ZIEZO I W, O, D. W, ZATERDAG 29JUNI D, E, Ov H O, De heksentoer van TWINTIG seconden... 9 Dit is de filmcutterLit aan de snijtafel, waar beeld en geluid kun stig worden gecomponeerd tot een geheel van twintigsoms dertig seconden. Het is warm op zolder onder zoveel lampen. Tussen de opnamen door wordt de jonge acteur het zweet van het voorhoofd gewist. Hij toont, evenals zijn regisseur, eindeloos veel geduld. Dat is wel eens anders. Zelden komt een zo kort filmpje, waarin onderdelen van seconden van gewicht zijn (en consciëntieus gewogen worden) moeiteloos tot stand. ie binnentreedt in de grote hallen chter de Amsterdamse Weesperzijde 111 - dèèr, waar vroeger heel prozaïsch uitjes en augurken werden ingemaakt kan een won derlijke belevenis hebben. Niemand verwacht hier een baby te horen kraaien; geen mens denkt hier aan een briesend paard of een lie ve vrouwenstem, het gebrul van een leeuw of het geluid van een krachtig remmende auto en de klap die volgt op een frontale botsing. Toen wij binnenkwamen, een vriendelijke dame ons met haar vinger op de mond „stil te" beduidde, knalden schoten door de hal, briesten paarden als hengsten op vrijersvoe ten en - om de sfeer nog wat aan te scher pen - jankten er banjo's doorheen. In de hal waar eens fabrieksmeisjes uitjes in een potje deden... Weesperzijde 111. Ja, het kan er een gek kenhuis zijn en toch is het er een heel serieu ze bedoeling. Zó serieus dat men er eigenlijk geen bezoekers wenst. Wat straks de radio of de televisie uitknalt tijdens de reclamebood schappen, wordt in alle rust en met geweldig veel precisie voorbereid. 'ver enkele maanden waarschijnlijk komen de briesende paarden, de knallende schoten en de banjo's voor de televisie. Er werd dezer dagen juist de laatste hand ge legd aan een reclamefilmpje van twintig se conden. In de hoofdrol een aardige schooljon gen in zijn domein - een leuke zolderkamer met affiches, pijl en boog, dierevel en boe ken. Hij zal straks dat heel kleine rolletje spelen voor miljoenen kijkers. Dat rolletje bestaat uit iets uitpakken, ver rast kijken en drie woorden zeggen. Voila, dat is alles, maar probeer het eens. Toen wij de studio van Oscar Film aan de Weesperzijde binnenkwamen, was de repeti tie juist begonnen. Schijnwerpers priemden in de zolderhoeken en op het gezicht van de jon gen, die om de scène in te leiden bezig moest zijn met de vleugel van een modelkist je. Vele malen werd de repetitie herhaald en toen zou de echte opname beginnen. Vijf keer, tien keer moest opnieuw gefilmd worden. In die luttele twintig seconden ging er altijd wel iéts mis. Dan stond de jongen ver keerd, dan lèchte hij te geposeerd, dan duur de het uitpakken een halve seconde te lang, dan vloog een vliegtuig over Amsterdam en stoorde de geluidsopname of dan weer was het inpakpapier op... Toen wij de studio na enkele uren verlieten ging de zestiende opname beginnen... Eén handeling, een verrast gezicht en drie woorden in dertig seconden. Talloze uren is men ermee bezig en vrijwel geen televisiekij ker realiseert zich welk een engelengeduld de mensen in de filmstudio's moeten opbrengen om er twintig seconden te kunnen „uitgooi en". Liever maakten zij een stukje film van vijf minuten enkele seconden meer of min der maar die „twintig" precies schijnt een heksentoer te zijn. e jongen in de studio zweet er van. Hij is geen „beroeps" nee, zomaar een jon gen met een leuke toet, wat sproeten op een fris gezicht en met een innemende gelaats uitdrukking. Vaak hebben de filmers liever geen „beroepsjongetjes". Die wéét 't al; die heeft zijn „gezichtjes in voorraad". Onder de miljoenen in de huiskamer zijn er die dat zién. Tussen de opnamen door schiet een dame op het knaapje toe om zijn gezicht van de pa reltjes zweet te ontdoen. Wéér, wéér, wéér opnieuw... Maar de regisseur van Oscar heeft geen en kel verwijt. Zijn geduld schijnt onuitputtelijk. Hij weet dat met een ,,'t lijkt nergens op" misschien juist net dat brokje verrassing op het jongensgezicht kan verstarren tot de pose van „u kunt het krijgen zoals u wilt". Intussen draait de ene meter film na de andere door de camera. Oscar-cameraman Herweynen en zijn assistent Witsenburg, de script-girl Sonja Meijer, de geluidstechnicus Van der Sluis en studio-manager Gilles groe pen elke keer bij een nieuwe opname rondom de regisseur Chrispijn en de jongen op zolder. De film is op; er komt een nieu we cassette en op het moment dat alles goed schijnt te gaan struikelt een bezoeker over een kabel. Wéér over... De film zal eindelijk wel eens gereed ko men. Dan kijken we er naar, voor het kastje. De jongen op zolder zal het vast goed doen. 't Is een aardig idee een goede vondst, leuk gebracht. ij vragen de directeur van een Haags bureau voor reclame-, marketing- en publiciteitsadviezen, de heer A. W. van Del den, naar het niveau van de reclamefilmpjes. Hij is er niet enthousiast over. Zestig procent is naar zijn mening beneden de maat err slechts twee procent heel goed. Wat is goed? Wat de filmmensen goed vin den? Wat de kijker goed vindt? Of wat de op drachtgever goed vindt? Er is een filmpje waarin een man een stuk worst verzwelgt. Er zijn kijkers die 't gewel dig vinden; voor anderen is het filmpje aan leiding om nooit die worst te kopen. Er draait een „spotje" met een man en een vrouw aan de ontbijttafel. Ze hebben het over een bepaald soort smeersel en komen binnen enkele seconden tot de conclusie dat dat éne je ware is béter is er niet. Waar schijnlijk tienduizenden vrouwen vinden het een leuk tafereeltje: man en vrouw zo knus keuvelend over iets dat elke morgen op tafel komt. Maar waarschijnlijk evenveel anderen worden misselijk van datzelfde zoet-gevooisde, quasi-beminnelijke gedoe, waarin de man net een zachtgekookt eitje is. Weer een ander reclamefilmpje, ingepakt in fraaie tierelantijnen, opgeluisterd met aardi ge muziek, doet de kijker zich afvragen wat nu eigenlijk de clou is en om welk merk het gaat. Dan zijn er filmpjes waarbij zó ge schreeuwd wordt, dat de kinderen reageren met „wat een opschepper" en de ouders ge- irriteerd raken om zóveel reclame in twintig seconden. Er zal een automerk geshowd worden. Waar mikt de opdrachtgever op? Op pit? Duizenden willen helemaal geen pit. »a. wat is goed? Het is de ervaring in de wereld van de reclamewetenschap dat een werkelijk goede reclameboodschap in de regel niet uitsluitend het idee is van de op drachtgever. Integendeel. Er zijn naar het oordeel van reclamedeskundigen talloze goe de ideeën om zeep gebracht, juist door de op drachtgever, die te veel de naam van het ar tikel (of zijn eigen naaml) genoemd wilde hebben. Er zijn zelfs opdrachtgevers die zich zelf of hun familie zouden willen laten optre den... Als het kan ook zijn kinderen op de film. Hij betéélt de film en wil daarvoor wel graag een flinke inspraak. Zo'n filmpje - dat is dui delijk wordt óf door de reclamedeskundige óf door de regisseur geweigerd, óf wél in pro- duktie gebracht om tenslotte uitgezonderd het genoegen in de familiekring het werke lijke doel voorbij te schieten. 'e opdrachtgever mag bij de deskun digen de hoogste eisen stellen. Nederland telt zeer knappe reclamemensen en -filmers, maar, om met een filmer uit de tv-reclame- wereld te spreken: „als de opdrachtgever nauwelijks het verschil weet tussen, bij wijze van spreken, een jaguar en een mustang... ja dan wordt het overleg over het niveau van de reclameboodschap soms heel moeilijk." „Jammer genoeg", vertelt de heer Van Del den ons, „gaat het nog vaak zo dat de op drachtgever bij de gedachte aan tv-reclame gelukzalig grijnzend uit zijn stoel overeind schiet en tegen zijn reclameadviseur zegt: Dat varkentje was ik zelf wel even, want ik film zelf, ja, acht millimeter; de vorige week nog kreeg ik een pracht van een filmpje te rug fantastisch: opa in de tuin, mams voor paleis Soestdijk en onze jongste in de box..." Dit soort liefhebberij vormt uiteraard een niet al te stevige basis voor de produktie van een reclamespot. Is het buitenland verder in dit op zicht? Verschillende deskundigen zijn van mening van wel. Men schijnt er in bepaald opzicht meer te durven. Het lijkt of hier en daar de inspraak van de zeer goede reclame man groter is. Daar is een goed voorbeeld van; de fabri kant van een of ander soort ketchup wenst re clame. Hij laat reclameman en filmer zijn gang gaan en vraagt alleen in de eindbeoor deling betrokken te worden. Er kwam een volgend beeldverhaaltje tot stand: Man aan tafel (met fles ketchup) vertelt de kijkers hoe heerlijk 't spul is en schudt aan de fles om ook de ketchup te laten zien. Hij schudt, schudt nog eens, krijgt een kleur omdat de inhoud de fles niet uit wil, schudt woedend nog eens, kijkt tenslotte glimlachend op en zegt: „Nou ja... als 't er uitkomt is het heerlijk..." Kijk, dat is esprit! Negenennegentig van de honderd fabrikan ten-opdrachtgevers zouden zo'n spot onher roepelijk afgekeurd hebben. Maar deze ging door en bleek naderhand een geweldig succes te hebben. r zal nog geweldig veel research ge daan moeten worden op het gebied van de reclame. Het is een moeilijk vak, een weten schap. De deskundige en waarschijnlijk niet alleen hij, maar talloze kritische kijkers óók zullen van mening zijn dat men het publiek met bluf, schreeuwerij of zoetelijkhe den niet „op het produkt" krijgt. Het is eigen lijk wel logisch: als het dan zo goed is, waar om dan zoveel lawaai erbij? 'ver de ideale gang van zaken ver telt de heer Van Delden: „Bij een opdracht zal natuurlijk eerst vastgesteld moeten wor den op welke specifieke wijze de tv-reclame zal worden toegepast. De hierbij opkomende problemen (bijvoorbeeld de frequentie) zul len intensief en uitputtend met de opdracht gevers besproken moeten worden en liefst net zo lang tot alle deelnemende gesprekspartners het erover eens zijn dat tv-reclame en pers reclame elkaar dienen aan te vullen. De vluchtige spots van twintig of dertig seconden kunnen immers nooit zoveel informatie geverf over een artikel als een goede perscampagne. Eigenlijk moet de consument in één oogop slag in de krant herkennen wat hij op de te levisie zag en omgekeerd." Als eenmaal is vastgesteld wat het cam pagnethema is, wordt hiervoor een zogenaam de „visuele interpretatie" ontworpen. De re clameadviseur denkt dus al in filmhelden. Een tv-man maakt vervolgens van de „visue le interpretatie" een zogenaamde „televisie script", dat twee kolommen bevat: de video en de audio-kolom (de beeld- en de geluidsko lom). In de video-kolom wordt nauwkeurig en in de juiste volgorde met woorden beschreven welke handelingen zich in het filmpje zullen afspelen en in de audio-kolom worden alle dialogen opgenomen. Verder nog allerlei an- De heer A. W. van Delden, re clame-man en ontwerper van beeldverhalen, uit wiens brein en tekenstift al menig televisie-film pje op doek, buis of door de mi crofoon kwam. dere geluidseffecten, zoals bijv. straatlawaai, telefoonbellen, pianomuziek, tinkelende ijs blokjes in een glas water, enz. Het script gaat nu verder: naar de teke naar, die er een „storyboard" van maakt, dat wil zeggen: hij maakt schetsen die de sleutelfases van het filmpje aangeven. Dan wordt het „storyboard" met de filmproducent besproken voor de filmtechnische kant van het filmpje. Daarbij is het mogelijk dat nog wijzigingen worden aangebracht door bijvoor beeld een hoge trap te vervangen door een kleintje met enkele treetjes, opdat de decor- kosten kunnen worden gedrukt (soms met duizenden guldens). Soms worden er scènes uitgegooid om de shots niet te kort te maken en de filmer de kans te geven een verant woord filmpje te maken binnen twintig se conden. Steeds is er het gevecht met de se conden. I et definitieve storyboard wordt aan de opdrachtgever voorgelegd. Niet later, want een stuk reeds geproduceerde film wijzigen kost in de regel vele duizenden guldens. Ten slotte gaat de hele paperassenboel naar de filmer, de producent. Hij heeft nu de „blauw druk" bij de hand. Bij stukjes en beetjes (hoe kort het filmpje ook is, soms bestaat het uit vele verschillen de losse stukjes, op vele plaatsen opgenomen) komt de film tot stand en gaat dan zo gemid deld vier- tot tienduizend gulden kosten. Dat is de prijs voor iets „normaals", waarbij dan niet gedacht moet worden aan allerlei buiten issige opnamen met ingewikkelde decors. Er zijn opnamen die vele tienduizenden gul dens kosten - de opdrachtgever kan het im mers krijgen zoals hij het hebben wil? Dan zijn er nog de tekenfilmpjes, de pop- penfilmpjes en allerlei combinaties. De film techniek kent nauwelijks grenzen. 'nze filmers en reclamedeskundigen hebben een goede naam in het buitenland. In Nederland komen dan ook verschillende bui tenlandse produkties tot stand bij de enkele tientallen studio's hier te lande. Dat de film pjes die wij voor de televisie zien nu niet be paald de bovenste plank halen, is niet zelden het gevolg van het probleem van de commu nicatie tussen specialisten en buitenstaanders, waarbij dan de buitenstaander, merkwaardi gerwijs, de beslissende stem heeft...

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9