DEZE WEEK: nader beschouwd
Waar begint de politieke malaise?
BASKEN ZIJN
OPSTANDIG
FRACTIE
Mexico
verder
dan
Er wordt een
„doorgelicht"
Gesprek met ir. D. L. Asjes
Nationalistisch voelend volk
verdeeld over twee landen
«- Stap voor stap
Toerisme
Tegen Franco
Militant in Spanje
De kracht van het rapport dat de staatscommissie van advies inzake de grondwet en de
kieswet deze week heeft uitgebracht ligt bepaald niet in de voorstellen die de commissie
heeft kunnen formuleren. Magerder dan wat er nu uit de bus gekomen is, kon het nau
welijks. Desondanks is het een bijzonder nuttig rapport: er staat namelijk in waarover de
zeventien commissieleden het niét eens zijn kunnen worden, waarom zij het er niet over
eens konden worden, en wat zij, al dan niet unaniem, beslist niét willen. En dat alles bij
elkaar is al heel wat!
Deze staatscommissie die onder presidium staat van twee eminente Nederlanders en
daarom ook wel de commissie Cals-Donner genoemd wordt, stond en staat voor een
uitzonderlijk moeilijke opdracht. Na de beruchte nacht van Schmelzer die de val van
het kabinet-Cals tot gevolg had, daarna een zeer langdurige en niet erg duidelijke periode
van kabinetsformatie waaruit tenslotte het huidige kabinet-De Jong te voorschijn is ge
komen uit heel die nogal roerige periode is de kreet „meer duidelijkheid in de poli
tiek" geboren. Dat verlangen bestond al eerder de snelle opkomst van de Democraten
66 kan niet anders verklaard worden. Maar bij het optreden van het kabinet-De Jong
leek het ogenblik gekomen waarop men het welletjes vond. Er hing een sfeer van „laat
dit het laatste kabinet zijn dat op deze manier tot stand is gekomen. Over vier jaar moet
het allemaal anders en beter!" En dus werd het op zoek gaan naar dat anders en beter
opgedragen aan een staatscommissie.
Waar moest die commissie beginnen? Want kreten over duidelijkheid in de politiek klin
ken wel doordringend maar bieden weinig houvast! En zo bleef er eigenlijk maar één
beginmogelijkheid over: de ontevredenheid gaan registreren, die ontleden zodat men tot
de diepere oorzaken komt en dan pas kon men zich op maatregelen tot verbetering gaan
•bezinnen. Daarbij had en heeft de commissie nog een andere handicap: zij moet advise
ren over eventuele wijzigingen in de grondwet en in de kieswet. Maar wijzigingen in de
grondwet zijn niet in één parlementaire periode door te voeren, want de grondwet schrijft
een tweede lezing voor. Dit in tegenstelling tot wijzigingen in de kieswet die wél zijn door
te voeren voordat er nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. En dat was de op
dracht van de commissie: dit wijzigingsadvies zo vroegtijdig opstellen dat althans op die
manier enigszins aan de roep om duidelijkheid tegemoet kon worden gekomen. Aan die
laatste opdracht is voldaan: men kan zich nu gaan buigen over de vier punten die de
commissie heeft voorgesteld en als men wil, kunnen die vier punten tijdig in de kieswet
worden opgenomen. Maar de vraag is óf men het wil.
Dit rapport toont namelijk zonneklaar aan hoe vaag het allemaal nog is en hoever de
uitgangspunten nog uiteenliggen. Een meerderheid in de commissie is inderdaad van
oordeel dat het kiesstelsel niet meer bevredigend werkt. Drie oorzaken worden hiervoor
opgesomd: het ontbreken van een stimulans tot politieke samenbundeling, de geringe
mogelijkheid van de kiezer om via zijn stembiljet invloed uit te oefenen op de te vor
men regeringscjmHnatie en de te kleine invloed die de kiezer heeft als het gaat over de
aanwijzing van de personen die in de volksvertegenwoordiging zitting gaan nemen. Maar
een ander deel van de commissie zoekt de schuld helemaal niet in de eerste plaats bij
het kiesstelsel: de politieke partijen gebruiken de mogelijkheden die het kiesstelsel biedt
niet voldoende, zo betogen zij. En daardoor zijn we in de impasse gekomen.
Verschil van inzicht dus over het uitgangspunt: twaalf vinden dat het kiesstelsel gewij
zigd moet worden, vijf vinden dat er iets aan de politieke partijen moet gebeuren. Waren
die twaalf nu maar eensgezind gebleven ook waar het de uitwerking betrof, dan was er
tenminste een behoorlijk meerderheidsstandpunt naar voren gekomen maar ook dat
bleek niet het geval. Zes v: n hen willen ons land gaan verdelen in zelfstandige kiesgebie-
den. De voordelen zijn duidelijk: de partijen worden tot meer samenwerking gedwongen,
want anders zouden er in de zuidelijke provincies bijvoorbeeld alleen maar K.V.P.-aan-
hangers uit de stembus komen en bovendien komen kiezers en gekozenen dichter bij
elkaar te staan. Maar de andere zes zagen één groot nadeel: dit stelsel zou zonder enige
twijfel de grote partijen bevoordelen boven de kleine. En dat bezwaar telde bij hen
zwaarder dan de voordelen.
Gelukkig is het rapport niet bij al die verschillen van mening blijven steken men is
het er wél over eens geworden wat men niét wil. En het meest opvallende in die opsom
ming is dat men geen referendum wil inzake de benoeming van de minister-president,
een gedachte die vooral door aanhangers van D 66 is gepropageerd. Evenmin wil men
een wet tot stand gebracht zien waarin aan de politieke partijen wordt voorgeschreven
hoe ze tot de samenstelling van een kandidatenlijst moeten komen.
Deze punten zijn naar ons besef belangrijker dan al het andere, want er blijkt uit dat
deze commissie de waarde van de politieke partijen erkent. Een volksconsult immers
over de minister-president zou op dat belangrijke punt de politieke partijen buiten spel
zetten en 'n wettelijke regeling van de kandidaatstelling zou ingrijpen zijn in de autonomie
van die partijen. Dat men dit heeft afgewezen verheugt ons Inderdaad, sommige poli
tieke partijen functioneren niet al te goed, hebben een organisatorische opzet die uit de
tijd is maar zijn de staatsburgers daar niet zelf schuld aan? Hoe willen zij medezeg
genschap in het staatsbestuur opeisen als zij te laks zijn om in de politieke partij hun
stem te verheffen? Want laksheid is het, alle kreten over „Streberei in de politiek"
„vriendjespolitiek", „partijbelangpolitiek" en wat al niet meer ten spijt. Politieke par
tijen zijn de middelen om tot een werkelijk democratisch staatsbestel te komen als die
middelen niet worden gebruikt doordat men zich afzijdig houdt, dan is er tegen de
politieke malaise geen kruid gewassen.
Dat de commissie dit heeft onderkend is een goed ding. Daarom alleen al is dit eerste
rapport een nuttig stuk werk.
De actie van de Spaanse regering
en politie heeft weer eens de aan
dacht gevestigd op de Basken, dat
sterk nationalistisch voelende volk
rondom de Golf van Biscaje. Zij
wonen aan beide zijden van de
Frans-Spaanse grens in zeven pro
vincies: Labourd, Basse-Navarre,
Soule in Frankrijk en Guipuzcoa,
Viscaya, Alava, Navarra in Spanje.
Zelf beschouwen deze provincies
zich als „zazpiak bat", een zeven
eenheid die de naam draagt van
Euzkadi, Baskenland. Zij spreken
een taal waarvan men vergeefs naar
de oorsprong zal zoeken.
Merkwaardig is echter dat zij nooit
eerder een politieke eenheid heb
ben kunnen vormen dan in de
laatste jaren. Hun nationalisme is
dan ook veel meer een kwestie van
gehechtheid aan de grond waarop
zij wonen dan van een duidelijk
politiek ideaal.
Tegen het einde van de vorige
eeuw richtte een aantal Carlistische
Basken de Nationale Baskische Par
tij (PNV) op onder de Carlistische
wapenspreuk „God, vaderland en
koning". Het eerste doel hiervan was
de achterstelling van de Baskische
provincies op te heffen. De bewe
ging bleef echter beperkt tot Spanje.
Dit veranderde niet toen de Spaan
se provincies zich in oktober 1936
autonoom verklaarden en José An
tonio Aguirre, de eerste president,
zijn eed aflegde onder de eeuwen
oude eik van Guernica. Dat gebeur
de zes maanden voor de naam van
deze stad vereenzelvigd zou worden
met een slachting onder de burger
bevolking. De Spaanse burgeroorlog
smoorde ook deze actie in bloed!
In 1949 kwamen de autonome pro
vincies in opstand tegen de onder
drukking door 'iet bewind van
Franco. De PNV plakte zich in
een politieke verklaring het
etiket op van „een christelijke en
democratische partij die steun wil
verlenen aan de pogingen van alle
Westerse democratieën om de men
selijke vrijheden te beschermen".
Dit was een rechtstreekse oorlogs
verklaring aan Franco. De Baski
sche regering was daardoor ge
dwongen naar Frankrijk uit te wij
ken. Ze zetelt nog altijd in Parijs.
Maar van de partij ging slechts
weinig actie uit. Meestal stelt zij
zich tevreden met het uitgeven van
theoretische en hoogdravende ver
klaringen.
De jeugd, bruisender en opstan
diger dan ooit te voren, verlangde
echter actie. De grote stakingen te
Bilbao in 1951 en de relletjes op de
universiteiten in het noorden van
Spanje in 1956 waren hiervan duide
lijk bewijs. Toen het bestuur van
de PNV zich hiervan distantieer-
Dat een bestuur, een Unieraad, een Deputaten-
vergadering of welke hoge instantie men ver
der mag aantreffen in een politieke partij,
zich af en toe beraadt over de kwaliteit van
de fractie die haar in het parlement vertegen
woordigt (en zich daarbij ook een oordeel
moet vormen over de hoedanigheden van elk
fractielid afzonderlijk) is vanzelfsprekend.
Men is dat tegenover de kiezers verplicht. En
dat dat beraad zich niet beperkt tot de korte pe
riode voordat nieuwe verkiezingen worden ge
houden, is ook al een logische zaak. Maar dat
jongeren, een politieke jongerenorganisatie
datzelfde gaat doen en onafhankelijk van het
partijbestuur is een novum. De Christelijk-
Historische Jongerenorganisatie (CHJO) kómt
de eer toe met dit novum een begin te heb
ben gemaakt. Als het tenminste een eer ge
noemd moet worden
Vraagt men aan CHJO-voorzitter Koos Huijsen
(28 jaar, onderwijzer in Delft) naar het
waarom van dit plan dan is hij daar hele
maal niet geheimzinnig over. „Niemand in
Nederland is bijzonder onder de indruk van
het niveau van de Tweede Kamer-fractie",
zegt hij. „Dat wil niet zeggen dat er geen goe
de mensen in zitten, maar de aanpak is te
traditioneel, niet fris genoeg. Er zit te veel
eelt op de politieke huid. We willen daar
doorheen prikken. Dat is geen revolutionaire
gedachte: iedere partij zal proberen het peil
van haar fractie op te voeren. De Kamerle
den zitten per slot van rekening niet voor
hun eigen plezier in de banken".
Maar waarom juist de jongerenorganisatie dat
moet gaan doen? Huijsen: „Een commissie
van wijze mannen in de Unie zal zich straks
met de kandidaatsstelling voor 1971 gaan be
zighouden. Die commissie kan toch niet aan
een lege tafel gaan zitten zij moet stukken
hebben om mee te kunnen werken. Je kunt
als jongerengroep met de generatie-concurren-
tie van de andere politieke jeugdclubs en van
D 66, de radicalen en Nieuw Links in de
PvdA, toch niet maar een beetje aan het po
litieke fröbelen blijven. Ons plan rijpte snel
ler toen we niet zelf onze eigen „wijze man"
mochten kiezen. Het hoofdbestuur zou wel
iemand vinden, werd gezegd. Dat was onge
zond en onjuist. Daarom zijn we met onze
eigen beoordelingscommissie op de proppen
gekomen.
Wie er in die beoordelingscommissie zitten
wenst voorzitter Hujjsen niet te onthullen:
„Het is, dacht ik, beter om de namen van de
commissie van toezicht maar niet bekend te
maken, althans voorlopig niet". Over het hoe
is hij veel minder geheimzinnigs want „er
steekt toch niets onbehoorlijks in", zegt hij.
Het is de bedoeling dat de commissieleden
regelmatig vergaderingen bijwonen op het
Binnenhof, dat ze de Handelingen van de
Tweede Kamer bestuderen, de krantenversla
gen volgen, spreekbeurten wegen en mis
schien dat ze een enquête houden onder de
parlementaire pers. Dat alles wordt verwerkt
in rapporten en aan de hand van die rappor
ten komen allerlei vragen aan de orde. „Hoe
is de verhouding tussen de all-round politici
en de deskundigen? Hoe zit het met specialis
men? Is dat specialisme niet teveel afge
stemd op de departementale indeling, van ja
ren geleden? Zijn er mensen in de fractie die
de dingen duidelijk weten te zeggen, die ac
tueel reageren, die je ook in de politieke
strijd kunt werpen en die in de belangstelling
staande gebeurtenissen prompt kunnen bege
leiden?"
.Een politieke partij moet over een goed ka
der beschikken", vindt Huijsen. Zij moet ook
de stof hebben die op congressen tot een
dialoog kan leiden. Die dialoog moet dan uit
monden in een politiek stelling nemen. Dat
moet ook in de fractie voelbaar zyn. De po
litiek móet op een zo hoog mogelijk niveau
worden verkocht!"
Hij gelooft dat hij dat met zijn beoordelings
rapporten kan bereiken, want uit die rappor
ten komt tenslotte een lijstje met namen
voort van mensen die naar het oordeel van
de commissie dat hoge niveau kunnen halen.
Ons commentaar kan kort zijn. Er bestaat in
Nederland een goed spreekwoord dat luidt:
„De meester in zijn wijsheid wikt, de leer
ling in zijn waan beschiktHet lijkt als
of de CHJO dat spreekwoord niet kent. Maar
zonder twijfel zullen ze de wijsheid ervan bin
nen niet al te lange tijd ervaren, want aan
een dergelijk plan beginnen is leuk maar het
tot een verantwoord einde brengen is moei-
l«k!
8flK99|£i§HË| 0®# v"SRWS*-2?!»
Voor ieder land betekent het organiseren van de Olympische Spelen wel
iswaar een gTote eer maar daarnaast ook een grote last, want er zijn
honderden miljoenen nodig om straks als een goede gastheer te kunnen
fungeren. Men is dan wel een paar prachtige stadions, enkele mooie
nieuwe wegen en een van alle gemakken voorzien Olympisch dorp rijker,
maar dat zijn attributen waarom de meeste landen niet het hardst ver
legen zijn. Waarom Mexico desondanks met graagte de organisatie op
zich heeft genomen? Omdat het land de publiciteit die Olympische Spe
len nu eenmaal met zich meebrengen, nodig heeft. Nodig om de wereld
te tonen dat dit Latijns-Amerikaanse land geen onderontwikkeld land is.
Vraag een Nederlander hoe hjj denkt over Mexico en
hy zal de wenkbrauwen fronsen. In de eerste plaats
natuurljjk omdat hjj de kansen van de Nederlandse Olym
pische ploeg niet zo erg hoog aanslaat maar als men
hem aan het verstand heeft gebracht dat de bedoeling
van de vraag verder gaat dan de Spelen zal de rimpel
nog niet verdwijnen. Voor hem is Mexico een Latijns-
Amerikaans land en dus een land waar je geen geld in
steekt. Niet voldoende ontwikkeld en ook niet voldoende
betrouwbaar. Vaag herinnert hij zich nog de goodwill-
reizen die Prins Bernhard nu al weer geruime tjjd gele
den naar deze gebieden heeft gemaakt en ook weet hij
nog iets van de vriendschap die toen gegroeid is tussen
ons Koninklijk gezin en vooraanstaande Mexicaanse fa
milies, maar met het pessimisme dat de Nederlander eigen
is als het over het buitenland gaat, constateert hy dat het
allemaal niet veel heeft uitgehaald. En misschien weet hy
er nog bij te vertellen dat enkele jaren geleden de Ne
derlandse Kamer van Koophandel in Mexico moest wor
den opgeheven omdat er geen reden van bestaan meer
was.
Maar stel die vraag eens aan ir. D. L. Asjes Dirk voor
zijn vele kennissen. Zijn ogen zullen gaan glinsteren van
enthousiasme en hij zal u verzekeren dat Mexico geen
onderontwikkeld land is maar een land van heden en
daarom een land met toekomst. En Dirk Asjes kan het
weten, want hij is de man die Nederland in Mexico ver
koopt. En hoe! Ouderen zullen zich zijn naam nog herin
neren van de recordpostvlucht van Amsterdam naar het
toenmalige Batavia in 1933. De luchtmacht kent hem want
voor zijn moedig gedrag in de tweede wereldoorlog werd
hjj benoemd tot ridder in de Militaire Willemsorde en nu
is hij reserve commodore-vlieger van de Koninklijke
Luchtmacht. En het zakenleven kent hem want sedert
1958 heeft hy een prachtige carrière opgebouwd by de
Shell in Mexico en was hy ook een paar jaar vice-presi
dent van Verolme Verenigde Scheepswerven. En nu dan
heeft hy in Mexlco-City (met volle medewerking van de
Mexicaanse autoriteiten) een advies- en ontwikkelings
kantoor voor Nederlandse belangen in Mexico, Midden-
Amerika en het Caraïbische gebied. Onlangs bracht hy
een kort zakenbezoek aan Nederland en gaf hy tydens een
gesprek zyn visie op de betrekking tussen beide landen.
jm. it vw
|ïg;Hs:5s!|
Toen Cortes vete eeu
wen geleden de Azteek
se hoofdstad Tenochtitlan
voor het eerst aanschouwde
geloofde hij „de mooiste
stad ter wereld" gezien te
hebben wat hem er niet
van weerhield de stad met
de grond gelijk te maken!
Tenochtitlan heet nu Mexi-
co-City en ook nu nog is de
betiteling van Cortes toe
passelijk. De stad ligt op 'n
hoogvlakte, 2000 meter bo
ven de zeespiegel, en is aan
alle kanten door bergen om
ringd. Daardoor is het kli
maat bijzonder plezierig en
is het er nooit te warm. Bij
na drie miljoen inwoners
telt Mexico-City, waarmee
ze bij de vijftien grootste
steden ter wereld behoort.
Maar als in elke city is de
binnenstad een kantoorstad
en wonen de mensen tot in
wijde omtrek verspreid.
i
Het kaartje geeft het gebied aan waar de Basken wonen, in het uiterste
noorden van Spanje en een stukje Zuidwest-Frankrijk. Het donker getinte
deel van de kaart omvat het gebied waar de Baskische taal nog wordt gespro
ken. In het lichter getinte deel wonen wel Basken, maar de voertaal is er
Spaans.
de, kwam er een scheuring in de
partij. De jeugd scheidde zich in
1956 af. Ze vormde een nieuwe on
dergrondse verzetsbeweging, die
eerst EKIN en kort daarop ETA
(Euzkadi ta Askatajuna het Bas
kenland en zijn vrijheid) werd ge
noemd.
Tegen 1959 waren de roerige lei
ders van deze beweging, achter
volgd door de politie, gedwongen
naar Frankrijk uit te wijken. Daar
vonden zij een onderkomen bij de
jongere, even vurige Franse Bas
ken die zij voor hun zaak wonnen.
In 1960 werd te Arbouet, een dorpje
bij Bayonne, de Franse Baskische
beweging, Embata, opgericht. Me
de als gevolg van deze politieke ac
tiviteit en ook op verzoek van de
Spaanse regering werden deze Bas
ken van de Spaanse grens naar het
Het klinkt misschien merkwaardig maar
de handelsbetrekkingen tussen Nederland
en Mexico zijn nooit van grote omvang
geweest. De Holland-Amerika Lijn in Rot
terdam opende in 1912 een vrachtdienst op
dat land. Dat was in die dagen een voort
varende stap want er was nog lang geen
rust in dit Latijnsamerikaanse gebied:
twee jaar ^erder pas was voor Spanje (na
drie eeuwen) de terugtocht begonnen toen
de strijd voor vrijheid in Mexico was aan
gebroken. De Rotterdamse rederij onder
brak de dienst gedurende de eerste we
reldoorlog, maar kwam in 1919 terug
binnenland verbannen.
De Franse Baskische beweging
nam het politieke programma van
de PNV over, omdat voor haar het
doel waarvoor de ETA streed,
niet gold. Mede op verzoek van de
Baskische regering in ballingschap,
die graag in Frankrijk wilde blij
ven, liet zij elke opstandige actie
achterwege. Zij werkt nu met de
PNV samen voor een verdere
doorvoering van de democratie in
het Westen en voor een Europese
integratie, evenwel op basis van de
volkeren (Basken, Vlamingen,
Fransen, Bretonnen) en niet op die
van de naties.
De ETA daarentegen volgde de
algemene lijn van de Europese
jeugd en sloeg een scherp linkse
richting in. In 1965 gaf zij een ma
nifest uit waarin zij zich officieel
noemde „een nationale revolutio
naire socialistische bevrijdingsorga
nisatie", die zich ten doel stelde de
bevrijding van geheel Euzkadi, met
inbegrip van de Franse provincies.
Van dat ogenblik af maakte de
Spaanse geheime politie jacht op de
Baskische vrijheidsstrijders. Inci
denten, botsingen met de politie,
arrestaties en veroordelingen volg
den elkaar in snel tempo op. Niet
alleen in Spanje, maar ook in
Frankrijk, want hier wilde de link
se Baskische jeugd maar al te
graag de Spaanse militanten helpen
door het stelen van wapens en ex
plosieven, het smokkelen van geld
en levensmiddelen en het verber
gen van vluchtelingen. Maar ver
der dan deze romantische avontu
ren ging de beweging hier niet.
In Spanje culmineerden deze in
cidenten in de recente moord op
het hoofd van de geheime politie
van de provincie Guipuzcoa, Meliton
Manzanas.
De ETA heeft nu steun gevonden
bij de jongeren en bij de arbeiders
en ook bij een aantal Baskische
geestelijken.
De huidige toestand is het gevolg
van een lange evolutie en het is de
vraag of enkele eenvoudige politie
maatregelen de beweging de kop
zullen kunnen indrukken.
tot op de huidige dag.
De goodwill-reizen van prins Bernhard
hebben in de wederzijdse betrekkingen een
opleving gebracht maar zoals gezegd: een
paar jaar geleden moest de Nederlandese
Kamer van Koophandel worden gesloten.
Het mag betwijfeld worden of het Neder
landse bedrijfsleven wel voldoende gerea
geerd heeft na de door de prins voor ons
land gevestigde goodwill.
Dat neemt niet weg dat er nog wel een
heel lijstje te maken is van wederzijdse
belangen. Sinds jaar en dag neemt Neder
land jaarlijks vele duizenden tonnen Mexi
caans lood af de telefoonkabels in uw
huis kunnen ervan getuigen. Mogelijk is
het ook dat uw schoenen poetst met een
borstel waarvan het materiaal afkomstig
is van Mexicaanse planten. En omgekeerd
draagt een collega van u in Mexico-City
wellicht sokken waarin door de Staatsmij
nen geleverde caprolactam is verwerkt.
Verder: de Kon. Nederlandse Maatschap
pij voor Havenwerken in Amsterdam
bouwde van 1962 tot 1965 een vissershaven
in Alvarado, waarbij zij met inschakeling
van Nederlandse bedrijven ook schepen
en de outillage voor de visverwerking le
verde. Philips heeft in Mexico grote fa
brieken, het aannemingsbedrijf Neder-
horst is er gevestigd, Bols en De Kuyper
zijn er bekende namen en de AKU heeft
een nauwe band met Fibras Quimicas.
zei mij eens: „Het is zo jammer dat de
Nederlander zo moeilijk de ene voet voor
de andere kan zetten om vooruit te ko
men, terwijl er nog zoveel in Mexico in
gemeenschap met Mexico valt te berei
ken".
Met dit laatste is tegelijk de kern aan
gegeven van de manier waarop Mexico
samenwerking zoekt. Men is niet bijster
gesteld op een sterft groeiende goederen-
invoer. Wel stelt men het verwerven van
„know-how" op hoge prijs. „En daar wil
len ze ook goed voor betalen", zegt de
heer Asjes.
Industrialisatie staat pok in Mexico in de
Goorste gelederen van het verlanglijstje
oij de ontwikkeling van het land. Dit ge
beurt stap voor stap met medewerking
van het buitenland tot men in staat is op
eigen benen verder te gaan. Ingenieur
Asjes is het er daarom ook mee- eens dat
Nederlandse activiteiten het accent moeten
leggen op:
levering van machinerieën en chemi
sche produkten,
levering van technische kennis,
vorming van „joint ventures" en
0 onderzoek van Mexicaanse exportmo
gelijkheden.
In de paar maanden sinds de vestiging
van zijn bureau heeft hij van Nederlandse
kant al zoveel belangstelling ondervonden
dat nu onderzoekingen worden gedaan
naar veertig projecten. Het is een zeer ge
varieerde lijst. Er staan vissersboten,
aviobruggen, verpakkingsmiddelen, pom
pen en gasmeters op. Ook bromfietsen,
stempelmachines, verfsoorten, keuken
gerei, waterzuiveringsinstallaties, land
bouwwerktuigen en onbreekbare horloge
glazen. Het Nederlands adviesbureau voor
ingenieurswerk in het buitenland (Nede-
co) heeft belangstelling en aannemers van
baggerwerken zijn eveneens „in".
„Maar" zegt ir. Asjes „er kan veel
meer gebeuren. De band tussen beide lan
den kan veel nauwer worden aangehaald.
Mexico is niet meer een ontwikkelingsland,
hoewel er wel bepaalde omstandigheden
zijn die voor ontwikkeling in aanmerking
komen. De monetaire situatie is er sterk
en de reserves zijn zeer goed. Als buffer
tussen Noord- en Zuid-Amerika is Mexico
stabiel. Er zijn vrije verkiezingen. Het is
iets links-socialistisch georiënteerd, maar
beslist niet communistisch. Krachtens de
grondwet wordt het persoonlijk eigendom
beschermd.
De bijzonder progressieve regering wil
graag iets opbouwen. Zij beschouwt het
als haar trots om internationale verplich
tingen na te komen. Hun gegeven woord
is voor hen zeer belangrijk. Men wil
graag met Nederland zaken doen. Men
gaat liever* in zee met een klein land dan
met grote landen die politiek geïnteres
seerd zijn. Daarom liggen de kansen van
Nederland zo goed.
De Nederlanders staan er goed aange
schreven, maar men heeft er het idee dat
zij te zwaar op de hand zijn. In Nederland
denkt men nog steeds dat Mexico onbe
trouwbaar is omdat er geen financiële
dekking zou zijn. De peso is evenwel bij
zonder hard, zowel in Noord- als in Zuid-
Amerika. Er is in tien jaar geen devalua
tie geweest. De goudreserves zijn solide.
De banken zijn serieus en de handelsop
vattingen staan op een belangrijk hoger
niveau dan in Zuid-Amerika.
Een hooggeplaatste financiële autoriteit
Ir. Asjes roert een heel ander punt aan
als hij zijn mening heeft gegeven dat
Mexico geen emigratieland is. Hij vindt
namelijk dat Mexico door zijn „ongeloof
lijk mooie cultuur, landschap en folklore"
ook een uitgezocht toeristenland is.
p Dat heeft de Holland-Amerika Lijn in-
JIflvlCl tussen al ontdekt. Vorig jaar liet zij het
passagiersschip Statendam drie vakantie
reizen van Californië uit naar de westkust
van Mexico maken. Het succes was zo
groot dat hetzelfde schip dit jaar op 6
december begint aan de eerste van acht
elfdaagse reizen onder de naam Mexican
Festival Cruises.
Het zijn vrijwel uitsluitend Amerikanen
die van deze zeereizen gebruik maken. Er
zit evenwel ook nog iets in het vat voor de
Nederlanders. De heer Asjes is namelijk
in gesprek met het Haarlemse reisbureau
Centouri om de mogelijkheden van vlieg
reizen naar Mexico te onderzoeken.
Hij zegt: „De mensen kijken er nog wat
bedauwd tegen aan, omdat Mexico zo ver
weg zou liggen. Het is nu ruim veertien
uur met een DC-8. Als over een paar jaar
de jumbo's komen, gaat natuurlijk de
prijs omlaag en wat het verblijf in het
land zelf betreft, het is er goedkoper dan
in de Verenigde Staten".
VCIIIM«60( tTATCM