afdeling sportgeneeskunde van de Ned. Sport Federatie, de heer J. L. de Jongste, voor mij is de waarde gelegen in het feit, dat er nog altijd mensen, met name jónge mensen zijn die ons tonen wat bereikt kan worden wanneer men het eigen lichaam de wil oplegt. In onze welvaartsstaten, waar machines voor ons denken en handelen en wij ons verplaatsen met gebruikmaking van weer andere machines, zijn nog steeds rtiensen bereid uit vrije wil zich te meten met anderen, in kracht, snelheid of uithoudings vermogen. Zij laten ons zien waartoe doorzettingsvermogen kan leiden. Zou dit niet van grote waarde voor hun later leven kunnen zijn? Zou het voor ons allen niet beter zijn, zegt de heer De Jongste, zonder nu direct naar wereldrecords te streven, meer zeggenschap over ons eigen lichaam te hebben en de echte lichame lijke vermoeidheid weer eens te ondervinden? Want de moderne mens is meer ver moeid van geest, dan van lichaam. Dadr hadden de drie lopers, die zelfs met hun prestatie de voorpagina van de grote dagbladen haalden, geen last van. Hoewel de vakantie in West-Duitsland de politici niet tot topactiviteit jaagt, is men in kringen van de Duitse Bondsdag toch al weer bezig met de voorberei ding op een nieuwe krachtproef na de wetsontwerpen voor de noodtoestand die nog al wat storm hebben veroorzaakt. Het vraagstuk van de verjaring van de oorlogsmisdaden uit de nazitijd staat na melijk voor de deur van de Bondsdag. Vier jaar geleden werd besloten de ver jaring van deze misdrijven op te schorten tot eind 1969. Dit betekent dat de nazi- misdadigers, tegen wie de justitie eind volgend jaar nog geen dossier heeft ge opend, voorgoed vrij-uit zullen gaan. Zaken, waarin reeds een onderzoek loopt, zullen normaal worden afgewikkeld. Cfe Duitse minister van Justitie heeft nu een voorstel tot wetswijziging ingediend, die in grote trekken hierop neerkomt, dat moord nimmer verjaart. Als dit ont werp wet wordt, kunnen oud-nazi's onbeperkte tijd worden vervolgd. Dat laatste lijkt ons in Nederland, maar ook in andere Europese landen die de misdaden van nationaal-socialisten van nabij hebben meegemaakt, wenselijk en rechtvaardig. Maar de Duitsers maken hun eigen wetten en het blijkt dat de me ningen in het land zelf zeer verdeeld zijn. Sommige afgevaardigden van de Bonds dag (en vermoedelijk heel wat anderen buiten de Bondsdag) willen schoon schip maken met het kwalijke verleden. Er is bovendien wrok over de eindeloos voort durende processen. De andere kant van de medaille is (de Duitsers realiseren zich dat soms heel goed) dat het staken van de processen tegen de nazi-beulen, van wie er volgens de in formaties van Simon Wiesenthal nog tienduizenden rondlopen, wrevel in het bui tenland zal verwekken. De beslissing wordt dus moeilijk. De naam van Duitsland over de grenzen is de Duitser lief, al doet zijn soms stroeve houding anders den ken. Maar het zal hem moeilijk vallen degenen die indertijd de misdadige bevelen hebben opgevolgd, te blijven vervolgen. Zeer velen in Duitsland hebben die be velen van toen nooit gevoeld als een opgelegde dwang: zij vonden het een heel gewone zaak, omdat de inhoud ervan overeenkwam met hun eigen gedachten. Dan wordt het moeilijk om tot een beslissing te komen. 7

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 10