Nederlandse adopteerde
negen
Franse kinderen
uur
opje
til
ee
Herfst- en winterideeën
van Franse couturiers
-•§Hir PUNTJES «n BOLLES
„BUITENMODELLETJES" VAN PA TOU
\,,Ëreng\
maar
gerust
\bier.:"\
ONTMOETING MET MARGRIET HENDRIKS
SOCIAAL WERKSTER MET EEN RUIM HART
zei ze
steeds
H
Lege pastorie
Autootje
;HVÉK; lekkere broodjes onderweg
zingende dolfijnen...
.In het dolfinarium
Harderwijk
Reeks van modeshows deze week begonnen
Bruids
boeket
gaat in
sluier
mee
VERENKDE TOERISIEHBEDRIjVEH N.V.
FERAUD ESI REAL
STRUISVEREN
BALMAIN
BERIHA-KRAAG
•••I
Heideveld-Harderwijk- Iel.03410-2569
VRIJDAG 26 JULI 1968
Tet gebeurt gewoon, op een dag
door de week. Ik ontmoet een
vrouw, die de zorg voor negen kinde
ren van anderenop zich heeft geno
men en die dan ineens zegt: ,,Als ik
twee stapelbedden heb, dan ben ik al
rijk". Nou, denk ik dan, dat moet
toch kunnen? Wat zijn nu twee sta
pelbedden, die zijn overal te koop.
Maar waarom die negen kinderen? En
hoezo? Dan komt het verhaal van
Margriet Hendriks, die in Loosduinen
werd geboren en al dertig jaar in
Frankrijk woont. Mejuffrouw M. J.
Hendriks, die nooit „neen" zei, als ze
wéér met een kind bij haar kwamen.
Daarom is ze nu voor negen jeugdige
figuren ook: Maman.
Margriet Hendriks was vijftien jaar
toen ze in Zuid-Frankrijk ging kijken,
voor het eerst van haar leven. „Ik zag,
zo jong als ik was, dat er veel te doen
viel. Ik zou er een jaar blijven, maar
het werd mijn hele leven", vertelt ze
in Wateringen, waar ze bij een zuster
wat dagen vakantie doorbrengt.
Met die kinderen, begin ik.
Ik had er al een paar ontmoet toen
ik een half uur eerder binnenkwam.
In de tuin schoten er twee kleine meis
jes op me af, dreigend de pistolen ge
richt en (in het Frans) roepend: „Dit
is een pistool om je dood te schieten".
Zover kwam het niet, want het dreige
ment was weldra omgebogen in eer.
.verhandeling over een trekker, die niet
zo best overging en eigenlijk een drup
pel olie wenste.
„Dat waren Marie-Noëlle en Marie-
José", zegt maman Hendriks lachend.
„Ja, hoe is dat met die kinderen be
gonnen? Heel onverwacht eigenlijk, dik
acht jaar geleden. Ik was sociaal werk
ster geworden in Zuid-Frankrijk en op
een avond komen ze bij me met een
baby van een half jaar, een jongetje.
Of ik daar raad mee wist? Wel, geef
maar, zei ik. Dat babytje, dat is Pa
trick van negen, die daar buiten rent".
Acht kinderen kwamen er in eer
ste jaar bij. Och, die Nederlandse had
er zeker plezier in, die zei nooit
„neen", dachten de mensen. Zeker een
rijke juffrouw, anders doe je zoiets
toch niet? Dan zeg je: Jammer, maar
dat kan ik niet betalen en bovendien
zijn er weeshuizen.
Goede kennissen haalden een beetje
de schouders op, acht jaar geleden.
Die Margriet! Nou, daar komt ze wel
van terug, over een paar maanden,
wist men al.
Maar Margriet Hendriks kwam ner
gens van terug. Ze kreeg met veel
moeite een oude, lege pastorie; verval
len en onderkomen, maar het was een
dak boven het hoofd en ze kon er des
nachts slapen met de negen kinderen.
Tot nu toe hebben wij het alleen maar durven denken. Of
hoogstens eens hier en daar in de persoonlijke sfeer voorzichtig
ter sprake gebracht. Maar hardop in het publiek ermee op de
proppen komen liever niet. Misschien is over een jaar of vijf de
tijd er wel rijp voor, maar nu zou het alleen maar stormen van protest ontketenen
en er is al deining genoeg in de wereld.
De situatie is ons allen overbekend genoeg. Want welke bezige vrouw, al
of niet getrouwd, is het niet eens overkomen dat zij bij het boodschappen
doen een of ander duur etablissement passeerde, waar op het terras of achter
de spiegelruiten een schare duurgeklede vrouwen op haar zeven gemakken
achter een uitgebreide thee zaten. In de lieflijkste gemoedsrust, want wat
zouden zij op dit uur van de dag anders moeten doen? Zij hebben blijkbaar veel
geld en weinig arbeid omhanden, naar hun kleding en verveelde houding te
oordelen.
En ik zie die bezige huismoeder met haar boodschappentasdie werkende
vrouw met een vermoeiende kantoor- of schooldag achter de rug al
gemelijk een blik op dit dure schouwspel werpen: Hebben die vrouwen nu
werkelijk niets beters te doen
Dat is nog niet zozeer een kwestie van afgunst, werkelijk niet. De huisvrouw
zou, als zij dat nu beslist wilde, zich ook wel de luxe van zo'n kopje thee
met iets heel lekkers erbij buitenshuis kunnen veroorloven, om van de
werkende vrouw te zwijgen. De vakantie is daar om het dagelijks te
bewijzen. Ik herinner mij tenminste met genoegen een warme julidag en een
stampvol restaurant, waar achter de bloembakken vol uitbundige geraniums,
petunia's, lobelia's, margrieten een heel assortiment echtparen met aanhang
van schoonzusters of nichten was neergestreken. En hoe ik mij toen als
toegift kostelijk geamuseerd heb met de opgewekte commentaren in drie
talen op de mokkapunten en moorkoppen die zo funest voor de lijn van de
mannen warenmaar zo onweerstaanbaar lekker en welverdiend voor de
vrouwen. Het hele terras was een levensgrote reclame in kleuren: Uit -
goed voor u. Laat een ander nu maar eens thee voor mij inschenken en vragen
wat ik erbij zou wensen te gebruiken, zeiden de vrolijke gezichten.
Nee, al deze genietende vrouwen, getrouwd of vrijgezel, waren duidelijk
van het slag dat best de zon in het water kan zien schijnen, maar zich er
terdege van bewust dat het niet alle dag kermis is. En die daarom in de
dagelijkse gang van zaken, op weg naar haar eigen theeblad met toebehoren,
zo'n restaurant \xil gewoonte-drinksters maar liever haastig voorbij wandelen.
Zij mochten er, uit pure ergernis, eens toe komen om kordaat naar binnen
te stappen en hardop te vragen: „Hebt u nu echt niets beters te doen?" Het
idee alleen, zullen zij geschokt tegen mij zeggen. Wat een figuur zou een
vrouw van onbesproken gedrag slaan als zij daar, terecht, stevig bij de
arm werd gepakt en haastig de draaideur uitgewerkt: Waar bemoeit u zich
mee dame
Laat mij u dan met de nodige binnenpret verklappen dat een jonge man,
getrouwd en vader van drie kleine jongens, dit stoute stukje wel heeft
•uitgehaald. Figuurlijk dan altijd, want hij heeft deze krasse woorden niet
uitgesproken in een duur restaurant, maar in een nog deftiger en ontoegan
kelijker omgeving: de aula van een hoofdstedelijke universiteit. Waar hij
bii zijn promotie tot doctor in de economie ook deze stellig bereid was
te verdedigen tegenover een schare van professoren: „Het deelnemen van de
gehuwde vrouw aan het arbeidsproces is uit sociaal en economisch oogpunt als
regel aan te bevelen". Of, als u het huiselijker wüt uitgedrukt hebben: Als
een getrouwde vrouw buitenshuis gaat werken wordt zijzelf èn de
samenleving alleen maar beter van. Goed, zult u zeggen: maar wat
heeft dat ter wereld met die theedrinkende dames te maken Alles, blijkt
uit zijn toelichting aan de pers, waarin hij een uitvoerig verslag doet van
zijn persoonlijke mening over dit vraagstuk.
Hij heeft, zo verklaart hij, deze stelling aan zijn dissertatie toegevoegd omdat
hij vindt dat het gezegd moet worden. En hoe is hij daartoe gekomen?
Door rondkijken in een zeer duur, welbekend restaurant. „Een vreselijke
bezigheid", want hoeveel vrouwen daar doelloos thee zitten te drinken
daar kan ik niet tegen. Er zitten dames tussen met een universitaire
opleiding. Het is zonde, dat die mensen niets doen". Applaus van mijn
kant, en wellicht ook van de uwe. Hier is nu eens een man, en nog wel een
hooggeleerd man die dit ten aanhoren van iedereen heeft uitgesproken. Niet
in een restaurant, maar in een krant, die tenslotte iedereen bereikt en waarin
zo'n opmerking dus veel meer effect sorteert. De jonge doctor kan hiervoor
niet beleefd door de draaideur naar buiten gewerkt worden, laat staan dat
iemand hem zou durven vragen: Waar bemoeit u zich mee? Met ons aller
belang, zou hij als econoom zeggen. Want die universitaire opleiding is
door de gehele gemeenschap bekostigd. En wie profiteert ervan? Niemand.
Weggegooid geld.
Zo goed en zo kwaad als het ging.
„Ik wist op geen stukken na hoe ik
dat financieel voor elkaar moest krij
gen", lacht ze. „Maar ik werd aan alle
kanten geholpen. In Leiderdorp werd
een fondsje opgericht en ik kreeg elke
maand 75 gulden; daar moesten we
toen met z'n tienen van komen en....we
kwamen er".
Dat fonds bestaat nog altijd en ver
geet Maman Hendriks ook nu niet. En
in Nijmegen was een ^eraar die een
actie ondernam en met een verhuiswa
gen stoelen en bedden naar Frankrijk
reed.
„Toen raakten we al aardig geïnstal
leerd", vertelt mejuffrouw Hendriks.
„Zes jaar bleven we in die oude pas
torie en tweeëneen half jaar geleden
kregen we een huis. Nou ja, „krij
gen", ik moet 275 gulden huur per
maand betalen. Voor Nederlandse be
grippen is het niet zo mooi, maar voor
onze begrippen is het een geweldig
huis. We hebben nu de plaats voor
kippen en konijnen en een gans. Waar?
O, dat is in Casseneuil, een dorpje van
tweeduizend mensen in het departe
ment Lot et Garonne".
Van haar familie kreeg Margriet
Hendriks een autootje („Mijn familie
doet erg veel voor me") en intussen
had ze al haar negen kinderen via veel
moeite en oneindige stapels papieren
ook geadopteerd. Dat betekende dan
ook: recht op de kinderbijslag in
Frankrijk.
Maar negen jongens en meisjes kle
den en te eten geven, dat kost in het
dure Frankrijk wel een aardige franc.
„Nog steeds zien ze ons in ons dorp
als een rijk gezin", zegt mejuffrouw
Op het gras in Wateringen waar
zij met drie van de negen kinderen
een paar vakantiedagen doorbrengt:
Maman Hendriks plus Patrick (9),
Marie-Noëlle (6), Marie-José (4) en, de
twee witte poedeltjes die cofe uit
Frankrijk meekwamen.
Hendriks, „want anders kan dit niet,
redeneert men. Maar als een gezin, en
daar ben ik blij om, want dat was
mijn opzet".
„De kinderen weten alles, ik ben
van het begin af zeer open tegen ze
geweest. Ze weten dat ze allemaal uit
andere hoeken van Frankrijk komen,
maar we leven als een echte familie
en dat is heerlijk. Ik zeg altijd: waar
liefde is en het doet er niet toe wat
voor soort liefde daar kan alles".
Jarenlang heeft Margriet Hendriks
met een „handeltje" wat geld erbij
verdiend. „Ik verkocht dan op vakan
tie in Nederland briefkaarten en bal
pennen, maar dat kan niet meer, die
tijd is voorbij. Ik moet van dat bede
len af. Ik moet nu een baan gaan zoe
ken om erbij te verdienen".
En wat doen nu de kinderen? Wel,
de oudste (een jongen van twintig) is
in Bussum en blijft er.
Een jongen van achttien is al druk
aan het helpen. Hij is 1250 kilometer
op de fiets gekomen naar ons land
(een fiets die het in Arkel begaf! en
hij maakt een werkende-vakantie in
Nederland door, die negentig gulden
oplevert.
Behalve die twee zijn er nog een
meisje en een jongen van twintig,
twee jongens van respectievelijk ne
gentien en elf jaar en ten slotte Pa
trick van negen, Marie-Noëlle van
zes en Marie-José van vier jaar.
TTe( wintermodeseizoen in Parijs
denderend begonnen met een tuin
feest van Jacpues Ester él in zijn nieuwe
verblijf te St. Cloud bij Parijs. Hij heeft
het aan de buitenkant van de stad ge
zocht, hoewel hij zijn zaak aan de Rue
du Faubourg St. Honoré aanhoudt,
want zijn Parijse klanten zijn forensen.
De luxe-villa is een kopie van een
vleugel van het Petit Trianon van Ver
sailles. Het werd door Mathieu Bodet,
minister van Financiën van Napoleon
Hl, gebouwd. Het bleef in de familie
Bodet tot 1953 en behoort nu aan Es
ter el. ,,lk heb nle dit kunnen veroor
loven"zei Est er el, „omdat ik zo'n
succes heb gehad met mijn herencon-
fectielijn".
Dat heeft hij zeker. Het pullover-jas
je, dat hij het vorig seizoen bracht,
heeft stijl en tegelijk nonchalance. Hij
vertoont er vele variaties van. Het
wordt aangetrokken over het hoofd,
heeft lange mouwen en is even zorg
vuldig gesneden als een' wandelkos
tuum. Voor het weekend gebruikt hij
grijze geribde ottoman-wol of bruine
jersey. Het geheel wordt voltooid met
een lange stola-sjaal, gewoonlijk met
gekleurde strepen.
Esterel's lijn van dit seizoen wordt
de „nonchalante snob" genoemd. Este-
rel zegt er zelf van: „De geest is er
een van „wat kan het me schelen"
maar mijn roklengte is respectabel
en mijn kleren zijn ingetogen gegor-
deld. De haardracht is van Dessange,
geïnspireerd door de paardestaarten
van de Garde Républicaine en de dra
gonderhelmen. Mijn kleurenspectrum
wordt door het marine-blauw over
heerst".
Zijn lijfjes sluiten nauw en vele zijn
als een buis gesneden, maar altijd met
ceintuur. De mantels zijn van achteren
geplooid. Hij werkt veel met boord
sels, al dan niet opgevuld. Wilde kra
gen van sehouder tot schouder staan
uit als bloemkroneh. Diepe oprijgsels
worden dikwijls gebruikt om bolero of
jasje van middellengte interessanter te
maken.
Esterel brengt sexy avondjurken.
Meestal laat een brede band van met
juwelen bezet borduursel het midden
rif bloot.
Aan al het gemompel, dat de mini
rok tot ondergang js gedoemd, werd
maandag, op de eerste dag van de Pa
rijse najaars- en wintershows, door
Louis Feraud en Real abrupt een einde
gemaakt.
Feraud brengt de page-tuniek uit de
Renaissance, met lange pantykousen en
Robin-Hood-laarzen.
Real, de favoriete ontwerper van Bri
gitte Bardot, is even goed, en voegt er
sex aan toe, zoals men nooit eerder
buiten bordelen en boudoirs heeft ge
zien.
Feraud zegt, dat hij niet de oorlog
heeft verklaard aan de roklengte en
dat de knielengte gehandhaafd blijft,
omdat zij van het allerhoogste belang
is voor de couturier, die er met nieu
we ideeën eindeloze variaties in kan
brengen.
Het silhouet van Feraud is een omge
keerde bloem. De rokker waaieren en
zwieren, waardoor een beeld van ron
de volheid ontstaat, en bepaalde man
tels volgen dezelfde lijn. Zijn tweede
silhouet is recht en gaat van de page
tuniek naar kleine klassieke mantels
met de nadruk op jeugdige draagsters
en dikwijls aangepast aan de tieners.
Zijn kleuren zijn dynamisch: felrood,
helgeel, helgroen, maar soms ook zwart.
Hij noemt die kleuren naar beroemde
automobielenmerken. Zijn afwerking is
perfect.
Dikwijls zijn zijn modellen echter te
rommelig, militaire jasjes met zakken
met kleppen en knopen zijn verder
zwaar opgetuigd met brede plastic
ceintuurs, die nauw om de heupen slui
ten en ingelegd zijn met plastic- en
emaille-versiering. Hij is erin geslaagd
ADVERTENTIE
Als eerste Pa
rijse couturier,
heeft Jacques Es
terel zijn nieuwe
modecalllectie voor
herfst en winter
gepresenteerd.
Een bijzonder
spektakelstuk was
wel deze bruids
japon, waarvan de
sluier gevuld was
met rozen.
Bij de show van de Franse modeontwerper Jean Patou
werden enkele .hoeden" voor de komende herfst en
winter gétoond van een wat ongebruikelijk model. Links
ziet u een roodwollen pet met zwarte plastic klep en band;
in het midden een groot net van zwarte chenille, versierd
met veelkleurige stenen en rechts een astronautenhoed met
„glazen" van groen mica.
om door middel van zijn accessoires
zijn opzettelijk architectonisch gecon
strueerde kleren een agressieve, sug
gestieve en erotische toon te geven.
Real brengt korte rokken in een klei
ne collectie. Letterlijk stopt zij de
show met haar mini-rokbruid in wit
kant en witte struisveren. Zowel de
chignon-cape als de rokrand van dit
bruidskleed is van struisveren en de
tulen sluier vertoont ingelegde struis
vogelmotieven.
Het meest sexy bij Real is een tot de
grond afhangende zwartsatijnen sarong,
die gedragen wordt met 'een zwarte
bra, wdiarover een driekwart mantel
van zwarte chantilly-kant open gedra
gen wordt.
Bij deze modellen komt de gedachte
op aan Brigitte Bardot en de meisjes
van James Bond. Voor de avond is ook
de geklede jas van grootvader van
stal gehaald.
De dagensembles worden gekenmerkt
door minimantels over minijurken,
meestal een enkele kleuren afgezet met
bont. Slappe, vilten cowboyhoeden met
een riem om de kin en dijhoge laarzen
voltooien het beeld.
Pierre Balmain heeft dinsdag in zijn
elegante najaars- en wintercollectie
klokkend geknipte rokken vertoond en
voor zijn mantelpakken afstand ge
daan van de blouse. De klokkende rok
ken lieten een nieuw silhouet zien in
de middag- en cocktailmodellen.
Schuin gesneden, springt de wijde
rok aan beide kanten uit in een scherp
geperste plooi, zowel in'zijn diagonaal
veelkleurige beddetijkachtige tweeds
als in de nieuwe faille- en zijden weef-
sles van iedere kleur.
Het mantelpak is gewoonlijk een jas
je over een japon, waarvan de aange
zette top, op taillelengte of op empire-
hoogte, altijd van een contrasterende
kleur is.
De techniek van Balmain is onaan
tastbaar voor voorbijgaande modegril
len. Hij heeft elk detail overwonnen
gebruikt alleen de beste stoffen, bont,
weelderige borduursels van goud, zil
ver of juwelen. Dit keer hangt er een
Spaanse sfeer over zijn met juwe
len bezette japónnen en sommige van
zijn luxe-brokaten herinneren aan be
merkt corduaans' leer.
De stoffen zijn rijk en fraai. Balmain
weet zijn weelderige materialen door
zijn klassieke stijl, aangepast aan ko
ninklijke hoven of high society, altijd
te beheersen. Dit, seizoen gebruikt hij
nieuwe crêpe- en satijnstoffen, die door
hun mooie kleurcontrasten nog winnen.
Een sluike diner japon bestond uit een
eenvoudige mouwloze witte top, als een
koorhemd van achteren gesloten, gezet
aan een zwartzijden crêpe rok op heup
hoogte en voorzien van een zwart en
gouden- këttingceintuur.
Bij de avondjaponhèri was het meest
sexy een aangesloten zwarte japon met
een split tot dijhoogte en een kraag van
wuivende zwarte struisveren langs een
laag uitgesneden hals (Bertha-kraag,
naar de gelijknamige frankische vors
tinnen). Met zwarte struisveer waren
ook de korte mouwen afgezet.
Balmain's kleding voor overdag is
slank, elegant en van hoge klasse. Hij
houdt van wollen jersey-jurk en met
mantels van dezelfde lengte. Deze zijn
aangesloten, terwijl de jurken een
vloeiende lijn hebben. Een mantel in
vanillegeel velours werd over een witte
jersey-japon met een col gedragen.
Sommige van zijn winterjassen zijn
gevoerd met lichte mink, terwijl ande
re modellen worden gekenmerkt door
het gebruik van mink in kragen en
manchetten op de manier van gesteven
linnen bij voorjaarspakjes. Hij ver
werkt zijn mink in smalle biezen in
drie verschillende kleuren. Dan was er
een mantel met een bovenstuk van don
kere mink, terwijl de rok in mooie dia
gonalen verwerkt was. Met dezelfde
vaardigheid werd dit motief in mink bij
een ronde blousekraag en manchetten
gebruikt.
In zijn tweeds en ruiten zoekt Bal
main inspiratie bij de Franse paarden
rennen. Hij gebruikt jockey-zijde voor
de tops van zijn pakken in donkere en
helle kleurcontrasten. Sommige van
zijn tweeds zijn in de sfeer van paar
den en bookmakers en er is invloed te
bemerken van de kleding, die gedragen
wordt door staljongens en van de gerui
te pakken van de trainers. Een leren
mouwloos vest is daar een typisch
voorbeeld van.
ADVERTENTIE
interessant voor u, heerlijk voor de kinderen!
Dolfinarium demonstraties, met zeeleeuwen en dolfijnen in één show
10.00 - 11.30 -13.00 -14.30 -16.00 en 17.30 uur. (op zondag niet om 10 uur).
Speeltuin een van de grootste in Europa.
Veluwestrand groot, schoon en ongevaarlijk; geen gevaarlijke stromingen.
Rondvaart langs Oostelijk Flevoland en de nieuwste polder Zuidelijk Flevo
land. Afvaart elk heel uur.