VVV KAN DRUKTE NIET MEER AAN Toeristenbezoek aan Veenendaal overtreft alle verwachtingen „Stormloop op VVV-kantoor MIST Weer inbraak Inbraak bij PAKO n.v. Dijken moeten van pick-nickplaatsen worden voorzien VUILNISSTORTPLAATSEN IN UITERWAARDEN ZIJN BESLIST ONTOELAATBAAR H. Visser: „Er is erg veel gebeurd" Henri Dunant naar Rhenen Aanrijding bij inrit u uw RIVIERENGEBIED REKENT OP 240.000 RECREANTEN IN 2000 Veertien maal Vierdaagse Raming Typisch Jachthavens dagblad DE VALLEI? WOENSDAG 24 JULI 1968 VEENENDAAL Dinsdagmorgen kon je op de markt in Veenendaal en in de naaste omgeving daarvan zoals dat heet „over de hoofden lopen". Tallozen besteedden de regenachtige vakantiedag om een bezoek aan de Veenendaalse markt te brengen. VVV-voorzitter H. M. Zilstra vond het niet zo merkwaar dig: „De voorspelde toeneming van het toeristenbezoek aan deze streek is niet alleen uitgekomen, maar wordt zelfs overtroffen", merkte hij op. „Elk jaar zal het bezoek aan Veen endaal toenemen. Ik geloof dat de plannen van de planologen steeds snel ler achterhaald zullen worden. Een toename van het aantal bezoekers aan deze streek werd wel verwacht, maar er zijn duidelijk tekenen, die er op wijzen, dat het bezoekersaantal de verwachtingen ruimschoots over treft", aldus de heer Zijlstra. Hij vindt het helemaal niet vreemd, dat men naar Veenendaal trekt: „Veenendaal is een centrum voor de gehele omgeving. Als het dan zoals vandaag (dinsdag) slecht weer is, dan zoekt men Veenendaal op en men ver maakt zich met een wandeling door het centrum, waarbij de markt en de uitverkoop belangrijke trekpleisters zijn". Dat er onder de duizenden, die gis teren in Veenendaal liepen veel toe risten zijn geweest, leidt de heer Zil stra af aan de drukte die het VVV- kantoor in de winkel van Artifoto te verwerken heeft: „Er is een storm loop op het VW-kantoor, die groter is dan we verwacht hadden. De heer Hup en de zijnen kunnen het aantal aanvragen eigenlijk niet meer aan. Tientallen informaties worden er per dag verstrekt, in een dergelijke ma te, dat er volgend jaar een andere op lossing gevonden zal moeten worden". Die andere oplossing is nog slechts een speelse gedachte van de heer Zilstra, waarover hij nog niets los wenst te laten zelfs zijn medebe stuurders kennen haar nog niet. Wel zei hij, dat die oplossing slechts voor het seizoen zou gelden. Het is de be doeling, dat de rest van het jaar de voorlichting over Veenendaal en om geving in handen van zijn medebe stuurder D. Hup blijft. „Het drukke bezoek aan het infor matiekantoor geeft ons hele bestuur handen vol werk, zodat we er eigen lijk niets bij kunnen doen. We kunnen alleen bepaalde projecten, als het Bo- nanzadorp en de wielerronde bijvoor beeld, stimuleren, maar we hebben ge woon te weinig tijd om zelf iets anders dan de excursies onder leiding van Adriaan P. de Kleuver te organise ren", aldus de heer Zilstra. Onderschrift. Op de markt in Veenendaal heerste gisterochtend een buitengewone druk te. Onder de marktbezoekers bevond zich een groot aantal toeristen. VEENENDAAL Mej. G. K. uit Veenendaal werd in haar auto vlak bij haar woning aangereden door een achteropkomende auto, bestuurd door de heer M. N. S. uit Utrecht. Mej. K., die op de Nieuweweg woont remde af om de inrit van haar woning in te rijden. De Utrechtenaar, die rechtsaf de oprit in de richting Utrecht van de Rijksweg op wilde, zag het te laat en reed haar aan. Bei de wagens liepen schade op. VEENENDAAL Eiermarkt: Aan voer ca. 51.000 stuks. Prijzen voor grote eieren f 11,- tot f 11,75 en voor kleine f 8,- tot f 10,-, alles per 100 stuks. Han del: matig. Ou de markt in Veenendaal heerste gisterochtend een buitengewone drukte. Onder de marktbezoekers bevond zich 'n groot aantal toeristen. Zaterdags 16.30—17.30 uur. VEENENDAAL In de nacht van maandag op dinsdag is weer ingebro ken in Veenendaal. Ditmaal hadden de inbrekers het gemunt op het kle dingmagazijn D. in de Hoofdstraat. De ongewenste gasten kwamen bin nen door het openen van een wc- raampje. In de winkel werd een kas sa opengebroken, maar deze was le dig. Men vond wel geld bij de koffie- automaat. Hieruit wordt ongeveer f 50.vermist. Ook is wat herenkle ding weggenomen. ELST Onbekenden hebben zich in de nacht van zaterdag op zondag toegang verschaft tot het kantoor van de PAKO n.v. te Remmerden. Er zijn een bureau en een metalen kastje geforceerd. Waarschijnlijk doordat men in het werk gestoord werd, heeft men de be nen genomen. Er wordt tot op heden niets vermist. Politie en recherche stellen een onderzoek in. RESTEREN „De dijk langs de Rijn, vanwaar men een schitterend uitzicht heeft over de rivier, de uiterwaarden, de heuvels van de Veluwerand en de Grebbeberg, de boerderijen en de boomgaarden van de Betuwe, zal een be langrijk toeristisch tracé moeten blijven. Indien mogelijk zal de dijk van kleine pauze- en picknickplaatsen moeten worden voorzien". Een en ander staat in het tijdschrift, dat wordt uitgegeven door de Belangengemeenschap Gelders Rivierengebied. Dezelfde suggestie werd reeds eerder gedaan in de recreatie- schets voor het rivierengebied, die is samengesteld door het landschapsarchi- tectenbureau van ir. J. Vallen te Roermond. Volgens de recreatieschets zal na de kanalisatie van de Rijn, wanneer de stroomsnelheid van het water vermin derd is, de beroepsscheepvaart belangrijk toenemen. Daartegenover staat, dat deze rivier door de geringe stroomsnelheid uiteraard ook aantrekkelijk wordt voor de watersport. In het kader van de kanalisatie zijn en worden bij Hage- stein, Manrik en Driel stuwen gebouwd. In verband hiermee komen in Het Gelders Rivierengebied voor de bouw van jachthavens langs deze rivier twee punten in aanmerking en wel één beneden de stuw bij Driel en één bij Maurik. Voorts wordt er in de recreatieschets en in het tijdschrift van de belangenge meenschap op gewezen, dat stortplaat sen in de uiterwaarden beslist ontoe laatbaar moeten worden geacht, om dat zij het karakter van het recreatie landschap ernstig zouden aantasten. „Een zo omvangrijk gebied als het Gelders Rivierengebied stelt ten aan zien van het lokaliseren van toekomsti ge voorzieningen beperkingen. Dat wil zeggen, dat een nauwkeurige begren zing van projecten niet mogelijk is. Het zou overigens ook strijdig zijn met het karakter van de ideeënschets, terwijl bovendien zodanige speculaties in de hand gewerkt zouden kunnen worden, dat realisatie van de wenselijk geach te voorzieningen zelfs onmogelijk wordt, aldus de recreatieschets. Alvorens een beeld wordt verschaft van de gedachte recreatieve ontwikke ling in het rivierengebied heeft men na gegaan hoeveel recreanten men in de '•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••a VEENENDAAL De heer H. Vis ser leidt de grootste fractie in de gemeenteraad, de Christelijk-His- torische Unie. Na de verkiezingen van 1966 werd de fractie uitge breid van 6 tot 7 leden, waar schijnlijk ten koste van de ARP, die van vijf op vier leden terug viel. De CHU heeft in Veenendaal twee wethouderszetels, die bezet worden door de heren Ant. de Rui ter en M. Bastmeijer. De heer Visser stelde nadrukkelijk niet uit naam van zijn fractie te spreken, want „in een grote fractie als de onze is er altijd op bepaalde pun ten verschil van inzicht. Wat ik zeg hoeft dus niet voor andere le den van onze fractie te gelden", zo motiveert hij. „Ik moet eerlijk zeggen, dat ik in deze twee jaar nog meer respect gekregen heb, voor wat de raad gedaan heeft voor de opbouw van Veenendaal", verklaart de heer Visser over de eerste helft van de raadsperiode. „Er is geweldig veel gebeurd. Nog maar pas was het instructiebad gereed, of er kon al begonnen worden aan de bouw van het grote overdekte bad, dat nu ook al bijna gereed is. Dat project is in deze twee jaar uit de lucht komen vallen en het heeft van het college veel stuurmans kunst gekost om dit, ondanks de moeilijke situatie, voor elkaar te krijgen". Er is volgens de heer Visser in de afgelopen twee jaar bijzonder veel werk verzet op het gebied van de scholenbouw. „Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuw gym nastieklokaal aan de Krouwellaan. Het beleid op het gebied van scho len- en kleuterscholenbouw is zeer vooruitstrevend. Er zijn natuur lijk nog wel wensen, maar niet al les kan op korte termijn". De heer Visser is „in het dagelijks leven" hoofd van de Juliana van Stolbergschool aan de Nieuweweg. In die functie had hij met een ze kere interesse de suggesties van de heer C. G. van Hall gelzen, die naar één schoolbestuur voor de christelijke scholen wilde. Boven dien zou de heer Van Hall alle scholen min of meer willen dwin gen de aanvragen ex. art. 72 van de lager onderwijswet eenmaal per jaar te laten doen. Hierdoor zou men een hoop arbeid kunnen besparen. „Ik zou ook graag één vereniging van christelijk onderwijs zien en ik hoop dat het in de toekomst mo gelijk zal blijken, maar deze zaak valt buiten de competentie van de raad. Daarin mag de raad geen in spraak hebben. Er is een vrijheid die in de wet is vastgelegd- Iede re groepering heeft het recht een eigen school te stichten". „Het slechts eenmaal per jaar aan vragen van benodigdheden is op zichzelf geen gekke suggestie. Maar ook daar heeft de raad niets mee te maken. Elk schoolbestuur heeft het recht op elk tijdstip een aanvraag ex. art. 72 te doen. De raad mag alleen een principe-be sluit nemen, de inspecteur van het onderwijs beslist. Misschien zou het mogelijk zijn, dat de schoolbesturen tot overeen stemming komen om veel tege lijk aan te vragen. Ook de inspec teur zou dat veel werk kunnen schelen. Van te voren plannen is echter lang niet altijd mogelijk. Een voorbeeld daarvan is, dat er vaak halverwege een jaar een nieuw leermiddel aangeboden wordt, dat voor die tijd nog niet beschikbaar was. Ik denk aan de demonstratie, die er enige tijd geleden geweest is met een „over head projector". Een hulpmiddel, dat tot dan toe onbekend was. Al le schoolhoofden gaan na zo'n de monstratie bezien of het in hun leerplan past. Als één school dat apparaat aangevraagd heeft, dan zullen er daarna ook nog wel en kele andere scholen volgen. Het is denkbaar, dat de schoolbesturen vooral overleg plegen en dan geza menlijk tot een aanvraag komen. Maar nogmaals we kunnen de schoolbesturen niet dwingen". De heer Visser heeft waardering voor hetgeen op het gebied van de woningbouw gepresteerd is. Voor al de plannen van het SIB, met betrekking tot de bejaardenflats, hebben zijn volledige steun. Hij betreurt het dat er nog steeds vrij wel uitsluitend hoogbouw gepleegd wordt, maar wil toch niet in alle gevallen laagbouw als „alleen za ligmakend" beschouwen: „Ik hoop dat men in de toekomst kans ziet om meer eensgezinswoningen te bouwen. Maar dan moet het op een dusdanige wijze gebeuren, dat de bewoners niet in eep glazen kast zitten, zoals nu vaak bij eens gezinswoningen het geval is. De levensgewoonten van het gezin liggen in die vitrines te koop. Ik hoop dat men een bouwmethode vindt, die de privacy van de be woners waarborgt". Voorspellingen voor de komende twee jaar wil de heer Visser niet doen. „Ik ben geen profeet". Wel legt hij een aantal wensen op ta fel: „Het doortrekken van de Randweg zou ik een hoge priori teit willen geven, want dat is een nijpend probleem. Bij het bestaan de overdekte bad zou ik graag zien dat spoedig begonnen wordt mét de bouw van een open bad, zodat het gehele complex van instructie- overdekt- open-zwembad, speel- en zonneweide en parkeerterrein afgemaakt kan worden. Ik hoop dat het nieuwe winkelcentrum spoedig van de grond komt, maar ik zou wel liever zien dat men be gon bij de doorbraak naar de Hoofdstraat en niet aan de kant van het gemeentehuis. Als men bij de doorbraak begint is de aan sluiting aan het bestaande cen trum beter gewaarborgd", aldus de heer H. Visser, voorzitter van de CH-raadsfractie, die als laatste wens geeft: „Ik hoop dat we niet al te lang in de burgemeesterlo- ze situatie zullen blijven". In een zevental artikelen geven S de fractievoorzitters in de Veenen- daalse gemeenteraad hun mening over de huidige gemeentepolitiek. De serie is opgezet ter gelegenheid van het feit, dat men momenteel op de helft van de normale zit- S tingsperiode van de raad is. Te- meer daar een nieuwe partij in 2 1966 zijn intrede deed en er nog andere verschuivingen waren, is het interessant de mening van de fracties over de afgelopen periode S te horen en hun visie op de ko- mende twee jaar te vernemen. In die visie speelt een onbekende mee l de nieuwe burgemeester, naar wiens naam men nog slechts gis- sen kan. RHENEN Het Rode Kruis hospi taalschip „Henri Dunant" zal in de komende maand tweemaal Rhenen aandoen. Dat zal zijn op 15 en 29 au gustus, telkens tussen halfvijf en vijf uur 's middags. Om beurten zullen de Rode Kruis afdelingen van Rhenen de opvarenden komen verwennen. Aan boord zijn weer groepen chronisch patiënten. Het schip zal afmeren aan de gemeentelijke loswal. RHENEN Voor de veertiende maal in successie heeft wachtmeester J. B. J. Boos van de groep Rhenen van de rijkspolitie de Nijmeegse vier daagse uitgelopen. Na de finish van afgelopen vrijdag heeft hij eerst nog wat vakantie genomen. „Ik heb heel goed gelopen", zei de heer Boos, „alleen het weer had wel wat beter kunnen zijn". De vuilnisbelt van de gemeente Rhenen in de uiterwaarden op grond gebied van de gemeente Leenden. Vol gens de recreatieschets moeten dergelijke plaatsen ontoelaatbaar worden geacht voor het storten van huisvuil nabije en verre toekomst bij benadering zal kunnen verwachten. Onderzoekingen van de Rijksdienst voor het Nationale Plan hebben aan getoond, dat van de stedelijke bevol king gemiddeld 30 procent op zomerse dagen naar buiten trekt. De afstanden, die men aflegt zijn echter niet bijzon der groot. Het merendeel blijft binnen een straal van 30 kilometer vanuit de woonplaats. Er mag dus worden veron derstelt, dat van de ruim 200.000 stede lijke inwoners van het Gelders Rivie rengebied in de zomer tijdens de week einden tenminste 60.000 er op uittrek ken. Deze trek manifesteert zich thans nog het duidelijkst bij Arnhem en Nij megen, maar oo de zich sne luitbrei- dende concentraties in het rivierenge bied zelf, zoals Tiel. Culemborg, en Zaltbommel zullen steeds meer gaan meespreken. Weliswaar is een groot gedeelte van de trek vanuit Arnhem en Nijmegen gericht op de aangrenzende gebieden buiten het rivierengebied, maar er mag worden aangenomen, dat dit verlies gecompenseerd wordt door de overloop vanuit de Veluwe, Brabant en de Randstad. Dit zal zeer het ge val zijn wanneer betere verbindingen tot stand zullen zijn gebracht. Het aantal bezoekers van recreatie centra uit de niet-stedelijke gebieden is momenteel nog betrekkelijk gering. Ge schat wordt, dat ongeveer 15 procent van deze niet-stedelijke bevolking op zondag er op uittrekt In de toekomst echter zal het aantal recreanten uit het agrarische gebied naarmate de invloed van de verstedelijking zich sterker doet gelden en naarmate meer recreatieob jecten aanwezig zijn, zeker aanmer kelijk stijgen. Uitgaande van het bovenstaande wordt voor een bepaling van de huidi ge behoefde aan recreatieobjecten in het Gelderse Rivierengebied de volgen de zeer globale raming gemaakt: Van de stedelijke bevolking trekken onge veer 60.000 personen naar buiten. Hier van zullen naar schatting circa 15.000 personen een rustiger vorm van recre atie prefereren. Dit aantal is hoofdza kelijk bepaald naar de huidige capaci teit van de toeristische routes (inclu sief bermtoerisme) en naar de huidige mogelijkheden voor de watersport. Er mag dus gerekend worden dat circa 45.000 recreanten naar de attractiecen tra zullen willen trekken. Hierbij komt nog hooguit 30.000 van de 220.000 niet- stedelijke inwoners. In totaal moeten dus 75.000 recreatiezoekenden voldoende mogelijkheden voor de dagrecreatie ge boden kunnen worden. De gezamenlijke dagcapaciteit van de nu aanwezige centra en openlucht zwembaden bedraagt ruim 35.000 per sonen. Er is dus thans nog een tekort aan voorzieningen voor circa 40.000 re creanten. Dit nijpend tekort is voor Nij megen het grootst en wordt daar ook duidelijk gedemonstreerd door het ge drang rondom de totaal ongeoutilleer de Bisonbaai (bij gunstig weer tot 20.000 bezoekers). In deze schatting is nog geen rekening gehouden met recrean ten van elders. De overloop uit het noorden en zuiden zal, naarmate de re creatiegebieden daar drukker worden^ ongetwijfeld toenemen. Een schatting van de toekomstige be hoefte aan recreatie-centra in het Gel derse Rivierengebied zal in eerste in stantie gebaseerd moeten zijn op de te verwachten vrij aanzienlijke be volkingstoeneming in het gebied zelf, vooral ook omdat voor een prognose van de ontwikkeling van het toerisme naar dit gebied voldoende reële gegevens ont breken. Geraamd wordt, dat in het jaar 2000 het inwonertal in het Rivierengebied de 800.000 zal benaderen. Ondanks het toe nemende autobezit en de steeds ruimer toegemeten vrije tijd is het niet waar schijnlijk dat de recreatiegewoonten zich binnen een zo beperkt tijdstip als waarin wij moeten denken, in belang rijke mate wijzigen. Wel zal de tegen stelling tussen stad en land grotendeels wegvallen. Verwacht moet dan ook wor den, dat in 2000 circa 240.000 recrean ten in dit gebied ontspanning zullen zoeken. Geschat wordt, dat hiervan 1/8 gedeelte (80.000) de voorkeur zal geven aan plaatselijke voorzieningen, kleine centra, recreatie-routes, watersportge bieden etc., althans wanneer hiertoe voldoende mogelijkheden aanwezig zul len zijn. De overige 160.000 recreanten zullen zich op de grotere centra rich ten. Aannemende, dat het bezoek aan centra binnen het rivierengebied door bewoners die er buiten wonen minstens even groot is als de trek vanuit het ge bied naar centra die er buiten liggen, moeten de te projecteren recreatiecen tra afgestemd worden op een toeloop van circa 160.000 bezoekers. Wanneer wordt gesteld, dat een recreatie-cen trum ruim 10.000 bezoekers moet kun nen opvangen, dan zijn er op den duur minstens 15 grote recreatiecentra nood zakelijk. - Welke gebieden kunnen globaal als recreatielandschappen worden aange duid? Uiteraard vooral die delen van het rivierengebied, welke het gaafst de meest typische kenmerken van het ri vierengebied vertonen. In aanmerking komen hier de directe omgeving van de Rijn, Linge, Waal en Maas (uiter waarden en dijken), het stuwwallen- landschap bij Nijmegen en de licht ge accidenteerde terreinen van Heumen tot Horssen. Maar opk de hieraan grenzen de landschappen, welke het karakter van deze gebieden mede bepalen. Dit geldt vooral voor de heuvels, die in het landschap slechts als zodanig worden ervaren, indien een open voorgrond aanwezig is. Aangezien een stedelijke bevolking bij voorkeur ontspanning zoekt in de nabijheid van de woonplaats zijn ook de in de „greep" van de be volkingsconcentraties gelegen gebie den gearceerd aangegeven. Bij Nijme gen ontstaat hierdoor samenhang tus sen het lage heuvelgebied in het mid den van het Land van Maas en Waal, de streek langs de Maas en het van ouds bekende recreatielandschap. Tenslotte dienen de kleinere in het bij uitsték agrarisch landschap gele gen gebieden genoemd te worden, waar in een aantal attractiecentra zijn gepro jecteerd. De recreatiecentra zijn, voornamelijk gesitueerd in de omgeving van stedelij ke centra en grote verkeerslijnen. Der gelijke centra moeten allereerst een goed toegeruste zwemgelegenheid met lig- en speelweiden bevatten en dienen, zo mogelijk, te beschikken over enkele andere (bij voorkeur specifieke) aan trekkelijkheden voor de dagrecreatie. Er bestaat nauwelijks enige aanleiding om de recratiecentra te situeren in de specifieke recreatiegebieden, zoals de directe omgeving van de rivieren of de natuurschoongebieden. Hun relatie tot deze gebieden beperkt zich in hoofdzaak tot het opvangen van een te grote re creatieve druk op de, in het algemeen kwetsbare, recreatielandschappen. Een van de recreatiecentra is reeds in uit voering, nl. het Lingebosproject. Even als het Lingebosproject zullen ook de overige attractiecentra zowel met voor zieningen voor de dagrecreatie als met kampeergelegenheden en vakantiehuis jes moeten worden ingericht. Deze ter reinen, die uiteraard van een forse be planting dienen te worden voorzien, zul len door hun ligging in een vaak „open" agrarisch gebied het landschap zeer sterk mede kunnen bepalen. Het spreekt vanzelf, dat de op deze terreinen te stichten bouwwerken slechts een be scheiden hoogte mogen hebben. In het Gelders Rivierengebied heb ben de jachthavens een gezamenlijke capaciteit van circa 800 ligplaatsen. Dit is wat de capaciteit betreft verre van toereikend. De behoefte aan uitbreiding laat zich moeilijk schatten. Een zekere indicatie hiervan geeft de maximum capaciteit van het voor de watersport optimaal te benutten wateroppervlak (Maas en Lek en Andelsche Maas met ontzandingsgaten). In totaal omvat dit, globaal gerekend 100 ha. Stellen we de maximale capaciteit voor de rivieren op 1 a 2 boten per ha en die voor de ontzandingsgaten van groot formaat op 4 boten per ha, dan betekent dat, dat in deze watersportgebieden op topdagen 3000 3500 boten kunnen rondkruisen. Dat wil zeggen dat men hier de be schikking zou moeten hebben over cir ca. 15 flinke jachthavens.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 3