Zenuwarts tussen beelden en schilderijen
Russen klagen
over kleding
Machinefabriek
Stork bestaat
honderd jaar
Bijna geen geparkeerde
auto's in „nieuw" Utrecht
ENGELSE PAKKEN IN TREK
Ere-
ten toonstelling
Rein Draijer
Nederlanders
eten niet
veel vlees
Feest in september
Meisje verborg
zich uit vrees
voor tante
ALS PLAN HOOG CATHARIJNE 4FJS:
DEMONSTRATIE VOOR BIAFRA
Uurtje weg
Verhuren
Geen geld
TE DUUR
BESTEDINGEN
AFBRAAK
STIMULANS
DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1968
EEN KLEIN KUNST-MENEERTJE
XJij gooit de deur van zijn garage
-*-*■ open, zwaait zijn colbert over de
leuning van een zoveelste-hands stoel
en dan zit hij: de zenuwarts H. M
Greebe, in zijn kunst-galerie. Hij grin
nikt bij voorbaat: „Ik ben een beetje
gek en ik ben import, hier in Enschede,
en daarom mag ik veel. Zo liep ik een
keer door de stad en ik dacht: Hé jon
gens. we moeten hier eens een winkel
tje in kunst bijhebben. Wel, nu ben ik
zaterdags van twee tot zes geopend
en als ik in één middag zes mensen heb
gehad, roep ik: Druk geweest. Mag ik
dat leuk vinden of niet? Ieder mens
probeert zichzelf in iets te realiseren
Dokter Greebe is in Enschede spe
cialist in twee ziekenhuizen, sinds
hij drie-en-een-half jaar geleden naar
Overijssel kwam, uit Den Haag. „Heel
gek", schalt hij door die kunst-garage
die hij een half jaar gelden huurde on
der het huis van wildvreemde mensen.
„Heel gek", 's morgens werk katho
liek, 's middags ben i'k neutraal, en
's avonds oecumenisch. Nou ja, des
avonds werk ik meestal niet, dan heb
ben we soms een praatgroepje, van
mensen die alle mogelijke geestelijke
•tromingen vertegenwoordigen".
Drie en-een-half jaar dus zit hij nu in
Enschede, waar hij specialist is in de
elektro-myografie en de elektro-
encefaiografie. „Zeg maar: gespeciali
seerd op het gebied van spieren en
hersenen en dan ook nog een beetje
zenuwen", aldus dokter Greebe zelf.
Hij komt zojuist uit het ziekenhuis
Ziekenzorg, waar collega's nu desge
vraagd moeten melden: „De heer
Greebe zit even een uurtje tussen zijn
beelden en schilderijen".
Wat er in de garage staat en hangt is
zijn tweede collectie in een half jaar.
Maar nu: hoe komt een zenuwarts
midden in de kunst?
„In Den Haag zit een mr. in de rech
ten en die is mijn broer. Wel, die
broer beeldhouwt bijvoorbeeld al
heel lang en van hem heb ik waar
schijnlijk een tic meegekregen. Ik
ken massa's kunstenaars ook a<l
omdat ik zelf een beetje rommel met
steen en hout en beitels, nou ja".
Goed, ik had dus deze garage ge
huurd en ik ben naar het westen geto
gen om in Rotterdam bijvoorbeeld bij
Truus van Thiel wat beelden van haar
man weg te sleutelen. En ik heb een
paar van Truus' eigen wandkleden
meegepikt. Enzovoort. Ik moet wel met
werk van mensen van buiten de pro
vincie komen, want bij de regionale
kunstenaars kunnen de mensen tenslot
te iedere dag het atelier binnenstappen
en kijken. En ik ben maar een paar
uurtjes per week geopend".
En dan heeft dokter Greebe ook een
klein plan: schilderijen of beelden „ver
huren". En dat allemaal met het idee
de kunst uit zijn galerie vrij snel aan
de man te brengen.
„Stel, u koopt een gouache van vier
honderd gulden", zegt hij. „Heel mooi,
prachtig, maar na een jaar bent u er
misschien toch een tikkeltje op uitge
keken. We leven niet meer in een tijd
met alleen maar grote huizen waar je
met gemak een dertig schilderijen neer
hing. In ?o'n flatje van nu raak je toch
niet meer dan twee of drie dingetjes
kwijt. Wel, we draaien er dus niet om-
De zenuwarts H. M. Greebe. uit Enschede in zijn kunst-galerietje: ,,Ik inag
hier van iedereen een beetje anders dan anderen zijn. Een specialist, die
koopt bijvoorbeeld een huis als hij hier komt werken. Wel, ik zit fijn in
een flat".
heen. U komt na een jaar of langer
weer bij me, ik betaal voor die gouache
weer iets terug en u zoekt gewoon een
nieuw dingetje uit, met een kleine bij
betaling desgewenst".
En dat zelf-aan-de-kunst doen van
de zenuwarts, die in studententijd
bijvoorbeeld wiskunde-bijlessen gaf.
„Niets bijzonders", zegt hij, „ik vind
het gewoon leuk. En ze willen nog
wel eens iets van me hebben ook.
Maar daar durf ik nooit geld voor te
vragen".
Zijn kunst-garage heeft hij „Trolllandt"
genoemd (echt, met drie maal L),
naar het woord „troland", dat heeft
te maken met de belichting van het
netvlies en naar Trollenland, land
van vreemde aardkabouters.
„Zomaar een gek dingetje dus"f con
stateert dokter Greebe met een mond
die even van oor tot oor open gaat. „En
zes mensen op een middag, ik ben er
dik tevreden mee. I'k ben maar een
klein kunst-meneertje en anders zie
je trouwens niets meer, want zo groot
is die garage nu ook weer niet".
MOSKOU Kleding die de winkels in de Sovjet-Unie aanbieden laten zo
weinig keuze in maten, dat dikwijls een jurk wel past op de etalagepop, maar
niet op een menselijk wezen, schrijft de Komsomolskaja Pravda, het orgaan
van de communistische jeugdliga. Een vrouw uit het Westen merkte op, dat
de jurken zelfs niet goed op een etalagepop passen
Het blad geeft de winkels en de fabrieken de schuld voor de slechte kleren.
De mensen geven de voorkeur aan ingevoerde kleren. Zij weten dat die een
betere pasvorm hebben, er beter uitzien en langer meegaan, en zij zijn bereid
cr meer voor te betalen.
Mannenpakken uit Engeland zijn
thans erg in trek, ze kosten dikwijls
ruim 600 gulden, meer dan een gemid
deld maandsalaris.
De Russische mannenpakken zijn
meer dan de helft goedkoper.
Het blad heeft een journalist er op
uit gestuurd in Leningrad. In tegenstel
ling tot goede buitenlandse kleding wa
ren onze stoffen, schrijft hij, ouderwets
en de kleuren waren vaal en saai of
het andere uiterste: opzichtig.
Het blad somt de oorzaken op van
het ..kwaad", w.o. overmatig gecen
traliseerde planning van de kleding-in-
dustrie. Voorbeelden van fouten in de
planning aanhalend, schrift het blad
over een goed gesneden damesmantel
die een kans miste om bij duizenden
te worden verkocht, omdat de fabriek
maar stof voor 200 had. De tekorten
veroorzaakt door de langzame planning
van de bureaucratie, hebben bijna een
crisis veroorzaakt in de kledingindus
trie van Leningrad.
Zij mist een derde van de grondstof
fen die nodig zijn.
Ondanks deze problemen moet de in
dustrie werken naar een plan, dat een
stijging met 19 procent eist van de to
tale roebeiwaarde aan verkopen.
De industrie moet hoe dan ook dit
plan nakomen. In plaats van meer kle
ren te verkopen van goedkoop Sovjet
jet-materiaal, zegt het blad, gebruikt
de industrie opzettelijk dure ingevoer
de stoffen die zij tegen hogere prijzen
kan verkopen.
Maar het slot van het liedje is dat
de consument aan het kortste eind
trekt. Gebruik van dure ingevoerde
kleren betekent dit jaar, dat de inwo
ners van Leningrad half zoveel jurken
van bedrukt katoen als verleden jaar
krijgen en nog geen kwart aan goed
kope mannenkostuums. Maar deze
goedkope kleren hebben de consumen
ten nodig. Het blad dringt er op aan
dat de kledingindustrie haar hervor
ming sneller voltooit. Die hervorming
beoogt een minder gecentraliseerd
stelsel, dat meer op winst is afge
stemd en meer kleren maakt, die de
mensen werkelijk nodig hebben en
mooi vinden.
DEN HAAG De winnaar van de Ja-
cob-Maris-prjjs 1968, de Haagse schil
der-beeldhouwer Rein Draijer. zal de
prijs vrijdag 16 augustus in het Haagse
gemeentemuseum worden uitgereikt,
waar dan tevens een ere-tentoonstelling
van werken van Draijer wordt geopend.
De expositie duurt tot 15 september.
Ze omvat bijna zestig schilderijen uit
de periode van 1927 tot heden en dertig
beelden uit de jaren na 1957, toen hij
zich in steeds sterkere mate met beeld
houwen ging bezighouden. Voorts zul
len er foto's van monumentale opdrach
ten en door Draijer ontworpen postze
gels te zien zijn.
Rein Draijer, die tot aan zijn pensio
nering leraar was aan de Koninklijke
Academie voor Beeldende Kunst in Den
Haag, werd twee keer eerder onder
scheiden. In 1950 werd hem samen met
P. Citroen een materiaalprijs toegekend
en in 1952 deelde hij met Willem Hus-
sum de Jacob Maris-prijs.
EEN LIEVE mevrouw was met
vakantie in Ierland kocht er vlees
en kreeg iets mee dat de slager in
één klap even van een koeiebil af
sneed: beetje biefstuk, beetje contra
filet, beetje van alles bij elkaar
en vervolgens maar proberen of- het
geheel gaar wilde worden. Maar die
slager in Ierland was niet uniek.
De slagers in Amerika gaan pre
cies zo te werk: -de lintzaag in een
halve koe en wat de klanten aan vet
of vlees eigenlijk niet willen hebben,
dat snijden ze er thuis zelf wel af.
Maar wij Nederlanders zijn zo niet
wij willen een keurig uitgesneden
doorregen lapje en we eten alles op,
want er is ten slotte voor betaald.
We zijn wat dat betreft ook ver
wend, want in vergelijking met het
buitenland zijn onze slagers degenen
die het vlees het beste soigneren
voor dat wordt verkocht.
Tevens zijn Nederlanders ook de
kleinste vleeseters (samen met de
Italianenwant we eten per man
per jaar 48 kilogram en dat is het
laagste getalletje op de ranglijst van
alle vleesetende naties. „Moet je ook
eens naar de prijzen kijken", zal
hierna ongetwijfeld worden gezegd.
Een kogelbiefstuk kan al één gul
den en tachtig cent per ons kosten.
Hoewel de slagers vertellen:„Vlees
is niet duur". Kijkt u nu niet uw sla
ger aan voor die toch forse prijzen,
want wie bepaalt de prijzen: een
commissie uit de EEG. De prijzen
van ons vlees hebben dus niets meer
te maken met een klein of groot aan
bod van varkens en koeien op de
Nederlandse markt. De EEG stelt
„oriëntatieprijzen" vast, de slagers
moeten volgens die normen in- en
verkopen en we mogen rustig ver
wachten dat die prijzen binnen af
zienbare tijd nog wel een beetje naar
boven zullen gaan.
Die prijzen kennen we dus wel,
maar niet voor niets geeft het Be
drijfschap voor het slagersbedrijf
(in Den Haag) al twaalf jaar voor
lichting, via bijeenkomsten, dia's en
boekjes.
Want vlees is geen brood en de stuk
ken op zichzelf in de slagerij
zijn soms moeilijk te herkennen.
HENGELO In september zal de machinefabriek Stork te Hengelo, thans
een onderdeel van de VMF/Stork-Werkspoor, honderd jaar bestaan. Stork
heeft perioden gekend van trage en van snelle groei, hoogtepunten en diepte
punten. Men onderscheidt vUf perioden: 1868-1900 het begin en de eerste be
scheiden groei. 1900-1930 grote opbloei. 1930-1945 moeilijke jaren. 1945-1954 her
nieuwde bloei. 1954-1968 consolidatie en versterking na de fusie met Werkspoor
en de totstandkoming van de VMF/Stork-Werkspoor. Thans, aan het einde van
honderd jaar historie en aan het begin van een volgende eeuw, met nog onge
kende maar ongetwijfeld grote mogelijkheden, is de machinefabriek Stork een
bedrijf, dat met evenveel animo de toekomst tegemoet treedt als C. T. Stork dat
honderd jaar geleden deed, zo wordt in een historisch exposé van het bedrijf
meegedeeld.
BONN Een weesmeisje van achttien
in Beieren heeft zich twee maanden
lang verborgen gehouden op een hooi
zolder omdat ze doodsbamg was voor
straf van haar strenge pleegmoeder.
Het tot op het bot vermagerde meisje
werd pas dit weekeinde teruggevon
den, toen ze met haar laatste krach
ten was binnengekropen in een pro
visiekamer om daar iets te eten te
vinden.
Edeltraud F. woonde eenzaam op de
boerderij van haar tante in de omge
ving van Bayreuth. Toen zij des
avonds laat stiekem was wezen kij
ken naar het dorpsfeest, kort na
Pinksteren, was zij zo benauwd voor
straf van de tiranieke tante, dat zij
zich vlak bij haar huis verborg op een
hooizolder.
Alleen 's nachts waagde Edeltraud
zich naar buiten om in boomgaarden
fruit te stelen; water haalde zij van
de drinkbakken der naburige boerde
rijen. Het meisje viel in die twee
maanden 33 kilo af.
Tot het uiterste verzwakt kroop zij dit
weekeinde de provisiekelder van
haar tante binnen, maar zakte daar
bewusteloos ineen voor zij iets eet
baars had kunnen bemachtigen. Toen
Edeltraud bijkwam in het ziekenhuis
was het eerste wat zij riep: „Alstu
blieft, breng mij niet terug naar
mijn tante".
Het meisje zal in een vertrouwd pleeg-
gezin worden ondergebracht.
T TTRECHT ln het straatbeeld van de Utrechtse binnenstad-nieuwe-stijl
komen nagenoeg geen geparkeerde auto's voor. Als over (naar schatting)
vijftien jaar het ingrijpende reconstructieplan Hoog Catharijne is voltooid
kunnen automobilisten hun auto's alleen nog stallen in een van de vele ge
plande parkeergaragers, waarin dan plaats zal zijn voor 5300 auto's. Wel is
op halte- en standplaatsen voor bussen en huurauto's gerekend. Ook hier zal,
afhankelijk van de behoefte aan kortparkeren, het langparkeren worden toe
gestaan.
Dit blijkt uiit het bestemmingsplan
Hoog Catharijne, dat het gemeentebe
stuur van Utrecht een maand ter in
zage gaat leggen om belanghebbenden
en belangstellenden enig inzicHt te
geven in de grote veranderingen die
zich in het binnenstadsbeeld gaan vol
trekken. Heit geeft een globaal over
zicht van de reconstructie van de
Utrechtse city rondom het centraal
station, waarmee overigens een belang
rijk begin is gemaakt nabij de Croese-
laan. Daar is nu voor een bedrag van
100 miljoen gulden aan gebouwen (on
der meer de nieuwe jaarbeurs) in aan
bouw. B. en W. stellen dat het globale
plan op verschillende punten zal kun
nen worden gewijzigd en aangepast aan
nieuwe inzichten en behoeften. Niet ge
wijzigd mogen worden de in het globa
le plan vervatte bruto vloeroppervlak
te, het karakter van de bebouwing en
de structurele opzet van het plan.
In het plan is rekening gehouden met
de mogelijkheid van een aanvullend
openbaar vervoer op de vrije baan. Bij
het centraal station is boven het voet
gangersplateau (Hoog Catharijne om
vat een hoger gelegen voetgangerstra
verse) hiervoor een halte gedacht.
De totale kosten voor realisering
van bet plan Hoog Catharijne (in 15
jaar verdeeld over negen tijdvakken)
bedragen ruim 500 miljoen gulden,
waarvan rond 230 miljoen gulden tot
de gemeentelijke bemoeienissen be
hoort, hoewel dit bedrag niet geheel
door de gemeente behoeft te worden
gevoteerd. De NV Hoog Catharijne
investeert alleen reeds 120 miljoen in
de installatie e.d. van de nieuwe ge
bouwen. Derden (Jaarbeurs, Spoor
wegen, e.d.) bouwen voor een be
drag van 145 miljoen gulden.
Uit onderzoekingen is gebleken dat
de winkelfunctie van Utrecht (thans
reeds een verzorgingsgebied van circa
860.000 inwoners) in de toekomst be
langrijk zal toenemen. Verwacht wordt
dat de op de stadskern gerichte beste
dingen ten behoeve van duurzame ge
bruiksartikelen tot 1980 met 150 procent
zal stijgen. Deze categorie artikelen
kan in 1980 in de Utrechtse binnen
stad beschikken over 105.000 vierkante
meter verkoopoppervlakte. Er is nu
reeds 56.000 vierkante meter aanwezig.
In de sector buiten de duurzame ge
bruiksartikelen wordt een vergroting
verwacht van 5.000 vierkante meter,
zodat in totaal rond 55.000 vierkante
meter verkoopoppervlakte aan de
Utrechtse binnenstad moet worden toe
gevoegd. Het project Hoog Catharijne
neemt daarvan 45.000 vierkante me
ter voor zijn rekening.
De totale kantoorbehoefte in Utrecht
omstreeks 1980 wordt op een kwart
miljoen vierkante meter geschat.
Aan nieuwe kantoorruimte is daarom
160.000 vierkante meter nodig, mede in
verband met de afbraak van veel ge
bouwen. Hoog Catharijne neemt daar
van 118.000 vierkante meter voor zijn
rekening.
De parkeergelegenheid in Utrecht-
nieuwe-stijl wordt acht maal zo groot
als thans het geval is en de ruimte
ten behoeve van het gemotoriseerde
verkeer wordt verdrievoudigd. De
hoogte van de bebouwing zal aanmer
kelijk toenemen: variërend van vijf
tot "twintig verdiepingen. De traverse
tussen Croeselaan en Vredenburg,
waar de voetgangers ruim baan krij
gen, komt vijfeneenhalf a zes me
ter boven het huidige straatniveau.
Op dit verhoogde voetgangersniveau
komen de winkels, kantoren en hore
cabedrijven en ook de ingang van het
station.
Zodra de nieuwe jaarbeurs klaar is
(begin 1970) wordt met de afbraak van
de oude jaarbeursgebouwen aan het
Vredenburg begonnen. Op de vrijgeko
men ruimte is een groot warenhuis ge
pland en ook komt de nieuwe concert
zaal op het Vredenburg. Van de gebou
wen tussen het centraal station en de
Catharijnesingel blijven alleen van
Gend en Loos, de Verzekeringsunie, het
Domhotel en de Puem overeind staan.
De rest wordt afgebroken en vervan
gen door torenhoge gebouwen. De eind
fase van Hoog Catharijne wordt be
reikt als een begin wordt gemaakt met
het. gebied Leidseveer.
Daar is een hoog kantoorgebouw
geprojecteerd met oostelijk daaraan
grenzend een parkeergarage voor
1300 auto's met een rand van dag
winkels aan de Catharijnesingel. Mid
den op het Leidseveer is een ver
maakscentrum mogelijk. B. en W.
denken daarbij eventueel aan een ca
sino, een dansgelegenheid, een caba
retzaal, een bioscoop, een vestzak
theater, een sauna, expositieruimte,
een zaal voor kamermuziek e.d.
Realisering van het project Hoog Ca
tharijne zal volgens B. en W. een krach
tige stimulans zijn voor de centrum
functie van de stad. Zonder dit belang
rijke particulier initiatief (Verenigde
Bedrijven Bredero en Fries-Groningse
Hypotheekbank, die samen de NV Hoog
Catharijne stichtten), in samenwerking
met de overheid, zou volgens B. en W.
een dergelijke grootse stedebouwkundi-
ge opzet met een tweede niveau voor
voetgangers, bereikbaar met hellingba-
nen en roltrappen en de overbrugging
van het stationsemplacement niet denk
baar zijn. De forse aanpak (in oktober
1962 werden de eerste gedachten over
Hoog Catharijne aan het gemeentebe
stuur kenbaar gemaakt) mag een ga
ve architectonische verschijning doen
verwachten, zo menen B. en W.
Ten aanzien van de economische uit
voerbaarheid en de financiële aspec
ten, mérken B. en W. op dat alle ver
wervingskosten (71 miljoen gulden) ten
laste van N.V. Hoog Catharijne komen.
Alle kosten aan straataanleg en -recon
structie (15 miljoen gulden) komen ten
laste van de gemenete.
ADVERTENTIE
De matras
waarop U
wérkelijk
uitrustl
Van
DRAKA.
Deze C. T. Stork is de stuwende
kracht geweest bij het ontstaan van de
machinefabriek. Het was op zijn ini
tiatief dat in 1859, dus 9 jaar voor de
opening van het bedrijf in Hengelo, in
het nabije Borne een jong ingenieur
(C. C. Stork, een jongere broer van C.
T. Stork) en een bekwame Bornse smid
(Meyling) een machinefabriek en repa
ratiebedrijf oprichtten onder de naam
Stork-Meyling. Dit bedrijfje werd in
1868 naar Hengelo verplaatst, waar het
onder leiding van C. T. Stork snel
groeide. Stork ging ketels en stoomma
chines leveren, vanaf 1877 ook machi
nes en ketels voor schepen en om
streeks 1885 ging met zich toeleggen
op de bouw van suikerfabrieken voor de
tropen. In 1900 was het personeel toe
genomen tot circa 700 man. Stork was
toen al een middelgroot bedrijf, dat in
Nederland en daarbuiten flink meetel
de.
In 1895 overleed C. T. Stork en werd
de leiding overgenomen door drie
zoons, die reeds in 1890 in de direc
tie waren opgenomen. De machine
fabriek Stork was de eerste in ons
land, die de bouw van stoomturbines
voor grotere vermogens ter hand
nam en van z.g. waterpijpketels.
Sindsdien heeft Stork steeds een zeer
belangrijk aandeel gehad in de bouw
van installaties voor elektrische cen
trales. Nog andere produkten waren
er, die na 1900 gingen bijdragen tot
de opbloei van het bedrijf. In 1910
begon Strok met de vervaardiging
van pompen en in 1915 met die van
ventilatoren. Het gevolg was dat de
fabriek zich zowel in omvang als in
personeelssterkte snel uitbreidde. In
sociaal opzicht was een belangrijke
ontwikkeling de bouw van een tuin
dorp naar Engels voorbeeld.
Toen omstreeks 1930 de bestellingen
van suikerfabriekinstallaties kwamen te
vervallen onder invloed van de econo
mische wereldcrisis, geraakte het be
drijf in ernstige moeilijkheden. Geluk
kig wer^een nieuw prodijkt gevonden,
dat Het getij'heeft doeri keren. Dat
nieuwe prodüijct was de scheepsdiesel-
motor in tweetaktuitvoering. Met het
uitbreken van de wereldoorlog in 1940
begon een nieuwe periode van grote on
zekerheid. Stork heeft in de oorlogsja
ren echter niet stilgezeten.In het ge
heim werd aan twee produkten belang
rijk ontwikkelingswerk gedaan: aan de
ventilator en de dieselmotor.
Na de oorlog ging geleidelijk ook de
kernenergie de aandacht vragen. Ve
len meenden dat de kernenergie in
korte tijd de gehele energievoorzie
ning zou gaan overnemen, de ontwik
keling heeft zich echter geleidelijker
voltrokken, vooral in Nederland. De
machinefabriek Stork staat evenwel
gereed om een belangrijk aandeel in
de bouw van de benodigde kernener
gie-installaties ,te nemen. Door het
vele werk breidde het personeel zich
sterk uit. Er ontstond behoefte aan
belangrijke investeringen, aan ge
bouwen en machines. Na geheime
onderhandelingen werd tussen de di
recties van Stork en Werkspoor be
sloten tot een fusie. Zo kwam in 1954
de Verenigde Machinefabrieken Stork
Werkspoor tot stand.
In de jaren die op de fusie gevolgd
zijn heeft de machinefabriek Stork
haar positie kunnen versterken door:
concentratie op een bepaald produktie-
programma, uitbreiding van de „re
search", aanpassing van de outillage en
organisatie; o.a. is de organisaitie aan
gepast aan de; tijd van krachtige con
currentie, die het bedrijf tegemoet
gaat.
Het jubileum zad met vele herdenkin
gen en feestelijkheden gepaard gaan.
De huidige directieleden van de machi
nefabriek Stork zijn drs. G. A. Berne-
lot Moens, ir. H. Douglas en jhr. mr.
F. O. J. Siekirvghe.
0 Biafraanse vrouwen hebben een demonstratie in Londen gehouden. Vier dames
overhandigden een petitie aan het adres Downingstreet 10. Zij vroegen hulp voor
de kinderen, die in het land verhongeren.