Mr. dr. J. HAZENBERG: I Was niet mogelijk alle problemen op te lossen Stel niet uit tot morgen wat ge heden kunt doen VEENENDAAL Nog slechts enkele weken scheiden mr. dr. J. Hazenberg van zijn pensionering als burgemeester van de gemeente Veenendaal. Het einde van een vruchtbare ambtsperiode komt in zicht. Op 31 augustus is het vertrek van één van de grootste leiders, die Veenendaal ooit rijk was, een voldongen feit. Tijd om hier lang bij stil te staan is er eigenlijk niet, want de moderne maat schappij eist een onmiddellijke voortzet ting van de werkzaamheden. Een nieuwe burgemeester zal de plaats innemen van de scheidende burgemeester en Veenen daal zal voort blijven bouwen aan zijn toekomst. De naam mr. dr. J. Hazenberg zal in Vee nendaal een herinnering blijven opeisen. Zijn beleid en persoonlijkheid laten een onuitwisbaar stempel achter. Tijdens zijn ambtsperiode, die zeven jaar duurde, legde hij de basis voor het Vee- nendaal-van-de-toekomst. Mr. dr. J. Ha- zenberg creëerde met zijn staf een nieuw Veenendaal en legde het fundament voor een verdere ontwikkeling. Zijn beleid stond duidelijk in het teken van de voor uitgang én de leefbaarheid voor de bevol king. De zakelijkheid en een weloverwogen woordkeus van mr. dr. J. Hazenberg maken een gesprek met hem van het begin tot het eind interessant. Pas na het gesprek zal blijken, dat ach ter de korte vriendelijke ge stalte een veelzijdig karak ter schuilgaat. De inrichting van zijn sfeervolle werkkamer in het nieuwe raadhuis is mis schien zelfs wel een afspie geling van dit karakter. De direct opvallende bloem stukken verraden de vrien delijkheid en de behoefte aan gezelligheid van de 64- jarige burgemeester. De uiterst moderne meu bilering zou een weergave kunnen zijn van zijn zake lijkheid, terwijl enkele boei ende schilderstukken aan de wanden zijn liefde voor cultuur onthullen. Pagina S WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1968 Ondanks de laatste drukke weken, die burgemeester mr. dr. J. Hazenberg nog schei den van zijn pensionering, stond hij gistermiddag bereid willig een exclusief interview toe. Een van onze redacteu ren sprak bijna drie uur met de burgemeester, die ditmaal nu eens niet, zoals hij zelf zei, in haaststemming verkeerde. „Waarom niet, zou ik op' mijn beurt willen vragen". Wat vindt U van gemeentelijke auto nomie? „Dat geluid is voor mij nieuw. Mocht het zo zijn, dan heeft de kwalijknemer blijkbaar geen of onvoldoende argumen ten kunnen stellen tegenover de mijne". „Op zichzelf een waardevolle zaak. Ik heb intussen wel eens de opmerking ge maakt, dat tegen de verkiezingstijd sprekers van alle richtingen, die op het politieke pad zijn, er roerend en hoog dravend over kunnen spreken. Wanneer de verkiezingen weer achter de rug zijn blijken dezelfde politici er in de prak tijk wel eens moeite mee - te hebben. Nu gebiedt de eerlijkheid hier aan ogenblikkelijk toe te voegen, dat de veelheid van vraagstukken en de inge wikkeldheid daarvan in onze heden daagse samenleving Voor die gemeente lijke autonomie minder ruimte overla ten en kunnen overlaten dan vroeger 't geval kon zijn". Men neemt U Uw dominerende stem in de raad wel eens kwalijk. Wat vindt U daar. zelf van? l Bent U ook niet van mening, dat de scherpe politieke tegenstellingen in de raad de laatste jaren zijn vervaagd? „Ja. Ik acht het een gelukkig ver schijnsel, dat men tracht elkaar te verstaan en te vinden. Daarvoor kunnen we alleen maar dankbaar zijn". Wat vindt U van de vrij unieke kerke lijke situatie in Veenendaal? „Het valt niet te ontkennen, dat die er is, doch ik meen ook bespeurd te heb ben, dat op dit terrein een toenemende verdraagzaamheid te constateren valt. Daarover verheug ik me zeer". Wat zijn Uw toekomstverwachtingen voor Veenendaal? „Een verdere groei, mits het bestuur blijft doorboksen". Vreest U geen terugslag in de ontwik keling van Veenendaal? „Nee". Denkt U, dat Uw opvolger hetzelfde tempo zal kunnen handhaven? „Ik zie geen reden waarom dit niet het geval zou kunnen zijn. Temeer ook, omdat ook in het denkpatroon van het provinciaal bestuur Veenendaal een be langrijke element vormt in de ontwik keling van de hele provincie Utrecht. Bovendien blijven immers de wethou ders". Zou U graag inspraak willen heb ben bij de benoeming van Uw opvolger? „Daaraan heb ik geen behoefte. Ook al niet omdat wij en dat meen ik waarachtig een commissaris der ko ningin hebben, die zijn provincie en de burgemeesters daarin in elk opzicht kent". Uw geslaagde beleid wordt wel eens toegeschreven aan de relaties, die U tot stand gebracht zou hebben tijdens Uw periode in Wassenaar. Wat vindt U van deze veronderstelling? „Die veronderstelling lijkt mij niet he lemaal juist Wel geloof ik, dat de erva ring, die ik opdeed en in mijn werk in de advocatuur en als wethouder in Wasse naar, niet ten nadele is geweest van Veenendaal. Volledigheidshalve zo ik hieraan willen tekenen, dat ik voor mijn komst in Veenendaal van het gehele Utrechtse provinciale bestuur en van al le administratieve diensten slechts één persoon kende. Als men praat over rela ties wil ik aangeven, dat het vraag stuk van relaties hebben niet alleen be langrijk is. Het voortdurend er op uit zijn om de goede contacten en verbin dingen te leggen is een zaak van het grootste belang. Een burgemeester, die op zijn stoel blijft zitten verdient voor de gemeente in de regel niet het mees te. Ik heb altijd geprobeerd keihard en duidelijk te zeggen hoe ik de zaken zag. Dat voorkomt meestal misverstanden". Ondanks heit feit, dat tijdens Uw ambtsperiode de leefbaarheid in Vee nendaal sterk is verbeterd, bleef de ver keerssituatie met name in de Hoofd straat slecht. Wat is hiervan de oor zaak? „Het is nu eenmaal onmogelijk alle problemen, die zich aandienen tot een oplossing te brengen. Ik meen wel, dat we ook met dit vraagstuk inmiddels zo ver gevorderd zijn, da<t op niet al te lange termijn een redelijke verbetering mogelijk is. Vergeet niet, dat we hier bij wel heel bijzonder te maken hebben met andere gemeentebesturen, provin ciaal bestuur en het rijksbestuur". Kent Veenendaal volgens U 'n jeugd probleem? „Ik zie tussen de jeugd van Veenen daal en elders geen grote verschillen. Dè snelle ontwikkeling in het gehele maatschappelijk gebeuren en alles wat daarmee verband houdt, heeft ook de Veenendaalse jeugd gelukkig maar niet onberoerd gelaten. Het kan be kend zijn, dat ik ook graag de jeugd armslag gun. Ook, waar mogelijk, om zelf iets te doen; mits men blijft binnen orde en wet aan de ene kant en het ge woon burgerlijk fatsoen aan de andere kant. Het begrip jeugdprobleem in dit verband vind ik te zwaar geladen. Men kan er ook zo gauw problemen van gaan maken. Bijzonder veel waardering wens ik uit te spreken voor het bestaande jeugdwerk en niet in de laatste plaats voor het zogenaamde instuifwerk. Ik heb me er werkelijk over verheugd, dat ik aan de ophanden zijnde uitbouw van dit werk nog mijn daadwerkelijke steun heb kunnen verlenen. Wat vindt U van de industrieën in het centrum van Veenendaal? „Ik zou vanzelfsprekend alle Indus triële vestigingen gaarne zien op onze industrieterreinen. Wij hebben met die vestigingen in het centrum, waarin mil joenen zijn geïnvesteerd, te doen met een sterke historische ontwikkeling. Het zal niet gemakkelijk zijn daarin veran deringen te brengen, zeker niet op korte termijn". Waaraan hebt U de beste herinnerin gen in Veenendaal overgehouden en waaraan de slechtste? „Ik moet eerlijk zeggen, dat noch mijn vrouw, noch ik, aan Veenendaal slechte herinneringen heb. Vanaf de dag van onze komst tot heden hebben we hier met genoegen gewoond. Wat nog veel belangrijker is; met ontzaglijk veel plezier gewerkt.". „Wat de beste herinneringen betreft, daar is praktisch geen antwoord op te vinden. Ik hoop dat uit mijn antwoord begrepen wordt, dat mijn vrouw en ik en dat is heilige ernst van het mo ment, dat we 's ochtends opstaan tot dat we 's avonds laat naar bed gaan (ik werk ook 's avonds veel) eigenlijk altijd in een soort voldoeninggevende si tuatie verkeren. Juist, omdat we het gevoel hebben, dat ook wij op onze beurt iets voor Veenendaal hebben kunnen doen". Waarom gaat U dan in Ermelo wonen na Uw pensionering en niet in Veenen daal? „In Ermelo vonden we een huis, dat ons aanstond met een grote vrije tuin, waarnaar we steeds gezocht hebben. Van huis. uit zijn mijn vrouw en ik dat beiden gewend geweest. Daarenboven is Ermelo gelegen in een zeer mooi, nog landelijk en bosrijk gebied met uitste kende verbindingen". Wat denkt U na Uw pensionering alle maal te gaan doen? „Dat weet ik werkelijk nog niet pre cies. Ik heb altijd plezier als ik zelf mijn. tuin kan onderhouden. Wat er verder op mijn weg komt zal ik wel zien. Het is ook niet zo, dat ik helemaal niets meer heb te doen. Voorlopig zal ik mijn voor zitterfuncties van bijvoorbeeld de Be roepscommissie en het Tuchtcollege con tinueren. Wel hopen mijn vrouw en ik beiden zijn we daar liefhebbers van indien we gezond mogen blijven rei zen te gaan maken. Vooral de laatste ja ren is daarvan weinig gekomen. Vooral de Franse sfeer bevalt ons bijzonder goed". feit of er de middelen voor beschikbaar waren. Bovendien heeft de praktijk ook voor 't te voeren gemeentelijke be leid mij in de loop der jaren, dat ik er bij betrokken was, wel geleerd de juistheid van het oude gezegde „stel niet uit tot morgen, wat ge zo enigszins mogelijk heden kunt doen". Gold die re gel vroeger als juis"t toen er nog spra ke was van de waardevastheid van ons ruilmiddel, dan is dat zeker nu het ge val bij de voortgaande stijging van de prijzen want daaraan zie ik voorlopig door allerlei oorzaken nog geen einde. Afgezien hiervan, we zitten speciaal wat Veenendaal betreft in een situatie, dat we kosten wat het kost zoveel mo gelijk vooruiit moeten werken, willen we niet na 'n aantal jaren tot de ontdek king komen, dat we de boot gemist heb ben". Dacht U, dat Veenendaal dezelfde ont wikkeling zou hebben doorgemaakt on der leiding van een andere burgemees ter? Wat vind't U van de mening, dat er zeven jaar geleden, toen U in Veenen daal kwam, een achterstand was in te halen? „Als men spreekt over het inha len van een achterstand, dan laat ik 'n dergelijke uitspraak voor de verant woordelijkheid van degene die deze deed. Uit mijn mond zou een zodanige uit spraak kunnen worden opgevat als een soort kritiek op en het uitspreken van een oordeel over het werk van een of meer voorgangers. Dat heb ik nim mer gedaan en wens ik ook nu niet te doen. ,Toen ik in Veenendaal. kwam, heb ik getracht me zo snel mogelijk in te wer ken. Daarbij kwam ik tot de ontdekking ook mijn opvolger zal die ontdekking doen dat er zaken en vraagstukken waren, die om een oplossing of afdoe ning vroegen. Daartoe zo snel mogelijk te komen was vanaf mijn komst mijn verantwoordelijkheid. Welke zaken en vraagstukken hebben U de eerste tijd in Veenendaal bezigge houden? „Het gereedmaken van uitbreidings plannen. Ik vond dat we zo snel moge lijk moesten zien te komen tot het ma ken van diverse uitbreidingsplannen. Het was min of meer streven naar een veelzijdigheid van Veenendaal om te ko men tot een zo evenwichtig mogelijke uitbouw van de gemeente. Natuurlijk ook om de woningbouw zo spoedig mo gelijk voortgang te doen laten vinden. Welk motief leidde tot Uw progressie ve beleid? „Met dat woord progressief moeten we voorzichtig wezen. Het wordt name lijk wel eens gebruikt in verband met het streven van één of meer politieke groeperingen. In die zin heb ik aan het woord geen behoefte. Indien met pro gressief zuiver en alleen vooruitstre vendheid wordt bedoeld en dan wordt gevraagd naar mijn motief daarvoor, dan is het antwoord eenvoudig: Geen ander motief dan dat een niet vooruit strevend beleid leidt tot stilstand. En dat betekent de dood in de pot. Ik zie het in het leven nu eenmaal zo, dat je niet alleen je werk zo goed mogelijk moet trachten te doen, maar ook zo effectief en snel mogelijk". Komt daar misschien een zeker stre ven naar perfectie bij? „Een zekere vorm van perfectie heeft zijn voordelen, maar een te sterk ge richt zijn op een zeer grote mate van effectieviteit lijdt wel eens weer tot niet doen. Dan blijft men te lang in over- legsferen verkeren, met alle kwalijke gevolgen van dien". U hebt in Uw vorige antwoord te ken nen gegeven niet te houden van te lang overleg. Mag hieruit worden afgeleid, dat U ook een hekel hebt aan de bu reaucratie, die met name bij de over heid heerst? „Er wordt wel eens een vergelijking getrokken tussen het doen en laten van de particuliere ondernemingen en de overheid. Dan ben ik inderdaad van oor deel, dat de overheid moet trachten, on danks alle belemmeringen, waarvoor die voortdurend komt te staan, zoveel mogelijk zichzelf ook te zien als een soort bedrijfsvorm in onze hele maat schappelijke structuur". Sommige mensen zijn van mening, dat Veenendaal in de toekomst een na re financiële erfenis zal moeten incasse ren, ten gevolge van Uw progressieve beleid. Wat vindt U van deze veronder stelling? „Is het niet herhaaldelijk opgevallen in het dagelijks leven, dat er mensen zijn, die hun nietsdoen of niet doen, trachten te verdedigen met het wekken van vrees voor de financiële consequen ties? Ik meen te mogen stellen, dat wij ons bij ieder besluit, dat genomen is, terdege hebben vergewist van het Kunt U al iets zeggen over Uw moge lijk opvolger? „Ik verwacht niet, dat diens benoe ming lang op zich zal laten wachten. Wie het zal zijn weet ik nog niet, al heb ik misschien wel enige vermoedens wel ke richting het zou kunnen gaan. Wel moet het ook voor mijn opvolger een prettig idee zijn zich straks benoemd te weten, gehoord haar adviseurs, door H. M. de Koningin. Is deze gedachte voor U ook altijd 'n stimulans geweest? „Men kan zo langzamerhand weten, dat ik een grote voorstander ben van het monarchale democratisch bestel. Daarbij ben ik een verwoed aanhan ger in de goede zin van het woord van ONS Koningshuis. Wat ziet U als de voornaamste taak van Uw opvolger? „Het verder tot ontwikkeling brengen van de gemeente Veenendaal". Aangenomen, dat U nog niet gepen sioneerd zou worden, welk project zou dan onder andere op Uw verlanglijstje komen? „Er zou natuurlijk een sporthal op komen, maar ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken, dat het vraagstuk van de sporthal reeds op tafel lag. Ik heb mij op het standpunt gesteld, dat ik de totstandkoming van een overdekt zwembad van veel groter belang achtte. Dit gebeurde om velerlei rede nen, ons klimaat, de volksgezondheid en ook 'omdat het overheidsgeld de grootst mogelijke groep van de bevolking dient te bereiken. Een kind van drieëneenhalf jaar kun je in een zwembad brengen, maar een volwassene van 65 jaar ook. Er is geen tak van ontspanning of sport aan te wijzen, die een zo groot deel van de hele bevolking kan bestrijken. jWypiüjP!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 5