Generaal
A.V.
VAN
WALL
DEN
BAKE:
„Een beroepsofficier acht
ik de beste pacifist
Ook gevangenisgen
hebben thans een
„ondernemingsraad"
Tocht naar graf Masaryk was 't begin
Tsjechisch streven naar
vrijheid in kritieke fase
Veel Chinese
vluchtelingen
op Borneo
omgekomen
TOPPUNT VAN
EENVOUD
Nieuw offensief in
Vietnam verwacht
Ontvoerster van
staat in
fië terecht
baby
Belgi
Meer veiligheid
op tankschepen
gevraagd
EISENHOWER
STEUNT NIXON
B1
,De Hoop': in '67
255 patiënten
VAX EIS VOOR GEDETINEERDEN
TOELICHTING
GERESPECTEERD
BEROEPSOFFICIER
PACIFISME
CONSERVATIEF?
„HERRIESCHOPPERS"
EENZAAMHEID
VOORUITGANG
NA 1956
STUDENTENRELLEN
GRONDWET
LUISTEREN
„KIEZERS"
LUCHTTIJD
SAMENSPEL
ZATERDAG 20 JULI 1968
ALDUS SPRAK GENERAAL A. V. VAN DEN WALL BAKE ALS
GOUVERNEUR VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE
IN BREDA. TOEN ONLANGS EEN AANTAL KADETTEN HET
DIPLOMA VAN DE K.M.A. ONTVINGEN:
„Het moet voor u een wonderlijke gewaarwording zijn hier nu te staan. Vier
jaar lang hebt u toegeleefd naar dit moment En nu is de spanning wegge
vallen, de inspanning beloond. Alle examens zijn afgelegd en zo dadelijk zult
u het diploma als bewijs van uw succes ontvangen. Met dit succes wens ik u,
ook uit naam van allen die hier rond u verenigd zijn, van harte geluk. Voor
u is dit geen moment van terugzien. U staat nog wel front naar het oude
kasteel, maar gevoelsmatig hebt u het al zonder weemoed de rug toegekeerd.
U kijkt vol verwachting en vertrouwen naar de toekomst. Vergist u zich niet:
de toekomst is nooit zo mooi als hij lijkt op een afstand. Teleurstellingen zul
len u in uw carrière niet bespaard blijven. Dit is 'n voorspelling die men immer
kan doen. Maar daarbij komt dat ge officier wordt in een tijd waarin dat be
roep zich bepaald niet mag verheugen in een grote waardering. U zult gecon
fronteerd worden met het feit dat een groeiend deel van ons volk in naam
van vrede en vrijheid zich keert tegen het apparaat dat tot taak heeft de
vrede te handhaven en de vrijheid te beschermen.
Dit alles zal een grote wissel trekken op uw standvastigheid, op de kracht
van uw Idealen. En zelfs die idealen schijnen in de huidige samenleving te
devalueren. Zelfs het aanprijzen van eigenschappen als trouw, eerlijkheid mo
rele moed, zelftucht, eerbied voor de medemens, stempelt iemand heden ten
dage in bepaalde kringen al tot reactionair. Welnu, laten wij dan in d i e zin
overtuigd reactionair zi)n!M
DJAKARTA Ongeveer 1800 Chine
se vluchtelingen zijn in de loop van het
laatste half jaar omgekomen in overbe
volkte kampen langs de kust van de
Indonesische provincie West-Borneo,
voornamelijk tengevolge van tropische
ziekten, zo heeft een woordvoerder van
het Indonesische Rode Kruis vrijdag
meegedeeld.
Uit Djakarta en andere gebieden zijn
medicamenten, levensmiddelen en een
groep van zes artsen naar de kampen
gestuurd, waardoor de toestand van de
vluchtelingen is verbeterd, aldus de
woordvoerder.
Vorig jaar ontvluchtten meer dan
50.000 Chinezen uit het binnenland van
West-Borneo hun woonplaatsen, nadat
Dajaks meer dan honderd Chinezen
hadden vermoord.
DA NANG De Amerikaanse mili
taire leiders in Viëtnam verwachten
nog deze maand een derde offensief van
de Noordviëtnamese troepen in het
land, zo heeft de Amerikaanse minister
van Defensie Clark Clifford gisteren in
Da Nang gezegd.
Clifford heeft in Da Nang overleg ge
voerd met de Amerikaanse comman
danten in de noordelijke provincies. Zij
hadden hem erop gewezen, dat de hui
dige luwte in de strijd in de noordelij
ke provincies slechts een stilte voor de
storm is. „Sommige Noordviëtnamese
divisies zijn ten noorden van de gede
militariseerde zone teruggetrokken om
opnieuw uitgerust te worden", aldus de
minister.
BREDA De Bredase officier van
Justitie, mr. E. C. G. Bauwens, heeft
Maria H., de zeventienjarige Belgi
sche ontvoerster van de Zundertse ba-
bij Saskia van Ostaaijen, overgegeven
aan de procureur des Konings in Leu
ven.
In Nederland is het de gewoonte om
kinderzaken niet te behandelen in het
arrondissement waar de arrestatie is
geschied, maar in dat waar de ver
dachte woont.
In Breda heeft Maria H. de ontvoe
ring bekend.
DEN HAAG Het Tweede-Kamer
lid A. G. van der Spek (pac. soc.) is
van mening dat de wettelijke en ande
re veiligheidsvoorzieningen aan boord
van tankschepen onvoldoende zijn. Hij
vraagt minister Roolvink (Sociale Za
ken en Volksgezondheid) of het moge
lijk is maatregelen te treffen die de
veiligheid bevorderen.
Ook wil het Kamerlid weten of de re
sultaten van het onderzoek naar de oor
zaak van de explosie aan boord van het
Panamese tankschip Agua Clara op
12 juli in Schiedam bekend zullen wor
den gemaakt.
WASHINGTON De Ameri
kaanse oud-president Dwight Eisenho
wer heeft gisteren officieel zijn steun
toegezegd aan Richard Nixon, een van
de Republikeinse kandidaten voor het
amerikaanse presidentschap. Richard
Nixon was vice-president onder Eisen
hower van 1953 tot 1961.
De 77-jarige Eisenhower deed zijn
toezegging gisteren in het Walter Reed
ziekenhuis in de Amerikaanse hoofd
stad Washington, waar hij herstelt van
zijn jongste hartaanval. De steun van
de nog altijd populaire Eisenhower
wordt als een belangrijke factor in de
strijd om de Republikeinse nominatie
voor het presidentschap gezien.
REDA De generaal blijkt bij nadere kennismaking niet de klassieke
houwdegen te zijn. Niet alleen komt de afspraak met hem verbluffend
snel tot stand, ook in zijn „burcht" de Koninklijke Militaire Academie in
Breda ontpopt hij zich als een zeer geoefend causeur die de eigen ideeën
niet absoluut stelt.
De devaluatie van het aanzien van het beroepsleger is voor de generaal een
probleem dat met weloverwogen ernst wordt benaderd: „Steeds meer groepen,
zoals bijvoorbeeld de kerken, gaan zich gereserveerd opstellen. Het is een feit
waarmee we rekening moeten houden, want vele van deze groepen handelen
uit zeer eervolle motieven".
mmm
KOPENHAGEN Dit moet de meest
simpele vreatie van het jaar zijn: een
„zak" met elastisch koord aan beide ein
den. Het meisje hult zich in het textiel,
bindt boven- en onderzijde dicht en heeft
een lang gewaad. Wil zij kort dragen dan
gaat de onderkant van de zak naar de
taille en weer is een nieuwe japon gebo
ren.
T"VEN HAAG De gevangenissen van Leeuwarden en Den Haag hebben
L' sinds enige tijd een soort „ondernemingsraad", die is samengesteld uit
door gedetineerden schriftelijk gekozen leden. Het zijn commissies. Het hoofd
van de directie gevangeniswezen, drs. P. Allewijn, verwacht dat deze commis
sies het contact tussen directies en personeel van gestichten enerzijds en de
gedetineerden anderzijds zullen vergemakkelijken.
„Zo'n commissie Is noodzakelijk voor de verbetering van de leefbaarheid In de
gestichten. Zij is tevens een onderdeel van het streven de gedetineerde voor te
bereiden op zijn terugkomst in de maatschappij. In het volle leven wordt tegen
woordig overleg gepleegd in iedere gemeenschap, dus waarom niet in de gevange
nis", zegt dr. J. van der Grient, plaatsvervangend hoofd van de directie gevange
niswezen. Hij herhaalt hiermee woorden van de geestelijke vader van deze com
missie drs. P. Allewijn.
De instelling van een dergelijke
commissie in de Scheveningse ge
vangenis werd aangemoedigd, nadat
daar In november een paar gedetineer
den waren ontsnapt. De achtergebleve
nen vermoedden strenge maatregelen
voor de toekomst en wilden daarover
met de directeur, T. Mouwen, praten.
Luttele weken later was de commis
sie geïnstalleerd en zorgde de maat
schappelijk werker ervoor dat gevange
nen en commissieleden wisten hoe het
spel moest worden gespeeld.
Uitgangspunt is steeds dat weder
zijds begrip wordt gekweekt, zodat ook
maatregelen die bij gedetineerden niet
De generaal werd vorige maand 75
jaar. Hij heeft nooit geaaredz leklew
jaar. Hij heeft nooit geaarzeld welke
loopbaan hij zou kiezen. Zijn beide
grootvaders en zijn vader waren be
roepsofficier. Het was voor hem als
achttienjarige vanzelfsprekend dat hij
na de h.b.s. zich aanmeldde voor op
leiding tot beroepsofficier.
Hij haalde de hoogste rangen: was
stafofficier bij Montgomery en bij de
Nederlandse generale staf. In 1962
werd hij chef van de generale staf en
twee jaar later militair commandant
en voorzitter van de wetenschappelijke
staf van de KMA.
Toen de generaal beroepsofficier
werd, in 1928, was dat een algemeen
gerespecteerde keuze. Begrippen als
vaderland, vlag en heldenmoed had
den nog hun onaantastbare waarden.
Zonder zichtbaar verlangen naar „die
goeie ouwe tijd" zegt de generaal:
„Wij^ waren minder materialistisch en
meer idealistisch. De romantiek van
het officierskorps had voor ons zeer
reële betekenis".
Dat behoort nu definitief tot het ver
leden. Toch is er een stijgende belang
stelling voor de opleiding aan de
KMA. Per jaar kunnen er honderd vijf
tig studenten worden geplaatst die een
vier- of vijfjarige cursus op universi
tair niveau volgen. Acht jaar geleden
kreeg men dit aantal moeilijk bijeen.
Er is toen overwogen om de eis van
middelbare opleiding als basis te laten
vallen. In de plaats daarvan heeft
men toen het hele systeem en de in
houd van de opleiding gereorgani
seerd. De maatschappijvakken kregen
een grotere plaats en men ging docen
ten aantrekken die duidelijk niet over
tuigd waren van de noodzaak van een
leger. Hierdoor werd de opleiding veel
kritischer. Het gevolg is dat thans
jaarlijks een keuze kan worden ge
maakt uit zo'n vijfhonderd aanmeldin
gen.
Waarom wil een jongen beroepsof
ficier worden?
De generaal beziet het nuchter: „De
schommelende economische conjunc
tuur maakt een vaste overheidsbaan
met een goed inkomen aantrekkelijk.
Het aantal dat zich uit een diep ge
wortelde roeping aanmeldt, is niet hoog.
Ook traditie is niet van overwegen
de invloed. Ongeveer tien procent heeft
een vader die beroepsmilitair is".
Met welke argumenten ondersteunen
de kandidaten hun keuze?
„Met veelal zeer nuchtere argumen
ten: geborgenheid, inkomen, sportief en
afwisselend leven, hoge peil en breed
heid van de opleiding, het werken met
mensen in teamverband en het dragen
van verantwoordelijkheid".
doorgaans tegenover
Hoe staan z(j
het pacifisme?
„Persoonlijk meen ik dat een be
roepsofficier de beste pacifist is. Het
bewaren van de vrede is helaas nog
niet mogelijk zonder een machtseven
wicht. Wij zorgen voor dat evenwicht
Onze produktie is iedere dag een dag
vrede. Ik betwijfel of de jongens die
zich komen aanmelden, dit zo hebben
beredeneerd. Ze praten wel veel over
het pacifisme en velen worstelen er
mee tijdens hun studie. Iets anders
is of het pacifisme tevens anti-milita-
risme inhoudt. Dan. kan men natuurlijk
moeilijk beroepsofficier worden. Het
komt voor dat tijdens de studie het
vraagstuk pacifisme-beroepsmilitair
aanleiding wordt dat de studie wordt
afgebroken".
Is de gezagskwestie ook niet een
modern probleem?
„Wie zich hier aanmeldt hecht door
gaans een meer dan middelmatige
waarde aan gezag en hiërarchie. Toch
is er ook op dit gebied binnen het le
ger veel veranderd. Het patriarchaat
van vroeger is verdwenen.
Het samen-werken met de groep
staat centraal".
Het leger beschermt toch een gege
ven toestand. Is daardoor de beroeps
officier niet per definitie conservatief
ingesteld?
„Bepaald niet. Ik ben beroepsofficier
om de vrijheid te beschermen, maar
dat betekent niet dat ik star zal vast
houden aan alle vormen van déze vrij-,
heid".
Het leger beschermt toch de be
staande en niet de komende samenle
ving?
„Daar ben ik het nadrukkelijk niet
mee eens. Het leger is tegen revolutie,
maar zeker niet tegen evolutie. Revo
lutie verstoort echter de evolutie. Het
leger kan dus worden beschouwd als
het schild waarachter de samenleving
zich naar nieuwe vormen kan ontwik
kelen".
U hebt gesproken over deugden die
door bepaalde groepen niet meer zou
den worden gewaardeerd. Welke groe
pen bedoelde u?
„De slappe, langharige klungels pp
de hoeken van de straten die zelfs de
schijn niet willen hebben van eerlijk
heid en morele moed".
Kan het niet zijn dat bepaalde deug
den voor bepaalde groepen een andere
inhoud hebben gekregen?
Om het gesprek een tastbare duide
lijkheid te geven, zoeken we naar een
voorbeeld. We nemen het begrip zede
lijke moed en samen komen we tot de
volgende definitie: wanneer men zich
uit overtuiging ter verdediging van een
standpunt van de massa losmaakt en
zich daardoor bijzonder kwetsbaar
maakt.
Hebben vele rebellen van deze tijd,
die zich verzetten tegen de gevestigde
samenleving, niet deze vorm van mo
rele moed?
„Ik ben bang dat er meer herrie
schoppers dan principiële rebellen
zijn".
Moet de principiële rebel niet alle
deugden hebben die u hebt opge
somd
„Ja en voor de overtuigde rebel
heb ik respect. In dit licht bezien had
ik het misschien wat genuanceerder
moeten zeggen. Zo acht ik de motie
ven van vele studenten die pleiten
voor hervorming van het hoger on
derwijs, hoog.
Er zullen ook ongetwijfeld overtuig
de provo's zijn geweest. Ik heb niet
aan een speciaal aanwijsbare groep
gedacht. Ik heb de groep loze herrie
schoppers bedoeld".
Ieder nieuw idee en Iedere nieu
we stroming brengt loze meelopers
voort, maar is de grote groep geruis
loze ongeïnteresseerden in zijn on
herkenbaarheid niet schadelijker voor
de samenleving van morgen?
„De lammeling is nooit interessant.
Als hij passief is, loopt hij in elk ge
val niet in de weg. Iedere echte jon
gen is rebel in zijn jeugd. Dat is kost
baar al moeten ze leren met het com
promis te leven."
De idealen van nu spreken de gro
te massa minder aan dan de idealen
van vroeger. Heeft de rebel het daar
door niet zwaarder?
„Ja, al pratende ga ik de groep
steeds duidelijker zien. Wellicht zijn
de huidige idealen te hoog voor de
grote middengroep. Dat brengt voor
de rebellen eenzaamheid".
Zijn er specifieke officiersidealen?
„Neen. Ik heb de geslaagden alge
meen menselijke idealen vo eorhgou-
meen menselijke idealen voorgehou
den. Deze krijgen voor officieren wel
een speciaal accent, alleen al omdat
officieren in bijzondere mate verant
woordelijk zijn voor groepen mensen
in het leger".
De generaal laat me het oude
kasteel zien, waar in vroeger tijden
Willem de Zwijger zijn dramatisch
afscheid van het bedreigde vaderland
nam en waar nu een zwembad en
wetenschappelijke laboratoria staan
tussen de wachttorentjes van weleer.
„Wij willen de studenten hier een
wetenschappelijk-kritische instelling
bijbrengen en een groot gevoel voor
eigen verantwoordelijkheid. Onze er
varing is dat het geven van eigen
verantwoordelijkheid veel doeltreffen
der ls dan het opleggen van een ge
dragspatroon van boven-af. Toen ik
cadet was, wist een luitenant alles:
Nu komen er cadetten die zeggen:
„Generaal, met wat u daar beweert,
ben ik het niet eens". Ik vind dat een
zeer goede vooruitgang".
Enkele dui
zenden stu
denten uit Praag
trokken op 10
maart van dit jaar,
twintig jaar na zijn
dood, naar 't graf
van Jan Masaryk,
de eerste Tsjecho
slowaakse minis
ter van buiten
landse zaken na de
oorJog, en dat van
diens vader, Tho
mas Masaryk, de
grondlegger van
de republiek. Op
de veertig kilome
ter van Praag ge
legen begraaf
plaats legden de
studenten een gro
te krans en ont
vouwden ze span
doeken waarop
stond: „Jan, we
zullen je nooit
vergeten" en „De
waarheid zal zege
vieren".
De Sovjet-Unie en vier van haar trouwste volgelingen in Oost-Europa hebben op
ondubbelzinnige w(jze laten blqken dat ze het politieke experiment in Tsjecho-
Slowakjje afkeuren.
Tot hier en geen stap verder lieten ze Praag weten in de veelbesproken brief die
ze opstelden tijdens hun overleg te Warschau. Het experiment heeft nu lang
genoeg geduurd. Het hele oostelijke blok dient een hechte gemeenschap van
landen te blijven onder de centrale leiding van het Kremlin.
De Sovjetrussische waarschuwing
dreigt een abrupt einde te maken aan 'n
koersverandering die in communistisch
Oost-Europa haar weerga niet kent.
Weliswaar gingen Albanië, Roemenië
en Zuidslavië al eerder hun eigen weg,
maar de omwenteling die zich voor
doet in Tsjechoslowakije heeft een ge
heel ander karakter.
Op 10 april van dit jaar kondigden
kranten, radio en televisie in Tsjecho
slowakije de vorming aan van een nieu
we regering en de opstelling van een
nieuw actieprogramma van de commu
nistische partij. Deze aankondiging be
sloot de eerste fase van een ontwikke
ling van vergaande politieke en sociale
veranderingen.
Die eerste fase was begonnen op 5
januari van dit jaar met de val van
Antonin Novotny als eerste secretaris
van de communistische partij, 'n sleu
telpositie die werd overgenomen door
Alexander Dubcek. Ruim twee maan
den later, op 22 maart werd Novotny
ook aan de kant gezet als president.
Zijn opvolger in deze functie werd ge
neraal Ludvik Svoboda.
Deze gebeurtenissen en de plannen
die de nieuwe leiders bekendmaakten
wezen op een fundamentele verande
ring van het Tsjechoslowaakse politie
ke systeem. Het doel hiervan was, zo
als duidelijk werd uit het nieuwe actie
programma, een nieuwe marxistische
samenleving te stichten. Socialisme en
democratie moesten hierbij samengaan
als gelijkwaardige „partners".
Het was voor het eerst dat een
Oosteuropees land op zo'n radicale wij
ze probeerde te breken met de opvat
ting dat socialisme en democratie el
kaar niet verdragen. Een enkele maal
eerder stak zo'n streven ook in andere
landen achter het IJzeren Gordijn de
kop op maar de logge partij bureaucra
tie verlamde zulke pogingen al bij voor
baat
Al van 1956 af, het jaar van de door
Russische tanks bloedig onderdrukte
Hongaarse opstand, tekende zich in
Oost-Europa een streven af naar meer
vrijheid binnen de bestaande socialisti
sche maatschappij. Men verlangde
vooral naar meer waarborgen voor het
leven en de persoonlijke vrijheid van
iedere burger, ongekende dingen in de
op stalinistische leest geschoeide poli
tiestaat
Even leek het erop dat ook het Krem
lin speelde met zulke gedachten. In de
22ste Conferentie van de Russische
communistische partij, in 1961, maak
ten de Russische leiders bekend dat het
einde van de klassestrijd in de commu
nistische landen in zicht was. De „dic
tatuur van het proletariaat" zou gaan
deweg worden vervangen door de
„staat van het gehele volk".
De gedachte sloeg aan. In Tsjecho
slowakije kwam dat onder andere tot
uiting door het postume eerherstel van
Rudolf Slansky. Slansky was voormali
ge eerste secretaris van de communis
tische partij. Na een showproces, waar
in hij werd beschuldigd van spionage
en hoogverraad, werd hij in 1952 ter
dood gebracht Zijn opvolger was An
tonin Novotny.
Nadat elf jaar later ook een aantal
medestanders van Slansky was gere
habiliteerd werd de roep om hervor
mingen op politiek en sociaal terrein
steeds luider. Als gevolg daarvan nam
de Tsjechoslowaakse Nationale Vergade
ring een hele stapel nieuwe wetten aan,
die achteraf echter hervormingen zon
der werkelijke verandering bleken te
bieden.
Ze werden zonder mankeren van
kracht, echter tegen de achtergrond
van wat president Novotny noemde
„een strijd tegen verscheidene libe
rale krachten" voor „onbeperkte vrij
heid voor iedereen".
Maar de roep om veranderingen
bleef klinken. Hij werd sterk geïnspi
reerd door de Tsjechoslowaakse intel
lectuelen en hij bereikte een hoogtepunt
op het congres van de Tsjechoslowaak
se schrijvers in juni vorig jaar en in de
studentenbetogingen te Praag vier
maanden later.
Het Centrale Comité van de partij
werd gedwongen zijn beleid aan te pas
sen. Het kondigde een aantal hervor
mingen aan waarvan de veranderingen
in de leiding van de staat en de partij
de eerste waren.
Vervolgens maakte het Centrale Co
mité zijn nieuwe actieprogramma be
kend. Dit moest sociale en politieke
activiteiten nieuw leven inblazen en op
den duur moest hieruit een nieuwe fe
derale grondwet groeien. Hierin lagen
niet alleen waarborgen verankerd voor
ieders persoonlijke vrijheid, maar te
vens was voorzien in zelfbestuur voor
de Slowaken en het recht op erkenning
van nationale minderheden.
De hervormingen zoals die in het ac
tieprogramma waren neergelegd wa
ren gebaseerd op de overtuiging dat de
klassenstrijd bijna voorbij was en dat
het nu tijd was onder leiding van de
communistische partij een maatschap
pij te stichten „voor allen door allen".
Dit democratisch socialisme werd de
grondslag voor de nieuwe grondwet.
Enkele punten daaruit waren:
1. Het recht van vereniging en verga
dering. Dit met het doel de oprichting
mogelijk te maken van vrijwilligersor
ganisaties, clubs en sociëteiten. Tot nog
tóe beschouwde men zulke verenigin
gen uitsluitend als schakels tussen de
communistische partij en de bevolking.
Hun enige doel was de partijpolitiek
toe te lichten.
2. Vrijheid van meningsuiting, waar
onder ook valt het recht van minderhe
den om hun mening uit te dragen.
Vooral de Tsjechoslowaakse kranten,
radio en televisie hebben de afgelopen
maanden van dit recht gebruik gemaakt,
zoals nog nooit eerder werd vertoond in
Welke maatregelen zij zullen of kun-
een communistisch land.
3. Vrijheid van geweten en godsdienst.
Aanhangers van een bepaalde gods
dienst mochten loyaal deelnemen aan
de „opbouw van een socialistische ge
meenschap" en ze zouden op grond
daarvan ook kunnen genieten van alle
rechten die andere burgers hadden. De
nieuwe Praagse leiders begonnen onder
handelingen met het Vaticaan om de
betrekkingen tussen kerk en staat te
normaliseren.
4. Bewegingsvrijheid voor iedereen.
Dit betekende niet alleen dat elke Tsje-
choslowaak voortaan kon reizen waar
heen hij wilde, maar ook dat hij zich
desgewenst in het buitenland kon vesti
gen. Als logisch gevolg hiervan begon
men het IJzeren Gordijn (mijnenvel
den en prikkeldraadversperringen langs
de westelijke grens) op te ruimen.
Nog talrijke andere artikelen maak
ten duidelijk dat Dubcek en de zijnen
ernst maakten met de opvatting dat
het gehele Tsjechoslowaakse volk moet
deelnemen aan de beslissingen, ook al
gebeurt dat onder leiding van de partij.
Ook al neemt de communistische par
tij in laatste instantie de beslissing,
het volk kan ervan overtuigd zijn dat
de leiders van het land luisteren naar
zijn stem.
Een communistische leider die de de
mocratie zover doorvoert is in de ogen
van Moskou en andere Oosteuro-
pese landen ongetwijfeld een lastig
man. Zij beseffen wel degelijk dat Dub-
ceks programma, dat bepaald subtieler
is dan dat van bijvoorbeeld Zuidslavië
of Roemenië, juist daardoor een grotere
bedreiging vormt voor het communis
tische systeem in Oost-Europa.
Dat verklaart ook het feit dat ze
Praag nu zonder meer de pin op de
neus hebben gezet. Barsten of buigen,
elke maatregelen zij zullen of kun
nen treffen wanneer Dubcek het laat
aankomen op een breuk valt moeilijk
te voorspellen.
Voorlopig wedt Moskou op de nog al
tijd sterke Tsjechoslowaakse conserva
tieven onder leiding van Novotny. In het
buitengewone congres van de Tsjecho
slowaakse communistische partij op 9
september zal blijken of Moskou goed
heeft gewed.
Maar hoe de gebeurtenissen in
Tsjechoslowaktfe zich verder ook zullen
voltrekken, een wezenlijke terugkeer
naar het tjjdperk-Novotoy Itfkt wel voor
altijd uitgesloten. Zelfs wanneer Dubcek
en zijn vrienden zouden worden ge
dwongen hun macht af te staan ten
gunste van hun orthodoxe tegenstan
ders. Zelfs dan nog zal de kiem die zij
hebben gelegd op den duur vruchten af
werpen.
populair zijn door een grondige toe
lichting aanvaardbaarder worden. Aan
redelijke wensen van de honderdzestig
Scheveningse gevangenen kan na over
leg gehoor worden gegeven.
De zes h acht leden van de com
missie, onder wie los-werklieden,
een enkele geroutineerde inbreker,
een oud marine-officier en een stu
dent komen eenmaal per week bij el
kaar. Soms gebeurt dat in eigen „vrije
tijd" als ze met elkaar de wensen wil
len bespreken, soms samen met de
maatschappelijk werker, die de schakel
is tussen leiding en gedetineerde.
„Wat vreemd keek ik kort voor Ko
ninginnedag op toen het verzoek kwam
de volksfeesten op te sieren met mast-
klimmen", vertelt de directeur Mouwen
van de Scheveningse strafgevangenis.
Aarzelend gaf ik mijn toestemming
op de binnenplaats van de gevangenis
een zes meter hoge mast op te stellen.
De commissie nam de volle verantwoor
delijkheid op zich, meldden de gekoze
nen nadrukkelijk".
„Dat het feest niet door ging om
dat de meerderheid' van de gevange
nen liever wilde voetballen, doet
aan het principiële van de zaak niets
af. Het was duidelijk een geval van we
derzijds vertrouwen en bovendien een
goede stimulans voor het werk van de
commissie".
De heer Mouwen is bijzonder ingeno
men met het experiment van drs. Alle
wijn. Het experiment is overigens nog
lang niet afgelopen en soms heeft het
een moeizaam verloop.
De wisseling van de commissieleden
ls nogal groot. Niet alleen wordt elke
drie zes maanden een nieuwe com
missie gekozen, maar ook trekt een en
kele maal een gekozene zich terug:
soms uit eigen beweging, soms ook na
aanmaning van zijn medegevangenen.
De commissieleden hebben geen ge
makkelijke taak op zich genomen. Het
valt niet altijd mee wensen van de ge
vangenen vervuld te krijgen, omdat de
ze ook voor de veertig andere Neder
landse gestichten gevolgen kunnen heb
ben. Anderzijds is het niet eenvoudig
voldoende geargumenteerd tijdens het
werk in de gevangeniswerkplaatsen de
„kiezers" te vertellen waarom iets nu
net niet kan.
Het heeft ook enige tijd gekost voor
dat het gevangenispersoneel was ge
wend aan de gewijzigde situatie. Nog
niet zo heel lang geleden was een dia
loog tussen leiding en gedetineerden in
deze vorm uitgesloten. Langzaam be
gint ook bij het personeel begrip te
groeien voor de mogelijkheden van de
commissie:
„Het heeft geen enkele zin het elkaar
onder het ene dak van de gevangenis
moeilijker te maken dan het al is",
meent de 59-jarige dr. J. van der
Grient.
Verbetering van de luchttijd, meer
recreatiemogelijkheden en dergelijke
staan doorgaans als voornaamste pun
ten op de agenda. Vóór een verzoek
naar de directie gaat, wordt uitgebreid
met de maatschappelijk werker gespro
ken, over de „haalbaarheid" van de
wens. Ook al adviseert hij de commis
sieleden afwijzend dan nog kan de com
missie de wens proberen door te zet
ten.
Ook zonder dat het beslist noodzake
lijk is, komt de commissie in actie. Dat
was o.a. het geval toen een muziekge
zelschap de Scheveningse gevangenis
voor een uitvoering bezocht.
„Ik had de gevangenen, die met een
ontbloot bovenlijf hun luchtperiode
doorbrachten, zonder meer kunnen be
velen zich aan te kleden", zegt de heer
Mouwen. „Dat behoort tot mijn be
voegdheden. Veel eleganter en eigenlijk
veel aantrekkelijker was het de com
missie erbij te betrekken. Ze zorgde
er feilloos voor met het argument dat
ook in een gevangenis gasten op een
nette wijze moeten worden ontvangen."
Als de kinderziekten van dit experi
ment zijn overwonnen, kan worden
overwogen uitbreiding te geven aan de
ondernemingsraden. „Wat in Scheve-
ningen en Leeuwarden kan, is mis
schien ook in de andere gestichten uit
voerbaar. Het is een kwestie van duide
lijk maken dat een gevangene de leef
baarheid in een gesticht zelf aanzien
lijk kan verbeteren en dat door samen
spel tussen verscheidene groepen in een
gevangenis veel positiefs kan worden
bereikt", aldus een van de stellingen
van drs. Allewijn.
AMSTERDAM —Het Nederlandse
hospitaalkerkschip „De Hoop", dat de
vissersvloot bijstand verleent, heeft
vorig jaar 255 patiënten behandeld.
Aan boord werden in 1967 in totaal 131
kerkdiensten gehouden die door meer
dan 2000 vissers bijgewoond werden,
terwlij een groot aantal schepen via
de radio meeluisterde. Bovendien heeft
het schip verschillende keren tech
nische hulp verleend aan zowel Neder
landse als buitenlandse vissersschepen.
Het hospitaal-kerkschip heeft dat
jaar 23.000 mijl gevaren om hulp te
verlenen. Het schip werd 821 maal om
hulp gevraagd, waarvan het 39 keer
schepen van buitenlandse nationaliteit
betrof. In meer dan de helft van de
gevallen waren adviezen per radio
voldoende. Ook het merendeel van de
patiënten kon na een behandeling aan
boord weer terug naar hun schip. In 63
gevallen was opname in het hospitaal
van „De Hoop" noodzakelijk, terwijl
38 patiënten voor verdere behandeling
naar de wal gebracht moesten worden.