DEZE WEEK: nader beschouwd VRIJHEID VAN MENINGSUITING REVOLUTIONAIRE KERKEN KERKELIJKE REVOLUTIE AANTAL VERKEERSDODEN KAN (MOET) LAGER Industrie, roet en leefbaarheid HET ELAN IS ER UIT Overlevingskans groter door sneller hulp r i Overeenkomst inzake wegvervoer was lichtpunt in sombere E£.G.-julimaand Groter kans Centrale post Intensive care Lichtpunt ft Zorg voor welzijn ft Durf door M. B Block kolonel-arts Over alles wat in de haveloze bioscoop van het grensplaatsje Cierna besproken is tussen de Tsjechische en Russische leiders hangt nog een waas van geheimzinnig heid en het ziet er niet naar uit dat dat waas vanavond doorbroken zal zijn als ook de leiders uit andere communistische landen in Bratislava hun zegje gezegd zullen hebben. Niemand durft voorspellen wat precies het resultaat zal zijn van de keiharde con frontatie tussen deze twee verschillend denkende communistische groeperingen hoogstens kan men zeggen dat er iets fout is gegaan als die resultaten wèl onmiddel lijk te zien zullen zijn. Want dan betekent het dat de Tsjechen ook voor het oog van de buitenwereld duidelijk zichtbare concessies hebben moeten doen. Als bij voorbeeld Russische troepen zouden opmarcheren naar de grens tussen Tsjecho- Slowakije en de Duitse Bondsrepubliek, dan zou dat betekenen dat Dubcek niet het wantrouwen tegen zijn beleid heeft kunnen wegnemen. Eén ding kan er niet gebeuren: de Tsjechische burger opnieuw de mond snoeren en hem dan toch nog beschouwen als een bondgenoot van Moskou. Want die Tsje chische burger heeft in die weinige maanden van Dubcek's bewind geproefd van het grote goeddateen democratie haar burgers kan aanbieden: vrijheid van me ningsuiting. En die smaak is hem zo goed bevallen dat hij zich dat goed niet meer wil laten ontgaan. Natuurlijk, Moskou zou dat met geweld opnieuw kunnen af dwingen maar dan moet het Moskou nu duidelijk zijn dat het dusdoende een tot dusverre uitstekende bondgenoot tot zijn vijand heeft gemaakt. En dat is iets wat de mannen van het Kremlin waarschijnlijk toch niet zullen willen riskeren zij hebben al zo weinig echte vrienden! Daarom is geen nieuws van Bratislava vanavond waarschijnlijk het beste nieuws. Dan kan ieder zonder gezichtsverlies zijns weegs gaan en de Tsjechen zijn daar mee het meest gebaat. Op een wat merkwaardige manier zijn de kerken in de afgelopen week telkens in het nieuws gekomen: zij zijn het namelijk die de clandestiene voedselzendingen naar de hongerende bevolking in Biafra organiseren en ten uitvoer brengen. Omdat deze nachtelijke vliegtochten over het Federale Nigeriaanse grondgebied niet van gevaar ontbloot zijn want Nigeria aarzelt niet te schieten sluit men soms een bondgenootschap met mensen die men normaal bij een kerkelijke hulporganisatie niet zou aantreffen. Otto Skorzeny bijvoorbeeld, de SS-er die destijds Mussolini uit geallieerde handen wist te halen. Hij heeft goede relaties in het nogal corrupte Span je en dat zijn dan de kanalen waarvan de kerken zich bedienen. Want nood breekt wetten! Een slagzin van deze tijd is dat het christendom, de kerken revolutionair moeten zijn. Op bepaalde punten zetten we daar een vraagteken achter maar deze re volutionaire hulp aan Biafra kunnen we alleen maar toejuichen. Want wat in Biaf ra gebeurt en vooral wat er niet gebeurt, namelijk het vinden van een weg om althans de ergste nood te kunnen lenigen is 'n schandpaal dat niemand onberoerd kan laten. Het schijnt niet op de wég te liggen van de protestmeetings-organisato- ren of van de met-spandoek-lopers om hiertegen in het geweer te komen (zelfstan dig geworden staten zijn immers heilig en je kunt met meer kans op aanhang naar Amerika trappen), daarom is het gelukkig dat de kerken deze kans benutten om te laten zien dat zij op een andere, positievere manier revolutionair kunnen zijn. Over de betekenis en over de theologische achtergronden van de pauselijke ency cliek „Humanae Vitae" is elder§ in deze krant geschreven waar het ons hier om gaat is de revolutionaire geest die 's pausen beslissing heeft wakker geroepen. Ronduit wordt thans gezegd dat niet de Paus in deze zaak het laatste woord heeft maar 't geweten van de enkeling. Of anders gezegd: dat de onfeilbare Paus in dezen gefeild heeft. Omdat hij niet namens (de meerderheid van) de kerk gesproken heeft. Als dit inderdaad de uitleg gaat worden van het pauselijk gezag dan is er opnieuw een hinderpaal uit de weg geruimd in de verhouding tussen Rome en reformatie. Ook de reformatorische kerken kennen bindende leeruitspraken, ter synodeverga dering met meerderheid van stemmen aanvaard. En ook zij weten dat die bindende uitspraken soms weer „ontbonden" moeten worden, omdat zij niet juist zijn ge weest. Als Rome met zijn leer over de pauselijke onfeilbaarheid precies hetzelfde bedoelt en als dus ook onfeilbare uitspraken herroepen kunnen worden wat icheidt dan op dit punt Rome en reformatie nog van elkaar? Als dit de les mag zijn die uit de kerkelijke revolutie van deze week getrokken mag worden, dan heeft deze encycliek in ieder geval iets goeds gebaard! 0 De foto boven brengt in beeld wat in Nederland ettelijke mailen per dag te zien in: een verkeersongeluk, verschrikte omstanders die al dan niet een handje helpen en dan wachten op geneeskundige hulp en politie. Wat men op onze wegen niét ziet is de helikopter die een verkeersslachtoffer zo snel al<s maar mogelijk is afvoert naar een ziekenhuis, wetend dat iedere minuut kan teUen. Hoe belangrijk dat is leert de oorlog in Vietnam waar de Amerikanen een uitgebreid net van helikopters hebben georganiseerd om gewonden af te voeren (foto onder). Luchtverontreiniging Is geen ongrijpbare vijand. Zij is een kwaad, dat in de wortel kan worden aangetast. Dan klaart de lucht weer voor een groot deel op. Zij lijkt haast nog méér dan door vuil, bezwangerd door kreten over onleefbaarhcid die industrieën onafwendbaar met zich zouden brengen. Het jongste jaarverslag van de commis sie bodem, water en luch't van het Water weggebied toont het tegendeel aan. In vijf jaar tijd is er een aanmerkelijke vermin dering geconstateerd, hoewel er anderhalf a tweemaal zoveel industriële bedrijvig heid is ontstaan middelerwijl. Er is een reeks van oorzaken voor dat succes. In de eerste plaats het beschik baar komen van aardgas, dat de kolen ver drong. Jarenlang heeft de gemeente Rot terdam gebedeld om een civiele prijs voor aardgas om de ketels van de grote elektri sche centrales te stoken, tot voor kort roet- brakers bij uitnemendheid. Daar is de ontwikkeling van bestrijdings- apparatuur, die pas op gang kon komen in het kielzog van de industrialisatie. Het ge beurde in de beginjaren, toen de diensten van Bouw- en Woningtoezicht, de Keu ringsdienst van Waren, de GGD, Rijnmond en vele andere instanties de strijd tegen luchtverontreiniging aanbonden, vaak dat het wel mogelijk was de oorzaak van ver ontreiniging aan de wijzen, maar de tech nische middelen om ze op te heffen, ont braken. Daar is in de derde plaats de bereidheid bij het overgrote deel van de industrieën om overlast te beperken. Maar ook zij beschikken pas de laatste jaren over de technische middelen om dat te doen. En dan zijn er niet in de laatste plaaits de grote activiteiten van al die hierboven genoemde instanties om de bestrijding van luchtverontreiniging in positieve zin aan te pakken. En niet te huilen met de wolven in het bos, die zich beperken tot de kreet „Niet méér industrieën!", maar er over zwijgen hoe zij en hun nakomelingen zon der industrieën in ons dichtbevolkte land een boterham moeten verdienen. Het mag dan wat vreemd klinken in Nederlandse oren, maar het feit blijft: de Duitse minister van vervoer Georg Leber, berucht om zijn eenzijdig genomen maatregelen die het Nederlandse transport zoveel schade toebrengen, heeft aan de Europese Economische Gemeen schap een grote dienst bewezen. Juist door zijn toedoen is er nu eindelijk een begin gemaakt met een gemeenschappe lijk vervoersbeleid. Allemaal wat aarze lend nog - hoe kan het anders na acht jaar touwtrekken! - en natuurlijk was er een marathonzitting voor nodig van acht tien uur vergaderen aan één stuk, maar op 1 januari 1969 zullen de eerste maat regelen in werking treden. Het meest verheugende van dit eerste akkoord is dat men elkaar heeft willen vinden op punten die tot dusverre vrij wel onoplosbaar leken. De sociale har monisatie bijvoorbeeld (het aantal werk uren van de chauffeurs en de voor hen geldende verplichte rusttijden) is altijd op veel verzet gestuit, niet in de laatste plaats omdat een dergelijke regeling van grote invloed is op de tarieven. Dat verzet kon men nu laten varen omdat men het ook op het punt van tarieven eens is kun nen worden. Het is een systeem geworden van verplichte minimum- en maximum prijzen, waartussen men een marge heeft gelaten van 23 pet. - voldoende dus om de concurrentie niet uit te bannen. En als derde moeilijke punt is men het eens geworden over afschaffing van de dubbele motorrijtuigenbelasting: de wegvervoer der betaalt nu alleen nog maar belasting in zijn eigen land - in het buitenland is hij van deze belasting vrijgesteld. In één zaak is men blijven steken: de overheidssteun aan het vervoer, waarbij men niet zozeer aan het wegvervoer als- wel aan de spoorwegen moet denken. Zo als men weet zijn de maatregelen die mi nister Leber onlangs heeft genomen, hoofdzakelijk ingegeven om de Duitse spoorwegen een steuntje in de rug te ge ven. Maar Duitsland is niet het enige land dat met deze problemen tobt - ook in Nederland en de andere EEG-landen weet men daarvan en daarom is het niet zo verwonderlijk dat men over dit punt la ter nog eens opnieuw wil praten. Het mag een gelukkige omstandigheid heten dat men de nu bereikte overeenkomst over het wegvervoer niet daarvan afhankelijk heeft gesteld! Overigens moet gezegd worden dat de ze vervoerovereenkomst wel zo onge veer het enige lichtpunt is in de nogal sombere EEG-juli-maand. En dat is merkwaardig omdat juist die afgelopen maand juli een zo gedenkwaardige maand had moeten zijn. Immers de douane-unie is tot stand gekomen, de invoerrechten in het handelsverkeer binnen de Gemeen schap zijn verdwenen, althans voor indus triële produkten. Bovendien heeft de Ge meenschap de invoerrechten aan de gren zen van de Gemeenschap verlaagd als ge volg van de Kennedy-ronde. Afgezien van wat feettvierende Duitse studenten aan de Franse grens, hebben de 180 miljoen inwoners van de Gemeen schap 'de belangrijke gebeurtenissen on gemerkt voorbij laten gaan. Dat is niet zo verwonderlijk. De Europese eenwor ding is geen spectaculair, enthousiast makend proces meer, zoals in het begin van de jaren vijftig. Het geharrewar in Brussel over de prij zen van suiker, melk en andere land- bouwprodukten, de teleurstellingen over de afwijzing van Engeland als lid van de Gemeenschappen, de chantage van de Franse president, het uitblijven van be voegdheden voor een Europees Parle ment en het vaak onwaarachtige spel van nationale ministers hebben de Euro pese burgers murw gemaakt. De vaart, het élan, het geloof in het Europese ideaal is verdwenen. Gebleven is echter de noodzaak van samenwerking. Het vervoer, de ontwik keling van de techniek, de energievoorzie ning, de handel kunnen niet meer leven in een eng nationaal jasje. En dat de moeilijkheden zouden toenemen naarma te de eenwording - alle geharrewar ten spijt - groeit, was te voorzien. Men veegt in tien of twintig jaar eeuwenoude tegen stellingen en nationale eigenheden niet van de tafel. Het begin was vrij gemakkelijk. Maar nu men eerst goed moet beknibbelen op de vrijheid van optreden van de nationale overheden, beginnen de moeilijkheden. Dat de nationale overheden vooral oog hebben voor eigen belangen, is natuurlijk. Daarvoor immers zijn zij aangesteld. Voorwaarde voor de totstandkoming van een echte gemeenschap - en dat wil zeggen een gemeenschappelijk dragen van lasten en een gemeenschappelijke de ling van lusten - is een gezag dat als enige opdracht heeft de zorg voor het welzijn van de Gemeenschap als geheel. Dat is de Europese Commissie, motor van de eenwording, hoedster van de ver dragen, gemeenschappelijk geweten te vens. Voorzitter Jean Rey en zijn dertien col lega's zijn meer dan technocraten, meer dan internationale ambtenaren die dan sen naar het nationale, ministeriële pijpen. Zij vertegenwoordigen een politiek ideaal en niet een ambtelijke procedure van prijsstelling, die in een voormalig goed- koopte-eiland als Nederland extra hard aankomt. Bekend is dat Frankrijk gaarne de veer tien politici tot ambtelijke deskundigen zou willen terugbrengen. Maar onherroe pelijk zal dan het proces van eenwording vastlopen, tot schade van elk der deelne mende landen, Frankrijk inbegrepen. In een verklaring door de Europese Commissie op 1 juli uitgegeven, belijdt zij haar geloof in de toekomst van Euro pa. Die verklaring is van nul en generlei waarde, indien de Europese Commissie niet dienovereenkomstig handelt. Wanneer zij niet durft optreden als po litiek geweten, dan ontneemt zij zichzelf de rechtvaardiging voor haar bestaan als politiek college. Gezag, ook bovennationaal Europees gezag, moet zich waar maken door da- GEORG LEBER den. Woorden- zijn niet genoeg. Wanneer de Franse secretaris-generaal van buiten landse zaken Alphand zegt dat de Euro pese Economische Gemeenschap een po litiek doel heeft, dan worden van de Com missie politieke daden en dus politieke moed geëist. Dan kunnen compromissen mogelijk en soms zelfs noodzakelijk zijn, op een gegeven moment mogen die toege vingen nimmer de uiteindelijke taak van de Commissie zelf aantasten Sommige Fransen, de oud-staatssecre taris Habib Deloncle voorop, hebben zich kwaad gemaakt omdat de Nederlands» vice-voorzitter van de commissie, dr. S. L. Mansholt, de overwinning van de gaullis ten tijdens de laatste verkiezingen een te genslag voor Europa heeft genoemd .Wat Mansholt zei was waar. De geschiedenis met de Gaulle heeft ons dat wel geleerd. Wanneer de Commissie dergelijke waarschuwingen niet meer zou mogen of zelfs zou durven laten horen, dan kan ze beter vertrekken. Dan is de motor een rem geworden. De Europese eenwording heeft al remmen genoeg, tot onze eigen schade en schande. Statistieken en cijfers van verkeersongelukken zijn kil we weten het. Zij re gistreren slechts, maar gaan voorbij aan al het verdriet, al de pijn, al de angst die er achter schuil gaan. Desondanks blijven die statistieken en cijfers nodig, al was het alleen maar omdat zij vragen op roepen, vragen welker ant woorden letterlijk van levensbelang kunnen zijn. Zo ook deze cijfers, ont leend aan het Neder lands Instituut voor Preven tieve Geneeskunde/Toege past Natuurwetenschappe lijk Onderzoek en het Centraal Bureau voor de Statistiek Tussen 1960 en 1966 steeg het aantal verkeers ongevallen met ruim 50 pc». In dezelfde periode steeg het aantal doden bij verkeersongevallen met ruim 30 pet. In het jaar 1966 overleden 2700 (zeven entwintighonderd!) slacht offers t.g.v. een verkeers ongeval en werden 40.000 personen ernstig gewond. De helft van het doden aantal betrof mannen die jonger zijn dan 40 jaar. De helft van het aantal slachtoffers stierf ter plaatse van de overigen stierf tweederde binnen vierentwintig uur. En hier komt dan de vraag op waar het in onderstaand artikel over gaat. Als men deze cijfers beschouwt moet men zich realiseren, dat bij verkeers ongevallen ook zijn inbe grepen de kinderen die ondier auto's lopen, fietsers die zonder uit te kijken oversteken, enz. maar het gros van de slacht offers valt toch bij ver keersongevallen buiten de bebouwde kom en dus re latief ver verwijderd van onmiddellijke hulp. Van de 2700 doden uit 1966 is de helft ter plaatse gestorven voor hen kwam hulp vrijwel altijd te laat. Maar voor die andere 1350 telt ieder minuut en de vraag is of we ons daar van bewust zijn en of we dienovereenkomstig han delen. Nog niet lang geleden is het gebeurd in Doetinchem: een 18-jarige jongen, slachtoffer van een verkeersongeluk heeft, alle telefonische waarschuwingen ten spijt, een uur lang op straat gelegen voordat ein delijk een ziekenauto hem naar een zieken huis afvoerde. De jongen overleed. Dat is tragisch maar in dit verband niet essentieel. Als hij niet was overleden was het feit op zichzelf even ergerlijk geweest: het is dood eenvoudig iets dat in deze tijd niet mag voorkomen! Daarnd heeft de burgemeester van Doetinchem maatregelen getroffen om een herhaling van het incident van de niet- komende ambulance te voorkomen - prij zenswaardig initiatief! - maar het doet den ken aan de bekende put en het verdronken kalfEen dergelijk initiatief heeft name lijk pas waarde als het ALLE burgemees ters in Nederland ertoe brengt eens na te gaan hoe het in hun gemeenten gesteld is met het uitrukken van ziekenauto's. Pas als iedereen, waar nodig, de (administratieve) knopen doorhakt, zal het percentage doden of blijvend-invaliden na verkeersongelukken dalen. Het brengt ons tot een ander bericht dat al evenzeer hiermee verband houdt: de in schakeling van helikopters bij verkeersonge vallen is een kwartaal uitgesteld. Als reden werd opgegeven dat er nog niet voldoende ziekenhuizen met landingsmogelijkheid zijn. Inside-information leerde ons dat dit niet de ware reden is. Evenals in Doetinchem betreft het ook hier een competentiekwestie - in het Doetinchemse geval dan nog ge compliceerd door de vraag: „Wie zal dat betalen?" Belangrijke vragen - daar willen we niet op afdingen. Maar primair moet toch zijn en blijven het belang van het ver keersslachtoffer. Het merkwaardige is, dat dit in ander ver band in Nederland al lang erkend is en daar nooit aanleiding tot moeilijkheden geeft: wij bedoelen de assistentie die de Koninklijke Luchtmacht verleent aan patiënten op de Wadden-eilanden. Als de boot niet (snel ge noeg) kan varen, hetzij omdat ze aan de vaste wal ligt, hetzij omdat weersomstandig heden dit verhinderen, staat de Luchtmacht altijd klaar om patiënten naar het zieken huis in Leeuwarden te vervoeren. Ligt dat „eiland" echter op één van onze verkeerswegen, even onbereikbaar, maar niet geïsoleerd door water, dan wordt er eindeloos gediscussieerd tussen alle be trokkenen en dat zijn er nog al wat, want Binnenlandse Zaken, Verkeer en Water staat, Justitie, Defensie en uiteindelijk mis schien ook nog wel Sociale Zaken moeten allemaal hun zegje zeggen, waarbij wij niet. willen nalaten op te merken, dat Defensie (Kon. Luchtmacht), als wij juist zijn inge licht, het ja-woord al lang heeft gegeven. Wij stelden daar straks, dat het sterven niet essentieel is. Wij moeten dit verdui delijken: essentieel is niet het sterven, respectievelijk het overleven, essentieel is de overlevingskans. Die kans is en de bittere ironie wil dat dit altijd met oorlo gen kan worden aangetoond recht even redig aan de snelheid, waarmee het slacht offer de arts bereikt. En het werd in Viët- nam, paradoxaal genoeg, bewezen met 'n stijging van het sterftecijfer van 1 pet. van de gewonden, die een dokter bereik ten in 1966, tot 2,3 pet. van het aantal ge wonden dat in 1967 in de Amerikaanse hospitalen overleed. Deze schijnbare te genstelling vindt haar verklaring in de in tussen door middel van radio en helikop ters gerealiseerde afvoermogeljjkheden, waardoor geen gewonde verder dan een half uur vliegen van een hospitaal verwij derd is. Met andere woorden: het aantal gewonden, dat overleed, voor zij de arts bereikten, was In 1966 groter en de over levingskans van de overigens dus relatief groter. Dit is dan ook de oorzaak, dat de Amerikanen niet verwachten, het sterfte percentage weer te kunnen drukken. De normale rondvluchtduur van de heli in Viëtnam is één uur! Het toont glashelder aan, hoe belangrijk de snelle afvoer is en het beklemtoont op bedroevende wijze het feit, dat w(j er tot nu toe niet in geslaagd zijn in volle vredestijd te bereiken, wat de Amerikanen midden in een oorlog onder veel ongunstiger omstandigheden wel klaar spelen. probleem worstelen. Toch is dit niet zo won derlijk als het lijkt: Amerika heeft grote ge bieden, die uiterst dun bevolkt zijn. Daar naast heeft men te doen met staten, die nog in vele opzichten autonoom zijn. Tenslotte gaan de Amerikanen in hun wensen al een mJ stuk verder. Terwijl wij er alleen nog maar op uit zijn, om de patiënt zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te krijgen, zijn de Ame rikanen op hetzelfde moment bezig naast dit doel nog een ander doel na te streven, n.l. het starten van de actieve geneeskundi ge hulp op de plaats, waar de (ongevals)- patiënt zich bevindt. Dit is weer een uit vloeisel van de z.g. „intensive care"1 zoal* die zich in de laatste jaren heeft ontwikkeld. Zeer in het kort daarover het volgende: zwaargewonden, mensen die een hartaanval hebben overleefd en pas geopereerden eisen altijd bijzonder veel aandacht van het ver plegend personeel. Moderne (elektronische) methodes maken het tegenwoordig moge lijk dergelijke controle op afstand uit te oe fenen. De controle wordt daardoor, ietwat paradoxaal, beter dan vroeger. De verpleeg ster verliest n.l. geen tijd meer met het gaan van kamer tot kamer en... de ver pleegster maakt minder (kans op) fouten. Zodra er n.l. iets mis gaat in de apparatuur bij een patiënt (bloedtransfusie, kunstmati ge ademhaling, hartslag, bloeddruk, enz.) of met de patiënt zelf, waarschuwt de appara tuur zelf door een licht- of geluidssignaal. De „intensive care unit" is meestal gebouwd om een centrale (verpleegsters)-post en de dienstdoende verpleegster kan via het raam van deze post onmiddellijk de betrokken pa tiënt observeren, eventueel zelf de fout her stellen of de betrokken specialist alarmeren. De ervaring leert, dat een speciaal voor dit doel opgeleide verpleegster op deze wijze ongeveer zes patiënten continu kan observe ren, mits haar daarbij periodiek voldoende rust wordt gegeven. Het grote probleem in dit welhaast ideale systeem is het vinden van de juiste zuster voor' de juiste plaats! Het is duidelijk, dat in dit kader een tij denlang niets-doen, terwijl de patiënt klaar gemaakt wordt voor vervoer, dan wel ver voerd wordt, niet meer past. Dit is dan ook de reden, dat men op het ogenblik in de Verenigde Staten streeft naar een organisa tie, waardoor de mogelijkheid wordt ge schapen dat helikopters, vliegtuigen en zie kenauto's in gereedheid worden gehouden, dusdanig uitgerust dat het bijbehorende, deskundige personeel onmiddellijk na aan komst bij de patiënt met actieve, effectieve hulp beginnen. De enorme uitgestrektheid van de USA, gecombineerd met de deels zeer geringe bevolkingsdichtheid, kan deze wens alleen maar beklemtonen. Het mag daarbij een schrale troost zijn, dat... de Amerikanen in USA met hetzelfde In Nederland is de laatste wens minder urgent. In verreweg de meeste gevallen is het dichtstbijzijnde ziekenhuis zo nabij, dat de afstand kan worden gemeten in minuten. Hierdoor kan zelfs de vraag naar voren ko men of 't aan de gang zetten van speciale ap paratuur nog wel rendeert, zeker indien het vast ingebouwde apparaten betreft. Bij aan komst in het ziekenhuis moet dan n.l. weer worden overgeschakeld. Maar een nationale organisatie, met een centrale die alle touwtjes in handen heeft, is wel noodzakelijk. En degenen, die op „ad ministratieve gronden" tot uitstel beslissen, moeten zich realiseren, dat in het zich nog steeds uitbreidende verkeer uitstel de kans vergroot op blijvend-invaliden of doden. Maar zelden bedenken deze beslissers, dat ook him familieleden of zijzelf de dupe kun nen zijn van dergelijk uitstel. Emotionele beslissingen deugen meestal niet. Maar eni ge emotionaliteit zou toch wel eens een ver snellende invloed kunnen hebben op beslui ten, die geen uitstel „om administratieve redenen" gedogen. Wij hebben aan het be gin even de financiële zijde van het vraag gesprek aangeroerd. Wij menen, dat ziek te- en levensverzekeringen o.a. belang zou- dén kunnen hebben bij de realisatie van dit project. In het bijzonder de laatsten zouden misschien om deze reden ingeschakeld kun nen worden om de ongetwijfeld hoge kos ten van dit project te bestrijden.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 10