Het Veenendaalse paradijs met de vreemde naam Een schim van wat het vroeger was door ADRIAAN P. DE KLEUVER Hinderwet Veiling Septer Tiel VEILING RESTEREN Excursie naar het Egelmeer Orkest Minnaars Petrolie Glorie Potlood Plaag BEKENDMAKING Pagina 5 DINSDAG 23 JULI 1968 DE HEL IS OORD VAN GROTE SCHOONHEID, MAAR HET IS EEN VERBODEN GEBIED „Adriaan Pé", zo zei laatst een goeie kennis, „wedden dat je het niet vQor el kaar bokst een artikel over onkruid te schrijven". „Nou", zo repliceerde ik, „laten wij er niet om wedden, maar laat ik het doen". De goede man was •tomverbaasd! Over brandnetels en zo? Ja, ook daarover en over nog véél meer dat de boer uit zijn akkers weert en dat u niet in uw tuin wenst. En gelijk hebt u, want ik laat alles maar groeien en wie in mijn tuin komt slaat de handen ineen over de rotzooi en dan laat ik ze maar kletsen. Ik heb een stukje écht oerbos waar de biotoopslachtoffers van een zekere uie-school ieder jaar op nieuw het oog op laten vallen. Het „onkruid" waarover ik voor U ga schrijven was in feite het enige dat pakweg 1450 rond Veenendaal groeide. Toen lag onze kerkheuvel „in 't wilde velt" en van die duizenden en nog eens duizenden hectaren woeste gronden res ten in ons goede oudé Veenendaal nog slechts het plassengebied de Hel en de moeraslanden van de Blauwe Hel. En dat laatste is een wereld van onkriiid in de ogen van jedere begerige boer. Oh, ik neem het onze hardzwoegende boeren niet kwalijk dat ze redeneren, dat op de Blauwe Hel wel twee gezin nen een flinke boterham konden verdie nen; als... Maar het is een natuurreser vaat en daar is niets aan te verande ren. Bovendien is het een terrein dat er uitsluitend voor wetenschappelijke doeleinden ligt. Alles wat mens en dier niet eten kan of wil is onkruid. En tóch kan dat on kruid in het landschap een schoonheids functie vervullen. Wat zou een koren veld zijn zonder de hemelsblauwe ko renbloemen? En hebt U een paar jaar geleden de duizenden klaprozen langs de Wageningselaan gezien? Altijd heb ben de natuurpoëten het over *t voge lenkoor en de nachtegaal. Of over de blijde lenteroep van de koekoek. Maar de bloemen vormen ook een orkest. Ja, in het Woord staat iets over de lelies op het veld, die heerlijker zijn dan Sa lomo in al zijn pracht en praal geweest is. Er staat ook iets over de broze staat van zo'n veldbloem. Krachtloos en teer. En tóch! Met hoeveel liefde schreef de dichter in het schoonste boek dat ooit geschreven is over de wilde flora. Je zou oren moeten hebben om het gras te horen groeien; het openbarsten van de lenteknoppen te horen, de gouden kla roenstoot moeten kunnen opvangen als alle paardebloemen zich openen; de frêle vioolstreek moeten kunnen be luisteren, die een zuchtje wind de violet te pracht van de pinksterbloemen laat beven en dê guitige picolotoontjes van de lieve madeliefjes in de wei zich er doorheen horen weven. Bloemen en vo gels in de lentewei; aan de bosrand en zó maar langs 's heren wegen. Het is ól lof en prijs aan het almachtig vermo gen dat in de Schepping besloten ligt. Al vroeg in het voorjaar tooit de Blauwe Hel zich met het botergeel van de dotterbloemen en midden mei is het helemaal een weelde als het waterdrie blad in bloei komt, mooie gefranjerde rosigwitte bloemen in een tros. De plant is verwant aan de gentianen, maar dan mèèr nog met de echte watergen- tiaan die tere, gefranjerde gele bloemen heeft tussen „miniatuurwater- lelieblaadjes op het water. Dal water drieblad is een even grote nathals. Wat verder in de tijd komt de volksnaam waterklaver nog beter tot zijn recht, 't Zijn dan precies reuzenklavers. En de nu zo mooie bloementrossen heb ben dan trossen groene bessen voort gebracht. Als die „waterklaver" vèèl op èèn plaats voorkomt is daar de „ver landing" al flink ver gevorderd. We Blauwe Hel was eens ook een plas en nu loop je reeds op de golvende drijf- til. Dat is een wonderlijke gewaarwor ding. Je wèèt onder je nog het pias restant en daarop drijft dan de dikke mat van plantenresten en ineengewe ven wortelstokken. Daarop groeit en bloeit dan dat hele verlandingsleger. Ja, een léger van planten dat de plas belaagt. Helemaal beneden aan de vegetatie- laag groeit mos in wel tien soorten van bladmos tot het uit groene lapjes be staande levermos toe. U moet het „bloempje" van dat levermos eens be kijken. Net een wieltje op een steeltje. Een echte bloem is dat niet. Mossen brengen evenals paddestoelen sporen voort en de varens zijn weer net even verder op de ladder van de plantenwe reld gekomen. In de dan volgende kruidenlaag komt de él zeldzamer wordende moerasvaren voor. De wortelstokken daarvan vlech ten zich als een matje ineen en helpen geweldig bij het verlanden. In de Blau we Hel staat dat elegante varentje op nog veel plaatsen. Ook de kam varen, maar het vroeger bij Veenendaal wel gevonden pil varent je zie je toch ner gens meer, net zo min als de adder- tong die voor 25 jaar nog in natte wei landen rond de Hel voorkwam. De oor zaak laat zich niet moelijk gissen. Toen Waterstaat begon het Griftpeil te ver lagen begon een te plotselinge „ver droging" en gevoelige planten werden direct de dupe. Daarbij behoorden de talrijke orchideeën. Echte orchideeën die, als U een bloempje aan zo'n rose of paarse tros door een loep bekijkt, voor de frêle kasprodukten van de bloe- menman niet onder doet. De orchideeën staan nog volop in ons schone openlucht-plantenmuseum. Maar de soortenrijkdom is ingekrompen. Vroeger had je op de oude legakkers, waar eens de gemaakte turf stond te drogen, de slanke gevlekte orchis. Nu overheerst de rietorchis en dan het meest de ongevlekte vorm. De „junia- lis" vorm met mooie ringvormige vlek ken is óók al schaars. En tussen deze violette soorten komt dan nog de vlees kleurige orchis voor. Bij ons zijn de bloemen meest rose en ook wel eens bijna wit. 't Is een zéldzame en 'n or- chideeënkenner uit de duinstreek, waar soms héle velden er van voorkomen, kon zijn ogen niet geloven toen hij ze in de Blauwe Hel zag staan. Dan moest de Blauwe Hel wel kalkrijk zijn. En dat is ze ook. taat is een massa stoffijn zaad dat door de wind meegenomen wordt. He laas zijn er geen weiden meer waar dat zaad zich kan ontwikkelen. En daarom zijn wij zo blij met de Blauwe Hel, die nog juist nat genoeg is om die prachtige orchideeën een kansje te geven. Als je zo over orchideeën schrijft, dan zie je in gedachten de ogen van de natuurminnaars glinsteren en als je dan moeraslathyrus erbij noemt dan gaan ze echt verliefd kijken. Oók al een steeds zeldzamer wordend „on kruid", maar wat voor een onkruid! Prachtig in één woord. En een échte lathyrus. En waar deze staat, daar vinden we ook de al zelfdzamer wor- dènde bosbies. Nou ben ik zelf bezeten van kleuren. Als er nou moerasrolkla ver en de glanzende, botergele grote boterbloemen in het gezelschap van violet en paars staan en er de verruk kelijke brunella met haar paarse bloemkorfjes en de fluweelrode water- aardbei staan, dan is dat alles bij el kaar een ongeëvenaard schilderij. Op onze tentoonstelling „Uit hart en han den" hing een schilderij van Jan Ach terberg, zo maar bloemen langs een slootkant en als nou al die dames en heren eens heen gingen en zelf al dat moois naar huis haalden, wat 'n weel de zou dan rond Pasen 1969 in ons Raad huis te zien zijn op doek en papier! Want Veenendaal is gelukkig nog zo rijk aan wilde planten langs heg en steg. Waar je je voeten zet dringt de wat vreemde, exotische geur van kalmoes tot je door, vermengd met het zoet aroma van moeraspirea en polkruid. Dót zijn dan van dit planten die ook zo maar in de sloten voor kunnen komen. Bevallig slingeren zich vogelwikke en bitterzoet naar omhoog rond de riet stengels. Waar dieper water is zie je dat aan de kleur van het groen dat dan veel „malser" en lichter van tint is. En bij de waterlijn, voor zo ver die nog aanwezig is, worden wij verrast door het sierlijk lijnenspel van matte- bies en lisdodde. Nou, en dat laatste is dan wat ze in Veenendaal „oliepetro- lies" noem(d)en. Ja, want ze staan haast nergens meer. die dikke, zwarte knuppels uit het rietland. Die kalkrijkdom komt van de miljoe nen slakkenhuisjes die in dit moeras- land terechtgekomen zijn. Op een paar plekjes staat dan nog wat handekes- kruis dat, omdat ze meestal reeds in mei bloeien, de naam majalis mee kreeg. De tijd dat juf op school een venster bank met volgepropte jampottën vol wilde orchideeën had staan is voorbij. Alleen dan in een paar voor het pu bliek niet toegankelijke natuurreser- vaatjes bleef iets van die oude glorie van 't hooiland bewaard, 'k Heb eens 'n hele strijd gevoerd met een bakker uit de Gortstraat, die er niet aan wilde, dat het orchideeën waren. Dat waren immers wilde hyacinten. Hij had er een perk vol van aangelegd. Of je nu al praatte als wijlen Brugman, het hielp niets. Zelfs de potloodpunt- proef overtuigde die man niet. De potloodpuntproef? Dat heeft te maken met de bestuiving van alle or chideeën. In plaats van meeldraden met helmknoppen vol stuifmeel heeft zo'n nog vrij primitieve plant een wel zéér aparte bestuivingsmethode. Die heeft alleen zin als een insekt het hele be- stuivingstoestel... op de kop meeneemt. Dat gaat zó! Een hommel of vlieg komt af op de kleur van zo'n bloem, die drukt de kop ver in de kelk om bij het „honingmerk" te komen en dóór die druk raken de stuifmeelklompjes los. Die zitten op steeltjes en aan de voet zit een kleverig hechtschijfje dat zich vastplakt aan de gladde kop van zo'n insekt. Dan buigt het steeltje zich naar voren en zo vliegt het insekt naar een volgende orchideeënbloem en als het dan de kop in de bloemkelk steekt strij ken de stuifmeelklompjes die vol rijp stuifmeel zitten langs de plek die als stempel van hettvruchtbeginsel dienst doet. Allicht komt daarop wat stuif meel terecht en kan de bevruchting plaatsvinden. Vele malen komen zo hommels e.d. op bezoek en het resul- Wanneer een vreemdeling de naam „oliepetrolie" hoort haalt hy de schou ders op. Wat is dat nou voor een gekke naam. Ik wil er iets over zeggen, want het heeft met onze oude folklore te ma ken. Zo rond Lammelietjesavond zijn de lisdodden „rijp" en al flink droog, zodat het pluiszaad uit kan waaien. Dan haalden de jongens er wat van, wonden om kolf en stengel een ijzer draadje en doopten de top dan in pe troleum. Een vlammetje er bij en je had een walmende fakkel, een „olie petrolie" dus, zoals de knapen zo'n ding noem(d)en. Wie geen centen had. moest slim zyn. Van dat oude veenland is nog maar zo weinig over. Het plassengebied de Hel besloeg voorheen wel honderd ha en is nu als beschermd reservaat in gekrompen tot totaal 38 ha en nog een paar kleinere aansluitende stroken, het Capelleveen (waarnaar nog steeds een Veenendaalse familie heet!) aan de zuidoostzijde van de Hel en de Helrik aan de noordwestzij de van de Blauwe Hel. Over de naamgeving heb ik al eens een en ander gepubliceerd. Wij volstaan dan ook met de vermelding, dat dit deel van het Hei-gebied eens behoord heeft tot het goed de Blaau- wendraat aan de Oude Veenendaalse Grindweg, waarvan de hofstede nog dicht bij de zanderij van de fa. Van Schoonhoven gelegen is. In wetenschappelijke kringen meent men wel dat de naam ontleend werd aan het voorkomen van het blauwgras- land, in floristenkringen een tover woord dat de stoutste verwachtingen wekt, maar dat „blauw" komt daar be slist niet vandaan. Nu hou ik het terrein nauwkeurig in de gaten en zo waar zit er al een paar vierkante meter blauw- gras met de échte blauwe zegge en de mooie blauwpaarse bloemhoofdjes van onze prachtige blauwe knoop. Maar dit begin is écht nog maar povertjes. Toch houden wij zelfs zulke kleine verande ringen in de gaten, want zij wijzen in de richting waar het in de toekomst heen zal gaan. Onze grootste plaag is de els en aan de zijde van de Wageningselaan is daar nog een brede strook brandnetel opslag bij gekomen. Ja, en dón bedoel ik in ons geval ook écht onkruid, 'k Heb het niet op de brandnetelsoort die daar staat. Je kunt hem wegspuiten maar dat verbood de directeur dezer da gen toe te passen op alle terreinen van wetenschappelijke waarde. Onze pach ter zit er maar mee. En de schuldige? De elzensingel, die daar geplant werd. Die zorgt voor twee ellendige plagen. Als eerste uitzaaien van zichzelf over het hele terrein en doordat daar veel vogels, vooral spreeuwen, een slaap- plaatsje zoeken. Op zichzelf is daar vanzelf niets tegen. Maar als zulke zaadetende vogels vooral in de schaar se wintertijd zich aan het zaad van brandnetels te goed doen, licht dat er dan hier en daar met uitwerpselen zulk verderfelijk brandnetelzaad onder de elzensingel terecht komt. Daar is het hek van de dam. Daarom gaf ik de pachter opdracht die elzen zo snel mo gelijk op te ruimen. Ze zijn nu zóver dat ze volop in de elzenproppen komen en dan sla je twee vliegen in één klap; de vogels moeten in vredesnaam maar elders gaan slapen. Wij kunnen ze daar missen als kiespijn. Zo begonnen we dan over onkruid en we eindigen met onkruid. Wellicht heeft de vragensteller het goed begre pen. Ook voor de natuurbeschermer be staat er onkruid. Wij hebben al honder den guldens uitgegeven om de elzen- plaag want dat is het in hoge mate de kop in te drukken. Nutteloos, want zo lang er met de wind zaad ingebla zen wordt, blijft het probleem urgent. Nu begint de brandnetel de vermaledij de kop op te steken. De baas is zó bang voor zijn orchideetjes en méér nog voor het uitermate zeldzame dominant stukje van ronde zegge dat ik er met geen spuitmiddelen op mag komen. De pachter maait ze steeds af, maar het nare is dat ze wortelstokken hebben en dus „vaste plant" zijn. 't Is echt niet al goud wat er blinkt in de natuurbescherming. Soms doen mensen grote schade aan het landschap. Dat is wel het ergste. Neem een plaats als Veenendaal. Dat gaat één conglome raat van steen, beton en staal worden op een eng klein stukje grondgebied. Een verontrustend beeld. Onze toe komstige mensen moeten ook leven met groen. Aan alle zijden wordt geknabbeld aan het oude land. Er zijn boeren, die zeggen dat ze beide Hellen maar dicht moeten gooien. Maar ach, hoe denkt men met 38 ha. de grondnood van de agrariërs op te lossen. En dan is er nog iets waar de boer niet bij stil staat. Ik persoonlijk ben een voorstan der van de leuze dat boerenland in boe renhand moet blijven. Maar de dui zenden natuurminnaars, mogen die dan die luttele hectaren niet hebben? Ze zijn het schaarse restant van wat eens de natuurhistorische glorie van ons ou de Veenendaal uitmaakte. „Maar", zo hoor ik mij van alle kan tten tegenwerpen, „het zijn de meest verboden terreinen die bestaan!" Laat ik trachten daar een antwoord op te ge ven. Wat de Blauwe Hel betreft is het mogelijk onder toezicht er een bezoek te brengen. Reden is dat dit deel van 't oude Helgebied meer floristische dan faunistische waarde heeft. De Hel is volledig afgesloten gebied, 'omdat het een zeer belangrijk broedterrein is van vogels, die dit restantje (24 ha.) als vluchtoord nodig hebben. Wie er wel toegang hebben is nog op het hart ge drukt het bezoek zo veel mogelijk te be perken. Tja en daar moeten wij het dan mee doen. Dat zijn de gevolgen van de geweldige expansie die het dorp Veenendaal ondergaat. Ons natuurbe- zit in de oude veenlanden, de rijksten die bestaan, zijn per slot van rekening nog maar een schim van wat het vroe ger geweest is. KESTEREN De prijzen van de op de veiling te Kesteren aangevoerde pro- dukten waren gisteren als volgt Aardbeien: E I 80-92 per doosje 250 gram; II 51-61 per doosje 250 gram. Aanvoer 500 doosjes. Rode bessen: E I en I 16-35 per doosje 250 gram. Aanvoer 4000 doosjes; I E en I 62-88 per doosje 250 gram. Aan voer circa 8 ton. Kruisbessen: E I en I 10-26 per doosje 250 gram. Aanvoer 1500 doosjes. Bastaard dikke: 1113-144. Zwarte kersen: totaal aanvoer kersen 1 ton.I 123-133. Morellen: I 113-108. Aanvoer 1 ton. Yellow Transparant: E I 60-70: 23-44: E II 60-70: 18-35; E I 70-80: 48-61; E II 70-80: 34-58. Aanvoer 8 ton. Golden Delicious: E I 65-70: 45; E I 70-75: 51-53; E I 75-80: 44-56. Aanvoer 7 ton. Goudrenetten: E I 70-75: 45; EI 75- 89: 46; E I 80-.85: 44. Aanvoer 1 ton. Early Laxton: I 72-95; II 39-63. Prijzen genoteerd in centen per kg, tenzij anders is vermeld. VEENENDAAL Donderdag zal on der leiding van de heer A. P. de Kleu- ver weer een wandeling worden ge maakt en wel in de omgeving van het egelmeer te Overberg. In Overberg zal worden vertrokken om 14.00 uur. Op woensdag, 31 juli zal eveneens een wandeling worden gehouden. Dan zal de heer De Kleuver zijn gasten be geleiden in de omgeving van het Berg huis. Om 19.00 uur zal vanaf het Berg huis worden gestart. ÜTRECHl' Óp de Utrechtse paar denmarkt zijn vanmorgen 437 dieren aangevoerd. De prijzen waren: luxe paarden 12001625, werkpaarden 1200- 1600, 3-jarige paarden 900-1200, 2-jarige paarden 700-925, veulens 325-625, hitten 700-950, oude paarden 800-1450, slacht- paarden 2,80-3,60 per kg. gesl. gew., jon ge slachtpaarden 3,60-4,00 per kg gesl. gew. De handel was matig. Op de secretarie van de gemeente Rhenen ligt een verzoek met bijlagen van Esso Nederland N-V. om vergun ning tot het oprichten van een inrich ting bestemd tot het opslaan en afleve ren van motorbrandstoffen op de Val- leiweg te Rhenen. Schriftelijke bezwaren tegen het ver lenen van de vergunning kan een ieder gedurende tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking inbrengen bij het gemeentebestuur, waar dit verzoek ter inzage ligt. De ingekomen bezwaar schriften worden mede ter inzage ge legd. Mondelinge bezwaren kan een ieder persoonlijk of bij gemachtigde inbren- op een openbare zittingg, te houden op dinsdag 6 augustus 1968 om 11.00 uur op het gemeentehuis Rhenen. Beroep tegen een beschikking kan la ter o.a. slechts worden ingesteld door: a. een inwoner van een gemeente waar deze openbare kennisgeving is geschied, mits hij in persoon of bij gemachtigde op de bovenbedoelde zitting is versche nen; b. 'n andere belanghebbende, mit* hij binnen de gestelde termijn schrifte lijk bezwaren heeft ingebracht. B. en W. van de gemeente. De secr. W. Th. Hofland wdn. De burg. L. Bosch van Rosenthal. 75/opw 70/75 65/70 44—58 30—51 50—53 26—39 45—47 60/65 1 1 31—52 14—29 35—37 Opgave na klasse mm maat. Appelen Golden Delicious Yellow Transparant k.2 Stark Earliest Zuurkroet per 100 kg blank f 6.10; rood f 6.00 Fabrieksfruit per 100 kg blank f 10.10 Aardbeien per doosje van 250 gram 57—91 3545 x Frambozen per doosje van 250 gram 51—105 1436 x Rode bessen 6691, blok 60 x Rode bessen per doosje van 250 gram 17—26 x zwarte bessen 191, blok 171 x Kruisbessen blonde 1424 1016 Kruisbessen per doosje van 250 gram 4 1424 1016 x Kruisbessen blonde per kg 4883 1443 Kruisbessen witte 4655 2232 Kersen: Zwarte kersen 8292 Franse meyeling 160186 Bastaard dikke 7484 Morellen 117125 Morellen met steel, blok 106 Morellen gestriept 100 Pruimen: Krozen 46—71 41—52 Ruth Gerstetter 5681 4454 Early Laxton 6284 5160 Abrikozen 7682 Groenten: Andijvie 1820, bloemkool per stuk 2763 1526, peulen 190210, tuinbonen 1224, rode kool 510, prinsessenbonen 170240, kapucijners 110114, uien 17-26, sla per 100 krop f 5.0015.00, komkommers groen per stuk 1623, snijbonen 170260 150170, kroten 1012, tomaten per kistje van 6 kg 250—440 95110 x Aardappel middel 5—20 x is hoofdaanvoer. Alles in centen per kg tenzij anders vermeld. Volgende veilbericht op woensdag 24-7-1068.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 15