De tijd van prinsen is in Amerongen voorbij Een honger naar eenzaamheid door Adriaan P.de Kleuver Gemeentemuseum Arnhem komt met Prent 190 MIST u uw 11079 Cycloon In Memoriam DVSA start met oefenprogramma Bekoring Van eind juli tot begin september Te hard gereden Kwistig Fris Slang dagblad DE VALLEI? 10550 Pagina 5 ÜhwumG 30 JUL! 196.' HET BOS VAN KASTEEL ZUYLENSTEIN HEEFT IETS GEHEIMZINNIGS Bel: tot 17.80 van 17.30— 19 30 uur Zaterdags 16.30—17.80 Langs de Essensteeg staan grasjes van één soort, die boven een knoop een heioranje stukje hebben. Dat is een „galvorming", zoals die op honderden andere planten voor kan komen waar een of ander insekt een steek in heeft toegebracht met geen ander doel dan dat de plant een vervorming ondergaat waar larven hogere insekten tot de laagststaande soorten, tot zelfs het na komelingenschap van ééncellige dieren een goede voedingsbodem vinden. Het kunnen zelfs schimmelvormingen zijn. Dat gallenprobleem is zo uitgebreid dat je er wel een krant vol over zou kun nen schrijven. Voor de landbouwers is Plantenziektekundige Dienst te Wage- ningen praktisch dag in dag uit in de weer. Van die laag-bij-de-grondse galletjes kom je vanzelf op de „hogere" soor ten, op de galappels van de eiken b.v. en dan valt er héél wat meer te zien. Onze eiken zijn de meest gewilde bomen voor galwespen. Men moet een eiken- wal eens nauwkeurig onder de loep nemen. Men zal verstomd staan over het ontstellende aantal galvormingen die voorkomen. In een tijd van een wip hebt u er zo'n vijftien, van het gewone galappeltje tot de ananasgal toe. Ze noemen de laatste ook eikenroos- OTTERLO In het Rijksmuseum Kröller-Müller op het landgoed „De Ho ge Veluwe" is sinds het afgelopen week eind tot medio september een tentoon stelling van moderne kunst ingericht. Onder het motto „De stilte der bewe ging" zijn er werken te zien van Soto, Tomasello, Morellet, Camargo en vele anderen. Het zijn voornamelijk reliëfs en sculpturen. Het bos van kasteel Zuylenstein in Amerongen heeft iets geheimzinnigs. Altijd moet ik denken aan Doornroosje, die daar al wel honderd jaar moet slapen en wacht op de prins die haar wakker komt kussen. Maar ik weet dat dit sprookje nimmer werkelijkheid zal worden. De tijd Van de prinsen is in Amerongen voorbij. Het was trouwens ook maar een bastaardprins, die door zijn rijke vader in kas teel Zuylenstein werd neergezet. Tja, en op de excursie naar dat sprookjesbos merkte een deelnemer op: „En nou heb ik altijd gedacht dat die prins toch zo'n nette man' was." Dit „speelkind" heette Frederik en de moeder was Catharina Bruyns, dochter van de burgemeester van de stad Emmerik. De prins van Oranje was toen nog jong en om de politiek moest hij wel met een échte adelijke dame trouwen. Wie dat wel was? Amalia vqn Solms en als u het vaderlandse geschiedenisboekje nog niet helemaal verge ten bent dan weet u dat prins Frederik Hendrik de eigen lijke papa van Frederik van Nassau Zuylenstein was. On ze nationale vechtjas vergat dat kind niet en liet er het eertijds prachtige kastéél Zuylenstein voor bouwen en de reeds bestaande ridderhofstad danig vergroten en verfraai en. Nog ziet men, aan de gevel van het machtige poortge bouw, het zéér gecompliceerde wapen van de door Fre derik gecreëerde familie Nassau Zuylenstein. griezels. Dat woord griezels doet me wat. Je stelt je iets engs voor en dan komen de griezels vanzelf. Vooral vrou wen zijn doodsbang voor slangen. Van Eva's wege denk ik. Zegt u dat woord slangs eens heel langzaam: s-l-a-n-g... Maar neen, nu alles wat dun en lang is slang genoemd wordt, heeft het de be tekenis van het sist en het is lang (een privé grapje hoor!) gewoon verloren. Dit voorjaar trof ik in het essenhakhout wel vijf ringslangen; een paar weken geleden zeven lilliputtertjes van een centimeter of tien. 'k Heb er één van wel 1.20 m in mijn handen genomen, 't Zijn geen palingen die door de vingers glibberen. En al zou een ringslang je bijten dan behoef je echt niet moord en brand te schreeuwen. Die beet is niet giftig. Ja, als 't een adder betrof, dan zat het minder goed voor je. Da's een kwaje! Maar die heeft een zwar te zigzagstreep over de gehele boven kant en als men de een van de ander niet weet te onderscheiden, hou je dan maar liever gedekt, 'k Heb de laatste jaren in onze omgeving maar weinig adders gezien. De laatste in de wilder nissen bij Wagensveld onder Renswou- de. Zo tegen het einde van juli heeft de vogelzang niet veel meer om het lijf. Er broedt nu nog een enkele merel of heeft nog jongen. Maar twee vogels hoor je rond Zuylenstein nog laat in 't seizoen: roodborst en winterkoning. De roodborst is een echte druktemaker, beweeglijk nieuwsgierig en ook een fél, vogeltje. Viel het u al eens op dat het ook een eenzaam figuurtje is. Ze nemen een heel bos voor hun rekening en dulden er geen soortgenoot. In de win ter ziet u dat bij u in ,de tuin ook. Dan houdt dat pittige vogeltje iedere ande re roodborst ver van uw deur. In het Zuylensteinse bos was dat héél grappig. Er gaat een brede weg doorheen die ook op de Essensteeg uitkomt. Die vormde eenvoudig de grens tussen de territoria van twee roodborstmannen. Ze zaten gewoon tegen elkaar te schel den aan beide kanten. En dat schelden noemen wij dan zingen, 't Is doodnuch- ter dreigen, zo van: „En heb het lef nou maar eens om in mijn bos te ko men". Ondertussen zit moeder met de roodborstpeuters veilig en wel in het bos. Enige jaren geleden liep het bos nog al wat stormschade op. En cycloontje velde een laan en andere bomen. Daar is een kaalslag gemaakt en wat op iede re andere kaalslag gebeurt vond ook hier plaats. Nu had dat bos een fan tastische mooie varenbegroeiing. Niet van adelaarsvaren, die je veel in de bossen op de heuvelrug ziet, maar de véél mooiere wijfjesvaren. Zo'n kaal slag wordt al spoedig ingenomen door een pioniersgezelschap. Hier zijn dat voornamelijk wilgenroosjes. Op de ka le zandgrond is er eerst de boschtige smele die het veld een roodbruine tint verleent. Dat gras ontbreekt op kaal slag bij kleibossen. Bij een droogboeket- tenhandelaar zag ik laatst bosjes van die paarsrode bochtige smele voor twee kwartjes per stuk liggen". Goeie men sen, zo dacht ik, als je naar de omgeving van het Egelmeer gaat staat er wel voor een miljoen gulden! Maar wat daar niet staat is het méést echte bosgras, het reuzen-zwenkgras, de mooiste festu- casoort die wij kennen. Een pronkstuk in het droogboeket. Vergeet de elegan te glanshaver niet en de blauwachtig- groene zandhaver langs de zandige we gen. Eer je er erg in hebt, ga je gras mooi vinden. jes, maar dat „ananasgal" is beslist goed gevonden. Allemaal bij elkaar zijn het ziekelij ke afwijkingen, ontstaan door insekte- beten. Maar mét een doel. In zo'n lek kere, dikke, sappige vergroeiing als de bekende „inktappel" (het gewone gal appeltje) is uit het gelijktijdig met de toegebrachte verwonding gelegde eitje een larve gekomen, die zich later weer tot een galwespje zal ontpoppen. En dan bedenk je „Wat is zo'n eik toch een stevige klant dat hij zo veel kan verdra gen. Meer dan honderdzestig belagers heeft zo'n boom van top tot teen, ja tot in de fijnste vezels van het wortel gestel toe. Van spechten die met hun snavel diepe gaten in de stam hakken tot een microscopisch gering virus dat in de bladeren woekert. Toch gaat het leven van zo'n boom door. Het sprookje van de duizendjari ge eiken en linden geloof ik niet. Maar wél dat er vijf duizend jarige mammoet bomen in Californië staan, bomen zo dik dat men door de poort, die in één ervan gemaakt is met een grote Ame rikaanse slee, kan rijden. Maar dat is dan ook Amerika! Spechten ja, die zijn hier echt thuis. De grote bonte vooral en ook wel de groene, 't Zijn zo'n beetje de bouwvak kers van het bos. Lang stond er een do de boom en u had eens moeten zien hoe de vogel er handig de losse bast bij re pen afklopte. Zelfs spanen dood hout vlogen me om de oren. En dat allemaal om een paar weggekropen kevertjes of spinnetjes. Voor het uithakken van het nest kiezen ze veelal een zware stam uit van een levende boom. Dan heb je nog de eksters en de vlaamse gaaien, de eerste in deftig zwart - wit als een burgemeester op zijn paasbest, de an dere in dat roodbruine pakje met aan de vleugelspiegel de zo gewilde blauw wit gestreepte veertjes. Wist u dat een jager het als jachttrofee op zijn hoed steekt en dan altijd het uiterste veren bosje neemt met wat huid en vlees er bij. Zoiets koopt hij beslist niet in een hoedenwinkel. Dan moet ik helaas een „in memo riam" schrijven over onze bosvriend- jes, de eekhoorns. Je ziet ze haast niet meer kiekeboe spelen van achter een dikke beukenstam. Ze zijn uitgedund door de verraderlijke konijnenziekte, de myxomatose, en dat is jammer. De eek hoorn is een leuke en vriendelijke ver schijning en nu is het zo ver dat van de tienduizenden vakantiegangers in de omgeving van Amerongen er geen hon derd zijn die onze roodbruine springers en meesterlijke klauteraars ooit gezien hebben. Ik moet er aan denken dat het soms mensen zijn die de dood van deze alleraardigste bosdieren op hun gewe ten hebben. Er zijn boeren die voor een ziek konijn een tientje neertellen en dat dan loslaten tussen dóór en dóór gezon de konijnen. Ze vegen dan hun zieke oogjes af aan het bedauwde gras en zo verspreiden die dan de smetstof. De eekhoorns zijn nog gevoeliger voor deze moordende ziekte en dan begrijpt men de catastrofale gevolgen wel. Een zéér Varens in het Zuylensteinse bos. tiet kasteel Zuylenstein, zoals dit in 1750 werd getekend door CorneHs Pronk. laakbaar, ja schandelijk gedrag van mensen die zo bij tijd en wijle als het in hun kraam te pas komt de vrome ziel uithangen en ondertussen op een mis selijk makende wijze in Gods eigen land huishouden. En waarom? Omdat konij nen naast gras óók wel eens een kool blaadje op hun menu wensen. Als het op het privébezit aankomt, loopt de christelijke levenswandel nogal eens scheef. Hebben deze stakkers ooit wel eens van de grote mens Albert Schweit zer gehoord? Diens roep over héél de aarde was: „Heb toch eerbied voor het leven". Wandel daar dan maar stille- kens achter aan om het met zo'n sen- AMERONGEN Ter voorbereiding op de competitie speelt DVSA zondag a.s. om half drie een oefenwedstrijd'te gen Minerva uit Utrecht. De tweede uitgave van de Amerongse vereniging treedt om twaalf uur aan tegen Mi- Een week later komen DVSA 1 en 2 opnieuw in het veld. De ploegen spelen dan op De Burgwal tegen RKTVC uit Tiei, terwijl- op 18 augustus DVSA 1 deelneemt aan een toernooi in Maarn, waar de ploeg de beker van vopg jaar moest verdedigen. Woensdag 21 augustus nemen de Amerongers deel aan het nederlaag- toernooi van DOVO 2. Voor de zaterdagafdeling van DVSA begint morgen de training weer, ter wijl deze voor de zondagploegen don derdag wordt hervat. timenteel versje u enigszins duidelijk te maken, 'k Hoop dat het helpt:" De bossen hebben een aparte beko ring en zo'n kasteelpark, restant van wat eens groots en machtig was, maakt de wandelaar weemoedig. Toch weet je dat het je ook eindeloos gelukkig maakt. Als zeven een geluksgetal is kan men nooit met één dobbelsteen dat getal gooien. Je geluk bestaat uit het weer zien van de dingen. Laatst zei een cam pinghouder: „Ze dwalen maar doelloos rond of verdromen hun tijd voor de tent, schelden meer nog dan thuis op de jengelende kinderen en dan zetten ze 't radiootje keihard omdat ze dat thuis niet kunnen vanwege de buren". Is dat zo?! Geloof het toch niet! Er is bij de mensen een honger naar de eenzaamheid. Maar die eenzaamheid op haar beurt dwingt de mensen er ook weer toe de mens te zoeken. Het is een vicieuze cirkel van emoties. Geen beter middel dan met een paar vrien den, liefst nog met z'n tweeën en als 't effe kan alléén, ja vooral alléén en dan ook helemaal alléén maar wat rond te zwerven. In dat verrukkelijke Zuy lensteinse park met al die uitwegen naar stille hoekjes vol bloemen en vogels. Ja, dat zijn mijn vriendjes geworden. De bloemen voor mijn verblinde ogen en de vogels voor mijn hardhorende oren. Zo zou ik willen, dat u het ook onderging. Zoals mij" dat ging dicht bij het Zuylensteinse bos aan de Rijks straatweg waar een kleurige plek bon te wikke mij een feestgroet bracht uit het verre Hongarije. Waarom zou ik dan naar Hongarije gaan als ik die blauw met witte weelde zo maar tien kilometer van Veenendaal vandaan langs de weg vinden? Adriaan P. de Kleuver. ARNHEM Vanaf vrydag 26 juli is in het Gemeentemuseum Arnhem een nieuwe tentoonstelling te bezichti gen: „Prent 190". Prent 190 is een van de vele pogingen om kunst te popula riseren en in het bezit van velen te brengen. Prent 190 slaagt hierin ook bijzonder. Het gaa't aldus: Prent 190 geeft series uit van werken van heden daagse grafische kunst. In oplagen van 190 exemplaren worden deze speciaal voor Prent 190 vêrvaardigd. Elk jaar worden tien kunstenaars en telkens andere uitgenodigd aan Prent 190 mee te werken. Geeft men zich nu voor een serie op dan ontvangt men tien maanden achtereen een litho, ets, houtsnede etc. van tien verschil lende kunstenaars. Deze tien werken kosten dan totaal f 250, eventueel in termijnen te voldoen. De volgende kunstenaars hebben vanaf 1956 aan Prent 190 meegewerkt: Peter Alma, Horst Antes, Enrico Baj, Herman Berserik, Michel Cardena, Dick Cassée, Roger Chailloux, Con stant, fCorneille, Theo Daamen, Jef Die deren, Martin Engelman, Eduard Flor, Lucio Fontana, Friso ten Holt, Willem Hussum, Jacqueline de Jong, Metten Koornstra, Lucebert, Han Mes, Sam Middleton, Hannes Postma, Roger Ra- veel, Guillaume le Roy, Willem Jacob Rozendaal, Pierre v. Soest, Peter Struyc- ken, Bram van Velde, Aat Verhoog, Carel Visser, Guido de Waart, Co Wes- terik, Jacob Zekveld. Voor de serie 1968-1969 zijn uitgeno digd: Pierre Alechinsky (Parijs), Karei Appel (Parijs), Jan Cremer - (New York), Jacques van der Heyden (Den Bosch), Reinier Lucassen (Amster dam), Roberto Matta (Parijs), Ko Oos- terkerk (Amsterdam), Antonio Segui (Parijs), Gerard Verdijk (Den Haag) en Peter Vos (Utrecht). In het Gemeentemuseum Arnhem kan men tot en met 8 september zien tot welke uitgaven Prent 190 tot nu toe in enkele jaren gekomen is. Het is een boeiende tentoonstelling die bovendien eigentijds is en een inzicht geeft in het streven van Prent 190. AMERONGEN Bij een tweedaag se gehouden controle op de maximum snelheid is gebleken, dat 51 automobi listen zich niet aan de maximum snel heid van 50 km konden houden. Zij kregen een procesverbaal. Drie perso nen kregen een bekeuring omdat zij door lichtsignalen anderen trachtten te waarschuwen. ADVERTENTIE Van het prachtige kasteel rest niets meer. De Duitsers hadden er hun gene rale staf in ondergebracht. Die „Her ren" waren er al weer vertrokken toen door een ongelukkig toeval het fraaie gebouw door een geallieerd bombarde ment totaal vernield werd. Jammer.... Reeds in 1387 werd Johan van Zuylen met Zuylenstein beleend. Tot 1502 bleef het verbonden aan de familie Van Zuy len van Natervisch waarvan het stam slot altijd nog dicht bij de stuw van Amerongen staat. Zo kwam het via - via gevoegd bij het huis te Amerongen, omdat Goert van Reede, heer van Ame rongen en Nederhorst huwde met Geer- truid van^Nyenrode, die erfdochter van Zuylestein was. Hun dochter Aleyd van Reede erfde het goed waarna deze het doorverkocht aan Johan van Renesse van der Aa. Maar toen vrouwe Aleyd overleden was had men de poppen aan het dansen. In het restaurant van vader Goert van Reede stond duidelijk dat na haar overlijden de kinderen van haar broer het huis Zuylestein moest wor den toegewezen. Eindeloos geharrewar en processen volgden. Toen kwam dan prins Frederik Hendrik maar tussen beide en kocht het hele goed, waarmee beide partijen gebaat waren en de koop som gelijk verdeeld werd. Zo kwam dan een nieuwe heer op het kasteel, Frederik van Nassau- Zuylen stein dus, waarmee de Stedendwinger dan toch maar bewees, dat hij zich ver antwoordelijk voelde voor een wat on gelukkig uitgevallen jeugdslippertje. Och, en óók een Oranjeprins was een mens van gelijke bewegingen als wie dan ook. Die zoon «met het streepje in zijn blazoen" werd bovendien tot gene raal bevorderd en is een buitengewoon dapper man geweest. Hij sneuvelde bij Woerden in 1672 gedurende de veldslag met de Zonnekoning. Zijn zoon Willem Hendrik van Nassa-Zuylenstein redde op wonderbaarlijke wijze het leven van koning-stadhouder Willem III in 1693 gedurende de slag bij Neerwinden en deze verleende zijn na-neef het titulair graaf van Rochefort. 1 Als koning van Engeland deelde stad houder Willem III met kwistige hand de vervallen graaflijke titels van Ier land aan vrienden en vriendjes uit. Zo werd de enige zoon van de Vrijheer van Amerongen tot graaf van Athlone ge bombardeerd. Als republiek kende ons land geen echte adel. Goed, je kon je zelf heer van dit of van dat noemen als je een heerlijkheid of ridderhofstad erfde of kocht en dan was je landjon ker. Maar baron of graaf kreeg je van een buitenlandse vorst cadeau. De ..adellijke lieden, die op de ridderceduls van de „landen" die tezamen de Neder landen in de delta's van Rijn en Maas uitmaakten waren eenvoudig ridder en dat is dan zo'n echt Nederlands titu lair. Het houdt alles in dat in feite edel en rechtschapen behoorde te iijn, maar de geschiedenis heeft geleerd, dat die ridders onder elkaar nogal eens een knokpartijtje organiseerden. Enfin, ze doen het nu kalmer aan, de jonkheren, baronnen en graven, 't Ja, en dan is het titulair jonkheer nog een beetje oud-Nederlands. De „landadel" werd jonker genoemd. Mensen dus, die half edelman en half boer waren, de land jonkers. In de zeventiende eeuw wer den die al deftiger en deftiger en met al dat aangewreven titulair van baron of graaf verf raaidemen de oude vierkan te donjons of stenen kamers. Bekijk de oude prent van de riddershofstad Zuy lenstein maar eens. De oude woontoren bezat een fraaie, echt Hollandse peer vormige spits en de bijgebouwen had den oud-Hollandse trapgevels. En nu genoeg over het verdwenen kasteel. Want er bleef nog iets zeld zaam moois gespaard: het Zuylenstein se park met de omringende oude grien den en boomgaarden en niet te verge ten de zéér brede grachten die met eiken en beuken omzoomd zijn en land schappelijk tot de mooiste van ons land behoren. Tot de interessantste wandel paden béhoort onbetwist de Essensteeg, zo genoemd naar de essengrienden die links en rechts ervan te vinden zijn. Halverwege kan men in het park ko men en loopt men helemaal door dan moet men een smal. vlonder over om óp dat romantische weggetje langs de Eli- zabethsboomgaard te komen, 't Is alle maal om 't even hoe men dat doet. Als men lekkere, frisse frambozen wil eten dan plukt men die bij handenvol in de Essensteeg. Zoals in de meeste kleibossen vindt men er een schat aan bloemen, van breedbladige wespenor chis dicht bij Kolland tot velden met va- Het poortgebouw van het kasteel. leriaan en moerasspirea. Je zit daar in een streek vol overgangen van zand grond, zavelgrond en kleilahd. Zavel gronden zijn de wat rullere kleistroken, die zand van de heuvelrug in zich heb ben opgenomen. Zéér vruchtbaar door dat ze méér waterdoorlatend zijn. Waar op zulk kleiland bossen geplant zijn met gemengd loofhout en dit niet al te dicht staat, daar is de plantenweelde enorm. In 't voorjaar begint dat met tapijten van bosanemonen en speen kruid, wat later met lelietjes der dalen en nu, in de volle zomertijd, is de sche merige bosbodem soms bedekt met wil de aardbeitjes (honingzoet), heksenkruid wilde orchideeën, tal van die geelbloei- ende „roosachtigen" als nagelkruid en op open stukjes de vuurrode toefen van bloedzuring, hier en daar wat zeldza me moeslook, een sierlijk uiengewasje, en soms 't nog zeldzamere slangenlook, dat veel weg heeft van onze tuinprei, maar óók al een kluwen bolletjes aan de top draagt in plaats van echte bloe men. Een uitgesproken bolletjes-produ cent vormt de meest gewone wilde ui, de kraailook, die bij duizenden langs de Essensteeg voorkomt. De moeslook heeft mooie roserode belletjes aan lange steel tjes, soms evenveel bloemen als bolle tjes. Daareven viel het woord slang. Nou, en dan krijgen een heleboel mensen de De slotgracht van Zuylenstein met de boswachterswonins

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 5