notities i Tweede woningGelderland op de vierde plaats Drums voorspellen het weer Cabaret der Onbekenden' werd bij René v.d. Beid onbemind Veluwse peddelaar aan de Poolcirkel Plasticvan grote invloed op de zweefvli egsport m Q DENK ER EENS OVER NA Syklende turisï WÊÈfèJÊmÊjm m m m u m mm ■ab n mi m mmm m SCHAKEN door H. KRAMER TERREINWINST DAMMEN door J. M. BOM INGEKLEMD mm m. a OPLOSSING BRIDGE door H. W. FILARSKI KRUISWOORDRAADSEL TTit een door het Centraal Bureau voor de Statistiek ingesteld onderzoek naar lege woningen in Nederland blijkt onder meer, dat in de provincies Friesland en Zeeland de meeste zg. „tweede woningen" voorkomen. In Zeeland 1818 en in Friesland 889. Gelderland komt met 504 tweede woningen op de vierde plaats, nèt achter Noord^Holland met 530. Over het gehele land (5648) steeg het aantal tweede woningen in één jaar met 18 procent. Waar staan de meeste tweede woningen In Gelderland? In Apeldoorn en in Winterswijk (elk 40 stuks), verder In de ge meente Barneveld (26). de gemeente Deil (24), Ermelo (31), Epe (25), Gorssel (34), Putten (38), Kesteren (18) en Doornspijk (19). Het totaal aantal leegstaande woningen in Gelderland is naar verhouding minder groot dan in andere provincies. In Zeeland bedraagt in 66 procent van alle gemeenten de woningreserve 1,5 procent of meer en dat geldt ook voor de helft van alle gemeenten in de drie noordelijke provincies. In onze regio ziet het staatje van het Centraal Bureau voor de Statistiek er voor een aantal gemeenten als volgt uit: Gemeente Leegstaande woningen Totaal aantal oud nieuw woningen Apeldoorn 207 45 31.318 Arnhem 526 19 38.405 Barneveld 100 6.420 Brummen 8 4.420 Ede 249 7 17.423 Elburg 22 3 1.398 Epe 76 17 6.550 113 2 8.525 Harderwijk 80 10 6.021 Hattem 5 2.471 Heerde 42 6 4.040 29 4 3.561 Renkum 134 2 8.735 Zutphen 123 34 7.967 Bij deze cijfers moet gezegd worden, dat een (soms heel klein) gedeelte van de leegstaande woningen bestaat uit woningen die ongeschikt zijn voor bewoning. In het algemeen geldt voor Nederland dat de woningreserve iets aan het afnemen is, maar dat is het gevolg van een daling ln het aantal leegstaande nieuwe woningen. jpen paar weken geleden verscheen op het TV- scherm het was een TROS- uitzending een bijenhouder die uit de gedragingen van bijen het weer kon voorspel len. Karin van Wamelen, die dit programma presenteerde, vroeg de kijkers, die meenden dat ze het weer kunnen voor spellen, een brief te zenden naar de TROS. De Apeldoornse drummer Wim Erkens greep de pen en zond een briefje in met de me dedeling, dat hij door middel van zijn drums, bespannen met geslepen kalfsvellen, het weer kan voorspellen. Bespeelde hij zijn drums en gaven deze een doffe klank, dan kon hij er van op aan, dat er neerslag kwam. Men kon de vellen meer spannen, het hielp allemaal niets. Maar als er dan enkele dagen later een héldere, droge klank uit de drums kwam, zei hij tegen zijn collega's: jon gens, er komt goed weer!" Dit komt, zegt de heer Er kens, doordat de kalfsvellen zeer gevoelig zijn voor iedere xoeersgesteldhei d. De brief van Wim Erkens was blijkbaar wel de moeite waard voor het onderwerp van een volgende TROS-TV-uitzen ding, want van de duizend bin nengekomen brieven waren er drie, waaronder die van de drummer, die voor „behande ling" in aanmerking kwamen. Dat de weersvoorspelling van de Apeldoornse drummer juist was, werd even later op het scherm bevestigd door de drummer John Engels van het Trio Louis van Dijk. Slagwer kers, die nog met kalfsvellen drummen, zitten dus nog altijd met dit euvel. Voor Wim is de weersvoorspelling nu definitief voorbij, want kort geleden ver kocht hij zijn drumstel. Hoe het kwam, weet hij nog niet, maar er waren bijzonder veel gegadigden voor zijn trom mels- Zelf heeft hij nu een gloed nieuw Olympic-Premier drum installatie, voorzien van bon go's en diverse cowbells en al le drums zijn. bespannen met plastic véllen, die niet meer beïnvloed worden door het weer. Tenslotte gaat het hem om het drummen en niet om de voorspelling van het weer. Wim speelt nu ambulant met zijn Festival-Trio o.a. voor Theaterbureaus, is verder drummer van het huisorkest van Vredestein te Doetinchem, drumt voor Johnny Franzen te Arnhem, voor Joes Hessing, Jilles Renes en Nico Slangen voor heen Malando) uit Utrecht, en met Apeldoornse en vele andere bekende musici in Nederland. „Ik wil er in het stukje niet als 'n gefrustreerde vogel uit komen. Het gaat me alleen om het belang van het caba ret zelf", zegt Apeldoorner René van de Beid, die zater dagavond als finalist optrad in het concours „Cabaret der onbekenden", dat Max van Praag in samenwerking met de VARA en Phonogram in Loosdrecht organiseerde. Als finalist zou hij, zoals wij van tevoren reeds berichtten, za terdagavond ook rechtstreeks op de televisie komen. Dat dit niet gebeurde, is te wijten aan René's eigen overmoed. Op het moment dat men hem de inhoud van de elders gear riveerde Phonogram-brief in het kort kenbaar maakte, was hij van mening, dat alle vijf tien finalisten op de beeldbuis zouden verschijnen. De bedoe- lig was echter, dat slechts acht van hen via het kijkkast je in de huiskamers zouden komen. En daar bleek René van de Beid uiteindelijk niet bij te horen. René werd in die finale slechts tiende. Onbegrijpelijk voor wie „Cyclus" en „Janti- na" kent, de twee liedjes waarmee de jonge Apeldoorn se amateur-kleinkunstenaar bij de fijnproevers veel suc ces pleegt te oogsten en die hij dan ook in Loosdrecht lan ceerde. Onbegrijpelijk ook voor de genen. die zaterdagavond als tv-kijkers hebben kunnen con stateren, hoe matig de kwali teit van de meeste finalisten- prestaties was, een ver schijnsel dat door Max van Praags introducerende op merking over de toetsing van huiskamer-talent aan de hard heid van het publiek maar zeer gedeeltelijk kon worden goedgepraat. „Elk weldenkend mens zal wel begrepen hebben, dat er met dit concours iets fout zat", zegt René van de Beid, die zondag en maandag in Apeldoornse straten herhaal delijk opmerkingen als „Hé, waar bleef je nou?" heeft moeten aanhoren. „Het spijt me, dat ik heb meegedaan. Ik wist tevoren niet wat het in feite was. Ik dacht dat het een cabaretconcours zou wor den. Maar toen ik tijdens de voorselectie een huismoeder heel droevig over Viëtnam hoorde zingen, wist ik al, dat dit niet mijn genre was. Ik stapte naar Max van Praag en vroeg hem of het niet be ter was, dat ik me terug zou trekken. „O nee", zei Max van Praag, „we vinden het prettig dat U er bij bent. Uw genre krijgt onze volledige aandacht, het gaat tenslotte om de beoordeling door de ju ry". Nu heb ik echter het ge voel, dat ik me heb laten overreden om mee te doen aan iets dat maar weinig met cabaret te maken had. Ik kwam wel in de finale, maar toen ik ontdekte, dat chanson- nière Mary Bosman uit De venter en een jongen uit Brummen, die ook heel aar dige chansons zong, er niet in waren gekomen, begon ik aan het cabaretkarakter te twijfe len. Een van de twee nummers die je kon brengen, moest een Nederlandse tekst hebben. Maar dat Turkse ensemble kwam met twee Turkse tek sten en de Amsterdamse beat- groep „The Catchers" zong ook geen Nederlands". Ik heb wel in de gaten ge kregen, dat ik in een commer ciële val gestruikeld ben. Nogmaals: ik heb alleen be zwaren tegen het feit, dat het daar in Loosdrecht niet in de eerste plaats om werkelijk ca baret ging. Maar die tiende plaats was voor mij ook wel een teleurstelling, nadat ik bij het uitproberen in Grouw zo veel succes met mijn num mers had gehad. Cabaret blijft voor mij lief hebberij. In Groningen zit ik in het nieuw Gronings Studen ten Cabaret. Ik ben er twee weken geleden nog mee voor de radio geweest. Misschien komen we binnenkort ook nog voor de tv. Zoals men weet, studeert René van de Beid in Gronin gen theologie. Als theologise rend cabaretier of cabaretesk theologant heeft hij in zijn re cente conférences natuurlijk ook grapjes gemaakt over de jongste pauselijke encycliek inzake de geboorteregeling. Enkele fragmenten daaruit wilde hij ons aan het einde van ons gesprekje nog wel even vertellen: „In hun commentaar op de encycliek hebben de Neder landse bisschoppen er op ge wezen, dat het geweten in laatste instantie nog altijd de hoogste norm is. Daar ben ik het wel mee eens. Dan kun je immers altijd nog zeggen: ik heb het geweten". En: „Voor de periodieke onthouding zul je de mensen in de ontwikkelingslanden na tuurlijk eerst moeten leren tel len". tfrgens boven de Poolcirkel in de buurt va: Alta en Hammerfest, in het allerhoogst noorden van Noorwegen, fietst een Apeldoornse jongeman, helemaal op zijn eentje. Het is de 23-jarige Jan Slootweg van de Govert Flinck- straat 31. Blijkens de laatste brief aan zijn ouders had hij op 9 augustus bijna de Noord kaap bereikt, nadat hij vanaf Ootenburg eo'n slordige 2000 kilometer door Zweden, Finland en Noorwegen had af gepeddeld. De kleurige prentbriefkaarten, die Jan Sloot weg regelmatig naar Apeldoorn stuurt om het „thuisfront' van zijn vorderingen op de hoog te te houden, zouden doen vermoeden, dat hij door een zonnige wereld fietst, maar in zijn brieven vertelt hij, dat het weer bitter koud is; de temperatuur schommelt zo omstreeks de zes graden. De krant „Nordlys" die aan zijn ongewone verschijning een artikeltje wijdt en de fietsen de Nederlander een plaatje waardig keurde, spreekt ook al over een troosteloze regenzomer, waarin de toeristenstroom in het hoge noorden niet groot is. Ongeveer een maand geleden vertrok Jan Slootweg op zijn fietsje naar Amsterdam en ging daar aan boord van de Tor Anglia die hem naar Gotenburg overvoer. Vandaar fietste hij elke dag zo'n 80 tot 120 kilometer naar het noorden. Waar dat mogelijk ia overnacht hij in jeugdherbergen, maar omdat in deze dunbe volkte en uitgestrekte gebieden de jeugdherber gen dikwijls ver van elkaar verwijderd liggen brengt de avontuurlijke toerist ook menige nacht door in het kleine tentje, dat hij daartoe op zijn stalen ros meevoert. Zoals hij schrijft beleeft hij heel wat op zijn tocht door gebieden, waar alleen berkebomen en mos groeien en waar Lappen in hun tenten aan de weg soevenirs en vellen te koop aan bieden. Het ging over besneeuwde bergen en door tunnels, soms wel twee en een halve kilo meter lang. Hij vindt het fijn de schone stadjes en dorpen te bezoeken in landschappen waar iedere natuurliefhebber weg van zou zijn. Jan Slootweg heeft op de met scherpe keien gepla veide wegen al wel een lekke band gehad, maar verder was zijn reis tot nu toe zeer voorspoe dig. Bij het oversteken van de meren en fjor den moet hij gebruik maken van de veerboot. Liften is er echter nooit bij. Daarvan is Jan een principiële tegenstander. In tegenstelling tot honderdduizenden lifters en jongelui die zich door hun ouders in de auto laten rijden of het met niet minder dan een scooter of brom fiets willen doen, is voor hem de exclusief-spor tieve manier van reizen op de fiets het einde. Dat houdt dan ook in, dat hij alléén moet fiet- sen, omdat hij geen reisgenoot met dezelfde ondernemingslust kan vinden TJet is niet de eerste keer, dat Jan Slootweg een grote trektocht op de fiets maakt. Ver- )sg deaths «ötix'wmtp, tv- «n» J«r s$sn.<*ü 4 v- vèx «:«?- <Vo ufo ftvssïrig A\ OR til ifcjws «frf twmsi»* i thOOUSUlV-r t:S- WWÓftJï K V- 4V-; Itd til htW -tfp. htïUöMs'* turnt v*m iwMtiii pA txftsyfciwï. tv: .:i ■m -.'<»•».$*& fA Iv: r.i-: i tV« A ui hht til p-5; N<» fcajs* $v<r v.e lm ..AA;-:, ;x jjjïs. leden jaar reisde hij op dezelfde manier door Engeland, Schotland en Ierland. Hij heeft ge schreven, dat hij ook misschien Engeland dit maal nog zal aandoen op zijn reis, die zeker een maand of drie in beslag zal nemen. Jan maakte ook al eens eerder op de fiets een tocht in Zweden. Bij Helsingör trof hij een wa gen van de expeditie Streng uit Apeldoorn. De chauffeur bood hem een lift aan, maar Jan wei gerde vriendelijk, doch beslist. „Dan ben ik veel te vroeg thuis", zei hij. Jan Slootweg, die een groot natuurliefhebber is en ieder paadje van de Apeldoornse bossen kent, fietst al sinds zijn tiende jaar „de hele wereld" af, aanvankelijk wél eens tot ongerust heid van zijn moeder. Zijn ouders hebben nu echter wel begrepen, dat Jan iets van de goe de voortrekkersgeest in zich heeft en niet in ze ven sloten tegelijk zal fietsen. Het was dan ook mede op advies van de heer en mevrouw Sloot weg, dat hij deze reis ging ondernemen, voor dat hij een nieuwe baan aanvaardt. In verband met de reorganisatie bij Van Gelder heeft hij namelijk zijn dienstverband als elektromonteur bij deze fabriek onlangs beëindigd. De zweef vliegsport bevindt zich op nieuw in een periode van snelle en ingrijpende ontwikkeling. De uitvin ding van het plastic, de kunststof, die in de na-oorlogse jaren op velerlei gebied zo'n enorme invloed en toepas sing heeft gekregen, gaat ook in de zweef vliegsport ingrijpende verande ringen teweeg brengen. Reeds nu is het zonder meer duidelijk, dat de kunststofvliegtuigen de toekomst heb ben en de prestatiekisten van hout, die toch altijd goed voldeden en de vlie gers in staat stelden opmerkelijke pres taties te leveren, volledig zullen gaan verdringen. Het duidelijkste bewijs daarvoor is al geleverd tijdens de laatste wereld kampioenschappen zweefvliegen, die in Polen werden gehouden. De Polen, die op het terrein van de zweefvliegerij jaren achtereen aan de top stonden, waren plotseling nergens meer. Zij konden het ditmaal niet bolwerken tegen landen als Oostenrijk, Duitsland en Zweden, die al vele jaren experi menteren en oefenen met kunststof vliegtuigen en nu de treden van het ereplatform bezetten. Al jarenlang zoeken de constructeurs van zweefvliegtuigen naar de beste combinatie van klimvermogen in ther miek en oversteeksnelheid van de ene naar de andere thermiekbel zonder veel hoogteverlies. Het combineren van deze twee belangrijke eigenschappen was een probleem, dat steeds weer de con structeurs aan het denken zette en de bouwers van zweefvliegtuigen voor proefnemingen en onderzoekingen kapi talen kostte. Het lijkt er veel op, dat met de toepassing van kunst deze twee belangrijke eisen voor een zweefvlieg tuig tot een redelijke combinatie kun nen worden gebracht. „Ook in ons land", zo vertelde ons de directeur van het zweefvliegcentrum Teriet, Menno Manting, „bestaat uiter aard voor deze ontwikkeling grote be langstelling. Wil Nederland bij blijven, dan zal het de gang van zaken in dit opzicht op de voet moeten volgen. Doet het dat niet, dan doet de Neder landse s weef vliegerij, die juist in de na-oorlogse jaren „een zo snelle ontwik keling en groei doormaakte, een stap achteruit". Die ontwikkeling van de zweefvlieg- sport in Nederland is een onderwerp, waarover Manting lang en uitvoerig kan vertellen. Al voor de oorlog kende ons land enkele centra voor de zweet- vliegsport, zoals Teriet en Teuge. De zweefvliegerij was in die tijd een hob by voor een kleine categorie mensen, die er het nodige geld voor bezaten en het niet op de eerste plaats zocht in het leveren van prestaties, doch in het genoegen van louter en alleen net lucht ruim te kunnen opzoeken. Dat was de tijd van de doe-het-zel- vers, van de sleutelaars, die juist daar in hun plezier vonden. Die hun vlieg tuig zelf in goede conditie hielden en trots als een pauw waren, wanneer ze het luchtruim kozen. Er is sindsdien veel veranderd. De eisen en verlangens kwamen anders te liggen en in de na-oorlogse jaren ging de ontwikkeling snel. De zweefvliegers van nu zijn niet meer de mensen, die er een hobby van maken hun toestel len zelf te onderhouden. Het zijn de mensen, die het sleutelen, repareren en onderhoud overlaten aan specialis ten en hun hobby uitleven in de zweef vliegerij zelf. JUIST ln de dagen dat het overleg tussen de Russen en de Tsjechen ln Clerna ln het brandpunt van de be langstelling stond, werd in de hoofd groep van het IBM-toernool een felle stigjd geleverd tussen de Tsjech Kavalek en de Rus Bronsteln. Deze spelers stre den om de belde hoogste plaatsen; bei den hadden ook succes want Kavalek had tot het laatst een kleine voorsprong maar de Rus won ln de tiende ronde de onderlinge partij. Deze werkelijk adem benemende partij volgt hieronder. Het is een duel met duizelingwekkende complicaties die de schaakwereld stellig nog veel stof tot nakaarten zal geven. Aan het slot voerde de Jonge Tsjechische grootmeester een diepe combinatie uit maar Bronsteln vond de weerlegging. Wit: L. KAVALEK Zwart: D. BRONSTEIN. (Amsterdam 1MB). Franse verdediging. 1. e2—e«, e7e6; 3. d2—d4, d7—d6; 1. Pblc3, LM—M; 4. e4«5, b7—b«; 5. a2—a3, Lb4—f8; (Bronsteln doet meestal niet de voor de hand liggende zetten. Hij is steeds op zoek naar oorspronkelijke wendingen). f2—f4. Pgte7(Hoewel het de bedoe ling van zwarts opzet is La5 te spelen, laat Bronsteln deze zet Juist na). 7. Pgl—f3. Dd8d7I. Lel—e3, Pb8—c6; 9. Le3f2, Lc8b710. Lfl—d3, 0-0-0; 11. b2b4, (Wit staat duidelijk beter). 11£7—f6; 12. Pc3e2, Kc8—b8; 12. c2c3, h7—M; 14. h2—h4I7 (Verplichtend; de witapeler wil blijkbaar 1*fxe5; 16. fxe5, g5 niet toelaten). 14, h6h51; 15. Pe2—cl, Pe7—16; 16. Pd—b3, Pf5—h6; 17. a3—a4. Ph6—g4; 18. a4—a5, Pc6e719. Ddl—d2, Pe7—c8; 20 0—0, f6—f5; 21. Tflbl (Hier kwam zelfs het stukoffer 21. Pc5 in aanmerking). 21b«b5 (Om de b-lijn gesloten te houden. Wit wint nu echter verder ter rein). 22. a5—a6, Lb7—C6; 23. Pb3—C6, Dd7—e8; 24. Pf3g5, Lc6—d725. Tal—a5. c7—C«; 26. c3—c4!? (Het begin van een grootscheepse bestorming van de zwarte veste. Waarschijnlijk was Kavalek bang dat hij na 26. Pb7 ondanks het winnen van de kwaliteit niet tot een doorbraak zou komen). 26d5xc4; 27. Ld3xc4, b5xc4: 28. PcS—b7, Pg4xf2; 29. Dd2xf2. Lf8—e7; 30. b4b5. c6xb5; 31. Pg5xe6! (De clou van de met de 26e zet begonnen combinatie). 31Le7xh4! (Na 31Lxe« slaat 32. Pxc8, I.xd8; 33. Taxb5t. Pb6; 34. d5, Ld7; 35 Txb6t. Lxb«; 36. Txb6/, axb«; 37. DxbBf. Kc8; 38. d6 door). 32. Df2xh4, Ld7xe6; 33. Pb7xd8, De8xd8; 34. Ta5xb5t, Pc8—b6; 35. Dh4xd8, Th8xd8; De opgave van de week: wit vervolgde zijn combinatie met 36. Tb5xb6|. Op wel ke wijze weerlegde zwart evenwel de plannen van de tegenstander? De oplossing komt ln de volgende ru briek BRONSTEIN 8 x m 7 m 6 1 5 4 8 2 A 1 ■na abcdefgh KAVALXK OPLOSSING De stand wa6: Wit (Donner): Kgl, De2, Tel en fl. Ld» en f4. Pe4 en f3, pionnen a3. b2, e«, O. g2, h3. Zwart: Kg8. Dh5, Ta8 en dB, Lb6 en <4. Pd7 en h«. pionnen a7, b7, e6, f7, g7 e» h7. Er volgde: 19. Tclxc6! (Niet 19. Pg% Lxf3!) 19b7xc6; 20. Pe4—g3 en zwart gaf het op. Zijn dame heeft geen vlucht- veld meer. HET Turkstra-lntemationnal toer nooi te Leeuwarden is een zoveelste bevestiging van de krachtsverhou- i dingen, zoals die zijn ontstaan na de entree van de Russen in de Internatio nale arena. Enkele onzer topspelers. met iname Sybrands, Wlersma. en Roozen- burg. wanneer deze zich geheel aan de sport zou kunnen wijden, kunnen het opnemen met mannen als Tsjegolev. An- drelko, Koeperman. Korchov en vele an deren. Maar daarna gaapt er een diepe kloof: De overigen van onze topklasse komen duidelijk te kort. al ls het verschil ook weer niet zo groot, dat die kloof niet te overbruggen zou zijn. Een duidelijk be wijs hiervan is onze nieuwe nationale kampioen Pieter Bergsma. In de wedstrijd Nederland-Rusland was hU positief de mindere van Gantwarj. maar de man uit Minsk ls kwetsbaar hetgeen Bergsma ln het Leeuwarder toernooi aantoonde ln onderstaande partij: Wit: P. Bergsma. Zwart: A. Gantwarg, Leeuwarden 10-7-08: 1. 32—28 16—21; 2. 37—32 21—26 3. 41—37 18—22; 4. 84—29 Of, zoals geschiedde ln de partij Dlonis-Tsje- golev WK 1960 31—27 (22x31) 36x27 (19—23) 28x19 (14x23) 33—28 (1318!) 28x18 (17—22) met moeilijk spel voor wit. 420—25; 5. 40—34 13—18: 45—40 9—13; 7. 47—41 11—16; 8 50—45 1 9—23. Opent de strijd om de centrumbe- heerslng, maar wit heeft zijn voorberei ding goed getroffen: 9 28x19 14x23: 10. 32—28 23x32; 11. 37x28 26x37: 12. 41x32 18—21: 13. 29'28! Doorkruist zeer sterk de zwarte opzet, een aanval te lanceren op wits linker vleugel onder gelijktijdige immobllisatle van wits strijdmacht rechts. 1318x29; 14. 34x23 12—18. Ziet het nut van een omsingeling van de voorpost niet ln, anders zou wel (21—27) enz. ge volgd zijn. 15. 23x12 7x18: 16. 36—31! Klemt nu zwarts rechtervleugel ln 166—11. Niet (21—26) wegens 32—271 17. 31—26 10—14: 18. 40—34 1—7; 19. 44—40 7—12; 20. 42—37 11—18; 21. 46-41 13—19; 22. 28—231! Aanvalsspeclallst Bergsma voelt dat hij Gantwarg ln zijn greep heeft. De Rus kan bijna niet ln de verdediging worden gedrukt, maar nu ls het gelukt: 22 18x29; Na (19x28) 32x23 (18x29) 34x23 (14—20) 35—301 (25x34) 39x30 heeft zwarl niet veel meer te hopen. 23. 33X13 8X19; 24. 39—33 2—7; Wil zijl» rechtervleugel mobiel maken: 25. 41—3» 7—11; 26. 34—30 25x34; 27. 40x29 4—9; (zie diagram) Wit heeft duidelijk voordeel behaald, maar de weg naar winst ls nog lang en moeilijk. 28. 35—30! Scherp gespeeld. De starre zwarte positie rechts wordt uitgebuit om op zijn linkervleugel de aanval in te zetten. 28913: 29. 45—40 13—18; 30. 40—34 10—23. Schijnbaar ls het zwart dan toch gelukt de aanval vla zUn centrumactie in handen te krijgen. De Fries toont echter zonneklaar aan dat de schijn ook hier bedriegt: 31. 37—31! 21—27; gedwongen, ander» komt 31 27x27 32. 32x21 16x27 33. 38—321 27x38: 34. 43x32 14—19. Vrijwel aangewe zen. 35. 31—27! 22x31; 36. 36x27. Dreigt nu weer 33—28, terwijl (17—2» verboden ls wegens 32—28 enz. 38. 15—20: 37. 30-25. Zwart speelde nu (17—22)? Aan de lezers de opgave: Hoe forceer de wit na deze zet de winst en wat waf een betere verdediging geweest? Wit: Gantwarg: 22, 27. 28. 29. 31, 32. 33. 34. 35, 37. 38. 39. 40, 42. 44, 45 (16 St.) Zwart: Tsjegolev 2, 6. 8. 9. 10. 11, 12, IS. 14, 15, 16, 19, 20. 24, 25, 26 (16 St.) Na (12—18) speelde wit: 28—23! (19xl1> 35—30 (24x35) 29—24 (20x29) 34x3?? en ver loor een stuk. HU had moeten spelent 34x2111 (28X17) 27—21 (16x36) 37—311 (36x27> 32X3! Belden was deze verrassende finesse blijkbaar ontgaan! HET zeven-klaver probleem dat ln de vorige rubriek verscheen heeft een pointe, waarbij het ruiten zesje een belangrijke rol vervult. Door middel van een getransformeerde dwangpositie (een moeilijk woord voor een inderdaad ook moeilijke zaak) kan zuid zijn 13 alagen maken. AH54S O AV1063 A4 komt noord met schoppenaas aan slag en in slag 7 wordt noords ruiten tien door oost verplicht gedekt met ruitenboer die zuid aftroeft met klaver tien. Hierna haalt zuid de drie resterende troeven bij west weg en is bij het spelen van de laatste troef de situatie de volgende: 4 H54 O 6 V35 9B3 O 9 8 7 2 7 6 53 4 B 10 9 V 10 7 6 3 OHB54 *2 4 72 <?AH754 4 H VB 10 9 8 Tegen zeven klaver (13 slagen) komt west uit met klaver drie die zuid moet nemen met klaver acht. Slag 2 harten aas. slag 3 een kleine harten getroefd met klaveraas. Slag 4 ruitenaas (zuid hartentje weg), slag S ruitenvrouw, ver plicht gedekt met rultenheer en afge troefd met klaver negen. In slag 4 V8 v> 09 47 47 9H7 O 4 H Zuid speelt klaverheer. west bekent, noord schoppen vier weg en oost is ver plicht schoppen tien op te ruimen. Zuid speelt hartenheer na en nu bevindt west zich in schoppen-ruiten dwang. De rui ten zes in noord is door de gevolgde speelwijze in ruiten 'getransformeerd' tot een dreiging tegen wests ruiten negen en óf ruiten zesje óf schoppen vijfje zal de dertiende slag opleveren. NIEUWE OPGAVE In de prachtige overwinning die he* Nederlandse bridgeteam tijdens de Oma» Sharif Bridgeshow te Schevenlngen be haalde deed zich een buitengewoon aar dige biedsituatie voor. Met west als ge ver en niemand kwetsbaar had de zuid- speler de volgende kaarten: Zuid 4 C? A 10 8 43 2 O 8 7 3 4 A V B 6 West paste noord paste oost één klaver, aangevende een sterk spel van 17 punten doch voorlopig nog onbekende kaartverdellng zuid twee harten west doublet, aangevende enige kracht ln de drie andere kleuren dan harten noord vier harten oost doublet (straf- doublet) zuid paste west vier schoppen (echte kleur) noord en oost pasten. Op dit moment moest zuid dus nog bieden en Arie van Heusden die de zuid- plaats bezette was achteraf over de door nem gekozen actie ontevreden. Wat denkt u dat Van Heueden ln deak situatie deed en wat zou üw keuze zijn geweest?? Volgende week het antwoord. 1. 5. 8. 12. 14. 16. 18. 20. 22. 23. 26. 27. 28. 29. 31. 32. 34. 36. 38. 39. 41. 42. 43. 45. 47. 49. 50. 51. 52. 54. 56. 58. 59. 61. 62. 63. 65. 67. 69. 70. 72. 74. 76. 78. 80. 81. 83. 84. 86. 88. 89. 90. 91. HORIZONTAAL: bevel tamelijk vrucht kledingstuk scheepsuitruster plaats ln Kleln-Arië voorzetsel geluid lichaamsdeel van een dier deel van de week week-sappig jongensnaam pracht misdadiger aansporing uitstapje plaats in Duitsland vruchtbare plaats aanhef op circulaires kledingstuk insekt bevel bevel voertuigen deel van een leer geleerd zangeres zandheuvel hoofddeksel bewijs dat men elder» was voorzetsel rivier in Duitsland zoogdier rivier in Engeland titel vis dagtekening gewas soort biet aardigheid sportterm kleinigheid beurtzang vertegenwoordiger» niets op die plaat» dans eilandengroep in Atl. oceaan siersteen tuingereedschap eiland in Azië iur len 17. plaats in Frankrijk 18. snelheid 19. slang 21. sierplanten 24. muziekinstrument 25. houding 28. gewelf in een berg 30. kiek 33.' uitbarsting 35. studentenlied 37. lekkernij 38. soort stof 40. onderdeel van het eten-bereiden 42. bevestigingsmiddel 44. familielid 45. lokmiddel 46. kledingstuk 47. bevel 48. soort touw 53. leuk 55. tot een bepaald Europee» land behorend 57. boom 59. zeerover 60. muziekterm 62. maat 64. waterkering 65. groet 66. familielid 68. voedsel 69. gewas 71. oplossing gevraagd 73. babbelkous 75. laten zien 77. voedsel 79. familielid 80. nieuw8brenger 82. bloei wij ze 85. meer dan voldaan 87. voorzetsel 88. titel Oplossing vorige kruiswoordraadsel HORIZONTAAL: 1. vertellen haver negende 10. Ommeren 11. seinen 11 adellijke 14. bewijsstuk IS. idee 19. alge 20. belevenu 24 lijfrente 25. boffer 27. America 28. penarie 29. rotor 30. tande loos. VERTICAAL: 1. vangst 2. ragtime S. eindelijk 4. lier 5. nooddeuren 6. hemels 7. verwijfd rangeren 13. ossestaart 16. haalbaar 17. beloonde 19. geflest 21. infer no 22. gemier 23. ergens 26. span. sprookjesfiguu lichaamsdelen VERTICAAL: 1. pijnlijk gevoel 2. inboorling van Groenland 3. dierenverblijfplaats 4. insekt 5. familielid 6. lustoord 7. gewicht (afk.) 8. groet 9. plaats in de Oeral 10. druktemaker ij 11. rivier in Belglf 13. zoogdier 15. landbouwwerktuig

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1968 | | pagina 13