„Hoe kunnen ze van m'n man
zoiets vres
ks denken?"
Chefarine „4" doet
wonderen bij pijn of griep!
Brave huisvader verloor
strijd tegen zichzelf
Meisje ontvoert baby om
moederschap te bewijzen
Vreemd gedrag
baarde haar
wel zorgen
Met zn elven voor 200
naar Australië
gulden
VROUW VAN VERMOEDELIJKE GRAFSCHENDER:
Ter overtuiging van a.s. schoonouders
Fusiegeheimen
Eenvoudiger
Handje bezeerd.
Flinkerd zijn.
Mama heeft jodium.
Zonder pijn.
Studentenraad
moet wachten
op voorschot
OVERSPANNEN
EIGEN KAPEL
RUSTPERIODE
PARAPLU
De vier middelen, verenigd in Chefarine
„4" - elk afzonderlijk al beroemd - wer
ken tezamen nog beter en helpen vaak
ook dan wanneer andere middelen falen.
De combinatie is ideaal om pijn of griep
snel en doeltreffend te bestrijden.
VIJF JAAR EN T.B.R. GEËIST TEGEN
MAN DIE NELTJE DE HAAN DOODDE
NOVEMBERNACHT
LEGE WAGEN
UITGEHOORD
MOEILIJK
„VEEL TE HOOG"
betadine
jodium
WOENSDAG 17 JULI 1968
O o
WERL „Uiterlijk was hij heel
kalm, maar ik weet hoe zenuwachtig
hij zich kan maken. Om hem wat op
te beuren, zei ik tegen hem: Als je
over drie dagen weer thuis bent, ver
geten wij deze hele misère. Hij zei ech
ter: Reken daar niet op; ze hebben mij
gezegd dat het wel drie maanden kan
duren".
Mevrouw Hermine van H., wier man
maandagavond in Werl werd aange
houden omdat de Belgische opspo
ringsdienst in hem de grafschender
ziet, zei dit gisteren, toen zij diep on
der de indruk terugkeerde van een kort
bezoek aan haar man. Die zit sinds
gisternacht in de gendarmerie van de
rijkswacht bij de Belgische kazerne in
het Duitse Neheim.
„Het is een vreselijke beschuldi
ging", zegt zijn vrouw. „Hoe kunnen
ze denken dat hij ooit hakenkruisen op
graven zou zetten? In de oorlog heeft
hij juist Joden laten onderduiken. Hij
heeft me zo pas nog enkele adressen
gegeven, waar ik daar de bevestiging
van kan gaan halen".
Mevr. Van H. zucht een paar keer
diep en zegt dan: „Hij vertelde mij
ook dat zijn schrijfproeven verkeerd
waren afgelopen. Omdat hij zo zenuw
achtig was leek zijn schrift precies op
dat wat op de graven was gevonden".
„Er zijn zoveel van die stiften", zegt
zij. „Mijn man bracht ze altijd mee
voor de kinderen".
Alvorens mevr. van H. gisteren vijf
minuten bij haar man op bezoek mocht
had de onderzoeksrechter haar inge
scherpt, dat zij geen data mocht noe
men en dat zij niets mocht zeggen wat
hij voor zijn alibi zou kunnen gebrui
ken. Haar man zit op het ogenblik wat
de Belgen noemen „op secret". Dat is
een periode van drie dagen waarna een
verdachte pas contact met anderen mag
hebben, o.a. een advocaat.
Voor mevr. Van H. werd een uitzon
dering op deze regel gemaakt. Zij pro
beert zich te herinneren wanneer haar
man in Hasselt is geweest, terwijl zij
in het Duitse Werl was.
„Het loopt me allemaal een beetje
door elkaar", zegt ze mat. „Ik ben de
laatste jaren ook een paar maal over
spannen geweest, ziet u. Begin van dit
jaar was ik nog drie maanden met
ziekteverlof. In februari, maart en april
deed mijn man toen het huishouden
hier".
Zij vertelt hoe zij beiden de taken
hadden verdeeld: haar man deed het
huishouden, zij verdiende de kost met
lesgeven aan de Belgische school in
Werl. Hij kookte en maakte schoon.
..Ja, hij droeg dan vaak damesschor-
ten en zonder erbij te denken ging hij
met zo'n schort aan wel eens bood
schappen doen".
Hans van H. heeft zich blijkbaar zo
zeer in zijn rol ingeleefd dat hij, toen
de recherche in Werl hem maandag na
zijn arrestatie naar zijn beroep vroeg,
vlot opgaf: „Huisvrouw".
Mevrouw Van H. zit met die vrouwe
lijke neigingen van haar man wel een
beetje in. „Het is waar, hij kleedde zich
vaker als vrouw. Maandag droeg hij een
fel groen damesstretchbroekje toen hij
werd aangehouden".
„Ook had hij toen een damescamiso-
le aan en een kettinkje om zijn hals.
Wij hebben er wel eens ruzie om gehad
dat hij zich zo kleedde. Ik wou niet dat
hij hier in Werl in dameskleren rond
liep. Dat moest hij tfan maar in Has
selt doen".
„Ja, ziet u dat huis in Hasselt hebben
wij om drie redenen; allereerst omdat
we zoveel meubels hebben en die kun
je toch niet in een schuur zetten. Ver
der dient dat huis als vakantiewoning
en tenslotte als rusthuis voor mijn
man".
„Als hij zich weer opgewonden voel
de ging hij altijd voor een poosje naar
Hasselt. De chef-arts van het militaire
hospitaal hier, die hem en mij psy
chiatrisch heeft verpleegd, heeft mijn
man zelf aangeraden dat hij af en toe
eens vpor zijn rust naar Hasselt moest
gaan".
Mevrouw Van H. bevestigde, dat haar
man in Hasselt een eigen kapel had.
Die had hij daar ingericht op verzoek
van de orthodoxe priester Jozef Lami-
ne uit Brussel, met wie hij goed be
vriend was. Die heeft er ook weieens
een mis opgedragen.
„Feitelijk wilde mijn man nog pries
ter worden", zei mevr. Van H. „Ik
vond dat wel goed. Een huishouden al
leen is toch niet voldoende voor een
man vind ik. Maar ja, met de kinde
ren kon dat niet. Als priester zou hij
aan een kerk verbonden moeten zijn".
Verleden jaar ?is Van H. begonnen
met zich als vrouw te verkleden. Zijn
vrouw legde het zo tegenover ons uit:
„Hij wil altijd andere mensen helpen.
Op de televisie zagen we hoe de hippies
overal tegen zijn. Mijn man zei: die
hippies zitten in de knoei, die hebben
het moeilijk, ik zou ze kunnen helpen.
De hippies praten echter niet met mij
omdat ik een man ben. Als ik nu een
Nou en van die tijd af kleede hij zich
Nou en van die tijd af kleedde hij zich
als een hippie". Gedurende de laatste
twee jaar heeft Hans van H. afgewis
seld een volle baard en een gladgescho
ren gezicht gehad. Sinds kort was hij
weer bezig een baardje aan te kweken.
Hoewel de auto van haar is en zij
uit hoofde van haar functie aan een
militaire school een militair kenteken
LEEUWARDEN Varen is toch
goedkoper dan u denkt!
Teake Wiersma (48) uit het Friese
dorpje Oosthem, die vandaag met echt
genote Maaike (42) en negen kinderen
uit Rotterdam naar Australië vertrekt,
heeft dit dubbel en dwars ervaren. De
bootreis kost de familie tweehonderd
gulden en geen stuiver meer.
Het is een symbolisch bedrag, vol
gens een nieuwe regeling vastgesteld
door de Australische immigratiedienst.
De prijs van het busje, dat de elf land
verhuizers vandaag van het Friese land
naar Rotterdam bracht, was meer op
de realiteit afgestemd: 250 gulden.
Nederlandse emigranten van negen
tien jaar en ouder betalen in het ver
volg voor de overtocht honderd gulden
per persoon. Voor jongeren is de tocht
gratis en in deze catagorie vallen de
kinderen van het gezin Wiersma. Het
zijn Fonger van 18 jaar en de enige die
al werkt (als timmerman), Lieske (17),
Sloepenrol op de Bolswardervaart.
Aan de vooravond van hun vertrek
naar Australië scheepten de elf leden
van de familie Wiersma zich voor hun
woning nog eenmaal in op een Friese
praam.
Wiebren (14), Haitse (11),
Jiske (8), Teake (6) en
Trijntje (15),
Antsje (10),
Lolke (4).
Zij maken de reis met de Arcadia
van de Britse rederij P. en O. „We
zullen Friesland missen", zei de heer
Wiersma. „Toch willen alle kinderen
graag mee. Zij zijn al geruime tijd be
zig om Engels te leren".
De aanvoerder van het emigrerende
elftal is een ex-marinier, politieman,
brandstoffenhandelaar en administra
teur. Hij verwacht dat in Australië een
betere toekomst voor zijn kinderen is
weggelegd.
Het huis in het Duitse Werl waar
de man, die er van wordt verdacht
de langgezochte grafschender te zijn,
Hans van H., werd gevonden. Voor
het huis: de auto met het speciale
nummer B 837 G.
kreeg, kon mevr. Van H. zelf niet auto
rijden. Haar man gebruikte de auto al
tijd.
Vorig jaar heeft zij de maanden juli
en augustus in het huis te Hasselt door
gebracht. De kinderen waren toen in
een vakantieoord aan zee. Bij het be
gin van het schooljaar in september is
zij alleen teruggegaan naar Werl. Van
H. bleef toen een maandje in België.
Mevrouw Van H. is zich er niet van
bewust, dat zij daarmee en met al die
andere feiten nauwkeurig de perioden
opnoemt waarin de grafschender niet
van zich liet horen en wanneer hij weer
begon. Dat was onder andere toen zij
vorig jaar augustus weer naar Werl
was vertrokken.
Zij heeft haar man in de abdij van
Tongeren in België leren kennen. Zij
werkte daar. Hij kwam er meewerken
aan een idealistische taak. Vijftien jaar
geleden zijn zij getrouwd. Nadat er 2
kinderen waren geboren stierf het jong
ste kind.
„We zijn toen op bedevaart gegaan
naar Bari in Italië. Het graf van Sint
Nicolaas was toen ons doel", vertelt
ze. „We waren allebei barrevoets. Mijn
man droeg een lange bruine pij. Hij
had toen ook een volle baard. Iedereen
dacht dat hij een monnik was".
„Dat was wel eens lastig als we bij
de kloosters aanklopten om onderdak.
Bij de kloosters vond men het vreemd,
dat een monnik op reis was met een
zwangere vrouw. Ik verwachtte toen ons
derde kind, dat tijdens die bedevaart is
geboren. Er gingen toen verhalen in
de Italiaanse pers over de moderne Jo
zef en Maria".
Over de arrestatie van maandag
avond is mevr. Van H. helemaal niet
te spreken. „Zaterdag waren er al
mensen van de B.O.B. gekomen. Die
hadden niet gezegd, wat zij zochten,
maar ze vonden het wel vreemd dat
mijn man zoveel gedetailleerde wegen
kaarten in de auto had. „Ook hadden
ze veel belangstelling voor de viltstif
ten in huis".
„Maandag werd gevraagd of mijn
man mee wilde gaan naar de gendar
merie in Neheim om verhoord te wor
den. Wij besloten te gaan. Ik ging met
mijn man mee in de auto".
„Onderweg besloten wij om toch maar
even de Nederlandse consul op te bellen.
Daarom stopte mijn man bij het post
kantoor. De gendarmen gingen naast de
telefooncel staan".
„Degene die mijn man aan de tele
foon kreeg van het consulaat raadde
ons aan dat mijn man zich onder be
scherming van de Duitse politie zou
stellen. Toen wij dat wilden doen sleep
ten die Belgische politiemannen mijn
man de trap af en hun auto in".
De laatste mededeling verschilt nog
al van die welke de politie van de ar
restatie geeft: „Toen Van H. de consul
had gebeld, probeerde hij te vluchten,
waarbij hij in de kraag werd gegrepen.
Op straat schreeuwde hij in het Duits,
dat de Duitse politie hem moest bescher
men. Dat is dan ook gebeurd. De Bel
gische politiemensen hebben hem direct
naar ons bureau gebracht", aldus zei
men ons bij de politie in Werl.
Van H. werd daar voorlopig opgeslo
ten en omstreek s middernacht aan de
Belgische gendarmerie overgegeven.
„Als ik toen had geweten, waarvan ze
mijn man beschuldigden, dan had ik
mijn paraplu op de koppen van die
Belgische politiemannen stukgeslagen"
zegt mevr. Van H. opgewonden.
Zij heeft de overtuiging dat haar man
bij de behandeling in de psychiatrische
kliniek in Utrecht en in Den Dolder in
1948 de grote nervositeit heeft opgelo
pen, waarvan hij nu nog zo vaak last
heeft. „Hij kan soms zo nerveus wor
den, dat hij helemaal lijkbleek wordt.
Zijn bloeddruk daalt dan snel en hij
valt dan bewusteloos neer".
Mevr. Van H. zegt dat zij verleden
jaar wel eens iets over de graf schender
in de krant heeft gelezen. „Nadien niet
meer. Ik lees geen krant. Ik heb er
geen tijd voor", zegt zij.
Haar man heeft een mulo-diploma.
Daarna heeft hij aan zelfstudie ge
daan: Duits, Frans, Engels en een beet
je Russisch. „Nu zeggen ze dat die ta
lenkennis juist bewijzen tc/gen hem
zijn", snikt zij.
ADVERTENTIE
Vier middelen in één tablet waaronder het betrouwbare
maagmiddel Chefarox - helpen snel en... doen wonderen
ZWOLLE „Twintig jaar lang heb ik tegen het vuur gevochten en nu over
komt me dit", had Arand D. (38) uit Dedemsvaart tegenover de reclassering
gehuild. Het was waar. Nadat hij op zeventienjarige leeftijd wegens brandstich
ting en een steekpartij in de Rekkense inrichtingen verpleegd was geweest, had
hij verder geen last meer gehad van zijn epilepsie, de vallende ziekte waaraan
hij van kindsbeen af leed.
Toen hij zijn tegenwoordige vrouw leerde kennen, bad hij dat hij geen toeval
len zou krijgen, omdat die haar mogelijk zouden afschrikken. Zijn gebed leek
te worden verhoord en hij deed alles om daaraan mee te werken.
Uit vrees dat hij in een toeval op
nieuw tot brandstichting zou komen,
rookte hij niet en droeg hij zelfs nooit
lucifers bij zich. Omdat hij wel eens
een aanval van epilepsie had gekre
gen na drankgebruik, raakte hij ook
geen druppel alcohol meer aan.
In zijn krampachtige streven een
gezond mens te lijken maakte hij één
fout: hij nam ook zijn medicijnen niet
meer in. Omdat zijn ouders zijn ziekte
altijd een schande hadden gevonden,
had hij deze immers tegenover zijn
vrouw en zijn huisarts verzwegen.
Dat bleek een van de redenen te zijn
geweest waarom deze man een ge
waardeerde kracht op een textielfa
briek, die nooit iets met politie en jus
titie te maken had gehad de af
schuwelijke daad had gepleegd die
hem gisteren voor de Zwolse recht
bank bracht.
Op 23 november kreeg de ziekte, die
zoals zijn raadsman het zo beeldend
uitdrukte, twintig jaar op de loer had
gelegen, plots weer macht over Arend.
De vroeggrijze, voorbeeldige huisva
der voor zijn gezin met drie kinderen,
die nooit naar een andere vrouw had
getaald, vergreep zich aan een jong
meisje.
Hij dwong de vijftienjarige huis-
houdscholiere Neltje de Haan op de
donkere herfstavond met hem een bie-
tenland in Balkbrug in te gaan. Toen
zij weigerde zich daar geheel voor
hem uit te kleden, sloeg hij haar met
een steen tegen het hoofd.
ZUNDERT Mevrouw Margriet van Ostaayen (23) en haar man snikten,
toen een rijkspolitieman gisterochtend om elf uur met hun zes maanden jonge
dochtertje Saskia hun enig kind op de arm de kamer binnenkwam. Er
was een einde gekomen aan een onvoorstelbare spanning: Saskia, de vorige dag
door een toen onbekende vrouw ontvoerd, was gezond en wel terug. De ont
voerster werd gearresteerd. Het bleek een zeventienjarig in Congo geboren
meisje te zijn.
Saskia werd maandagmiddag om een
uur ontvoerd, toen haar vader 'n smid
in Zundert, naar z'n werk was en haar
moeder enkele kilometers van haar
huis midden in 't vel aardbeien aan 't
plukken was. Een buurvrouw Joke
Martens (27) zelf moeder van twee
kinderen lette op Sakia.
Om ongeveer half elf 's morgens bel
de er een jonge vrouw in een roze jurk
en een blauw vest aan bij mevrouw
Martens. Zij maakte zich bekend als
een vroegere kennis van mevrouw Van
Ostaaijen. Zij wist te vertellen, wan
neer Saskia was geboren, zij kende de
voornaam van de moeder en niets
wees er op, dat deze vrouw een misda
dig plan had.
Toen de buurvrouw haar had verteld,
waar mevrouw Van Ostaaijen te vin
den was, vertelde de onbekende haar
in het veld te willen gaan opzoeken.
Zij ging weg en een uur later kwam zij
terig. Toen vertelde zij, dat mevrouw
Van Ostaaijen haar toestemming had
gegeven, met Sakia in de kinderwagen
te gaan wandelen en een jurkje voor
het kind te gaan kopen.
Later op de dag werd bij de Neder
landse Hervormde kerk in Zundert de
blauwe kinderwagen leeg teruggevon
den. Toen de vrouw om drie uur
's middags etenstijd voor Saskia
nog niet terug was, werd buurvrouw
Martens ongerust, 's Avonds om zeven
uur liet zij haar zusje de politie waar
schuwen.
Toen gistermorgen iedereen in Zun
dert wist, dat er een baby was ont
voerd, stapte de taxichauffeur Sjefke
Kloot uit het dorp naar de politie. Hij
vertelde, dat hij de vorige dag om
twee uur een onbekende vrouw met een
baby in zijn auto naar een huis in de
Rijnstraat in Breda had gereden. On
middellijk kwamen de rijkspolitie en
de gemeentepolitie van Breda in actie.
Zij deden een inval in het door de taxi
chauffeur genoemde huis en vonden
daar Saskia en een Belgisch meisje van
zeventien jaar, Maria H., dat toegaf
de baby te hebben ontvoerd.
Zij vertelde arbeidster te zijn in een
jamfabriek in Breda. Zij woonde al
enige tijd in het huis van de ouders
van haar verloofde in de Bredase Rijn
straat. Volgens haar verklaring had zij
een half jaar geleden zelf een kind ge
kregen.
De vader van het kind was haar ver
loofde. Hoewel haar aanstaande schoon
ouders wisten, dat zij zwanger was ge
weest, hadden zij het kind na de ge-
boort nooit gezien; doordat Maria H.
haar baby naar een inrichting in Brus
sel had gebracht en afstand had ge
daan van alle rechten op haar kind.
Toen zij haar toekomstige schoon
ouders te kennen had gegeven met hun
zoon te willen trouwen hadden die
geëist, dat Maria éérst zou bewijzen, dat
zij een kind had van him zoon. Dus ging
Maria zondagmiddag met te weinig
geld bij zich op weg naar Brussel.
Zij kwam niet verder dan het nabijge
legen Zundert. Toen zuj daar kinderen
op straat zag spelen, kwam volgens
haar verklaring de gedachte in haar
op een van deze kinderen te ontvoeren.
Zij sliep in de nacht van zondag op
maandag in een schuur in Zundert en
ging maandagochtend met een gerijpt
plan op stap.
Waarom zij juist Saskia van Os-,
taaven wilde roven en hoe zij wist, dat
mevrouw Van Ostaayen een kind had,
was gisteren nog niet bekend. Vast
staat, dat zij door gesprekjes met bu
ren te weten kwam, dat de moeder
van Saskia Margriet heette en wat de
geboortedatum van de baby was.
Na het eerste gesprek met buur
vrouw Martens ging zij op weg om een
taxi te zoeken. Op straat liep zij taxi
chauffeur Sjefke Kloot tegen het lijf.
Zij sprak met hem af, dat hij om twee
uur met zijn wagen bij het gemeente
huis zou zijn. Eén uur eerder dan was
afgesproken echter kwam Maria mét
de baby bij het huis van de taxichauf
feur. Zij vertelde naar de Rijnstraat in
Breda te moeten.
De heer Kloot verzekerde ons giste
ren: „Natuurlijk had ik geen argwaan.
Zij leek stapel dol op ,haar baby. Zij zat
het kind de hele weg naar Breda te
knuffelen. Ik vertelde dat later nog te
gen mijn vrouw."
„Toen wij in Breda waren, moest ik
van mijn passagiere eerst even langs
de jamfabriek rijden, waar zij moest
zeggen, dat zij de volgende dag niet
zóu komen werken. De baby liet zij al
leen achter in de auto. In de Rijnstraat
ging zij daarna een huis binnen. Even
later kwam een oudere vrouw, volgens
mijn passagiere haar schoonmoeder,
met een biljet van 25 gulden betalen."
Overgelukkig dat zijn kind terecht
was en nog na-snikkend van alle emo-
Saskia bekeek met grote onschul
dige ogen alle drukte, die er om
haar heen was ontstaan.
ties, vertelde de heer Van Ostaayen
ons: „Mijn vrouw was op van de ze
nuwen. Vanochtend om half elf kwam
iemand van de rijkspolitie vertellen dat
Saskia was gevonden. Mijn vrouw kon
die emotie nauwelijks aan. Gelukkig
was de dokter er, die haar kon kalme
ren. Nu is alles alweer vergeven en ver
geten".
„Nee, wij nemen het onze buurvrouw
niet kwalijk, dat zij de baby heeft mee
gegeven. Zoiets had ons ook kunnen
overkomen, vooral als iemand zo'n ge
loofwaardig verhaal komt vertellen. Zij
mag best nog eens op Saskia passen.
Alleen denk ik niet, dat mijn vrouw de
baby nog ooit uit het oog zal verliezen."
Mevrouw Martens, die het kind aan
de onbekende had meegegeven, was gis
teren nog helemaal over haar toeren.
„Ik heb mijzelf van alles verweten.
Toen Saskia maandag niet werd terug
gebracht, wist ik niet waar ik het zoe
ken moest. Ik durfde de ouders niet on
der ogen te komen. Mijn man heeft
kalmerende middelen voor mij moeten
halen."
De volgende dag werd zij dood ge
vonden, omgekomen door schedellet
sel en de afkoelende werking van de
novembernacht op haar gedeeltelijk
onbedekte en bewusteloze lichaam.
De steen had Arend in zijn fietstas
meegenomen van huis, waar hij
ijverig als altijd aan een verbou
wing bezig was. Op het eerste gezicht
leek dit een aanwijzing voor voorbe
dachte raad en dus niet alleen op een
bedreiging. Maar de officier van justi
tie kon niet bewijzen dat het „kalm
beraad en rustig overleg" gericht was
geweest op het doden van een mens.
(Arend kende Neltje niet en hij koos
haar alleen als slachtoffer omdat zij
toevallig langs kwam).
Wel achtte de officier mr. P. J.
Stigter doodslag bewezen. De (voor
waardelijke) opzet tot doden leidde
hij af uit de enkele omstandigheid dat
de klap tegen het hoofd van Neltje zo
hard was gegeven, dat volgens Arends
bekentenis de steen hem uit de hand
was gevlogen.
In het niet door heldere opbouw uit
blinkende requisitoor maakte mr.
Stigter een soort excuus tegen de vol
gepakte publieke tribune: „Het be
grip „voorwaardelijkr opzet" beslaat
in de handboeken vele hoofdstukken
dus dat kunnen we op de zitting niet
allemaal uitleggen". Het excuus werd
achter verpakt in zoveel citaten en
moeilijke woorden, dat het zeker niet
over het hekje kwam dat het publiek
van de beroepshalve belangstellenden
scheidde.
De raadsman mr. S. Ie Poole kwam
in zijn doorwrochte pleidooi tot de con
clusie, dat er helemaal geen bewijs
was voor opzet tot doden of zelfs maar
zwaar mishandelen. „Mijn cliënt
heeft Neltje alleen maar een tik willen
geven. Het kan heel goed zijn dat hij
hoopte dat zij dan alsnog aan zijn ver
langens zou voldoen".
Dr. J. G. Schnitzler van de psychi
atrische observatiekliniek in Utrecht
had Arend zeer sterk verminderd toe
rekeningsvatbaar bevonden.
De officier meende echter dat
Arend de fatale avond toch wel bij
zijn positieven was geweest. Hij had
de dynamo van zijn fiets afgezet en
dat het meisje ook laten doen, zodat
het lichtschijnsel hen niet kon verra
den, toen zij met hun fietsen het bie
tenveld inliepen.
Na zijn daad was Arend nog op be
zoek geweest bij zijn moeder die op
een paar honderd meter van
de plaats van 't misdrijf woonde en
zij had niets aan hem gemerkt, even
min als zijn vrouw later op de avond.
Bovendien had hij de steen opgeraapt
en meegenomen.
Daar stelde Arend, één hand in de
zak en de voeten uiteen als een soort
verdedigende lichaamshouding, giste
ren tegenover: „Dan had ik mijn laar
zen ook wel kunnen wegdoen". Hij
had ruim voor zijn arrestatie al gele
zen dat er voetafdrukken van een man
bij het lijk waren gevonden.
De officier vond het een griezelig
idee dat Arend, die zich over een
vraag van de president nog een keer
zo opwond dat hij met de vuist op het
hekje sloeg, in een terbeschikkingstel
ling weer op vrije voeten zou kunnen
komen als hij alleen maar geen toeval
len meer zou hebben. Een „compro
mis" daartussen noemde hij zijn eis:
vijf jaar gevangenisstraf met aftrek
en terbeschikkingstelling van de rege
ring.
Mr. Ie Poole vond de gevangenis
straf veel te hoog. Dr. Schnitzler had
immers verklaard dat Arend maar
net niet geheel ontoerekeningsvatbaar
was. De straf mag geen middel zijn
om de afschuw voor de daad uit te
drukken, waarschuwde de advocaat.
Na de vorige behandeling van
Arends ziekte, een behandelin0 die
toen maar tien maanden had ge-
geduurd, is het toch maar twintig jaar
goed gegaan, en toen het fout ging
was dat pas geweest na een opeenho
ping van ongunstige factoren, legde
mr. Ie Poole uit. In juni 1967 had
Arend voor het eerst na al die jaren
weer een toeval gehad. Kort daarna
werd hij uit het voetbalelftal gezet
waarvan hij met hart en ziel aanvoer
der was geweest; een dochtertje werd
ernstig ziek en op de fabriek moest
hij veel harder werken omdat er uit
bezuiniging mensen waren ontslagen.
De raadsman stelde voor een ge
vangenisstraf op te leggen, niet veel
langer dan het voorarrest, zodat de
verpleging direct zou kunnen begin
nen. Het pleidooi besloot met: „Ik
vraag u niet clement te zijn, hem een
lagere straf op te leggen dan hem toe
komt, maar hij mag ook niet meer
krijgen dan hem toekomt, ook al zou
dat hier en daar met meer sympathie
worden begroet".
Aver het samengaan van de Ver-
enigde Machine Fabrieken/Stork-
Werkspoor met Wilton-Fijenoord-
Bronswerk hebben al eerder geruchten
de ronde gedaan. De besturen van bel
de concerns deden er toen het zwijgen
toe. Thans blijkt hun intensieve over
leg, dat twee jaar duurde, uit te mon
den, in een complete fusie. Terecht,
vindt „De Volkskrant" (r.k.):
„In de steeds wijder opengaande
Euromarkt is mede door de komst
van Amerikaanse ondernemingen
een voortdurende ontwikkeling
gaande naar schaalvergroting, aan
eensluiting van bedrijven en groei
naar zeer grote doelmatig werken
de industriële concerns, die zichzelf
aanpassen aan de omvang van de
markt. Zowel in Europa als daar
buiten stuiten Nederlandse maat
schappijen op krachtige concurren
tie van mammoet-ondernemingen
en het is niet meer dan noodzake
lijk, dat zij ook die kant op gaan.
Zoveel grote concerns bezit Neder
land toch al niet en het zou eerder
schadelijk dan gezond zijn, wanneer
het bedrijfsleven niet slagvaardig
op de internationale ontwikkelingen
reageerde.
Tot zover kan de fusie in de nieu
we VMF/Stork-Wilton met instem
ming worden begroet. Zij biedt een
steviger basis voor het voortbe
staan van de in de nieuwe groep
verenigde bedrijven en hopelijk
ook voor de toekomstige werkgele
genheid. Maar dit laatste moet nog
worden afgewacht. De eerste toe
lichting van de besturen hierover
klinkt niet bijster optimistisch.
Praktisch elke fusie brengt als na
deel mee, dat promotiekansen klei
ner worden.
Waar twee ongeveer gelijke bedrij
ven of afdelingen in elkaar worden
geschoven ontstaan doublures in
functies, die slechts door één per
soon kunnen worden bezet. Bij de
VMF en Wilton zal dit ook gebeu
ren en er zullen bovendien de nodi
ge verschuivingen optreden. De di
recties hebben er al een rapport
over klaar liggen. Zij weigeren ech
ter daar nu iets over los te laten.
En dit zal niet bepaald bevorder
lijk zijn voor de rust onder het per
soneel.
Bij overplaatsing van werknemers
zal vooraf met de vakbonden wor
den gesproken, heeft het bestuur
van het nieuwe concern toegezegd.
Dan wel. Bij de hele regeling van
de fusie, ook in het laatste stadium
is de vakbeweging buiten spel ge
houden. Pas wanneer het hele kar
wei is geklaard, mogen de vakbon
den meehelpen bij het opruimen
van de werkplaats. Dat is te laat
Uit de hele voorbereiding van de
fusie is gebleken wat maandag met
irritante ontwijkingen va antwoor
den en hooghartige zwijgzaamheid
tijdens een persconferentie werd
onderstreept, dat de VMF- en Wil
ton-besturen alle zaken zoveel mo
gelijk onderling willen bekonkelen.
De omstreden sociale paragraaf,
die destijds in de doelstelling van
de VMF werd opgenomen, wordt op
die manier uitgehold tot een loze
letter. Voor werkelijke democrati
sering van de onderneming heeft
zo'n paragraaf blijkbaar weinig te
betekenen".
Tn de vakantieperiode denken we als
regel niet aan de fiscus. Het in
vullen van ons belastingbiljet pleegt
meestal in het voorjaar te geschie
den. Een prettige bezigheid is het
nooit. De meeste mensen hebben er
moeite mee om de vaak hybridisch ge
formuleerde vragen in alle eer en
deugd te beantwoorden. Consulenten en
andere specialisten moeten er maar al
te vaak aan te pas komen. Waarom zo
moeilijk doen als het eenvoudig(er)
kan, klaagt „Trouw" (prot. chr.).
„Er daagt een nieuwe morgen.
Staatssecretaris Grapperhaus heeft
een werkgroep ingesteld die de for
mulieren gaat herzien. Zij zullen
„kritisch" worden getoetst aan
eisen van duidelijkheid en hoffelijk
heid tegenover de belastingplichti
ge".
De eerste sporen van vereenvoudi
ging menen we dit jaar al bespe#d
te hebben. Het waren evenzovele
verbeteringen. Nu maar hopen op
de grootst mogelijke eenvoud, want
eenvoud is het kenmerk van het
ware. En dat de fiscus eindelijk
ook een beetje hoffelijk gaat doen
is meegenomen.
Alleen maar: 't zal nog wel een
poosje duren voor het allemaal zo
ver is. De werkgroep alleen al
denkt anderhalf jaar nodig te heb
ben voor haar studie. En dan duurt
het ook nog wel even voordat de
nieuwe biljetten in de bus liggen.
Een troost is dat de belastingbeta
lers geuldig zijn. Want betalen blij
ven we wel, ondanks alles".
ADVERTENTIE
DEN HAAG Zolang het huidige
bestuur van de Nederlandse Studenten
raad aanblijft, kan het niet rekenen op
de veertienduizend gulden die de Am
sterdamse Standaard Trust Company
N.V. aan het vorige bestuur van de
N.S.R. had beloofd te zullen voorschie
ten. In dat vorige bestuur zaten over
wegend leden van de Studentenvakbe
weging, die de afspraak met de N.V.
maakten.
Het huidige bestuur van de N.S.R.
bestaat vrijwel uitsluitend uit verte
genwoordigers van het Nederlands
Studentenakkoord.
De Studentenraad heeft het geld no
dig om tot eind oktober zijn financiële
verplichtingen te kunnen nakomen.