Bewegende trottoirs in
stadsverkeer voorgesteld
Meer ruimte voor
Europese handel
Naastenliefde uitgangspunt hij
Johanniters en Maltezers
Rompslomp aan de grens voorlopig niet verdwenen
Privé-auto's
geweerd
Met spoed
ADELDOM
VOOR LEDEN
VEREISTE
R(
Rapport Amerikaanse deskundigen
V akantiegangers
grepen dief
DOUANE-UNIE EEN FEIT
„Is er nog leren als de hersenen
nooit meer zullen functioneren
Broeder geslagen;
patiënt vlucht uit
ambulance
UIT DE KERKEN
OTTERDAM De douaniers in
de landen van de Europese Economi
sche Gemeenschap kunnen verlicht
adem halen. Zij zijn af van de controle
van in- en uitvoerrechten op industrie-
produkten in het onderling handelsver
keer van de Zes. Dat betekent voor de
douaniers: heel wat minder ongedul
dige chauffeurs die met papieren
zwaaien.
NIET EENVOUDIG
HAKEN EN OGEN
Pamflet
Wat is leven?
Toestemming
Schijn
Twee afdelingen
Verdeeldheid
Zelfstandig
Damesafdeling
Op Malta
MAANDAG 8 JULI 1968
MINDER DRUKTE BIJ DOUANE
Toch •blijven de douane-mensen op hun post. Zij hou
den hun handen vol aan de papierwinkel die vast zit
aan de in- en uitvoer van talloze produkten.
Het is dus wel duidelijk: wie denkt dat er in de landen
van de E.E.G. door de douane-unie geen douaniers meer
nodig zijn, die heeft het mis. Het gaat immers bij het in-
en uitvoeren van heel veel artikelen niet alleen om de
controle of er rechten betaald moeten worden. De douane
moet ook nog op andere zaken letten. Om maar eens wat
te noemen van het werk dat voor haar overblijft:
de controle op accijnzen en omzetbelasting;
nagaan of bij bepaalde produkten voldaan is aan de
gezondheidsvoorschriften
toezicht op de vereiste veiligheidsmaatregelen;
controle op bestrijding van dierziekten;
heffingen op landbouwprodukten.
SE-..-. urï
Vooral bij die heffingen komt heel
wat kijken. Ze lopen sterk uiteen. Zo
moet voor een geslachte kip die nog
helemaal compleet is een ander tarief
worden betaald dan voor pluimvee
zonder kop. De ambtenaren van de Al
gemene Inspectie Landbouw die over
die heffingen gaan, worden in de toe
komst ingeschakeld bij het korps doua
niers.
Wat lichter zal het werk van de
douane er op worden, als de controle
op de omzetbelasting wordt verplaatst
van de grens naar de importerende
firma. Er wordt naar gestreefd, die
controle te vervangen door het contro
leren van de boeken.
Hoe zal het gaan met de invoerrech
ten, die worden geheven op produkten
uit landen buiten de Europese Gemeen
schap? Het is mogelijk om bijvoorbeeld
in de haven van Rotterdam de invoer
rechten te innen van produkten be
stemd voor firma's buiten Nederland.
Maar daar wil niet elk land aan. De
Westduitse regering heeft het er onder
andere niet op begrepen, dat haar op
die manier geld door de neus wordt
geboord. Zij heeft de Europese Com
missie gevraagd, er goed op te letten
of er een grote verschuiving komt bij
het innen van de rechten.
De Europese Commissie kijkt heel be
geerlijk naar dat. geld. Zij zou graag
zien dat het allemaal in de Europese
kas terecht komt, bijvoorbeeld om de
steun aan de landbouw te betalen.
Maar daar hebben sommige landen
niet veel mee op. Zij vinden dat de
Europese Commissie pas over dit geld
mag beschikken als er ook parlemen
taire controle bestaat.
Er mag dan wat touwtrekkerij zijn
over dat geld, de importeur heeft het
voor het zeggen waar hij zijn goede
ren wil inklaren, waar hij de invoer
rechten wenst te betalen. Deskundigen
nemen aan dat het wel zo zal blijven
Eindeloze slangen vrachtauto's zijn
sinds jaar en dag een vertrouwd beeld
bij de grensovergangen. Zal daar ver
andering in komen Nu de douane
zich niet meer hoeft bezig te houden
met het heffen van in- en uitvoerrech
ten op industrieprodukten in het on
derling handelsverkeer in de E.E.G.
zal de drukte en het wachten wel min
der worden.
Om dat er nog heel veel controle-
werk voor de douanemensen overblijft
zullen de rijen vrachtauto's nog wel
aan de grens te zien blijven. Zoals ook
de obstakels die de eenwording van
Europa in de weg staan, niet vlug van
de baan zullen zijn.
SAN FRANCISCO Als Amerikaanse deskundigen, die een oplossing
hebben gezocht voor de steeds groter wordende verkeersproblemen, hun
zm krijgen, zullen binnen een jaar of tien privé-auto's In de Amerikaanse ste
den een zeldzaamheid worden. In plaats daarvan zullen er „bewegende trot-
toirs" zijn, kleine elektrische wagens en busdiensten-aan-huis. Computers
zullen bij dat alles een belangrijke rol spelen.
Zesentwintig sociologen, architecten,
juristen en psychologen van het re-
search-instituut van de Stanford-uni-
versiteit hebben een jaar lang gewerkt
aan het opstellen van een rapport over
deze kwestie, dat nu gereed is en 800
pagina's beslaat. De inhoud doet den
ken aan science fiction. Het onderzoek
is verricht onder auspiciën van de
Amerikaanse regering.
De deskundigen, die wijzen op de toe
nemende verkeersdichtheid en lucht
verontreiniging, dringen er bij de re
gering op aan onmiddellijk te beginnen
met de ontwikeling van de voorgestel
de systemen en daarbij de grootste
voorrang te geven aan de bewegende
trottoirs, die in de binnensteden moeten
worden aangelegd om voetgangers met
snelheden van 10 tot 25 km/u te ver
voeren. Ook wordt gedacht aan de aan
leg van banen voor automatische ca
bines, waar de passagiers wanneer ze
maar willen in en uit kunnen stappen.
Verder bepleiten de experts indienststel-
ling van een beperkt aantal elektrische
wagens voor algemeen gebruik, bene
vens van door computers bestuurde
auto's waarbij de passgier niets anders
heeft te doen dan zijn reisdoel aan te
geven door het indrukken van een aan
tal knoppen. Mensen die niet zelf wil
len rijden kunnen dan ook nog telefö-
nisch een bus ontbieden, die dan bij
hun huis voor komt rijden. Er moet een
aantal van deze bussen komen, die
geen vaste routes volgen.
als het nu is, namelijk dat de impor
teur het liefst zo dicht mogelijk bij
huis zijn goederen wil inklaren. Wat
tot gevolg zal hebben dat de invoer
rechten wel zoveel mogelijk zullen blij
ven toevallen aan het importerende
land.
Hoe het ook zal lopen, de douane
mensen behoeven geen angst te koes
teren dat zij overbodig zullen worden.
De rompslomp aan de grens is niet
verdwenen en zal er voorlopig nog wel
blijven.
GROESBEEK Dank zij het optre
den van een 24-jarige jongeman en
een zestienjarig meisje uit Amsterdam
heeft de politie van Kleef kort na een
overval in de drukste winkelstraat van
die stad de dader, een 23-jarige Duitser,
kunnen arresteren.
Het kleine Amsterdamse gezelschap,
vier meisjes en twee mannen, met va
kantie in Duitsland, passeerde de win
kelstraat, toen er hulpgeroep uit een
winkel klonk. Meteen daarop kwam
een jonge Duitser met een pistool in de
hand naar buiten rennen.
De bestuurder van de Amsterdüïhse
wagen, de heer B. Bavang, sneed de
dief in een nabijgelegen steeg de door
tocht af. Niet bang voor het wapen, dat
de Duitser nu op hem richtte, greep de
bestuurder de dief beet en dwong hem
het geld, dat hij in de winkel uit de la
had gegrepen los te laten.
Weliswaar zag de dief toen kans er
vandoor te gaan, maar de zestienjarige
Marijke Overman rende hem achterna
en greep hem vast. De gealarmeer
de politiemensen namen hem van haar
over, nadat eerst nog een misverstand
tfit de weg was geruimd: de politie had
de Amsterdammer aanvankelijk aange
zien voor de dief.
De vakantiegangers konden daarop
hun tocht voortzetten.
ROTTERDAM In het Europa van de Zes is meer ruimte gekomen door
het verdwijnen van het laatste restje van een hinderlijk obstakel: de in-
en uitvoerrechten voor industrieprodukten in het handelsverkeer tussen Italië,
Frankrijk, West-Duitsland en Benelux zijn dan verdwenen. Dat geeft de han
del ruim baan.
Geleidelijk aan zijn de douanerechten tussen de zes landen verminderd. Nu is
de laatste vijftien procent van de rechten die op 1 januari 1957 golden ver
dwenen. De Zes heffen thans tevens gelijke invoerrechten op produkten die
uit andere landen komen.
Door het afbreken van de tolmuren,
stukje bij beetje, is het niet zo, dat al
le artikelen in Nederlandse winkels die
uit een land van de Europese Economi
sche Gemeenschap komen stukken
goedkoper zijn. In de meeste gevallen
zal de koper er niets of weinig van mer
ken, dat het laatste restje van de rech
ten er af is.
Het is ook niet zo eenvoudig om te
zeggen, wat het verdwijnen van die
extra belasting nu voor de prijzen in de
winkels betekent. In de loop van negen
jaar dat er steeds een stukje afging,
zijn immers de prijzen van veel arti
kelen gestegen door het oplopen van
de lonen en van de prijzen van de
grondstoffen.
Wel zijn de prijzen in de zes landen
dichter bij elkaar gekomen. Het maakt
in sommige gevallen niet meer zoveel
uit, of je hier een artikel koopt of in
een ander land van de E.E.G.
Zo zijn de prijzen van radio- en televi
sietoestellen dichter bij elkaar geko
men. En wat belangrijker is: De prij
zen van deze artikelen in de zes lan
den kwamen allemaal in de buurt van
de laagste prijs. Ook haalde de consu
ment voordeel uit het teruglopen van
de prijzen van elektrische huishoude
lijke artikelen in de hele Gemeen
schap. Al met al heeft de consument
dus „geld verdiend" aan het verrui
men van de handelsmogelijkheden in
de E.E.G.
Dat heeft trouwens ook de onderne
mers geen windeieren gelegd. Dit blijkt
zonneklaar uit de cijfers over de groei
van de handel tussen de zes landen.
Als we die handel in 1958 op honderd
stellen dan blijkt er tot 1966 een groei
te zijn geweest tot 238, een groei dus
van 138 procent. In dezelfde tijd steeg
de wereldhandel slechts met 89 procent.
De export van de E.E.G. naar de rest
van de wereld groeide met 85, de invoer
liep op met negentig procent.
Nu de douane-unie er is, wordt er
doorgewerkt aan een verdere verstren
geling van de zes landen in een econo
mische unie. Die moet op 1 januari
1972 rond komen. Daar valt nog heel
wat werk voor te verzetten. Zoals het
brengen van eenheid in de belastingen,
het vrij maken van het kapitaalverkeer
en het vaststellen van een gemeen
schappelijke handelspolitiek. Wellicht
komt het ook tot een monetaire unie,
die tot gevolg zal hebben dat er in de
E.E.G. overal hetzelfde geld wordt ge
bruikt.
Voor iedere burger in de landen van
de Gemeenschap is hoogst belangrijk,
dat ook wordt aangestuurd op vrije
vestiging van 't erkennen van de diplo
ma's over en weer. Aan dat laatste zit
ten veel haken en ogen, omdat de op
leidingen nogal uiteen lopen. Maar er
worden vorderingen gemaakt. Voor de
architecten is de wederzijdse erkenning
al een eindje op weg.
De douane-unie, anderhalf jaar eer
der tot stand gekomen dan in het ver
drag' van Rome werd voorzien, is een
nieuwe stap naar de eenwording van
Europa. Niet zo'n merkbare stap voor
iedereen, maar toch wel één in de
goede richting.
Vragen rond
om euthanasie
A MSTERDAM Maandagavond laat 24 juni. Op het televisiescherm van
Nederland 1 verschijnt een minzaam man. Het is de Amsterdamse huis
arts B. S. Polak, 54 jaar, oud-illegaal, atheïst en humanist.
Terloops zegt hij in zijn betoog: „Ook in Nederlandse ziekenhuizen wordt het
kraantje dichtgedraaid als een patiënt geen hersenfunctie meer heeft en her
stel niet te verwachten is. Dat gebeurt".
„Eigenlijk" zegt hij „plegen
ook de huisartsen een vorm van eutha
nasie als zij hun patiënten, om de pijn
te stillen, zulke grote dosis pijnstillen
de middelen geven dat andere organen
in het lichaam van de patiënt worden
beschadigd en tenslotte de dood in
treedt eerder dan anjders het geval
zou zijn geweest".
De praktijk van dokter B. S. Polak
ligt in Oud West, Amsterdam. Wie er
de wachtkamer bètreedt vindt er een
pamflet met de namen Johnson, Rusk,
MacNamara en Westmoreland. Hun na
men worden afgewisseld met het woord
je Neurenberg. Elders aan de wand
foto's waarop Belgische stakers met
gebalde vuisten tegenover leden van de
Rijkswacht staan en een silhouet van 'n
betonijzer-constructie waaraan arbei
ders werken.
Zijn spreekkamer: zonnig met uit
zicht op een tuintje, drie brillen, sta
pels studieboeken, maar ook een poli
tieke analyse van het Profumoschan-
daal met Christine Keeler in de hoofd
rol, zwart op wit en in zakformaat.
Dokter B. S. Polak, behalve huisarts
wetenschappelijk hoofdmedewerker aan
de medische faculteit van de Amster
damse universiteit, belast met de voor
bereiding van de huisartsenopleiding,
telefoneert. Hij pleit voor een kind dat
bij zijn moeder moet blijven omdat dat
voor beiden beter is, legt de haak neer
en praat dan over euthanasie, over de
zoete dood.
Hy zegt: „Ik weet zeker dat in Ne
derlandse ziekenhuizen bij patiënten
voor wie genezing is uitgesloten en
waarbij vast staat dat de hersenen
nooit meer zullen functioneren, de
kraantjes worden dichtgedraaid van de
apparatuur die hen, kunstmatig, in le
ven hield".
„Maar wat is leven? Is het nog leven
als specialisten hebben uitgemaakt dat
de hersenen nimmer meer zullen func
tioneren en alleen het hart en de lon
gen kunstmatig in werking worden ge
houden? Bij leven hoort voor mij het
zelfstandige leven en het aanwezig zijn
van een vermogen tot herstel. Als beidé
factoren ontbreken ihag, wat mij aan
gaat, de dood intreden."
„Een arts zou dan, mits niet op eigen
houtje en op wettige wijze, de dood
moeten realiseren. Hij kan dat in de
genoemde gevallen doen, maar ook bij
hopeloos en zeer ernstig lijden. Ik
weet zeker dat vaak zeer grote doses
pijnstillende middelen worden gegeven
om een leven te bekorten. Ik ben daar
ook voorstander van."
„Net zo goed als ik er voorstander
van ben om van bewustelozen, waarbij
kans op herstel is uitgesloten, nieren en
andere organen beschikbaar te stellen
voor transplantaties. Vanzelfsprekend
niet zonder toestemming van de fami
lie."
„Uiteraard is daarbij misbruik moge
lijk, zoals dat ook mogelijk is bij het
beëindigen van een leven door het
kraantje bij een patiënt dicht te draai
en. Maar kan niet alles misbruikt wor
den? Je krijgt bijvoorbeeld ook men
sen die om welke redenen dan ook
niet verder meer willen leven: de zelf
moordenaars".
„Die mensen", vindt dokter Polak,
„zal een arts nimmer in hun streven
tot de dood moeten steunen. Integen
deel, hij zal met alle kracht moeten te
gengaan dat zij hun daad volbrengen."
Over de derde groep, de mensen die
het niet kunnen weten, zoals imbecielen
en zeer zwaar misvormden, heeft dok
ter Polak wel een oordeel, maar hij
zegt: „Ik geloof niet dat de tijd rijp is
om daar iets over te zeggen."
„Vaak", zegt hij, „gaat bij die groe
pen mensen het initiatief toch ook wel
van de ouders of familieleden uit". Hij
vertelt dat in een hem bekende kliniek
een hersenloos kindje is binnengebracht
dat door de ouders zo maar is „afgege
ven" in de bus gestopt als het wa
re omdat zij er niets meer van wil
den weten.
„Zo'n kind", zegt hij, „heeft beperkte
levenskansen. Je kunt het geruime tijd
kunstmatig in leven houden, maar heeft
dat enige zin? Ik vind duidelijk van
niet."
Een vraagstuk dat met de euthanasie
te maken heeft, is abortus. Hij zegt er
over: „Ik vind dat iedere vrouw het
recht moet hebben zich te laten aborte
ren. Zoiets zou dan om technische rede
nen binnen twaalf weken moeten gebeu
ren en eventueel na een psychiatrisch
contact. Geef zo'n vrouw -bovendien
een bepaalde bedenktijd en help haar
dan."
Een schijnoplossing noemt dokter Po
lak in dit verband een uitspraak van
professor Enschede, die heeft gesteld
dat „een abortus door een bevoegd arts
volgens de regelen der kunst, op een
volgens hém noodzakelijke indicatie kan
worden uitgevoerd".
„Dat is niet strafbaar", aldus dokter
Polak, maar het is natuurlijk wel een
schijnoplossing, omdat het in de prak
tijk een gynaecoloog moet betreffen die
de ingreep in een ziekenhuis uitvoert.
Er zijn in Nederland nauwelijks zieken
huizen die dit accepteren en bijna alle
gynaecologen weigeren de abortus uit
te voeren".
„Zo krijgt de patiënte die wil laten
aborteren, de mening van een bepaalde
groep mensen opgedrongen en daar ben
ik tegen."
DEN HAAG Bij het voeren van
zijn duiven heeft de 39-jarige los-werk-
man D. K. gisternacht een val van vier
meter van het duivenplatje bij zijn huis
in Scheveningen gemaakt. De man was
dronken.
Hij wefd in een ambulance naar een
ziekenhuis gereden. Vlakbij het zieken
huis Zuidwal kwam de man bij zijn po
sitieven en gaf hij de ziekenbroeder, die
naast de brancard zat, een paar fikse
klappen.
De ambulance stopte en voordat de
verbouwereerde broeder kon ingrijpen,
had de dronkeman de benen genomen.
Remonstrantse Broederschap Beroe
pen te Hengelo (O.): L. Schenk te Som-
melsdijk.
Aangenomen naar Hoogeveen: J. Nien-
huis te Utrecht.
RIDDERS ZETTEN EEN TRADITIE VOORT
DEN HAAG Riddergenootschappen zijn wat moeilijk te passen in een
tijd van computers en vérgaande democratisering, maar in Nederland
leiden enkele nog een bloeiend bestaan. Precies een week geleden hadden
enkele honderden johannieter-riders zich verzameld op paleis 't Loo om de
Nederlandse johannieter orde weer met enkele ridders te versterken.
Staatkundig heeft de Nederlandse adel sinds de grondwetswijziging van 1848
geen reden van bestaan meer, maar op het ideële vlak achtten enkele honder
den vaderlanders het nog de moeite waard om een in de eeuwen gewortelde
traditie voort te zetten.
Jaarlijks worden nog ridders in de Or
de opgenomen, maar de toegang tot
de Orde staat slechts voor een klei
ne minderheid open. De Johanniters
zijn in oorsprong de volwaardige zij
tak van de Orde van Malta, die ook
een eigen Nederlandse afdeling heeft.
En de Johanniters zijn in hun naam
naar de oorsprong teruggegaan, ter
wijl de Maltezers hun naam aan een
„tussenstation" hebben te danken.
In de eerste tien-eeuwen van onze jaar
telling was een reis naar het Midden-
Oosten een levensgevaarlijke onder
neming. De pelgrims, die in Palesti
na hun bedevaartplaatsen wilden
zoeken, namen grotere risico's dan de
ruimtevaarders van onze tijd. Dikwijls
kwamen zij ziek en uitgeput in Je
ruzalem aan. Hoe goed was het dan
om zo ver van huis een Europees
ziekenhuis te vinden, waar men weer
wat op verhaal kon komen.
Menslievende monniken hadden al ge
ruime tijd in dat hospitaal hun no
bele arbeid verricht, toen in de elfde
eeuw de strijd tussen Europa en de
Moslim-wereld uitbrak. De Europea
nen hadden aanvankelijk de wind
mee. Hun aanvoerder Godfried van
Bouillon veroverde in 1099 Jeruzalem,
waar hij het Europese ziekenhuis
vond. De Bourgondische edelman
stelde een historische daad: hij sticht
te een ridderorde, die het ziekenhuis
zou gaan beschermen en die in het
ziekenhuis zou gaan werken. Tot
schutspatroon kozen de ridders Sint
Jan de Doper.
Wie lid van de Orde van Sint Jan wil
de worden, moest van adel zijn, de
christelijke beginselen aanvaarden
en uitdragen en zjjn leven in dienst
van de naaste stellen.
Omdat de „heilige oorlog" ook na de
inneming van Jeruzalem bleef voort
duren, kwamen er twee afdelingen in
de Orde: de strijdende ridders, die
het ziekenhuis en de pelgrims met de
wapenen in de hand zouden bescher
men; als de wapenen doel hadden
getroffen stonden de dienende rid
ders gereed om de schade te herstel
len.
Ondanks de steun van de nieuwe rid
derorde, die in heel Europa geest
driftige aanhang vond, ging Jeruza
lem in 1187 weer over naar de mos
limstrijders. De Johanniters trokken
zich terug op Cyprus. Ook daar kwa
men de Moslims, waarop de ridders
naar het eiland Rhodos gingen. Hier
kregen zij enkele eeuwen rust, maar
in 1522 was het weer zo ver: sultan
Soliman bezette Rhodos. De ridders
geraakten acht jaar dakloos, totdat
hun in 1530 door Karei V het eiland
Malta werd geschonken.
Tijdens het verblijf op Rhodos was er
in Europa verdeeldheid onder de
christenen gekomen. Hoewel de Jo
hanniters zeer verdraagzaam poogden
te zijn, lukte het hun niet de eenheid
in de orde te handhaven. De Orde van
Malta de Maltezer Ridders zet
ten de rooms-kathpliejce stam voort;
de protestant geworden ridders ver
zamelden zich in de Johanniter Orde.
Alleen in Engeland wist The Order of
St. John de eenheid tot op de dag van
heden te bewaren. Rooms-katholie-
ken en protestanten zijn daar lid van
dezelfde ridderschap en de ridders
van St. John hebben door hun werk
daar hun vroegere invloed behouden.
Zij zijn als hulporganisatie in Enge
land belangrijker dan het Rode Kruis.
Kruis.
Op het vaste land van Europa hadden
de ridders het moeilijker. De rooms-
katholieke tak werd door Napoleon
van Malta verjaagd. Na enkele jaren
gastvrijheid bij de tsaar van Rus
land, trokken zij naar Rome, waar
zij nog steeds hun hoofdkwartier heb
ben.
De protestante Johanniters kregen
vooral in Duitsland een hechte orga
nisatie, die vertakkingen had in de
omringende landen: Finland, Frank
rijk, Scandinavië en Zwitserland.
In 1909 werd op initiatief van prins
Hendrik in Nederland een sub-afde
ling van de Duitse Johanniters opge
richt, maar in 1945 vonden de Ne
derlandse ridders het niet meer zo
fijn om tot een Duits genootschap te
behoren, weshalve zij een eigen zelf
standige Nederlandse Commanderij
oprichtten,
De eisen die aan toetreding tot de Ne
derlandse Johanniter Orde worden
gesteld, stammen nog uit het verre
verleden: men moet van Nederlandse
adel zijn bij uitzondering is bui
tenlandse adel ook goed men moet
25 jaar zijn, men moet belijdend lid
van een protestante kerkgemeen
schap zijn en men moet zijn leven in
dienst van de naastenliefde willen
stellen.
De algemene secretaris van de Jo
hanniter Orde in Nederland is de 60-
jarige schout bij nacht van de admi
nistratie buiten dienst C. P. van den
Berg, die sinds 1963 de dagelijkse
werkzaamheden op de kanselarij aan
de Haagse Lange Voorhout regelt.
Past een dergelijke exclusieve or
de nog in deze tijd?
„Waarom niet? Men wil christelijke
naastenliefde beoefenen met gelijk
gestemde mensen onder elkaar. Daar
kan toch geen bezwaar tegen be
staan?" Aan de eisen van adeldom
wordt bij de Johanniters streng de
hand gehouden. Alleen wie een adel
lijke vader heeft, kan Johanniter wor
den. Zou de zoon van prinses Mar
griet en mr. P. van Vollenhoven bij
de geboorte geen adeldom zijn ver
leend, dan had hij geen Johanniter
kunnen worden als hij dat ooit nog
eens zou willen".
Wacht de orde niet een zekere on
dergang doordat de Nederlandse adel
uitsterft en door de groeiende onker
kelijkheid?
,,Ik zie dat niet zo. Als er maar vol
doende adellijke zonen worden gebo
ren, zal de Nederlandse adel niet
verdwijnen. Bovendien kan een vor
stin of vorst altijd nieuwe adel cre-
eren. Wat die onkerkelijkheid betreft,
kan ik slechts constateren dat het
aantal leden van de orde groeiende
is".
:ederland heeft thans 312 Johanniters,
van wie er ongeveer vijftig de rang
van rechtsridder hebben bereikt van
wege grote verdiensten voor de orde;
de overige 250 zijn ereridders.
Hoewel de Orde een zuiver mannelij
ke aangelegenheid is, werd er na de
oorlog in Nederland een damesafde
ling opgericht. Ongeveer 240 dames
zijn daarvan lid. Zij behoeven niet
van adel te zijn, maar wel belijdend
lid van een protestants kerkgenoot
schap. Veelal zijn zij verpleegsters of
doen zij maatschappelijk werk. Zij
hebben zich verbonden om in tijd van
oorlog of rampspoed opdrachten van
de Johanniter Orde uit te voeren.
Wat is thans nog de praktische be
tekenis van de Orde?
„De Johanniters hebben nog steeds hun
oorspronkelijk ideaal: te dienen door
hulpverlening aan de mens in nood".
Het doel van oprichting hulpverle
ning aan gewonde of zieke krijgers
is officieel nog steeds hoofddoel. In
Nederland staat de Orde in nauw con
tact met het Rode kruis.
Ook bij de rampen treden de Johan
niters aan: in 1953 bij de Waters
nood richten zij in Den Haag een
ontmoetingscentrum in dat goed
functioneerde. Bovendien heeft de
Orde in Nederland enkele verpleeg
huizen voor zieken en minder-vali-
den. De damesafdeling organiseert
jaarlijks vakantiekampen voor zwaar-
gehandicapten.
Tot een oogverblindende taptoe zal de
ridderschap in Nederland wel niet
meer komen. Na de jongste wereld
oorlog zijn de zeer indrukwekkende
uniformen bijna geheel uit de Orde
verdwenen. Wie nog een .uniform
heeft of er een wil laten maken, mag
het dragen, maar van de vroegere
uiterlijke luister is alleen de lange
cape voor de rechtsridders overge
bleven.
Als de ridders bijeenkomen, zoals on
langs op paleis 't Loo, overheerst het
strakke rokkostuum. Maar de rid
ders voeren dan ook geen toernooien
meer op zoals in de dagen van wel
eer. Zij zitten buiten hun Orde ach
ter bureaus en dicteren brieven of
maken berekeningen. Als de oude uni
formen nog algemeen zouden wor
den gedragen, zouden hun bijeen
komsten te veel op verkleedpartijen
gaan lijken.
De paar honderd vaderlanders die hun
hart aan het eeuwenoude ideaal van
Sint Jan hebben verpand, willen
graag de vroegere luister opgeven
om hun Orde voor anekdotische ont
luistering te behoeden.
De Maltezer-ridders in Europa en
ook in Nederland hebben nog geen
afscheid genomen van het kleurrijke
verleden. Zij komen nog geregeld bij
een in martiale uniformen, al is ook
hun taak meer dienend dan strijdend
geworden. Voor de 8.000 Maltezers
was het onlangs een historisch mo
ment toen na ruim anderhalve eeuw
hun wereld-president weer als staats
hoofd op Malta werd ontvangen, met
saluutschoten en andere royale luis
ter.
De Maltezers hebben nog steeds een
souvereine staat en al beslaat die niet
meer dan enkele vierkante meters
de oppervlakte van twee huizen in
Rome zij hebben diplomatieke ver
tegenwoordigers in 37 landen en zij
benutten hun souvereiniteit tevens
door het uitgeven van postzegels en
munten. Deze winstgevende arbeid
dient om hun geldvragende activitei
ten te bekostigen.
Tederland telt ongeveer 50 Maltezer-
ridders. De eisen zijn wat strenger
dan bij de Johanniters, want de Or
de van Malta eist een adeldom van
ten minste anderhalve eeuw. Omdat
na Napoleon de adelstand voor rooms-
katholieken in Nederland wat toegan
kelijker werd, beleefd de Nederland
se orde sinds enkele jaren een ople
ving. De Maltezers geven in Neder
land steun aan maatschappelijk werk
onder meer via het Rode Kruis en
de EHBO. Ook helpen zij bij de op
leiding van medische missiezusters
door het beschikbaar stellen van een
monumentaal Utrechts grachtenhuis
dat sterk doet terugdenken aan de nu
ook al weer verleden tijd toen een
rijke burgerij een maatschappij zon
der ridders voorstelbaar maakte.