DEZE WEEK: nader beschouwd Waar begint de politieke malaise? BASKEN ZIJN OPSTANDIG FRACTIE Mexico verder dan Er wordt een „doorgelicht" Gesprek met ir. D. L. Asjes Nationalistisch voelend volk verdeeld over twee landen «- Stap voor stap Toerisme Tegen Franco Militant in Spanje De kracht van het rapport dat de staatscommissie van advies inzake de grondwet en de kieswet deze week heeft uitgebracht ligt bepaald niet in de voorstellen die de commissie heeft kunnen formuleren. Magerder dan wat er nu uit de bus gekomen is, kon het nau welijks. Desondanks is het een bijzonder nuttig rapport: er staat namelijk in waarover de zeventien commissieleden het niét eens zijn kunnen worden, waarom zij het er niet over eens konden worden, en wat zij, al dan niet unaniem, beslist niét willen. En dat alles bij elkaar is al heel wat! Deze staatscommissie die onder presidium staat van twee eminente Nederlanders en daarom ook wel de commissie Cals-Donner genoemd wordt, stond en staat voor een uitzonderlijk moeilijke opdracht. Na de beruchte nacht van Schmelzer die de val van het kabinet-Cals tot gevolg had, daarna een zeer langdurige en niet erg duidelijke periode van kabinetsformatie waaruit tenslotte het huidige kabinet-De Jong te voorschijn is ge komen uit heel die nogal roerige periode is de kreet „meer duidelijkheid in de poli tiek" geboren. Dat verlangen bestond al eerder de snelle opkomst van de Democraten 66 kan niet anders verklaard worden. Maar bij het optreden van het kabinet-De Jong leek het ogenblik gekomen waarop men het welletjes vond. Er hing een sfeer van „laat dit het laatste kabinet zijn dat op deze manier tot stand is gekomen. Over vier jaar moet het allemaal anders en beter!" En dus werd het op zoek gaan naar dat anders en beter opgedragen aan een staatscommissie. Waar moest die commissie beginnen? Want kreten over duidelijkheid in de politiek klin ken wel doordringend maar bieden weinig houvast! En zo bleef er eigenlijk maar één beginmogelijkheid over: de ontevredenheid gaan registreren, die ontleden zodat men tot de diepere oorzaken komt en dan pas kon men zich op maatregelen tot verbetering gaan •bezinnen. Daarbij had en heeft de commissie nog een andere handicap: zij moet advise ren over eventuele wijzigingen in de grondwet en in de kieswet. Maar wijzigingen in de grondwet zijn niet in één parlementaire periode door te voeren, want de grondwet schrijft een tweede lezing voor. Dit in tegenstelling tot wijzigingen in de kieswet die wél zijn door te voeren voordat er nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. En dat was de op dracht van de commissie: dit wijzigingsadvies zo vroegtijdig opstellen dat althans op die manier enigszins aan de roep om duidelijkheid tegemoet kon worden gekomen. Aan die laatste opdracht is voldaan: men kan zich nu gaan buigen over de vier punten die de commissie heeft voorgesteld en als men wil, kunnen die vier punten tijdig in de kieswet worden opgenomen. Maar de vraag is óf men het wil. Dit rapport toont namelijk zonneklaar aan hoe vaag het allemaal nog is en hoever de uitgangspunten nog uiteenliggen. Een meerderheid in de commissie is inderdaad van oordeel dat het kiesstelsel niet meer bevredigend werkt. Drie oorzaken worden hiervoor opgesomd: het ontbreken van een stimulans tot politieke samenbundeling, de geringe mogelijkheid van de kiezer om via zijn stembiljet invloed uit te oefenen op de te vor men regeringscjmHnatie en de te kleine invloed die de kiezer heeft als het gaat over de aanwijzing van de personen die in de volksvertegenwoordiging zitting gaan nemen. Maar een ander deel van de commissie zoekt de schuld helemaal niet in de eerste plaats bij het kiesstelsel: de politieke partijen gebruiken de mogelijkheden die het kiesstelsel biedt niet voldoende, zo betogen zij. En daardoor zijn we in de impasse gekomen. Verschil van inzicht dus over het uitgangspunt: twaalf vinden dat het kiesstelsel gewij zigd moet worden, vijf vinden dat er iets aan de politieke partijen moet gebeuren. Waren die twaalf nu maar eensgezind gebleven ook waar het de uitwerking betrof, dan was er tenminste een behoorlijk meerderheidsstandpunt naar voren gekomen maar ook dat bleek niet het geval. Zes v: n hen willen ons land gaan verdelen in zelfstandige kiesgebie- den. De voordelen zijn duidelijk: de partijen worden tot meer samenwerking gedwongen, want anders zouden er in de zuidelijke provincies bijvoorbeeld alleen maar K.V.P.-aan- hangers uit de stembus komen en bovendien komen kiezers en gekozenen dichter bij elkaar te staan. Maar de andere zes zagen één groot nadeel: dit stelsel zou zonder enige twijfel de grote partijen bevoordelen boven de kleine. En dat bezwaar telde bij hen zwaarder dan de voordelen. Gelukkig is het rapport niet bij al die verschillen van mening blijven steken men is het er wél over eens geworden wat men niét wil. En het meest opvallende in die opsom ming is dat men geen referendum wil inzake de benoeming van de minister-president, een gedachte die vooral door aanhangers van D 66 is gepropageerd. Evenmin wil men een wet tot stand gebracht zien waarin aan de politieke partijen wordt voorgeschreven hoe ze tot de samenstelling van een kandidatenlijst moeten komen. Deze punten zijn naar ons besef belangrijker dan al het andere, want er blijkt uit dat deze commissie de waarde van de politieke partijen erkent. Een volksconsult immers over de minister-president zou op dat belangrijke punt de politieke partijen buiten spel zetten en 'n wettelijke regeling van de kandidaatstelling zou ingrijpen zijn in de autonomie van die partijen. Dat men dit heeft afgewezen verheugt ons Inderdaad, sommige poli tieke partijen functioneren niet al te goed, hebben een organisatorische opzet die uit de tijd is maar zijn de staatsburgers daar niet zelf schuld aan? Hoe willen zij medezeg genschap in het staatsbestuur opeisen als zij te laks zijn om in de politieke partij hun stem te verheffen? Want laksheid is het, alle kreten over „Streberei in de politiek" „vriendjespolitiek", „partijbelangpolitiek" en wat al niet meer ten spijt. Politieke par tijen zijn de middelen om tot een werkelijk democratisch staatsbestel te komen als die middelen niet worden gebruikt doordat men zich afzijdig houdt, dan is er tegen de politieke malaise geen kruid gewassen. Dat de commissie dit heeft onderkend is een goed ding. Daarom alleen al is dit eerste rapport een nuttig stuk werk. De actie van de Spaanse regering en politie heeft weer eens de aan dacht gevestigd op de Basken, dat sterk nationalistisch voelende volk rondom de Golf van Biscaje. Zij wonen aan beide zijden van de Frans-Spaanse grens in zeven pro vincies: Labourd, Basse-Navarre, Soule in Frankrijk en Guipuzcoa, Viscaya, Alava, Navarra in Spanje. Zelf beschouwen deze provincies zich als „zazpiak bat", een zeven eenheid die de naam draagt van Euzkadi, Baskenland. Zij spreken een taal waarvan men vergeefs naar de oorsprong zal zoeken. Merkwaardig is echter dat zij nooit eerder een politieke eenheid heb ben kunnen vormen dan in de laatste jaren. Hun nationalisme is dan ook veel meer een kwestie van gehechtheid aan de grond waarop zij wonen dan van een duidelijk politiek ideaal. Tegen het einde van de vorige eeuw richtte een aantal Carlistische Basken de Nationale Baskische Par tij (PNV) op onder de Carlistische wapenspreuk „God, vaderland en koning". Het eerste doel hiervan was de achterstelling van de Baskische provincies op te heffen. De bewe ging bleef echter beperkt tot Spanje. Dit veranderde niet toen de Spaan se provincies zich in oktober 1936 autonoom verklaarden en José An tonio Aguirre, de eerste president, zijn eed aflegde onder de eeuwen oude eik van Guernica. Dat gebeur de zes maanden voor de naam van deze stad vereenzelvigd zou worden met een slachting onder de burger bevolking. De Spaanse burgeroorlog smoorde ook deze actie in bloed! In 1949 kwamen de autonome pro vincies in opstand tegen de onder drukking door 'iet bewind van Franco. De PNV plakte zich in een politieke verklaring het etiket op van „een christelijke en democratische partij die steun wil verlenen aan de pogingen van alle Westerse democratieën om de men selijke vrijheden te beschermen". Dit was een rechtstreekse oorlogs verklaring aan Franco. De Baski sche regering was daardoor ge dwongen naar Frankrijk uit te wij ken. Ze zetelt nog altijd in Parijs. Maar van de partij ging slechts weinig actie uit. Meestal stelt zij zich tevreden met het uitgeven van theoretische en hoogdravende ver klaringen. De jeugd, bruisender en opstan diger dan ooit te voren, verlangde echter actie. De grote stakingen te Bilbao in 1951 en de relletjes op de universiteiten in het noorden van Spanje in 1956 waren hiervan duide lijk bewijs. Toen het bestuur van de PNV zich hiervan distantieer- Dat een bestuur, een Unieraad, een Deputaten- vergadering of welke hoge instantie men ver der mag aantreffen in een politieke partij, zich af en toe beraadt over de kwaliteit van de fractie die haar in het parlement vertegen woordigt (en zich daarbij ook een oordeel moet vormen over de hoedanigheden van elk fractielid afzonderlijk) is vanzelfsprekend. Men is dat tegenover de kiezers verplicht. En dat dat beraad zich niet beperkt tot de korte pe riode voordat nieuwe verkiezingen worden ge houden, is ook al een logische zaak. Maar dat jongeren, een politieke jongerenorganisatie datzelfde gaat doen en onafhankelijk van het partijbestuur is een novum. De Christelijk- Historische Jongerenorganisatie (CHJO) kómt de eer toe met dit novum een begin te heb ben gemaakt. Als het tenminste een eer ge noemd moet worden Vraagt men aan CHJO-voorzitter Koos Huijsen (28 jaar, onderwijzer in Delft) naar het waarom van dit plan dan is hij daar hele maal niet geheimzinnig over. „Niemand in Nederland is bijzonder onder de indruk van het niveau van de Tweede Kamer-fractie", zegt hij. „Dat wil niet zeggen dat er geen goe de mensen in zitten, maar de aanpak is te traditioneel, niet fris genoeg. Er zit te veel eelt op de politieke huid. We willen daar doorheen prikken. Dat is geen revolutionaire gedachte: iedere partij zal proberen het peil van haar fractie op te voeren. De Kamerle den zitten per slot van rekening niet voor hun eigen plezier in de banken". Maar waarom juist de jongerenorganisatie dat moet gaan doen? Huijsen: „Een commissie van wijze mannen in de Unie zal zich straks met de kandidaatsstelling voor 1971 gaan be zighouden. Die commissie kan toch niet aan een lege tafel gaan zitten zij moet stukken hebben om mee te kunnen werken. Je kunt als jongerengroep met de generatie-concurren- tie van de andere politieke jeugdclubs en van D 66, de radicalen en Nieuw Links in de PvdA, toch niet maar een beetje aan het po litieke fröbelen blijven. Ons plan rijpte snel ler toen we niet zelf onze eigen „wijze man" mochten kiezen. Het hoofdbestuur zou wel iemand vinden, werd gezegd. Dat was onge zond en onjuist. Daarom zijn we met onze eigen beoordelingscommissie op de proppen gekomen. Wie er in die beoordelingscommissie zitten wenst voorzitter Hujjsen niet te onthullen: „Het is, dacht ik, beter om de namen van de commissie van toezicht maar niet bekend te maken, althans voorlopig niet". Over het hoe is hij veel minder geheimzinnigs want „er steekt toch niets onbehoorlijks in", zegt hij. Het is de bedoeling dat de commissieleden regelmatig vergaderingen bijwonen op het Binnenhof, dat ze de Handelingen van de Tweede Kamer bestuderen, de krantenversla gen volgen, spreekbeurten wegen en mis schien dat ze een enquête houden onder de parlementaire pers. Dat alles wordt verwerkt in rapporten en aan de hand van die rappor ten komen allerlei vragen aan de orde. „Hoe is de verhouding tussen de all-round politici en de deskundigen? Hoe zit het met specialis men? Is dat specialisme niet teveel afge stemd op de departementale indeling, van ja ren geleden? Zijn er mensen in de fractie die de dingen duidelijk weten te zeggen, die ac tueel reageren, die je ook in de politieke strijd kunt werpen en die in de belangstelling staande gebeurtenissen prompt kunnen bege leiden?" .Een politieke partij moet over een goed ka der beschikken", vindt Huijsen. Zij moet ook de stof hebben die op congressen tot een dialoog kan leiden. Die dialoog moet dan uit monden in een politiek stelling nemen. Dat moet ook in de fractie voelbaar zyn. De po litiek móet op een zo hoog mogelijk niveau worden verkocht!" Hij gelooft dat hij dat met zijn beoordelings rapporten kan bereiken, want uit die rappor ten komt tenslotte een lijstje met namen voort van mensen die naar het oordeel van de commissie dat hoge niveau kunnen halen. Ons commentaar kan kort zijn. Er bestaat in Nederland een goed spreekwoord dat luidt: „De meester in zijn wijsheid wikt, de leer ling in zijn waan beschiktHet lijkt als of de CHJO dat spreekwoord niet kent. Maar zonder twijfel zullen ze de wijsheid ervan bin nen niet al te lange tijd ervaren, want aan een dergelijk plan beginnen is leuk maar het tot een verantwoord einde brengen is moei- l«k! 8flK99|£i§HË| 0®# v"SRWS*-2?!» Voor ieder land betekent het organiseren van de Olympische Spelen wel iswaar een gTote eer maar daarnaast ook een grote last, want er zijn honderden miljoenen nodig om straks als een goede gastheer te kunnen fungeren. Men is dan wel een paar prachtige stadions, enkele mooie nieuwe wegen en een van alle gemakken voorzien Olympisch dorp rijker, maar dat zijn attributen waarom de meeste landen niet het hardst ver legen zijn. Waarom Mexico desondanks met graagte de organisatie op zich heeft genomen? Omdat het land de publiciteit die Olympische Spe len nu eenmaal met zich meebrengen, nodig heeft. Nodig om de wereld te tonen dat dit Latijns-Amerikaanse land geen onderontwikkeld land is. Vraag een Nederlander hoe hjj denkt over Mexico en hy zal de wenkbrauwen fronsen. In de eerste plaats natuurljjk omdat hjj de kansen van de Nederlandse Olym pische ploeg niet zo erg hoog aanslaat maar als men hem aan het verstand heeft gebracht dat de bedoeling van de vraag verder gaat dan de Spelen zal de rimpel nog niet verdwijnen. Voor hem is Mexico een Latijns- Amerikaans land en dus een land waar je geen geld in steekt. Niet voldoende ontwikkeld en ook niet voldoende betrouwbaar. Vaag herinnert hij zich nog de goodwill- reizen die Prins Bernhard nu al weer geruime tjjd gele den naar deze gebieden heeft gemaakt en ook weet hij nog iets van de vriendschap die toen gegroeid is tussen ons Koninklijk gezin en vooraanstaande Mexicaanse fa milies, maar met het pessimisme dat de Nederlander eigen is als het over het buitenland gaat, constateert hy dat het allemaal niet veel heeft uitgehaald. En misschien weet hy er nog bij te vertellen dat enkele jaren geleden de Ne derlandse Kamer van Koophandel in Mexico moest wor den opgeheven omdat er geen reden van bestaan meer was. Maar stel die vraag eens aan ir. D. L. Asjes Dirk voor zijn vele kennissen. Zijn ogen zullen gaan glinsteren van enthousiasme en hij zal u verzekeren dat Mexico geen onderontwikkeld land is maar een land van heden en daarom een land met toekomst. En Dirk Asjes kan het weten, want hij is de man die Nederland in Mexico ver koopt. En hoe! Ouderen zullen zich zijn naam nog herin neren van de recordpostvlucht van Amsterdam naar het toenmalige Batavia in 1933. De luchtmacht kent hem want voor zijn moedig gedrag in de tweede wereldoorlog werd hjj benoemd tot ridder in de Militaire Willemsorde en nu is hij reserve commodore-vlieger van de Koninklijke Luchtmacht. En het zakenleven kent hem want sedert 1958 heeft hy een prachtige carrière opgebouwd by de Shell in Mexico en was hy ook een paar jaar vice-presi dent van Verolme Verenigde Scheepswerven. En nu dan heeft hy in Mexlco-City (met volle medewerking van de Mexicaanse autoriteiten) een advies- en ontwikkelings kantoor voor Nederlandse belangen in Mexico, Midden- Amerika en het Caraïbische gebied. Onlangs bracht hy een kort zakenbezoek aan Nederland en gaf hy tydens een gesprek zyn visie op de betrekking tussen beide landen. jm. it vw |ïg;Hs:5s!| Toen Cortes vete eeu wen geleden de Azteek se hoofdstad Tenochtitlan voor het eerst aanschouwde geloofde hij „de mooiste stad ter wereld" gezien te hebben wat hem er niet van weerhield de stad met de grond gelijk te maken! Tenochtitlan heet nu Mexi- co-City en ook nu nog is de betiteling van Cortes toe passelijk. De stad ligt op 'n hoogvlakte, 2000 meter bo ven de zeespiegel, en is aan alle kanten door bergen om ringd. Daardoor is het kli maat bijzonder plezierig en is het er nooit te warm. Bij na drie miljoen inwoners telt Mexico-City, waarmee ze bij de vijftien grootste steden ter wereld behoort. Maar als in elke city is de binnenstad een kantoorstad en wonen de mensen tot in wijde omtrek verspreid. i Het kaartje geeft het gebied aan waar de Basken wonen, in het uiterste noorden van Spanje en een stukje Zuidwest-Frankrijk. Het donker getinte deel van de kaart omvat het gebied waar de Baskische taal nog wordt gespro ken. In het lichter getinte deel wonen wel Basken, maar de voertaal is er Spaans. de, kwam er een scheuring in de partij. De jeugd scheidde zich in 1956 af. Ze vormde een nieuwe on dergrondse verzetsbeweging, die eerst EKIN en kort daarop ETA (Euzkadi ta Askatajuna het Bas kenland en zijn vrijheid) werd ge noemd. Tegen 1959 waren de roerige lei ders van deze beweging, achter volgd door de politie, gedwongen naar Frankrijk uit te wijken. Daar vonden zij een onderkomen bij de jongere, even vurige Franse Bas ken die zij voor hun zaak wonnen. In 1960 werd te Arbouet, een dorpje bij Bayonne, de Franse Baskische beweging, Embata, opgericht. Me de als gevolg van deze politieke ac tiviteit en ook op verzoek van de Spaanse regering werden deze Bas ken van de Spaanse grens naar het Het klinkt misschien merkwaardig maar de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Mexico zijn nooit van grote omvang geweest. De Holland-Amerika Lijn in Rot terdam opende in 1912 een vrachtdienst op dat land. Dat was in die dagen een voort varende stap want er was nog lang geen rust in dit Latijnsamerikaanse gebied: twee jaar ^erder pas was voor Spanje (na drie eeuwen) de terugtocht begonnen toen de strijd voor vrijheid in Mexico was aan gebroken. De Rotterdamse rederij onder brak de dienst gedurende de eerste we reldoorlog, maar kwam in 1919 terug binnenland verbannen. De Franse Baskische beweging nam het politieke programma van de PNV over, omdat voor haar het doel waarvoor de ETA streed, niet gold. Mede op verzoek van de Baskische regering in ballingschap, die graag in Frankrijk wilde blij ven, liet zij elke opstandige actie achterwege. Zij werkt nu met de PNV samen voor een verdere doorvoering van de democratie in het Westen en voor een Europese integratie, evenwel op basis van de volkeren (Basken, Vlamingen, Fransen, Bretonnen) en niet op die van de naties. De ETA daarentegen volgde de algemene lijn van de Europese jeugd en sloeg een scherp linkse richting in. In 1965 gaf zij een ma nifest uit waarin zij zich officieel noemde „een nationale revolutio naire socialistische bevrijdingsorga nisatie", die zich ten doel stelde de bevrijding van geheel Euzkadi, met inbegrip van de Franse provincies. Van dat ogenblik af maakte de Spaanse geheime politie jacht op de Baskische vrijheidsstrijders. Inci denten, botsingen met de politie, arrestaties en veroordelingen volg den elkaar in snel tempo op. Niet alleen in Spanje, maar ook in Frankrijk, want hier wilde de link se Baskische jeugd maar al te graag de Spaanse militanten helpen door het stelen van wapens en ex plosieven, het smokkelen van geld en levensmiddelen en het verber gen van vluchtelingen. Maar ver der dan deze romantische avontu ren ging de beweging hier niet. In Spanje culmineerden deze in cidenten in de recente moord op het hoofd van de geheime politie van de provincie Guipuzcoa, Meliton Manzanas. De ETA heeft nu steun gevonden bij de jongeren en bij de arbeiders en ook bij een aantal Baskische geestelijken. De huidige toestand is het gevolg van een lange evolutie en het is de vraag of enkele eenvoudige politie maatregelen de beweging de kop zullen kunnen indrukken. tot op de huidige dag. De goodwill-reizen van prins Bernhard hebben in de wederzijdse betrekkingen een opleving gebracht maar zoals gezegd: een paar jaar geleden moest de Nederlandese Kamer van Koophandel worden gesloten. Het mag betwijfeld worden of het Neder landse bedrijfsleven wel voldoende gerea geerd heeft na de door de prins voor ons land gevestigde goodwill. Dat neemt niet weg dat er nog wel een heel lijstje te maken is van wederzijdse belangen. Sinds jaar en dag neemt Neder land jaarlijks vele duizenden tonnen Mexi caans lood af de telefoonkabels in uw huis kunnen ervan getuigen. Mogelijk is het ook dat uw schoenen poetst met een borstel waarvan het materiaal afkomstig is van Mexicaanse planten. En omgekeerd draagt een collega van u in Mexico-City wellicht sokken waarin door de Staatsmij nen geleverde caprolactam is verwerkt. Verder: de Kon. Nederlandse Maatschap pij voor Havenwerken in Amsterdam bouwde van 1962 tot 1965 een vissershaven in Alvarado, waarbij zij met inschakeling van Nederlandse bedrijven ook schepen en de outillage voor de visverwerking le verde. Philips heeft in Mexico grote fa brieken, het aannemingsbedrijf Neder- horst is er gevestigd, Bols en De Kuyper zijn er bekende namen en de AKU heeft een nauwe band met Fibras Quimicas. zei mij eens: „Het is zo jammer dat de Nederlander zo moeilijk de ene voet voor de andere kan zetten om vooruit te ko men, terwijl er nog zoveel in Mexico in gemeenschap met Mexico valt te berei ken". Met dit laatste is tegelijk de kern aan gegeven van de manier waarop Mexico samenwerking zoekt. Men is niet bijster gesteld op een sterft groeiende goederen- invoer. Wel stelt men het verwerven van „know-how" op hoge prijs. „En daar wil len ze ook goed voor betalen", zegt de heer Asjes. Industrialisatie staat pok in Mexico in de Goorste gelederen van het verlanglijstje oij de ontwikkeling van het land. Dit ge beurt stap voor stap met medewerking van het buitenland tot men in staat is op eigen benen verder te gaan. Ingenieur Asjes is het er daarom ook mee- eens dat Nederlandse activiteiten het accent moeten leggen op: levering van machinerieën en chemi sche produkten, levering van technische kennis, vorming van „joint ventures" en 0 onderzoek van Mexicaanse exportmo gelijkheden. In de paar maanden sinds de vestiging van zijn bureau heeft hij van Nederlandse kant al zoveel belangstelling ondervonden dat nu onderzoekingen worden gedaan naar veertig projecten. Het is een zeer ge varieerde lijst. Er staan vissersboten, aviobruggen, verpakkingsmiddelen, pom pen en gasmeters op. Ook bromfietsen, stempelmachines, verfsoorten, keuken gerei, waterzuiveringsinstallaties, land bouwwerktuigen en onbreekbare horloge glazen. Het Nederlands adviesbureau voor ingenieurswerk in het buitenland (Nede- co) heeft belangstelling en aannemers van baggerwerken zijn eveneens „in". „Maar" zegt ir. Asjes „er kan veel meer gebeuren. De band tussen beide lan den kan veel nauwer worden aangehaald. Mexico is niet meer een ontwikkelingsland, hoewel er wel bepaalde omstandigheden zijn die voor ontwikkeling in aanmerking komen. De monetaire situatie is er sterk en de reserves zijn zeer goed. Als buffer tussen Noord- en Zuid-Amerika is Mexico stabiel. Er zijn vrije verkiezingen. Het is iets links-socialistisch georiënteerd, maar beslist niet communistisch. Krachtens de grondwet wordt het persoonlijk eigendom beschermd. De bijzonder progressieve regering wil graag iets opbouwen. Zij beschouwt het als haar trots om internationale verplich tingen na te komen. Hun gegeven woord is voor hen zeer belangrijk. Men wil graag met Nederland zaken doen. Men gaat liever* in zee met een klein land dan met grote landen die politiek geïnteres seerd zijn. Daarom liggen de kansen van Nederland zo goed. De Nederlanders staan er goed aange schreven, maar men heeft er het idee dat zij te zwaar op de hand zijn. In Nederland denkt men nog steeds dat Mexico onbe trouwbaar is omdat er geen financiële dekking zou zijn. De peso is evenwel bij zonder hard, zowel in Noord- als in Zuid- Amerika. Er is in tien jaar geen devalua tie geweest. De goudreserves zijn solide. De banken zijn serieus en de handelsop vattingen staan op een belangrijk hoger niveau dan in Zuid-Amerika. Een hooggeplaatste financiële autoriteit Ir. Asjes roert een heel ander punt aan als hij zijn mening heeft gegeven dat Mexico geen emigratieland is. Hij vindt namelijk dat Mexico door zijn „ongeloof lijk mooie cultuur, landschap en folklore" ook een uitgezocht toeristenland is. p Dat heeft de Holland-Amerika Lijn in- JIflvlCl tussen al ontdekt. Vorig jaar liet zij het passagiersschip Statendam drie vakantie reizen van Californië uit naar de westkust van Mexico maken. Het succes was zo groot dat hetzelfde schip dit jaar op 6 december begint aan de eerste van acht elfdaagse reizen onder de naam Mexican Festival Cruises. Het zijn vrijwel uitsluitend Amerikanen die van deze zeereizen gebruik maken. Er zit evenwel ook nog iets in het vat voor de Nederlanders. De heer Asjes is namelijk in gesprek met het Haarlemse reisbureau Centouri om de mogelijkheden van vlieg reizen naar Mexico te onderzoeken. Hij zegt: „De mensen kijken er nog wat bedauwd tegen aan, omdat Mexico zo ver weg zou liggen. Het is nu ruim veertien uur met een DC-8. Als over een paar jaar de jumbo's komen, gaat natuurlijk de prijs omlaag en wat het verblijf in het land zelf betreft, het is er goedkoper dan in de Verenigde Staten". VCIIIM«60( tTATCM

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 10