DEZE WEEK: nader beschouwd RESPECT VOOR DIIBCEK GEEN ECHT GEKNOK IN KNOKKE ZIJ MAAKTEN VAN REVOLUTIE W WETENSCHAP De dood van Ernesto Guevara is inspiratiebron der revolutie HUURKOOP- PERIKELEN Wie zijn betekenis onderschat tart dus doende de toekomst Bevestiging Breuk Problemen Rijp voor revolutie Doelwit door mr. C. A. baron Bentinck Camouflage Auto voor huishouding Alexander Dubcek, leider van de Tsjechoslowaakse communistische partij, is een moedig man. Daarom alleen al moet men respect voor hem hebben. Hij heeft zich de toorn van Moskou en zijn satellieten op de hals gehaald en wat dat betekent hebben de Hongaren al eerder aan den lijve ondervonden. Vermoedelijk zal het in Tsjecho-Slowakije zo'n vaart niet lopen, want de Russen kunnen zich een herha ling van het Hongaarse bloedbad niet meer permitteren, maar dat neemt niet weg dat de dagen van Dubcek geteld zouden zijn als ooit de „oude garde", de Moskou- volgelingen-door-dik-en-dunde macht weer in handen zouden krijgen. Dan zou Dubcek „de verrader van het volk" zijn en met „verraders" maakt men in deze landen weinig omslag! Maar deze Alexander Dubcek is veel meer dan alleen maar een moedig man: als inderdaad lukt wat hij zich voorstelt, dan heeft hij de brug gelegd tussen Oost en West misschien niet direct in politiek opzicht, maar wel op het veel belangrijker terrein van de ideologie. Want communisme en kapitalisme (ongelukkige naam voor de Westerse maatschappijbeschouwing) mogen op allerlei terrein vele verschil len vertonen slechts één verschil leek tot dusverre werkelijk onoverbrugbaar: de gedachten over de vrijheid van het individu. In het communistische systeem is die vrijheid ondergeschikt gemaakt aan de belangen van de gemeenschap, zeg: de staat het Westen heeft die vrijheid altijd als het hoogste goed beschouwd en heeft nooit geaarzeld om daarvoor leven en goed op het spel te zetten. Wat Dubcek nu in Tsjecho-Slowakije tracht te verwezenlijken is een commu nistische staat waarin toch die vrijheid bestaat. De nieuw opgestelde grondwet somt die vrijheden stuk voor stuk op: het recht van vereniging en vergadering; vrij heid van meningsuiting waaronder ook valt het recht van minderheden om hun me ning uit te dragen; vrijheid van geweten en van godsdienst, opdat allen, onafhan kelijk van hun godsbeschouwing, zullen kunnen meewerken aan de opbouw van een socialistische gemeenschap; bewegingsvrijheid voor iedereen, ook als men zich in het buitenland wil vestigen. En dat die grondwetsartikelen niet maar dode let ters zijn is in de afgelopen weken en maanden wel bewezen: de Tsjechische burgers, de Tsjechische pers, radio en televisie, de Tsjechische kerken ook, hebben van hun vrijheden al ruimschoots gebruik gemaakt. Maarzonder ook maar één ogenblik het uitgangspunt van Dubcek en zijn communistische partij aan te tasten: de wil om samen een waarlijk socialistische en een waarlijk democratische gemeen schap op te bouwen. Omgekeerd heeft de partij zich ook niet onbetuigd gelaten: men heeft letterlijk en figuurlijk het prikkeldraad opgeruimd. Letterlijk: men is begonnen met de mijnenvelden en versterkingen langs de grens op te ruimen. En figuurlijk: men legt een voorbeeldige openheid aan de dag bij alles wat de tot dusver zo geheimzinnige partijtop aan besluiten neemt. Zelfs vergaderingen van het Centrale Comité van de partij kunnen door iedere burger worden gevolgd. Duidelijk is dat het welslagen van dit alles staat of valt met de trouw van de Tsjechische en Slowaakse burgers jegens Dubcek en zijn socialistisch-democratische idealen. Zou er in het land ook maar een spoor zijn van „Westerse besmetting", van kapitalistische tendenzen, dan zou Moskou het wapen in de hand gedrukt krijgen om Dubcek ten val te brengen. En ook: zou blijken dat er in Tsjecho- Slowakije ook maar een geringe stroming is die toenadering wil tot de Duitse Bondsrepubliek want een herlevend Duits nationalisme is de nachtmerrie van iedere Rus, laat men dat nooit onderschatten ook dan zouden de dagen van Dubcek geteld zijn. Maar we hebben al eerder in deze krant geschreven: de Tsjechen zijn. van oudsher een communistisch volk. Het is een industrieland waar de ideeën van Marx al vroeg wortel hebben geschoten. Men heeft er de vrijheid gemist inderdaad, maar men verlangt er bepaald niet naar een samenleving als in de Verenigde Staten! En wat Duitsland betreft: Hitier en zijn trawanten hebben er wel voor gezorgd dat de toch al niet zo op elkaar gestelde volkeren meer haat dan vriendschap jegens elkaar koesteren. De verontwaardiging waarmee Dubcek deze grief van Moskou tegen zijn beleid van de hand heeft gewezen, is oprecht. Uit dit alles is een ding wel heel duidelijk geworden: dat het Westen zich vooral niet met de gang van zaken in het communistische kamp moet bemoeien. Elk Wes telijk gebaar ten gunste van Dubcek en zijn medestanders zal door Moskou ogen blikkelijk als een bewijs-van-de-afval worden aangegrepen. Men zal moeten wach ten tot deze ontwikkeling is voltooid, hoe de uitkomst dan ook moge zijn. Maar is die uitslag zoals Alexander Dubcek zich die voorstelt, dan is de kloof van ver deeldheid althans in Europa voor een belangrijk deel overbrugd. En daarvoor het meest verdient deze Tsjechische partijleider ons respect. Het zangconcoiirs in Knokke is weer voorbij. En al is het dan niet zo dat televisie kijkend Nederland al lang van tevoren met verlangen naar deze gebeurtenis had uitgezien toegegeven moet worden dat het een aardige zomeravondverstrooiing is. Waarschijnlijk niet zozeer omdat het een zangconcours is maar omdat het een zangconcours, een wedstrijd is waarbij ondanks alles toch het chauvinisme mee speelt. Daarom is het jammer dat dit jaar nog minder dan vroeger de spanning aanwezig was: geen mens heeft er aan getwijfeld dat België de winnaar zou wor den. België moest eindelijk eens winnen, want Knokke is tenslotte een commerciële zaak die het van de toeschouwers moet hebben. En als België nooit eens wint blijven ook de Belgische betalers weg. Toch gaat men zich wel afvragen of dit spektakel op déze manier niet beneden de maat komt te liggen die de televisie be hoort aan te leggen. Het zou ons spijten, daar niet van. Maar als ook het wedstrijd element weg is, wat blijft er dan nog over? KARL MARX ..Vader der revolutie... MAO TSE TOENG ...met het rode boekje.. FIDEL CASTRO ..revolutie in praktijk.. DEBRAY ..filosoof der revolutie.. TANIA spionne van de revolutie.. Ondanks een tropische storm hebben duizenden Cubanen vorige week lange tijd in de rij gestaan voor een exemplaar van het dagboek van Ernesto Guevara. Het boek werd in een eerste druk van 250.000 stuks gratis verspreid door het Cubaanse Nationale Boekinstituut. Of de hele oplage nog dezelfde dag werd uitgegeven vermeldt het verhaal niet. Evenmin of al die gretige Cubanen nog zo geestdriftig waren nadat ze het boek hadden ingekeken. Dit is twijfelachtig want naar verluidt wordt het merendeel van de 345 pagina's ervan in genomen door weinig opzienbarende mededelingen over muskieten, bloedzuigers en andere ongemakken die zijn verbonden aan het leven in de rimboe. De betekenis van deze gebeurtenis ligt dan ook niet in de gebeurtenis zelf. Ze wordt pas belangwekkend wanneer men ze wil zien als een postume hulde aan Guevara, de Argen tijnse arts die van Cuba uit, waar hij na de geslaagde revolutie van 1959 belangrijke func ties bekleedde in de revolutionaire regering van dr. Fidel Castro, de revolutie wilde ont ketenen in Latijns-Amerika. Hij schoot er het leven bij in. Op 9 oktober vorig jaar kwam de dood die hij, naar men zegt, nooit had gevreesd en die hij beschouwde ais iets onvermijdelijks (dat geldt voor iedereen, maar hij bedoelde het dnders). 4~kver de omstandigheden waaronder Gueva ra om het leven kwam bestaan verschei dene lezingen. Een ervan is dat hij dodelijk werd getroffen door een kogel toen zijn guer rilla-eenheid in het zuidoosten van Bolivia in een hinderlaag liep van het Boliviaanse le ger. Deze versie werd verbreid door de Boli viaanse president, René Barrientos. Volgens een andere opvatting, die welke de bewonderaars van Guevara voor waar hou den, viel de guerrillastrijder weliswaar ge wond maar levend in handen van het Boli viaanse leger. Na zijn gevangenneming zou men hem hebben overgebracht naar Higua- reas. Hij leefde nog tenminste 24 uur, maar werd daarna in een openbare school in de stad in koelen bloede vermoord door een ser geant van het leger, Maio Feran. Deze had daartoe opdracht gekregen van twee officie ren, Miguel Ayoroa en Andres Selnich, die op hun beurt handelden in opdracht van de be velhebber van het leger, generaal Alfredo Ovando. Voor een derde variatie op het verhaal van Guevara's dood zorgde Georgie Anne Geyer, een vrouwelijk journalist van de Chi cago Daily News, die zich heeft gespeciali seerd in Latijnamerikaanse zaken. Na een onderzoek van het shirt dat Guevara droeg toen hij om het leven kwam, beweerde zij met stelligheid dat zijn dood was veroorzaakt door steken met een bajonet en slagen met een kapmes in de rug, waardoor zijn hart en longen werden geraakt. Naarmate de tijd vordert zal het steeds moeilijker worden waarheid en verdichtsel op dit punt te onderscheiden. Maar welke van de opvattingen ook de juiste is, alle hebben ze in elk geval één ding gemeen: de bevesti ging dat Ernesto Che Guevara dood is. De vraag is nu in hoeverre de revolutio naire beweging in Latijns-Amerika mét hem is gestorven. Vaststaat dat de guerrillastrijd die Guevara in Bolivia begon al gedoemd was te mislukken v/ór hij het leven erbij in schoot. Deze mislukking zou voor een deel zijn terug te voeren op, wat Fidel Castro heeft genoemd, „grof chauvinisme" van de leiding van de Boliviaanse communistische partij en met name van de voorzitter van deze partij, Mario Monje. Om en nabij oudjaar 1966 bespraken Monje en Guevara de situatie van de guerrillabewe ging in Bolivia. Dat gebeurde in een huis in het oerwoud waar de guerrillastrijders zich enkele maanden eerder hadden teruggetrok ken. Onderwerp van gesprek was de vraag hoe ze hun aanhang in de steden zouden kunnen vergrotbn, een probleem dat aller eerst door Monje moest worden opgelost. De opvattingen van de twee leiders bleken echter sterk te verschillen. Vooral de vraag onder wiens leiding de revolutie moest wor den voorbereid was een strijdpunt. Volgens Monje, een volgeling van de politieke lijn die Moskou had uitgestippeld, moest hij de zaak leiden. Temeer omdat volgens zijn opvatting de militaire acties per definitie ondergeschikt waren aan de politieke. (ïinst r leidir Kopen op afbetaling is niet zonder risi co. Hiertoe mag in geen geval lichtvaar dig worden overgegaan. De wetgever heeft het gezin een zekere bescherming gegeven door te bepalen, dat zaken welke kennelijk ten behoeve van de huishouding strekken, slechts met medewerking van beide echtgenoten op afbetaling gekocht kunnen worden. Dit geldt zowel voor een gewone koop op afbetaling als voor huurkoop. Een ge wone koop op afbetaling is de koop en verkoop, waarbij partijen overeenkomen, dat de koopprijs wordt betaald in termij nen, waarvan twee of meer verschijnen, nadat de verkochte zaak aan de koper is overgedragen. Huurkoop is de koop en ver koop op afbetaling, waarbij partijen over eenkomen, dat de verkochte zaak niet door enkele overdracht in eigendom aan de ko per overgaat. De huurkoper wordt eerst eigenaar, nadat hij alle termijnen betaald heeft. Ook voordat hij eigenaar is, heeft de huurkoper het genot van de zaak en mag hij deze gebruiken overeenkomstig haar bestemming. Haar gedaante of in richting mag hij echter niet veranderen. Evenmin mag hij de zaak verhuren of zijn genot aan anderen afstaan. Een gewone koop op afbetaling kan mondeling worden gesloten. Voor huur koop is een schriftelijk contract nodig. Voor het geval een der echtgenoten niet zelf ondertekent, eist de wet diens schrif telijke volmacht. Volgens een vonnis van de kantonrech ter te Nijmegen is een schriftelijke toe stemming van die echtgenoot niet vol doende. De bedoeling van het voorschrift is, dat de echtgenoot, die niet zelf aan het contract medewerkt, een schriftelijke vol macht verleent aan een ander en dat die ander dan als gemachtigde namens hem het contract ondertekent. Aldus liet de kantonrechter de vorde ring van een huurverkoop stranden, om dat de echtgenote alleen maar een schrif telijke toestemming had afgegeven. overeenkomsten, welke dezelfde strekking hebben, hetzij zij als een huurovereen komst, hetzij onder een andere vorm of onder een andere benaming zijn aange gaan. In het volgende geval had een hande laar in een zogenaamde huurovereen komst voor een televisietoestel een huur prijs van f50,92 per maand berekend over een periode van 36 maanden, derhalve in totaal een bedrag van f 1.833,12. De han delaar droeg zijn rechten uit deze huur overeenkomst over aan een credietbank en wel tegen de zogenaamde contantprijs van het televisietoestel, zijnde f 1.340, Toen de huurder in gebreke bleef met zijn huurbetalingen bracht de crediet bank de zaak voor de rechtbank te Utrecht. Naar het oordeel van de recht bank leverde reeds de verhouding tussen de contantprijs en de totale huursom een Soms worden huurkoopovereenkomsten gecamoufleerd door ze een andere naam of vorm te geven. Maar de wetgever heeft getracht zulke praktijken tegen te gaan door als huurkoop aan te merken alle sterk vermoeden op, dat partijen in wer kelijkheid niet een huurovereenkomst, doch een huurkoopovereenkomst hadden gesloten, waarbij de credietbank de over eenkomst tussen de handelaar en de af nemer van het televisietoestel financier de en voor haar financiering een opslag boven de contantprijs bedong. In het huurcontract was voorts bepaald, dat de huurder na afwikkeling van het contract het televisietoestel tot zich zou kunnen nemen of voor een gering bedrag zou kunnen kopen. Mede gelet op deze bepaling besliste de rechtbank, dat de huurovereenkomst slechts een huurkoop overeenkomst moest camoufleren. Ten tijde van het aangaan van de over eenkomst werd de vrouw van de afnemer in een psychiatrische inrichting ver pleegd; zij had het contract niet mede ondertekend. Wegens het ontbreken van de medewerking van de vrouw verklaar de de rechtbank de overeenkomst nietig en wees de vordering van de credietbank af. Alleen ten aanzien van zaken welke ken nelijk ten behoeve van de huishouding strekken, is een huurkoopovereenkomst afhankelijk van de medewerking van bei de echtgenoten. Kan een auto ten behoe ve van de huishouding strekken? Van een autohandelaar had iemand een gebruikte auto in huurkoop gekocht voor de totale prijs van f 2.294,68. Hierop kwam f 1.000 in mindering voor een ingeruilde auto. Het overblijvende bedrag ad. f 1.294,68 moest door de huurkoper in 12 maandelijkse termijnen van f 107,89 wor den voldaan. De autohandelaar droeg zijn rechten over aan een financieringsmaatschappij. Na twee huurkooptermijnen te hebben vol daan staakte de huurkoper zijn betalin gen. Voor de kantonrechter te Winscho ten vorderde de financieringsmaatschap pij het restant van de koopsom met ren te wegens te late betaling. Tijdens deze procedure bleek, dat de autohandelaar door de politierechter te Groningen straf rechtelijk veroordeeld was wegens het valselijk plaatsen van de handtekening van de vrouw van de huurkoper. De kantonrechter ging vervolgens na, of de auto kennelijk ten behoeve van de huishouding strekte. Het betrof een 6 a 7-jarige auto. De door de autohandelaar als goed aangeprezen auto bleek bij on derzoek door de politie in zeer slechte staat te verkeren en werd door de politie afgekeurd. De kantonrechter achtte het algemeen bekend, dat personenauto's van die ouder dom, prijs en kwaliteit niet in huurkoop plegen te worden aangekocht ten behoe ve van bedrijf of beroep, doch voor ge bruik in de privésfeer. In het geval van een gehuwd man betekent dit, dat de aan koop geschiedt ten behoeve van zijn ge zin of met andere woorden ten behoeve van de gemeenschappelijke huishouding van hem zelf en zijn echtgenote. Uit het feit, dat de handelaar de ontbrekende handtekening van de vrouw had aange vuld, blijkt duidelijk, dat ook hij er zich van bewust was, dat de auto voor gezins gebruik was gekocht. Met deze motive ring wees de kantonrechter de vordering van de financieringsmaatschappij af. Alleen bij hem, zei hij, kon de leiding berus ten. Dat was ook geheel in overeenstemming met de gedachten over guerrilla en revolutie zoals die op schrift waren gesteld door bij voorbeeld de Franse marxistische filosoof Régis Debray, die thans in Bolivia in de ge vangenis zit. Een breuk tussen Monje en Guevara was onvermijdelijk. Daarmee waren de acties van Guevara bij voorbaat gedoemd te mislukken, want toen Monje van verdere medewerking afzag was de guerrillabeweging beroofd van de noodzakelijke handlangers in de steden die haar moesten ^voorzien van inlichtingen, re- cruten en voorraden. Zodoende werden de vrijheidsstrijders volkomen geïsoleerd in de ondoordringbare rimboe en de bergen van Bo livia. Aan de verhalen over het waarom van het mislukken van de revolutie is inmiddels dezer dagen een nieuw toegevoegd u hebt erover in deze krant kunnen lezen. Ook in dit verhaal wordt Moskou genoemd, niet het Moskou theoretiserend over de beste wijze van revo lutie ontketenen, maar een heel praktisch Moskou dat op allerlei wijzen tracht in te grijpen als de macht van de concurrenten in Peking te groot dreigt te worden. Het ver haal werd maandag gepubliceerd in de New York Times en het moet voor de Russen geen prettig verhaal zijn geweest. Het ont hulde namelijk dat een spionne, de dertigjari ge Argentijnse Haidee Tamara Bunke (ofwel Tania), als medewerkster van Guevara niet alleen regelmatig het Kremlin op de hoogte bracht van het doen en laten der revolutio nairen, maar ook metterdaad had getracht de revolutie te doen mislukken door een jeep met geheime documenten onbewaakt achter te laten. Tania zelf heeft bij haar activiteiten de dood gevonden. Resultaat van haar werk is geweest zo staat het in het dagboek van Guevara dat zij „de guerillastrijd een achterstand van jaren had bezorgd". Welke waarheid er in al deze verhalen schuilt zal nooit in het daglicht komen. Met spionage plegen de opdrachtgevers niet te koop te lopen en bovendien: de figuur Gueva ra was al bij zijn leven een legendarische fi guur geworden en nu hij dood is draagt de wereld er graag toe bij om een krans van mythen rond hem te weven. Maar dat alles neemt niet weg dat deze Ernesto Guevara de la Serna, telg uit een oud adellijk geslacht, wel degelijk zijn stempel heeft gedrukt in het historieboek der Zuidamerikaanse landen. Hij is dood maar zijn gestalte overschaduwt als het ware een continent. Zijn figuur roept een enorm aantal pro blemen op: de betekenis van het marxisme in de huidige wereld, het bestaan van de Zuid-Amerika bepaalde en voor een deel vraag of gewapende strijd de enige oplos sing is voor de sociaal-politieke problemen van de zogenaamde Derde Wereld. Voor de discussie over deze problemen, waaraan een weldenkend mens toch niet kan voorbij gaan, zijn de geschriften van Guevara on getwijfeld van belang. Het kan nauwelijks anders. Hij was immers de man die in niet onbelangrijke mate de gebeurtenissen in Zuid-Amerika bepaalde en voor een dee nog bepaalt. Zelfs in Uppsala, in de vergadering van de Wereldraad van Kerken hoort men als het ware zijn stem en blijkt hij zelfs een grotere aanhang te hebben dan hij zelf waar schijnlijk ooit zou hebben verwacht! Want één ding is wel zeker: verschillende Zuidamerikaanse landen zijn rijp voor revo lutie en als de machthebbers daarbij wegge vaagd worden hebben zij 't er zelf naar ge maakt. Het wil niet zeggen dat het allemaal op een gewelddadige manier zal moeten ge beuren of gaan gebeuren bij revoluties in Zuid-Amerika pleegt nooit veel bloed te vloei en. Maar de gedachten van Guevara, van Debray en van andere voormannen van de revolutie zijn in vruchtbare aarde gevallen. En men moet vooral niet de fout maken de kracht van deze ideologie mis te verstaan cf te onderschatten, want de geschiedenis heeft geleerd dat dit catastrofale gevolgen kan heb ben. Revoluties ontketenen is allang niet meer het werk van amateurs. Sinds de Lange Mars van Mao Tse-toeng, de Franse nederlaag in Indochina, de Cubaanse revolutie is de guer rillastrijd uitgegroeid tot een wetenschappe lijk handwerk. De beoefenaars ervan staat een welgevulde bibliotheek ter beschikking met de zo langzamerhand wel bekende namen van Mao, Marx, Giap, Castro, Guevara, De bray. Elke nieuwe revolutie leert van de voor gaande, van de successen maar vooral ook van de nederlagen. De dood van een belang rijke voorman en de gevangenneming van een andere kunnen de beweging nu niet meer te genhouden. De plaats van Ernesto Guevara als leider van de guerrillabeweging in Latijns-Amerika is volgens berichten uit Caracas, Venezuela, overgenomen door de voormalige Dominicaan se leider, kolonel Francisco Caamano Deno. De revolutie is dus niet dood, al zal ze tijd nodig hebben om zich te herstellen na het wegvallen van een van haar grootste inspira tors. J. Edgar Hoover, de directeur van de Ame rikaanse Federale recherche (FBI), zei on langs tijdens een getuigenverhoor voor een commissie uit het Amerikaanse Congres, dat Latijns-Amerika een van de belangrijk ste mikpunten blijft van omvangrijke „com munistische ondermijning". Deze wordt, aldus Hoover, voornamelijk geleid van Cuba uit, maar dat de tijd ervoor nog niet rijp is". Latijnsamerikanen en Portoricanen zijn op Cuba opgeleid in de beginselen van de guer rillastrijd, verklaarde hij, en zo zijn bijvoor beeld de leiders van de Mexicaanse commu nistische partij tot de conclusie gekomen dat „een volksrevolutie in dat land wenselijk is, maar dat de tijd ervoor nog niet rijp is." Vier landen worden van tijd tot tijd aan gevallen door guerrilla-eenheden: Bolivia, Co lombia, Guatemala en Venezuela. Zeven an dere waren reeds eerder het doelwit van de rebellen. Nog eens vier landen, Haïti, Pana ma, de Dominicaanse republiek en Nicaragua sloegen in 1959, het eerste jaar dat Castro op Cuba aan het bewind was, invasie-strijdkrach ten af. Het is duidelijk, vroeg of laat leidt de so ciale en politieke onrust in Latijns-Amerika tot een uitbarsting. Men kan dit vaststellen en zich er vervolgens bij neerleggen. Gebeurt er niets dan is het alternatief waarschijnlijk een tweede Viëtnam. Een algehele mentaliteitsverandering, te beginnen in Noord-Amerika, zou veel toe komstige ellende kunnen voorkomen. Niets wijst erop dat dit zal gebeuren. Dit alleen al lijkt 'n rechtvaardiging van 't geweld dat ko mende revoluties met zich mee zullen bren gen. Het maakt tevens het streven van Gue vara, Debray etc. zoveel aannemelijker. Kennis nemen van hun geschriften over re volutie en guerrilla, die voor een deel ook in het Nederlands zijn vertaald (Régis Debray: Revolutie binnen de revolutie? Uitgeverij A. W. Bruna en Zn, Utrecht 1967 en Ernesto Che Guevara, toespraken, brieven, geschriften. Uitgeverij Polak en Van Gennep, Amster dam 1968, f 7,50), is daarom een voor de hand liggende opgave voor wie zich reken schap geeft van wat zich elders in de wereld afspeelt

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 10