„Hoe kunnen ze van m'n man zoiets vres ks denken?" Chefarine „4" doet wonderen bij pijn of griep! Brave huisvader verloor strijd tegen zichzelf Meisje ontvoert baby om moederschap te bewijzen Vreemd gedrag baarde haar wel zorgen Met zn elven voor 200 naar Australië gulden VROUW VAN VERMOEDELIJKE GRAFSCHENDER: Ter overtuiging van a.s. schoonouders Fusiegeheimen Eenvoudiger Handje bezeerd. Flinkerd zijn. Mama heeft jodium. Zonder pijn. Studentenraad moet wachten op voorschot OVERSPANNEN EIGEN KAPEL RUSTPERIODE PARAPLU De vier middelen, verenigd in Chefarine „4" - elk afzonderlijk al beroemd - wer ken tezamen nog beter en helpen vaak ook dan wanneer andere middelen falen. De combinatie is ideaal om pijn of griep snel en doeltreffend te bestrijden. VIJF JAAR EN T.B.R. GEËIST TEGEN MAN DIE NELTJE DE HAAN DOODDE NOVEMBERNACHT LEGE WAGEN UITGEHOORD MOEILIJK „VEEL TE HOOG" betadine jodium WOENSDAG 17 JULI 1968 O o WERL „Uiterlijk was hij heel kalm, maar ik weet hoe zenuwachtig hij zich kan maken. Om hem wat op te beuren, zei ik tegen hem: Als je over drie dagen weer thuis bent, ver geten wij deze hele misère. Hij zei ech ter: Reken daar niet op; ze hebben mij gezegd dat het wel drie maanden kan duren". Mevrouw Hermine van H., wier man maandagavond in Werl werd aange houden omdat de Belgische opspo ringsdienst in hem de grafschender ziet, zei dit gisteren, toen zij diep on der de indruk terugkeerde van een kort bezoek aan haar man. Die zit sinds gisternacht in de gendarmerie van de rijkswacht bij de Belgische kazerne in het Duitse Neheim. „Het is een vreselijke beschuldi ging", zegt zijn vrouw. „Hoe kunnen ze denken dat hij ooit hakenkruisen op graven zou zetten? In de oorlog heeft hij juist Joden laten onderduiken. Hij heeft me zo pas nog enkele adressen gegeven, waar ik daar de bevestiging van kan gaan halen". Mevr. Van H. zucht een paar keer diep en zegt dan: „Hij vertelde mij ook dat zijn schrijfproeven verkeerd waren afgelopen. Omdat hij zo zenuw achtig was leek zijn schrift precies op dat wat op de graven was gevonden". „Er zijn zoveel van die stiften", zegt zij. „Mijn man bracht ze altijd mee voor de kinderen". Alvorens mevr. van H. gisteren vijf minuten bij haar man op bezoek mocht had de onderzoeksrechter haar inge scherpt, dat zij geen data mocht noe men en dat zij niets mocht zeggen wat hij voor zijn alibi zou kunnen gebrui ken. Haar man zit op het ogenblik wat de Belgen noemen „op secret". Dat is een periode van drie dagen waarna een verdachte pas contact met anderen mag hebben, o.a. een advocaat. Voor mevr. Van H. werd een uitzon dering op deze regel gemaakt. Zij pro beert zich te herinneren wanneer haar man in Hasselt is geweest, terwijl zij in het Duitse Werl was. „Het loopt me allemaal een beetje door elkaar", zegt ze mat. „Ik ben de laatste jaren ook een paar maal over spannen geweest, ziet u. Begin van dit jaar was ik nog drie maanden met ziekteverlof. In februari, maart en april deed mijn man toen het huishouden hier". Zij vertelt hoe zij beiden de taken hadden verdeeld: haar man deed het huishouden, zij verdiende de kost met lesgeven aan de Belgische school in Werl. Hij kookte en maakte schoon. ..Ja, hij droeg dan vaak damesschor- ten en zonder erbij te denken ging hij met zo'n schort aan wel eens bood schappen doen". Hans van H. heeft zich blijkbaar zo zeer in zijn rol ingeleefd dat hij, toen de recherche in Werl hem maandag na zijn arrestatie naar zijn beroep vroeg, vlot opgaf: „Huisvrouw". Mevrouw Van H. zit met die vrouwe lijke neigingen van haar man wel een beetje in. „Het is waar, hij kleedde zich vaker als vrouw. Maandag droeg hij een fel groen damesstretchbroekje toen hij werd aangehouden". „Ook had hij toen een damescamiso- le aan en een kettinkje om zijn hals. Wij hebben er wel eens ruzie om gehad dat hij zich zo kleedde. Ik wou niet dat hij hier in Werl in dameskleren rond liep. Dat moest hij tfan maar in Has selt doen". „Ja, ziet u dat huis in Hasselt hebben wij om drie redenen; allereerst omdat we zoveel meubels hebben en die kun je toch niet in een schuur zetten. Ver der dient dat huis als vakantiewoning en tenslotte als rusthuis voor mijn man". „Als hij zich weer opgewonden voel de ging hij altijd voor een poosje naar Hasselt. De chef-arts van het militaire hospitaal hier, die hem en mij psy chiatrisch heeft verpleegd, heeft mijn man zelf aangeraden dat hij af en toe eens vpor zijn rust naar Hasselt moest gaan". Mevrouw Van H. bevestigde, dat haar man in Hasselt een eigen kapel had. Die had hij daar ingericht op verzoek van de orthodoxe priester Jozef Lami- ne uit Brussel, met wie hij goed be vriend was. Die heeft er ook weieens een mis opgedragen. „Feitelijk wilde mijn man nog pries ter worden", zei mevr. Van H. „Ik vond dat wel goed. Een huishouden al leen is toch niet voldoende voor een man vind ik. Maar ja, met de kinde ren kon dat niet. Als priester zou hij aan een kerk verbonden moeten zijn". Verleden jaar ?is Van H. begonnen met zich als vrouw te verkleden. Zijn vrouw legde het zo tegenover ons uit: „Hij wil altijd andere mensen helpen. Op de televisie zagen we hoe de hippies overal tegen zijn. Mijn man zei: die hippies zitten in de knoei, die hebben het moeilijk, ik zou ze kunnen helpen. De hippies praten echter niet met mij omdat ik een man ben. Als ik nu een Nou en van die tijd af kleede hij zich Nou en van die tijd af kleedde hij zich als een hippie". Gedurende de laatste twee jaar heeft Hans van H. afgewis seld een volle baard en een gladgescho ren gezicht gehad. Sinds kort was hij weer bezig een baardje aan te kweken. Hoewel de auto van haar is en zij uit hoofde van haar functie aan een militaire school een militair kenteken LEEUWARDEN Varen is toch goedkoper dan u denkt! Teake Wiersma (48) uit het Friese dorpje Oosthem, die vandaag met echt genote Maaike (42) en negen kinderen uit Rotterdam naar Australië vertrekt, heeft dit dubbel en dwars ervaren. De bootreis kost de familie tweehonderd gulden en geen stuiver meer. Het is een symbolisch bedrag, vol gens een nieuwe regeling vastgesteld door de Australische immigratiedienst. De prijs van het busje, dat de elf land verhuizers vandaag van het Friese land naar Rotterdam bracht, was meer op de realiteit afgestemd: 250 gulden. Nederlandse emigranten van negen tien jaar en ouder betalen in het ver volg voor de overtocht honderd gulden per persoon. Voor jongeren is de tocht gratis en in deze catagorie vallen de kinderen van het gezin Wiersma. Het zijn Fonger van 18 jaar en de enige die al werkt (als timmerman), Lieske (17), Sloepenrol op de Bolswardervaart. Aan de vooravond van hun vertrek naar Australië scheepten de elf leden van de familie Wiersma zich voor hun woning nog eenmaal in op een Friese praam. Wiebren (14), Haitse (11), Jiske (8), Teake (6) en Trijntje (15), Antsje (10), Lolke (4). Zij maken de reis met de Arcadia van de Britse rederij P. en O. „We zullen Friesland missen", zei de heer Wiersma. „Toch willen alle kinderen graag mee. Zij zijn al geruime tijd be zig om Engels te leren". De aanvoerder van het emigrerende elftal is een ex-marinier, politieman, brandstoffenhandelaar en administra teur. Hij verwacht dat in Australië een betere toekomst voor zijn kinderen is weggelegd. Het huis in het Duitse Werl waar de man, die er van wordt verdacht de langgezochte grafschender te zijn, Hans van H., werd gevonden. Voor het huis: de auto met het speciale nummer B 837 G. kreeg, kon mevr. Van H. zelf niet auto rijden. Haar man gebruikte de auto al tijd. Vorig jaar heeft zij de maanden juli en augustus in het huis te Hasselt door gebracht. De kinderen waren toen in een vakantieoord aan zee. Bij het be gin van het schooljaar in september is zij alleen teruggegaan naar Werl. Van H. bleef toen een maandje in België. Mevrouw Van H. is zich er niet van bewust, dat zij daarmee en met al die andere feiten nauwkeurig de perioden opnoemt waarin de grafschender niet van zich liet horen en wanneer hij weer begon. Dat was onder andere toen zij vorig jaar augustus weer naar Werl was vertrokken. Zij heeft haar man in de abdij van Tongeren in België leren kennen. Zij werkte daar. Hij kwam er meewerken aan een idealistische taak. Vijftien jaar geleden zijn zij getrouwd. Nadat er 2 kinderen waren geboren stierf het jong ste kind. „We zijn toen op bedevaart gegaan naar Bari in Italië. Het graf van Sint Nicolaas was toen ons doel", vertelt ze. „We waren allebei barrevoets. Mijn man droeg een lange bruine pij. Hij had toen ook een volle baard. Iedereen dacht dat hij een monnik was". „Dat was wel eens lastig als we bij de kloosters aanklopten om onderdak. Bij de kloosters vond men het vreemd, dat een monnik op reis was met een zwangere vrouw. Ik verwachtte toen ons derde kind, dat tijdens die bedevaart is geboren. Er gingen toen verhalen in de Italiaanse pers over de moderne Jo zef en Maria". Over de arrestatie van maandag avond is mevr. Van H. helemaal niet te spreken. „Zaterdag waren er al mensen van de B.O.B. gekomen. Die hadden niet gezegd, wat zij zochten, maar ze vonden het wel vreemd dat mijn man zoveel gedetailleerde wegen kaarten in de auto had. „Ook hadden ze veel belangstelling voor de viltstif ten in huis". „Maandag werd gevraagd of mijn man mee wilde gaan naar de gendar merie in Neheim om verhoord te wor den. Wij besloten te gaan. Ik ging met mijn man mee in de auto". „Onderweg besloten wij om toch maar even de Nederlandse consul op te bellen. Daarom stopte mijn man bij het post kantoor. De gendarmen gingen naast de telefooncel staan". „Degene die mijn man aan de tele foon kreeg van het consulaat raadde ons aan dat mijn man zich onder be scherming van de Duitse politie zou stellen. Toen wij dat wilden doen sleep ten die Belgische politiemannen mijn man de trap af en hun auto in". De laatste mededeling verschilt nog al van die welke de politie van de ar restatie geeft: „Toen Van H. de consul had gebeld, probeerde hij te vluchten, waarbij hij in de kraag werd gegrepen. Op straat schreeuwde hij in het Duits, dat de Duitse politie hem moest bescher men. Dat is dan ook gebeurd. De Bel gische politiemensen hebben hem direct naar ons bureau gebracht", aldus zei men ons bij de politie in Werl. Van H. werd daar voorlopig opgeslo ten en omstreek s middernacht aan de Belgische gendarmerie overgegeven. „Als ik toen had geweten, waarvan ze mijn man beschuldigden, dan had ik mijn paraplu op de koppen van die Belgische politiemannen stukgeslagen" zegt mevr. Van H. opgewonden. Zij heeft de overtuiging dat haar man bij de behandeling in de psychiatrische kliniek in Utrecht en in Den Dolder in 1948 de grote nervositeit heeft opgelo pen, waarvan hij nu nog zo vaak last heeft. „Hij kan soms zo nerveus wor den, dat hij helemaal lijkbleek wordt. Zijn bloeddruk daalt dan snel en hij valt dan bewusteloos neer". Mevr. Van H. zegt dat zij verleden jaar wel eens iets over de graf schender in de krant heeft gelezen. „Nadien niet meer. Ik lees geen krant. Ik heb er geen tijd voor", zegt zij. Haar man heeft een mulo-diploma. Daarna heeft hij aan zelfstudie ge daan: Duits, Frans, Engels en een beet je Russisch. „Nu zeggen ze dat die ta lenkennis juist bewijzen tc/gen hem zijn", snikt zij. ADVERTENTIE Vier middelen in één tablet waaronder het betrouwbare maagmiddel Chefarox - helpen snel en... doen wonderen ZWOLLE „Twintig jaar lang heb ik tegen het vuur gevochten en nu over komt me dit", had Arand D. (38) uit Dedemsvaart tegenover de reclassering gehuild. Het was waar. Nadat hij op zeventienjarige leeftijd wegens brandstich ting en een steekpartij in de Rekkense inrichtingen verpleegd was geweest, had hij verder geen last meer gehad van zijn epilepsie, de vallende ziekte waaraan hij van kindsbeen af leed. Toen hij zijn tegenwoordige vrouw leerde kennen, bad hij dat hij geen toeval len zou krijgen, omdat die haar mogelijk zouden afschrikken. Zijn gebed leek te worden verhoord en hij deed alles om daaraan mee te werken. Uit vrees dat hij in een toeval op nieuw tot brandstichting zou komen, rookte hij niet en droeg hij zelfs nooit lucifers bij zich. Omdat hij wel eens een aanval van epilepsie had gekre gen na drankgebruik, raakte hij ook geen druppel alcohol meer aan. In zijn krampachtige streven een gezond mens te lijken maakte hij één fout: hij nam ook zijn medicijnen niet meer in. Omdat zijn ouders zijn ziekte altijd een schande hadden gevonden, had hij deze immers tegenover zijn vrouw en zijn huisarts verzwegen. Dat bleek een van de redenen te zijn geweest waarom deze man een ge waardeerde kracht op een textielfa briek, die nooit iets met politie en jus titie te maken had gehad de af schuwelijke daad had gepleegd die hem gisteren voor de Zwolse recht bank bracht. Op 23 november kreeg de ziekte, die zoals zijn raadsman het zo beeldend uitdrukte, twintig jaar op de loer had gelegen, plots weer macht over Arend. De vroeggrijze, voorbeeldige huisva der voor zijn gezin met drie kinderen, die nooit naar een andere vrouw had getaald, vergreep zich aan een jong meisje. Hij dwong de vijftienjarige huis- houdscholiere Neltje de Haan op de donkere herfstavond met hem een bie- tenland in Balkbrug in te gaan. Toen zij weigerde zich daar geheel voor hem uit te kleden, sloeg hij haar met een steen tegen het hoofd. ZUNDERT Mevrouw Margriet van Ostaayen (23) en haar man snikten, toen een rijkspolitieman gisterochtend om elf uur met hun zes maanden jonge dochtertje Saskia hun enig kind op de arm de kamer binnenkwam. Er was een einde gekomen aan een onvoorstelbare spanning: Saskia, de vorige dag door een toen onbekende vrouw ontvoerd, was gezond en wel terug. De ont voerster werd gearresteerd. Het bleek een zeventienjarig in Congo geboren meisje te zijn. Saskia werd maandagmiddag om een uur ontvoerd, toen haar vader 'n smid in Zundert, naar z'n werk was en haar moeder enkele kilometers van haar huis midden in 't vel aardbeien aan 't plukken was. Een buurvrouw Joke Martens (27) zelf moeder van twee kinderen lette op Sakia. Om ongeveer half elf 's morgens bel de er een jonge vrouw in een roze jurk en een blauw vest aan bij mevrouw Martens. Zij maakte zich bekend als een vroegere kennis van mevrouw Van Ostaaijen. Zij wist te vertellen, wan neer Saskia was geboren, zij kende de voornaam van de moeder en niets wees er op, dat deze vrouw een misda dig plan had. Toen de buurvrouw haar had verteld, waar mevrouw Van Ostaaijen te vin den was, vertelde de onbekende haar in het veld te willen gaan opzoeken. Zij ging weg en een uur later kwam zij terig. Toen vertelde zij, dat mevrouw Van Ostaaijen haar toestemming had gegeven, met Sakia in de kinderwagen te gaan wandelen en een jurkje voor het kind te gaan kopen. Later op de dag werd bij de Neder landse Hervormde kerk in Zundert de blauwe kinderwagen leeg teruggevon den. Toen de vrouw om drie uur 's middags etenstijd voor Saskia nog niet terug was, werd buurvrouw Martens ongerust, 's Avonds om zeven uur liet zij haar zusje de politie waar schuwen. Toen gistermorgen iedereen in Zun dert wist, dat er een baby was ont voerd, stapte de taxichauffeur Sjefke Kloot uit het dorp naar de politie. Hij vertelde, dat hij de vorige dag om twee uur een onbekende vrouw met een baby in zijn auto naar een huis in de Rijnstraat in Breda had gereden. On middellijk kwamen de rijkspolitie en de gemeentepolitie van Breda in actie. Zij deden een inval in het door de taxi chauffeur genoemde huis en vonden daar Saskia en een Belgisch meisje van zeventien jaar, Maria H., dat toegaf de baby te hebben ontvoerd. Zij vertelde arbeidster te zijn in een jamfabriek in Breda. Zij woonde al enige tijd in het huis van de ouders van haar verloofde in de Bredase Rijn straat. Volgens haar verklaring had zij een half jaar geleden zelf een kind ge kregen. De vader van het kind was haar ver loofde. Hoewel haar aanstaande schoon ouders wisten, dat zij zwanger was ge weest, hadden zij het kind na de ge- boort nooit gezien; doordat Maria H. haar baby naar een inrichting in Brus sel had gebracht en afstand had ge daan van alle rechten op haar kind. Toen zij haar toekomstige schoon ouders te kennen had gegeven met hun zoon te willen trouwen hadden die geëist, dat Maria éérst zou bewijzen, dat zij een kind had van him zoon. Dus ging Maria zondagmiddag met te weinig geld bij zich op weg naar Brussel. Zij kwam niet verder dan het nabijge legen Zundert. Toen zuj daar kinderen op straat zag spelen, kwam volgens haar verklaring de gedachte in haar op een van deze kinderen te ontvoeren. Zij sliep in de nacht van zondag op maandag in een schuur in Zundert en ging maandagochtend met een gerijpt plan op stap. Waarom zij juist Saskia van Os-, taaven wilde roven en hoe zij wist, dat mevrouw Van Ostaayen een kind had, was gisteren nog niet bekend. Vast staat, dat zij door gesprekjes met bu ren te weten kwam, dat de moeder van Saskia Margriet heette en wat de geboortedatum van de baby was. Na het eerste gesprek met buur vrouw Martens ging zij op weg om een taxi te zoeken. Op straat liep zij taxi chauffeur Sjefke Kloot tegen het lijf. Zij sprak met hem af, dat hij om twee uur met zijn wagen bij het gemeente huis zou zijn. Eén uur eerder dan was afgesproken echter kwam Maria mét de baby bij het huis van de taxichauf feur. Zij vertelde naar de Rijnstraat in Breda te moeten. De heer Kloot verzekerde ons giste ren: „Natuurlijk had ik geen argwaan. Zij leek stapel dol op ,haar baby. Zij zat het kind de hele weg naar Breda te knuffelen. Ik vertelde dat later nog te gen mijn vrouw." „Toen wij in Breda waren, moest ik van mijn passagiere eerst even langs de jamfabriek rijden, waar zij moest zeggen, dat zij de volgende dag niet zóu komen werken. De baby liet zij al leen achter in de auto. In de Rijnstraat ging zij daarna een huis binnen. Even later kwam een oudere vrouw, volgens mijn passagiere haar schoonmoeder, met een biljet van 25 gulden betalen." Overgelukkig dat zijn kind terecht was en nog na-snikkend van alle emo- Saskia bekeek met grote onschul dige ogen alle drukte, die er om haar heen was ontstaan. ties, vertelde de heer Van Ostaayen ons: „Mijn vrouw was op van de ze nuwen. Vanochtend om half elf kwam iemand van de rijkspolitie vertellen dat Saskia was gevonden. Mijn vrouw kon die emotie nauwelijks aan. Gelukkig was de dokter er, die haar kon kalme ren. Nu is alles alweer vergeven en ver geten". „Nee, wij nemen het onze buurvrouw niet kwalijk, dat zij de baby heeft mee gegeven. Zoiets had ons ook kunnen overkomen, vooral als iemand zo'n ge loofwaardig verhaal komt vertellen. Zij mag best nog eens op Saskia passen. Alleen denk ik niet, dat mijn vrouw de baby nog ooit uit het oog zal verliezen." Mevrouw Martens, die het kind aan de onbekende had meegegeven, was gis teren nog helemaal over haar toeren. „Ik heb mijzelf van alles verweten. Toen Saskia maandag niet werd terug gebracht, wist ik niet waar ik het zoe ken moest. Ik durfde de ouders niet on der ogen te komen. Mijn man heeft kalmerende middelen voor mij moeten halen." De volgende dag werd zij dood ge vonden, omgekomen door schedellet sel en de afkoelende werking van de novembernacht op haar gedeeltelijk onbedekte en bewusteloze lichaam. De steen had Arend in zijn fietstas meegenomen van huis, waar hij ijverig als altijd aan een verbou wing bezig was. Op het eerste gezicht leek dit een aanwijzing voor voorbe dachte raad en dus niet alleen op een bedreiging. Maar de officier van justi tie kon niet bewijzen dat het „kalm beraad en rustig overleg" gericht was geweest op het doden van een mens. (Arend kende Neltje niet en hij koos haar alleen als slachtoffer omdat zij toevallig langs kwam). Wel achtte de officier mr. P. J. Stigter doodslag bewezen. De (voor waardelijke) opzet tot doden leidde hij af uit de enkele omstandigheid dat de klap tegen het hoofd van Neltje zo hard was gegeven, dat volgens Arends bekentenis de steen hem uit de hand was gevlogen. In het niet door heldere opbouw uit blinkende requisitoor maakte mr. Stigter een soort excuus tegen de vol gepakte publieke tribune: „Het be grip „voorwaardelijkr opzet" beslaat in de handboeken vele hoofdstukken dus dat kunnen we op de zitting niet allemaal uitleggen". Het excuus werd achter verpakt in zoveel citaten en moeilijke woorden, dat het zeker niet over het hekje kwam dat het publiek van de beroepshalve belangstellenden scheidde. De raadsman mr. S. Ie Poole kwam in zijn doorwrochte pleidooi tot de con clusie, dat er helemaal geen bewijs was voor opzet tot doden of zelfs maar zwaar mishandelen. „Mijn cliënt heeft Neltje alleen maar een tik willen geven. Het kan heel goed zijn dat hij hoopte dat zij dan alsnog aan zijn ver langens zou voldoen". Dr. J. G. Schnitzler van de psychi atrische observatiekliniek in Utrecht had Arend zeer sterk verminderd toe rekeningsvatbaar bevonden. De officier meende echter dat Arend de fatale avond toch wel bij zijn positieven was geweest. Hij had de dynamo van zijn fiets afgezet en dat het meisje ook laten doen, zodat het lichtschijnsel hen niet kon verra den, toen zij met hun fietsen het bie tenveld inliepen. Na zijn daad was Arend nog op be zoek geweest bij zijn moeder die op een paar honderd meter van de plaats van 't misdrijf woonde en zij had niets aan hem gemerkt, even min als zijn vrouw later op de avond. Bovendien had hij de steen opgeraapt en meegenomen. Daar stelde Arend, één hand in de zak en de voeten uiteen als een soort verdedigende lichaamshouding, giste ren tegenover: „Dan had ik mijn laar zen ook wel kunnen wegdoen". Hij had ruim voor zijn arrestatie al gele zen dat er voetafdrukken van een man bij het lijk waren gevonden. De officier vond het een griezelig idee dat Arend, die zich over een vraag van de president nog een keer zo opwond dat hij met de vuist op het hekje sloeg, in een terbeschikkingstel ling weer op vrije voeten zou kunnen komen als hij alleen maar geen toeval len meer zou hebben. Een „compro mis" daartussen noemde hij zijn eis: vijf jaar gevangenisstraf met aftrek en terbeschikkingstelling van de rege ring. Mr. Ie Poole vond de gevangenis straf veel te hoog. Dr. Schnitzler had immers verklaard dat Arend maar net niet geheel ontoerekeningsvatbaar was. De straf mag geen middel zijn om de afschuw voor de daad uit te drukken, waarschuwde de advocaat. Na de vorige behandeling van Arends ziekte, een behandelin0 die toen maar tien maanden had ge- geduurd, is het toch maar twintig jaar goed gegaan, en toen het fout ging was dat pas geweest na een opeenho ping van ongunstige factoren, legde mr. Ie Poole uit. In juni 1967 had Arend voor het eerst na al die jaren weer een toeval gehad. Kort daarna werd hij uit het voetbalelftal gezet waarvan hij met hart en ziel aanvoer der was geweest; een dochtertje werd ernstig ziek en op de fabriek moest hij veel harder werken omdat er uit bezuiniging mensen waren ontslagen. De raadsman stelde voor een ge vangenisstraf op te leggen, niet veel langer dan het voorarrest, zodat de verpleging direct zou kunnen begin nen. Het pleidooi besloot met: „Ik vraag u niet clement te zijn, hem een lagere straf op te leggen dan hem toe komt, maar hij mag ook niet meer krijgen dan hem toekomt, ook al zou dat hier en daar met meer sympathie worden begroet". Aver het samengaan van de Ver- enigde Machine Fabrieken/Stork- Werkspoor met Wilton-Fijenoord- Bronswerk hebben al eerder geruchten de ronde gedaan. De besturen van bel de concerns deden er toen het zwijgen toe. Thans blijkt hun intensieve over leg, dat twee jaar duurde, uit te mon den, in een complete fusie. Terecht, vindt „De Volkskrant" (r.k.): „In de steeds wijder opengaande Euromarkt is mede door de komst van Amerikaanse ondernemingen een voortdurende ontwikkeling gaande naar schaalvergroting, aan eensluiting van bedrijven en groei naar zeer grote doelmatig werken de industriële concerns, die zichzelf aanpassen aan de omvang van de markt. Zowel in Europa als daar buiten stuiten Nederlandse maat schappijen op krachtige concurren tie van mammoet-ondernemingen en het is niet meer dan noodzake lijk, dat zij ook die kant op gaan. Zoveel grote concerns bezit Neder land toch al niet en het zou eerder schadelijk dan gezond zijn, wanneer het bedrijfsleven niet slagvaardig op de internationale ontwikkelingen reageerde. Tot zover kan de fusie in de nieu we VMF/Stork-Wilton met instem ming worden begroet. Zij biedt een steviger basis voor het voortbe staan van de in de nieuwe groep verenigde bedrijven en hopelijk ook voor de toekomstige werkgele genheid. Maar dit laatste moet nog worden afgewacht. De eerste toe lichting van de besturen hierover klinkt niet bijster optimistisch. Praktisch elke fusie brengt als na deel mee, dat promotiekansen klei ner worden. Waar twee ongeveer gelijke bedrij ven of afdelingen in elkaar worden geschoven ontstaan doublures in functies, die slechts door één per soon kunnen worden bezet. Bij de VMF en Wilton zal dit ook gebeu ren en er zullen bovendien de nodi ge verschuivingen optreden. De di recties hebben er al een rapport over klaar liggen. Zij weigeren ech ter daar nu iets over los te laten. En dit zal niet bepaald bevorder lijk zijn voor de rust onder het per soneel. Bij overplaatsing van werknemers zal vooraf met de vakbonden wor den gesproken, heeft het bestuur van het nieuwe concern toegezegd. Dan wel. Bij de hele regeling van de fusie, ook in het laatste stadium is de vakbeweging buiten spel ge houden. Pas wanneer het hele kar wei is geklaard, mogen de vakbon den meehelpen bij het opruimen van de werkplaats. Dat is te laat Uit de hele voorbereiding van de fusie is gebleken wat maandag met irritante ontwijkingen va antwoor den en hooghartige zwijgzaamheid tijdens een persconferentie werd onderstreept, dat de VMF- en Wil ton-besturen alle zaken zoveel mo gelijk onderling willen bekonkelen. De omstreden sociale paragraaf, die destijds in de doelstelling van de VMF werd opgenomen, wordt op die manier uitgehold tot een loze letter. Voor werkelijke democrati sering van de onderneming heeft zo'n paragraaf blijkbaar weinig te betekenen". Tn de vakantieperiode denken we als regel niet aan de fiscus. Het in vullen van ons belastingbiljet pleegt meestal in het voorjaar te geschie den. Een prettige bezigheid is het nooit. De meeste mensen hebben er moeite mee om de vaak hybridisch ge formuleerde vragen in alle eer en deugd te beantwoorden. Consulenten en andere specialisten moeten er maar al te vaak aan te pas komen. Waarom zo moeilijk doen als het eenvoudig(er) kan, klaagt „Trouw" (prot. chr.). „Er daagt een nieuwe morgen. Staatssecretaris Grapperhaus heeft een werkgroep ingesteld die de for mulieren gaat herzien. Zij zullen „kritisch" worden getoetst aan eisen van duidelijkheid en hoffelijk heid tegenover de belastingplichti ge". De eerste sporen van vereenvoudi ging menen we dit jaar al bespe#d te hebben. Het waren evenzovele verbeteringen. Nu maar hopen op de grootst mogelijke eenvoud, want eenvoud is het kenmerk van het ware. En dat de fiscus eindelijk ook een beetje hoffelijk gaat doen is meegenomen. Alleen maar: 't zal nog wel een poosje duren voor het allemaal zo ver is. De werkgroep alleen al denkt anderhalf jaar nodig te heb ben voor haar studie. En dan duurt het ook nog wel even voordat de nieuwe biljetten in de bus liggen. Een troost is dat de belastingbeta lers geuldig zijn. Want betalen blij ven we wel, ondanks alles". ADVERTENTIE DEN HAAG Zolang het huidige bestuur van de Nederlandse Studenten raad aanblijft, kan het niet rekenen op de veertienduizend gulden die de Am sterdamse Standaard Trust Company N.V. aan het vorige bestuur van de N.S.R. had beloofd te zullen voorschie ten. In dat vorige bestuur zaten over wegend leden van de Studentenvakbe weging, die de afspraak met de N.V. maakten. Het huidige bestuur van de N.S.R. bestaat vrijwel uitsluitend uit verte genwoordigers van het Nederlands Studentenakkoord. De Studentenraad heeft het geld no dig om tot eind oktober zijn financiële verplichtingen te kunnen nakomen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 7