We hebben nog maar 340 m
natuurruimte per man »Witte vl°°rvaart uit
Vijfhonderd jaar
Gelderse historie
Belastingkantoor Arnhem in 1969 klaar
Wecken blijft een
werkje
secuur
2
Ontginningen
Drie stadia
Ruilverkaveling
Derde fase
d mm
SCHAKEN r door H. KRAMER
He
Voorlopige aanslag geeft
hoop voor definitieve
a a a
BRIDGE
DAMMEN
KRUISWOORDRAADSEL
Begeleiden is
iets anders
dan scheppen
Verlies hem niet
uit het oog
Nieuwe uitgave
over Dick Ket
Voorsprong
Vier blokken
Ring
Afronding
mwmuu
w±mim Aö
KftSAB U
1111
AH
B
door H. W. FILARSKI
oc
door J. M. BOM
TJet natuurareaal is vermin-
derd van 900.000 ha in
1900 tot 420.000 ha thans. Het
inwonertal is daarentegen van
5 miljoen in 1900 gestegen tot
12 miljoen nu en het zal nog
verder stijgen. Over geheel
Nederland gezien aldus dr.
ir. F. de Soet van het Staats
bosbeheer, onlangs voor de
radio is er nu nog slechts
340 m2 natuurruimte per in
woner beschikbaar, aanzien
lijk minder dan in andere
Westeuropese landen. Niet al
leen vermindert deze opper
vlakte nog dagelijks door be
volkingsgroei, maar boven
dien is deze natuurruimte nog
zeer ongelijk verdeeld, even
als maar dan in tegenge
stelde zin de bevolking.
De toenemende aandacht
voor de waarde van natuur en
landschap, zowel kwantitatief
als kwalitatief, en voor de na
tuurlijke hulpbronnen in het
algemeen, is verheugend.
Moeilijke punten vormen hier
bij de formulering en uitvoe
ring van een natuur- en land-
schapsbeleid als basis voor
recreatie, leefbaarheid, volks
gezondheid en welzijn.
Fie ontwikkeling van 'n land-
schapbeleid kan niet los
worden gezien van de ontwik
keling van het grondgebruik.
Men kan in dit proces ruw
weg drie stadia onderschei
den, die een duidelijke groei
van het bewustzijn, van de
waardering en de verantwoor
delijkheid voor de natuur en
het landschap tonen. Het der
de stadium kan men tot 1940
begrenzen. Tot dat jaar was
de zorg voor het landschap
een willekeurige en veelal par
ticuliere activiteit. De hout
wallen en heggenlandschappen
in onze oostelijke en zuidelij
ke provincies zijn door men
senhand ontstaan. In vele
eeuwen is de boeiende ver
scheidenheid van landschaps-
vormen ontstaan die ons land
zijn specifieke karakter ver
leent.
Ook de landgoederen, in
eeuwenlange toewijzing ge
schapen, vormen op tal van
plaatsen een kostbare herin
nering aan de privé-belang-
stelling en zorg voor het land
schap. Te denken valt hierbij
aan de landgoederen langa de
Vecht, bij 's-Gravenland en
Kennemerland, de Utrechtse
Heuvelrug, de Veluwezoom,
de Graafschap en Walcheren.
Zij vormen thans onmisbare
«lementen van de infrastruc
tuur voor de recreatie.
Tn de dertiger jaren ging de
overheid een groot pro
gramma van ontginningen en
herontginningen uitvoeren om
verlichting te brengen in de
werkloosheid. De verliezen
aan landschapsschoon leidden
juist vóór de bezetting tot
de „Natuurbeschermingsbe
schikking" van 5 april 1940,
die ten doel had te voorkomen
dat grondwerken met subsidie
van het ministerie van land
bouw en visserij en voedsel
voorziening of van sociale za
ken zouden worden uitgevoerd
waardoor natuurwetenschap
pelijk of landschappelijk waar
devolle terreinen zouden wor
den aangetast. Elk werk moest
eerst worden goedgekeurd, al
dan niet onder bepaalde door
het Staatsbosbeheer te stel
len voorwaarden. Deze be
schikking heeft zegenrijk ge
werkt, maar was begeleidend,
niet scheppend t.a.v. natuur
en landschap.
Tn de tweede periode van
x 1945-1965 kon het Staats
bosbeheer veel natuurschoon
behoeden en aanpassen. Voor
al was dit het geval bij de uit
voering van grote openbare
werken. In de nieuwe IJssel-
meerpolders werden niet al
leen agrarische produktie-
ruimten gevormd, ook het
scheppen van nieuwe land
schappen met bossen, laanbe
plantingen met bomen en
struiken werd een essentieel
onderdeel van de inrichting
van het nieuwe land. Ook de
verkeerswegenaanleg ging
men meer landschappelijk en
esthetisch benaderen. Op het
oude land kon dit werk pas
direct na de oorlog goed op
gang komen toen op de Zeeuw
se en Zuidhollandse eilanden
het landschap over grote op
pervlakten vernield was en
landschapsplannen de basis
moesten verschaffen voor re
constructie.
T^evens geraakten allengs de
werken die de ruilverka-
veling begeleidden uit de sfeer
van aanvullend werk. Deze
werken werden ingrijpender
en gingen in 1954 stoelen op
een nieuwe Ruilverkavelings-
wet. Van begeleiding van in
cidentele cultuurtechnische
werken werd de landschaps-
zorg een in de wetgeving voor
geschreven aangelegenheid.
Sindsdien hebben verstedelij
king, verkeersontwikkeling,
cultuurtechniek en landaan
winning enerzijds en een ver
anderend levenspatroon ander
zijds de herziening en aanpas
sing van ons landschap tot 'n
steeds actueler zaak gemaakt.
Sinds 1954 evolueerde de een
voudige landschapsverzorging
van na de oorlog tot land
schapsbouw, die de plannen
voor bodembestemming en
landaanwinning steeds nadruk
kelijker is gaan beïnvloeden.
bij agrarische, landschappe
lijke, natuurwetenschappelij
ke, verkeerstechnische, stede
lijke en militaire belangen tot
een synthese zijn gebracht
met inachtneming van regio
nale en nationale verlangens.
Hierin verkrijgen de agrari
sche toekomstgebieden een
plaats, maar ook de te beplan
ten of landschappelijk te ont
wikkelen gebieden voor de
leefbaarheid en de openlucht
recreatie, alsmede de gemengd
agrarisch-recreatieve gebieden
(b.v. Salland, Achterhoek,
Twente, Zuid-Limburg), waar
in zowel schaalvergroting van
de landbouw als van het land
schap worden beoogd. Voorts
onderscheidt men landschaps
reservaten, bufferzones, park-
gebieden van regionale en van
nationale betekenis.
TTe Rijn, Europa's meest
bevaren stroom, is in de
ze tijd meer dan ooit een toe
ristische attractie. De „witte
vloot" beheerst het beeld.
Naast de vier fraaie salonbo-
TVTa de nieuwe wet op de
Ruimtelijke Ordening van
1 augustus 1965 begint de der
de fase zich aan te kondigen,
nl. de landinrichting op basis
van door de planologie aange
geven bestemmingsplannen
voor het grondgebruik waar-
Tn het nieuwe Rijksarchief aan de Markt te Arnhem is tot en
met 30 september een tentoonstelling ingericht onder de
naam „Facetten van de Gelderse Historie tussen 1250 en 1795".
De basis voor deze tentoonstelling werd gelegd toen de minis
ter van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, mej. dr.
Klompé, in november van het vorig jaar het Arnhemse ar
chiefgebouw officieel in gebruik stelde. Thans is de expo
sitie, enigszins gewijzigd, voor het publiek geopend van maan
dag tot vrijdag, 's middags van 14 tot 16.30 uur. De toegang
is gratis; een rondleiding of toelichting op de door de bezoe
kers te stellen vragen kan desgewenst omstreeks 15 u. plaats
vinden. Een catalogus met beschrijvingen is verkrijgbaar.
'Tijdens een korter of langer bezoek kan men hier een wan-
deling maken door het verleden van ons gewest. De ont
wikkeling van Gelderland wordt uitgebeeld aan de hand van
kostbare perkamenten charters met waszegels en andere do
cumenten zoals de Veluwse tynsrollen en met de hand gete
kende, dus unieke, kaarten, b.v van de oude grensgebieden
met de Lymers, die vroeger Kleefs (Pruisisch) gebied waren.
De vorming en afronding van 't souvereine Hertogdom Gelre,
en daarmee dus ook het ontstaan van de huidige Nederlandse
rijksgrenzen, zijn voor ogen gebracht door de authentieke do
cumenten van 1247 waardoor Nijmegen bij Gelderland ge
voegd werd. Even verder ziet men 't keizerlijke privilege
waarbij Gelderland tot 'n hertofdom verheven is, en de ver-
bondsbrieven die de medezeggenschap van de onderzaten in
luiden.
De wording van het Gelderse wapen, oorspronkelijk met de
drie mispelbloemen wordt in een opstelling van middeleeuwse
zegels en munten getoond. Zelfs de witte pauwenstaarten,
het helmteken van de hertogen, ontbreekt niet: zij zijn gele
verd door de hedendaagse witte pauwen van het landgoed
Staverden.
lYflaar dan gaat de historie verder en via de originele staats-
stukken met de handtekening van hertog Karei van Gel-
re, de brandbrieven en de verboden geschriften uit de tijd van
de kettervervolging, de bezwering van de Unie van Utrecht
en, als tegenstelling, een 16e eeuws huishoudboek, komt men
tot de jongere maatschappelijke ontwikkeling. Wij noemen
daarvan een bijzonder treffend facet: de gezondheidszorg in
de tijd van de „rode loop", een epidemie in het eind van de
18e eeuw. Oud schrijf- en Tekenmateriaal verduidelijken het
beeld. Naast individuele bezichtiging is het ook mogelijk een
afspraak te maken voor groepsbezoek, waarbij eventueel een
causerie met dia's ingelast kan worden (na 22 juli).
ten „Europa", „Helvetia",
„Nederland" en „France"
staan voor de Rijnreizigers
nog vele andere kleinere en
kleine witgelakte plezierboten
ter beschikking, die dagelijks
stroomop en -af varen. Alle
comfort, dat reislustigen en
ontspanningzoekenden bij crui
ses op zee zo waarderen, bie
den de vier „grote",, die ge
durende het seizoen om de
twee dagen afwisselend voor
een vierlanden-trip starten.
De rondreis Bazel-Rotterdam-
Bazel of omgekeerd duurt ne
gen respectievelijk tien dagen
kost,, al naar gelang de cabine,
circa 700 tot 1000 gulden, in
clusief volledig pension aan
boord. Van het zonnedek of de
uitzichtsalon uit, tijdens land-
trips en stadsrondritten leren
de passagiers Zwitserland,
Frankrijk, de Duitse Bondsre
publiek en Nederland kennen.
Zelfs de om de week plaats
vindende winterreizen op de
Rijn zijn altijd volgeboekt.
Bij het hoofdbestuur van de
Nederlandsche Vereeniging tot
Bescherming van Dieren ko
men de laatste tijd veel be
richten binnen van eigenaars
van honden die hun dieren
zijn kwijtgeraakt tijdens een
bezoek aan winkels en met
name aan supermarkten. In
dergelijke zaken zijn veelal
haken aangebracht waaraan
de dieren met een lijn kunnen
worden bevestigd.
Als de inkopen zijn gedaan
blijkt dikwijls dat de viervoe
tige huisgenoten zijn verdwe
nen. Vermoedelijk in gezel
schap van een sjacheraar die
een zoet winstje kan maken
door de hond bijvoorbeeld aan
een laboratorium te verkopen.
De honden gaan dan geen
prettige toekomst tegemoet, en
hun bazen zullen er dus goed
aan doen deze hint van de
Dierenbescherming ter harte
te nemen.
Tn 1962 werd op initiatief
van het Gemeentemu
seum Arnhem en met steun
van het Provinciaal Bestuur
en het Anjerfonds van Gel
derland een uitgave verzorgd
over Dick Ket, mede naar
aanleiding van een over
zichtstentoonstelling van zijn
werken.
Dr. W. Jos de Gruyter
schreef over dit werk zeer
sensitief en levendig een ge
detailleerd portret van de
kunstenaar.
Het Gemeentemuseum Arn
hem, dat ongeveer 1/3 van
het totaal aantal werken van
Dick Ket bezit, verheugt zich
uiteraard, dat de belangstel
ling voor deze schilder zo toe
neemt, dat thans in 1968 een
tweede uitgave verzorgd moet
worden.
Dit gaf tevens de gelegen
heid voor dr. De Gruyter om
enige wijzigingen in de tekst
aan te brengen, de catalogus
van het totale oeuvre kon
worden aangevuld en foto's
zowel van de schilder als van
werken van hem konden wor
den toegevoegd.
Deze tweede herziene druk
met een overvloed van foto's
waaronder acht in de
meest precieze kleurweerga-
ve, geeft een rijk en gaaf
beeld van een schilder, die
onder zo benauwende om
standigheden uitgroeide tot
een karaktervol mens en tot
een van de belangrijkste Ne
derlandse schilders in de ja
ren dertig.
[et „rijkskantorengebouw"
L dat de N.V. Ingenieursbu
reau voor Bouwnijverheid in
opdracht van de Rijksgebou
wendienst voor de Arnhemse
belastingdiensten aan de Euse-
biusbinnensingel in de Gelder
se hoofdstad bouwt, is gedeel
telijk al in het stadium van
de afbouw. De bouw, die in
februari van dit jaar begon,
verloopt voorspoedig. Het ziet
er naar uit dat de belasting
diensten, het kadaster en het
bureau ruilverkaveling nu
nog verspreid over meer dan
tien kantoren door heel Arn
hem het nieuwe belastingge
bouw veel eerder zullen kun
nen betrekken dan was ge
projecteerd. IBB hoopt het
gebouw ca. drie maanden
voor de officiële opleverings
datum (1 augustus 1969) te
kunnen overdragen.
öij het bereiken van het
hoogste punt 'stond al
vast dat men enkele maan
den op de planning voor was.
De inmiddels gepensioneerde
disecteur van de rijksbelas
tingen, de heer V. A. Tak,
toonde zich daar toen bijzon
der gelukkig mee. Hij verge
leek de voorspoedige bouw
met een „voorlopige aanslag,
met voortvarenheid opge
legd" en sprak toen al zijn
vertrouwen uit in de „defini
tieve aanslag".
TTe „definitieve aanslag"
kan in grote trekken als
volgt worden beschreven:
Het gebouw bestaat uit vier
gelijke blokken die, elkaar
gedeeltelijk overlappend, ho
rizontaal trapsgewijs op el
kaar staan.
Het ontwerp stelde IBB in
staat ook de bouw „trapsge
wijs" in vier fasen uit te voe
ren waarbij ruimschoots kon
worden geprofiteerd van het
repetitie-effect. Kwam deze
omstandigheid de voorspoe
digheid van de bouw al ten
goede, veel heeft daartoe ook
de wijze van samenwerking
tussen de architékten prof.
ir. H. Brouwer en ir. T. T.
Deurvorst te Arnhem en
IBB bijgedragen. De gevel
breedte van drie der blokken
is bijna 32 meter, van één
blok ruim 44 meter. De in
totaal dus ca. 140 meter lan
ge gevel heeft een borstwe
ring van geprefabriceerde
gewapend-betonplaten, waar
tussen de architecten prof.
ken met zwarte, houten bui
tenraamkozijnen een frap
pant kontrast van lichte met
donkere banden bewerkstelli
gen.
Ook de gevelkolommen zijn
geprefabriceerd, waarbij
ondermeer in verband met de
ramen de maatvoering bij
zonder belangrijk was. De
grootste afwijkingen waren
nooit meer dan 2 2Vt mm.
Tn het werk is veel zicht-
beton toegepast, dat niet
glad is afgewerkt maar dui
delijk de afdruk van de hou
ten bekisting toont. Dit geeft
een fraai, „ruig" effect
waarnaar ook bij andere on
derdelen van de bouw is ge
streefd; zo zijn de plafonds
van het interieur afgewerkt
met ongeschaafde delen van
red cedarhout. Deze mate
riaalkeuze draagt ertoe bij
dat het gebouw weliswaar
een mooi uiterlijk heeft maar
toch de voor een belasting
gebouw niet misplaatste
kenmerken van soberheid
draagt.
Stedenbouwkundig gezien,
draagt het belastingge
bouw bij tot de afronding van
dit deel van de bebouwing
van Arnhems binnenstad.
Achter de hoogbouw de
vier blokken dus die met kel
der, begane-grondvloer en
drie verdiepingen ca. 14Vt
m hoog zijn komt nog een
een laagbouw. Daarmee kon
IBB pas beginnen toen de ge
velbekleding van de hoog
bouw gereed was; de kraan
die de gevelplaten aanvoerde,
moest namelijk verreden
worden op het voor deze
laagbouw bestemde terrein.
Dij de indeling van het ge-
bouw zal worden ge
streefd naar een optimale
flexibiliteit. Dat het gebouw
drie ingangen krijgt en drie
schachten voor het vertikale
verkeer (namelijk op de
plaatsen waar de vier blok
ken elkaar overlappen) zal
stellig tot deze flexibiliteit
bijdragen.
Op de begane_grond komen
grote werkvertrekken en de
ruimten voor het publiek. De
etages zullen kleinere kantoor-
vertrekken bevatten.
Het is de bedoeling, dat het
gebouw eind '69-begin '70 in
gebruik wordt genomen.
t OORD AT Fetro^jan zijn wereldtitel
In een tweekamp gaat verdedigen te
gen Spas8ky, Korchnoj. Tal of Larsen,
zal hij eerst aan moeten treden tegen
Bronstein in een tweekamp van 6 partij
en. De inzet hiervan is „slechts" het
kampioenschap van Moskou, want ln de
wedstrijd Waarin om dat kampioenschap
werd gestreden kwamen de groot
meesters Petrosjan en Bronstein tezamen
aan de spits. De tweekamp zal dus de
beslissing moeten brengen.
In de hieronder weergegeven partij
van de wereldkampioen laat. hij zijn in
de laatste Jaren toenemende drang naar
zekerheid los: het resultaat is een frisse
aanvalspartij van het soort, zoals hij die
leverde vóór dat hij de hoogste titel
veroverde.
Wit: T. PETROS JAN. Zwart: A. BY-
CHOWSKI. (Moskou 1968.)
Klassiek Damegambiet.
1. c2—c4, e7—e6 2. d2—d4, d7—dS 3.
PblC3, Lf8e7 4. Ld—f4. Pg8—f6 5.
eV^e3, 0—9 6- Tal—cl. c7—c5
(Nu wit zijn dameloper naar f4 heeft
ontwikkeld, inplaats naar gS, komt zwart
gemakkelijk tot deze bevrijdende op
mars.)
7. d4xc5, Pb8e6 8. Pgl—f3. Le7xc5 8.
a2—a3, d5d4
(Anders komt wit door middel van de
opmars 10. b4 tot een kansrijk initiatief.)
10. e3xd4. Pc6xd4 11. Pf3—e5, b7—b« 12.
Lfl—d3, Lc8b7 13. 0-0. h7—h6 14.
Tfl—el. Fd4—C6
(Dreigt weliswaar 18Lxtff in com
binatie met Dd4t, maar stelt de witspeler
ln staat zijn stelling te versterken. Beter
was 14a5.)
15. Tel—c2!, Dd8c8 18. Fe5— g4. LcS-e7
17. Pg4xf8+. Le7xf6 18. Pc3—e4. Lf«-e7 18.
Ddl—h5, Tf8d8
Geschrokken van de fraaie combinatie
1 9Pd4 20. Lxh6, Pxc2 21. Pf6t', Lxf6
22. Lxg7 en mat ziet de zwartspeler over
het hoofd dat de zaak na het eenvoudige
2 0gxh61 helemaal niet duidelijk was
geweest.)
20. Tc2—C3, f7—f5 21. Pe4—g3. Le7—f6
(Zet de tegenstander het mes op de
keel.)
22. Pg3xf5i, Lf6xc3
(Het alternatief is 22exf5 23. Lx«.
Lxc3 24. Lxc8, Lxel 28. Lxb7, Pe7 26.
Lxa8, TxaB 27. De2, Pg6 28. Lg3 en wint.)
23. Pf5xhflt, g7xh8 24. Dh5—g6t. LcJ-gT
(Nu heeft zwart een hele toren meer.
Op 24. Kf8 is 25. Lxh6t. Ke7 26. bxcS
beslissend.)
25. Lf4xh6, Td8—d7
(Dekt Lg7 en maakt, het veld d8 vrij
voor de vlucht van de zwarte koning.)
26. Dg6— h7t, Kg8—f8
De opgave van de week: inplaats van
toe te staan dat de zwarte koning na 27.
Dh8t, Ke7 naar de damevleugel vlucht,
vond Petrosjan hier een dwingende
winstvoortzetting. Ziet U het ook? De
oplossing komt in de volgende rubriek.
BYCHOWSKI
abcdefgh
PETROSJAN
OPLOSSING
De stand was: Wit (Goldln): Kfl, Dbf,
Tal en el, pionnen a2. c2, f3, g2. hS.
Zwart (Clstakov): Ke8, De5, Tf8, Le6, Peï
en e2, pionnen a7 en d5. Mat ln 5 zetten
door: 25Pe4—d2t 26. Kfl—f2. Tf8xf3t
27. g2xf3, De5xh2t 28. Kf2—e3. Pd2—c4t 28.
Ke3—d3, Le6—f5 mat.
\OK de grote Italianen doen een enkele
maal wel eens heel gekke dingen aan
de bridgetafel. Pabis Ticci die samen
speelt met Mimmo D'Alelio, zal niet met
zoveel vreugde terugdenken aan het
„slemmetje" dat dit vermaarde paar tij
dens de wereldkampioenschappen bood in
de wedstrijd tegen Chili.
8
7
O AHB10987J
AB108
4H962
CpHV 3 2
O V 6
HV9
Zuid gever, OW kwetsbaar. Zuid één
klaver - west één harten - noord drie
ruiten - OW pasten - zuid drie SA -
noord vier SA - zuid vijf klaver - noord
v(jf SA - zuid zes klaver - noord zes
ruiten - einde.
Drie SA is het enige manchebod dat
NZ kunnen winnen, maar de 15 punten
die zuid „behoort" te hebben kunnen ook
bestaan uit bijv. (J»A962 0A932 A 6 6
Jf, A H 3 ln welk geval N1? al tenminste
klein slem voor het neerleggen hebben.
Toch geloof ik, dat D'Alelio (noord) de
situatie onjuist taxeerde: zou zuid laatst
genoemd spel hebben gejiad, dan is het
hoogst onwaarschijnlijk dat hij over drie
ruiten van noord en onderbod van drie
SA zou hebben gedaan.
In de praktijk besloot noord echter
„azen te vragen" (4 SA) en ongelukkiger
wijze betekende het antwoord van 8 kla
ver, dat zuid nul of drie azen kon heb
ben. Meestal is dat voor degeen die
„vraagt" gemakkelijk genoeg vast te stel
len, doch in dit geval was het resultaaf
dat de grootmeesters in het lachwekken
de contract van zes ruiten verzeild raak
ten na zelfs nog via 5 SA een poging tot
groot-slem te hebben gedaan! Toen Ticci
daarop met zes klaver (nul of drie heren)
antwoordde had D'Alelio er nog steeds
geen benul van wat voor soort spel er bij
zuid op tafel zou verschijnen. Het viel
hem niet meel
Wonderlijk genoeg verloor Italië nieta
aan dit spel. Tegen zes ruiten zagen de
Chilenen slechts kans twee hunner drie
azen te maken (één down), terwijl aan
de andere tafel Chili in NZ tot een eind
bod kwam van vijf ruiten, waartegen dé
Italianen wél hun drie azen in OW op
raapten. Geen score dus op dit merk
waardige spel.
AV10»
V10
O AH
H 10 9 8 6
Zuid gever, OW kwetsbaar. Zuid 4én
klaver - noord één harten - zuid twee
schoppen - noord vier klaver - zuid vier
ruiten - noord vier harten - zuid vier
SA - noord vijf harten - zuid zes klaver,
Tegen zes klaver speelde west harten
twee voor en ik gun u één minuutje om
uit te maken of u het aas op tafel neemt.
Kreyns had overigens binnen vijf se
conden het juiste gedaan en maakte in
slag 1 harten tien. Slag 2 schoppenaas,
slag 3 schoppen aftroever. Ruitenheer
maakte slag 4 en in slag 5 weer een
schoppen aftroever. Slag 6 ruitenaas
waaronder bij west ruitenvrouw viel,
slag 7 nogmaals (de laatste) schoppen,
noord maakte klaverboer en OW beken
den nog schoppens. Hoe verder ln deze
situatie:
NIEUWE OPGAVE
Een geweldig leuk spel althans voor
de Nederlandse toeschouwers was een
zes klaver-contract dat Hans Kreyns in
de wedstrijd tegen Denemarken wist
thuis te brengen. Vooral Imponeerde het
door de snelle wijze waarop raspaard
Hans een foutloos parcours aflegde.
Doet u het hem na?
6
C? A 9 8 5 4
<*>B 7 3
A B 4 3
7
T
Wel even goed het spelverloop lezen,
alvorens uw oordeel te geven, want e*
staan héél wat punten op het spel! Of a
geslaagd bent voor dit examentje wordt
op 27 juli verteld.
BIJNA was de door de Russische
damploeg ontworpen tactiek in de
landenontmoeting met Nederland
(kennelijk met de opdracht, de drie aller
gevaarlijkste tegenstanders, Sijbrands,
Roozenburg en Wiersma, ln toom te hou
den, terwijl de overigen voor de winst
punten moesten zorgen, waar zich de
kansen voordeden. Juist in de tweede
ontmoeting faalde de opzet: Koeperman
zweefde op het randje van de afgrond,
doch kon zich juist nog redden. De nieu
we wereldkampioen Andreiko echter
vertrouwde iets teveel op zijn verdedi-
flngskunst en werd slachtoffer van de
urieuze aanvalsdrift van Sijbrands. Het
was slechts dank zij de grotere techniek
van Agafonov tegen Schotanus, welke
partij wüj vorige week plaatsten en de
sluwe tactische gaven van Korchov, die
de anders zo moeilijk te kloppen Van der
Sluis tot overgave dwong, dat de Russen
nog Juist wonnen. Zo werd de nationale
ploeg ln de derde ontmoeting geforceerd
tot een te grote krachtsinspanning die
tot een debacle leidde. Hieronder de
fraaie winstpartij van Sijbrands: Wit: A.
Andreiko: Zwart: T. Sijbrands: Amstel
veen 5-7—68. 1. 32—28 17—22 2. 28x17
11x22; 3. 37—32 6—11; 4. 41—37 12—17; 5.
31—26 1923; 6. 34—29 23x34; 7. 40x29
14—19; 8 32—28 7—12 9 37—32 1—6; 10.
36—31 10—14; De gehele opzet van wit is
de direct geopende zwarte druk tegen
het centrum in toom te houden. De nu
volgende zet is echter een kleine on
nauwkeurigheid waardoor zwart toch in
het offensief komt: 11. 4641. Beter is
44—40 (5—10) 31—27 enz. waardoor wit
veld 29 bezet houdt. 11. 5—10; 12.
31—27 moet nu toch! 22x31; 13. 26x37
17—22; Andreiko verwachtte zeker
(19—23); 14. 28x17 11x22; 15 45—40 12—17;
16. 41—36; Weet kennelijk geen raad met
het onorthodoxe zwarte spel. Consequent
is 40—43; 16. 16—21; 17. 29-24? Veel
beter is 37—31 (21—26 of?) 32—27! enz. Nu
komt zwart sterk in het offensief: 17. -
20x29; 18. 33x24 19x30; 19. 35x24 812! 20.
38—33 3—8; 21, 43—38 6—11; 22 33—28
22x33; 23 38x29 21—27 24. 32x21 17x26;
25. 40—43 2—7! Dreigt met (1823) schijf
24 af te snijden. 26. 34—30 18—23; 27. 29x38
12x23; 28. 30—25 8—12' 29. 36—31; Meent alle
gevaar te bezweren, maar zwart toont
anders aan! 29. 11—17; 30. 31—27;
13—19! 31. 24X13 9x18; 32. 49—43
17—22! 33. 37—31 20x37; 34. 42x31 14r-19; 35.
43—38 10—14 36 47—41
4—9; 37. 41—36 9-13 38. 39—33 15—20! Het
zwarte overwicht is al zeer duidelijk; 39.
44—39 20—24 40. 50—44 12—17 41. 31—26.
Wit stond voor een zeer moeilijke keus,
na 38—32 kan zowel (17—21) 27x16 (22—28)
33x22 (18x38) met schone vooruitzichten
als (7—11) Op dit laatste echter volgt
33—281 enz. en wit heeft zich hersteld. 41.
22x31; 42. 36X27 17—22 43. 48-42 22x31;
44. 26x37 712! 1 (zie diagram).
De diagramstand vormt het duidelijke
bewijs, dat de verschillen in het damspel
uiterst gering zijn. De tekstzet dwingt,
alhoewel hij niet agressief lijkt, een
nieuwe verzwakking af. die tot wits on
dergang leidt: Op 37—32 zou volgen
(24—29) 33X24 (19x30) 25x34 (23—28) enz.
dam. Gedwongen daarom: 45. 4440.
Aan de lezers thans de opgave: Hoe
forceerde Sijbrands nu de winst?
OPLOSSING
De stand was:
Wit: Schotanus: 26, 27, 28,
35, 38, 40 (10 sch.).
Zwart: Agafonov: 3. 6.
17, 18. 19, 24, 29 (10 sch.).
Zwart speelde: (3—91!) Na (30—25)
beslist dan (9—14!) 40—34 (29x40) 35x44
(24—29) 33x24 (19x30) 25x34 en (17—21) 26xlt
(Ux42) In de partij volgde: 28—23 (19x391)
28x8 (9—13!) 8X19 (29—34) 40x29 (16—22!)
27x18 (17—21) 26x17 (11x42!) uit.
30, 31, 3S,
11. 13,
39.
18.
CRYPTOGRAM
Horizontaal:
1. Koploper (11)
9. Moeilijke tocht (4)
10. Aan lager wal geraakt (10)
11. Onzelfstandige (7)
12. Kleine geneugten (7)
14. De sleutel ligt achter de deur (9)
18. Prille tijd (5)
19. Militaire bende (5)
20. Zo moet men er wel lak aan
krijgen (9)
22. Hij pruttelt op het fietspad (7)
24. Deze functionaris heeft het heen
en weer (7)
27. Dat is niet erg gevoelig (9)
28. Met dit bevestigingsmiddel
wordt de hoop de bodem In
geslagen (4)
29. Zij hebben moeite met de balans
(11)
Verticaal:
2. Zij laat over zich lopen al zit ze
wel eens in de pot (5)
3. Veroorzaker (8)
4. De gast in de schouwburg (4)
5. Hij moet wijzer zijn (6)
6. Mien helpt hem zoeken (9)
7. Men snapt niet hoe hij het doen
kan (8)
8. Verstandige ligplaats (4)
13. Een groot aantal kan het wel
verdragen (5)
15. Bijleggen (9)
17. Goed vinden (8)
18. Niet groot, maar wel erg naar
(8)
21. Werk van de pers (6)
23. Hier is aan boord plaats genoeg
(4)
25. Arbeidsloos inkomen (5)
26. Die rivier klinkt als een knol (4)
OPLOSSING
Horizontaal: 1. post; 4. imker; 8.
silo; 11. ore; 12. aal; 13. els; 14. rede;
16. basis; 17. aard; 19. trans; 21. sta;
22. Marie; 23. tas; 25. ven; 28. stre
ven; 33. gnoe; 36. rulle; 37. merg; 39.
aardbei; 40. enteren: 41. Arie; 42.
peluw; 44. Tine; 4o. genegen; 48.
aan; 49. gul; 52. klant; 54. Lek; 56.
tegen; 59. rank; 60. lonen; 61. vele;
62. net; 63. ode; 64. ren; 65. koor; 66.
stelt; 67. nest.
Verticaal: 1. part; 2. soda; 3.
Trent; 5. Maas; 6. kasteel; 7. Elia; 8.
slaan; 9. Isar; 10. orde; 15. era; 18.
rit; 20. sas; 22. men; 24. strepen; 25.
Veenweg; 26. egaal; 27. porie; 29.
ruien; 30. vleug; 31. Perim; 32. Ag
nes; 34. nar; 35. Ede; 37. met; 38.
ren; 43. legende; 45. gat; 46. nut; 47.
sla; 48. anker; 50. leven; 51. wel; 52.
kruk; 53. anno; 54. loot; 55. keel; 57.
gene; 58. neet.
W/ecken is een secuur werk
je, dat velen niet meer
willen of kunnen doen.
Om nu aan de wens van de
huisvrouw, iets van de zo
merse overvloed te kunnen
bewaren, tegemoet te komen,
zijn er diverse apparaten in
de handel gebracht, die tijd
en brandstofbesparend wer
ken.
Gewoonlijk zijn het pomp
jes waarmee lucht uit de in-
maakglazen gezogen of appa
raatjes waarmee stoom in en
daardoor lucht y*
glazen wordt gedreven, In
beide gevallen is het resul
taat dat de deksels die op de
hete gevulde glazen zijn ge
legd, stevig op de glazen ge
drukt worden en deze dus af
sluiten.
Men vergeet echter dat het
dichtzijn van de glazen niet
betekent dat de inmaak niet
kan bederven. Vele bederf-
kiemen die in groente kun
nen voorkomen ontwikkelen
zich juist bij voorkeur in een
omgeving met weinig of geen
tupbt HM. komt ook her
haaldelijk voor dat groente
(en vlees) die zonder „wec
ken", maar met behulp van
een inmaakapparaat is in
gemaakt, bederft.
Alleen bij vruchten en zure
groenten, zoals rabarber en
postelein, kunnen dikwijls
wel goede resultaten bereikt
worden. Dit komt doordat het
opkoken van de vruchten of
zure groenten de hierin aan
wezige bederfkiemen vernie
tigt.
Hebt u een inmaakappa
raat gekocht en wilt u het
desondanks gebruiken, benut
't dan uitsluitend voor vruch
ten en zure groente, niet voor
bloemkool, worteltjes, boon
tjes en andere gro^ïli
nooit voor vU*