Generaal A.V. VAN WALL DEN BAKE: „Een beroepsofficier acht ik de beste pacifist Ook gevangenisgen hebben thans een „ondernemingsraad" Tocht naar graf Masaryk was 't begin Tsjechisch streven naar vrijheid in kritieke fase Veel Chinese vluchtelingen op Borneo omgekomen TOPPUNT VAN EENVOUD Nieuw offensief in Vietnam verwacht Ontvoerster van staat in fië terecht baby Belgi Meer veiligheid op tankschepen gevraagd EISENHOWER STEUNT NIXON B1 ,De Hoop': in '67 255 patiënten VAX EIS VOOR GEDETINEERDEN TOELICHTING GERESPECTEERD BEROEPSOFFICIER PACIFISME CONSERVATIEF? „HERRIESCHOPPERS" EENZAAMHEID VOORUITGANG NA 1956 STUDENTENRELLEN GRONDWET LUISTEREN „KIEZERS" LUCHTTIJD SAMENSPEL ZATERDAG 20 JULI 1968 ALDUS SPRAK GENERAAL A. V. VAN DEN WALL BAKE ALS GOUVERNEUR VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE IN BREDA. TOEN ONLANGS EEN AANTAL KADETTEN HET DIPLOMA VAN DE K.M.A. ONTVINGEN: „Het moet voor u een wonderlijke gewaarwording zijn hier nu te staan. Vier jaar lang hebt u toegeleefd naar dit moment En nu is de spanning wegge vallen, de inspanning beloond. Alle examens zijn afgelegd en zo dadelijk zult u het diploma als bewijs van uw succes ontvangen. Met dit succes wens ik u, ook uit naam van allen die hier rond u verenigd zijn, van harte geluk. Voor u is dit geen moment van terugzien. U staat nog wel front naar het oude kasteel, maar gevoelsmatig hebt u het al zonder weemoed de rug toegekeerd. U kijkt vol verwachting en vertrouwen naar de toekomst. Vergist u zich niet: de toekomst is nooit zo mooi als hij lijkt op een afstand. Teleurstellingen zul len u in uw carrière niet bespaard blijven. Dit is 'n voorspelling die men immer kan doen. Maar daarbij komt dat ge officier wordt in een tijd waarin dat be roep zich bepaald niet mag verheugen in een grote waardering. U zult gecon fronteerd worden met het feit dat een groeiend deel van ons volk in naam van vrede en vrijheid zich keert tegen het apparaat dat tot taak heeft de vrede te handhaven en de vrijheid te beschermen. Dit alles zal een grote wissel trekken op uw standvastigheid, op de kracht van uw Idealen. En zelfs die idealen schijnen in de huidige samenleving te devalueren. Zelfs het aanprijzen van eigenschappen als trouw, eerlijkheid mo rele moed, zelftucht, eerbied voor de medemens, stempelt iemand heden ten dage in bepaalde kringen al tot reactionair. Welnu, laten wij dan in d i e zin overtuigd reactionair zi)n!M DJAKARTA Ongeveer 1800 Chine se vluchtelingen zijn in de loop van het laatste half jaar omgekomen in overbe volkte kampen langs de kust van de Indonesische provincie West-Borneo, voornamelijk tengevolge van tropische ziekten, zo heeft een woordvoerder van het Indonesische Rode Kruis vrijdag meegedeeld. Uit Djakarta en andere gebieden zijn medicamenten, levensmiddelen en een groep van zes artsen naar de kampen gestuurd, waardoor de toestand van de vluchtelingen is verbeterd, aldus de woordvoerder. Vorig jaar ontvluchtten meer dan 50.000 Chinezen uit het binnenland van West-Borneo hun woonplaatsen, nadat Dajaks meer dan honderd Chinezen hadden vermoord. DA NANG De Amerikaanse mili taire leiders in Viëtnam verwachten nog deze maand een derde offensief van de Noordviëtnamese troepen in het land, zo heeft de Amerikaanse minister van Defensie Clark Clifford gisteren in Da Nang gezegd. Clifford heeft in Da Nang overleg ge voerd met de Amerikaanse comman danten in de noordelijke provincies. Zij hadden hem erop gewezen, dat de hui dige luwte in de strijd in de noordelij ke provincies slechts een stilte voor de storm is. „Sommige Noordviëtnamese divisies zijn ten noorden van de gede militariseerde zone teruggetrokken om opnieuw uitgerust te worden", aldus de minister. BREDA De Bredase officier van Justitie, mr. E. C. G. Bauwens, heeft Maria H., de zeventienjarige Belgi sche ontvoerster van de Zundertse ba- bij Saskia van Ostaaijen, overgegeven aan de procureur des Konings in Leu ven. In Nederland is het de gewoonte om kinderzaken niet te behandelen in het arrondissement waar de arrestatie is geschied, maar in dat waar de ver dachte woont. In Breda heeft Maria H. de ontvoe ring bekend. DEN HAAG Het Tweede-Kamer lid A. G. van der Spek (pac. soc.) is van mening dat de wettelijke en ande re veiligheidsvoorzieningen aan boord van tankschepen onvoldoende zijn. Hij vraagt minister Roolvink (Sociale Za ken en Volksgezondheid) of het moge lijk is maatregelen te treffen die de veiligheid bevorderen. Ook wil het Kamerlid weten of de re sultaten van het onderzoek naar de oor zaak van de explosie aan boord van het Panamese tankschip Agua Clara op 12 juli in Schiedam bekend zullen wor den gemaakt. WASHINGTON De Ameri kaanse oud-president Dwight Eisenho wer heeft gisteren officieel zijn steun toegezegd aan Richard Nixon, een van de Republikeinse kandidaten voor het amerikaanse presidentschap. Richard Nixon was vice-president onder Eisen hower van 1953 tot 1961. De 77-jarige Eisenhower deed zijn toezegging gisteren in het Walter Reed ziekenhuis in de Amerikaanse hoofd stad Washington, waar hij herstelt van zijn jongste hartaanval. De steun van de nog altijd populaire Eisenhower wordt als een belangrijke factor in de strijd om de Republikeinse nominatie voor het presidentschap gezien. REDA De generaal blijkt bij nadere kennismaking niet de klassieke houwdegen te zijn. Niet alleen komt de afspraak met hem verbluffend snel tot stand, ook in zijn „burcht" de Koninklijke Militaire Academie in Breda ontpopt hij zich als een zeer geoefend causeur die de eigen ideeën niet absoluut stelt. De devaluatie van het aanzien van het beroepsleger is voor de generaal een probleem dat met weloverwogen ernst wordt benaderd: „Steeds meer groepen, zoals bijvoorbeeld de kerken, gaan zich gereserveerd opstellen. Het is een feit waarmee we rekening moeten houden, want vele van deze groepen handelen uit zeer eervolle motieven". mmm KOPENHAGEN Dit moet de meest simpele vreatie van het jaar zijn: een „zak" met elastisch koord aan beide ein den. Het meisje hult zich in het textiel, bindt boven- en onderzijde dicht en heeft een lang gewaad. Wil zij kort dragen dan gaat de onderkant van de zak naar de taille en weer is een nieuwe japon gebo ren. T"VEN HAAG De gevangenissen van Leeuwarden en Den Haag hebben L' sinds enige tijd een soort „ondernemingsraad", die is samengesteld uit door gedetineerden schriftelijk gekozen leden. Het zijn commissies. Het hoofd van de directie gevangeniswezen, drs. P. Allewijn, verwacht dat deze commis sies het contact tussen directies en personeel van gestichten enerzijds en de gedetineerden anderzijds zullen vergemakkelijken. „Zo'n commissie Is noodzakelijk voor de verbetering van de leefbaarheid In de gestichten. Zij is tevens een onderdeel van het streven de gedetineerde voor te bereiden op zijn terugkomst in de maatschappij. In het volle leven wordt tegen woordig overleg gepleegd in iedere gemeenschap, dus waarom niet in de gevange nis", zegt dr. J. van der Grient, plaatsvervangend hoofd van de directie gevange niswezen. Hij herhaalt hiermee woorden van de geestelijke vader van deze com missie drs. P. Allewijn. De instelling van een dergelijke commissie in de Scheveningse ge vangenis werd aangemoedigd, nadat daar In november een paar gedetineer den waren ontsnapt. De achtergebleve nen vermoedden strenge maatregelen voor de toekomst en wilden daarover met de directeur, T. Mouwen, praten. Luttele weken later was de commis sie geïnstalleerd en zorgde de maat schappelijk werker ervoor dat gevange nen en commissieleden wisten hoe het spel moest worden gespeeld. Uitgangspunt is steeds dat weder zijds begrip wordt gekweekt, zodat ook maatregelen die bij gedetineerden niet De generaal werd vorige maand 75 jaar. Hij heeft nooit geaaredz leklew jaar. Hij heeft nooit geaarzeld welke loopbaan hij zou kiezen. Zijn beide grootvaders en zijn vader waren be roepsofficier. Het was voor hem als achttienjarige vanzelfsprekend dat hij na de h.b.s. zich aanmeldde voor op leiding tot beroepsofficier. Hij haalde de hoogste rangen: was stafofficier bij Montgomery en bij de Nederlandse generale staf. In 1962 werd hij chef van de generale staf en twee jaar later militair commandant en voorzitter van de wetenschappelijke staf van de KMA. Toen de generaal beroepsofficier werd, in 1928, was dat een algemeen gerespecteerde keuze. Begrippen als vaderland, vlag en heldenmoed had den nog hun onaantastbare waarden. Zonder zichtbaar verlangen naar „die goeie ouwe tijd" zegt de generaal: „Wij^ waren minder materialistisch en meer idealistisch. De romantiek van het officierskorps had voor ons zeer reële betekenis". Dat behoort nu definitief tot het ver leden. Toch is er een stijgende belang stelling voor de opleiding aan de KMA. Per jaar kunnen er honderd vijf tig studenten worden geplaatst die een vier- of vijfjarige cursus op universi tair niveau volgen. Acht jaar geleden kreeg men dit aantal moeilijk bijeen. Er is toen overwogen om de eis van middelbare opleiding als basis te laten vallen. In de plaats daarvan heeft men toen het hele systeem en de in houd van de opleiding gereorgani seerd. De maatschappijvakken kregen een grotere plaats en men ging docen ten aantrekken die duidelijk niet over tuigd waren van de noodzaak van een leger. Hierdoor werd de opleiding veel kritischer. Het gevolg is dat thans jaarlijks een keuze kan worden ge maakt uit zo'n vijfhonderd aanmeldin gen. Waarom wil een jongen beroepsof ficier worden? De generaal beziet het nuchter: „De schommelende economische conjunc tuur maakt een vaste overheidsbaan met een goed inkomen aantrekkelijk. Het aantal dat zich uit een diep ge wortelde roeping aanmeldt, is niet hoog. Ook traditie is niet van overwegen de invloed. Ongeveer tien procent heeft een vader die beroepsmilitair is". Met welke argumenten ondersteunen de kandidaten hun keuze? „Met veelal zeer nuchtere argumen ten: geborgenheid, inkomen, sportief en afwisselend leven, hoge peil en breed heid van de opleiding, het werken met mensen in teamverband en het dragen van verantwoordelijkheid". doorgaans tegenover Hoe staan z(j het pacifisme? „Persoonlijk meen ik dat een be roepsofficier de beste pacifist is. Het bewaren van de vrede is helaas nog niet mogelijk zonder een machtseven wicht. Wij zorgen voor dat evenwicht Onze produktie is iedere dag een dag vrede. Ik betwijfel of de jongens die zich komen aanmelden, dit zo hebben beredeneerd. Ze praten wel veel over het pacifisme en velen worstelen er mee tijdens hun studie. Iets anders is of het pacifisme tevens anti-milita- risme inhoudt. Dan. kan men natuurlijk moeilijk beroepsofficier worden. Het komt voor dat tijdens de studie het vraagstuk pacifisme-beroepsmilitair aanleiding wordt dat de studie wordt afgebroken". Is de gezagskwestie ook niet een modern probleem? „Wie zich hier aanmeldt hecht door gaans een meer dan middelmatige waarde aan gezag en hiërarchie. Toch is er ook op dit gebied binnen het le ger veel veranderd. Het patriarchaat van vroeger is verdwenen. Het samen-werken met de groep staat centraal". Het leger beschermt toch een gege ven toestand. Is daardoor de beroeps officier niet per definitie conservatief ingesteld? „Bepaald niet. Ik ben beroepsofficier om de vrijheid te beschermen, maar dat betekent niet dat ik star zal vast houden aan alle vormen van déze vrij-, heid". Het leger beschermt toch de be staande en niet de komende samenle ving? „Daar ben ik het nadrukkelijk niet mee eens. Het leger is tegen revolutie, maar zeker niet tegen evolutie. Revo lutie verstoort echter de evolutie. Het leger kan dus worden beschouwd als het schild waarachter de samenleving zich naar nieuwe vormen kan ontwik kelen". U hebt gesproken over deugden die door bepaalde groepen niet meer zou den worden gewaardeerd. Welke groe pen bedoelde u? „De slappe, langharige klungels pp de hoeken van de straten die zelfs de schijn niet willen hebben van eerlijk heid en morele moed". Kan het niet zijn dat bepaalde deug den voor bepaalde groepen een andere inhoud hebben gekregen? Om het gesprek een tastbare duide lijkheid te geven, zoeken we naar een voorbeeld. We nemen het begrip zede lijke moed en samen komen we tot de volgende definitie: wanneer men zich uit overtuiging ter verdediging van een standpunt van de massa losmaakt en zich daardoor bijzonder kwetsbaar maakt. Hebben vele rebellen van deze tijd, die zich verzetten tegen de gevestigde samenleving, niet deze vorm van mo rele moed? „Ik ben bang dat er meer herrie schoppers dan principiële rebellen zijn". Moet de principiële rebel niet alle deugden hebben die u hebt opge somd „Ja en voor de overtuigde rebel heb ik respect. In dit licht bezien had ik het misschien wat genuanceerder moeten zeggen. Zo acht ik de motie ven van vele studenten die pleiten voor hervorming van het hoger on derwijs, hoog. Er zullen ook ongetwijfeld overtuig de provo's zijn geweest. Ik heb niet aan een speciaal aanwijsbare groep gedacht. Ik heb de groep loze herrie schoppers bedoeld". Ieder nieuw idee en Iedere nieu we stroming brengt loze meelopers voort, maar is de grote groep geruis loze ongeïnteresseerden in zijn on herkenbaarheid niet schadelijker voor de samenleving van morgen? „De lammeling is nooit interessant. Als hij passief is, loopt hij in elk ge val niet in de weg. Iedere echte jon gen is rebel in zijn jeugd. Dat is kost baar al moeten ze leren met het com promis te leven." De idealen van nu spreken de gro te massa minder aan dan de idealen van vroeger. Heeft de rebel het daar door niet zwaarder? „Ja, al pratende ga ik de groep steeds duidelijker zien. Wellicht zijn de huidige idealen te hoog voor de grote middengroep. Dat brengt voor de rebellen eenzaamheid". Zijn er specifieke officiersidealen? „Neen. Ik heb de geslaagden alge meen menselijke idealen vo eorhgou- meen menselijke idealen voorgehou den. Deze krijgen voor officieren wel een speciaal accent, alleen al omdat officieren in bijzondere mate verant woordelijk zijn voor groepen mensen in het leger". De generaal laat me het oude kasteel zien, waar in vroeger tijden Willem de Zwijger zijn dramatisch afscheid van het bedreigde vaderland nam en waar nu een zwembad en wetenschappelijke laboratoria staan tussen de wachttorentjes van weleer. „Wij willen de studenten hier een wetenschappelijk-kritische instelling bijbrengen en een groot gevoel voor eigen verantwoordelijkheid. Onze er varing is dat het geven van eigen verantwoordelijkheid veel doeltreffen der ls dan het opleggen van een ge dragspatroon van boven-af. Toen ik cadet was, wist een luitenant alles: Nu komen er cadetten die zeggen: „Generaal, met wat u daar beweert, ben ik het niet eens". Ik vind dat een zeer goede vooruitgang". Enkele dui zenden stu denten uit Praag trokken op 10 maart van dit jaar, twintig jaar na zijn dood, naar 't graf van Jan Masaryk, de eerste Tsjecho slowaakse minis ter van buiten landse zaken na de oorJog, en dat van diens vader, Tho mas Masaryk, de grondlegger van de republiek. Op de veertig kilome ter van Praag ge legen begraaf plaats legden de studenten een gro te krans en ont vouwden ze span doeken waarop stond: „Jan, we zullen je nooit vergeten" en „De waarheid zal zege vieren". De Sovjet-Unie en vier van haar trouwste volgelingen in Oost-Europa hebben op ondubbelzinnige w(jze laten blqken dat ze het politieke experiment in Tsjecho- Slowakjje afkeuren. Tot hier en geen stap verder lieten ze Praag weten in de veelbesproken brief die ze opstelden tijdens hun overleg te Warschau. Het experiment heeft nu lang genoeg geduurd. Het hele oostelijke blok dient een hechte gemeenschap van landen te blijven onder de centrale leiding van het Kremlin. De Sovjetrussische waarschuwing dreigt een abrupt einde te maken aan 'n koersverandering die in communistisch Oost-Europa haar weerga niet kent. Weliswaar gingen Albanië, Roemenië en Zuidslavië al eerder hun eigen weg, maar de omwenteling die zich voor doet in Tsjechoslowakije heeft een ge heel ander karakter. Op 10 april van dit jaar kondigden kranten, radio en televisie in Tsjecho slowakije de vorming aan van een nieu we regering en de opstelling van een nieuw actieprogramma van de commu nistische partij. Deze aankondiging be sloot de eerste fase van een ontwikke ling van vergaande politieke en sociale veranderingen. Die eerste fase was begonnen op 5 januari van dit jaar met de val van Antonin Novotny als eerste secretaris van de communistische partij, 'n sleu telpositie die werd overgenomen door Alexander Dubcek. Ruim twee maan den later, op 22 maart werd Novotny ook aan de kant gezet als president. Zijn opvolger in deze functie werd ge neraal Ludvik Svoboda. Deze gebeurtenissen en de plannen die de nieuwe leiders bekendmaakten wezen op een fundamentele verande ring van het Tsjechoslowaakse politie ke systeem. Het doel hiervan was, zo als duidelijk werd uit het nieuwe actie programma, een nieuwe marxistische samenleving te stichten. Socialisme en democratie moesten hierbij samengaan als gelijkwaardige „partners". Het was voor het eerst dat een Oosteuropees land op zo'n radicale wij ze probeerde te breken met de opvat ting dat socialisme en democratie el kaar niet verdragen. Een enkele maal eerder stak zo'n streven ook in andere landen achter het IJzeren Gordijn de kop op maar de logge partij bureaucra tie verlamde zulke pogingen al bij voor baat Al van 1956 af, het jaar van de door Russische tanks bloedig onderdrukte Hongaarse opstand, tekende zich in Oost-Europa een streven af naar meer vrijheid binnen de bestaande socialisti sche maatschappij. Men verlangde vooral naar meer waarborgen voor het leven en de persoonlijke vrijheid van iedere burger, ongekende dingen in de op stalinistische leest geschoeide poli tiestaat Even leek het erop dat ook het Krem lin speelde met zulke gedachten. In de 22ste Conferentie van de Russische communistische partij, in 1961, maak ten de Russische leiders bekend dat het einde van de klassestrijd in de commu nistische landen in zicht was. De „dic tatuur van het proletariaat" zou gaan deweg worden vervangen door de „staat van het gehele volk". De gedachte sloeg aan. In Tsjecho slowakije kwam dat onder andere tot uiting door het postume eerherstel van Rudolf Slansky. Slansky was voormali ge eerste secretaris van de communis tische partij. Na een showproces, waar in hij werd beschuldigd van spionage en hoogverraad, werd hij in 1952 ter dood gebracht Zijn opvolger was An tonin Novotny. Nadat elf jaar later ook een aantal medestanders van Slansky was gere habiliteerd werd de roep om hervor mingen op politiek en sociaal terrein steeds luider. Als gevolg daarvan nam de Tsjechoslowaakse Nationale Vergade ring een hele stapel nieuwe wetten aan, die achteraf echter hervormingen zon der werkelijke verandering bleken te bieden. Ze werden zonder mankeren van kracht, echter tegen de achtergrond van wat president Novotny noemde „een strijd tegen verscheidene libe rale krachten" voor „onbeperkte vrij heid voor iedereen". Maar de roep om veranderingen bleef klinken. Hij werd sterk geïnspi reerd door de Tsjechoslowaakse intel lectuelen en hij bereikte een hoogtepunt op het congres van de Tsjechoslowaak se schrijvers in juni vorig jaar en in de studentenbetogingen te Praag vier maanden later. Het Centrale Comité van de partij werd gedwongen zijn beleid aan te pas sen. Het kondigde een aantal hervor mingen aan waarvan de veranderingen in de leiding van de staat en de partij de eerste waren. Vervolgens maakte het Centrale Co mité zijn nieuwe actieprogramma be kend. Dit moest sociale en politieke activiteiten nieuw leven inblazen en op den duur moest hieruit een nieuwe fe derale grondwet groeien. Hierin lagen niet alleen waarborgen verankerd voor ieders persoonlijke vrijheid, maar te vens was voorzien in zelfbestuur voor de Slowaken en het recht op erkenning van nationale minderheden. De hervormingen zoals die in het ac tieprogramma waren neergelegd wa ren gebaseerd op de overtuiging dat de klassenstrijd bijna voorbij was en dat het nu tijd was onder leiding van de communistische partij een maatschap pij te stichten „voor allen door allen". Dit democratisch socialisme werd de grondslag voor de nieuwe grondwet. Enkele punten daaruit waren: 1. Het recht van vereniging en verga dering. Dit met het doel de oprichting mogelijk te maken van vrijwilligersor ganisaties, clubs en sociëteiten. Tot nog tóe beschouwde men zulke verenigin gen uitsluitend als schakels tussen de communistische partij en de bevolking. Hun enige doel was de partijpolitiek toe te lichten. 2. Vrijheid van meningsuiting, waar onder ook valt het recht van minderhe den om hun mening uit te dragen. Vooral de Tsjechoslowaakse kranten, radio en televisie hebben de afgelopen maanden van dit recht gebruik gemaakt, zoals nog nooit eerder werd vertoond in Welke maatregelen zij zullen of kun- een communistisch land. 3. Vrijheid van geweten en godsdienst. Aanhangers van een bepaalde gods dienst mochten loyaal deelnemen aan de „opbouw van een socialistische ge meenschap" en ze zouden op grond daarvan ook kunnen genieten van alle rechten die andere burgers hadden. De nieuwe Praagse leiders begonnen onder handelingen met het Vaticaan om de betrekkingen tussen kerk en staat te normaliseren. 4. Bewegingsvrijheid voor iedereen. Dit betekende niet alleen dat elke Tsje- choslowaak voortaan kon reizen waar heen hij wilde, maar ook dat hij zich desgewenst in het buitenland kon vesti gen. Als logisch gevolg hiervan begon men het IJzeren Gordijn (mijnenvel den en prikkeldraadversperringen langs de westelijke grens) op te ruimen. Nog talrijke andere artikelen maak ten duidelijk dat Dubcek en de zijnen ernst maakten met de opvatting dat het gehele Tsjechoslowaakse volk moet deelnemen aan de beslissingen, ook al gebeurt dat onder leiding van de partij. Ook al neemt de communistische par tij in laatste instantie de beslissing, het volk kan ervan overtuigd zijn dat de leiders van het land luisteren naar zijn stem. Een communistische leider die de de mocratie zover doorvoert is in de ogen van Moskou en andere Oosteuro- pese landen ongetwijfeld een lastig man. Zij beseffen wel degelijk dat Dub- ceks programma, dat bepaald subtieler is dan dat van bijvoorbeeld Zuidslavië of Roemenië, juist daardoor een grotere bedreiging vormt voor het communis tische systeem in Oost-Europa. Dat verklaart ook het feit dat ze Praag nu zonder meer de pin op de neus hebben gezet. Barsten of buigen, elke maatregelen zij zullen of kun nen treffen wanneer Dubcek het laat aankomen op een breuk valt moeilijk te voorspellen. Voorlopig wedt Moskou op de nog al tijd sterke Tsjechoslowaakse conserva tieven onder leiding van Novotny. In het buitengewone congres van de Tsjecho slowaakse communistische partij op 9 september zal blijken of Moskou goed heeft gewed. Maar hoe de gebeurtenissen in Tsjechoslowaktfe zich verder ook zullen voltrekken, een wezenlijke terugkeer naar het tjjdperk-Novotoy Itfkt wel voor altijd uitgesloten. Zelfs wanneer Dubcek en zijn vrienden zouden worden ge dwongen hun macht af te staan ten gunste van hun orthodoxe tegenstan ders. Zelfs dan nog zal de kiem die zij hebben gelegd op den duur vruchten af werpen. populair zijn door een grondige toe lichting aanvaardbaarder worden. Aan redelijke wensen van de honderdzestig Scheveningse gevangenen kan na over leg gehoor worden gegeven. De zes h acht leden van de com missie, onder wie los-werklieden, een enkele geroutineerde inbreker, een oud marine-officier en een stu dent komen eenmaal per week bij el kaar. Soms gebeurt dat in eigen „vrije tijd" als ze met elkaar de wensen wil len bespreken, soms samen met de maatschappelijk werker, die de schakel is tussen leiding en gedetineerde. „Wat vreemd keek ik kort voor Ko ninginnedag op toen het verzoek kwam de volksfeesten op te sieren met mast- klimmen", vertelt de directeur Mouwen van de Scheveningse strafgevangenis. Aarzelend gaf ik mijn toestemming op de binnenplaats van de gevangenis een zes meter hoge mast op te stellen. De commissie nam de volle verantwoor delijkheid op zich, meldden de gekoze nen nadrukkelijk". „Dat het feest niet door ging om dat de meerderheid' van de gevange nen liever wilde voetballen, doet aan het principiële van de zaak niets af. Het was duidelijk een geval van we derzijds vertrouwen en bovendien een goede stimulans voor het werk van de commissie". De heer Mouwen is bijzonder ingeno men met het experiment van drs. Alle wijn. Het experiment is overigens nog lang niet afgelopen en soms heeft het een moeizaam verloop. De wisseling van de commissieleden ls nogal groot. Niet alleen wordt elke drie zes maanden een nieuwe com missie gekozen, maar ook trekt een en kele maal een gekozene zich terug: soms uit eigen beweging, soms ook na aanmaning van zijn medegevangenen. De commissieleden hebben geen ge makkelijke taak op zich genomen. Het valt niet altijd mee wensen van de ge vangenen vervuld te krijgen, omdat de ze ook voor de veertig andere Neder landse gestichten gevolgen kunnen heb ben. Anderzijds is het niet eenvoudig voldoende geargumenteerd tijdens het werk in de gevangeniswerkplaatsen de „kiezers" te vertellen waarom iets nu net niet kan. Het heeft ook enige tijd gekost voor dat het gevangenispersoneel was ge wend aan de gewijzigde situatie. Nog niet zo heel lang geleden was een dia loog tussen leiding en gedetineerden in deze vorm uitgesloten. Langzaam be gint ook bij het personeel begrip te groeien voor de mogelijkheden van de commissie: „Het heeft geen enkele zin het elkaar onder het ene dak van de gevangenis moeilijker te maken dan het al is", meent de 59-jarige dr. J. van der Grient. Verbetering van de luchttijd, meer recreatiemogelijkheden en dergelijke staan doorgaans als voornaamste pun ten op de agenda. Vóór een verzoek naar de directie gaat, wordt uitgebreid met de maatschappelijk werker gespro ken, over de „haalbaarheid" van de wens. Ook al adviseert hij de commis sieleden afwijzend dan nog kan de com missie de wens proberen door te zet ten. Ook zonder dat het beslist noodzake lijk is, komt de commissie in actie. Dat was o.a. het geval toen een muziekge zelschap de Scheveningse gevangenis voor een uitvoering bezocht. „Ik had de gevangenen, die met een ontbloot bovenlijf hun luchtperiode doorbrachten, zonder meer kunnen be velen zich aan te kleden", zegt de heer Mouwen. „Dat behoort tot mijn be voegdheden. Veel eleganter en eigenlijk veel aantrekkelijker was het de com missie erbij te betrekken. Ze zorgde er feilloos voor met het argument dat ook in een gevangenis gasten op een nette wijze moeten worden ontvangen." Als de kinderziekten van dit experi ment zijn overwonnen, kan worden overwogen uitbreiding te geven aan de ondernemingsraden. „Wat in Scheve- ningen en Leeuwarden kan, is mis schien ook in de andere gestichten uit voerbaar. Het is een kwestie van duide lijk maken dat een gevangene de leef baarheid in een gesticht zelf aanzien lijk kan verbeteren en dat door samen spel tussen verscheidene groepen in een gevangenis veel positiefs kan worden bereikt", aldus een van de stellingen van drs. Allewijn. AMSTERDAM —Het Nederlandse hospitaalkerkschip „De Hoop", dat de vissersvloot bijstand verleent, heeft vorig jaar 255 patiënten behandeld. Aan boord werden in 1967 in totaal 131 kerkdiensten gehouden die door meer dan 2000 vissers bijgewoond werden, terwlij een groot aantal schepen via de radio meeluisterde. Bovendien heeft het schip verschillende keren tech nische hulp verleend aan zowel Neder landse als buitenlandse vissersschepen. Het hospitaal-kerkschip heeft dat jaar 23.000 mijl gevaren om hulp te verlenen. Het schip werd 821 maal om hulp gevraagd, waarvan het 39 keer schepen van buitenlandse nationaliteit betrof. In meer dan de helft van de gevallen waren adviezen per radio voldoende. Ook het merendeel van de patiënten kon na een behandeling aan boord weer terug naar hun schip. In 63 gevallen was opname in het hospitaal van „De Hoop" noodzakelijk, terwijl 38 patiënten voor verdere behandeling naar de wal gebracht moesten worden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 5