DEZE WEEK: nader beschouwd
VRIJHEID VAN MENINGSUITING
REVOLUTIONAIRE KERKEN
KERKELIJKE REVOLUTIE
AANTAL VERKEERSDODEN KAN (MOET) LAGER
Industrie, roet en leefbaarheid
HET ELAN IS ER UIT
Overlevingskans
groter door
sneller hulp
r
i
Overeenkomst inzake wegvervoer was
lichtpunt in sombere E£.G.-julimaand
Groter kans
Centrale post
Intensive care
Lichtpunt
ft Zorg voor welzijn
ft Durf
door
M. B Block
kolonel-arts
Over alles wat in de haveloze bioscoop van het grensplaatsje Cierna besproken is
tussen de Tsjechische en Russische leiders hangt nog een waas van geheimzinnig
heid en het ziet er niet naar uit dat dat waas vanavond doorbroken zal zijn als ook
de leiders uit andere communistische landen in Bratislava hun zegje gezegd zullen
hebben.
Niemand durft voorspellen wat precies het resultaat zal zijn van de keiharde con
frontatie tussen deze twee verschillend denkende communistische groeperingen
hoogstens kan men zeggen dat er iets fout is gegaan als die resultaten wèl onmiddel
lijk te zien zullen zijn. Want dan betekent het dat de Tsjechen ook voor het oog
van de buitenwereld duidelijk zichtbare concessies hebben moeten doen. Als bij
voorbeeld Russische troepen zouden opmarcheren naar de grens tussen Tsjecho-
Slowakije en de Duitse Bondsrepubliek, dan zou dat betekenen dat Dubcek niet
het wantrouwen tegen zijn beleid heeft kunnen wegnemen.
Eén ding kan er niet gebeuren: de Tsjechische burger opnieuw de mond snoeren
en hem dan toch nog beschouwen als een bondgenoot van Moskou. Want die Tsje
chische burger heeft in die weinige maanden van Dubcek's bewind geproefd van
het grote goeddateen democratie haar burgers kan aanbieden: vrijheid van me
ningsuiting. En die smaak is hem zo goed bevallen dat hij zich dat goed niet meer
wil laten ontgaan. Natuurlijk, Moskou zou dat met geweld opnieuw kunnen af
dwingen maar dan moet het Moskou nu duidelijk zijn dat het dusdoende een
tot dusverre uitstekende bondgenoot tot zijn vijand heeft gemaakt. En dat is iets
wat de mannen van het Kremlin waarschijnlijk toch niet zullen willen riskeren
zij hebben al zo weinig echte vrienden!
Daarom is geen nieuws van Bratislava vanavond waarschijnlijk het beste nieuws.
Dan kan ieder zonder gezichtsverlies zijns weegs gaan en de Tsjechen zijn daar
mee het meest gebaat.
Op een wat merkwaardige manier zijn de kerken in de afgelopen week telkens in
het nieuws gekomen: zij zijn het namelijk die de clandestiene voedselzendingen
naar de hongerende bevolking in Biafra organiseren en ten uitvoer brengen. Omdat
deze nachtelijke vliegtochten over het Federale Nigeriaanse grondgebied niet van
gevaar ontbloot zijn want Nigeria aarzelt niet te schieten sluit men soms een
bondgenootschap met mensen die men normaal bij een kerkelijke hulporganisatie
niet zou aantreffen. Otto Skorzeny bijvoorbeeld, de SS-er die destijds Mussolini uit
geallieerde handen wist te halen. Hij heeft goede relaties in het nogal corrupte Span
je en dat zijn dan de kanalen waarvan de kerken zich bedienen. Want nood breekt
wetten!
Een slagzin van deze tijd is dat het christendom, de kerken revolutionair moeten
zijn. Op bepaalde punten zetten we daar een vraagteken achter maar deze re
volutionaire hulp aan Biafra kunnen we alleen maar toejuichen. Want wat in Biaf
ra gebeurt en vooral wat er niet gebeurt, namelijk het vinden van een weg om
althans de ergste nood te kunnen lenigen is 'n schandpaal dat niemand onberoerd
kan laten. Het schijnt niet op de wég te liggen van de protestmeetings-organisato-
ren of van de met-spandoek-lopers om hiertegen in het geweer te komen (zelfstan
dig geworden staten zijn immers heilig en je kunt met meer kans op aanhang naar
Amerika trappen), daarom is het gelukkig dat de kerken deze kans benutten om
te laten zien dat zij op een andere, positievere manier revolutionair kunnen zijn.
Over de betekenis en over de theologische achtergronden van de pauselijke ency
cliek „Humanae Vitae" is elder§ in deze krant geschreven waar het ons hier om
gaat is de revolutionaire geest die 's pausen beslissing heeft wakker geroepen.
Ronduit wordt thans gezegd dat niet de Paus in deze zaak het laatste woord heeft
maar 't geweten van de enkeling. Of anders gezegd: dat de onfeilbare Paus in dezen
gefeild heeft. Omdat hij niet namens (de meerderheid van) de kerk gesproken
heeft.
Als dit inderdaad de uitleg gaat worden van het pauselijk gezag dan is er opnieuw
een hinderpaal uit de weg geruimd in de verhouding tussen Rome en reformatie.
Ook de reformatorische kerken kennen bindende leeruitspraken, ter synodeverga
dering met meerderheid van stemmen aanvaard. En ook zij weten dat die bindende
uitspraken soms weer „ontbonden" moeten worden, omdat zij niet juist zijn ge
weest. Als Rome met zijn leer over de pauselijke onfeilbaarheid precies hetzelfde
bedoelt en als dus ook onfeilbare uitspraken herroepen kunnen worden wat
icheidt dan op dit punt Rome en reformatie nog van elkaar? Als dit de les mag
zijn die uit de kerkelijke revolutie van deze week getrokken mag worden, dan
heeft deze encycliek in ieder geval iets goeds gebaard!
0 De foto boven brengt in beeld wat in Nederland ettelijke mailen per dag te zien in:
een verkeersongeluk, verschrikte omstanders die al dan niet een handje helpen en
dan wachten op geneeskundige hulp en politie. Wat men op onze wegen niét ziet is de
helikopter die een verkeersslachtoffer zo snel al<s maar mogelijk is afvoert naar een
ziekenhuis, wetend dat iedere minuut kan teUen. Hoe belangrijk dat is leert de oorlog in
Vietnam waar de Amerikanen een uitgebreid net van helikopters hebben georganiseerd
om gewonden af te voeren (foto onder).
Luchtverontreiniging Is geen ongrijpbare
vijand. Zij is een kwaad, dat in de wortel
kan worden aangetast. Dan klaart de lucht
weer voor een groot deel op. Zij lijkt haast
nog méér dan door vuil, bezwangerd door
kreten over onleefbaarhcid die industrieën
onafwendbaar met zich zouden brengen.
Het jongste jaarverslag van de commis
sie bodem, water en luch't van het Water
weggebied toont het tegendeel aan. In vijf
jaar tijd is er een aanmerkelijke vermin
dering geconstateerd, hoewel er anderhalf
a tweemaal zoveel industriële bedrijvig
heid is ontstaan middelerwijl.
Er is een reeks van oorzaken voor dat
succes. In de eerste plaats het beschik
baar komen van aardgas, dat de kolen ver
drong. Jarenlang heeft de gemeente Rot
terdam gebedeld om een civiele prijs voor
aardgas om de ketels van de grote elektri
sche centrales te stoken, tot voor kort roet-
brakers bij uitnemendheid.
Daar is de ontwikkeling van bestrijdings-
apparatuur, die pas op gang kon komen in
het kielzog van de industrialisatie. Het ge
beurde in de beginjaren, toen de diensten
van Bouw- en Woningtoezicht, de Keu
ringsdienst van Waren, de GGD, Rijnmond
en vele andere instanties de strijd tegen
luchtverontreiniging aanbonden, vaak dat
het wel mogelijk was de oorzaak van ver
ontreiniging aan de wijzen, maar de tech
nische middelen om ze op te heffen, ont
braken.
Daar is in de derde plaats de bereidheid
bij het overgrote deel van de industrieën
om overlast te beperken. Maar ook zij
beschikken pas de laatste jaren over de
technische middelen om dat te doen.
En dan zijn er niet in de laatste plaaits
de grote activiteiten van al die hierboven
genoemde instanties om de bestrijding van
luchtverontreiniging in positieve zin aan te
pakken. En niet te huilen met de wolven
in het bos, die zich beperken tot de kreet
„Niet méér industrieën!", maar er over
zwijgen hoe zij en hun nakomelingen zon
der industrieën in ons dichtbevolkte land
een boterham moeten verdienen.
Het mag dan wat vreemd klinken in
Nederlandse oren, maar het feit
blijft: de Duitse minister van vervoer
Georg Leber, berucht om zijn eenzijdig
genomen maatregelen die het Nederlandse
transport zoveel schade toebrengen, heeft
aan de Europese Economische Gemeen
schap een grote dienst bewezen. Juist
door zijn toedoen is er nu eindelijk een
begin gemaakt met een gemeenschappe
lijk vervoersbeleid. Allemaal wat aarze
lend nog - hoe kan het anders na acht
jaar touwtrekken! - en natuurlijk was er
een marathonzitting voor nodig van acht
tien uur vergaderen aan één stuk, maar
op 1 januari 1969 zullen de eerste maat
regelen in werking treden.
Het meest verheugende van dit eerste
akkoord is dat men elkaar heeft willen
vinden op punten die tot dusverre vrij
wel onoplosbaar leken. De sociale har
monisatie bijvoorbeeld (het aantal werk
uren van de chauffeurs en de voor hen
geldende verplichte rusttijden) is altijd
op veel verzet gestuit, niet in de laatste
plaats omdat een dergelijke regeling van
grote invloed is op de tarieven. Dat verzet
kon men nu laten varen omdat men het
ook op het punt van tarieven eens is kun
nen worden. Het is een systeem geworden
van verplichte minimum- en maximum
prijzen, waartussen men een marge heeft
gelaten van 23 pet. - voldoende dus om
de concurrentie niet uit te bannen. En
als derde moeilijke punt is men het eens
geworden over afschaffing van de dubbele
motorrijtuigenbelasting: de wegvervoer
der betaalt nu alleen nog maar belasting
in zijn eigen land - in het buitenland is hij
van deze belasting vrijgesteld.
In één zaak is men blijven steken: de
overheidssteun aan het vervoer, waarbij
men niet zozeer aan het wegvervoer als-
wel aan de spoorwegen moet denken. Zo
als men weet zijn de maatregelen die mi
nister Leber onlangs heeft genomen,
hoofdzakelijk ingegeven om de Duitse
spoorwegen een steuntje in de rug te ge
ven. Maar Duitsland is niet het enige
land dat met deze problemen tobt - ook
in Nederland en de andere EEG-landen
weet men daarvan en daarom is het niet
zo verwonderlijk dat men over dit punt la
ter nog eens opnieuw wil praten. Het mag
een gelukkige omstandigheid heten dat
men de nu bereikte overeenkomst over het
wegvervoer niet daarvan afhankelijk
heeft gesteld!
Overigens moet gezegd worden dat de
ze vervoerovereenkomst wel zo onge
veer het enige lichtpunt is in de nogal
sombere EEG-juli-maand. En dat is
merkwaardig omdat juist die afgelopen
maand juli een zo gedenkwaardige maand
had moeten zijn. Immers de douane-unie
is tot stand gekomen, de invoerrechten in
het handelsverkeer binnen de Gemeen
schap zijn verdwenen, althans voor indus
triële produkten. Bovendien heeft de Ge
meenschap de invoerrechten aan de gren
zen van de Gemeenschap verlaagd als ge
volg van de Kennedy-ronde.
Afgezien van wat feettvierende Duitse
studenten aan de Franse grens, hebben
de 180 miljoen inwoners van de Gemeen
schap 'de belangrijke gebeurtenissen on
gemerkt voorbij laten gaan. Dat is niet
zo verwonderlijk. De Europese eenwor
ding is geen spectaculair, enthousiast
makend proces meer, zoals in het begin
van de jaren vijftig.
Het geharrewar in Brussel over de prij
zen van suiker, melk en andere land-
bouwprodukten, de teleurstellingen over
de afwijzing van Engeland als lid van de
Gemeenschappen, de chantage van de
Franse president, het uitblijven van be
voegdheden voor een Europees Parle
ment en het vaak onwaarachtige spel
van nationale ministers hebben de Euro
pese burgers murw gemaakt. De vaart,
het élan, het geloof in het Europese ideaal
is verdwenen.
Gebleven is echter de noodzaak van
samenwerking. Het vervoer, de ontwik
keling van de techniek, de energievoorzie
ning, de handel kunnen niet meer leven
in een eng nationaal jasje. En dat de
moeilijkheden zouden toenemen naarma
te de eenwording - alle geharrewar ten
spijt - groeit, was te voorzien. Men veegt
in tien of twintig jaar eeuwenoude tegen
stellingen en nationale eigenheden niet
van de tafel.
Het begin was vrij gemakkelijk. Maar
nu men eerst goed moet beknibbelen op
de vrijheid van optreden van de nationale
overheden, beginnen de moeilijkheden.
Dat de nationale overheden vooral oog
hebben voor eigen belangen, is natuurlijk.
Daarvoor immers zijn zij aangesteld.
Voorwaarde voor de totstandkoming
van een echte gemeenschap - en dat wil
zeggen een gemeenschappelijk dragen
van lasten en een gemeenschappelijke de
ling van lusten - is een gezag dat als
enige opdracht heeft de zorg voor het
welzijn van de Gemeenschap als geheel.
Dat is de Europese Commissie, motor
van de eenwording, hoedster van de ver
dragen, gemeenschappelijk geweten te
vens.
Voorzitter Jean Rey en zijn dertien col
lega's zijn meer dan technocraten, meer
dan internationale ambtenaren die dan
sen naar het nationale, ministeriële pijpen.
Zij vertegenwoordigen een politiek ideaal
en niet een ambtelijke procedure van
prijsstelling, die in een voormalig goed-
koopte-eiland als Nederland extra hard
aankomt.
Bekend is dat Frankrijk gaarne de veer
tien politici tot ambtelijke deskundigen
zou willen terugbrengen. Maar onherroe
pelijk zal dan het proces van eenwording
vastlopen, tot schade van elk der deelne
mende landen, Frankrijk inbegrepen.
In een verklaring door de Europese
Commissie op 1 juli uitgegeven, belijdt
zij haar geloof in de toekomst van Euro
pa. Die verklaring is van nul en generlei
waarde, indien de Europese Commissie
niet dienovereenkomstig handelt.
Wanneer zij niet durft optreden als po
litiek geweten, dan ontneemt zij zichzelf
de rechtvaardiging voor haar bestaan als
politiek college.
Gezag, ook bovennationaal Europees
gezag, moet zich waar maken door da-
GEORG LEBER
den. Woorden- zijn niet genoeg. Wanneer
de Franse secretaris-generaal van buiten
landse zaken Alphand zegt dat de Euro
pese Economische Gemeenschap een po
litiek doel heeft, dan worden van de Com
missie politieke daden en dus politieke
moed geëist. Dan kunnen compromissen
mogelijk en soms zelfs noodzakelijk zijn,
op een gegeven moment mogen die toege
vingen nimmer de uiteindelijke taak van
de Commissie zelf aantasten
Sommige Fransen, de oud-staatssecre
taris Habib Deloncle voorop, hebben zich
kwaad gemaakt omdat de Nederlands»
vice-voorzitter van de commissie, dr. S. L.
Mansholt, de overwinning van de gaullis
ten tijdens de laatste verkiezingen een te
genslag voor Europa heeft genoemd .Wat
Mansholt zei was waar. De geschiedenis
met de Gaulle heeft ons dat wel geleerd.
Wanneer de Commissie dergelijke
waarschuwingen niet meer zou mogen of
zelfs zou durven laten horen, dan kan ze
beter vertrekken. Dan is de motor een
rem geworden. De Europese eenwording
heeft al remmen genoeg, tot onze eigen
schade en schande.
Statistieken en cijfers van
verkeersongelukken zijn kil
we weten het. Zij re
gistreren slechts, maar
gaan voorbij aan al het
verdriet, al de pijn, al de
angst die er achter schuil
gaan. Desondanks blijven
die statistieken en cijfers
nodig, al was het alleen
maar omdat zij vragen op
roepen, vragen welker ant
woorden letterlijk van
levensbelang kunnen zijn.
Zo ook deze cijfers, ont
leend aan het Neder
lands Instituut voor Preven
tieve Geneeskunde/Toege
past Natuurwetenschappe
lijk Onderzoek en het
Centraal Bureau voor de
Statistiek
Tussen 1960 en 1966
steeg het aantal verkeers
ongevallen met ruim 50
pc».
In dezelfde periode
steeg het aantal doden bij
verkeersongevallen met
ruim 30 pet.
In het jaar 1966
overleden 2700 (zeven
entwintighonderd!) slacht
offers t.g.v. een verkeers
ongeval en werden 40.000
personen ernstig gewond.
De helft van het doden
aantal betrof mannen die
jonger zijn dan 40 jaar.
De helft van het aantal
slachtoffers stierf ter
plaatse van de overigen
stierf tweederde binnen
vierentwintig uur.
En hier komt dan de
vraag op waar het in
onderstaand artikel over
gaat. Als men deze cijfers
beschouwt moet men zich
realiseren, dat bij verkeers
ongevallen ook zijn inbe
grepen de kinderen die
ondier auto's lopen, fietsers
die zonder uit te kijken
oversteken, enz. maar
het gros van de slacht
offers valt toch bij ver
keersongevallen buiten de
bebouwde kom en dus re
latief ver verwijderd van
onmiddellijke hulp. Van de
2700 doden uit 1966 is de
helft ter plaatse gestorven
voor hen kwam hulp
vrijwel altijd te laat. Maar
voor die andere 1350 telt
ieder minuut en de
vraag is of we ons daar
van bewust zijn en of we
dienovereenkomstig han
delen.
Nog niet lang geleden is het gebeurd in
Doetinchem: een 18-jarige jongen,
slachtoffer van een verkeersongeluk heeft,
alle telefonische waarschuwingen ten spijt,
een uur lang op straat gelegen voordat ein
delijk een ziekenauto hem naar een zieken
huis afvoerde. De jongen overleed. Dat is
tragisch maar in dit verband niet essentieel.
Als hij niet was overleden was het feit op
zichzelf even ergerlijk geweest: het is dood
eenvoudig iets dat in deze tijd niet mag
voorkomen! Daarnd heeft de burgemeester
van Doetinchem maatregelen getroffen om
een herhaling van het incident van de niet-
komende ambulance te voorkomen - prij
zenswaardig initiatief! - maar het doet den
ken aan de bekende put en het verdronken
kalfEen dergelijk initiatief heeft name
lijk pas waarde als het ALLE burgemees
ters in Nederland ertoe brengt eens na te
gaan hoe het in hun gemeenten gesteld is
met het uitrukken van ziekenauto's. Pas als
iedereen, waar nodig, de (administratieve)
knopen doorhakt, zal het percentage doden
of blijvend-invaliden na verkeersongelukken
dalen.
Het brengt ons tot een ander bericht dat
al evenzeer hiermee verband houdt: de in
schakeling van helikopters bij verkeersonge
vallen is een kwartaal uitgesteld. Als reden
werd opgegeven dat er nog niet voldoende
ziekenhuizen met landingsmogelijkheid zijn.
Inside-information leerde ons dat dit niet
de ware reden is. Evenals in Doetinchem
betreft het ook hier een competentiekwestie
- in het Doetinchemse geval dan nog ge
compliceerd door de vraag: „Wie zal dat
betalen?" Belangrijke vragen - daar willen
we niet op afdingen. Maar primair moet
toch zijn en blijven het belang van het ver
keersslachtoffer.
Het merkwaardige is, dat dit in ander ver
band in Nederland al lang erkend is en daar
nooit aanleiding tot moeilijkheden geeft: wij
bedoelen de assistentie die de Koninklijke
Luchtmacht verleent aan patiënten op de
Wadden-eilanden. Als de boot niet (snel ge
noeg) kan varen, hetzij omdat ze aan de
vaste wal ligt, hetzij omdat weersomstandig
heden dit verhinderen, staat de Luchtmacht
altijd klaar om patiënten naar het zieken
huis in Leeuwarden te vervoeren.
Ligt dat „eiland" echter op één van
onze verkeerswegen, even onbereikbaar,
maar niet geïsoleerd door water, dan wordt
er eindeloos gediscussieerd tussen alle be
trokkenen en dat zijn er nog al wat, want
Binnenlandse Zaken, Verkeer en Water
staat, Justitie, Defensie en uiteindelijk mis
schien ook nog wel Sociale Zaken moeten
allemaal hun zegje zeggen, waarbij wij niet.
willen nalaten op te merken, dat Defensie
(Kon. Luchtmacht), als wij juist zijn inge
licht, het ja-woord al lang heeft gegeven.
Wij stelden daar straks, dat het sterven
niet essentieel is. Wij moeten dit verdui
delijken: essentieel is niet het sterven,
respectievelijk het overleven, essentieel is
de overlevingskans. Die kans is en de
bittere ironie wil dat dit altijd met oorlo
gen kan worden aangetoond recht even
redig aan de snelheid, waarmee het slacht
offer de arts bereikt. En het werd in Viët-
nam, paradoxaal genoeg, bewezen met 'n
stijging van het sterftecijfer van 1 pet.
van de gewonden, die een dokter bereik
ten in 1966, tot 2,3 pet. van het aantal ge
wonden dat in 1967 in de Amerikaanse
hospitalen overleed. Deze schijnbare te
genstelling vindt haar verklaring in de in
tussen door middel van radio en helikop
ters gerealiseerde afvoermogeljjkheden,
waardoor geen gewonde verder dan een
half uur vliegen van een hospitaal verwij
derd is. Met andere woorden: het aantal
gewonden, dat overleed, voor zij de arts
bereikten, was In 1966 groter en de over
levingskans van de overigens dus relatief
groter. Dit is dan ook de oorzaak, dat de
Amerikanen niet verwachten, het sterfte
percentage weer te kunnen drukken. De
normale rondvluchtduur van de heli in
Viëtnam is één uur! Het toont glashelder
aan, hoe belangrijk de snelle afvoer is en
het beklemtoont op bedroevende wijze het
feit, dat w(j er tot nu toe niet in geslaagd
zijn in volle vredestijd te bereiken, wat de
Amerikanen midden in een oorlog onder
veel ongunstiger omstandigheden wel klaar
spelen.
probleem worstelen. Toch is dit niet zo won
derlijk als het lijkt: Amerika heeft grote ge
bieden, die uiterst dun bevolkt zijn. Daar
naast heeft men te doen met staten, die nog
in vele opzichten autonoom zijn. Tenslotte
gaan de Amerikanen in hun wensen al een
mJ
stuk verder. Terwijl wij er alleen nog maar
op uit zijn, om de patiënt zo snel mogelijk
naar het ziekenhuis te krijgen, zijn de Ame
rikanen op hetzelfde moment bezig naast
dit doel nog een ander doel na te streven,
n.l. het starten van de actieve geneeskundi
ge hulp op de plaats, waar de (ongevals)-
patiënt zich bevindt. Dit is weer een uit
vloeisel van de z.g. „intensive care"1 zoal*
die zich in de laatste jaren heeft ontwikkeld.
Zeer in het kort daarover het volgende:
zwaargewonden, mensen die een hartaanval
hebben overleefd en pas geopereerden eisen
altijd bijzonder veel aandacht van het ver
plegend personeel. Moderne (elektronische)
methodes maken het tegenwoordig moge
lijk dergelijke controle op afstand uit te oe
fenen. De controle wordt daardoor, ietwat
paradoxaal, beter dan vroeger. De verpleeg
ster verliest n.l. geen tijd meer met het
gaan van kamer tot kamer en... de ver
pleegster maakt minder (kans op) fouten.
Zodra er n.l. iets mis gaat in de apparatuur
bij een patiënt (bloedtransfusie, kunstmati
ge ademhaling, hartslag, bloeddruk, enz.) of
met de patiënt zelf, waarschuwt de appara
tuur zelf door een licht- of geluidssignaal.
De „intensive care unit" is meestal gebouwd
om een centrale (verpleegsters)-post en de
dienstdoende verpleegster kan via het raam
van deze post onmiddellijk de betrokken pa
tiënt observeren, eventueel zelf de fout her
stellen of de betrokken specialist alarmeren.
De ervaring leert, dat een speciaal voor dit
doel opgeleide verpleegster op deze wijze
ongeveer zes patiënten continu kan observe
ren, mits haar daarbij periodiek voldoende
rust wordt gegeven. Het grote probleem in
dit welhaast ideale systeem is het vinden
van de juiste zuster voor' de juiste plaats!
Het is duidelijk, dat in dit kader een tij
denlang niets-doen, terwijl de patiënt klaar
gemaakt wordt voor vervoer, dan wel ver
voerd wordt, niet meer past. Dit is dan ook
de reden, dat men op het ogenblik in de
Verenigde Staten streeft naar een organisa
tie, waardoor de mogelijkheid wordt ge
schapen dat helikopters, vliegtuigen en zie
kenauto's in gereedheid worden gehouden,
dusdanig uitgerust dat het bijbehorende,
deskundige personeel onmiddellijk na aan
komst bij de patiënt met actieve, effectieve
hulp beginnen. De enorme uitgestrektheid
van de USA, gecombineerd met de deels
zeer geringe bevolkingsdichtheid, kan deze
wens alleen maar beklemtonen.
Het mag daarbij een schrale troost zijn,
dat... de Amerikanen in USA met hetzelfde
In Nederland is de laatste wens minder
urgent. In verreweg de meeste gevallen is
het dichtstbijzijnde ziekenhuis zo nabij, dat
de afstand kan worden gemeten in minuten.
Hierdoor kan zelfs de vraag naar voren ko
men of 't aan de gang zetten van speciale ap
paratuur nog wel rendeert, zeker indien het
vast ingebouwde apparaten betreft. Bij aan
komst in het ziekenhuis moet dan n.l. weer
worden overgeschakeld.
Maar een nationale organisatie, met een
centrale die alle touwtjes in handen heeft,
is wel noodzakelijk. En degenen, die op „ad
ministratieve gronden" tot uitstel beslissen,
moeten zich realiseren, dat in het zich nog
steeds uitbreidende verkeer uitstel de kans
vergroot op blijvend-invaliden of doden.
Maar zelden bedenken deze beslissers, dat
ook him familieleden of zijzelf de dupe kun
nen zijn van dergelijk uitstel. Emotionele
beslissingen deugen meestal niet. Maar eni
ge emotionaliteit zou toch wel eens een ver
snellende invloed kunnen hebben op beslui
ten, die geen uitstel „om administratieve
redenen" gedogen. Wij hebben aan het be
gin even de financiële zijde van het vraag
gesprek aangeroerd. Wij menen, dat ziek
te- en levensverzekeringen o.a. belang zou-
dén kunnen hebben bij de realisatie van dit
project. In het bijzonder de laatsten zouden
misschien om deze reden ingeschakeld kun
nen worden om de ongetwijfeld hoge kos
ten van dit project te bestrijden.