Museum
Man
Vliegveld op een
eiland in de Sont
Afrikanen vragen
méér van de
Europeanen
Hogepriesteres schenkt
vele kopjes koffie
Toeneming
misdaad in
Washington
schrikbarend
Plan van Denen en Zweden
Kastrup te klein
Geen woningen
GROET AAN
DE FEEËN
AKKOORD VANJAOENDE
Klachten over
bedrijfsleven
Toen ik er binnen kwam was het er vol
komen stil en leeg en duister. Boven de
ingang hing een bezem waarop eeuiven
geleden een heks moet hebben gezeten. Er
kwam een lange man binnen die me niet
scheen op te merkenhij had een verre blik
in de ogen. Hij keek naar iets dat ik niet
kon zienrichtte een busje met uitgestrekte
arm en er klonk een luid gesis. Een witte
stofwolk maakte zich los uit het busje
een gewone luchtververser.
ZELFVERZEKERD
RELIGIE
SLEUTEL
SPELD
CIRKEL
PLANTJE
PORTRET
Beter akkoord
Straffen
Resultaten
Scheve verdeling
MAANDAG 5 AUGUSTUS 1968
WINSTGEVENDE TOVENARIJ
Omdat ik wist dat de man zich tovenaar noemt en omdat ik temidden van
geheimzinnige voorwerpen stond over tovenarij en hekserij, verwachtte ik
een ijzingwekkend magisch schouwspel, maar de man verbrak de spanning
met een nuchter: „Even de lucht verfrissen, voor de mensen komen. Het
wordt hier zo gauw bedompt en er kan geen enkel raam open."
Dat was dan de 45-Jarige Campbell
Wilson, directeur van een museum in
Castletown op het eiland Man dat he
lemaal is gewijd aan magie en tovena
rij, het enige ter wereld, zeggen de
baas en zijn vrouw die net als hij de
geheimen der toverkunst machtig is.
„Ik ben Hogepriester of Wica", zegt
de heer Wilson eenvoudig terwijl hij
achter de kassa kaartjes verkoopt aan
de menigte vakantiegangers die zijn
museum, annex café-restaurant komt
bezoeken.Vorig jaar had hij er 90.000
in huis!
Het museum is ondergebracht in een
laag oud gebouw, vroeger de schuur
van een molen die er pal naast staat.
Daar is alleen het buitenste van over.
In Castletown, in het uiterste zuiden
van Man, heeft men het over de hek-
senmolen, want bekende heksen hebben
er enkele eeuwen geleden vaak ge
danst. In 1617 is er in de buurt nog een
heks met haar zoontje verbrand. Het
goede mens willen alleen maar zorgen
voor een goede*oogst...
Nee, dan vergaat het Monique Mau-
ricette Marie Wilson heel wat beter.
Dat is de vrouw van de museumdi
recteur, een aardige dame met lang
gitzwart haar en koolzwarte ogen in
een smal gezicht. Zij is niet minder
dan Lady Olwen, Wica Koningin,
Koningin van de Sabbath. Ook haar
hulp wordt dikwijls ingeroepen door
boeren die een goede oogst willen of
door vissers die verlegen zijn om een
behoorlijke vangst. Ook komen er
vaak mensen bij haar die ziek zijn
en die genezing zoeken.
Heeft u succes?
„O ja, meestal heb ik succes", klinkt
het zelfverzekerd uit de mond van de
moderne tovenares die achter de tap
kast kopjes koffie inschenkt voor de
klanten. „Ik doe het door middel van
een eenvoudige ceremonie, erg eenvou
dig, maar die vereist buitengewoon
veel concentratie van me. Het duurt
een paar uur, maar na afloop ben ik
erg moe. Ik vraag de mensen dan ook
altijd om eerst zelf een oplossing te
zoeken", aldus Lady Olwen, die in
Frankrijk is geboren.
„Komt er iemand bij me die klaagt
over hoofdpijn", vervolgt ze met het
honderdzesde kopje koffie van de och
tend in de hand, „dan zeg ik altijd:
neem eerst maar een, asperientje. Ik
kan mijn kracht niet voor zoiets ver
spillen."
Bij haar tovenarij gebruikt Lady Ol
wen niets dan een halsketting met een
magische steen en een brede zilveren
armband. Daar staan magische tekens
op. Die armband droeg ze ook in het
café.
Tovenarij is volgens Lady Olwen en
haar moderne collega's in de eeuwen
oude kunst een religie: „Wij aanbid
den God en de Goden. Wij brengen
daardoor krachten te voorschijn om
hen te helpen die onze hulp vragen".
Deze Koningin van de Sabbath noemt
zich een beter Christen dan heel wat
mensen die zich als Christen beschou
wen. „Was Christus niet een van ons?"
vraagt zé indringend. „Ook ik streef
naar liefde, vertrouwen en geloof."
Monique Wilson bracht haar jeugd
door in het Verre oosten. Magie is
daar dagelijkse kost, vertelt ze en
toen ze dan ook terug kwam in het
nuchtere Westen miste ze het erg, de
mensen zijn er daar volgens haar zo
gelukkig door.
In Engeland waar ze intussen was
getrouwd met Campbell Wilson, las
ze een boek van een zekere dr. Ge
rald Gardner, modern tovenaar net
als zij en haar man nu zijn en dat
opende haar de ogen. Ze kreeg er het
gevoel door: dit is 't Toen haar bo
vendien bleek dat Gardner een verre
neef van haar was, twijfelde ze geen
ogenblik meer: ook zij was tovena
res.
Ook haar man kreeg in het Verre
Oosten de eerste indoctrinatie - „de
oude godsdiensten in dat deel der we
reld", legt hij uit. „Ik was toen vlieger
bij de RAF". Ook voor hem was het
boek van dr. Gardner de sleutel tot de
voor gewone stervelingen zo merk
waardig lijkende geheimen.
„Van toen af aan nam de zaak zijn
gewone loop", is alles wat hij loslaat
over zijn opneming in het gilde der to
venaars. Tovenarij omschrijft hij als
„in de grond een wereldomspannende
godsdienst".
KOPENHAGEN Van de lucht uit gezien is het eiland Saltholm een
nietig groen vlekje dat ieder ogenblik door het blauwgrijze water van
de Sont kan worden overspoeld. Maar als de Super DC-9 van de Scandinavian
Airline System (S.A.S.) een bocht heeft gedraaid en op veel geringere hoogte
het eiland weer passeert op weg naar de luchthaven Kastrup by Kopenhagen
biyken de afmetingen mee te vallen.
Toch Is Saltholm (Zouteil and) niet
meer dan een uitgestrekte zandplaat,
dicht begroeid met spartinagras en be
volkt door duizenden zeevogels die er
van oudsher hun jongen groot brengen.
Als echter de plannen doorgaan, zal dit
eilandje over enkele jaren een begrip
zijn geworden in de luchtvaart. De re
geringen van Denemarken en Zweden
zien het als het toekomstige centrum
van Scandinavië in het internationale
luchtvaartverkeer. Met Saltholm zou
de geluidshinder van de supersonische
vliegtuigen voor de naburige woonge
bieden tot een minimum beperkt blij
ven.
Björn Törnblom (50), een directielid
van de SAS: „Kastrop wordt te klein.
De capaciteit is nauwelijks voldoende
voor de vijf miljoen passagiers die er
vorig jaar gebruik van maakten. Het
vliegveld ligt bovendien - met de Con
corde's in aantocht - te dicht bij Ko
penhagen. Saltholm is werkelijk een
ideale plek voor de toekomstige lucht
haven. Het ligt ver genoeg van Kopen
hagen aan de ene en Malmö aan de an
dere kant van de Sont."
De Amerikaanse adviseurs van de
SAS beschouwen Saltholm als „een
geschenk van de hemel". Zij wijzen er
op dat het eiland maar net boven de
zeespiegel uitkomt. Het omringende
water staat er borg voor dat in de zeer
wijde omtrek geen enkele obstakel te
bekennen is. Zelfs bij slecht zicht zul
len twee toestellen tegelijk, laagvlie
gend kunnen afkoersen op twee even
wijdig aan elkaar lopende landingsba
nen.
De aan- en afvoer van passagiers
naar het eiland zal geen problemen op
leveren. Tussen Saltholm en de Deen
se kust is een tunnel geprojecteerd van
zes kilometer lengte. Een brug van ne
igen kilometer lang zal de luchthaven
«iet de Zweedse kust verbinden.
Het steeds groeiende autoverkeer
tussen de twee landen kan van de
brug en de tunnel gebruik maken. De
verkeersstroom zal veel sneller kun
nen worden verwerkt dan met de tal
rijke veerboten die nu tussen ver
schillende havens heen en weer varen.
Voor de tunnel en de brug zal het
wegverkeer tol moeten betalen. Zo
doende zullen de automobilisten op de
duur een belangrijk deel opbrengen
van de bijna twee miljard gulden die
het plan-Saltholm kost.
Grote aannemers in Zweden en De
nemarken willen brug en tunnel zelfs
op eigen kosten aanleggen als zij hun
eigen tol mogen heffen. Van particu
liere zijde is voorgesteld de investerin
gen in de nieuwe luchthaven terug te
verdienen met de winsten uit een speel
bank, die ergens tussen of onder de
startbanen geëxploiteerd zou moeten
worden.
Ideeën zijn er in overvloed, bruik
bare en onbruikbare. Van één ding
raken steeds meer betrokkenen over
tuigd: Saltholm zal zichzelf terug be
talen.
Bij de SAS wordt er veel waarde
aan gehecht dat op het eiland geen
plaats zal overblijven voor woning
bouw. Björn Törnblom: „Het is onbe
grijpelijk maar de mensen zoeken de
vliegvelden op".
Als voorbeeld geeft hij de nieuwe
woonwijk Bromma ten westen van
Stockholm. „Enkele jaren geleden werd
hier de nieuwe luchthaven voor binnen
lands verkeer aangelegd. Huizen waren
er niet. Die zijn er later pas omheen
gebouwd. Nu klagen de bewoners over
geluidshinder en de kranten staan er
vol van".
Het plan Saltholm voorziet in de aan
leg van een ruitvormige luchthaven
met een oppervlakte van 1500 hectare.
Daartoe zullen op beperkte schaal land-
aanwinningswerken nodig zijn waar
van de kosten worden begroot op 170
miljoen gulden. Dan ontstaat er ruimte
voor twee stelsels start- en landingsba
nen van 3600 meter lang, die evenwij
dig aan elkaar lopen.
Wanneer de nieuwe luchtaven in 1976
wordt geopend, zullen de kosten blij
kens een Deense studie in 1990 al zijn
terug verdiend. De regeringen van
Zweden en Denemarken hebben laten
weten, dat zij nog dit jaar een besluit
zullen nemen.
Op de weg van Douglas, de
hoofdstad van Man, naar
Castletown in het zuiden een
aardig oud stadje niet een prach
tig kasteel, ligt een brug die
Fairy Bridge heet. Men vindt
die bij Ballalona.
Rechtgeaarde Manxman nemen
telkens de hoed af of tikken aan
de pet wanneer ze over die brug
rijden.
Op deze manier groeten zij „het
kleine volkje": de feeën die nog
altijd op Man wonen.
Het museum op Man is opgezet door
dr. Gardner, een hoogst merkwaardig
man. Geoloog, archeoloog, anthropo-
loog, deskundige op het gebied van
rubber, oude wapens, vooral de kris
van de volken in Zuisoost-Azië. Ook
hij werd tovenaar en hij vooral heeft
aan het licht gebracht hoe wijd ver
breid de tovenarij is in het Engeland
van onze dagen. Dr. Gardner heeft in
oude documenten ontdekt dat een van
zijn voorouders in 1640 als heks is ver
brand.
Door middel van een godsdienstige
sekte kwam Gerald Gardner in 1940
in contact met tovenaars die hem al
spoedig opnamen in hun kring. Deze
mensen gaan er prat op dat het aan
hen is te danken dat Adolf Hitler en
zijn nazi-trawanten er destijds niet in
zijn geslaagd om Engeland binnen te
vallen. Dat gebeurde door middel van
een nachtelijke plechtigheid in een
bos in Zuid-Engeland, waar Gardner
aan deel nam, zoals hij later ont
hulde.
Daar werd een grote magische cir
kel getrokken, zoals alleen in grote
nood gebeurt, een van de krachtig
ste hulpmiddelen waar de tovenaars
over beschikten werd opgeheven en
in de richting van de Duitsers gehou
den. Tweemaal klonk het toen uit de
mond van de opper-tovenaar: „U kan
1 de zee niet oversteken, u kunt niet
komen". Datzelfde gebeurde indertijd
ook met Napoleon en met de Spaan
se Armada.
Volgens dr. Gardner die natuurlijk
niet door iedereen in Engeland ernstig
werd genomen, vergde deze uitputtende
ceremonie zo veel van de tovenaars
dat velen enkele dagen later zijn over
leden. Hij zelf kreeg voor het eerst
sinds heel lang weer last van astma.
Nadat de ceremonie vier keer was
herhaald zeiden de ouderlingen: „We
geloven dat we „hem hebben tegenge
houden". „Hem" was natuurlijk Hitier.
Dr. Gardner is ruim vier jaar gele
den overleden. Hij vermaakte zijn to-
vermuseum aan het echtpaar Wilson
dat er sindsdien heel wat geld in heeft
gestoken om het te moderniseren, en
kele tienduizenden guldens. Als het dit
jaar goed gaat met het bezoek dan zit
er voor het eerst winst in voor het to
verende echtpaar.
„Monique!" zegt de tovenaar tegen
zijn vrouw, „laat meneer eens het me
nu zien". Het ziet er aardig uit
Steak au poivre is de schotel van de
dag. Het echtpaar Wilson doet heel wat
om de griezelende bezoekers die met
busladingen tegelijk voorrijden, bèhal-
ve de hekserij ook het natje en droog
je voor te zetten. De tovenaar scheurt
onderhand weer kaartjes af voor een
echtpaar met twee kinderen van onder
de vijf. „Het is niet erg geschikt voor
de kinderen", waarschuwt hij de vader
maar die kan het kennelijk niet sche
len dat zijn spruiten in het museum
oog in oog komen te staan met middel
eeuwse martelwerktuigen waarmee
men heksen te lijf ging.
Vitrines vol van dit verschrikkelijks
is er te zien er hangt een kaartje
bij met de woorden: „Kijk toch eens
wat er met heksen werd gedaan".
Duimschroeven, allerlei messen, kar
watsen, brandijzers en meer van dit
alles ligt er in de propvolle toonkasten
naast een venijnige lange speld waar
mee een zekere meneer Paterson bij
genaamd de Prikker, indertijd het li
chaam bewerkte van ongelukkigen, die
verdacht werden van tovenarij. Die
speld stak hij ruim zeven cm in hun
lichaam, op zoek naar h geheime
merkteken dat elke heks op het lichaam
had. De schavuit heeft er nog heel wat
mee verdiend ook!
Gelukkig ligt er ook heel wat vreed-
zamers, zoals kristallen bollen van
waarzeggers, doorzichtige en donke
re, magische stenen waaronder zeer
Lady Olwen de Hogepriesteres en Koningin van de Sabbath voor ae hek-
senmolen.
kostbare, toverstaven en bezems,
amuletten en talismannen, oude en
moderne boeken, over astrologie, al
chemie, necromancie (de kunst om
geesten van pas overledeft mensen op
te roepen), verdragen met de duivel,
allerlei attributen van religieuze ma
giërs uit tal van landen, werktuig van
beoefenaren van de zwartu kunst,
tovermantels- en hoeden, en nog veel
meer. Sommige voorwerpen zijn van
levende of kort geleden overleden to
venaars. Engeland zit er goed in.
Zo is er een houten plankje te zien
met een toverformule van een tove
naar uit Londen tekening van een
griezelig masker, de kop van een oude
griezelig masker, de kop van een de
man met puntbaardje en allerlei
vreemde tekens waarmee men
naar hij beweert kan doden. De direc
tie van het museum heeft er een bord
je bijgezet met de geruststellende me
dedeling: „Wij geloven dit niet". Er
ligt ook een vriendelijk briefje op licht
blauw postpapier van Olwen, de direc
teursvrouw, gedateerd 4 september
1962. Daarin deelt ze dr. Gardner mee
dat ze zojuist is gezalfd en gekroond
als Hoge-priesteres en Koningin van
de Sabbath en van Wica, als eerste in
300 jaar. Het zwaard dat bij de plech
tigheid werd gebruikt heeft Olwen in
bruikleen afgestaan net als de zalflepel
met een restje van de toverzalf, een
wierookdoosje en nog wat zaken.
Een zekere meneer Bruce, ook al to
venaar van beroep hij leeft!
heeft het museum zijn staf afgestaan
waar een klauw van een of ander dier
aan vast zit. Heel eng.
Het mooist van alles, nog veel mooi
er dan het huisje met studeerkamer
van een tovenaar uit 1630, vonden
we het portret van een vermaarde
tovenaar dat ergens in het museum
hangt: het lijkt sprekend op premier
Wilson.... volgens velen ook een „to
venaar".
Naast de heksenmolen van Castletown staat het museum van de tovena
rij.
WASHINGTON De misdaad in de
stad Washington is volgens politiesta
tistieken in de afgelopen twaalf maan
den met ruim 24 procent toegenomen
en het toeristenverkeer is scherp terug
gelopen.
Tegelijkertijd is het misdaadcijfer
ook in enkele andere grote Ameri
kaanse steden opgelopen. Bij de bestrij
ding ervan staat men overal in het
land voor dezelfde problematiek. Maar
in het geval van Washington als een
wereldhoofdstad en een Mekka voor
toeristen wordt deze situatie extra on
derstreept.
President Johnson heeft gezegd dat
Washington de trots van Amerika moet
zijn. Toen hij onlangs een wetsontwerp
ondertekende op grond waarvan het be
ginsalaris van brandweerlieden en po
litieagenten in Washinton tot 8000 dol
lar per jaar opgetrokken werd vroeg
hij tevens de goedkeuring van het Con
gres om het politiekorps met duizend
inan uit te breiden.
De centrale overheid heeft de sur
veillance in de gevaarlijke buurten
van Washington doen uitbreiden.
Het toerisme is voor Washingron
een stevige bron van inkomsten. Ver
leden jaar bezochten 16,8 miljoen toe
risten de stad en spendeerden ca. 531
miljoen dollar. Dit jaar is de situatie
minder rooskleurig. Volgens schat
ting van het bureau voor toerisme,
gebaseerd op afzeggingen, is de terug
gang over april 25 procent en over de
maand mei 21.5 procent.
Volgens de Greyhound Corporation
werden tijdens de relletjes in het week
einde na de moord op dominee Martin
Luther King voor een bedrag van
200.000 dollar aan Greyhound charter
busreizen naar Washington geannuleerd.
Volgens een voorlopig rapport van de
FBI over 1967 is de misdaad over ge
heel Amerika met 16°/o toegenomen.
In het rapport van de FBI over 1966,
betreffende de omvang van de misdaad
in de twaalf grootste stedelijke gebie
den komt Washington op de zesde plaats.
Volgens een verslag van de brand
weer ligt het aantal brandstichtingen
ver boven normaal, waaronder een
brand in een flatgebouw van veertien
verdiepingen, waarschijnlijk veroorzaakt
door brandbommen.
Gemeld is dat sommige zakenmensen
door afpersers en dieven worden ge
dreigd. De senaat heeft op deze vorm
van misdaad een boete gesteld van 5000
dollar en gevangenisstraf van twintig
jaar.
ROTTERDAM Afrikaanse en Europese ministers en staatssecretarissen
zaten vorige week broederlijk rond een tafel in het Kongolese Kinsjasa. Het
waren de vertegenwoordigers van achttien Afrikaanse landen en hun colle
ga's van de Europese Gemeenschap: West-Duitsland, Frankrijk, Italië en
Benelux.
Samen hebben zij het voorberei
dende werk gedaan voor een moge
lijke verlenging van het z.g. Ver
drag van Jaoende, de associatie
overeenkomst van de voormalige
merendeels Franse koloniën met de
gemeenschap. Op 31 mei 1969 loop*t
dit akkoord af en het verdrag aan
de vernieuwing ervan wordt ge
werkt.
De ministers van de achttien
waren al even eerder naar Kinsja
sa gereisd: zij wilden het eens wor
den over een gemeenschappelijk
standpunt in de onderhandelingen,
die voor hen tot een nieuw en voor
al beter akkoord moeten leiden.
Het waren om heel precies te
zijn de vertegenwoordigers van
Boeroendi, Boven-Volta, de Centraal-
Afrikaanse republiek, Dahomey, Ga
bon, Ivoorkust, Kameroen, Kongo
(Brazzaville) en Kongo (Kinsjasa),
Madagascar, Mali, Mauretanië, Ni
ger, Roeanda, Senegal, Somalia, To
go en Tsjaad.
De associatie komt in principe
neer op het wederzijds afschaffen
van invoerrechten en invoerbeper
kingen, zodat vrijhandelsgebieden
ontstaan. Daarnaast voorziet de
overeenkomst in omvangrijke finan
ciële en technische hulp. Voor de lo
pende vijf jaar trokken de landen
van de gemeenschap hiervoor zo'n
2,88 miljard gulden uit.
De voorgenomen verlenging van
de overeenkomst is lang niet bij
iedereen in goede aarde gevallen.
In de eerste plaats zijn er politici
die de kwestie-Jaoende willen ge
bruiken om Frankrijk te „straffen"
voor zijn weinig opbouwende Euro
pese politiek. Het land zelf heeft na
melijk nogal sterke economische
banden met de achttien.
Anderen komen op voor de ontwik
kelingslanden die verstoken blijven
van de voorrechten die de achttien
van de Zes krijgen. Zij spreken van
discriminatie en vinden voortzetting
van het akkoord strijdig met de uit
komsten van de Wereldhandelscon
ferentie in New Delhi. De associa
tie zou volgens hen een economische
samenbundeling in het kamp van
de onderontwikkelden in de weg
staan.
Helemaal juist is deze kritiek niet.
Wat het eerste betreft: het zou niet
erg billijk zijn de Europese me
ningsverschillen uit te vechten over
het hoofd van Afrika, afgezien nog
van het (twijfelachtige) voordeel
dat hiermee te behalen is.
Zij die de overeenkomst discrimi
nerend vinden, vergeten al te ge
makkelijk de speciale positie van
deze zeker niet welvarende Afrika
se gebieden: de historisch gegroeide
economische banden van de oud-ko
loniën met het moederland.
Practici voegen daaraan toe dat
het nog geruime tijd zal duren voor
dat de vrij vage besluiten van New
Delhi op een breed terrein tastbaar
zullen worden. Het zou elegant noch
nuttig zijn wanneer de gemeenschap
in die tussentijd haar (vrijwillige)
ontwikkelingshulp waar associatie
een vorm van is zou staken.
Natuurlijk zal de gemeenschap
echter moeten streven naar uitbrei
ding van het verdrag van Jaoende,
zodat ook andere ontwikkelingslan
den deel krijgen aan de voorrechten,
die aan de associatie verbonden zijn.
Dit is inmiddels via aparte over
eenkomsten gebeurd met Nigeria
(het akkoord van Lagos) en drie
Oostafrikaanse landen: Kenia, Oe
ganda en Tanzania. Het laatste ver
drag is gisteren in Aroesje (Tanza
nia) ondertekend.
Hoe zijn de resultaten van de over
eenkomst tot nu toe?
Op het terrein van de handel zijn
niet direct overweldigende cijfers
geboekt. Van 1958 tot en met 1956
steeg de invoer van de EEG uit de
Afrikaanse landen met 44 procent
(Nederland dertig procent, terwijl de
uitvoer ernaar toe met achttien pro
cent (Nederland vijftien procent)
groeide.
Ook de Afrikanen zijn hiermee niet
bijzonder gelukkig. Zo wijzen zij op
de met zestig procent gestegen in
voer van bananen ui<t Zuid-Amerika,
terwijl de gemeenschap uit hun lan
den maar tien procent meer van dit
produkt is gaan kopen.
Behalve de matige groei van hun
verkopen naar Europa is ook de
prijsontwikkeling allesbehalve hoop
gevend: in 1958 kregen zij voor een
ton cacao nog twintig ton cement,
zeven jaar later nog maar veertien
ton.
Bijzonder belangrijk voor Afrika
waren echter de bijdragen uit het
Europese ontwikkelingsfonds. Juist
vorig week werd besloten weer voor
65 miljoen gulden aan nieuwe projec
ten te besteden. In totaal is de laat
ste vier jaar nu voor twee miljard
gulden (273 projecten) in de achttien
landen gestoken. Er is dus nog bijna
een miljard over voor aanbestedin
gen tot 31 mei.
Gezien de historische achtergrond
(ook de taal) zijn het vooral Franse
ondernemingen geweest, die de pro
jecten hebben mogen uitvoeren:
Frankrijk ontving via hen 174 pro
cent van zijn bijdragen aan het fonds
terug.
Italië deed het relatief gezien nog
beter en wist opdrachten ter waarde
van 257 procent van zijn bijdrage in
de wacht te slepen. Nederland kwam
daarentegen niet verder dan vijftig
procent, België 38 procent, Duitsland
36 procent en Luxemburg 27 pro
cent.
Deze nogal scheve verdeling heeft
aanleiding gegeven tot suggesties
als: laat het aandeel in de bestedin
gen gelijk lopen met de bijdragen in
het ontwikkelingsfonds. Het is duide
lijk dat hierdoor het karakter van
het fonds geweld, wordt aangedaan:
Het zou dan een fonds ter ondersteu
ning van de eigen industrie worden.
Gezonder lijkt het daarom als de
ondernemers hun inspanningen zou
den vergroten, meer belangstelling
voor de Afrikaanse landen zouden to
nen en regelmatiger Brussel zouden
polsen wanneer aanbestedingen in
aantocht zijn.
Vooral de Nederlandse industrie
houdt zich tot dusver nogal afzijdig.
Ons land draagt 9,05 procent bij in
het ontwikkelingsfonds, maar ver
krijgt slechts 2,16 procent van de be
stedingen. Het bedrijfsleven heeft
hier volgens ingewijden zelf schuld
aan.
Klachten die men daarover hoort:
„Het gedraagt zich als een ballet
danseres. Het huppelt van de een
naar de ander, zonder een serieus
aanzoek te doen."
„De belangstelling is conjunctuur
gevoelig. De industrie heeft zich pas
ingespannen nadat de orderporte
feuille slonk."
„Wie op aanbestedingen inschrijft
verwacht succes op korte termijn,
een houding die voortspruit uit ons
vaderlands handelsverleden."
„Spaarzame bezoekjes werpen geen
resultaten af".
„Het zijn klachten die ons bedrijfs
leven in de oren mag knopen, zeker
wanneer het akkoord met de acht
tien, volgend jaar een vervolg krijgt.
MEI OE EUROPESE ECONOMISCHE
GEMEENSCHAP GEASSOCIEERDE LANOEN
I OVEREENKOMST VAN JAOENDE
Ëffl OVEREENKOMST VAN LAGOS
W////K OVEREENKOMST 0W APPCSJ*