Museum Man Vliegveld op een eiland in de Sont Afrikanen vragen méér van de Europeanen Hogepriesteres schenkt vele kopjes koffie Toeneming misdaad in Washington schrikbarend Plan van Denen en Zweden Kastrup te klein Geen woningen GROET AAN DE FEEËN AKKOORD VANJAOENDE Klachten over bedrijfsleven Toen ik er binnen kwam was het er vol komen stil en leeg en duister. Boven de ingang hing een bezem waarop eeuiven geleden een heks moet hebben gezeten. Er kwam een lange man binnen die me niet scheen op te merkenhij had een verre blik in de ogen. Hij keek naar iets dat ik niet kon zienrichtte een busje met uitgestrekte arm en er klonk een luid gesis. Een witte stofwolk maakte zich los uit het busje een gewone luchtververser. ZELFVERZEKERD RELIGIE SLEUTEL SPELD CIRKEL PLANTJE PORTRET Beter akkoord Straffen Resultaten Scheve verdeling MAANDAG 5 AUGUSTUS 1968 WINSTGEVENDE TOVENARIJ Omdat ik wist dat de man zich tovenaar noemt en omdat ik temidden van geheimzinnige voorwerpen stond over tovenarij en hekserij, verwachtte ik een ijzingwekkend magisch schouwspel, maar de man verbrak de spanning met een nuchter: „Even de lucht verfrissen, voor de mensen komen. Het wordt hier zo gauw bedompt en er kan geen enkel raam open." Dat was dan de 45-Jarige Campbell Wilson, directeur van een museum in Castletown op het eiland Man dat he lemaal is gewijd aan magie en tovena rij, het enige ter wereld, zeggen de baas en zijn vrouw die net als hij de geheimen der toverkunst machtig is. „Ik ben Hogepriester of Wica", zegt de heer Wilson eenvoudig terwijl hij achter de kassa kaartjes verkoopt aan de menigte vakantiegangers die zijn museum, annex café-restaurant komt bezoeken.Vorig jaar had hij er 90.000 in huis! Het museum is ondergebracht in een laag oud gebouw, vroeger de schuur van een molen die er pal naast staat. Daar is alleen het buitenste van over. In Castletown, in het uiterste zuiden van Man, heeft men het over de hek- senmolen, want bekende heksen hebben er enkele eeuwen geleden vaak ge danst. In 1617 is er in de buurt nog een heks met haar zoontje verbrand. Het goede mens willen alleen maar zorgen voor een goede*oogst... Nee, dan vergaat het Monique Mau- ricette Marie Wilson heel wat beter. Dat is de vrouw van de museumdi recteur, een aardige dame met lang gitzwart haar en koolzwarte ogen in een smal gezicht. Zij is niet minder dan Lady Olwen, Wica Koningin, Koningin van de Sabbath. Ook haar hulp wordt dikwijls ingeroepen door boeren die een goede oogst willen of door vissers die verlegen zijn om een behoorlijke vangst. Ook komen er vaak mensen bij haar die ziek zijn en die genezing zoeken. Heeft u succes? „O ja, meestal heb ik succes", klinkt het zelfverzekerd uit de mond van de moderne tovenares die achter de tap kast kopjes koffie inschenkt voor de klanten. „Ik doe het door middel van een eenvoudige ceremonie, erg eenvou dig, maar die vereist buitengewoon veel concentratie van me. Het duurt een paar uur, maar na afloop ben ik erg moe. Ik vraag de mensen dan ook altijd om eerst zelf een oplossing te zoeken", aldus Lady Olwen, die in Frankrijk is geboren. „Komt er iemand bij me die klaagt over hoofdpijn", vervolgt ze met het honderdzesde kopje koffie van de och tend in de hand, „dan zeg ik altijd: neem eerst maar een, asperientje. Ik kan mijn kracht niet voor zoiets ver spillen." Bij haar tovenarij gebruikt Lady Ol wen niets dan een halsketting met een magische steen en een brede zilveren armband. Daar staan magische tekens op. Die armband droeg ze ook in het café. Tovenarij is volgens Lady Olwen en haar moderne collega's in de eeuwen oude kunst een religie: „Wij aanbid den God en de Goden. Wij brengen daardoor krachten te voorschijn om hen te helpen die onze hulp vragen". Deze Koningin van de Sabbath noemt zich een beter Christen dan heel wat mensen die zich als Christen beschou wen. „Was Christus niet een van ons?" vraagt zé indringend. „Ook ik streef naar liefde, vertrouwen en geloof." Monique Wilson bracht haar jeugd door in het Verre oosten. Magie is daar dagelijkse kost, vertelt ze en toen ze dan ook terug kwam in het nuchtere Westen miste ze het erg, de mensen zijn er daar volgens haar zo gelukkig door. In Engeland waar ze intussen was getrouwd met Campbell Wilson, las ze een boek van een zekere dr. Ge rald Gardner, modern tovenaar net als zij en haar man nu zijn en dat opende haar de ogen. Ze kreeg er het gevoel door: dit is 't Toen haar bo vendien bleek dat Gardner een verre neef van haar was, twijfelde ze geen ogenblik meer: ook zij was tovena res. Ook haar man kreeg in het Verre Oosten de eerste indoctrinatie - „de oude godsdiensten in dat deel der we reld", legt hij uit. „Ik was toen vlieger bij de RAF". Ook voor hem was het boek van dr. Gardner de sleutel tot de voor gewone stervelingen zo merk waardig lijkende geheimen. „Van toen af aan nam de zaak zijn gewone loop", is alles wat hij loslaat over zijn opneming in het gilde der to venaars. Tovenarij omschrijft hij als „in de grond een wereldomspannende godsdienst". KOPENHAGEN Van de lucht uit gezien is het eiland Saltholm een nietig groen vlekje dat ieder ogenblik door het blauwgrijze water van de Sont kan worden overspoeld. Maar als de Super DC-9 van de Scandinavian Airline System (S.A.S.) een bocht heeft gedraaid en op veel geringere hoogte het eiland weer passeert op weg naar de luchthaven Kastrup by Kopenhagen biyken de afmetingen mee te vallen. Toch Is Saltholm (Zouteil and) niet meer dan een uitgestrekte zandplaat, dicht begroeid met spartinagras en be volkt door duizenden zeevogels die er van oudsher hun jongen groot brengen. Als echter de plannen doorgaan, zal dit eilandje over enkele jaren een begrip zijn geworden in de luchtvaart. De re geringen van Denemarken en Zweden zien het als het toekomstige centrum van Scandinavië in het internationale luchtvaartverkeer. Met Saltholm zou de geluidshinder van de supersonische vliegtuigen voor de naburige woonge bieden tot een minimum beperkt blij ven. Björn Törnblom (50), een directielid van de SAS: „Kastrop wordt te klein. De capaciteit is nauwelijks voldoende voor de vijf miljoen passagiers die er vorig jaar gebruik van maakten. Het vliegveld ligt bovendien - met de Con corde's in aantocht - te dicht bij Ko penhagen. Saltholm is werkelijk een ideale plek voor de toekomstige lucht haven. Het ligt ver genoeg van Kopen hagen aan de ene en Malmö aan de an dere kant van de Sont." De Amerikaanse adviseurs van de SAS beschouwen Saltholm als „een geschenk van de hemel". Zij wijzen er op dat het eiland maar net boven de zeespiegel uitkomt. Het omringende water staat er borg voor dat in de zeer wijde omtrek geen enkele obstakel te bekennen is. Zelfs bij slecht zicht zul len twee toestellen tegelijk, laagvlie gend kunnen afkoersen op twee even wijdig aan elkaar lopende landingsba nen. De aan- en afvoer van passagiers naar het eiland zal geen problemen op leveren. Tussen Saltholm en de Deen se kust is een tunnel geprojecteerd van zes kilometer lengte. Een brug van ne igen kilometer lang zal de luchthaven «iet de Zweedse kust verbinden. Het steeds groeiende autoverkeer tussen de twee landen kan van de brug en de tunnel gebruik maken. De verkeersstroom zal veel sneller kun nen worden verwerkt dan met de tal rijke veerboten die nu tussen ver schillende havens heen en weer varen. Voor de tunnel en de brug zal het wegverkeer tol moeten betalen. Zo doende zullen de automobilisten op de duur een belangrijk deel opbrengen van de bijna twee miljard gulden die het plan-Saltholm kost. Grote aannemers in Zweden en De nemarken willen brug en tunnel zelfs op eigen kosten aanleggen als zij hun eigen tol mogen heffen. Van particu liere zijde is voorgesteld de investerin gen in de nieuwe luchthaven terug te verdienen met de winsten uit een speel bank, die ergens tussen of onder de startbanen geëxploiteerd zou moeten worden. Ideeën zijn er in overvloed, bruik bare en onbruikbare. Van één ding raken steeds meer betrokkenen over tuigd: Saltholm zal zichzelf terug be talen. Bij de SAS wordt er veel waarde aan gehecht dat op het eiland geen plaats zal overblijven voor woning bouw. Björn Törnblom: „Het is onbe grijpelijk maar de mensen zoeken de vliegvelden op". Als voorbeeld geeft hij de nieuwe woonwijk Bromma ten westen van Stockholm. „Enkele jaren geleden werd hier de nieuwe luchthaven voor binnen lands verkeer aangelegd. Huizen waren er niet. Die zijn er later pas omheen gebouwd. Nu klagen de bewoners over geluidshinder en de kranten staan er vol van". Het plan Saltholm voorziet in de aan leg van een ruitvormige luchthaven met een oppervlakte van 1500 hectare. Daartoe zullen op beperkte schaal land- aanwinningswerken nodig zijn waar van de kosten worden begroot op 170 miljoen gulden. Dan ontstaat er ruimte voor twee stelsels start- en landingsba nen van 3600 meter lang, die evenwij dig aan elkaar lopen. Wanneer de nieuwe luchtaven in 1976 wordt geopend, zullen de kosten blij kens een Deense studie in 1990 al zijn terug verdiend. De regeringen van Zweden en Denemarken hebben laten weten, dat zij nog dit jaar een besluit zullen nemen. Op de weg van Douglas, de hoofdstad van Man, naar Castletown in het zuiden een aardig oud stadje niet een prach tig kasteel, ligt een brug die Fairy Bridge heet. Men vindt die bij Ballalona. Rechtgeaarde Manxman nemen telkens de hoed af of tikken aan de pet wanneer ze over die brug rijden. Op deze manier groeten zij „het kleine volkje": de feeën die nog altijd op Man wonen. Het museum op Man is opgezet door dr. Gardner, een hoogst merkwaardig man. Geoloog, archeoloog, anthropo- loog, deskundige op het gebied van rubber, oude wapens, vooral de kris van de volken in Zuisoost-Azië. Ook hij werd tovenaar en hij vooral heeft aan het licht gebracht hoe wijd ver breid de tovenarij is in het Engeland van onze dagen. Dr. Gardner heeft in oude documenten ontdekt dat een van zijn voorouders in 1640 als heks is ver brand. Door middel van een godsdienstige sekte kwam Gerald Gardner in 1940 in contact met tovenaars die hem al spoedig opnamen in hun kring. Deze mensen gaan er prat op dat het aan hen is te danken dat Adolf Hitler en zijn nazi-trawanten er destijds niet in zijn geslaagd om Engeland binnen te vallen. Dat gebeurde door middel van een nachtelijke plechtigheid in een bos in Zuid-Engeland, waar Gardner aan deel nam, zoals hij later ont hulde. Daar werd een grote magische cir kel getrokken, zoals alleen in grote nood gebeurt, een van de krachtig ste hulpmiddelen waar de tovenaars over beschikten werd opgeheven en in de richting van de Duitsers gehou den. Tweemaal klonk het toen uit de mond van de opper-tovenaar: „U kan 1 de zee niet oversteken, u kunt niet komen". Datzelfde gebeurde indertijd ook met Napoleon en met de Spaan se Armada. Volgens dr. Gardner die natuurlijk niet door iedereen in Engeland ernstig werd genomen, vergde deze uitputtende ceremonie zo veel van de tovenaars dat velen enkele dagen later zijn over leden. Hij zelf kreeg voor het eerst sinds heel lang weer last van astma. Nadat de ceremonie vier keer was herhaald zeiden de ouderlingen: „We geloven dat we „hem hebben tegenge houden". „Hem" was natuurlijk Hitier. Dr. Gardner is ruim vier jaar gele den overleden. Hij vermaakte zijn to- vermuseum aan het echtpaar Wilson dat er sindsdien heel wat geld in heeft gestoken om het te moderniseren, en kele tienduizenden guldens. Als het dit jaar goed gaat met het bezoek dan zit er voor het eerst winst in voor het to verende echtpaar. „Monique!" zegt de tovenaar tegen zijn vrouw, „laat meneer eens het me nu zien". Het ziet er aardig uit Steak au poivre is de schotel van de dag. Het echtpaar Wilson doet heel wat om de griezelende bezoekers die met busladingen tegelijk voorrijden, bèhal- ve de hekserij ook het natje en droog je voor te zetten. De tovenaar scheurt onderhand weer kaartjes af voor een echtpaar met twee kinderen van onder de vijf. „Het is niet erg geschikt voor de kinderen", waarschuwt hij de vader maar die kan het kennelijk niet sche len dat zijn spruiten in het museum oog in oog komen te staan met middel eeuwse martelwerktuigen waarmee men heksen te lijf ging. Vitrines vol van dit verschrikkelijks is er te zien er hangt een kaartje bij met de woorden: „Kijk toch eens wat er met heksen werd gedaan". Duimschroeven, allerlei messen, kar watsen, brandijzers en meer van dit alles ligt er in de propvolle toonkasten naast een venijnige lange speld waar mee een zekere meneer Paterson bij genaamd de Prikker, indertijd het li chaam bewerkte van ongelukkigen, die verdacht werden van tovenarij. Die speld stak hij ruim zeven cm in hun lichaam, op zoek naar h geheime merkteken dat elke heks op het lichaam had. De schavuit heeft er nog heel wat mee verdiend ook! Gelukkig ligt er ook heel wat vreed- zamers, zoals kristallen bollen van waarzeggers, doorzichtige en donke re, magische stenen waaronder zeer Lady Olwen de Hogepriesteres en Koningin van de Sabbath voor ae hek- senmolen. kostbare, toverstaven en bezems, amuletten en talismannen, oude en moderne boeken, over astrologie, al chemie, necromancie (de kunst om geesten van pas overledeft mensen op te roepen), verdragen met de duivel, allerlei attributen van religieuze ma giërs uit tal van landen, werktuig van beoefenaren van de zwartu kunst, tovermantels- en hoeden, en nog veel meer. Sommige voorwerpen zijn van levende of kort geleden overleden to venaars. Engeland zit er goed in. Zo is er een houten plankje te zien met een toverformule van een tove naar uit Londen tekening van een griezelig masker, de kop van een oude griezelig masker, de kop van een de man met puntbaardje en allerlei vreemde tekens waarmee men naar hij beweert kan doden. De direc tie van het museum heeft er een bord je bijgezet met de geruststellende me dedeling: „Wij geloven dit niet". Er ligt ook een vriendelijk briefje op licht blauw postpapier van Olwen, de direc teursvrouw, gedateerd 4 september 1962. Daarin deelt ze dr. Gardner mee dat ze zojuist is gezalfd en gekroond als Hoge-priesteres en Koningin van de Sabbath en van Wica, als eerste in 300 jaar. Het zwaard dat bij de plech tigheid werd gebruikt heeft Olwen in bruikleen afgestaan net als de zalflepel met een restje van de toverzalf, een wierookdoosje en nog wat zaken. Een zekere meneer Bruce, ook al to venaar van beroep hij leeft! heeft het museum zijn staf afgestaan waar een klauw van een of ander dier aan vast zit. Heel eng. Het mooist van alles, nog veel mooi er dan het huisje met studeerkamer van een tovenaar uit 1630, vonden we het portret van een vermaarde tovenaar dat ergens in het museum hangt: het lijkt sprekend op premier Wilson.... volgens velen ook een „to venaar". Naast de heksenmolen van Castletown staat het museum van de tovena rij. WASHINGTON De misdaad in de stad Washington is volgens politiesta tistieken in de afgelopen twaalf maan den met ruim 24 procent toegenomen en het toeristenverkeer is scherp terug gelopen. Tegelijkertijd is het misdaadcijfer ook in enkele andere grote Ameri kaanse steden opgelopen. Bij de bestrij ding ervan staat men overal in het land voor dezelfde problematiek. Maar in het geval van Washington als een wereldhoofdstad en een Mekka voor toeristen wordt deze situatie extra on derstreept. President Johnson heeft gezegd dat Washington de trots van Amerika moet zijn. Toen hij onlangs een wetsontwerp ondertekende op grond waarvan het be ginsalaris van brandweerlieden en po litieagenten in Washinton tot 8000 dol lar per jaar opgetrokken werd vroeg hij tevens de goedkeuring van het Con gres om het politiekorps met duizend inan uit te breiden. De centrale overheid heeft de sur veillance in de gevaarlijke buurten van Washington doen uitbreiden. Het toerisme is voor Washingron een stevige bron van inkomsten. Ver leden jaar bezochten 16,8 miljoen toe risten de stad en spendeerden ca. 531 miljoen dollar. Dit jaar is de situatie minder rooskleurig. Volgens schat ting van het bureau voor toerisme, gebaseerd op afzeggingen, is de terug gang over april 25 procent en over de maand mei 21.5 procent. Volgens de Greyhound Corporation werden tijdens de relletjes in het week einde na de moord op dominee Martin Luther King voor een bedrag van 200.000 dollar aan Greyhound charter busreizen naar Washington geannuleerd. Volgens een voorlopig rapport van de FBI over 1967 is de misdaad over ge heel Amerika met 16°/o toegenomen. In het rapport van de FBI over 1966, betreffende de omvang van de misdaad in de twaalf grootste stedelijke gebie den komt Washington op de zesde plaats. Volgens een verslag van de brand weer ligt het aantal brandstichtingen ver boven normaal, waaronder een brand in een flatgebouw van veertien verdiepingen, waarschijnlijk veroorzaakt door brandbommen. Gemeld is dat sommige zakenmensen door afpersers en dieven worden ge dreigd. De senaat heeft op deze vorm van misdaad een boete gesteld van 5000 dollar en gevangenisstraf van twintig jaar. ROTTERDAM Afrikaanse en Europese ministers en staatssecretarissen zaten vorige week broederlijk rond een tafel in het Kongolese Kinsjasa. Het waren de vertegenwoordigers van achttien Afrikaanse landen en hun colle ga's van de Europese Gemeenschap: West-Duitsland, Frankrijk, Italië en Benelux. Samen hebben zij het voorberei dende werk gedaan voor een moge lijke verlenging van het z.g. Ver drag van Jaoende, de associatie overeenkomst van de voormalige merendeels Franse koloniën met de gemeenschap. Op 31 mei 1969 loop*t dit akkoord af en het verdrag aan de vernieuwing ervan wordt ge werkt. De ministers van de achttien waren al even eerder naar Kinsja sa gereisd: zij wilden het eens wor den over een gemeenschappelijk standpunt in de onderhandelingen, die voor hen tot een nieuw en voor al beter akkoord moeten leiden. Het waren om heel precies te zijn de vertegenwoordigers van Boeroendi, Boven-Volta, de Centraal- Afrikaanse republiek, Dahomey, Ga bon, Ivoorkust, Kameroen, Kongo (Brazzaville) en Kongo (Kinsjasa), Madagascar, Mali, Mauretanië, Ni ger, Roeanda, Senegal, Somalia, To go en Tsjaad. De associatie komt in principe neer op het wederzijds afschaffen van invoerrechten en invoerbeper kingen, zodat vrijhandelsgebieden ontstaan. Daarnaast voorziet de overeenkomst in omvangrijke finan ciële en technische hulp. Voor de lo pende vijf jaar trokken de landen van de gemeenschap hiervoor zo'n 2,88 miljard gulden uit. De voorgenomen verlenging van de overeenkomst is lang niet bij iedereen in goede aarde gevallen. In de eerste plaats zijn er politici die de kwestie-Jaoende willen ge bruiken om Frankrijk te „straffen" voor zijn weinig opbouwende Euro pese politiek. Het land zelf heeft na melijk nogal sterke economische banden met de achttien. Anderen komen op voor de ontwik kelingslanden die verstoken blijven van de voorrechten die de achttien van de Zes krijgen. Zij spreken van discriminatie en vinden voortzetting van het akkoord strijdig met de uit komsten van de Wereldhandelscon ferentie in New Delhi. De associa tie zou volgens hen een economische samenbundeling in het kamp van de onderontwikkelden in de weg staan. Helemaal juist is deze kritiek niet. Wat het eerste betreft: het zou niet erg billijk zijn de Europese me ningsverschillen uit te vechten over het hoofd van Afrika, afgezien nog van het (twijfelachtige) voordeel dat hiermee te behalen is. Zij die de overeenkomst discrimi nerend vinden, vergeten al te ge makkelijk de speciale positie van deze zeker niet welvarende Afrika se gebieden: de historisch gegroeide economische banden van de oud-ko loniën met het moederland. Practici voegen daaraan toe dat het nog geruime tijd zal duren voor dat de vrij vage besluiten van New Delhi op een breed terrein tastbaar zullen worden. Het zou elegant noch nuttig zijn wanneer de gemeenschap in die tussentijd haar (vrijwillige) ontwikkelingshulp waar associatie een vorm van is zou staken. Natuurlijk zal de gemeenschap echter moeten streven naar uitbrei ding van het verdrag van Jaoende, zodat ook andere ontwikkelingslan den deel krijgen aan de voorrechten, die aan de associatie verbonden zijn. Dit is inmiddels via aparte over eenkomsten gebeurd met Nigeria (het akkoord van Lagos) en drie Oostafrikaanse landen: Kenia, Oe ganda en Tanzania. Het laatste ver drag is gisteren in Aroesje (Tanza nia) ondertekend. Hoe zijn de resultaten van de over eenkomst tot nu toe? Op het terrein van de handel zijn niet direct overweldigende cijfers geboekt. Van 1958 tot en met 1956 steeg de invoer van de EEG uit de Afrikaanse landen met 44 procent (Nederland dertig procent, terwijl de uitvoer ernaar toe met achttien pro cent (Nederland vijftien procent) groeide. Ook de Afrikanen zijn hiermee niet bijzonder gelukkig. Zo wijzen zij op de met zestig procent gestegen in voer van bananen ui<t Zuid-Amerika, terwijl de gemeenschap uit hun lan den maar tien procent meer van dit produkt is gaan kopen. Behalve de matige groei van hun verkopen naar Europa is ook de prijsontwikkeling allesbehalve hoop gevend: in 1958 kregen zij voor een ton cacao nog twintig ton cement, zeven jaar later nog maar veertien ton. Bijzonder belangrijk voor Afrika waren echter de bijdragen uit het Europese ontwikkelingsfonds. Juist vorig week werd besloten weer voor 65 miljoen gulden aan nieuwe projec ten te besteden. In totaal is de laat ste vier jaar nu voor twee miljard gulden (273 projecten) in de achttien landen gestoken. Er is dus nog bijna een miljard over voor aanbestedin gen tot 31 mei. Gezien de historische achtergrond (ook de taal) zijn het vooral Franse ondernemingen geweest, die de pro jecten hebben mogen uitvoeren: Frankrijk ontving via hen 174 pro cent van zijn bijdragen aan het fonds terug. Italië deed het relatief gezien nog beter en wist opdrachten ter waarde van 257 procent van zijn bijdrage in de wacht te slepen. Nederland kwam daarentegen niet verder dan vijftig procent, België 38 procent, Duitsland 36 procent en Luxemburg 27 pro cent. Deze nogal scheve verdeling heeft aanleiding gegeven tot suggesties als: laat het aandeel in de bestedin gen gelijk lopen met de bijdragen in het ontwikkelingsfonds. Het is duide lijk dat hierdoor het karakter van het fonds geweld, wordt aangedaan: Het zou dan een fonds ter ondersteu ning van de eigen industrie worden. Gezonder lijkt het daarom als de ondernemers hun inspanningen zou den vergroten, meer belangstelling voor de Afrikaanse landen zouden to nen en regelmatiger Brussel zouden polsen wanneer aanbestedingen in aantocht zijn. Vooral de Nederlandse industrie houdt zich tot dusver nogal afzijdig. Ons land draagt 9,05 procent bij in het ontwikkelingsfonds, maar ver krijgt slechts 2,16 procent van de be stedingen. Het bedrijfsleven heeft hier volgens ingewijden zelf schuld aan. Klachten die men daarover hoort: „Het gedraagt zich als een ballet danseres. Het huppelt van de een naar de ander, zonder een serieus aanzoek te doen." „De belangstelling is conjunctuur gevoelig. De industrie heeft zich pas ingespannen nadat de orderporte feuille slonk." „Wie op aanbestedingen inschrijft verwacht succes op korte termijn, een houding die voortspruit uit ons vaderlands handelsverleden." „Spaarzame bezoekjes werpen geen resultaten af". „Het zijn klachten die ons bedrijfs leven in de oren mag knopen, zeker wanneer het akkoord met de acht tien, volgend jaar een vervolg krijgt. MEI OE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP GEASSOCIEERDE LANOEN I OVEREENKOMST VAN JAOENDE Ëffl OVEREENKOMST VAN LAGOS W////K OVEREENKOMST 0W APPCSJ*

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 9